KLEUR ZATERDAG 3 MEI 1958 De heer John C. Jagi Nederland het zee-cqua honderden landgenoi ook zo'n aquai van dichtbij betrapt |N een duister hol van betonnen muren, achter het Palace-café op de Scheveningse boulevard, maakten we kennis met een flegmatieke, donker uitziende man van 53 jaar, bij wiens naam de Haagse telefoongids het woord kunstschil der vermeldt, maar waar met evenveel recht tien a twintig andere beroepen hadden kunnen worden afgedrukt: John C. Jager. Want John werd ge boren met zóveel gaven van hoofd en hart, dat hij alles wat hij zag doen óók bleek te kunnen en vaak beter dan degenen, die ervoor hadden geleerd en geoefend. Een hoogst merkwaardige figuur dus die John, een kerel die ons van het eerste tot het laatste woord boeide, een mens wiens leven tot voor kort met louter vraagtekens kon worden gesymboliseerd, maar dat in 1954 dan eindelijk zijn evenwicht schijnt te hebben ge vonden na zijn schepping van het grote zee aquarium op de kust van Bergen. Als u dan gaarne mijn doopcel! wil lichten, zo begon hij. ik ben geboren in Amsterdam, als enig kind van een marineman, de nu 81ijarige face-admiraal dr J. C. Jager, die destijds commandant was van Hr. Ms. Hertog Hendrik, tegelijkertijd rechten studeerde, vervolgens ook nog promoveerde en later werkzaam werd op het ministerie, waar hij tot zijn pensionering gebleven is. Reeds als kleuter belandde ik in Indië in Malang op Oost-Java. maar toen ik 5 jaar was keerde iik al weer naar Nederland terug, bezocht een lagere school in de hoofdstad, en een H.B.S. in Pen Haag. waar ik in 192G met goed gevolg eindexa men deed. Voor tekenen had ik een negen. Toen viel het besluit dat ik in Delft zou gaan studeren voor elek- tro-technisch ingenieur, doch na enige tijd had ik mijn buik vol van die studie en trok ik naar Den Helder, waar me een borstenpakje aangemeten wer< Lang heb ik het niet gedragen, o schoon de zee me altijd tro'- „dus" ging ik naar de land Een kenner van dieren zal begrijpen, hoe moeilijk het maken van deze serie foto's is geweest. Een zwaan laat meestal in de broedtijd zo'n nieuwsgierige man niet al te dichtbij komen. Dat onze .fotograaf Will Eiselin daarin toch slaagde, pleit voor zijn vakmanschap en zijn geduld. Op de bovenste plaat: Als moeder zwaan een lange, donkere nacht op haar zeven eieren heeft zitten broeden en dan eindelijk de lentezon is opgekomen, neemt ze even de tijd om zich eens heerlijk te rekken. Tweede foto: vader zwaan komt erbij om de moeder even af te lossen, die dan intussen wat baantjes kan gaan zwemmen en wat eten. Derde foto: Zij is niet erg uithuizig, want al gauw keert ze terug op het nest. Vierde foto: Voordat de plaats op de eieren weer wordt ingenomen, nog heel even toiletmaken. zegt «John C. Jager Broksiukken uit een merkwaardig leven winterschool in Dordt en vervol gens naar Midden-Frankrijk om praktijk op te doen. Gek op beesten Dat was In La Charité, aan de rivier de Loire, waar Ik alles aanpakte wat de boer van me ver langde. Ik vond het leuk werk, omdat ik daar met vee om kon gaan, want van jongsaf was ik gek op beesten. Tegen de winter kwam ik naar Nederland voor het volgen van een tweede cursus in Dordt, ging daarna schapen sche ren op Texel, en trok toen naar Zuid-Frankrijk, naar St. Laurent du Var aan de Middellandse Zee, waar ik m'n hart kon ophalen aan de drulventeelt en het kweken van Nadat ik dat werk een tijdje had gedaan werd ik het ook weer zat. pakte m'n biezen, ging op nieuw naar Nederland en werd vrijwillig radiotelegrafist bij de genie in Utrecht. Aan die oude Kromhoutkazerne bewaar ik nog altijd mooie herinneringen! En vervolgens, in 1928, toog ik voor de tweede keer naar Indië. Op Oost-Java, in