EERHERSTEL DER
KAMERMUZIEK
sfc
«•ïfttzrt
Vreugde en smart
Hof van Cöthen
KERSTBIJ LAGE 1957
CORN. BASOSKI
BACH SCHREEF
VERPOZINGSMUZIEK
VOOR EEN VORST
HET was een groot feest op 24 januari
1716 op het kasteel Neuburg bij
Weimar. Prins Ernst August, een neef
van hertog Wilhelm Ernst von Sachsen-
Weimar, trad in het huwelijk met Eleonore
Wilhelmine von Anhalt-Cöthen. Een vor
stelijk huwelijk dus, waarbij ook de hof
kapel moest spelen. Dat was eigenlijk wel
heel bijzonder, want hertog Wilhelm Ernst
had de kapel verboden te spelen voor
zijn neef. Wilhelm Ernst verdroeg het niet
zo gemakkelijk, dat hij in Ernst August
een mede-regeerder had. Maar ja, bij een
huwelijk kon je natuurlijk niet buiten zo'n
kapel. Bij de kerkelijke bevestiging in de
hofkapel had ook een van de musici van
Wilhelm Ernst moeten spelen, de 30-jarige
organist Johann Sebastian Bach. En bij het
feest in kasteel Neuburg moest Wilhelm
Ernst dus ook maar wat door de vingers
zien. Er moest muziek zijn en er moest
gedanst worden. De kleine muziekkapel
(ongeveer 14 man) stond dus aangetreden
in de grote feestzaal, waarbij de oude en
ziekelijke kapelmeester Johann Samuel
Drese zelf de musici van achter het
cembalo leidde.
De concertmeester van die kapel was
dezelfde als de organist van de hofkerk,
Johann Sebastian Bach. Hij was Kammer-
musiker en Hoforganist van de hertog en
had sinds twee jaar ook de titel van con
certmeester. De bruidegom, prins Ernst
August, was zijn leerling. Zo enthousiast
was Ernst August over zijn leraar, dat hij
tijdens het feest niet naliet Bach in ken
nis te brengen met zijn zwager, hertog
Leopold von An-
nalt-Cöthen, daar
bij alle goede
eigenschappen
van zijn jonge
leraar opsom
mend. Maar dat
noefde allemaal
niet, want Leo
pold had in de
kerk al gehoord
wie die Bach
Joh. Seb. Bach, van 1717 tot 1723
hofkapelmeester te Cöthen.
Premier Cammer Musicus. Deze hof-
and ook bekend om de prachtige in-
arop de musici speelden. Dal
wil zeggen, waarop de Zgn. solisten, de Kam-
mermusiker, speelden. Zij vormden
lijk een groep
acht,
rdelen: 2 violisten, 1 cellist. 1
gambist, 1 hoboïst, 1 fagottist en 2 fluitis
ten. De altvioolsolist was Bach zelf. die een
grote voorkeur had voor dit instrument. De
overige musici vormden de gewone orkest-
groep, zo genaamd ripienisten.
De jonge vorst had alles over voor zijn
..Collegium Musicum" en speelde zelf steeds
mee in de kapel. Volgens Bach was Leo
pold een Music so wohl Hebenden als ken-
nenden Fürsten". Hij speelde viool, viola da
gamba, cembalo, had in Rome muziektheo
rie gestudeerd en zong bovendien meer dan
het
orgelspel, èn aan
de uitgevoerde
cantate die door
Bach was ge
schreven. Leopold
was een groot
rnuzièkminnaar
en een uitstekend
muziekdilettant.
