CHR De verdwenen miniatuur Men erkent de verschraling maar blokkeert wegen ter verbetering Prof. P. Deddens te Kampen ter aarde besteld DAMPO Een woord voor vandaag Kanttekenh 's nachts pijn Studie van Nederlands Reveil in Europees verband lil augustus gesprek met patriarchaat van Moskou GETAFLEX liimt koud alle hout! Boodschap verdoft Naast de zaken die de Gere formeerde Kerken bezig en ook wel innerlijk verdeeld houden als de oecumene of wat men daaronder verstaat, is er alge meen (in de kerkelijke -pers) verontrusting over wat de Leeuwarder synode de verschra ling van het geestelijk leven noemde. De heer H. J. van der Munnik schrijft erover in De Strijdende Kerk. Hij is van mening, dat het geestelijk bezit, dat de kerken door genade ver kregen hebben (en dat cellectief gezien niet gering mag heten), HOE DANKBAAR ook voor het evangeliserend aandeel, dat onze kerken de laatste jaren heb ben genomen in de vervulling van haar roeping, we kunnen dat niet zien als het resultaat van een diep en gelovig verlangen der kerk in haar geheel, gestimuleerd door haar kerkeraden, classes, provin ciale en generale synodes. Inte gendeel, het is een zeer klein per centage kerkleden, dat zich een weg heeft moeten banen naar een, eerst stilzwijgend geduld en thans welwillend gadegeslagen kerk werk. Anders gezegd, er is hier geen sprake van een réveil of een spon tane vervulling van een Goddelij ke opdracht, die heel wat dichter ligt bij de vaak zo genoemde Schriftuurlijke motivering dan de leerstellig gerichte Woordbedie- vlakte der woestijn" kan helpen. Want de remmende factoren, die het bereiken van een meer ver warmend en milder klimaat in de weg staan, zijn nu juist gelegen in het feit, dat de overwegend naar binnen gekeerde kerkhou- ding een niet van alle smetten vrije overlading van het interne gemeenteleven meebrengt. Mag ik een paar voorbeelden noemen? Zoals de onmondigheid der gemeente t.a.v. besluiten, die haar meermalen tot een klank bord van mededelingen maken. (Men denke maar even aan het resultaat van een mogelijk refe rendum inzake kerksplitsing en streven naar de eenheid van de de zelfde belijdenis uitsprekende kerk" groepent. Vervolgens de als in kramphou ding op een afstand gehouden verwarming der openbare ere dienst, gepaard met een onbegrij pelijke verwaarlozing van de be langen der jonge kerk, die de kerk van morgen is. (Het is gebeurd, dat het zingen van de in een kerk aanwezige kinderen in een Kerst-, dienst afzonderlijk achterhaald werd door de in een wijkraad op gestelde vraag,'of dat wel volgéns orde en regel was?). Al verder het verzet tegen het optreden van een kerkkoor in de eredienst. (Gevolg waarvan bijv. een groot kerkkoor tientallen le den verloor, omdat men zich te recht afvroeg: waar zijn we dén voor opgericht?). Wat te denken van een aanval op een z.g. nacht-Kerstdienst, om dat er de volgende morgen een openbare samenkomst der ge meente plaats had, waar de ge zochte buitenkerkelijken immers toegang hebben? En om niet meer te noemen, want het is ons niet te doen om een rijtje voor beelden, doch om het beeld van het zorgwekkend geheel wat dunkt u van het „zingen vóór de dienst", waarbij de ganse kerke- raad ontbreekt? alle i is rJ getoetst aan haar doelstelling. Dat is al begonnen met het volk van Israël (in het verlengde waar-' van men nogal eens, meer of min der verantwoord, eigen kerkfor- matie of gezindte plaatst). Aan Abraham, haar stamhoofd, was gezegd, dat hij een zegen zou moe ten zijn. Het was een ontzaglijke ommekeer, toen Christus de ac tie-radius van de Boodschap der Verlossing ten eeuwigen leven, totdan beperkt tot Israël, uitbreid de tot de gehele wereld. Te vre zen is, dat die wereld-omvattende blijde Boodschap, èn de voor elke kerkgroep daarin vervatte op dracht, is verdoft door de nevel van allerlei kerkstrijd en kerk scheuring, die haar achtergrond had in de soms tot afgoderij voe rende overbelasting van het