CHRISTELIJK
Werkgevers komen op
voor chr. vakbeweging
Fusie geref. jeugdbonden
punt van overleg
Een woord voor vandaag
Kanttekening
Organisatie van protestantse
artsen in Utrecht bijeen
De onbekende man
lm
2
De brochure van dr. N. J. Hommes
Uit de vakpers
e sociale redacteur)
teld: Zullen wjj nog A.R
ven?", ook de positie van de vak
beweging ter sprake gebracht.
De Werkgever, orgaan van het
Verbond van Protestants Christe
lijke Werkgevers In Nederland,
wijdt hieraan deze week enige
aandacht. Mr. G. C. van Dam, se
cretaris van het verbond, schrijft,
dat de kern van de bezwaren van
dr. Hommes tegen de vakbewe
ging schijnt te zijn, dat de strevin
gen en activiteiten van de vakbe
weging haar eigenlijke taak verre
te buiten gaan. De vakbeweging
zou regering en parlement ln hun
taak belemmeren en zy deelt in
Nederland, als wij het goed be
grijpen, aldus mr, Van Dam, ei
genlijk de lakens uit. Dr. Hommes
schryft letterlijk: „Verkapte poli
tieke machtsapparaten, die de
eigenlijke dienst uitmaken". Daar
kunnen de vakorganisaties het dan
Mr. Van Dam merkt hierbij op,
dat dr. Hommes in dit verband
blijkbaar de werkgeversorganisa
ties geheel over het hoofd heeft
gezien. Want het zijn toch de
werkgeversorganisaties, die veel
van wat door dr. Hommes als
onoirbare werkzaamheden van de
vakbeweging woidt gesignaleerd
(met name op het gebied van de
loon- en prijspolitiek), in samen-,
werking met de vakbeweging ver
richten. Mr. Van Dam ziet hierin
een reden te meer om in te gaan
op de beschuldigingen van dr.
Hommes.
Bij het doorlezen van de bro
chure heeft hij echter naast de
vele beschuldigingen geen enkele
aanwijzing gevonden voor een ver
antwoorde taakstelling van de
vakbeweging. Het meest positieve
is een citaat van prof. Zuidema,
waar deze zegt, dat de vakbewe
ging een strijdorganisatie is ter
behartiging van de belangen der
arbeiders en niet als consumen
ten. De kwestie van de arbeider
als consument wil mr. Van Dam
hier nu maar buiten beschouwing
laten, omdat deze zaak in het
Convent in studie is, wat naar hij
hoopt enige opheldering zal ver
schaffen.
evenwel, zowel voor de werkne
mers- als de werkgeversorganisa
tie, het besef, dat zij instrumen
ten zijn om langs de weg van het
recht mede te werken aan de tot
standkoming van maatschappelijke
verhoudingen, die de toets van de
Gerechtigheid kunnen doorstaan.
P.B.O.-typografie
Van een bijzonder teleurstellen
de tijding maakt het Grafisch Or
gaan, uitgave van de Nederlandse
Christeiyke Grafische Bedrijfs-
bond, melding. De Nederlandse
Bond van Boekdrukkerijen heeft
zich namelijk In een ledenverga
dering met 596 tegen 298 stemmen
tegen een spoedige instelling van
een bedrijfschap Boek- en Diep
druk uitgesproken. Want hoewel
men ln principe in meerderheid
aecoord ging met de instelling van
het bedrijfschap, werd by een
tweede stemming toen het con
creet voorstel aan de orde was,
een aantal voorwaarden gesteld,
welke in feite een uitstel betekent.
De r.k. Vereniging van Ned.
Drukkerspatroons had het voor
stel reeds onvoorwaardelijk aan
vaard en de Chr. Drukkerspa
troons gingen vorige week even
eens aecoord.
Het Grafisch Orgaan schrijft
hierbij: „Het is goed, dat men nu
welke hoek de wind
aait."
Terwijl de chr. en r.k. bonden
het concept-instellingsbesluit voor
een bedrijfschap Boek- en Diep
druk aanvaardden, wilde de Ned.
Bond in principe ook wel aecoord
gaan, maar men stelde daarbij
de voorwaarde, dat eerst overeen
stemming wordt bereikt over ge
lijkwaardige richtlijnen voor de
prijsbepaling. Hierover had men
ook overeenstemming kunnen be
reiken. nadat het concept-instel
lingsbesluit aan de S.E.R. was
voorgelegd. De vele formaliteiten
hadden dan toch nog genoeg tijd
in beslag genomen. De Ned. Bond
ziet er evenwel geen been in, de
zaak nog langer te traineren, na
dat men reeds enige jaren bezig is
geweest om zover te komen als
men nu is.