Dit
hert
Leopold
van verstrekkende
invloéd geweest op
Bach's leven. De
vorst uit Cöthen
had een Hofcapell-
meister nodig en
nog op 6 augus
tus van het vol
gende jaar be
noemde hij Johann
Sebastian Bach in
deze functie. Maar
hij had buiten her
tog Wilhelm Ernst
gerekend, want die
wilde Bach geen
ontslag geven Barh
was echter niet
zo'n soepele, mee
gaande figuur en
vermoedelijk is hij
de zaak wat gaan
Allereerst liet hij
zijn vrouw Maria
Barbara Bach, zijn
Carl Philipp Ema
nuel (geb. 1714i en
Johann Gottfried
Beinhard igeb, 1715]
'Jhixdi
Het begin van zijn in Cöthe
imige Invention, bedoeld al
•or zijn kinderen.
jW/u-Ti -Ol,;.-,
11 tv A
'ha,
Titelblad
;ar Cöthen verhuizen,
maand naar Dresden
n orgelwedstrijd uit te komen tegen
arde Franse clavecin
bij zijn terugkeer
in het Clavier-Büchlei
1722 schreef voor zi
a Magdalena in Cöthe
intieme vriendschap van zijn broodheer
Leopold. Het feit dat bij de geboorte van
het zevende kind van Baeh en zijn vrouw
Maria Barbara op 15 november 1718 de
hertog en zijn zuster Peet waren, wil wel
wal zeggen over de verhouding vorst-
kapelmeester. Helaas is dat kind. Leo
pold Augustus, op 28 september 1719 reeds
gestorven. Dat was het derde kind van
Bach, dal stierf. In 1713 was, vlak na de
geboorte, de tweeling Johann Christoph
en Maria Sophie gestorven.
De vorst, die negen jaar jonger was
dan Bach en nog ongehuwd, liet niets na
om het zijn hofkapelmeester naar de zin
te maken, op voorwaarde natuurlijk dat
Bach steeds nieuwe werken tot zijn ver
pozing schreef Het componeren toen was
een gewoon handwerk, dat gedaan moest
worden voor de werkgever Bach bemin
de het handwerk en voelde zich geluk
kig in deze omgeving. Maar toch
elke dag weer was hij er zich van be-
Ufc wust dat hij zijn grootste liefde, de kerk-
muziek, miste Dat legde een kleine
schaduw op die gelukkige tijd in Cöthen.
jte$". Een andere schaduw kwam er in 1720
l-'/y Hertog Leopold had de gewoonte op zijn
reizen ook een deel van de hofkapel mee
"T te nemen, alsmede een reis-cembalo. Zo
moest Bach meerdere malen met de vorst
l op reis en brachten zij de zomer 1720
door in de Boheemse badplaats Karlsbad
(het tegenwoordige Karlovy Varyi. In
deze stad ontmoette Bach markgraaf
Christian Ludwig von Brandenburg
Ansbach, aan wie hij later zijn Brandenburg-
se Concerten zou opdragen.
Toen Bach echter terugkeerde uit Karls
bad wachtte hem een bijzonder smartelijke
ervaring: zijn vrouw Maria Barbara Bach
was op 4 juli op 36-jarige leeftijd overle
den en reeds begraven ook. Dertien jaar lang
had zij Bach terzijde gestaan en hem zeven
kinderen <5 zonen en 2 dochters) geschon
ken. van wie er nog drie zoons en één doch
ter in leven waren. Men had geen kans ge
zien Bach tijdig in Karlsbad op de hoogte
te stellen van dit treurige nieuws. Zijn kin
deren, die 12, 10. 6 en 5 jaar oud waren,
hadden geen moeder meer die voor hen
zorgde.
Geheel alleen stond Bacli bij het graf van
zijn vrouw en dacht aan de woorden van
zijn cantate „Gottes Zeil ist die allerbeste
Zeil", waarin de verlossingsgedachte triom
feert over de donkerheid van de dood. En
meer dan eerst besefte Bach plotseling, dat
dit aangename leven aan het hof te Cöthen
toch niet het einddoel van zijn leven kon
zijn, zelfs niet een levensvulling Meer dan
eerst voelde hij zich onweerstaanbaar ge
trokken naar de kerk en haar muziek: zijn
geloof wilde hij weer uitzingen in de kerk
muziek.
Een mogelijkheid om de organist
Jacobikerk in Hamburg.
