CHR
De verdwenen
miniatuur
Men erkent de verschraling maar
blokkeert wegen ter verbetering
Prof. P. Deddens te Kampen
ter aarde besteld
DAMPO
Een woord voor vandaag
Kanttekenh
's nachts pijn
Studie van Nederlands Reveil
in Europees verband
lil augustus gesprek met
patriarchaat van Moskou
GETAFLEX
liimt koud alle hout!
Boodschap verdoft
Naast de zaken die de Gere
formeerde Kerken bezig en ook
wel innerlijk verdeeld houden
als de oecumene of wat men
daaronder verstaat, is er alge
meen (in de kerkelijke -pers)
verontrusting over wat de
Leeuwarder synode de verschra
ling van het geestelijk leven
noemde. De heer H. J. van der
Munnik schrijft erover in De
Strijdende Kerk. Hij is van
mening, dat het geestelijk bezit,
dat de kerken door genade ver
kregen hebben (en dat cellectief
gezien niet gering mag heten),
HOE DANKBAAR ook voor het
evangeliserend aandeel, dat
onze kerken de laatste jaren heb
ben genomen in de vervulling van
haar roeping, we kunnen dat niet
zien als het resultaat van een diep
en gelovig verlangen der kerk in
haar geheel, gestimuleerd door
haar kerkeraden, classes, provin
ciale en generale synodes. Inte
gendeel, het is een zeer klein per
centage kerkleden, dat zich een
weg heeft moeten banen naar een,
eerst stilzwijgend geduld en thans
welwillend gadegeslagen kerk
werk.
Anders gezegd, er is hier geen
sprake van een réveil of een spon
tane vervulling van een Goddelij
ke opdracht, die heel wat dichter
ligt bij de vaak zo genoemde
Schriftuurlijke motivering dan de
leerstellig gerichte Woordbedie-
vlakte der woestijn" kan helpen.
Want de remmende factoren, die
het bereiken van een meer ver
warmend en milder klimaat in de
weg staan, zijn nu juist gelegen
in het feit, dat de overwegend
naar binnen gekeerde kerkhou-
ding een niet van alle smetten
vrije overlading van het interne
gemeenteleven meebrengt.
Mag ik een paar voorbeelden
noemen? Zoals de onmondigheid
der gemeente t.a.v. besluiten, die
haar meermalen tot een klank
bord van mededelingen maken.
(Men denke maar even aan het
resultaat van een mogelijk refe
rendum inzake kerksplitsing en
streven naar de eenheid van de de
zelfde belijdenis uitsprekende kerk"
groepent.
Vervolgens de als in kramphou
ding op een afstand gehouden
verwarming der openbare ere
dienst, gepaard met een onbegrij
pelijke verwaarlozing van de be
langen der jonge kerk, die de kerk
van morgen is. (Het is gebeurd,
dat het zingen van de in een kerk
aanwezige kinderen in een Kerst-,
dienst afzonderlijk achterhaald
werd door de in een wijkraad op
gestelde vraag,'of dat wel volgéns
orde en regel was?).
Al verder het verzet tegen het
optreden van een kerkkoor in de
eredienst. (Gevolg waarvan bijv.
een groot kerkkoor tientallen le
den verloor, omdat men zich te
recht afvroeg: waar zijn we dén
voor opgericht?).
Wat te denken van een aanval
op een z.g. nacht-Kerstdienst, om
dat er de volgende morgen een
openbare samenkomst der ge
meente plaats had, waar de ge
zochte buitenkerkelijken immers
toegang hebben? En om niet
meer te noemen, want het is ons
niet te doen om een rijtje voor
beelden, doch om het beeld van
het zorgwekkend geheel wat
dunkt u van het „zingen vóór de
dienst", waarbij de ganse kerke-
raad ontbreekt?
alle
i is
rJ getoetst aan haar doelstelling.
Dat is al begonnen met het volk
van Israël (in het verlengde waar-'
van men nogal eens, meer of min
der verantwoord, eigen kerkfor-
matie of gezindte plaatst). Aan
Abraham, haar stamhoofd, was
gezegd, dat hij een zegen zou moe
ten zijn. Het was een ontzaglijke
ommekeer, toen Christus de ac
tie-radius van de Boodschap der
Verlossing ten eeuwigen leven,
totdan beperkt tot Israël, uitbreid
de tot de gehele wereld. Te vre
zen is, dat die wereld-omvattende
blijde Boodschap, èn de voor elke
kerkgroep daarin vervatte op
dracht, is verdoft door de nevel
van allerlei kerkstrijd en kerk
scheuring, die haar achtergrond
had in de soms tot afgoderij voe
rende overbelasting van het woord
kerk.
