CHRISTELIJK Werkgevers komen op voor chr. vakbeweging Fusie geref. jeugdbonden punt van overleg Een woord voor vandaag Kanttekening Organisatie van protestantse artsen in Utrecht bijeen De onbekende man lm 2 De brochure van dr. N. J. Hommes Uit de vakpers e sociale redacteur) teld: Zullen wjj nog A.R ven?", ook de positie van de vak beweging ter sprake gebracht. De Werkgever, orgaan van het Verbond van Protestants Christe lijke Werkgevers In Nederland, wijdt hieraan deze week enige aandacht. Mr. G. C. van Dam, se cretaris van het verbond, schrijft, dat de kern van de bezwaren van dr. Hommes tegen de vakbewe ging schijnt te zijn, dat de strevin gen en activiteiten van de vakbe weging haar eigenlijke taak verre te buiten gaan. De vakbeweging zou regering en parlement ln hun taak belemmeren en zy deelt in Nederland, als wij het goed be grijpen, aldus mr, Van Dam, ei genlijk de lakens uit. Dr. Hommes schryft letterlijk: „Verkapte poli tieke machtsapparaten, die de eigenlijke dienst uitmaken". Daar kunnen de vakorganisaties het dan Mr. Van Dam merkt hierbij op, dat dr. Hommes in dit verband blijkbaar de werkgeversorganisa ties geheel over het hoofd heeft gezien. Want het zijn toch de werkgeversorganisaties, die veel van wat door dr. Hommes als onoirbare werkzaamheden van de vakbeweging woidt gesignaleerd (met name op het gebied van de loon- en prijspolitiek), in samen-, werking met de vakbeweging ver richten. Mr. Van Dam ziet hierin een reden te meer om in te gaan op de beschuldigingen van dr. Hommes. Bij het doorlezen van de bro chure heeft hij echter naast de vele beschuldigingen geen enkele aanwijzing gevonden voor een ver antwoorde taakstelling van de vakbeweging. Het meest positieve is een citaat van prof. Zuidema, waar deze zegt, dat de vakbewe ging een strijdorganisatie is ter behartiging van de belangen der arbeiders en niet als consumen ten. De kwestie van de arbeider als consument wil mr. Van Dam hier nu maar buiten beschouwing laten, omdat deze zaak in het Convent in studie is, wat naar hij hoopt enige opheldering zal ver schaffen. evenwel, zowel voor de werkne mers- als de werkgeversorganisa tie, het besef, dat zij instrumen ten zijn om langs de weg van het recht mede te werken aan de tot standkoming van maatschappelijke verhoudingen, die de toets van de Gerechtigheid kunnen doorstaan. P.B.O.-typografie Van een bijzonder teleurstellen de tijding maakt het Grafisch Or gaan, uitgave van de Nederlandse Christeiyke Grafische Bedrijfs- bond, melding. De Nederlandse Bond van Boekdrukkerijen heeft zich namelijk In een ledenverga dering met 596 tegen 298 stemmen tegen een spoedige instelling van een bedrijfschap Boek- en Diep druk uitgesproken. Want hoewel men ln principe in meerderheid aecoord ging met de instelling van het bedrijfschap, werd by een tweede stemming toen het con creet voorstel aan de orde was, een aantal voorwaarden gesteld, welke in feite een uitstel betekent. De r.k. Vereniging van Ned. Drukkerspatroons had het voor stel reeds onvoorwaardelijk aan vaard en de Chr. Drukkerspa troons gingen vorige week even eens aecoord. Het Grafisch Orgaan schrijft hierbij: „Het is goed, dat men nu welke hoek de wind aait." Terwijl de chr. en r.k. bonden het concept-instellingsbesluit voor een bedrijfschap Boek- en Diep druk aanvaardden, wilde de Ned. Bond in principe ook wel aecoord gaan, maar men stelde daarbij de voorwaarde, dat eerst overeen stemming wordt bereikt over ge lijkwaardige richtlijnen voor de prijsbepaling. Hierover had men ook overeenstemming kunnen be reiken. nadat het concept-instel lingsbesluit aan de S.E.R. was voorgelegd. De vele formaliteiten hadden dan toch nog genoeg tijd in beslag genomen. De Ned. Bond ziet er evenwel geen been in, de zaak nog langer te traineren, na dat men reeds enige jaren bezig is geweest om zover te komen als men nu is. Toch geen strijd Maar ook aan dit weinig posi