Heinrich Friese, op te vol-
gen werd verhinderd dooi
de eis van de kerkeraad, dat
de
teit. De beoefening van de huis
muziek was voor Bach en de zij
nen een levensbehoefte. Samen
met zijn vrouw en zijn kinderen
kon hij urenlang musiceren. Dal
waren de schoonste uren in het
leven van Bach, de man die nooit
de kunstenaar uithing, doch een
heel gewoon en een heel huiselijk
mens was. Dit in tegenstelling tot
Handel, die toen in Londen triom
fen vierde met zijn opera's en bij
zijn bezoek aan Duitsland de ge
wone burgerman Bach niet eens
wilde ontmoeten.
Een week na het huwelijk van
Bach, op 11 december 1721. trouwde
hertog Leopold met Friederica Hen
rietta von Anhalt-Bernburg, door
Bach afwisselend het „neue Regi
ment" en „Amusa" genoemd. Voor
de huwelijksfeesten had Bach een
Ode gecomponeerd „Mit Gnaden be-
krone", maar daarna gingen zijn
activiteiten afnemen, want de nieuwe
prinses had heel weinig liefde voor
de muziek en de toch zo muzikale
Leopold stond geheel in de ban van
zijn vrouw. Friederica Henrietta
voelde niets voor die intieme vriend
schap tussen haar Leopold en die
Bach, die per slot van rekening maar
muzikant aan het hof was. Hel hu
welijk van Leopold heeft het leven
van Bach 'minder aangenaam ge
maakt en. zo ?ag Bach zich genood
zaakt niet zoals hij ^ens een
vriend had geschreven tot zijn
dood toe aan het hof te blijven,
maar al tamelijk snel over te gaan
naar zijn eigenlijke opdracht: kerk-
Wat componeerde Bach nu eigen
lijk in Cöthen? zult ge vragen. Hij
was geen kerkmusicus, hij was geen
organist, hij had geen koor onder zijn lei
ding, doch hij was alleen maar leider van
een hofkapel, die hij van het cembalo uit
dirigeerde. Inderdaad. Bach's muzikale acti
viteiten lagen, zoals ik reeds opmerkte, op
een zijweg in zijn carrière. Maar door die
zijweg zijn we nu in het bezit van onver
gelijkbare schone kamermuziek.
Reeds in 1720 begon Bach voor zijn 10-jarige
zoon Wilhelm Friedemann een „Clavier-
Büchlein te schrijven, een soort pianoschool
Ook voor Carl Philipp Emanuel schreef hij
vele oefenstukken in dc vorm van Prelu
dia en Fuga's terwijl hij tevens zijn be
faamde 2- en 3-stemmige Inventionen als stu
diemateriaal voor zijn 'kinderen componeer
de. Bovendien had Bach 24 Preludia eri Fu
ga's in alle Dur- en moll-toonaarden geschre
ven en deze werken bijeen gebracht onder
de titel ..Das wohl temperierte Clavier oder
Praeludia und Fugen durch alle Tone und
Halblöne sowohl in Dur, wie in Moll. Zum
Nutzen und Gebrauch der lehrbegi
sikalischen Jugend, als
begierigen mu-
dc r
Louis Mar-
chand en bij zijn terugkeer in Weimar schreef
brutaal althans volgens de hertog
aan Wilhelm Ernst, dat Bach gearresteerd
werd en van 6 november tot 2 december in
de gevangenis moest doorbrengen. Die tijd
benutte Bach om een groot deel van zijn
„Orgelbüchlein" te schrijven
De officiële stukken hierover vermelden:
,.6. November ist der bisherige Concertmeis
ter und Organist Bach wegen seiner halsstar-
rigen Bezeugung von zu crzwingender Dimis-
sio" auf de r - -dvichterstube arreliert und
endlich den 2. Dezember darauf mit ange-
ungnad'
verdienstelijk. De grote liefde van Leopold
ging uit naar de kamermuziek en op dit ge
bied moest Bach dus in Cöthen zijn groot
ste activiteit ontplooien.
Algemeen neemt men aan dat de Cöthener
jaren de gelukkigste periode in het leven
van Bach zijn geweest. Geheel tegenspreken
wil ik dat niet, maar ook niet geheel be
amen, Bach was in Cöthen een geheel vrij
mens. die zich bovenal kon verheugen in de
t dankbaarheid een bedrag
in de kerkkas moest storten.
