3Com kaaóticf
16meter
GROOTS WERK VAN HENK KRIJGER
y
3
V tnodiging tot ergenis
Pianomuziek van Beethoven
IHrifKK liederen van Schubert
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 26 OKTOBER 19ó[
Mum
van
Wanneer wij de nieuwe
christelijke H.B.S. te Gronin
gen binnenkomen via de
hoofdingang, betreden wij een
ruime hal van 16 x 7 a 8 m,
waarvan het plafond onder
steund wordt door een,4-tal
forse pilaren, waartussen een
niet minder forse trap, welke
naar de boven gelegen verdiepingen voert. Links zien wij
een raamwand, die uitziet op een binnenplaats, rechts een
wand, welke aan beide kanten geflankeerd wordt door een
stel dubbele deuren, een ingebouwd aquarium en een klasse-
deur, een wand van 16 x 4 m, die nooit in zijn geheel is te
overzien door de aanwezigheid van genoemde pilaren en trap.
Deze wand als geheel te beschilderen met als onderwerp
een bijbelse voorstelling, zo luidde de opdracht aan Henk
Krijger, een opdracht groots in zijn omvangrijkheid en ook
niet minder groots in zijn hiervoor op te lossen moeilijk
heden. Het gaat er immers niet om een wand met wat voor
onderwerp ook in een aantal op elkaar afgestemde en zeer
verfijnde kleuren, samengesteld tot een sublieme compo
sitie, op dekoratieve wijze te vullen, voor een wezenlijke
wandschildering is meer nodig.
De wand is een essentieel deel van de ruimte en bij de
ontwerpschets van deze ruimte is genoemde wand al ge
dacht als beschilderd deel
hiervan, om als zodanig een
component te vormen van de
andere wanden, het plafond,
de vloer en wat zich verder
in de ruimte bevindt. Zo be
zien is de wandschildering
dus niet zo maar een zinloze
versiering van het hiervoor
aangewezen muurvlak, nog
minder een groots opgezet
schilderij met een zinvolle
voorstelling in die ruimte. In
wezen is dus de wandschil
dering een voltooiing van het
werk van de architect, een
voltooiing van de ruimte en
evengoed als de trap, de ra
men, etc., een element van de
ruimte.
Hel mag een verheugend verschijnsel genoemd worden,
dat er nu ook bij de bouw van christelijke scholen aandacht
geschonken luordt aan een verantwoorde en artistieke wand-
beschildering. Nog te vaak wordt de artistieke verzorging
van een schoolgebouw als een lure beschouwd. De nieuwe
Chr. H.B.S. in Groningen heeft in dit opzicht een voorbeeld
gesteld en voor een zeer groot werk een wandschildering
van niet minder dan 16 meter een kunstenaar uit het eigen
protestantse kamp aangetrokken, nl. de schilder en illustrator
Henk Krijger. Onze medewerker Arie Vermeer heeft de
school bezocht en geeft hier zijn indrukken weer van
Krijger's werk.
symbolische weergave aan van de
op de school gedoceerde vakken.
Ook hier blijkt weer de veelzijdig
heid van de schilder uit zijn ge
voel voor het materiaal. Zijn het
in het metaalplastiek de in ver
schillende vormen herwerkte me
talen als draad, gaas, geperforeer
de plaat e.d., die hij ineen smeed
de tot een zeer gevarieerde com
positie. Bij de glasmozaieken op
de ruiten, waren het de tintelende
lichteffecten, die hem als het wa
re op luchtige wijze brachten tot
een open compositie van licht en
kleur.
ARIE VERMEER.
Het gaat er om. of de schilder,
die de opdracht uitvoert, ongeacht
zijn voorstelling, gevoel heeft voor
de ruimte en haar verhoudingen of
hij werkelijk met zijn figuren of
non-figuraties een compositie en
kleurstelling weet te scheppen, die
de bekroning vormt van het door
de architect opgezette werk.