Toch geen strijd
Maar ook aan dit weinig posi
tieve, wat een citaat toch altijd
is, houdt dr. Hommes zich nog
niet. Want hij schrUft ook. dat
met de vroegere tegenstelling tus
sen werkgever en werknemer, die
toen de sociale verhoudingen ken
merkte, radicaal gebroken moet
worden.
Maar de chrlsteiyk-soclale be
weging heeft van meet af aan
tegen de klassentegenstellingen
de stryd aangebonden, aldus mr.
Van Dam; zy heeft gepleit voor
het uitgangspunt van de samen
werking. Het is de zegen op die
stryd en niet een „gezegende kant
van onze tyd", zoals dr. Hommes
het voorstelt, dat „de plaats van
de arbeider ln onze samenle
vingsteeds meer een vol
waardige wordt".
Met „strydorganlsaties" wordt
dug het karakter van de christe-
lyke vakbeweging onjuist gete
kend. Het gaat haar er om, een
grote groep van ons volk tot be
wuste en volwaardige werkers ln
het maatschappeiyk leven te ma
ken, bereid om verantwoordeiyk-
heid te dragen op de plaats waar
zy hun arbeid verrichten. Alleen
behartiging van de belangen der
leden (eigen belang) ls veel een
voudiger dan te werken aan ver
antwoorde maatschappeiyke ver
houdingen (ook letten op belangen
van anderen).
Waar het belang van anderen
buiten geding blijft, ontstaan in
derdaad strijdsituaties, zoals bijv.
in Frankrijk, Engeland en Duits
land. Landen die met jalouzie
kijken naar de Nederlandse sa
menwerking tussen werkgevers en
werknemers.
BU deze taak van opvoeding tot
verantwoordeiykheid moet de vak
beweging steeds interne en ex
terne weerstanden overwinnen.
Ook weerstanden, die het dienend
karakter van een organisatie zou
den doen vergeten
slotte te gaan zien
in zichzelf.
De beste waarborg om geen
staat in de staat te worden blijft
doel
Jaarvergadering GJ.F.'s te Amersfoort
(Van c
r redacteuren)
De concentratie in Amersfoort der bondsbureaus van de Nederlandse bond
van jongelingsverenigingen en de Bond van meisjesverenigingen op gerefor
meerde grondslag levert voor de gemengde jeugdverenigingen geen enkel
voordeel op: de gescheidenheid van administratie van jongens en van meisjes
zal eerst een einde hebben, wanneer beide bonden één zijn geworden. En daar
aan wordt gewerkt.
Aldus deelde mejuffrouw C. van Alkemade, secretaresse van de meisjesbond,
zaterdag mee in de algemene vergadering van de (gemengde) Gereformeerde
Jeugdverenigingen te Amersfoort.
De Gereformeerde Jeugdvereniging is
administratief gezien een wonder
lijk geval. Ideëel mag de strijd gewon
nen genoemd worden: de weinig warme
ontvangst, die deze gemengde vorm van
het gereformeerde jeugdwerk by zijn
ontstaan ten deel viel, is verkeerd in
toegenegenheid. Maar administratief
vindt de G.J.V. niet gemakkelijk een
plaats. Voor haar meisjesleden is zij
aangesloten by de meisjesbond (aan
wie zU bondscontributie dient te beta
len), voor de jongens bij de jongelings-
bond (bondscontributie). Zolang beide
bondsadministraties gescheiden blijven
(dat wil zeggen zolang beide bonden
gescheiden blijven heeft de penning
meester (esse) van -de GJV geen een
voudige taak. Deze situatie verleidde
enkele sprekers in de jaarvergadering
tot kritische vragen en deze vragen
waren aanleiding tot de hoopvolle op
merking van mejuffrouw Van Alke-
De G.J.V.'s hebben ook hun eigen
organisatie tussen beide bonden in:
tegenwoordigers van de beide bonds-
besturen direct uit de G.J.V.'s ge
kozenen zitting hebben. Dat kan ook
wel niet anders want de problemen
van de GJV zijn bepaald andere dan
die van de j.v. of m.v. Het gesprek
op een GJV heeft beslist een ander
karakter, lóópt anders. De leiding
de vergaderingen moet dus anders
gesteld zyn. Er mag ook geen te groot
verschil ontstaan tussen het aantal
jongensleden en meisjesleden. En de
gezelligheid zou onbedoeld een te grote
plaats kunnen gaan innemen.
Onder leiding van de heer Jacq. de
Smit uit Goes heeft men zaterdag eerst
de huishoudelijke zaken afgehandeld. Er
zijn thans 318 Gereformeerde Jeugd
verenigingen. waarvan vier in het bui
tenland. De meeste in aantal zyn de
Hollandse verenigingen. In de commis
sie werden gekozen mejuffrouw Heieen
de heer F. P.