En dan vraagt men zich met
zorg af: beschikken onze kerken
nu over de wapenrusting en over
de grote bewogenheid, die alle
handen en harten vervult met ont
ferming over de kudde zonder
Herder, die daarom de prediking
van het Evangelie heeft aangewe
zen. niet als een theologisch ken
nis-opvoeren, maar als een bewo
gen oproep tot allen: redt u om
uws levenswil.
Remmende factoren zijn die
in het huidig stadium van ons
kerkelijk leven niet samen te vat
ten in het duidelijk waarnemen
van een gesteldheid, waarbij men
de verschraling erkent, en noch
tans de wegen, die ons eruit kun
nen helpen, blokkeert met het
krampachtig vasthouden aan ter
men, tradities en opvattingen, wel
ke uitgerekend niet meer passen
in het kader van deze tijd en nog
minder in dat van onze kerkelijke
nood. Mèt het daaruit noodwendig
voortvloeiende risico, dat zowel
de jeugd der kerk als haar des-
bewuste leden zich gedrongen voe
len in het defensief van de moe
deloosheid of erger.
lezing zijn het, die, gevoegd bij
de eenzijdig met binnenkerkelijke
zaken gevulde agenda's der ker
kelijke vergaderingen, en bij de
eenzijdig op de leerstellige kennis
der gemeente afgestemde predi
king, de remmende factoren vor
men. waarop wij de aandacht wil
den richten.
Eensdeels zijn zij het, die het
herstel uit de klem der verschra
ling tegenhouden; anderzijds zijn
zij de zware slagbomen, die onze
kerken belemmeren in het nale
ven of versterken van het kerk
besef in zijn schoonste betekenis:
ark des behouds te zijn op de door
felle stormen opgezweepte levens
zee. Om maar te zwijgen van die
zee in deze tijd, die tegelijk be
wondering èn medelijden oproept
voor haar kinderen.
Dat zijn dus onze naasten, en
het zijn zij, die wij zo heel graag
tot Gods gevangenen zouden ma
ken, op Zijn bevel en in Zijn
kracht.
,A
Drie bijeenkomsten d,r ^«*001
prof. C. Veenhof in een academische
samenkomst in het gebouw der school
Gisteren is te Kampen begraven prof. de overleden hoogleraar gedenken.
P. Deddens, in leven hoogleraar aan de En dan zal het gewone leven der hoge-
school weer voortgang hebben. Na het
theologische hogeschool aan de Broeder-
weg. Er was grote belangstelling uit alle
delen van het land. De overleden hoog
leraar stond opgebaard in het gebouw
van de hogeschool en velen hebben van
de gelegenheid gebruik gemaakt een
laatste blik op hem te werpen.
Drie samenkomsten zijn gistermorgen
?;ehouden. In een rouwdienst voor de
amilie en enige andere genodigden
ging voor de wijkpredikant, ds. J. O.
Mulder. In de aula van de hogeschool
heeft ds. G. Visee de andere genodigden
vertroost met een toespraak over
psalm 102. Intussen vonden de zeer
velen, die uit het land overgekomen
waren, plaats in de Nieuwe kerk. Daar
heeft ds. O. W. Bouwsma gesproken
naar aanleiding van Openbaring 20.
Omstreeks elf uur werd de rouwstoet
geformeerd, nadat de overleden hoog
leraar door een tiental van zijn leer
lingen door een haag van studenten
was uitgedragen. De aanwezigen uit de
Nieuwe kerk sloten zich achter de stoet
aan. Onder belangstelling van de Kam
per burgerij trok de stoet naar de be
graafplaats te IJsselmuiden.
Nadat de ter aarde bestelling had plaats
gevonden las ds. Mulder enige gedeel
ten uit Openb. 7 en 5; hij sprak de
apostolische geloofsbelijdenis uit; op
zijn verzoek zongen de zeer vele aan
wezigen Ps. 68:2 en 10. Hierna sloot
de predikant met het gebed dat Chris
tus ons geleerd heeft. Velen trokken
nog langs het geopende graf.
Advertentie
verkouden
Hongaarse pers
Meer strijden voor
het atheïsme
De Hongaarse radio en pers hebben de
leden van de communistische partij aan
gespoord met grotere felheid te vechten
voor het atheïsme. In het partijorgaan
Nepszabadsag werden de communisten
gehekeld, die proberen aan het geloof
trouw te blijven of het te ontzien.
„Wij moeten een eind maken aan deze:
toestand: ofschoon de kerken godsdiensti
ge propaganda voeren, geven de commu
nisten en partijfunctionarissen de ideolo
gische strijd voor een wetenschappelijke,
atheistische wereldbeschouwing op", al
dus een verslag van een rede, die Karoly
Kiss, een vooraanstaand lid van het par
tijsecretariaat heeft gehouden.