Veelzijdig
Henk Krijger nu, die al veel
van zich deed spreken als illustra
tor en boekverzorger, heeft ons bij
de voltooiing van oit en ander
werk. o.a. een metaalplastiek en
giasmozaiek in deze zelfde school,
getoond, dat hij niet alleen een
knap tckenaai. maar ook een zeer
veelzijdig kunstenaar is. Zelden
zien wij het samen gaan. dat een
kunstenaar, die op kostelijke luch
tige toon een verhaal weet te on
derstrepen, ook met een wezenlijk
monumentale verbeelding van zijn
onderwerp een architectonische
schepping weet te voltooien. Zijn
gevoel voor de ruimte toonde Krij
ger in de eerste plaats door op
deze ene muur drie van elkaar on
afhankelijke voorstellingen te
plaatsen, waarbij wij dus uit ver
schillende punten van de hal ze
ker één voorstelling in zijn geheel
kunnen overzien.
Als onderwerpen koos hij Matt.
25:1-13, de vijf wijze cn dc vijf
dwaze maagden. Of hij opzettelijk
deze tekst gekozen heeft in ver
band met de beschikbare ruimte,
of dat hij de ruimte ondergeschikt
maakte aan hei onderwerp laat ik
in het midden. Het is echter op
merkelijk. hoe de hier gekozen fi
guren in een bruin-grijs een door
lopend fries vormen boven de deu
ren. waardoor deze zeker geen sto
rende elementen meer vormen,
doch eerder een deel van de muur
met haar beschildering .uitmaakt.
Het gehele muurvlak is gevuld
met tot even boven de vloer door
lopende voorstellingen, o.a. links
van 1 Sam. 1:28, waar Hanna Sa
muel in de tempel voorstelt aan
Eli. (hierbij zij opgemerkt, dat dit
gedeelte van de schildering, het
welk in een blauw-groen tot bijna
citroen-geel gehouden is. wonder
wel aansluit bij de verlichting van
het in de muur gebouwde aquari
um) en rechts van Luk. 5:25-32.
waar wij Levi zien zitten voor het
tolhuis, terwijl Christus roept hem
te volgen. Het tolhuis wordt hier
geflankeerd door twee bomen,
waarvan de één deze voorstelling
doorsnijdt, terwijl de andere met
de donkere lijn achter het tempel
gordijn van de linkervoorstelling,
een afsluiting van de eerste vormt.
Is zo'n boom enerzijds een grens.
„Je bent te goed,
Giacomo"
Jaar in, jaar uit dient Giacomo
•paghetti of minestra op in het
Ristoranto Italiano in de 37ste
straat te Chicago De klanten ken
nen hem al als de toegewijde kell-
ner. die al met zijn 18e jaar zijn
werk in dit restaurant doet. Dus
nu al 33 jaar lang. Giacomo Doni
zetti spaarde van zijn loon en
spaarde van zijn fooien. Want
eens wilde hij terug naar zijn
Toscaanse land. eens wilde hij
in de herfst van zijn leven een
klein huisje kopen in zijn geboor
tedorp Prépizino. Dat sparen is
moeilijk, want telkens weer helpt
Giacomo anderen. En als hij op
een kwade dag een hartaanval
krijgt en zijn spaargeld wordt
verbruikt voor ziekenhuiskosten,
dan wordt er met gulle hand een
bedrag bij elkaar gebracht om
Giacomo toch zijn wens in ver
vulling te doen gaan. Oud en ge
brekkig gaat hij naar Italië terug,
om er zijn dorp te vinden. Maar
hij blijft er nie! Giacomo was
ook hier te goed. A. Rutgers van
der LoeffBasenau heeft dit ver
haal opgetekend en uitgegeven bij
Ploegsma te Amsterdam. (75 blz.
ƒ3.50». En het is een van de
mooiste novellen van onze tijd ge
worden. terecht onderscheiden
met een eervolle vermelding door
de Commissie voor de Collectieve
Propaganda van het Ned. boek.