tieve, wat een citaat toch altijd is, houdt dr. Hommes zich nog niet. Want hij schrUft ook. dat met de vroegere tegenstelling tus sen werkgever en werknemer, die toen de sociale verhoudingen ken merkte, radicaal gebroken moet worden. Maar de chrlsteiyk-soclale be weging heeft van meet af aan tegen de klassentegenstellingen de stryd aangebonden, aldus mr. Van Dam; zy heeft gepleit voor het uitgangspunt van de samen werking. Het is de zegen op die stryd en niet een „gezegende kant van onze tyd", zoals dr. Hommes het voorstelt, dat „de plaats van de arbeider ln onze samenle vingsteeds meer een vol waardige wordt". Met „strydorganlsaties" wordt dug het karakter van de christe- lyke vakbeweging onjuist gete kend. Het gaat haar er om, een grote groep van ons volk tot be wuste en volwaardige werkers ln het maatschappeiyk leven te ma ken, bereid om verantwoordeiyk- heid te dragen op de plaats waar zy hun arbeid verrichten. Alleen behartiging van de belangen der leden (eigen belang) ls veel een voudiger dan te werken aan ver antwoorde maatschappeiyke ver houdingen (ook letten op belangen van anderen). Waar het belang van anderen buiten geding blijft, ontstaan in derdaad strijdsituaties, zoals bijv. in Frankrijk, Engeland en Duits land. Landen die met jalouzie kijken naar de Nederlandse sa menwerking tussen werkgevers en werknemers. BU deze taak van opvoeding tot verantwoordeiykheid moet de vak beweging steeds interne en ex terne weerstanden overwinnen. Ook weerstanden, die het dienend karakter van een organisatie zou den doen vergeten slotte te gaan zien in zichzelf. De beste waarborg om geen staat in de staat te worden blijft doel Jaarvergadering GJ.F.'s te Amersfoort (Van c r redacteuren) De concentratie in Amersfoort der bondsbureaus van de Nederlandse bond van jongelingsverenigingen en de Bond van meisjesverenigingen op gerefor meerde grondslag levert voor de gemengde jeugdverenigingen geen enkel voordeel op: de gescheidenheid van administratie van jongens en van meisjes zal eerst een einde hebben, wanneer beide bonden één zijn geworden. En daar aan wordt gewerkt. Aldus deelde mejuffrouw C. van Alkemade, secretaresse van de meisjesbond, zaterdag mee in de algemene vergadering van de (gemengde) Gereformeerde Jeugdverenigingen te Amersfoort. De Gereformeerde Jeugdvereniging is administratief gezien een wonder lijk geval. Ideëel mag de strijd gewon nen genoemd worden: de weinig warme ontvangst, die deze gemengde vorm van het gereformeerde jeugdwerk by zijn ontstaan ten deel viel, is verkeerd in toegenegenheid. Maar administratief vindt de G.J.V. niet gemakkelijk een plaats. Voor haar meisjesleden is zij aangesloten by de meisjesbond (aan wie zU bondscontributie dient te beta len), voor de jongens bij de jongelings- bond (bondscontributie). Zolang beide bondsadministraties gescheiden blijven (dat wil zeggen zolang beide bonden gescheiden blijven heeft de penning meester (esse) van -de GJV geen een voudige taak. Deze situatie verleidde enkele sprekers in de jaarvergadering tot kritische vragen en deze vragen waren aanleiding tot de hoopvolle op merking van mejuffrouw Van Alke- De G.J.V.'s hebben ook hun eigen organisatie tussen beide bonden in: tegenwoordigers van de beide bonds- besturen direct uit de G.J.V.'s ge kozenen zitting hebben. Dat kan ook wel niet anders want de problemen van de GJV zijn bepaald andere dan die van de j.v. of m.v. Het gesprek op een GJV heeft beslist een ander karakter, lóópt anders. De leiding de vergaderingen moet dus anders gesteld zyn. Er mag ook geen te groot verschil ontstaan tussen het aantal jongensleden en meisjesleden. En de gezelligheid zou onbedoeld een te grote plaats kunnen gaan innemen. Onder leiding van de heer Jacq. de Smit uit Goes heeft men zaterdag eerst de huishoudelijke zaken afgehandeld. Er zijn thans 318 Gereformeerde Jeugd verenigingen. waarvan vier in het bui tenland. De meeste