In het artikel wordt het geval aange-;
haald van een vroegere partijsecretaris
in een plaats bij Boedapest, die „voor de j
kerk getrouwd was". De priester zou op
gemerkt hebben: „Kijk, soms leidt zelfs
de weg van een communistische functio
naris naar het altaar".
Een nieuw tijdschrift
„Delta"-review
Het -Nederlands instituut voor inter
nationale culturele betrekkingen zal on
der de titel Delta met als ondertitel ,,A
review of arts, life and thought in the
Netherlands" een driemaandelijks tijd
schrift uitgeven in de Engelse taal.
Door middel van dit periodiek, waarvan
de eerste aflevering in april a.s. zal ver
schijnen, wil het instituut de intellectue
len en kunstenaars buiten Europa in con
tact brengen met de Nederlands cul
tuur. De redactie van Delta wordt ge
vormd door: prof. dr. E. J. Dijksterhuis,
James S. Holmes, Ed. Hoornik, dr. L.
de Jong en prof. mr. J. J. M. van der
Ven, terwijl Karei Jonckheere als re
dacteur voor Vlaamse bijdragen op
treedt. De typografische verzorging is
in handen van Dick Elffers.
Iedere aflevering opent met een vaste
kroniek, waarin specialisten op de on
derscheidene gebieden van kunsten en
wetenschappen een overzicht geven van
de voornaamste culturele gebeurtenissen
in Nederland, telkens over een periode
van drie maanden. In „The Delta check
list" zal o.a. een agenda worden opgeno
men van wetenschappelijke congressen
in Nederland en van de belangrijkste
tentoonstellingen op het gebied van de
Nederlandse beeldende kunst in binnen-
en buitenland.
Patroon der ruimtevaarders
Men overweegt in Vaticaanse kring een i
heilige aan te wijzen als patroon van j
ruimtevaarders. Gedacht wordt aan
St.-Jozef van Copertino. Deze francis-
leefde in de zeventiende
verlies dat de kerken en haar hoge
school hebben geleden in 1952 met het
Slotseling sterven van de hoogleraren
i. Schilder en B. Holwerda, treft het
heengaan van prof. Deddens bijzonder
Alleen prof. Veenhof is nog overgebleven
van de mannen die door de generale
synode van Enschede 1945 werden be
noemd. Naar verwacht mag worden,
zal de samengeroepen generale synode
van Spakenburg deze zomer moeten
voorzien in de ontstane vakature.
Wij herinneren er naan, dat prof.
Deddens in zijn jonge jaren onderwijzer
is geweest aan de bekende particuliere
chr. school van de heer J. C. Kentie te
Rotterdam, de latere Keuchenius school.
Moeilijkheden om Grahams
kruistocht San Francisco
Ongeveer zestig predikanten uit San-
Francisco en omgeving hebben ver
klaard slechts dan aan de kruistocht
van Billy Graham in deze plaats mee
te zullen werken, indien alle leden van
de diverse comité's zowel als de predi
kanten en de raadgevers, gaarne en zon
der voorbehoud een verklaring willen
ondertekenen, waarin zij uitspreken te
geloven in en volledig accoord te gaan
met <Je leer die Billy Graham predikt.
Men verstaat daaronder: de volledige
inspiratie van de Bijbel: de maagdelijke
geboorte des Heren; de plaatsvervan
gende verzoening door het bloed van
een Christus zonder zonden aan het
kruis; de lichamelijke opstanding van
Jezus; redding door Gods genade door
het persoonlijk geloof in Christus.
Een van de organisatoren van de
kruistocht in San-Francisco is mrs.
William Lister Rogers, president van
Raad van Kerken van San-Francisco.
Zij was ook de leidster van het Festival
of Faiths in 1955. Dit festival wilde zo
veel mogelijk geloven en religies te-
samen brengen.
BEROEPINGSWERK
NEDERLANDSE HERVORMDE KERK
Beroepen te Neerlangbroek: kand. J.
Smit te Vinkeveen; te Genderen en te
Giessen-Nieuwkerk: kand. J. Jongerden
te Huizen; te Meerkerk: kand. J. S. de
Waard te Rijsoord; te Willige-Langerak:
kand. J. van Bart te Maarssen.
Verbetering. Ds. C. Alers is te Hil-
legersberg beroepen als jeugdpredikant
voor alle wijkgemeenten.