het Kedirische, werkte ik twee jaar als assistent planter tussen de koffiestruiken, de rubber, de coca en de kapok. Toen moest ik met een spoedcer- tificaat naar Nederland wegens een gevaarlijke dysenteriebfsmet- ting. Maar ook dat ging voorbij, ik ging wat 'schilderen en begon een tijdje later in Rijswijk een zaak in elektriciteitsartikelen. Technisch wist ik van die branche genoeg af, maar toch gingen al die beslommeringen, die erbij kwamen kijken, me vervelen, zo dat ik wederom mijn penselen op nam en hoe langer hoe meer be langstelling voor de schilderkunst kreeg. Doch alleen-maar-schilde ren kon me evenmin bekoren op den duur. Er moest wat muziek bij. En zo dook ik in de grammo- foonplatenbusiness. Ik werd hoofd vertegenwoordiger voor Decca (1932), reisde door het land van de ene winkel naar de andere en wist heel wat zwarte schijven weg te drukken. Toen heb ik ook veel geld verdiend. nu omhanden heb, helemaal om pompen draaien. En bovendien om elektriciteitsleidingen. Twee maal per jaar pomp ik alleen al op Scheveningen 35000 liter water uit zee. Daartoe zet ik, als de wind gunstig is voor helder wa ter. een pomp op een golfbreker. Aan de ene kant van die pomp doe ik een brandslang die het wa ter opslokt en aan de andere kant een tweede brandslag. die het wa ter naai mijn reservoir leidt. Daar deze slang over het strand moet worden gelegd, tegen de glooiing op. over de boulevard heen en dan nog eens over het dak van het Palace-café. moet hij 350 meter lang zijn. Dat is de lengte van 3% voetbalveld. En zo'n pomp moet natuurlijk goed functione ren. Dan zijn daar nog diverse an dere pompen binnenshuis, voor luchtcirculatie e.d. U ziet, zonder pompen gaat het beslist niet. Pluimvee Maar ik dwaal af. Na die ka- nowerf en jachthaven begon ik een pluimveebedrijf in Belgjë. Ik hield immers van beesten. Zo zat ik in 1936. 1937 en 1938 in de Ar dennen. in de buurt van Verviers. Daar heerste ik eenmaal over een half miljoen kuikens. Lief goed, erg lief. En toen schilderde ik weer wat, tot de tweede wereld oorlog uitbrak en de Duitse bezet ting over ons kwam. In die tijd met anemonen, een sprookje van kleuren Misschien wist u het nog niet, maar de meest moderne hobby van deze tijd is het houden van een zee-aquarium, kunst- Een jaar geleden waren er in ons land nog maar zeventig -.SÉ!™. P^rsone11 die op het bezit van zo'n aquarium konden bogen, bonnen Totdat "ik" gegrepen "werd En thans bedraagt hun aantal al cfrca 250. Allemaal mensen, i i ^oor ggjj bezoek aan het grote zee-aquarium te Bergen aan Zee óf aan dat in Scheveningen, tot de ontdekking kwamen welk een genot zulk een aquarium de eigenaar 1948 verschaffen kan. prettig was kwam ik daar eens doorheen. Ik schilderde gewoon verder, aanvankelijk ook na de bevrijding, maar in 1948 werd ik doodziek. Vermoedelijk een nasleep van de dysenterie-in- fectie. Mijn arn kon haast niet kreeg last van toevallen' was allemaal vreselijk doende kwam ik in het ziekenhuis ir wel ken. Een zee-aquarium met ane- in een monen, zelfs al zijn ze beide van rzeker bescheiden afmetingen, biedt onder 'interessant. Want de fauna's het schijnsel van een elektrische niet moeilijker, m verlamden, ik goedkoper dan het houden lopen, ik tropisch aquarium de Noordzee, de Atlantische verlichting dan ook de aanblik v i de Middellandse Zee een compleet sprookje. zulk een auto voorrang. Hetgeen de heer Jager niet genoeg waar deren kan. Uitbreiden Voorzover er behoefte bestaat aan nieuwe vissen gooit hij het op een akkoordje met de beroeps vissers. En verder tracht hij door uitwisseling met de staatsaquaria aan de Franse kust zijn collectie zeedieren altijd weer uit te brei den. Maar de heer Jager doet nog méér. Zo heeft hij een instelling in het leven geroepen die de naam kreeg „Vriend van het Zee-aqua rium". Dit is geen vereniging, waarvan men lid kan worden, wèl kan men deze instelling Stofzuigers Ja, en wat heb ik daarna nog gedaan? 