woord kerk. En dan vraagt men zich met zorg af: beschikken onze kerken nu over de wapenrusting en over de grote bewogenheid, die alle handen en harten vervult met ont ferming over de kudde zonder Herder, die daarom de prediking van het Evangelie heeft aangewe zen. niet als een theologisch ken nis-opvoeren, maar als een bewo gen oproep tot allen: redt u om uws levenswil. Remmende factoren zijn die in het huidig stadium van ons kerkelijk leven niet samen te vat ten in het duidelijk waarnemen van een gesteldheid, waarbij men de verschraling erkent, en noch tans de wegen, die ons eruit kun nen helpen, blokkeert met het krampachtig vasthouden aan ter men, tradities en opvattingen, wel ke uitgerekend niet meer passen in het kader van deze tijd en nog minder in dat van onze kerkelijke nood. Mèt het daaruit noodwendig voortvloeiende risico, dat zowel de jeugd der kerk als haar des- bewuste leden zich gedrongen voe len in het defensief van de moe deloosheid of erger. lezing zijn het, die, gevoegd bij de eenzijdig met binnenkerkelijke zaken gevulde agenda's der ker kelijke vergaderingen, en bij de eenzijdig op de leerstellige kennis der gemeente afgestemde predi king, de remmende factoren vor men. waarop wij de aandacht wil den richten. Eensdeels zijn zij het, die het herstel uit de klem der verschra ling tegenhouden; anderzijds zijn zij de zware slagbomen, die onze kerken belemmeren in het nale ven of versterken van het kerk besef in zijn schoonste betekenis: ark des behouds te zijn op de door felle stormen opgezweepte levens zee. Om maar te zwijgen van die zee in deze tijd, die tegelijk be wondering èn medelijden oproept voor haar kinderen. Dat zijn dus onze naasten, en het zijn zij, die wij zo heel graag tot Gods gevangenen zouden ma ken, op Zijn bevel en in Zijn kracht. ,A Drie bijeenkomsten d,r ^«*001 prof. C. Veenhof in een academische samenkomst in het gebouw der school Gisteren is te Kampen begraven prof. de overleden hoogleraar gedenken. P. Deddens, in leven hoogleraar aan de En dan zal het gewone leven der hoge- school weer voortgang hebben. Na het theologische hogeschool aan de Broeder- weg. Er was grote belangstelling uit alle delen van het land. De overleden hoog leraar stond opgebaard in het gebouw van de hogeschool en velen hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt een laatste blik op hem te werpen. Drie samenkomsten zijn gistermorgen ?;ehouden. In een rouwdienst voor de amilie en enige andere genodigden ging voor de wijkpredikant, ds. J. O. Mulder. In de aula van de hogeschool heeft ds. G. Visee de andere genodigden vertroost met een toespraak over psalm 102. Intussen vonden de zeer velen, die uit het land overgekomen waren, plaats in de Nieuwe kerk. Daar heeft ds. O. W. Bouwsma gesproken naar aanleiding van Openbaring 20. Omstreeks elf uur werd de rouwstoet geformeerd, nadat de overleden hoog leraar door een tiental van zijn leer lingen door een haag van studenten was uitgedragen. De aanwezigen uit de Nieuwe kerk sloten zich achter de stoet aan. Onder belangstelling van de Kam per burgerij trok de stoet naar de be graafplaats te IJsselmuiden. Nadat de ter aarde bestelling had plaats gevonden las ds. Mulder enige gedeel ten uit Openb. 7 en 5; hij sprak de apostolische geloofsbelijdenis uit; op zijn verzoek zongen de zeer vele aan wezigen Ps. 68:2 en 10. Hierna sloot de predikant met het gebed dat Chris tus ons geleerd heeft. Velen trokken nog langs het geopende graf. Advertentie verkouden Hongaarse pers Meer strijden voor het atheïsme De Hongaarse radio en pers hebben de leden van de communistische partij aan gespoord met grotere felheid te vechten voor het atheïsme. In het partijorgaan Nepszabadsag werden de communisten gehekeld, die proberen aan het geloof trouw te blijven of het te ontzien. „Wij moeten een eind maken aan deze: toestand: ofschoon de kerken godsdiensti ge propaganda voeren, geven de commu nisten en