Toegelaten tot de evangeliebediening:
C. van Bart, Cambier van Nootenstraat
31, Maarssen; J. van der Heide, Lyceum
straat 35, Zeist; A. H. van den Heuvel,
Doelenstraat 12, Utrecht; J. C. Krajen-
brink, Hoge Deurnseweg 6, Dinxperlo;
C. van Schoonhoven, Wilhelminastraat
27, Barneveld; H. C. Spijkerboer, Bel-
lamystraat 9bls, Utrecht; C. Vijfhuizen,
Zuideinde 64, Nieuwkcep.
Beroepbaarstelling: kand. C. van Bart,
kand. J. van der Heide. land. C. van
Schoonhoven.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Heerde: G. W. H. Pedde-
mors te Dirkshorn.
Tweetal te Utrecht-Noord (derde pre-
dikgntsplaats)G. P. Hartveld te Assen
en J. van Leeuwen te IJmuiden.
Aangenomen naar Urk (derde predi
kantsplaats) H. Veenstra te Veenwoud-
sterwal.
drecht (verbeterd bericht).
DOOPSGEZINDE BROEDERSCHAP
I I
Het schalt door de hemel. Engelen, tienduizen
tienduizendtallen en duizenden duizendtallen, zeggen het
luider stem: „Het lam, dat geslacht is, is waardig te
vangen de macht en de rijkdom en de wijsheid en de ste
en de eer en de heerlijkheid en de lof."
Het lam dat geslacht is zo ziet Johannes in
vervoering des geestes onze Heiland en het is een beeld
ons niet bijster aanspreekt. Een geslacht lam, haast
symbool van weerloze zwakheid is dat onze Heiland, o
Koning? Als straks dit Lam de zeven zegèlen verbreek
als men ziet welke verschrikkingen over de aarde zi
komen, dan vraagt men zich af: „Waarom een lam? In
strijd tegen de duivelse machten is immers een bovenrtit
lijke kracht nodig!"
Zo denken wij het is een blijk van wantrouwen m
Gods almacht. God is de Almachtige en Hij hééft de duit
machten overwonnen. Maar.op zijn wijze: door het
van het Lam, door het zenden van Zijn Zoon in deze
om door lijden en sterven vergeving van zonden te verwet
voor ieder die gelooft. De zeven zegelen brengen de
schrikkingen maar de zeven gaven van het Lam gaan dl
ver boven uit: de macht en de rijkdom en de wijsheid et
sterkte en de eer en de heerlijkheid en de lof die de em
Hem toezingen.
TWINTIG JAAR CONVENTSGEDACHTE!
en aldoor wakker
'AKKERTJES''
helpen direct
Onderzoek leidt naar meisjeskostschool
Mej. dr. M. E. Kluit
naar Zwitserland
Hoofdbestuur Wereldraad bijeen
Het uitvoerend comité van de Wereld
raad van kerken, het hoofdbestuur, beeft
Viinsdag in Londen een Russisch voorstel
aanvaard tot een bijeenkomst met ver
tegenwoordigers van het patriarchaat
van Moskou van de Russische Orthodoxe
Kerk in augustus. De voorzitter, dr.
Franklin C. Fry (Ver. St.; lutheraan),
zei, dat dit eerste gesprek een verken
nende gedachtcnwissellng zal zijn. HU
voegde eraan toe niet te verwachten, dat
er snel vorderingen zullen worden ge-
Behalve over de voorgestelde samen
vloeiing van de Wereldraad en de In
ternationale Zendingsraad en over gods
dienstvrijheid in Columbië en Spanje
zal nog worden gesproken over het ver-
Het Reveil. Men hoort het woord
en onmiddellijk komen grote na
men in de gedachten: Da Costa,
Groen van Prinsterer, Heldring.
Het Nederlandse Reveil moge dan
een eigen stempel hebben ontvan-
chJI «seme in Ue ÜÜÜBS! c=uw £en» 'let is een onderdeel geweest
moet gedurende toestanden van reli- van een Europees Reveil, een gees
telijke beweging, die vanuit Zwit
serland in het begin van de (negen
tiende eeuw een groot deel van
ons werelddeel heeft aangegre
pen.
Over het verband van de Nederlandse
stroming met de andere takken in
buitenland gaat mejuffrouw dr. M.
Kluit met steun van de stichting t
zuiver wetenschappelijk onderzoek
boek schrijven. Dank zij de subsidie
Z.W.O. kan zij daartoe een onderzoek in
stellen in Zwitserland. Daarna wil zij
Frankrijk, Duitsland, Engeland en Schot
land bezoeken Mejuffrouw Kluit is we
tenschappelijk ambtenaar bij de Univer
siteitsbibliotheek te Amsterdam en se
cretaresse-conservatrice van het in deze
boekerij ondergebrachte Reveil-archief.
geheel omge-
zoek de bijeenkomst van de Wereldraad
uit .te stellen van 196(7 tot 1961 en plan
nen voor* een nieuw hoofdbureau te
Dr. Visser 't Hooft heeft maandag op
de eerste vergadering in een rapport
gezegd, dat het van het grootste belang
is betrekkingen met kerken in Oost-
Europa te handhaven, maar' dat dit
steeds moeilijker ./ordt door de aldaar
op de kerken geoefende druk. Speciaal
in Oost-Duitsland is de toestand zeer
ontmoedigend, aldus dr. Visser 't Hooft.