Over het blad Jong Gereformeerd is
door twee sprekers het woord gevoerd,
de een was weinig te spreken over wat
de ander voerde argumenten ten gunste
en aardig ontspanningsblad achtte,
voor het sinds september verschy-
gelingsblad en Bouwen en Bewaren zyn
?nde vormingsblad, waarin het Jon-
imengesmolten.
Gesteld voor de keus tussen regionale
kaderconferenties van één halve dag
ïn landelyk weekeinde koos de ver
gadering voor het laatste.
W aarheidselementen
De heer T. M. Gilhuis uit Katwijk
m Zee heeft gesproken over de zin
m de trits „Kerk, staat en maatschap-
j" voor ons nu. Zijn principieel be
toog ter zake toespitsend op de praktijk
merkte de heer Gilhuis o.m. op, dat de
schetsen veel meer op het leven ge
richt zijn dan vroeger,
Niettemin miste hy erin de dialoog
iet de ander, de tegenstander, wiens
situatie aangevuld moet worden voor-
nen wat terug kan zeggen. Dit gold
sprekers gedachte met name wat
l gezonde gebaar:
d-
VieeV0
85
cent I
Reclameman promoveert op een
staatsrechtelijk onderwerp
Ueroepingsiverk
NEDERLANDSE HERVORMDE KERK
Beroepen te Rysoord (toez.): A. W.
Kranenburg te Tange-Alteveer.
Bedankt voor Sleeuwyk (toez.): P. H.
de Pree te Ingen.
Beroepen te Ouderkerk a.d. IJssel: K.
van der Pol te Veenendaal.
Niet juist. Ds. K. A. Bot te Waubach
(Zuid-Limburg) is niet benoemd tot ge
vangenispredikant te Rotterdam. Ds. Bot
heeft een functie als sociaal ambtenaar
aanvaard.
GEREFORMEERDE KERKEN
Tweetal te 's-Gravenhage-Zuid (derde
predikantsplaats): J. H. Baas te Hille-
gersberg-Terbregge en P. Visser te Til
burg.
Bedankt voor Harlingen: G. W. H. Ped-
demors te Dirkshorn; voor Delft (vak.
E. de Vries): H. D. Bakker te Tholen-
Poortvliet.
Niet meer. Kand. H. A. van Botten-
burg te Hilversum kan geen verdere be
roepen m overweging nemen.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Advent Christus komt. En Hij is de Verlosser der
wereld, uw Heiland.
„Er was in de dagen van Herodes. zo begint Lucas
zijn kerstverhaal. Een heel simpel begin voor dit gebeuren
dat een keerpunt betekent in de wereldgeschiedenis. Maar
gezien Lucas' bedoelingen een uitstekend begin. Want hij
wil dit bereiken: dat men de betrouwbaarheid erkent van
zijn relaas. Daarom stelt hij in zijn opdracht dat hij „alles
van meet af aan nauwkeurig heeft nagegaan en in geregelde
orde te boek gesteld".
Straks gaan ook wij kerstfeest vieren, misschien zijn we
zelfs al bezig aan de voorbereidingen. In ieder geval is de
kerkganger al bezig zich geestelijk op de komst van de
Redder der wereld voor te bereiden. Maar aan dat alles moet
één ding vooraf, gaan: ge zult onvoorwaardelijk het histori
sche feit moeten geloven dat Jezus is geboren. De Bijbel
vertelt geen sprookjes, is geen boek van legenden. „Er was
in de dagen van Herodes.de tijd is nauwkeurig
bepaald. Er is geen twijfel mogelijk.
Ge weet het: Christus is gekomen. Ook voor u wordt
het kerstfeest!
VOLKSKERK": OVEREENSTEMMING
betreft de zgn. waarheidselementen: in
zekere zin en met veel beperking kan
men de doorbraak een onbetaalde re
kening van de christelijke organisaties,
wellicht van de kerk noemen. Men is
evengoed principieel, wanneer 'men het
mild, breed en bewogen is.
De heer Gilhuis moet gedacht hebben
aan een scherp debat in de veertiger
jaren over dezelfde waarheidselementen
tussen de Jongelingsbond en dr. J. Ver
kuil te Djakarta, toen hy meedeelde
dat dit een risico meebracht uitgekre
ten te worden voor melk -en water
lieden.
Ongeveer honderd afgevaardigden
woonden de jaarvergadering by. Twee
jeugdconsulenten, de presidente van de
meisjesbond, enkele bondsbestuurders
van de jongensbond en ds. J. Fizet van
de Nederlandse Gereformeerde Jeugd
raad waren als gasten aanwezig.