Bach weigerde dit en dus
nam .men toen Johann Joa
chim Hartmann, die 4000
Mark betaalde maar vol
slagen onbekend was Zo
moest Bach wachten tot mei
1723. toen hij officieel ge
ïnstalleerd werd als cantor
te Leipzig en hij zijn ideaal:
„Erhaltung meines Endzweckes wegen der
wohlzufrassende Kirchenmusie" in vervulling
zag gaan.
Na de dood van Maria Barbara ging het
leven gewoon door en Baeh zag wel in. dat
zijn kinderen een moeder en hij zelf. nog
slechts 35 jaar oud, een vrouw nodig had
den. In die tijd was men over het algemeen
niet sentimenteel Nietzsche karakteriseer
de Bach's tijd eens als ..streng -gegen das
Herz". iets dat ook betrekking heeft op de
muziek en stond met beide benen in de
nuchtere werkelijkheid. Had ook Bach's va
der niet 9 maanden na de dood van zijn
vrouw een ander getrouwd0 De trompettist
van de Welssenfelser hofkapel, Johann Kas-
par Wilcken, was zo beroemd om zijn musi
ceren. dat hij ook wel eens in de hofkapel
len van nabij gelegen vorstendommen speel
de. En soms nam hij dan zijn in 1701 gebo
ren dochter Anna Magdalena mee, die hof-
zangeres was. Hertog Leopold was erg en
thousiast over haar en benoemde Anna Mag
dalena in 1720 aan zijn hof.
Bach, leerde haar toen. natuurlijk ook ken
nen, bewonderde haar zangcapaciteiten en in
de herfst 1721 verloofde hij zich met Anna
Magdalena Wilcken. Op 3 december 1721 werd
het huwelijk in Bach's eigen woning voltrok
ken. Voor haar componeerde Baeh zijn enig
liefdeslied: „Bist du bei mir, geh ich mil
Freuden, zum Sterben und zu meiner Ruh.
Ach wie vergnügt war so mein Ende, Es
druckten deme schonen Hande mir die
getreuen Augen zu". Anna Magdalena zou op
28 juli 1750 in Leipzig de ogen van haar
echtgenoot voor altijd sluiten. Tot zijn dood
toe is zij Baeh trouw gebleven en tussen
augustus 1723 en februari 1742 zou zij Bach
zes zonen en zeven dochters schenken, van
wie er echter nog heel jong zeven stierven.
Niet alleen in het muzikale hofleven,
maar ook en vooral in het huiselijke
musiceren stond Anna Magdalena in
het middelpunt met haar heldere so-
praanstem en haar zuivere muzikati-
aan het
trelb der auf die
Seienden
Tot gebruik v
tot vermaak va
i Geblete schon geschickt
Hoe vreemd zou
ons huidige conc<
uit dal „Wo.hllei
openbare c
honderden
zijn Tot
1720,
n de leergierige jeugd en
de muzikaal volwassenen
meer dan een speels spel,
•en vorm van tijdverdrijf.
Baeh opkijken als hij in
irtleven telkens weer delen
nperierte Klavier" -op de
ïn, die met ernstige gezich-
wat Baeh als spel bedoelde.
Chromatische Fantasie en
ijn zes Französische Suiten.
n fis-moll en c-moll, zijn
Baeh vermoedelijk schreef
voor zijn klavier met twee manualen en pe
daal in zijn huis.
Verder maakte Bach in Cöthen zijn op
dracht aan Markgraaf Christian Ludwig von
Brandenburg-Ansbach af met zijn Zes Bran-
denburgse Concerten, typische voorbeelden
van het rijke en charmante hofleven in Cö
then. Bach had die werken al in Cöthen met
zijn prachtige kapel uitgevoerd voor hij ze
aan de opdrachtgever loezond. Markgraaf
Christian Ludwig von Brandenburg beschik
te echter niet over zo'n voortreffelijke ka
pel en zo zijn ze daar nooit uitgevoerd. Toen
de Markgraaf in 1734 stierf is het manu
script van de zes Brandenbrugse Concerten
getaxeerd op iets minder dan 2,50.