Men verwachtte, dat het uitvoerende
comité nog zou spreken over de- positie
van de Hongaarse Lutherse bisschop
Ordass, die lid is van het centrale
comité, het algemeen bestuur van de
Wereldraad.
Haar nieuwe boek zal
werkte tweede druk zijn v:
verschenen „Het Reveil
1817-1854".
V oorgeschiedenis
Reeds in 1956 en 1957 was mejuffrouw
Kluit een korte tijd in Zwitserland voor
een onderzoek in de zich daar bevinden
de archieven en bibliotheken, zodat zij
het terrein reeds heeft verkend. Haar
onderzoek betreft niet alleen de negen-
Réveil-tijd, maar ook de
voorgeschiedenis, daar
haar „Reveil in
achttiende-i
zij in de herdruk
(Advertentie)
knnstharslljm
Ceta-Bever
19
Men was Gjedser reeds lang voorbij.
De douane- en pas-controle had reeds aan het
begin van dit traject plaats gevonden. De boot
en de spoorwegwagons binnenin zijn buik zwom
men in de Oostzee en de Deense kust verbleek
te.
Slager Külz stond op en greep naar zijn kof
fer.
„Waar wilt u heen?" vroeg Storm.
„Naar de eetzaal. Ik heb honger. Gaat u mee,
mijnheer Storm? Ik tracteer op een borrel!"
Külz lachte vaderlijk.
„U moet nog een ogenblik geduld hebben, mij
ne heren." zei een der reizigers. „De scheeps-
douane is er nog niet geweest."
„Wat is dat?" riep Storm en deed zeer ver
baasd.
„Maar we hebben de douane toch al gehad!"
zei Külz.
„Op dit traject wordt nog eens gecontroleerd,"
zei de goed ingelichte passagier.
„Dat begrijp ik niet," zei Külz. „Op de heen
reis gebeurde dat niet."
„Bent u over het Duitse traject gekomen?"
vroeg een andere reiziger.
„Ja, over het Duitse."
„Daar heb je 't al," zei de goed ingelichte.
„En nu rijden wij op het Deense, daar gaat men
grondiger te werk
ureaucraten," bromde Philipp Achtel ver
echtelijk.
„Dubbele boekhouding," zei een andere rei
ziger ironisch.
„We', nvj is 't goed," zei Külz en ging gelaten
op zriu groene broek zitten. „Afwachten en ge
duid hebben."
Erioh Kastner:
De heer Achtel nam zijn koffer uit het net, zet
te hem op de bank en opende hem. ,,'t Is te ho
pen dat het vlug gaat, ik heb dorst."
Mijnheer Karsten keek uit het venster en zei
na een tijdje: „Daar komt iemand aan in uni
form, dat zal de bewuste wel zijn."
De coupé-deur ging open, een man steeg in.
Hij droeg een blauwe marinepet mét gouden rand
en een wijde cape. Hij salueerde en hield lange
verklaringen in een vreemde taal.
Philipp Achtel antwoordde hem, schudde het
hoofd en wees uitnodigend op zijn koffer.
De douane-ambtenaar woelde er wat in rond,
trok een tamelijk boos gezicht en salueerde nog
maals. Thans openden de andere reizigers hun
koffers en tassen. De éeuniformde deed zijn
plicht.
„Hebt u soms chocolade of sigaretten gesmok
keld?" vroeg Storm fluisterend.
„Neen," zei Külz en ontsloot met een zwaar
hart zijn koffer.
De ambtenaar trad op hem toe en vroeg van
allerlei in zijn taal.
De heer Achtel sprong voor hem in de bres en
sprak de man druk en overtuigend toe. Daarbij
legde hij zijn arm om Külz schouder.
De ambtenaar deed een greep in de koffer,
haalde een grote, witlinnen prop te voorschijn
en vroeg iets.
„Hij wil weten wat dat is," zei Philipp Achtel.
„Dat is mijn nachthemd als hij er niets op
tegen heeft," antwoordde Külz geprikkeld.
De anderen lachten. Achtel verklaarde de amb
tenaar de betekenis van het linnen gewaad. De
man stopte het in de koffer, klapte daarna het
deksel dicht, keek de reizigers streng aan, salu
eerde kort en klom weer uit de wagon.