'k Was ook vertegen woordiger in stofzuigers en ik weet heus niet meer zo precies wat ik verder allemaal nog heb afgesjouwd. Want de tijd werd steeds slechter, er kwamen voort durend meer werklozen, en dus nam ik maar weer mijn penselen ter hand. Hier hebt u nog een col lectie foto's van al die schilderijen meest landschappen en stille vens want ik kon vooral in die dagen best wat geld gebruiken en 1 ruimde dus het ene stuk na het andere op. Vooral via de kunst handel Bennewitz, die nogal eens werk van me exposeerde. Kijk, daar hangt nog een aardig dinge tje, een paar perziken. Dat is een van de weinige stukjes die ik nog over heb. Nou, en toen ging ik boten bou wen: kano's en B.M.'s. In Voor burg opende ik in 1935 een jacht en kanowerf. En ik kocht eens voor een appel en een ei het casco van een motorlaunch, die in de eerste wereldoorlog deel had uit gemaakt van de Amerikaanse ma rine. Deze boot bouwde ik om, er kwam een gezellige salon op met twaalf plaatsen en ik verdiende er een paar centen mee door het ding, net als die kano's en jach ten, te verhuren. Snorder" O j*. Ik ben nog wat vergeten. Na m'n vertegenwoordigersperio de ben ik eerst nog „snorder" ge- geweest. Dat was tijdens die sta king van de chauffeurs van de A.T.A.M., die in die dagen zo on geveer het enige Haagse taxibe drijf was. De stakers genoten de sympathie van de burgerij, zodat het conflict nogal een poosje duurde. Maar zonder taxi's ging het natuurlijk ook niet. Dus er verschenen allerlei lieden met een wagentje op straat, de zogenaam de „geelbandjes". Herinnert u zich die nog? Dat was in de tijd, dat Ik 3?i cent voor een litertje benzine betaalde. Qok ik kocht een platte pet, verder een oude Che vrolet, een oude Cadillac en een oude Hupmobile en maar rijden jongens! Toen de staking evenwel teneinde Hep moesten we het „snorren" eraan geven. Daarom ging ik in het gewone taxibedrijf. Of ik in die beroerde tijd altijd kans gezien heb een boterham te verdienen? Nee, zo was het nu ook weer niet. 'k Heb wel eens honger geleden. Soms had ik het erg moeilijk. Mijn ouders waren wel kapitaalkrachtig, maar altijd weer op hen terugvallenTrou wens in het algemeen wist ik het best te rooien, daar het al erg gek moest zijn wilde ik zeggen dat ik ergens geen verstand van had. Ik had nu eenmaal gauw door hoe je iets moest aanpakken. Mijn va der heeft daarom wel eens tegen me gezegd: ,.Jij bent „surtalen- té", m.a.w. jij hebt te veel ta lenten. Misschien had hij daarin wel gelijk. Ik was (landelijk er kend) installateur, ik was instru mentmaker op een stalen-ramen- fabriek in Den Haag en van pompinstallaties wist ik ook alles af. Geen enkele pomp heeft ge heimen voor me. En dat is maar goed ook, daar de zaken, die ik geneesheren: lumbaal-punctie hebben. Daarvoor horen voelde ik echter, ondanks alles, de groep niets en dus weigerde ik dat grap je te ondergaan. Vitamine-B viaaeu uie cuuc uc- «aaf van alle zeedieren \ana( de hpogste vormen ontwikkeling vertegenwoordi gen. Maar vooral ook door de daar in de schemering krijgt langs de diverse aquariums wan- ruj delt, welke in de zware muren toe zijn weggewerkt, wordt eerst ge- de troffen door de rondzwemmende tronen aoor ae ronazwemmenae voo onen mef'hun beto- kabeljauwen, hondshaaien, zeepa- die Toevallig kreeg ik een krant op IBj.c bed, waarin een medische mede- Sommige werker een ziektegeval beschreef groter dan hagelwit. inemonen zijn niet - - - --- - - --Ktuici uan ccii vingerhoed, terwijl tfPPfi5 _»ater andere een (linke dahlia royaal de kroon steken aandachtige aanschouwing, de verbeeldini dan ook nog n doorlopend geldige angskaart, afgestempeld door 3elastingen en tévens geldig de echtgenote van degene, van deze mogelijkheid gebruik ..