(Van een onzer redacteuren)
Vanmiddag vond in de statige aula
van de Universiteit van Amsterdam
de promotie plaats tot doctor in de
rechtsgeleerdheid van de heer A. A.
Bosschaert. Voor deze promotie be
stond grote belangstelling uit de re-
reclame-wereld. Deze belangstelling
vond niet zozeer haar oorzaak in het
onderwerp van de dissertatie: een
vergelijkende studie van plaats en
taak van de burgemeester in België
en Nederland. Maar de jonge doctor
is directeur van een reclamebureau
en zag kans ondanks zijn drukke
werkkring de academische studie te
voltooien.
Dr. Bosschaert is 29 jaar oud. Hy is
de zoon van een vooraanstaand man in
het reclamewezen. Wijlen de heer Bos
schaert heeft over de reclame een klein
boekje geschreven, dat tot in Amerika
beroemd geworden is. Als lid van de
Paroolgroep werd hy in de oorlog door
de Duitsers gefusilleerd.
Van de reclame merkt men in het
proefschrift niets. Alleen in de laatste
stelling komt de vakman aan het woord:
het is mogelijk aan de hand van ver
schillende factoren van te voren het
rendement, de grootte van het adverten
tiebudget en de spreiding van de be
dragen die voor elk publiciteitsmedium
Dr. Drogendijk over mens
en geneeskunst
In de zaterdagmiddag te Utrecht
gehouden vergadering van de protes
tants-christelijke artsenorganisatie hield
dr. A. C. Drogendijk uit Dordrecht een
lezing over „Mens en geneeskunst,
proeve ener schriftuurlijke anthropo
logic".
Volgens spreker vormt het spraak
gebruik van lichaam, ziel en geest
wijsgerig religieus gezien een grote
moeilijkheid en dit te meer omdat
enerzijds ln de hedendaagse wijsbe-
geerte geheel nieuwe gezichtspunten
naar voren zyn gekomen en anderzijds
de Heilige Schrift geen exacte infor
matie geeft over de structuur van de
mens. Om deze problemen op te los
sen ging spr. allereerst uitvoerig i»
op datgene wat de Bybel ons open
baart omtrent ziel, geest en lichaam.
Volgens dr. Drogendijks inzicht is
uit de bijbelse gegevens afgeleid dat
de „homo realis" bestaat uit twee ver
schillende delen, twee onderscheiden
substanties, te weten ziel en lichaam,
geest en stof, welke op een myste
rieuze wyze tot een functionele een
heid zyn tesamen gevoegd.
1 Daarna ging spr. min of meer in
nodig zyn te bepalen by het ontwerpen den brede in op de antropologie der
verkoopcampagne m dag-, calvinistische wijsbegeerte, welke leert
dat de mens bestaat uit een hart, als
de boventijdelijke wortel van 's mensen
MecMs^ staatsrechtelyke bestaan, en een lichaam als structuur-
geheel van al 's mensen tijdelijke func
ties, de geestelijke inbegrepen (zg.
functiemantel).
Dr. Drogendijk besprak ook de visi(
van Van Peursen, die leert dat er bi.
de mens alleen sprake is van een (door
leefd) lichaam (een lichamelijkheid) en
maand- en weekbladen. aa[ ne mpn„ nesxaat nu
Maar verder bevat boventijdelyke wortel
beschouwingen. Dr. Bosschaert vindt de
Belgische gemeentewet zakelijker, maar
ook onvollediger dan de gemeentewet
van Thorbecke. Die is wel leerstellig en
vaak breedsprakig, maar vormt daar
door een veel hechter fundament, waar
door zy uit het oogpunt van wetstech-
niek de voorkeur geniet.
In het eerste-hoofdstuk van zyn disser
tatie behandelt dr. Bosschaert de tegen
stelling tussen de begrippen autonomie
der gemeente en „afhankelijke decentra
lisatie". Daarna bespreekt de jonge doc
tor de wyze van benoemen van de bur
gemeester in de twee landen. Na een
beschouwing over de factoren die de po
sitie van de burgemeester bepalen, komt
er een afzonderlijk hoofdstuk over de
taak van de burgemeester op het ge
bied der politie, een taak die zowel in
Nederland als in België in. belangrijke
mate van zyn overige werkzaamheden
afwijkt.
Prof. dr. A. D. R. Polman zal 11
lecember in de aula van de Theologi
sche Hogeschool der Gereformeerde
Kerken in Nederland te Kampen het
rectoraat overdragen aan prof. dr. J. L.
Koole. Na de plechtigheid zal de nieuwe
rector in de kleine aula recipiëren.