Külz herademde, sloot verlicht zijn koffer en
borg de sleutel zorgvuldig in zijn portemonnaie
„Een onaangename kerel", zei hij. „Ik ben u zeer
dankbaar dat u me zo hebt bijgestaan. Ik dacht
dat hij mijn nachthemd in beslag zou nemen!"
„En nu kunt u naar de eetzaal gaan, beste
Külz," zei de kleine Storm. „Ik blijf hier bene
den, ik kan vandaag geen water zien en helemaal
geen borrel." j
„We zullen uw plaats vrij houden," zei Kar
sten.
„Dank u wel!" zei Külz.' ,,U bent allemaal
zo vriendelijk voor me, ik voel me alsof ik uw
grootvader was!" Hij nam zijn koffer en opende
de coupé-deur. Voor hij uitstapte, greep hij in
zijn jaszak, haalde een doos te voorschijn en
glimlachte vol leedvermaak. „Ziet u," meende
hij, „en toch heb ik sigaren gesmokkeld!"
,,U bent me er een!" riep de heer Storm waar
derend.
En Papa Külz klom trots uit de coupé op de
scheepsplanken.
wordt vervolgd
Nederland" ook de nadruk zou willen
leggen op de bodem en de oorsprong van
deze geestesstroming.
Deze voorgeschiedenis bestudeert zij
in Bazel in het archief van de „Deutsche
Christentumsgesellschaft" in de universi
teitsbibliotheek, waarin vele brieven uit
Nederland te vinden zijn. De voortzetting
van deze collectie wordt gevonden in het
„Spittlerarchiv", ondergebracht in het
staatsarchief; deze heeft betrekking op
de Reveil-tijd zelf.
In Zürich wil mejuffrouw Kluit voor
de voorgeschiedenis een nader onderzoek
instellen in het „Lavater-archief" in de
staats- en universiteitsbibliotheek, waar
in zich eveneens veel brieven uit Neder
land bevinden.
Genève
In Genève wil zij haar onderzoek
voortzetten in de archieven van de „so-
ciété évangélique" en van de „école na
tionale", waarbij zij tevens hoopt te
kunnen werken in het archief van de
„église libre", de vrije kerk die onder
invloed van het Reveil is ontstaan.
Zij zal echter in de eerste plaats dit
jaar haar aandacht moeten richten op
het archief van César Malan, dat zich
in particuliere handen bevindt. Malan
was predikant van de vrije kerk
en een der leiders van de beweging.
Zij hoopt toegang te krijgen tot deze
papieren waarin zich ongetwijfeld' Ne
derlandse correspondent bevindt, zelfs
reeds van 1820 af In Lausanne wil zij
gaan werken in de bibliotheek van de
theologische faculteit van de vrije kerk,
waarin zich onder meer de papieren van
Alexander Vinet bevinden.
Kostschool
Verder zal mejuffrouw Kluit nog
een bezoek brengen aan het archief
in Neuchêtel. Ook hoopt zij enige
dagen te werken in het archief van
de meisjeskostschool, huishoud, en
tuinbouwschool Montmirail.
In deze kostschool, die oorspron
kelijk van de Moravische broeders
of Herrnhutters was en uit de jaren
zestig der achttiende eeuw dateerde,
vinden we reeds in 1796 Nederland
se meisjes onder de pensionaires.
Montmirail speelt ook een rol in
het Zwitserse reveil. In 1957 bracht
mejuffrouw Kluit reeds een vluch
tig bezoek aan Montmirail en kreeg
daarbij een indruk van dit school-
archlef, dat van de begintijd af be
waard is. Dit jaar hoopt zij een uit
gebreider 'onderzoek te kunnen in
stellen, waarvoor haar reeds bij het
eerste bezoek de toestemming werd
gegeven.
Uniecongres S.S.R.
Het jaarlijkse Uniecongres van de So-
cietas Studiosorum Reformatorum wordt
in Groningen gehouden op woensdag 12
februari, donderdag 13 en vrijdag 14
februari. Dit 72e Uniecongres van de
S.S.R. valt samen met de viering van
de 59ste dies van de Groninger afdeling
het Corpus Studiosorum Reformatorum
Groningae „Veri et recti amici".
Donderdagmorgen word't het congres
officieel geopend in de aula van de uni
versiteit. Er staan drie lezingen op het
programma, namelijk door dr. B. Riet
veld, gcref. predikant te Den Haag
over „God en de mondige wereld", prof.
dr. K. J. Popma uit Utrecht over „De
mondige wereld en haar goden" en dr.
J. H. Schreurer uit Voorburg over „De
mens in de mondige wereld". Deze le
zingen vallen allen onder het congres-
thema van dit jaar, „Etsi Deus non
daretur" (alsof God niet bestond).