in aantal zyn de Hollandse verenigingen. In de commis sie werden gekozen mejuffrouw Heieen de heer F. P. Over het blad Jong Gereformeerd is door twee sprekers het woord gevoerd, de een was weinig te spreken over wat de ander voerde argumenten ten gunste en aardig ontspanningsblad achtte, voor het sinds september verschy- gelingsblad en Bouwen en Bewaren zyn ?nde vormingsblad, waarin het Jon- imengesmolten. Gesteld voor de keus tussen regionale kaderconferenties van één halve dag ïn landelyk weekeinde koos de ver gadering voor het laatste. W aarheidselementen De heer T. M. Gilhuis uit Katwijk m Zee heeft gesproken over de zin m de trits „Kerk, staat en maatschap- j" voor ons nu. Zijn principieel be toog ter zake toespitsend op de praktijk merkte de heer Gilhuis o.m. op, dat de schetsen veel meer op het leven ge richt zijn dan vroeger, Niettemin miste hy erin de dialoog iet de ander, de tegenstander, wiens situatie aangevuld moet worden voor- nen wat terug kan zeggen. Dit gold sprekers gedachte met name wat l gezonde gebaar: d- VieeV0 85 cent I Reclameman promoveert op een staatsrechtelijk onderwerp Ueroepingsiverk NEDERLANDSE HERVORMDE KERK Beroepen te Rysoord (toez.): A. W. Kranenburg te Tange-Alteveer. Bedankt voor Sleeuwyk (toez.): P. H. de Pree te Ingen. Beroepen te Ouderkerk a.d. IJssel: K. van der Pol te Veenendaal. Niet juist. Ds. K. A. Bot te Waubach (Zuid-Limburg) is niet benoemd tot ge vangenispredikant te Rotterdam. Ds. Bot heeft een functie als sociaal ambtenaar aanvaard. GEREFORMEERDE KERKEN Tweetal te 's-Gravenhage-Zuid (derde predikantsplaats): J. H. Baas te Hille- gersberg-Terbregge en P. Visser te Til burg. Bedankt voor Harlingen: G. W. H. Ped- demors te Dirkshorn; voor Delft (vak. E. de Vries): H. D. Bakker te Tholen- Poortvliet. Niet meer. Kand. H. A. van Botten- burg te Hilversum kan geen verdere be roepen m overweging nemen. CHRIST. GEREF. KERKEN Advent Christus komt. En Hij is de Verlosser der wereld, uw Heiland. „Er was in de dagen van Herodes. zo begint Lucas zijn kerstverhaal. Een heel simpel begin voor dit gebeuren dat een keerpunt betekent in de wereldgeschiedenis. Maar gezien Lucas' bedoelingen een uitstekend begin. Want hij wil dit bereiken: dat men de betrouwbaarheid erkent van zijn relaas. Daarom stelt hij in zijn opdracht dat hij „alles van meet af aan nauwkeurig heeft nagegaan en in geregelde orde te boek gesteld". Straks gaan ook wij kerstfeest vieren, misschien zijn we zelfs al bezig aan de voorbereidingen. In ieder geval is de kerkganger al bezig zich geestelijk op de komst van de Redder der wereld voor te bereiden. Maar aan dat alles moet één ding vooraf, gaan: ge zult onvoorwaardelijk het histori sche feit moeten geloven dat Jezus is geboren. De Bijbel vertelt geen sprookjes, is geen boek van legenden. „Er was in de dagen van Herodes.de tijd is nauwkeurig bepaald. Er is geen twijfel mogelijk. Ge weet het: Christus is gekomen. Ook voor u wordt het kerstfeest! VOLKSKERK": OVEREENSTEMMING betreft de zgn. waarheidselementen: in zekere zin en met veel beperking kan men de doorbraak een onbetaalde re kening van de christelijke organisaties, wellicht van de kerk noemen. Men is evengoed principieel, wanneer 'men het mild, breed en bewogen is. De heer Gilhuis moet gedacht hebben aan een scherp debat in de veertiger jaren over dezelfde waarheidselementen tussen de Jongelingsbond en dr. J. Ver kuil te Djakarta, toen hy meedeelde dat dit een risico meebracht uitgekre ten te worden voor melk -en water lieden. Ongeveer honderd afgevaardigden woonden de jaarvergadering by. Twee jeugdconsulenten, de presidente van de meisjesbond, enkele bondsbestuurders van de jongensbond en ds. J. Fizet van de Nederlandse Gereformeerde Jeugd raad waren als gasten aanwezig. (Van een onzer redacteuren) Vanmiddag vond in de statige aula van de Universiteit van Amsterdam de promotie plaats tot doctor in de