Deze schrijfster heeft het verhaal
met zoveel liefde voor de men.en.
met zoveel gevoel voor de sfeer,
niet zoveel begrip voor de fijne
pomor verteld, dat het' een boek-
H ia om meerdere malen te lazez.
anderzijds worden de verschillen
de onderwerpen, welke ieder hun
eigen kleurstelling hebben, door
deze bomen als repeterend motief
en herhaling van kleur met elkaar
verbonden tot een grote gebonden
compositie.
Kracht
Hebben de bomen al een belang
rijke compositorische kracht, niet
minder is dit het geval bij de zeer
sterk sprekende vertikalen in de
figuren, die slechts onderbroken
worden door enkele horizontalen
van armen, een tafel, tempel
vloer etc., welke horizontalen de
verbindende elementen vormen en
de voorstelling een groot ritme ge
ven. Door genoemde vertikalen
wint de muur aan hoogte ten op
zichte van zijn enorme lengte.
Nog sterker valt de compositori
sche binding van het geheel op.
omdat de schilder zich niet heeft
laten verleiden door uitbeelding
van de drie aparte verhalen, maar
ondanks de reële gestalte van
mens en ding, is hij hier boven
de uitbeelding van het onderwerp
uitgekomen tot een verbeelding er
van, die teruggebracht is tot één
grote, over het gehele muurvlak
heenlopende essentiële beeldvorm,
die is ingesteld op het vlak en dan
nog wel het vlak als deel van de
Veel geringer van afmeting,
maar niet minder groots in hun
creatieve vorm. zijn de voorts
door Henk Krijger uitgevoerde
glasmozaieken cn het metaalplas
tiek. Op de ruiten treffen wij, uit
stukjes glas van verschillende
kleur en vorm samengesteld, de
Een groot gedeelte
muurschildering van 16 m
breed in de nieuwe Chr.
H.B.S. te Groningen, ge
schilderd door Henk Krij
ger. Links bovenaan de
wijze maagden, rechts bo
venaan de dwaze maagden.
Boven de vogels links is
in de muur een verlichte
aquariumbak gemaakt. De
grote voorstellingen zijn
links 1 Sam. 1 28, waar
Hanna Samuel voorstelt in
de tempel aan Eli; rechts
Luk. 5 25-32. waar Levi
voor het tolhuis zit. terwijl
Christus roept hem te
volgen.
[/X
De grote hal van
we Chr. H.B.S. te Gronin
gen met links de grote
wand, waarop Henk Krij
ger zijn schildering moest
aanbrengen. Rechts de ra
men met in het midden
de composities van Henk
Krijger elk een der vak
ken van de school uit
beeldend.
Drie grotesken van
PAUL VAN OSTAYEN
Een groteske is een grillig beeld
werk. En wie is er beter in dit
genre dan Paul van Ostayen, de
Vlaamse dichter uit het begin de
zer eeuw, de man die dadaïstische
verzen schreef, die spotte met de
logica en een heel bijzondere iro
nie hanteerde. Gerrit Borgers heeft
bij Uitgeverij-Daamen in Den Haag
in de Ooievaar-serie drie proza
verhalen. drie van die grotesken
van Paul van Ostayen bij elkaar
gebracht en voorzien van een in
leiding, nl. ..De bende van de
stronk'. „Het bordeel van Ika
Loch" en „De gehouden hotel -
sleutel of de kleine, domme daad".
„Niet alleen de logica, ook de ernst
pleegt in deze grotesken zelfmoord,''
zegt Gerrit Borgers. En de inleider
ziet deze verhalen als een protest
tegen de na-oorlogse (le wereld
oorlog) maatschappij, toen Paul
van Ostayen als balling in Berlijn
woonde. Inderdaad, in deze grotes
ken is geen draad ernst, is er dc
sfe:van de spotternij Maar of
ze nti zoveel waarde hebben, dat
hiervoor een plaats is ingeruimd
in de Ooievaar-serie, valt te be
twijfelen. Misschien alleen voor
hen die met het oordeel des onder-
scheids Paul van Ostayen kunnen
lezen. Voor die happy few alleen
kan men toch niet gaan uitgeven.