„st te maken. Bovendien ont- Zij^verlangenjjeen vangt men gratis een (gestencild) ...v—j-- tot maandblad. dat telkens op het mijne. En zijn advies luid de: vitamine B slikken. Dat wil VW4I1 ik toch ook eens proberen, dacht <?tprk a ik bij me zelf. En zo gezegd, zo gedaan. Ik vluchtte zo goed e >eelding te spreken, daar lerlei wetenswaardigs omtrent de ii kabeljauw en zo'n paling zeedieren te lezen biedt. Enige kan observeren. Vandaar dat de exploitant, de heer John. C. Jager over wie men elders meer kan lezen ze niet op het appèl wilde laten ont breken. Veel meer echter gaat zijn belangstelling uit naar fantastisch mooie anemonen, inktvissen, zeepaardjes, waaier- wormen, zee-egels, zeesterren, zee- komkommers, steurkrabben en garnalen. Al deze dieren vangt hij zelf. honderden belangstellenden beho ren al tot de vaste afnemers en ook zij, die geen 5 voor de levende toestand „Vriend" over hebben, kunnen het maandblad toegezonden krijgen, doch dan tegen een kleine beta ling. tingen doel de kust sig is en juist daarom borg biedt voor succes. Zeewater in flessen Elders hebben we al meegedeeld dïê hoe er tweemaal per jaar een gro- aar te plas water uit de zee in de re servoirs van de beide zee-aquaria wordt gepompt. Dit dient echter niet om het water van die aqua- ria te verversen. Want wie een even maal goed gefilterd zeewater in zijn aquarium heeft en de dieren niet overvoert, zodat er geen voed sel kan gaan rotten, behoeft zich „v om waterverversing haast niet te ijderd heeft. Met als bekommeren. Dat opgepompte z - Bretagne die rot- water heeft dus 1 logelijk is. En dat lukt hem ook zijn aquarium heeft ongeveer voor tachtig procent. Dan trekt hy er op uit met een gro- luxe auto. waarvan hij de zit- andere be stemming. Dat wordt nl. gezonden naar de diverse aquariumhouders, die het nodig hebben. Zulks ge- Tal van dieren, die daar plegen schiedt in mandflessen van vijftig de üter inhoud, maar vormt al oe- is het dan maar voor één uur nogal kostbare geschiedenis Als men deze anemoon bekijkt lijkt hei speelt. Moar hij ligt in diepe rust terzo niet om het felle „blitz"licht dat de fol de gevoelige plaat va. voel, of de uind hem parten iken en bekommert zich zelfs >graaf nodig had om hem op te komen, zal Nederlandse kust tevergeefs z ken. Onze kust is te zanderig op een zandbodem voelen ze zich want niet thuis. Maar in de Atlantische vracht moet worden betaald. Oceaan des te beter. En als de bovendien moeten de flessen buit eenmaal binnen is wordt de- deri verzekerd tegen breuk kwaad als het ging uit het zieken- ter huis, liet thuis vitamine B aanruk- Bergen heb ik dit jaaf een beetje deed zich de grootste pech, doordat het elektriciteitsbe- gedeponeerd in plastic zakken, gevuld met zeewater, opdat de die ren de reis naar Nederland zon- t_ der moeilijkheden zullen volbren- aantal kleinere. In gen. Uit de zelfde overwegingen is alleen dat de gewone de premie daarvan bedraagt voor de heen- als de terugzending 2. Moet iemand in Enschede dus 300 liter zeewater hebben, dan be dragen alleen al de verzekerings- d een aantal flessen met bosten voor de 6 flessen 24. En verrassing voor die ik ooit had be- drijf daar leefd: alle ziekteverschijnselen het P.E.N. verdwenen, ik knapte verbazend stelt snel op en voelde me als 't ware rige dertig jaar jonger. Dat was wat Doch dat is niet anders,dan zes maanden rekken en trainen met diverse apparaten, zoals me in het vooruitzicht was handen kwam