Diakonie en overheid
Enkele leden van de gereformeerde
kerk van Rotterdam-Zuid hebben zich
tot de Asser synode gewend wegens
schil van opvatting met de kerkeraad
over de vraag, hoe de Leeuwarder be
sluiten t.a.v. diakonie en overheid te
Nu de Asser synode zich hierover heeft
uitgesproken, hebben diezelfde leden aan
de kerkeraad herziening van de beslis
sing inzake samenwerking met de c
heid gevraagd.
De kerkeraad ging hiertoe nog niet
over, maar brengt de zaak in de classis
Rotterdam met het verzoek een commis
sie te benoemen die deze kwestie, waar
bij vele classiskerken zyn betrokken
nader zal bezien.
30.
,,Dat wist je toch, Liane!"
„Ja, ik geloof van wel. Zelfs voor hij het me
vertelde. Ja, toen hij het me vertelde, moesten we
allebei bekennen, dat we het van het eerste mo
ment af geweten hadden!"
Jess kon enkele ogenblikken geen woord uit
brengen. Er klopte hier iets niet, hoewel ze niet
precies wist wat. Zij en Liane spraken langs el
kaar heen, alsof ze allebei een verschillende taal
spraken. Ten slotte vroeg ze aarzelend: „Liane,
je hebt het toch over Mijnheer Forester, niet-
„0 nee. Over Peter!"
„Peter! Ben je verliefd op Peter? O, Liane!"
Zo onzelfzuchtig was Jess in haar liefde, dat ze
er alleen maar aan dacht welk een tragedie dit
betekende voor Muir, die van Liane hield.
„Ja, Peter," zei Liane. „Ik dacht, dat je dat
wel begrepen had
„Weet Muir het?"
„Neen."
„Heus niet? Weet je dat zeker?" Was het mo
gelijk, dat iemand het licht, dat in Liane's ogen
straalde, niet had opgemerkt?
„Hij weet het niet," herhaalde het meisje, „en
hij mag het niet weten."
„Liane, je moet het hem toch vertellen?"
„Ik kan het niet. Hij is zo goed voor me. Ik
heb je toch gezegd: hy zoü onbepaalde tyd op
me wachten."
„Dan toch zeker hopend op je liefde." Er lag
een strenge klank in de stem van Jess ..Liane
i jij het hem niet vertellen kunt. moe» Peter
doen.'
„Nee, ik heb Peter laten beloven, dat
niet zal doen."
„Peter weet dus, dat Muir van je houdt en met
lij het
door
Jane Arbor
je hóópt te trouwen?"
„Ja. dat weet hij; ik heb voor hem geen ge
heimen."
„En je wilt het wel voor Muir verborgen hou
den! Begrijp je dan niet, dat je tegenover hem
verplicht bent het hem te vertellen, voor hij het
zelf ontdekt? Hoe kom je er bij dat hij het zelf
al niet geraden heeft, tenzij je opzettelijk voor
hem verborgen gehouden' hebt, dat je Peter heel
vaak ontmoet hebt? Bovendien heb je door de
telefoon tegen me gezegd, dat je er zeker van was,
dat mevrouw Seacombe hem wel zou vertellen,
dat jullie samen een dag naar Norwich zijn ge
weest."
„Dat heeft ze hem niet verteld en daar had ze
haar redenen voor, zoals ik nu begrijp. Ze wil
zichzelf niet bekennen dat Peter het ernstig met
me zou kunnen menen of ik met hem. Dus wil ze
niet, dat Muir iets te horen zal krijgen wat een
bedreiging zou kunnen worden voor zijn plannen
om met me te trouwen, want volgens haar is dat
precies, wat geschikt voor me is: ik zal de rest
van mijn leven alles hebben wat mijn hartje
begeren kan en voor Peter zal ik geen gevaar
meer kunnen vormen." zei Liane met een bitte
re klank in haar stem.
Jess was zo verbaasd, dat ze niet zo gauw
wist, wat ze zeggen moest. Tenslotte zei ze:
„Denk je, dat Muir, die heel veel van je houdt,
het erg zou hebben gevonden, dat je het gezel
schap van Peter op prijs stelt en graag eens met
hem uitgaat, als je het hem van het begin af
aan eerlijk verteld had?"
„We hebben hem niet bedrogen." Jess merkte
dat Liane oprecht geloofde, dat ze dit niet gedaan
had. „Hij heeft zelf voorgesteld, dat ik Peter de
omgeving zou laten zien,"
„Zal dat het dan niet gemakkelijker maken om
dat andere te vertellen, als het noodzakelijk is?"
„Dat mag niet verteld worden! Besef je dan
niet, Jess, dat ik tegenover Muir laf ben dat
dat van het begin af aan de grote fout is geweest?
Ik ben hem dankbaar, ik heb respect voor hem
Maar ik ben ook bang voor hem!"
