^FIJN VAN LEEST
De modieuze zakdoek
Spekkie en Blekkie EN DE KLEINTJES KOFFIE
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
VRIJDAG 1 NOVEMBER 195
Zaterdag 2 november 9 uur v.m.
opening van ons vijfde filiaal
HAARLEMMERSTRAAT 25 LEIDEN
Een opening is iets feesteliilcs en wij meneif
deze niet beter te kunnen vieren dan met een serie
werkelijk fantastische' aanbiedingen,
waarvan II er hier enkele ziet.
ti8- Allen namen weer in de politiewagens
plaats en de kolonne reed eerst naar Wim-
meloo terug, om de bagage van Spekkie en
Blekkie op te halen en sloeg dan met grote
snelheid de weg naar Pippeldrecht in. De
commissaris en de inspecteur bespraken
onderweg, hoe ze het huis, waarin de Klein
tjes Koffie volgens Varjamo opgesloten! wa
ren, he>t beste konden overvallen.
„We rukken er onverwachts van alle kan
ten op aan, Hamzwaaier," zei de commis
saris. „En iedereen die zich in het huis
bevindt grijpen we bij z'n kraag."
Toen ze de lichten van Pippeldrecht in de
verte zagen, kreeg Blekkie een vreemd ge
voel in zijn borst. Als Varjano nu maar de
waarheid gesproken had! Hij zag hoe de
kolonne zich splitste de commissaris had
zijn instructies per radio doorgegeven
en hij begreep dat het beslissende i
nabij was. De auto's gierden c
en voor Blekkie het goed en wel besefte,
stonden ze voor Weegbreelaan nummer zes
endertig. De commissaris sprong uit de auto
en stormde, door zijn mannen gevolgd, op
het huis af. Blekkie zag dat hij zijn revolver
had getrokken. Even later hoorde hij een
knal: de commissaris had het slot kapot
geschoten: de deur vloog open en de agen
ten renden de gang binnen. De beide vrin
den draafden wat ze konden om ook zo snel
mogelijk in het huis te zijn. Maar toen ze
ln de gang stonden, zagen ze de commissaris
en de inspecteur al naar beneden komen, met
de Kleintjes Koffie in hum arm.
„O, gelukkig, Blek!" stamelde Spekkie.
„Ze z-zijn weer t-terecht!" De ventjes zagen
er behuild, maar verder ongedeerd uit.
„Was er verder niemand in het huis. com-
vroeg Blekkie. Voor de commis
saris antwoord kon geven, zagen zij agent
Peerkwast eveneens de trap afdalen, een
bekende figuur voor zich uit duwend. Het
was Joohems, de opkoper van het Pompefl-
moespleim.
De agenten onderwierpen de villa nu aan
een systematisch onderzoek, maar het hud»
bleek verder verlaten.
„Die kerel die me na onze tocht met de
helikopter ontsnapt is krijgen we ook nog
wel," zei de commissaris grimmig. „En mijn
heer Wimpelmans ook. Het voornaamste ie,
dat we Varjano Ingepikt hebben en de Klein
tjes Koffie bevrijd. Wacht, ik zal eerst hun
ouders opbellen. Die zullen wel bulten sicb»
zelf van vreugde zijn!"
(Wordt vervoi®d&