Vermoedelijk heeft Bach in Cöthen i in
maart 1723) ook nog zijn Johannes Passion
geschreven naar aanleiding van een verzoek
uit Leipzig. Er werd toen al onderhandeld
over de bezetting van de post van Thomas
cantor te Leipzig. Slechts drie kerkcantates
schreef Bach in Cöthen. nl. ..Jesus nahm zu
sich die Zwölfe" no. 22 (proefopdracht uit
Leipzig'. ,,Du wahrer Gott und Davidssohn"
no. 23 'de oorspronkelijke proefcantatei en
,,Die Himmel erzahlen die Ehre Gottes" no.
De beoefening der kamermuziek aan een vorstelijk hof in het begin
18e eeuw. Het is een schilderij van Robert Tournières, waarvan het
zich bevindt in het Museum te Dijon.
76 (ook voor Leipzig bestemd)Aan wereld
lijke cantates schreef Bach in Cöthen de hu
welijkscantate ..Weichet nur. betrübte Schat
ten" no. 202 en de huldigingscantate voor
zijn vorst „Durchlaucht'ster Leopold" no.
214. Het Orgelbüchlein maakte Bach in Cö
then af en verder schreef hij voor orgel in die
periode maar enkele werken, nl. de Fanta
sia en Fuga in g-moll, de F-dur Toccata, de
C-dur Toccata en de Fuga in d-moll.
Al deze werken zijn wel min of meer
bekend, maar niet de andere kamer
muziek. die Bach alleen maar in Cö
then schreef. Met die kamermuziek be
doel ik de muziek voor enkele instru
menten, zoals voor viool, voor viola da
gamba, voor cello en voor fluit. Veel
kamermuziek is er verloren gegaan,
o.m. tal van werken voor viola da gam
ba. Maar cr is een i
die eigenlijk veel te
gevoerd.
Wist u dat Bach in
Cöthen niet nlinder
dan 8 Flui
chat
maar één klep. De sonates eisen een enor
me techniek van de fluitist, vooral door de
vaak lage ligging en de zeer beperkte gele
genheden om adem te halen. Deze sonates
zijn voor de dwarsfluit geschreven en dus
niet voor de blokfluit, die Baeh nogal eens
gebruikte in zijn kerkelijk werken, vaak bij
gebrek aan goede fluitisten. Of ook wel als
Baeh een bepaalde stemming wilde aange
ven. waartoe de meer pregnant getimbreer-
de dwarsfluit te sterk was. Als hel ging om
een duet met een zangstem, dan gebruikte
Bach altijd de dwarsfluit, daar die meer ka
rakter had naast de menselijke stem. Kon
hij geen goede fluitist vinden, dan nam Bach
twee blokfluiten voor die partij. In twee or
kestwerken gebruikte Bach ook de blokfluit,
nl. in de Brandenburgse Concerten no. 2 en
no.4, waar ze klinken naast de solo-viool.
In Cöthen schreef Bach ook nog een sona-
fluilen en cembalo, welk werk
hij
drie
De
tes (b kl. t„ Es gr. t.
en A. gr. t., welke laat-
bleven en nog wel het
eerste deeli schreef
Bach voor fluit en
obligaat cembalo.
volgden dri<
Fluit.
kl. t en
oor fluit i
<C gr.
E. gr. t.
1 a kl. t
fluit
fluit
en obligaat cembalo in
g. kl. t. werd aanvan
kelijk aan een dei-
zonen van Baeh toe
geschreven. doch is bij
nader onderzoek toch
wel degelijk van Bach
zelf.
De Fluitsonate in b
kl. t. (de Duitsers zeg
gen H-moll) kan een
men eigenlijk van een
trio kan spreken, zo
als dit ook het geval is
bij de genoemde Fluit-
proberen en zocht
steeds naar een kans
om die mogelijkheden
te demonstreren. Het
i A
en in de Gamba-s
tes. Bach heeft
cembalo-partij een
bijzonderheid voor die
tijd geheel uitgewerkt.