dit andere eisen de leidingen dan de vo rige elektriciteitsmaatschappij. Daarna weer schilderen en „kunsthandelen", nu ook met Koch in de Lijnbaan te Rotter dam. En in 1950 kreeg ik een baantje in het Casino te Scheve ningen. Het scheen toen nl. dat 11CCi ook in ónze badplaatsen een gokje ders. worden toegestaan. Ik B,.w daarom chef-croupier. Maar dat seizoen komen ging ook weer over, waarna ik het opnieuw bij de dieren zocht en. geïnspireerd door het aquarium in Monaco, in 1954 in Bergen aan Zee een zee-aquarium ontwierp en liet bouwen. Nooit anders Ik maak nieuwe leidingen. En half mei is ook Bergen weer in vol bedrijf, net als nu al Scheve ningen. En dat zal dan duren tot eind september. Niet dat ik er dan weer een punt achter ga zetten, ik wil nu nooit meer iets an- Maar eerst was ik ook zuurstof gemonteerd aan de Frans-Belgische I de Belgisch-Nederlandse grens de worden gebracht, grootst mogelijke faciliteiten ver leend. Trouwens ook in ons eigen land ondervindt een auto met de woorden ..Zeeaquarium Bergen" of „Zee-aquarium Scheveningen" erop veel medewerking. Overal waar het verkeer stagneert krijgt Eenvoudiger Het zou dus heel wat eenvoudi- ger zijn, als kon worden volstaan Overal met het verzenden van zeezout. 13 kilo correspondeert met 300 liter zee- winters geopend, doch oen komen er toch geen men- genoeg kijken om de zaak ren derend te kunnen maken. Rijk zal ik er nooit van worden. Dat hoefl trouwens ook niet. Als ik er maar mee uit kan springen. En dat gaat gelukkig. Ik ben nu eenmaal geen „Artis", die veel reclame kan ma ken omdat de gemeente toch te Daarbij had ik de omstandighe- hulp komt als er aan het eind van het laar een tekort is van een paar ton. Maar „Artis" wordt be schouwd als een culturele instel- Catacomben i. dat in de bou levard nog de catacomben zaten van het bekende Grand Hotel Nas- maar het was vlak bij de burgemeester werd terstond enthousiast toen Jiij van mijn len Dan staakt John C. het ge nacht sprek, wringt zijn handen ste- vig in elkaar, laat zich wat op en neerschommclen, in zijn sta len clubfauteuil en merkt nog op: Dat is waar ook, ik ben zelfs nog journalist geweest. cement. ^Machtig Bij de Nieuwe Tilburgsche Cou rant, toen onder hoofdredactie het kamerlid Arts plannen hoorde. Dag heb ik aan de inrichting gewerkt, maar ik bokste het voor elkaar Er staan nu 38 aquariums in, waaronder één met de kolossale inhoud van 10.000 liter. Niet ge kocht, maar ook zelf gebouwd, van asbest mooi werk. Zó mooi, dat ik 1956 in Scheveningen nog val op poten zette Het Scheve- krijgt wei een aparte kijk op ningse zee-aquarium telt 42 bak- het ,eveQ aIs je 10 overa, tussen 'og 4 meer dan dat te n-,,.;„a ;t. ken. dus nog 1 Bergen. Maar hier de grootste bak i liter. Voorts is e liter, er zijn er a gezeten hebt. Daari "aooó de psychologie zo'n mooie we- 5000 tenschap.... En ik hou van die- >00 li- ren, en van mooie kleuren.... heel goed moge lijk zeezout che misch samen te stellen, daar men lende soorten zout bevat en ook wel ke het zijn. Maar het winnen van sommige soorten is lang niet goed koop. Goedkoper is dan nog het indampen van zeewater, wat o.a. in Zuid-Frankrijk wordt gedaan. Het is echter nog de vraag, of het door indampen verkre gen zeezout ook werkelijk nog alle stoffen bevat, die in zeewater voor- komen. En dus is het tevens nog de vraag, hoe de zee- dieren zullen rea- geren op zee water dat uit ge woon water en ingedampt zeezout wordt gemaakt. Op dit gebied heeft de heer Jager nog het nodi ge te experimenteren. Maar hij ziet tegen geen moeite op. Als het gaat om de zee-aquaria heeft hij er alles voor over. Ga ex dus ook eens kijken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 15