Jess maakte een wanhopig gebaar. „Liane, kind
waar moet dit allemaal op uitlopen? Heb je daar
wel aan gedacht? Zelfs als jij en Peter bereid
zijn elkaar op te geven, moet de hele geschiede
nis uiteindelijk jullie allemaal verdriet brengen
en niet in de laatste plaats Muir, als je met hem
trouwt, terwijl je in werkelijkheid van Peter
houdt. Heb je daar wel over nagedacht?"
„Ik kan het Muir niet vertellen en je moet
niet proberen, me over te halen om het wel te
doen, Jess."
„Je begrijpt zeker wel, dat je het vroeger of
later zult moeten doen, nietwaar?"
Liane staarde naar de tuin.,,,Ja, ik geloof van
wel", zei ze langzaam. „Toch hoop ik steeds
nog, dat er iets zal gebeuren, zodat het niet
nodig zal zijn. Misschien zal Muir tot de con
clusie komen, dat hij toch niet met me wil
trouwen; dat hij ten slotte toch meer van
iemand anders houdt."
(Wordt vervolgd)
dat ziel c.q. geest en lichaam geen op
zichzelf staande substanties zijn, maar
slechts aspecten van de menselijke zelf-
objectivering, twee kanten van een
en dezelfde persoon.
Beide antropologische voorstellingen
werden afgewezen en op diverse gron
den critisch weerlegd. Met deze kennis
gewapend benaderde spr. daarna de
mens vanuit een kosmologische ge
zichtshoek: de aarde, het planten- en
dierenrijk. Hieruit is af te leiden, dat
de mens een pneumo-psychosomatische
eenheid is, waarbij de ziel c.q. geest
tegelijk transcendent is en geen si
psychosomatische eenheid gelijk
heden ten dage wel leert.
Dr. Drogendyk besloot zyn lezing
met de opmerking, dat de medicus by
ziln behandeling van zieken met deze
structuur dient rekening te houden. De
arts moet eigenlijk tegelijk een pries
ter zijn, hetgeen zeggen wil: getuige
in woord en daad van de Kurios. de
Heer van leven en dood.
Mutaties op komst in
de Raad van leraren
(Van
i onzer redacteuren)
r. A. la Fleur, voorzitter van d<
Vereniging van leraren bij het chris-
lijk voorbereidend hoger en middel
baar onderwijs, is voornemens hel
presidium dezer vereniging in. he
voorjaar van 1958 neer te leggen. Bij
gevolg zal dr. La Fleur ook aftreden
als voorzitter van de Raad van lera
ren bij het v.h.m.o., in welke raad hij
C.G.M.O. vertegenwoordigt. De heer
La Fleur is rector van een der beide
christelijke Lycea te Haarlem.
In dezelfde tijd zal ook de secreta
ris van de Raad van leraren deze
Raad verlaten. De heer S. Rooden-
burg, die voorzitter is van het Genoot
schap van leraren aan Nederlandse
gymnasia en lycea, treedt af wegens
het bereiken van de pensioengerech
tigde leeftijd.
Uniecollecte lijst 8
Tweehonderd plaatselijke comité';
hebben in totaal bijeengebracht
115.170,25 in de Uniecollecte voor de
scholen met de Bijbel. Uit lijst 8 var
deze 79ste Uniecollecte blijkt, dat die
zelfde comité's vorig jaar een bedrag
van 101.544,87 collecteerden.
Op deze lijst komen de volgende
plaatsen en bedragen voor: Den Andel:
119,50 (v. j. geen collecte); Opende:
161 (v. j, 166,75); Zuidwolde: ƒ405.75
(424,25); Bergum: 603.20 (559,40);
Kollum: 709,85 (678,35); Oostermeer:
510,— (540,—)Oosterzee: 165,75
(164,25); De Tike: 192,— (195,50);
Eelde: 137,50 (72,50); Ommen:
1.049,90 (1.081,—); Gelselaar m. Gees
teren: ƒ386,25 (337,50); Silvolde: ƒ159,—
(139,50); De Valk (Lunteren) 425,—
(405,50); Westendorp 617.50 (432.—);
Muiderberg: 161,25) (170,-)St. Pancras:
815,30 (695,— Bergambacht: 190,8C
(153,16); Dubbeldam (2e Tol): 230,—
(230,Giessendam: 110,— (118,—);
Noordeloos: 124,20 Voorburg:
2.262,15 (2.300,55); Andel: 736,—
(713,75); Geldrop: 276,17 (214.62);
Moerdijk: 165,— (136,75); Geleen:
284,75 (307.55)
(Advertentie)
1 -1 •S'AV* Z"Z' U
^aambeien'
SCHROMPELEN WEG j
Pijn en jeuk verdwijnen
bloeden houdt op
ONDANKS MISVERSTAND
T EER dan de natie haar doop ver
staan en waarderen en kerk en
staat zijn gered, schreef Wormser
meer dan honderd jaar geleden. Hij
ging daarbij uit van het door hem
geconstateerde feit, dat het gehele
Nederlandse volk in 1853 gedoopt
was (over de juistheid daarvan kan
men twisten) en dat deze doop door
de verschillende bestaande kerken
over en weer erkend werd.