Wie de Fluitsonates eens heeft gehoord za'
niet begrijpen hoe die ten tijde van Bacl:
zijn uitgevoerd op de toen toch nog niet zc
gave instrumenten. De fluit had toen nog
'"d- 'C-t <t- X-M—
De oudste zoon van Bach, Wilhelm
Friedemann, geboren 1710. Reeds
op 10-jarige leeftijd studeerde hij
uit het materiaal dat zijn vader voor
hem schreef en dat nog steeds
wordt gespeeld.
cello solo. Van laatst
genoemde suites is de
laatste geschreven voor
de vijf-snarige violon
cello piccolo of viola
pomposa, een door
Bach uitgevonden in
strument dat het mid
den houdt tussen een
altviool en een cello.
Een instrument met
vijf s
Zes
balo en drie sonates
voor viola da gamba
en cembalo stammen
ook uit de Cöthener
Als
nog
dit lijstje
iche
bcfreyet worden" Bach
der zich verder om iemand
kommeren, ijlde hij
Weimar
Cöthen. na a
functie.
De bijn
Dracht <ti
jnige tijd t
ril 1723)
die Bach in Cöthen dooi
Het hof
Cöthen wa:
kerkmuzikaal gebied geen
lach's leven, waarin hij zich
...v. ...J kerkelijke diensten en dus niet met
kerkmuziek behoefde te belasten. Baeh moest
zich hier op een zijweg in zijn muzikale loop
baan begeven, een zijweg overigens die de
prachtigste werken heeft doen ontstaan
Zijn functie in Cöthen als Hofcapellmeisle'
eiste bijna uitsluitend wereldlijke instrumer
tale muziek van hem.
tog Leopold von Anhalt-
bood dus op
mogelijkheden
et hertogelijke
slot in het bezit van een orgel, maar dit
instrument had slechts 13 stemmen en was
in niet al te goede staat. Als orgelvirtuoos
en als orgelcomnonist kon Bach zich hier
dus ook niet verder ontplooien. Worden de
Calvinisten wel eens als onverdraagzaam
aangezien hertog Leopold toonde in dit op
zicht het legend- 1. De Lutherse bevolking
van het vorstendom kreeg de gelegenheid
om een eigen kerk en een <>igen school t(
bouwen In die Lutherse school ontvinger
ook de kinderen van Bach onderricht.
Het muzikale middelpunt van het hrfflevei
in Cöthen was de uit ongeveer 16 mufici be
staande kapel, allen voortreffelijke Musici.
Josephus Spies? was concertmeerster, daar
Orkest-suites,
e vioolconcer
ten en het Concert
duidelijk tot welke com-
ctiviteilen Bach in Cöthen
En wie de kamermuziek
waarom wordt er eigenlijk
muziek uitgevoerd?
\L SttlfU
W,
nri
<^^0 V'
'Ir
-
gekomen is.
van Bach
eens goed bekijkt, zal niet alleen ge
troffen worden door de grote vaardigheid,
waarmee Bach muziek voor een enkel of
voor een paar instrumenten schreef, maar
ook door de uiterst muzikale melodische
en polyfonische vondsten. Hier ligt een
schoonheid die niet verborgen mag blijven.
Wat de „Hofkapellmeister und Direk-
tor der fürsllichen Kammermusiken"
in Cöthen geschapen heeft aan pure,
absolute muziek, staat in waarde di
rect naast de grote cantates, oratoria
en passies van Bach. En staat boven
wal tijdgenoten componeerden op dit ge
bied. De verrukkelijke Cöthener
Gamba-sonatesj de speelse Fluit-sona-
tes, de geniale Cello-su
melodische en contrapuntische
de
ol-sona-
aozings-
/mm
st, maar net is ge
worden tot de allerhoogste geestelijke
verpozing die men zich kan voorstel
len. De periode in Cöthen, waarin Bach
zich moest terugtrekken tot de intimi
teit van de kamermuziek, was nodig
èn om later in Leipzig tot zoveel te
meer verinnerlijking te komen èn om
het nageslacht een basis te geven,
waarop het de na Bach komende ka
mermuziek kon opbouwen.