Aanbevelen kunnen we echt niet.
0VER de wederkomst van
Christus wordt de laatste
tientallen jaren veel gedacht,
gesproken en geschreven. In de
eerste christengemeenten leefde
deze verwachting heel sterk.
Ook in Westeuropa tegen het
jaar duizend en in de bewogen
tijden van de Reformatie. Maar
in de 18e eeuw met haar op
timistisch rede-geloof en ook,
na de Napoleontische oorlogen
en na 1848, in de 19e eeuw met
haar grote vooruitgang op aller
lei gebied, was de verwachting
van Christus' terugkomst-ten-
oordeel voor de grote kerkge
meenschappen weinig meer dan
een paragraaf in haar belijdenis.
De beide wereldoorlogen hebben
hierin een grondige verandering
gebracht. Ook het niet-gelovige
denken is op de toekomst gericht
en onder de christenen is vrij
wel over de gehele linie theoreti
sche en praktische belangstelling
ontwaakt voor alles wat op de
„laatste dingen" betrekking heeft.
Zo bezien mag het verwonderlijk
heten dat er nog
niet veel eerder
een bundel gedich
ten is bijeenverza
meld, die de toe
komstverwachting
in het algemeen en
de heilsverwach
ting van de gelovi
ge in het bijzonder
tot thema hebben.
Nu worden gedich
tenbundels door
gaans door twee
mengesteld: filolo
gen en dichters. De
taalgeleerde richt zich doorgaans
tot het verleden, eventueel met in
begrip van het recente ver
leden, zoals b.v. Dr. J. van Ham
deed, toen hij zijn bundel Avond
maalsgedichten" uitgaf voor de
dichter is de mogelijkheid tot uit
gave van een bloemlezing poëzie
een welkome gelegenheid zich uit
te spreken over hedendaagse rich
tingen en stromingen in de dicht-
Bundels met inleidingen, zoals
b.v. ..Met twee maten" van Paul
Rodenko, zijn van dit streven een
bewijs. De bundel van de taal
geleerde bewijst bekwaamheid en
smaak; die van de dichter bewijst
vooruitstrevendheid en smaak,
waarbij bekwaamheid stilzwijgend
wordt verondersteld. De filoloog
zegt voortdurend tussen de regels
door: ,,de poëzie is een weten
schap!": de bundelende dichter:
„de poëzie is profetie!"
Dominee en dichter
komt Okkc Jager, die
theoloog en dichter Is en doet
wat nog %-erzuimd was: een bun
del eschatologische poëzie verza
melen. Hij is geen gespleten fi
guur, zoals Piet Paaltjens was; hij
heeft geen ..zwarte tijd" achter
zich, zoals Beets Zijn dominee- en
dichter- zjjn vormt een eenheid, zo
zeer zelfs, dat dit dichterschap een
van het gangbare afwijkend beeld
vertoont. Deze gehele bundel Is
een onbedoelde illustratie van Ja
gers eigen diehterstype. Hij ziet
het vers voornamelijk als mens
beeld. tijdbeeld en boodschap. Het
esthetische ter wille van het esthe-
Ged'chten over de „laatste dingep
tische trekt hem niet. De poëzie
is als zodanig bij Jager nauwe
lijks soeverein in eigen kring: ze
is functioneel en dienend. Zijn poë-
hijzelf is en de keuze
them
de
stellende verzen van deze bundel
is een soort dichterlijk, menselijk
en christelijk zelfportret.
Dit blijkt ook uit de Inleiding.
Hier niet de voorzichtige en om
standige plaatsbepaling door de fi
loloog; evenmin de felheid en
propagandistische eenzijdigheid
van de dichterlijke aanvoerder of
commentator van een avant-garde,
maar een puren van gedachten,
het smaak hebben in een treffende
omschrijving, een opzichtig-lijken-
de, maar rake titel. En al deze
vondsten rangschikt hij met liefde,
zodat de Inleiding bijna een preek-
over-een-onderwerp mag heten.