Dit was voor hem aanleiding te
spreken van een gedoopte natie. Te
vens was het voor hem uitgangspunt
tot een actie om het Nederlandse
volk weder de betekenis van de
doop bij te brengen, want het volk
verkeerde in brede lagen in volsla
gen onwetendheid en vele predi
kanten kenden deze betekenis even
min of loochenden haar. Zelf heeft
hij onvermoeid voor dit doel gestre
den en het heeft hem zijn gezond
heid en ten slotte zijn leven gekost.-
Dit spreken van een „gedoopte na
tie" was onlangs voor dr. J. J. Bus-
kes aanleiding tot een felle aanval
in het blad „In dienst der Kerk",
door ons geciteerd op 22 en 23 no
vember. Dr. Buskes meent, dat
Wormser zou hebben gedacht aan
een volkskerk, een kerk van het
doopverbond. Wormser zou naar de
mening van dr. Buskes gedacht heb
ben, dat het Nederlandse volk als
volk gedoopt zou zijn, als volk zou
zijn opgenomen in het verbond der
genade. Wormser zou door „zijn
volkskerkgedachte" de band tussen
geloof en heil hebben verbroken.
Hij zou het geloof van dopelingen
en ouders hebben willen vervangen
door het geloof der gemeente.
Het begrip gedoopte natie is volgens
Buskes een Bijbels-illegitiem begrip.
Het is onmogelijk een volk te do
pen. Het gaat om mensen niet om
volken, aldus dr. Buskes.
Gelukkig intussen bestaat er, on
danks de term „gedoopte natie", op
dit punt geen verschil van inzicht
tussen twee mannen die, in verschil
lende eeuwen en bij veel afwijkingen
op tal van punten, op bijna dezelfde
plaats gestreden hebben voor het
Evangelie.
Duidelijk schrijft Wormser op 14
augustus 1844 aan Groen van Prin-
sterer: „De volkeren zijn door God
niet aangenomen; maar Jezus heeft
er uit alle geslachten, tongen, vol
ken en natiën met Zijn bloed ge
kocht."
Het is hem onmogelijk, te erkennen
VOOR DE KEUS
i substantie ontdekt i
"LIET debat over Nederlands Nieuw-
Guinea in de Algemene Verga
dering van de Verenigde Naties
heeft Indonesië niet de bevrediging
geschonken, die het gedacht heeft,
er in te zullen vinden. De regering
te Djakarta heeft door een drei
gende situatie te schep.pen ge
tracht, de volkerenorganisatie te
harer gunste tc beïnvloeden. Dit is
haar slechts ten dele gelukt. In de
Politieke commissie wist de resolu
tie van de Afrikaans-Aziatische lan
den een gewone meerderheid te be
halen, maar tot de vereiste twee
derde meerderheid in de Assem
blee heeft zij het niet kunnen bren
gen. Toen de uitslag van de stem
ming bekend werd gemaakt, bleek,
dat Indonesië opnieuw een morele
nederlaag had geleden. In de reso
lutie, waarover gestemd is, werd
slechts aangedrongen op nieuwe
onderhandelingen tussen Nederland
en Indonesië en zelfs daarvoor wa
ren vele leden van de Ver. Naties
niet te vinden.
Nu is het ogenblik aangebroken,
dat Indonesië een beslissing moet
nemen over de houding, die het
voortaan zal aannemen tegenover
Nederland. Minister Luns heeft de
deur voor overleg tussen beide lan
den opengelaten. Hij heeft verklaard,
graag met Indonesië te willen on
derhandelen, als het maar niet over
Nieuw-Guinea gaat. Het is evenwel
aan twijfel onderhevig, of Sockarno
en de zijnen thans nog bereid ge
vonden kunnen worden, de toege
stoken hand te grijpen. Daarvoor
hebben zij zich te diep in de bin
nenlandse moeilijkheden gewerkt.
Het is thans de vraag, of Indonesië
tot het nemen van drastische maat
regelen zal overgaan, of dat het
dat er eigenlijke Christelijke staten
zijn in de zin van de vroegere
Joodse staat. Ook op dit punt stemt
hij met Buskes overeen.
Afgezien van de vraag of Wormser
ooit het woord „volkskerk" zou heb
ben gebruikt, bedoelt Wormser,
wanneer hij van de kerk spreekt,
de eigenlijke kerk. In die zin ziet
hij in Nederland slechts één kerk,
die niet gebonden is aan landsgren
zen, want hij ziet slechts één kerk
van Christus over de gehele aarde.