rechtsgeleerdheid van de heer A. A. Bosschaert. Voor deze promotie be stond grote belangstelling uit de re- reclame-wereld. Deze belangstelling vond niet zozeer haar oorzaak in het onderwerp van de dissertatie: een vergelijkende studie van plaats en taak van de burgemeester in België en Nederland. Maar de jonge doctor is directeur van een reclamebureau en zag kans ondanks zijn drukke werkkring de academische studie te voltooien. Dr. Bosschaert is 29 jaar oud. Hy is de zoon van een vooraanstaand man in het reclamewezen. Wijlen de heer Bos schaert heeft over de reclame een klein boekje geschreven, dat tot in Amerika beroemd geworden is. Als lid van de Paroolgroep werd hy in de oorlog door de Duitsers gefusilleerd. Van de reclame merkt men in het proefschrift niets. Alleen in de laatste stelling komt de vakman aan het woord: het is mogelijk aan de hand van ver schillende factoren van te voren het rendement, de grootte van het adverten tiebudget en de spreiding van de be dragen die voor elk publiciteitsmedium Dr. Drogendijk over mens en geneeskunst In de zaterdagmiddag te Utrecht gehouden vergadering van de protes tants-christelijke artsenorganisatie hield dr. A. C. Drogendijk uit Dordrecht een lezing over „Mens en geneeskunst, proeve ener schriftuurlijke anthropo logic". Volgens spreker vormt het spraak gebruik van lichaam, ziel en geest wijsgerig religieus gezien een grote moeilijkheid en dit te meer omdat enerzijds ln de hedendaagse wijsbe- geerte geheel nieuwe gezichtspunten naar voren zyn gekomen en anderzijds de Heilige Schrift geen exacte infor matie geeft over de structuur van de mens. Om deze problemen op te los sen ging spr. allereerst uitvoerig i» op datgene wat de Bybel ons open baart omtrent ziel, geest en lichaam. Volgens dr. Drogendijks inzicht is uit de bijbelse gegevens afgeleid dat de „homo realis" bestaat uit twee ver schillende delen, twee onderscheiden substanties, te weten ziel en lichaam, geest en stof, welke op een myste rieuze wyze tot een functionele een heid zyn tesamen gevoegd. 1 Daarna ging spr. min of meer in nodig zyn te bepalen by het ontwerpen den brede in op de antropologie der verkoopcampagne m dag-, calvinistische wijsbegeerte, welke leert dat de mens bestaat uit een hart, als de boventijdelijke wortel van 's mensen MecMs^ staatsrechtelyke bestaan, en een lichaam als structuur- geheel van al 's mensen tijdelijke func ties, de geestelijke inbegrepen (zg. functiemantel). Dr. Drogendijk besprak ook de visi( van Van Peursen, die leert dat er bi. de mens alleen sprake is van een (door leefd) lichaam (een lichamelijkheid) en maand- en weekbladen. aa[ ne mpn„ nesxaat nu Maar verder bevat boventijdelyke wortel beschouwingen. Dr. Bosschaert vindt de Belgische gemeentewet zakelijker, maar ook onvollediger dan de gemeentewet van Thorbecke. Die is wel leerstellig en vaak breedsprakig, maar vormt daar door een veel hechter fundament, waar door zy uit het oogpunt van wetstech- niek de voorkeur geniet. In het eerste-hoofdstuk van zyn disser tatie behandelt dr. Bosschaert de tegen stelling tussen de begrippen autonomie der gemeente en „afhankelijke decentra lisatie". Daarna bespreekt de jonge doc tor de wyze van benoemen van de bur gemeester in de twee landen. Na een beschouwing over de factoren die de po sitie van de burgemeester bepalen, komt er een afzonderlijk hoofdstuk over de taak van de burgemeester op het ge bied der politie, een taak die zowel in Nederland als in België in. belangrijke mate van zyn overige werkzaamheden afwijkt. Prof. dr. A. D. R. Polman zal 11 lecember in de aula van de Theologi sche Hogeschool der Gereformeerde Kerken in Nederland te Kampen het rectoraat overdragen aan prof. dr. J. L. Koole. Na de plechtigheid zal de nieuwe rector in de kleine aula recipiëren. Diakonie en overheid Enkele leden van de gereformeerde kerk van Rotterdam-Zuid hebben zich tot de Asser synode gewend wegens schil van opvatting met de kerkeraad over de vraag, hoe de Leeuwarder be sluiten t.a.v. diakonie en overheid te Nu de Asser synode zich hierover heeft uitgesproken, hebben diezelfde leden aan de kerkeraad herziening van de beslis sing inzake samenwerking met de c heid gevraagd. De kerkeraad ging hiertoe nog niet over, maar brengt de zaak in de classis Rotterdam met het verzoek een commis sie te benoemen die deze kwestie, waar bij vele classiskerken zyn betrokken nader zal bezien. 