Het landelijk verband van Jongelings
verenigingen in de Gereformeerde Ge
meenten houdt zijn jaarvergadering te
Utrecht op woensdag 19 februari in het
kerkgebouw Boothstraat 7. Ds. A. Ver-
gunst uit Rotterdam zal spreken over
de synode van Embden en des middags
de heer F. van der Vlist te Ridderkerk
„Een jongeling gelouterd als door
vuur".
jy/JORGEN viert te Utrecht
het Convent der Chris telijk-So-
ciale Organisaties zijn twintigjarig
bestaan. Zeker een gebeurtenis om
bij stil te staan.
Het Convent is de samenwerkings
vorm van christelijke werkgevers,
boeren en tuinders, middenstanders
en werknemers in ons land. Als zo
danig is het een unicum in de we
reld.
Ook op sociaal en economisch ge
bied is in ons land organisatie naar
het beginsel onvermijdelijk en nood
zakelijk gebleken. Men mocht wel
wensen, andere organisaties met
christelijke geest te doordrenken,
maar meer dan een beïnvloeding zou
toch niet mogelijk zijn geweest. Die
andere organisaties zouden trouwens,
naast de christelijke invloeden aan
andere opvattingen evenveel recht
en ruimte moeten laten.
De christelijke organisaties zijn in
ons land nuttig en goed gebleken,
ook in de mate waarin zij erin zijn
geslaagd, op het sociale en econo
mische leven in ons land invloed te
oefenen.
Echter, het waren organisaties van
werkgevers, van boeren, van mid
denstanders en van werknemers,
Men zou zich kunnen indenken, dat
één organisatie van alle christenen
de voorkeur verdient. In feite is dit
niet wel mogelijk. Maar dan is ook
eis, dat op die afzonderlijke orga
nisatie ook een wezenlijke correctie
wordt aangebracht en dat die orga
nisaties niet tegenover elkaar staan,
doch naast elkaar.
Dit laatste is de conventsgedaehte.
Christen-werkgevers en christen-
werknemers hebben in het sociaal en
economisch bestel een gedifferen
tieerde taak en een onderscheiden
roeping. Er is verschil, niet in belang
rijkheid maat- in plaats. Zij hebben
gemeen, dat zij mens zijn en dat zij
christen zijn. Dit zijn al dermate
punten van overeenstemming, dat de
conventsgedachte zich als vanzelf
is gaan opdoen.
Voor christenen die sociaal en eco
nomisch werkzaam zijn is daarom,
bij de onvermijdelijke verscheiden
heid in organisatie, de conventsge
dachte een volkomen natuurlijke
zaak. Zij houdt in; wij kunnen wel
iswaar in het sociale en economische
bestel op onderling verschillende
plaatsen staan, onze taken, onze ver
antwoordelijkheden kunnen verschil
lend zijn, dit kan niets afdoen
liet feit dat wij wezenlijk één
één als mens en één als christen!
In het sociale en economische li
kan het gemakkelijk, al te genui
lijk voorkomen, dat men het
eens is. Dat is een gevaar, in
algemeen reeds, maar bijzonder
neer het christenen betreft. Wam
christenen het onderling niet
zijn, dan is dit nog veel erger
wanneer anderen het niet eens
De conventsgedachte houdt in:
eenheid van ons als christenen ii
bijzonder veel waard.
De conventsgedachte houdt overlj
méér in. Zij is een wezenlijk elee
in de christelijk-sociale actie,
conventsgedachte behelst een
gram. Zij geeft aan, dat onder
ten-werkgevers, -boeren, -midi
standers en -werknemers de or
tuiging leeft: wij hebben hier
taak. een gemeenschappelijke tai
Welke deze taak is, Iaat zich
staan. Het is de taak om in het mi
schappelijk leven te streven
gerechtigheid en naar erkenning
de menselijke waardigheid en
soonlijkheid. De harmonie zoals
in de conventsgedachte bestaat m
haar doorwerking vinden in de
monie binnen het maatschappt
leven.
De conventsgedachte kan hier sfli
lerend, vormend en opvoedend
ken. In het maatschappelijk let
als geheel en ook in elke onder
ming en elk bedrijf afzonderlijk,
is er niet, wanneer er ergens aan
top, tussen de besturen der pi
organisaties, zoiets als ee
gedachte leeft.
Deze gedachte moet doorwerki
moet gestalte aannemer
dachte is een prachtig ding en kt:
ook als zodanig nog wel
weinig voor. Maar een gedachte mi
werkelijkheid worden. Dit geldt
de conventsgedachte van de sanw
werkende christelijke organisaties
Daarom, het is goed, dat het con
2ijn jubileum viert. Reeds om
bestaan moge het alle buitenstu
ders tot jaloersheid brengen,
ook bij dit jubileum zal men
erkennen, dat er nog veel te d«
valt. Wie echter zou daarover wllk
treuren?