partijfunctionarissen de ideolo gische strijd voor een wetenschappelijke, atheistische wereldbeschouwing op", al dus een verslag van een rede, die Karoly Kiss, een vooraanstaand lid van het par tijsecretariaat heeft gehouden. In het artikel wordt het geval aange-; haald van een vroegere partijsecretaris in een plaats bij Boedapest, die „voor de j kerk getrouwd was". De priester zou op gemerkt hebben: „Kijk, soms leidt zelfs de weg van een communistische functio naris naar het altaar". Een nieuw tijdschrift „Delta"-review Het -Nederlands instituut voor inter nationale culturele betrekkingen zal on der de titel Delta met als ondertitel ,,A review of arts, life and thought in the Netherlands" een driemaandelijks tijd schrift uitgeven in de Engelse taal. Door middel van dit periodiek, waarvan de eerste aflevering in april a.s. zal ver schijnen, wil het instituut de intellectue len en kunstenaars buiten Europa in con tact brengen met de Nederlands cul tuur. De redactie van Delta wordt ge vormd door: prof. dr. E. J. Dijksterhuis, James S. Holmes, Ed. Hoornik, dr. L. de Jong en prof. mr. J. J. M. van der Ven, terwijl Karei Jonckheere als re dacteur voor Vlaamse bijdragen op treedt. De typografische verzorging is in handen van Dick Elffers. Iedere aflevering opent met een vaste kroniek, waarin specialisten op de on derscheidene gebieden van kunsten en wetenschappen een overzicht geven van de voornaamste culturele gebeurtenissen in Nederland, telkens over een periode van drie maanden. In „The Delta check list" zal o.a. een agenda worden opgeno men van wetenschappelijke congressen in Nederland en van de belangrijkste tentoonstellingen op het gebied van de Nederlandse beeldende kunst in binnen- en buitenland. Patroon der ruimtevaarders Men overweegt in Vaticaanse kring een i heilige aan te wijzen als patroon van j ruimtevaarders. Gedacht wordt aan St.-Jozef van Copertino. Deze francis- leefde in de zeventiende verlies dat de kerken en haar hoge school hebben geleden in 1952 met het Slotseling sterven van de hoogleraren i. Schilder en B. Holwerda, treft het heengaan van prof. Deddens bijzonder Alleen prof. Veenhof is nog overgebleven van de mannen die door de generale synode van Enschede 1945 werden be noemd. Naar verwacht mag worden, zal de samengeroepen generale synode van Spakenburg deze zomer moeten voorzien in de ontstane vakature. Wij herinneren er naan, dat prof. Deddens in zijn jonge jaren onderwijzer is geweest aan de bekende particuliere chr. school van de heer J. C. Kentie te Rotterdam, de latere Keuchenius school. Moeilijkheden om Grahams kruistocht San Francisco Ongeveer zestig predikanten uit San- Francisco en omgeving hebben ver klaard slechts dan aan de kruistocht van Billy Graham in deze plaats mee te zullen werken, indien alle leden van de diverse comité's zowel als de predi kanten en de raadgevers, gaarne en zon der voorbehoud een verklaring willen ondertekenen, waarin zij uitspreken te geloven in en volledig accoord te gaan met <Je leer die Billy Graham predikt. Men verstaat daaronder: de volledige inspiratie van de Bijbel: de maagdelijke geboorte des Heren; de plaatsvervan gende verzoening door het bloed van een Christus zonder zonden aan het kruis; de lichamelijke opstanding van Jezus; redding door Gods genade door het persoonlijk geloof in Christus. Een van de organisatoren van de kruistocht in San-Francisco is mrs. William Lister Rogers, president van Raad van Kerken van San-Francisco. Zij was ook de leidster van het Festival of Faiths in 1955. Dit festival wilde zo veel mogelijk geloven en religies te- samen brengen. BEROEPINGSWERK NEDERLANDSE HERVORMDE KERK Beroepen te Neerlangbroek: kand. J. Smit te Vinkeveen; te Genderen en te Giessen-Nieuwkerk: kand. J. Jongerden te Huizen; te Meerkerk: kand. J. S. de Waard te Rijsoord; te Willige-Langerak: kand. J. van Bart te Maarssen. Verbetering. Ds. C. Alers is te Hil- legersberg beroepen