„De kerk is een geestelijke zaak, wij
geloven haar", schrijft hij op 30
augustus 1844, en hij dringt aan op
de „geestelijke constitutie der kerk
door vereniging der gelovigen."
Wat de beschuldigingen van ds. Bus
kes betreft, dat Wormser het geloof
der dopelingen en doopouders zou
willen vervangen door het geloof
der gemeente, kan men opmerken,
dat Wormser met grote kracht voor
het geloof der gemeente gestreden
heeft. In tal van geschriften dringt
hij aan op krachtige handhaving
van de leer in de Hervormde kerk,
hoewel hij zich afgescheiden had.
Ook kwam hij op voor het recht
van de ouders om doopbediening te
weigeren van een predikant, die de
heilswaarheden loochende, en om
die te doen geschieden door een
predikant die deze waarheden be
leed.
Wat het geloof van dopelingen en
doopouders betreft, was Wormser
weliswaar voorstander van erken
ning van de eenmaal bediende doop,
juist als middel om de eenmaal
gedoopte met de betekenis van die
doop te confronteren. Dit was ech
ter geen pleidooi voor een ruimere
dooppraktijk. Het recht van de
ouders op de doop van hun kin
deren is er volgens Wormser, omdat
en zodra zij zichzelven, met alles
wat zij zijn en bezitten, en dus ook
met hun kinderen, toewijden aan de
Heer.
Uitdrukkelijk stelt hij ook, dat de
doop wordt bediend aan de Christe
nen en de kinderen der gelovigen,
hoewel het natuurlijk onmogelijk is
in het hart te zien, of degenen die
Christus belijden een levend geloof
hebben. Met grote nadruk wijst hij
op de betekenis van de doopgelofte.
Christus belijden, weten wat men
belijdt, en naar die belijdenis leven:
dat waren de eisen, die Wormser
stelde aan zich zelf, aan de gedoop
te en aan de kerk.
zich er voorlopig toe zal „beper
ken", de betrekkingen met Neder
land nog meer te vertroebelen, o.a.
door het verbreken van de diplo
matieke betrekkingen, door de boy
cot van Nederlanders in Indonesië,
door te weigeren, de concessies aan
de K.L.M. en andere Nederlandse
bedrijven te verlengen of door deze
concessies in te trekken. Want de
Indonesiërs zullen zichzelf in de
vingers snijden, als zij nu plotseling
een eind maken aan alle relaties
met Nederland en alles wat Neder
lands is nationaliseren.
Van belang is hierbij de vraag, of
er andere landen gevonden zullen
worden, die bereid en in staat zijn,
de plaats van Nederland in te ne
men. Een van die landen is West-
Duitsland. In Djakarta heeft men
reeds te kennen gegeven, dat men
daar graag zou zien, dat de Duit
sers de Nederlanders zullen ver
vangen. West-Duitsland onderhoudt
reeds belangrijke handelsbetrekkin
gen met Indonesië en het moet
voor de zakenlieden van dat land
dus niet zo heel moeilijk zijn, op
de veranderde omstandigheden over
te schakelen.
Er zijn echter twee factoren, die
de Duitsers er van kunnen weer
houden, de Indonesiërs in de kaart
te spelen. In de eerste plaats moe
ten zij beseffen, dat wat Nederland
thans overkomt, ook hun deel kan
zijn, als de situatie in Indonesië
blijft verslechteren. Bovendien moe
ten zij zich afvragen, of zij het
zich kunnen veroorloven, een bond
genoot, tegenover wie het nog zulke
belangrijke morele verplichtingen
heeft, een stoot in de rug te geven
op een gewichtig ogenblik in zijn
geschiedenis.
Zelfs
obleem meer zUn. Het geheim zit 1
..t weefsel vernieuwende Bio-Dyn.
Deze stof wordt thans toegepast in t
■erdovende middel
Chr. Paed. Studiecentrum
Het Christelijk Paedagogisch Studie
centrum organiseert op 2 en 3 januari
1958 de jaarlijkse hoofdconferentie op
„Woudschoten"; op 3 en 4 januari 1958
zal op „Woudschoten" een scholencon-
j ferentie gehouden worden.
I Het is de bedoeling tot deze laatste
conferentie uitsluitend althans zoveel
mogelijk het onderwijzend personeel
van een school in zijn geheel uit te
nodigen en toe te laten.
Het onderwerp is in beide conferenties:
„Keuze en organisatie van de leerstof
in een zich vernieuwende school". De
leider van de conferentie is de heer
S. Klein, als inleiders zullen optreden
de heren D Fokkema en J. Wedzinga.