DE keuze van Jager is dan ook
niet die van de typische
neerlandicus. nog minder die
;t hem aT
eld in leii
:er zal 7
in het vf
;e tekende 1
van de eenzijdig op poëzie inge
stelde. hevig-levende jonge dich
ter. Want wel is hij jong en he
vig levend, en dichterlijk be
gaafd, maar zijn roeping als
predikant heeft alles opgeslokt,
zodat de predikant en de dichter
eikaars aspect geworden zijn.
Rustig neemt hij een lied op
van Joh. de Heer: tegenover De wind
dichterlijke reputaties of het ont- de honden
breken daarvan staat hij geheel de
vrij. Dit is niet meer of minder
dan een doorbreken van literaire
tradities, misschien geïnspireerd
op de gedachte: de ware litera
tuur spot met de „literatuur".
huize nu kennis met gedii
die anders buiten hun sfcei
bleven zouden zijn. Ook
van Marsman. Roland Hols
anderen, die over het geheel
tot de chr. poëzie gerekend
nen worden, maar die hier
vlakken vertonen met dc
telijke heilsverwachting nan
op. Als het schepsel zuclit
de Verlossing, zouden dan
dichters zwijgen'
Ik ga deze bundel
bespreken: men moet
schaffen en er geregeld
De goedwillende lezei
dit tussen haakjes i ir
fragment van ondergetekende
bl. 81 wel een paar zin- en
trum verstorende drukfouten
len verbeteren: „Als één
dorst gefolterd, en gewond, w
bloed is weggevloeid, voor
een dronk betekent zijn of
DeJ bovenstaande vetgedru
woorden ontbreken daar nar
lijk. In een tweede druk. die 5'
spoedig verwacht, zullen d t
en mogelijke andere onvolkoi-
heden wel weggewerkt zijn.
C. RIJNSDOlf"
„Kom haastig!" Get
RECREATIE
Wij zagen het aan de bom n
toen wij vanmorgen ontwa
17
aan de hoge bomen
rondom het huis.
En wij hoorden het. overal
ons h
het was met geen naam te
het was met geen pen te beschi
het was als met handen te
Voor de criticus is dat bijzon
der interessant, vooal ook om
dat deze doorbrèking van beteke
nis kan zijn voor het meer een
voudige christelijke volk. d.at im
mers ook Jagers eigen verzen
heeft verslonden. Via hem ma
ken de lezers van christelijken
hebben elkander omari
zwijgend, maar met gebaren
van vreugde.
En onze ogen fluisterdeni
Eindelijk.
Het is er eindelijk,
Het is er onomwonden.
ANTON B. LAl^
Overgenomen uit „Kom
gedichten over de wee
door "okke Jager,"'uitg. T. H^K n!
N.V., Kampen.
De essayist en criticus J. öres-
hoff weet verdraaid goed hoe hij
door velen bekeken wordt. Hij weet
dut veel var. zijn geschriften in
derdaad met ergernis worden gele
zen. Zijn leven lang heef: Gres-
hoff weerstanden opgeroepen, vaak
onbewust. Dia veerstanden kwa
men niet altijd door zijn conclusies
of be^eita^jaHMHggggi
taseerd
cis-moll Op. 27 no. 2, die nog
steeds de ietwat sentimentele bij
naam „Mondschein"-snnate heeft Welk een romantiek ligt er in
dat woordje ..Mondschein". In Wenen heeft men die Sonate vroe
ger zelfs de ..Lauben-Sonate" genoemd daar ze in een prieel ge
componeerd zou zijn. Wie dan nog verder weet dat de Sonate
is opgedragen aan een van Beethoven's geliefden, nl. de mooie
Gravin Giluetta Giucciardi (door Beethoven zelf een lief en
betoverend meisje genoemd) die kan bij dit werk heel wat fan-
naar een 'hele
uit te halen. Maar heus, dat al
les heeft met die Sonate niets te
maken en de naam werd alleen
maar gesuggereerd door het won
derbaarlijke. dromerige en stille
inleidende Adagio. Het tweede deel
is een Allegretto, een meer luch
tig stuk, door Liszt eens een
„Blume zwischen zwei Abgrün-
den" genoemd. Het laatste deel
is zeer onstuimig. Het is werke
lijk niet allemaal rozegeur en ma
neschijn in deze Pianosonate van
Beethoven, die bovendien door de
componist niet als zijn beste sona
te werd beschouwd. Beethoven
was er indertijd zelfs een beetje
kregelig over dat men steed6 maar
over die cis-moll sonate sprak en
zei: ..Ich habe doch v.ahrhaf-
t«g Besseres geschrieben."