als jeugdpredikant voor alle wijkgemeenten. Toegelaten tot de evangeliebediening: C. van Bart, Cambier van Nootenstraat 31, Maarssen; J. van der Heide, Lyceum straat 35, Zeist; A. H. van den Heuvel, Doelenstraat 12, Utrecht; J. C. Krajen- brink, Hoge Deurnseweg 6, Dinxperlo; C. van Schoonhoven, Wilhelminastraat 27, Barneveld; H. C. Spijkerboer, Bel- lamystraat 9bls, Utrecht; C. Vijfhuizen, Zuideinde 64, Nieuwkcep. Beroepbaarstelling: kand. C. van Bart, kand. J. van der Heide. land. C. van Schoonhoven. GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te Heerde: G. W. H. Pedde- mors te Dirkshorn. Tweetal te Utrecht-Noord (derde pre- dikgntsplaats)G. P. Hartveld te Assen en J. van Leeuwen te IJmuiden. Aangenomen naar Urk (derde predi kantsplaats) H. Veenstra te Veenwoud- sterwal. drecht (verbeterd bericht). DOOPSGEZINDE BROEDERSCHAP I I Het schalt door de hemel. Engelen, tienduizen tienduizendtallen en duizenden duizendtallen, zeggen het luider stem: „Het lam, dat geslacht is, is waardig te vangen de macht en de rijkdom en de wijsheid en de ste en de eer en de heerlijkheid en de lof." Het lam dat geslacht is zo ziet Johannes in vervoering des geestes onze Heiland en het is een beeld ons niet bijster aanspreekt. Een geslacht lam, haast symbool van weerloze zwakheid is dat onze Heiland, o Koning? Als straks dit Lam de zeven zegèlen verbreek als men ziet welke verschrikkingen over de aarde zi komen, dan vraagt men zich af: „Waarom een lam? In strijd tegen de duivelse machten is immers een bovenrtit lijke kracht nodig!" Zo denken wij het is een blijk van wantrouwen m Gods almacht. God is de Almachtige en Hij hééft de duit machten overwonnen. Maar.op zijn wijze: door het van het Lam, door het zenden van Zijn Zoon in deze om door lijden en sterven vergeving van zonden te verwet voor ieder die gelooft. De zeven zegelen brengen de schrikkingen maar de zeven gaven van het Lam gaan dl ver boven uit: de macht en de rijkdom en de wijsheid et sterkte en de eer en de heerlijkheid en de lof die de em Hem toezingen. TWINTIG JAAR CONVENTSGEDACHTE! en aldoor wakker 'AKKERTJES'' helpen direct Onderzoek leidt naar meisjeskostschool Mej. dr. M. E. Kluit naar Zwitserland Hoofdbestuur Wereldraad bijeen Het uitvoerend comité van de Wereld raad van kerken, het hoofdbestuur, beeft Viinsdag in Londen een Russisch voorstel aanvaard tot een bijeenkomst met ver tegenwoordigers van het patriarchaat van Moskou van de Russische Orthodoxe Kerk in augustus. De voorzitter, dr. Franklin C. Fry (Ver. St.; lutheraan), zei, dat dit eerste gesprek een verken nende gedachtcnwissellng zal zijn. HU voegde eraan toe niet te verwachten, dat er snel vorderingen zullen worden ge- Behalve over de voorgestelde samen vloeiing van de Wereldraad en de In ternationale Zendingsraad en over gods dienstvrijheid in Columbië en Spanje zal nog worden gesproken over het ver- Het Reveil. Men hoort het woord en onmiddellijk komen grote na men in de gedachten: Da Costa, Groen van Prinsterer, Heldring. Het Nederlandse Reveil moge dan een eigen stempel hebben ontvan- chJI «seme in Ue ÜÜÜBS! c=uw £en» 'let is een onderdeel geweest moet gedurende toestanden van reli- van een Europees Reveil, een gees telijke beweging, die vanuit Zwit serland in het begin van de (negen tiende eeuw een groot deel van ons werelddeel heeft aangegre pen. Over het verband van de Nederlandse stroming met de andere takken in buitenland gaat mejuffrouw dr. M. Kluit met steun van de stichting t zuiver wetenschappelijk onderzoek boek schrijven. Dank zij de subsidie Z.W.O. kan zij daartoe een onderzoek in stellen in Zwitserland. Daarna wil zij Frankrijk, Duitsland, Engeland en Schot land bezoeken Mejuffrouw Kluit is we tenschappelijk ambtenaar bij de Univer siteitsbibliotheek te Amsterdam en se cretaresse-conservatrice van het in deze boekerij ondergebrachte Reveil-archief. geheel omge- zoek de bijeenkomst van de Wereldraad uit .te