30. ,,Dat wist je toch, Liane!" „Ja, ik geloof van wel. Zelfs voor hij het me vertelde. Ja, toen hij het me vertelde, moesten we allebei bekennen, dat we het van het eerste mo ment af geweten hadden!" Jess kon enkele ogenblikken geen woord uit brengen. Er klopte hier iets niet, hoewel ze niet precies wist wat. Zij en Liane spraken langs el kaar heen, alsof ze allebei een verschillende taal spraken. Ten slotte vroeg ze aarzelend: „Liane, je hebt het toch over Mijnheer Forester, niet- „0 nee. Over Peter!" „Peter! Ben je verliefd op Peter? O, Liane!" Zo onzelfzuchtig was Jess in haar liefde, dat ze er alleen maar aan dacht welk een tragedie dit betekende voor Muir, die van Liane hield. „Ja, Peter," zei Liane. „Ik dacht, dat je dat wel begrepen had „Weet Muir het?" „Neen." „Heus niet? Weet je dat zeker?" Was het mo gelijk, dat iemand het licht, dat in Liane's ogen straalde, niet had opgemerkt? „Hij weet het niet," herhaalde het meisje, „en hij mag het niet weten." „Liane, je moet het hem toch vertellen?" „Ik kan het niet. Hij is zo goed voor me. Ik heb je toch gezegd: hy zoü onbepaalde tyd op me wachten." „Dan toch zeker hopend op je liefde." Er lag een strenge klank in de stem van Jess ..Liane i jij het hem niet vertellen kunt. moe» Peter doen.' „Nee, ik heb Peter laten beloven, dat niet zal doen." „Peter weet dus, dat Muir van je houdt en met lij het door Jane Arbor je hóópt te trouwen?" „Ja. dat weet hij; ik heb voor hem geen ge heimen." „En je wilt het wel voor Muir verborgen hou den! Begrijp je dan niet, dat je tegenover hem verplicht bent het hem te vertellen, voor hij het zelf ontdekt? Hoe kom je er bij dat hij het zelf al niet geraden heeft, tenzij je opzettelijk voor hem verborgen gehouden' hebt, dat je Peter heel vaak ontmoet hebt? Bovendien heb je door de telefoon tegen me gezegd, dat je er zeker van was, dat mevrouw Seacombe hem wel zou vertellen, dat jullie samen een dag naar Norwich zijn ge weest." „Dat heeft ze hem niet verteld en daar had ze haar redenen voor, zoals ik nu begrijp. Ze wil zichzelf niet bekennen dat Peter het ernstig met me zou kunnen menen of ik met hem. Dus wil ze niet, dat Muir iets te horen zal krijgen wat een bedreiging zou kunnen worden voor zijn plannen om met me te trouwen, want volgens haar is dat precies, wat geschikt voor me is: ik zal de rest van mijn leven alles hebben wat mijn hartje begeren kan en voor Peter zal ik geen gevaar meer kunnen vormen." zei Liane met een bitte re klank in haar stem. Jess was zo verbaasd, dat ze niet zo gauw wist, wat ze zeggen moest. Tenslotte zei ze: „Denk je, dat Muir, die heel veel van je houdt, het erg zou hebben gevonden, dat je het gezel schap van Peter op prijs stelt en graag eens met hem uitgaat, als je het hem van het begin af aan eerlijk verteld had?" „We hebben hem niet bedrogen." Jess merkte dat Liane oprecht geloofde, dat ze dit niet gedaan had. „Hij heeft zelf voorgesteld, dat ik Peter de omgeving zou laten zien," „Zal dat het dan niet gemakkelijker maken om dat andere te vertellen, als het noodzakelijk is?" „Dat mag niet verteld worden! Besef je dan niet, Jess, dat ik tegenover Muir laf ben dat dat van het begin af aan de grote fout is geweest? Ik ben hem dankbaar, ik heb respect voor hem Maar ik ben ook bang voor hem!" Jess maakte een wanhopig gebaar. „Liane, kind waar moet dit allemaal op uitlopen? Heb je daar wel aan gedacht? Zelfs als jij en Peter