PHILIPS heeft deze in 1801 ge
componeerde Sonate met nog
twee andere populaire Pianosona
tes van Beethoven - de Sonate in
f-moll Op. 57 (zgn. Appassiona-
ta"> uit 1804 en de Sonate in c-
moll Op. 13 (zgn ..Pathétique")
uit 1798 op één langspeelplaat uit
gebracht in een vertolking van de
befaamde Duitse pianist Hans
Richter Haaser (geb. 1912 in Dres
den en «hans leider van dc mees
terklasse voor piano aan de Nord-
westdeutschen Musikakademie in
Detmold». een pianist die ook in
Nederland door talrijke recitals
zeer geliefd is. <30 cm. langspeel
plaat A 00325 L'
De Sonate Pathétique is opge
dragen aan eeti van Beethoven?
Weense beschermers Vorst Lich-
nowsky en toont al het drama
tische talent van Beethoven. De
Appassionata heeft verwantschap
met de Vijfde Symfonie van Beet-
Hans Richter Haaser speelde
voor Philips de drie meest po
pulaire piano-sonates van Beet
hoven (Mondschein. Pathétique
en Appassionato).
hoven met haar noodlotssfeer.
Toen een van zijn leerlingen hem
een? vroeg wat Beethoven met de
ze Sonate wilde uitdrukken, ant
woordde de componist: ..Lesen
Sie Shakespeare's Sturm".
Hans Richter Haaser heeft de
ze drie Sonates in een ongeloof
lijk muzikale vertolking gegeven.
Hij heeft nergens te veel belicht,
nergens te veel romantiek óf
hartstocht gegeven, nergens ook
de constructie geweld aangedaan
met al te willekeurige rubati. In
tegendeel. het is alles geadeld
door de geest van een groot mu
zikant en met een toucher- en pe-
daalbeheersing, die bovendien de
vaeriige musicus doen kennen.
RuAter Haaser mag dan een en
kele echt ni«t belangrijke herha
ling niet spelen, hij mag zelfs de
2e maal het Allegretto uit de
Mondschein-sonate net iets snel
ler nemen dan de le maal. de
plaat mag in het 2e deel van de
Pathétique een tikkeltje zweven,
het alles doet niets af aan dc
grootheid van techniek en van
geest dezer vertolkingen. Hans
Richter Haaser heeft het totaal
beeld der sonates klaar voor ons
neergezet en bovendien de muzi
kale spanningsbogen geniaal ge
trokken. Van hem moeten er
meer platen uitkomen, wamt dit is
musiceren van deze tijd.
pOLUMBL\ heeft een ander werk
van Beethoven op de plaat
vastgelegd, nl. de 32 Variaties op
een origineel thema in c-moll Op.
191. gespeeld door de eveneens be
faamde Poolse pianist Witold
Malcuzynski (geb. 1914'. Malcu
zynski is nog een leerling van Pa-
derewski. won in 1937 een prijs
op het Chopinconcours in War
schau en maakte in 1946 voor de
B.B.C. in Londen een serie Cho-
pin-opnamen, gespeeld op de vleu
gel die Chopin in 1848 in .Londen
had bespeeld. Malcuzynski is een
der allergrootste pianisten van de
ze tijd.