stellen van 196(7 tot 1961 en plan nen voor* een nieuw hoofdbureau te Dr. Visser 't Hooft heeft maandag op de eerste vergadering in een rapport gezegd, dat het van het grootste belang is betrekkingen met kerken in Oost- Europa te handhaven, maar' dat dit steeds moeilijker ./ordt door de aldaar op de kerken geoefende druk. Speciaal in Oost-Duitsland is de toestand zeer ontmoedigend, aldus dr. Visser 't Hooft. Men verwachtte, dat het uitvoerende comité nog zou spreken over de- positie van de Hongaarse Lutherse bisschop Ordass, die lid is van het centrale comité, het algemeen bestuur van de Wereldraad. Haar nieuwe boek zal werkte tweede druk zijn v: verschenen „Het Reveil 1817-1854". V oorgeschiedenis Reeds in 1956 en 1957 was mejuffrouw Kluit een korte tijd in Zwitserland voor een onderzoek in de zich daar bevinden de archieven en bibliotheken, zodat zij het terrein reeds heeft verkend. Haar onderzoek betreft niet alleen de negen- Réveil-tijd, maar ook de voorgeschiedenis, daar haar „Reveil in achttiende-i zij in de herdruk (Advertentie) knnstharslljm Ceta-Bever 19 Men was Gjedser reeds lang voorbij. De douane- en pas-controle had reeds aan het begin van dit traject plaats gevonden. De boot en de spoorwegwagons binnenin zijn buik zwom men in de Oostzee en de Deense kust verbleek te. Slager Külz stond op en greep naar zijn kof fer. „Waar wilt u heen?" vroeg Storm. „Naar de eetzaal. Ik heb honger. Gaat u mee, mijnheer Storm? Ik tracteer op een borrel!" Külz lachte vaderlijk. „U moet nog een ogenblik geduld hebben, mij ne heren." zei een der reizigers. „De scheeps- douane is er nog niet geweest." „Wat is dat?" riep Storm en deed zeer ver baasd. „Maar we hebben de douane toch al gehad!" zei Külz. „Op dit traject wordt nog eens gecontroleerd," zei de goed ingelichte passagier. „Dat begrijp ik niet," zei Külz. „Op de heen reis gebeurde dat niet." „Bent u over het Duitse traject gekomen?" vroeg een andere reiziger. „Ja, over het Duitse." „Daar heb je 't al," zei de goed ingelichte. „En nu rijden wij op het Deense, daar gaat men grondiger te werk ureaucraten," bromde Philipp Achtel ver echtelijk. „Dubbele boekhouding," zei een andere rei ziger ironisch. „We', nvj is 't goed," zei Külz en ging gelaten op zriu groene broek zitten. „Afwachten en ge duid hebben." Erioh Kastner: De heer Achtel nam zijn koffer uit het net, zet te hem op de bank en opende hem. ,,'t Is te ho pen dat het vlug gaat, ik heb dorst." Mijnheer Karsten keek uit het venster en zei na een tijdje: „Daar komt iemand aan in uni form, dat zal de bewuste wel zijn." De coupé-deur ging open, een man steeg in. Hij droeg een blauwe marinepet mét gouden rand en een wijde cape. Hij salueerde en hield lange verklaringen in een vreemde taal. Philipp Achtel antwoordde hem, schudde het hoofd en wees uitnodigend op zijn koffer. De douane-ambtenaar woelde er wat in rond, trok een tamelijk boos gezicht en salueerde nog maals. Thans openden de andere reizigers hun koffers en tassen. De éeuniformde deed zijn plicht. „Hebt u soms chocolade of sigaretten gesmok keld?" vroeg Storm fluisterend. „Neen," zei Külz en ontsloot met een zwaar hart zijn koffer. De ambtenaar trad op hem toe en vroeg van allerlei in zijn taal. De heer Achtel sprong voor hem in de bres en sprak de man druk en overtuigend toe. Daarbij legde hij zijn arm om Külz schouder. De ambtenaar deed een greep in de koffer, haalde een grote, witlinnen prop te voorschijn en vroeg iets. „Hij wil weten wat dat is," zei Philipp Achtel. „Dat is mijn nachthemd als hij er niets op tegen heeft," antwoordde Külz geprikkeld. De anderen lachten. Achtel verklaarde de amb tenaar de betekenis van het linnen gewaad. De man stopte het in de koffer, klapte daarna het deksel dicht, keek de reizigers streng aan, salu eerde kort en klom weer uit de wagon. Külz herademde, sloot verlicht zijn koffer en borg de sleutel zorgvuldig in zijn portemonnaie „Een onaangename