bereid zijn elkaar op te geven, moet de hele geschiede nis uiteindelijk jullie allemaal verdriet brengen en niet in de laatste plaats Muir, als je met hem trouwt, terwijl je in werkelijkheid van Peter houdt. Heb je daar wel over nagedacht?" „Ik kan het Muir niet vertellen en je moet niet proberen, me over te halen om het wel te doen, Jess." „Je begrijpt zeker wel, dat je het vroeger of later zult moeten doen, nietwaar?" Liane staarde naar de tuin.,,,Ja, ik geloof van wel", zei ze langzaam. „Toch hoop ik steeds nog, dat er iets zal gebeuren, zodat het niet nodig zal zijn. Misschien zal Muir tot de con clusie komen, dat hij toch niet met me wil trouwen; dat hij ten slotte toch meer van iemand anders houdt." (Wordt vervolgd) dat ziel c.q. geest en lichaam geen op zichzelf staande substanties zijn, maar slechts aspecten van de menselijke zelf- objectivering, twee kanten van een en dezelfde persoon. Beide antropologische voorstellingen werden afgewezen en op diverse gron den critisch weerlegd. Met deze kennis gewapend benaderde spr. daarna de mens vanuit een kosmologische ge zichtshoek: de aarde, het planten- en dierenrijk. Hieruit is af te leiden, dat de mens een pneumo-psychosomatische eenheid is, waarbij de ziel c.q. geest tegelijk transcendent is en geen si psychosomatische eenheid gelijk heden ten dage wel leert. Dr. Drogendyk besloot zyn lezing met de opmerking, dat de medicus by ziln behandeling van zieken met deze structuur dient rekening te houden. De arts moet eigenlijk tegelijk een pries ter zijn, hetgeen zeggen wil: getuige in woord en daad van de Kurios. de Heer van leven en dood. Mutaties op komst in de Raad van leraren (Van i onzer redacteuren) r. A. la Fleur, voorzitter van d< Vereniging van leraren bij het chris- lijk voorbereidend hoger en middel baar onderwijs, is voornemens hel presidium dezer vereniging in. he voorjaar van 1958 neer te leggen. Bij gevolg zal dr. La Fleur ook aftreden als voorzitter van de Raad van lera ren bij het v.h.m.o., in welke raad hij C.G.M.O. vertegenwoordigt. De heer La Fleur is rector van een der beide christelijke Lycea te Haarlem. In dezelfde tijd zal ook de secreta ris van de Raad van leraren deze Raad verlaten. De heer S. Rooden- burg, die voorzitter is van het Genoot schap van leraren aan Nederlandse gymnasia en lycea, treedt af wegens het bereiken van de pensioengerech tigde leeftijd. Uniecollecte lijst 8 Tweehonderd plaatselijke comité'; hebben in totaal bijeengebracht 115.170,25 in de Uniecollecte voor de scholen met de Bijbel. Uit lijst 8 var deze 79ste Uniecollecte blijkt, dat die zelfde comité's vorig jaar een bedrag van 101.544,87 collecteerden. Op deze lijst komen de volgende plaatsen en bedragen voor: Den Andel: 119,50 (v. j. geen collecte); Opende: 161 (v. j, 166,75); Zuidwolde: ƒ405.75 (424,25); Bergum: 603.20 (559,40); Kollum: 709,85 (678,35); Oostermeer: 510,— (540,—)Oosterzee: 165,75 (164,25); De Tike: 192,— (195,50); Eelde: 137,50 (72,50); Ommen: 1.049,90 (1.081,—); Gelselaar m. Gees teren: ƒ386,25 (337,50); Silvolde: ƒ159,— (139,50); De Valk (Lunteren) 425,— (405,50); Westendorp 617.50 (432.—); Muiderberg: 161,25) (170,-)St. Pancras: 815,30 (695,— Bergambacht: 190,8C (153,16); Dubbeldam (2e Tol): 230,— (230,Giessendam: 110,— (118,—); Noordeloos: 124,20 Voorburg: 2.262,15 (2.300,55); Andel: 736,— (713,75); Geldrop: 276,17 (214.62); Moerdijk: 165,— (136,75); Geleen: 284,75 (307.55) (Advertentie) 1 -1 •S'AV* Z"Z' U ^aambeien' SCHROMPELEN WEG j Pijn en jeuk verdwijnen bloeden houdt op ONDANKS MISVERSTAND T EER dan de natie haar doop ver staan en waarderen en kerk en staat zijn gered, schreef Wormser meer dan honderd jaar geleden. Hij ging daarbij uit van het door hem geconstateerde feit, dat het gehele Nederlandse volk in 1853 gedoopt was (over de juistheid daarvan kan men twisten) en dat deze doop door de verschillende bestaande kerken over en weer erkend werd. Dit was voor hem aanleiding te spreken van een gedoopte natie. Te vens was het voor hem uitgangspunt tot een actie om het Nederlandse volk weder de betekenis van de doop bij te brengen, want het volk verkeerde in brede lagen in volsla gen onwetendheid en vele predi kanten kenden deze betekenis even min of loochenden haar. Zelf heeft hij onvermoeid voor dit doel gestre den en het heeft hem zijn gezond heid en ten slotte zijn leven gekost.