Wie dit niet wist kan het ho
ren aan het fantastische Colum-
bia-plaatje met de 32 Variaties
i plaat ESBF 141) met aan elke
kant 16 variaties van dit in 1806
gecomponeerde werk. Beethoven
beheerste de variatie-kunst als
geen ander en Malcuzynski laat
niets, maar dan ook letterlijk
niets van deze kunst verloren gaan.
Hij zet alles duidelijk en klaar
neer en toont een technische be
heersing die velen - ook vele be
kende pianisten - hem zullen be
nijden. Een plaatje dat u niet mag
vergeten.
T^VENMIN als dat kleine plaat-
je. dat COLUMBIA uitbracht
van de in 1915 geboren Duits-Oos
tenrijkse sopraan Elisabeth
Schwarzkopf met vier liederen
van Schubert <..An die Musik".
..Das Lied im Granen". ,,An Syl-
VIA NA At, O
SN PLAAT
via" en ..Grctchen am Spinnra-
de begeleid door niemand min
der dan de bekende Zwitserse pia
nist Edwin Fischer. (45-toeren-
plaat SEL 15641 Elisabeth
Schwarzkopf is een van de zange
ressen. die zich naast haar ope
ra-carrière ook kan bewegen op
het terrein van het lied en het
oratorium. Deze oud-leerlinge van
Maria Ivogün heeft deze vier klei
ne liederen van Schubert tot de
kostbaarste juweeltjes uit de lied
literatuur gemaakt. Dit is niet al
leen zangkunst van het allerhoog
ste gehalte, maar ook een hoge
muziekbeleving. En in de samen
werking met Edwin Fisoher is er
niets, dat te wensen overlaat.
Voor de liefhebbers van het scho
ne lied een zeer kostbare aan
winst in dc discotheek en juist
door het kleine formaat financi
eel voor iedereen bereikbaar.
CORN. BASOSKI.
hautain gebaar zijn conclusies po
neert. Het zij hem vergeven, om
dat hij in ieder geval toch altijd
tot een conclusie kwam. En dat kan
niet van alle beoordelaars en essay
isten gezegd worden. Uit zijn eigen
werk heeft hij een kleine keuze ge
maakt. die hij noemde „Uitnodi
ging tot ergernis" (Ooievaar-serie
Ui tg. Daamen. Den Haag) en liet
inleiden door L. Vroman.die dat
wat pathetisch deed. De keuze be
vat enkele gedichten, een vijftal
lekepreken en stukjes over Willem
Elsschol. Jan van Nijlen en J. H.
Speenhoff. Het is alles al eerder
uitgegeven En het is alles van a
tot z Greshoff.
Henk Zoutendijk met de typi
sche figuur van Lamme Goed
zak en achterop de ezel de
Vlaamse held Tijl Uilenspiegel.
en de zeven*"
ondeugden.
De Poolse pianist Witold Mal
cuzynski brengt de 32 Variaties
op een origineel thema van Beet
hoven tot klinken op een kleine
Columbia-plaat.
£EN figuur, die sinds de 16de
eeuw bij iedereen bekend
is om zijn grappen en verbluf
fende schelmenstreken, zal
binnenkort in een nieuwe ge
daante op het toneel verschij
nen. Het is niemand minder
dan Tijl Uilenspiegel, die weer
is opgedoken.
In opdracht van het minis
terie van onderwijs, kunsten
en wetenschappen heeft Piet
Wiegman twaalf poppen ge
sneden. Op advies van de Haagse
poppenspeler Henk Zoutendijk
werd deze serie van twaalf pop
pen gewijd aan Tijl Uilenspie
gel en de belangrijkste figuren,
die met hem. het Vlaamse epos
vormen. Want het verhaal,, dat
Henk Zoutendijk voor zijn pop
penkast schreef, is gebaseerd
op de Tijl Uilenspiegel uit het
boek van Charles de Coster,
dat in de vorige eeuw werd ge
schreven.
In zijn boek maakte De Coster
van Tijl een Vlaamse vrijheids
held. Dit was dan een grote pro
motie voor dc heer Uilenspiegel,
want van huis uit was hij een or
dinaire grappenmaker uit een Ne
derduits volksboek, waarvan de
oudste tekst dateerde uit het ein
de der 15de eeuw. Deze tekst is
echter verloren gegaan.