kerel", zei hij. „Ik ben u zeer dankbaar dat u me zo hebt bijgestaan. Ik dacht dat hij mijn nachthemd in beslag zou nemen!" „En nu kunt u naar de eetzaal gaan, beste Külz," zei de kleine Storm. „Ik blijf hier bene den, ik kan vandaag geen water zien en helemaal geen borrel." j „We zullen uw plaats vrij houden," zei Kar sten. „Dank u wel!" zei Külz.' ,,U bent allemaal zo vriendelijk voor me, ik voel me alsof ik uw grootvader was!" Hij nam zijn koffer en opende de coupé-deur. Voor hij uitstapte, greep hij in zijn jaszak, haalde een doos te voorschijn en glimlachte vol leedvermaak. „Ziet u," meende hij, „en toch heb ik sigaren gesmokkeld!" ,,U bent me er een!" riep de heer Storm waar derend. En Papa Külz klom trots uit de coupé op de scheepsplanken. wordt vervolgd Nederland" ook de nadruk zou willen leggen op de bodem en de oorsprong van deze geestesstroming. Deze voorgeschiedenis bestudeert zij in Bazel in het archief van de „Deutsche Christentumsgesellschaft" in de universi teitsbibliotheek, waarin vele brieven uit Nederland te vinden zijn. De voortzetting van deze collectie wordt gevonden in het „Spittlerarchiv", ondergebracht in het staatsarchief; deze heeft betrekking op de Reveil-tijd zelf. In Zürich wil mejuffrouw Kluit voor de voorgeschiedenis een nader onderzoek instellen in het „Lavater-archief" in de staats- en universiteitsbibliotheek, waar in zich eveneens veel brieven uit Neder land bevinden. Genève In Genève wil zij haar onderzoek voortzetten in de archieven van de „so- ciété évangélique" en van de „école na tionale", waarbij zij tevens hoopt te kunnen werken in het archief van de „église libre", de vrije kerk die onder invloed van het Reveil is ontstaan. Zij zal echter in de eerste plaats dit jaar haar aandacht moeten richten op het archief van César Malan, dat zich in particuliere handen bevindt. Malan was predikant van de vrije kerk en een der leiders van de beweging. Zij hoopt toegang te krijgen tot deze papieren waarin zich ongetwijfeld' Ne derlandse correspondent bevindt, zelfs reeds van 1820 af In Lausanne wil zij gaan werken in de bibliotheek van de theologische faculteit van de vrije kerk, waarin zich onder meer de papieren van Alexander Vinet bevinden. Kostschool Verder zal mejuffrouw Kluit nog een bezoek brengen aan het archief in Neuchêtel. Ook hoopt zij enige dagen te werken in het archief van de meisjeskostschool, huishoud, en tuinbouwschool Montmirail. In deze kostschool, die oorspron kelijk van de Moravische broeders of Herrnhutters was en uit de jaren zestig der achttiende eeuw dateerde, vinden we reeds in 1796 Nederland se meisjes onder de pensionaires. Montmirail speelt ook een rol in het Zwitserse reveil. In 1957 bracht mejuffrouw Kluit reeds een vluch tig bezoek aan Montmirail en kreeg daarbij een indruk van dit school- archlef, dat van de begintijd af be waard is. Dit jaar hoopt zij een uit gebreider 'onderzoek te kunnen in stellen, waarvoor haar reeds bij het eerste bezoek de toestemming werd gegeven. Uniecongres S.S.R. Het jaarlijkse Uniecongres van de So- cietas Studiosorum Reformatorum wordt in Groningen gehouden op woensdag 12 februari, donderdag 13 en vrijdag 14 februari. Dit 72e Uniecongres van de S.S.R. valt samen met de viering van de 59ste dies van de Groninger afdeling het Corpus Studiosorum Reformatorum Groningae „Veri et recti amici". Donderdagmorgen word't het congres officieel geopend in de aula van de uni versiteit. Er staan drie lezingen op het programma, namelijk door dr. B. Riet veld, gcref. predikant te Den Haag over „God en de mondige wereld", prof. dr. K. J. Popma uit Utrecht over „De mondige wereld en haar goden" en dr. J. H. Schreurer uit Voorburg over „De mens in de mondige wereld". Deze le zingen vallen allen onder het congres- thema van dit jaar, „Etsi Deus non daretur" (alsof God niet bestond). Het landelijk verband van Jongelings verenigingen in de Gereformeerde Ge meenten houdt