- Dit spreken van een „gedoopte na tie" was onlangs voor dr. J. J. Bus- kes aanleiding tot een felle aanval in het blad „In dienst der Kerk", door ons geciteerd op 22 en 23 no vember. Dr. Buskes meent, dat Wormser zou hebben gedacht aan een volkskerk, een kerk van het doopverbond. Wormser zou naar de mening van dr. Buskes gedacht heb ben, dat het Nederlandse volk als volk gedoopt zou zijn, als volk zou zijn opgenomen in het verbond der genade. Wormser zou door „zijn volkskerkgedachte" de band tussen geloof en heil hebben verbroken. Hij zou het geloof van dopelingen en ouders hebben willen vervangen door het geloof der gemeente. Het begrip gedoopte natie is volgens Buskes een Bijbels-illegitiem begrip. Het is onmogelijk een volk te do pen. Het gaat om mensen niet om volken, aldus dr. Buskes. Gelukkig intussen bestaat er, on danks de term „gedoopte natie", op dit punt geen verschil van inzicht tussen twee mannen die, in verschil lende eeuwen en bij veel afwijkingen op tal van punten, op bijna dezelfde plaats gestreden hebben voor het Evangelie. Duidelijk schrijft Wormser op 14 augustus 1844 aan Groen van Prin- sterer: „De volkeren zijn door God niet aangenomen; maar Jezus heeft er uit alle geslachten, tongen, vol ken en natiën met Zijn bloed ge kocht." Het is hem onmogelijk, te erkennen VOOR DE KEUS i substantie ontdekt i "LIET debat over Nederlands Nieuw- Guinea in de Algemene Verga dering van de Verenigde Naties heeft Indonesië niet de bevrediging geschonken, die het gedacht heeft, er in te zullen vinden. De regering te Djakarta heeft door een drei gende situatie te schep.pen ge tracht, de volkerenorganisatie te harer gunste tc beïnvloeden. Dit is haar slechts ten dele gelukt. In de Politieke commissie wist de resolu tie van de Afrikaans-Aziatische lan den een gewone meerderheid te be halen, maar tot de vereiste twee derde meerderheid in de Assem blee heeft zij het niet kunnen bren gen. Toen de uitslag van de stem ming bekend werd gemaakt, bleek, dat Indonesië opnieuw een morele nederlaag had geleden. In de reso lutie, waarover gestemd is, werd slechts aangedrongen op nieuwe onderhandelingen tussen Nederland en Indonesië en zelfs daarvoor wa ren vele leden van de Ver. Naties niet te vinden. Nu is het ogenblik aangebroken, dat Indonesië een beslissing moet nemen over de houding, die het voortaan zal aannemen tegenover Nederland. Minister Luns heeft de deur voor overleg tussen beide lan den opengelaten. Hij heeft verklaard, graag met Indonesië te willen on derhandelen, als het maar niet over Nieuw-Guinea gaat. Het is evenwel aan twijfel onderhevig, of Sockarno en de zijnen thans nog bereid ge vonden kunnen worden, de toege stoken hand te grijpen. Daarvoor hebben zij zich te diep in de bin nenlandse moeilijkheden gewerkt. Het is thans de vraag, of Indonesië tot het nemen van drastische maat regelen zal overgaan, of dat het dat er eigenlijke Christelijke staten zijn in de zin van de vroegere Joodse staat. Ook op dit punt stemt hij met Buskes overeen. Afgezien van de vraag of Wormser ooit het woord „volkskerk" zou heb ben gebruikt, bedoelt Wormser, wanneer hij van de kerk spreekt, de eigenlijke kerk. In die zin ziet hij in Nederland slechts één kerk, die niet gebonden is aan landsgren zen, want hij ziet slechts één kerk van Christus over de gehele aarde. „De kerk is een geestelijke zaak, wij geloven haar", schrijft hij op 30 augustus 1844, en hij dringt aan op de „geestelijke