Er kome ook na dit jubileum
toenemende investering aan chri
telijk-sociale energie.
INTERNATIONAAL FORUM
jV/JINISTER DULLES heeft gisteren
een belangrijke wijziging in de
Amerikaanse politiek ten aanzien
van de Algerijnse kwestie aangekon
digd. Hij heeft verklaard, dat Ame
rika niet langer bereid is, dit pro.
bleem als een Franse binnenlandse
aangelegenheid te .beschouwen en
voegde er aan toe, dat de tijd is aan
gebroken om het vraagstuk aan een
internationaal forum voor te leggen.
Totdusver was Frankrijk er in ge
slaagd, de meerderheid van de Ver
enigde Naties er van te overtuigen,
dat het Algerijnse probleem niet door
de volkerenorganisatie behandeld
diende te worden. De aanval op het
Tunesische dorp flakiet Sidi Joessef
heeft hierin verandering gebracht.
Het is duidelijk, dat dit netelige pro
bleem thans voorgoed in de interna
tionale sfeer is getrokken.
Blijkbaar wil Dulles nu voorkomen,
dat Frankrijk door de Veiligheids
raad ter verantwoording wordt ge
roepen en heeft hij het voorstel aan
de hand gedaan, de zaak aan een in
ternationaal forum voor te leggen.
Hpe Dulles zich de samenstelling
van een dergelijk forum heeft ge
dacht is nog niet bekend. Wellicht
staat hem een gesprek tussen Frank
rijk, Tunesië, Marokko, vertegen
woordigers van de Algerijnse be
volking en de Verenigde Staten voor
ogen.
Het voorstel van Dulles houdt waar
schijnlijk verband met het rapport,
dat de democratische senator Mlke
Mansfield dezer dagen aan de Ame
rikaanse Senaatscommissie voor bui
tenlandse aangelegenheden heeft uit
gebracht na een studiereis door
Noord-Afrika en de rest van het
Middellandse zeegebied. Mansfield
heeft er op aangedrongen, dat de
Ver. Staten zich met de Algerije
kwestie gaan bemoeien. Hem sta
een confederatie van staten voor
geest, bestaande uit Tunesië, Marei
ko en Algerije. Deze confederaÈ
zou rekening moeten houden met
historische en economische belang!
van Frankrijk in Noord-Afrika.
Voorts acht Mansfield, wiens i
port zeer de aandacht heeft getrol
ken de vorming van een Gemew
best naar Brits voorbeeld mogelij)
Dit zou tot stand kunnen komen,
Frankrijk bereid is in te gaan
het voorstel, dat president Bot)
guiba van Tunesië en koning Mt
hammed V van Marokko op 27 m
vember hebben gedaan, toen
Frankrijk hun goede diensten au
boden.
Mansfield is er van overtuigd, d»
een Franse terugtocht uit Algerij
een revolutie in Parijs zou verooi
zaken. Daarom dringt hij in het hui
dige stadium niet aan op volledig'
onafhankelijkheid voor de Algerij
nen. Hij is evenwel van mening, di
er onmiddellijk iets moet wordt)
gedaan om te voorkomen, dat
Sowjetunie met gebruikmaking
de diensten van Egypte haar invlo#
uitbreidt in het strategisch
langrijke Noord-Afrika.
Gezien de houding van het Frans
kabinet, dat zich gesteund weet do®
een belangrijke meerderheid in
Nationale vergadering, ziet het
evenwel niet naar uit, dat Frankrijl
op de suggestie van Dulles zal
gaan. Daarmee zou het zich ttt
nieuwe gelegenheid laten ontgaai
om een eind te maken aan de blot
dige strijd in Algerije en een nieuw'
basis te vormen voor de blijvend'
aanwezigheid van de Fransen
Noord-Afrika.
In ons vrijdag gepubliceerde verslag
van een door prof. dr. W. H. Nagel uit
Leiden te Amsterdam gehouden causerie
is tot onze spijt een onjuistheid geslopen.
Tegen de zinsnede „Aan de hand van
verscheidene uitspraken op het gebied
godsdienst en misdaad concludeerde
de hoogleraar, dat de voortschrijdend!
onkerkelijkheid tot meer misdadigheid
leidt", meent prof. Nagel ernstig te moe
ten protesteren, aangezien hem hierin#
de reeds lang bestreden en overwonne»
hypothese der zogenaamde neo-spiritu*
listen in de schoenen wordt geschoven.