zijn jaarvergadering te Utrecht op woensdag 19 februari in het kerkgebouw Boothstraat 7. Ds. A. Ver- gunst uit Rotterdam zal spreken over de synode van Embden en des middags de heer F. van der Vlist te Ridderkerk „Een jongeling gelouterd als door vuur". jy/JORGEN viert te Utrecht het Convent der Chris telijk-So- ciale Organisaties zijn twintigjarig bestaan. Zeker een gebeurtenis om bij stil te staan. Het Convent is de samenwerkings vorm van christelijke werkgevers, boeren en tuinders, middenstanders en werknemers in ons land. Als zo danig is het een unicum in de we reld. Ook op sociaal en economisch ge bied is in ons land organisatie naar het beginsel onvermijdelijk en nood zakelijk gebleken. Men mocht wel wensen, andere organisaties met christelijke geest te doordrenken, maar meer dan een beïnvloeding zou toch niet mogelijk zijn geweest. Die andere organisaties zouden trouwens, naast de christelijke invloeden aan andere opvattingen evenveel recht en ruimte moeten laten. De christelijke organisaties zijn in ons land nuttig en goed gebleken, ook in de mate waarin zij erin zijn geslaagd, op het sociale en econo mische leven in ons land invloed te oefenen. Echter, het waren organisaties van werkgevers, van boeren, van mid denstanders en van werknemers, Men zou zich kunnen indenken, dat één organisatie van alle christenen de voorkeur verdient. In feite is dit niet wel mogelijk. Maar dan is ook eis, dat op die afzonderlijke orga nisatie ook een wezenlijke correctie wordt aangebracht en dat die orga nisaties niet tegenover elkaar staan, doch naast elkaar. Dit laatste is de conventsgedaehte. Christen-werkgevers en christen- werknemers hebben in het sociaal en economisch bestel een gedifferen tieerde taak en een onderscheiden roeping. Er is verschil, niet in belang rijkheid maat- in plaats. Zij hebben gemeen, dat zij mens zijn en dat zij christen zijn. Dit zijn al dermate punten van overeenstemming, dat de conventsgedachte zich als vanzelf is gaan opdoen. Voor christenen die sociaal en eco nomisch werkzaam zijn is daarom, bij de onvermijdelijke verscheiden heid in organisatie, de conventsge dachte een volkomen natuurlijke zaak. Zij houdt in; wij kunnen wel iswaar in het sociale en economische bestel op onderling verschillende plaatsen staan, onze taken, onze ver antwoordelijkheden kunnen verschil lend zijn, dit kan niets afdoen liet feit dat wij wezenlijk één één als mens en één als christen! In het sociale en economische li kan het gemakkelijk, al te genui lijk voorkomen, dat men het eens is. Dat is een gevaar, in algemeen reeds, maar bijzonder neer het christenen betreft. Wam christenen het onderling niet zijn, dan is dit nog veel erger wanneer anderen het niet eens De conventsgedachte houdt in: eenheid van ons als christenen ii bijzonder veel waard. De conventsgedachte houdt overlj méér in. Zij is een wezenlijk elee in de christelijk-sociale actie, conventsgedachte behelst een gram. Zij geeft aan, dat onder ten-werkgevers, -boeren, -midi standers en -werknemers de or tuiging leeft: wij hebben hier taak. een gemeenschappelijke tai Welke deze taak is, Iaat zich staan. Het is de taak om in het mi schappelijk leven te streven gerechtigheid en naar erkenning de menselijke waardigheid en soonlijkheid. De harmonie zoals in de conventsgedachte bestaat m haar doorwerking vinden in de monie binnen het maatschappt leven. De conventsgedachte kan hier sfli lerend, vormend en opvoedend ken. In het maatschappelijk let als geheel en ook in elke onder ming en elk bedrijf afzonderlijk, is er niet, wanneer er ergens aan top, tussen de besturen der pi organisaties, zoiets als ee gedachte leeft. Deze gedachte moet doorwerki moet gestalte aannemer dachte is een prachtig ding en kt: ook als zodanig nog wel weinig voor. Maar een gedachte mi werkelijkheid worden. Dit geldt de conventsgedachte van de sanw werkende christelijke organisaties Daarom, het is goed, dat het