Piet Wiegman, wonende ir
Groet bij Schoorl (N.H.), is eigen
lijk schilder, maar voelt zich erg
aangetrokken tot het snijden van
vaardige handen
hout had getypeerd, sneed hij de
Uilenspiegelserie. Henk Zoutend;jk
op zijn beurt haalde uit het plm.
500 pagina's tellende boek van
Charles de Coster de meest voor
de held Uilenspiegel typerende
scènes en verkreeg daardoor een
poppenkast-epos, dat een speeltijd
heeft van twee uur.
Tegen tirannie
TT ET stuk speelt tijdens de 80-
lange oorlog, waarin de
wrede Spaanse koning Philips II
in strijd is gewikkeld met het
vrijheidslievende volk der Lage
landen bij de zee. Tijl is behalve
grappenmaker in de eerste plaats
de man. die zich verzet tegen de
tirannie. Hij personifieert de
geest van Vlaanderen, Nele. het
meisje, dat hem van de strop redt
en met hem huwt. symboliseert
het hart van Vlaanderen. De an
dere figuren, waarachter men ook
een symboliek moet zoeken zijn:
Je vader van Tijl. Klaas cenaamd:
Soetkin. de moeder van Tijl: Ka-
telijne, de moeder van Nele;
Grijpstuiver, de visverkoper, die
de verradersrol speelt; Ridder
Hansken; koning Philips II, de
man die rampspoed over Vlaan
deren stort; de admiraal Blois
van Treslong, een aanhanger van
de prins van Oranje; de schipper
Sterke Pier. die in opdracht van
Oranje het land doortrekt en het
verzet tegen Spanje aanwakkert;
Lamme Goedzak, de ..buik" van
Vlaanderen; de paap. een dikgege-
ten pastoor, die zich niet tegen
Philips durft te verzetten en. na
tuurlijk, de ezel.
Deze poppenserie heeft de heer
Wiegman dezer dagen overgedra
gen aan het ministerie, waarna
Henk Zoutendijk de poppen ge
schikt maakt om er een poppen
spel mee te kunnen opvoeren. Ver
moedelijk zal deze maand de pre
mière gegeven kunnen worden.
De zeven
"yOOR de vader van Tijl (Klaas)
sterft, geeft hij zijn zoon de
weinig zeggende opdracht „Zoek de
zeven". In de loop van de ge
schiedenis wordt het Tijl langza-en
merhand duidelijk, wat zijn vade;
met die „zeven" heeft bedoeld.
Dat waren de zeven ondeugden,
die Vlaanderen en de mensheid in
net algemeen in het lijden storten,
namelijk: hoogmoed. gierigheid,
gulzigheid, traagheid, gramschap,
nijd en onkuisheid.
De
Rei
QP deze zeven ondeugden heeft
Henk Zoutendijk zijn poppen
spel gebaseerd, zodat niet zo zeer »dic
het historische, dan wel het pe-
dagogisohe element op de
grond staat. Tijl, die aan het eind
van poppenspel uitroept:
graaft men Uilenspiegel, de geest,
en Nele, het hart van Vlaande- ads
ren? Neen! Vlaanderen kan ook
slapen, meer sterven nooit",
thans zedenmeester geworden. De
ze promotie zij hem gegund!
Het poppentheater „In den vi
den Zotscap" van Henk Zouten
dijk krijgt er weer „twaalf
despelenden" bij, die uit het goe
de hout zijn gesneden. Piet Wieg
man heeft de poppenwereld
rijkt met karakteristieke typen.
Elk van de grof gesneden kop
pen spreekt een duidelijke taal.
die men direot kan verstaan. Mét
de tekst, die Henk Zoutendijk
het Vlaams zal uitspreken, i
Tijl Uilenspiegel ook in deze tijd
zijn populariteit prolongeren.
M. RECKMAN