constitutie der kerk door vereniging der gelovigen." Wat de beschuldigingen van ds. Bus kes betreft, dat Wormser het geloof der dopelingen en doopouders zou willen vervangen door het geloof der gemeente, kan men opmerken, dat Wormser met grote kracht voor het geloof der gemeente gestreden heeft. In tal van geschriften dringt hij aan op krachtige handhaving van de leer in de Hervormde kerk, hoewel hij zich afgescheiden had. Ook kwam hij op voor het recht van de ouders om doopbediening te weigeren van een predikant, die de heilswaarheden loochende, en om die te doen geschieden door een predikant die deze waarheden be leed. Wat het geloof van dopelingen en doopouders betreft, was Wormser weliswaar voorstander van erken ning van de eenmaal bediende doop, juist als middel om de eenmaal gedoopte met de betekenis van die doop te confronteren. Dit was ech ter geen pleidooi voor een ruimere dooppraktijk. Het recht van de ouders op de doop van hun kin deren is er volgens Wormser, omdat en zodra zij zichzelven, met alles wat zij zijn en bezitten, en dus ook met hun kinderen, toewijden aan de Heer. Uitdrukkelijk stelt hij ook, dat de doop wordt bediend aan de Christe nen en de kinderen der gelovigen, hoewel het natuurlijk onmogelijk is in het hart te zien, of degenen die Christus belijden een levend geloof hebben. Met grote nadruk wijst hij op de betekenis van de doopgelofte. Christus belijden, weten wat men belijdt, en naar die belijdenis leven: dat waren de eisen, die Wormser stelde aan zich zelf, aan de gedoop te en aan de kerk. zich er voorlopig toe zal „beper ken", de betrekkingen met Neder land nog meer te vertroebelen, o.a. door het verbreken van de diplo matieke betrekkingen, door de boy cot van Nederlanders in Indonesië, door te weigeren, de concessies aan de K.L.M. en andere Nederlandse bedrijven te verlengen of door deze concessies in te trekken. Want de Indonesiërs zullen zichzelf in de vingers snijden, als zij nu plotseling een eind maken aan alle relaties met Nederland en alles wat Neder lands is nationaliseren. Van belang is hierbij de vraag, of er andere landen gevonden zullen worden, die bereid en in staat zijn, de plaats van Nederland in te ne men. Een van die landen is West- Duitsland. In Djakarta heeft men reeds te kennen gegeven, dat men daar graag zou zien, dat de Duit sers de Nederlanders zullen ver vangen. West-Duitsland onderhoudt reeds belangrijke handelsbetrekkin gen met Indonesië en het moet voor de zakenlieden van dat land dus niet zo heel moeilijk zijn, op de veranderde omstandigheden over te schakelen. Er zijn echter twee factoren, die de Duitsers er van kunnen weer houden, de Indonesiërs in de kaart te spelen. In de eerste plaats moe ten zij beseffen, dat wat Nederland thans overkomt, ook hun deel kan zijn, als de situatie in Indonesië blijft verslechteren. Bovendien moe ten zij zich afvragen, of zij het zich kunnen veroorloven, een bond genoot, tegenover wie het nog zulke belangrijke morele verplichtingen heeft, een stoot in de rug te geven op een gewichtig ogenblik in zijn geschiedenis. Zelfs obleem meer zUn. Het geheim zit 1 ..t weefsel vernieuwende Bio-Dyn. Deze stof wordt thans toegepast in t ■erdovende middel Chr. Paed. Studiecentrum Het Christelijk Paedagogisch Studie centrum organiseert op 2 en 3 januari 1958 de jaarlijkse hoofdconferentie op „Woudschoten"; op 3 en 4 januari 1958 zal op „Woudschoten" een scholencon- j ferentie gehouden worden. I Het is de bedoeling tot deze laatste conferentie uitsluitend althans zoveel mogelijk het onderwijzend personeel van een school in zijn geheel uit te nodigen en toe te laten. Het onderwerp is in beide conferenties: „Keuze en organisatie van de leerstof in een zich vernieuwende school". De leider van de conferentie is de heer S. Klein, als inleiders zullen optreden de heren D Fokkema en J. Wedzinga.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 2