con 2ijn jubileum viert. Reeds om bestaan moge het alle buitenstu ders tot jaloersheid brengen, ook bij dit jubileum zal men erkennen, dat er nog veel te d« valt. Wie echter zou daarover wllk treuren? Er kome ook na dit jubileum toenemende investering aan chri telijk-sociale energie. INTERNATIONAAL FORUM jV/JINISTER DULLES heeft gisteren een belangrijke wijziging in de Amerikaanse politiek ten aanzien van de Algerijnse kwestie aangekon digd. Hij heeft verklaard, dat Ame rika niet langer bereid is, dit pro. bleem als een Franse binnenlandse aangelegenheid te .beschouwen en voegde er aan toe, dat de tijd is aan gebroken om het vraagstuk aan een internationaal forum voor te leggen. Totdusver was Frankrijk er in ge slaagd, de meerderheid van de Ver enigde Naties er van te overtuigen, dat het Algerijnse probleem niet door de volkerenorganisatie behandeld diende te worden. De aanval op het Tunesische dorp flakiet Sidi Joessef heeft hierin verandering gebracht. Het is duidelijk, dat dit netelige pro bleem thans voorgoed in de interna tionale sfeer is getrokken. Blijkbaar wil Dulles nu voorkomen, dat Frankrijk door de Veiligheids raad ter verantwoording wordt ge roepen en heeft hij het voorstel aan de hand gedaan, de zaak aan een in ternationaal forum voor te leggen. Hpe Dulles zich de samenstelling van een dergelijk forum heeft ge dacht is nog niet bekend. Wellicht staat hem een gesprek tussen Frank rijk, Tunesië, Marokko, vertegen woordigers van de Algerijnse be volking en de Verenigde Staten voor ogen. Het voorstel van Dulles houdt waar schijnlijk verband met het rapport, dat de democratische senator Mlke Mansfield dezer dagen aan de Ame rikaanse Senaatscommissie voor bui tenlandse aangelegenheden heeft uit gebracht na een studiereis door Noord-Afrika en de rest van het Middellandse zeegebied. Mansfield heeft er op aangedrongen, dat de Ver. Staten zich met de Algerije kwestie gaan bemoeien. Hem sta een confederatie van staten voor geest, bestaande uit Tunesië, Marei ko en Algerije. Deze confederaÈ zou rekening moeten houden met historische en economische belang! van Frankrijk in Noord-Afrika. Voorts acht Mansfield, wiens i port zeer de aandacht heeft getrol ken de vorming van een Gemew best naar Brits voorbeeld mogelij) Dit zou tot stand kunnen komen, Frankrijk bereid is in te gaan het voorstel, dat president Bot) guiba van Tunesië en koning Mt hammed V van Marokko op 27 m vember hebben gedaan, toen Frankrijk hun goede diensten au boden. Mansfield is er van overtuigd, d» een Franse terugtocht uit Algerij een revolutie in Parijs zou verooi zaken. Daarom dringt hij in het hui dige stadium niet aan op volledig' onafhankelijkheid voor de Algerij nen. Hij is evenwel van mening, di er onmiddellijk iets moet wordt) gedaan om te voorkomen, dat Sowjetunie met gebruikmaking de diensten van Egypte haar invlo# uitbreidt in het strategisch langrijke Noord-Afrika. Gezien de houding van het Frans kabinet, dat zich gesteund weet do® een belangrijke meerderheid in Nationale vergadering, ziet het evenwel niet naar uit, dat Frankrijl op de suggestie van Dulles zal gaan. Daarmee zou het zich ttt nieuwe gelegenheid laten ontgaai om een eind te maken aan de blot dige strijd in Algerije en een nieuw' basis te vormen voor de blijvend' aanwezigheid van de Fransen Noord-Afrika. In ons vrijdag gepubliceerde verslag van een door prof. dr. W. H. Nagel uit Leiden te Amsterdam gehouden causerie is tot onze spijt een onjuistheid geslopen. Tegen de zinsnede „Aan de hand van verscheidene uitspraken op het gebied godsdienst en misdaad concludeerde de hoogleraar, dat de voortschrijdend! onkerkelijkheid tot meer misdadigheid leidt", meent prof. Nagel ernstig te moe ten protesteren, aangezien hem hierin# de reeds lang bestreden en overwonne» hypothese der zogenaamde neo-spiritu* listen in de schoenen wordt geschoven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1958 | | pagina 2