Blad
:n
JURK
fornuis
aan u/ijn
SPROOKJES
PRINSES
195:
Jelnbeel
n 3e dn
en Km
usiast gi
tgekomi
materia
eekt v
wij
Lgnalera
de e'beic
an diem
irkt blij
is Joze
tgave
ïversmt
rj EGT U eens
eerlijk: waar
aan denkt u, als u
le naam Bordeaux
hoort? Aan de
landkaart of aan ZCCft, CJCHlCt
i »ai
nog
vruch
it hij
en ^bez
in
kent
hbij
Het b
„Flatg
ijft Fri
op I
'elgest
geg
ertali
kust
de gi
rikaan
log»
g gek
ÏÏK
,d/J
ZATERDAG 26 OKTOBER 1957
rit* OA
GfranaattiLOXfMpje,
Uit Zuid-Europa is ons be
kend de Punica granatum, het
Granaatboompje. Deze Punica
komt daar als een vrij hoge
boom voor. Doch er is ook een
variëteit die laag blijft en in
het zuiden als heg gebruikt
wordt. Wie wel eens in de
zomer of de herfst in de Oriënt
geweest is, zal zich deze heggen
wel herinneren, overdekt als ze
Wie
de drankleveran
cier? Aan de stad
,n de Garonne of
de geadelde
wijnen, waarvoor de druiven in de wijde omgeving van de
;stad borgstaan?
Ik moet u bekennen, dat ik vrijwel alleen aan wijn dacht
het horen van de naam Bordeaux, tot een paar weken
ivoordat ik naar de stad zou gaan. Het is nu- zeker al weer
een maand geleden, dat ik er vertrokken ben en sedertdien
heeft zich het beeld gewijzigd, het is nu één geworden. Het
kan ook eigenlijk niet anders, dunkt me. Wie in Bordeaux
geweest is, denkt terug aan de stad als het middelpunt van
een eeuwenoude wijncultuur, een van de belangrijkste ter
wereld; denkt terug aan de wijn, die zijn naam dankt aan
de levendige en hartelijke stad, die in het geheel niet het
stempel draagt van de havens, die toch een zeer belangrijke
bijdrage tot de stedelijke nijverheid vormen.
zonder flinke snoei
geen rijke bloei
zijn met een zee van prachtige
rode bloempjes, een granaat-
rood kleed.
Deze variëteit, die in ons land
als potplant voorkomt, kan in
de herfst buitengewoon rijk in
bloei staan. Maar het kan ook
gebeuren, dat er weinig of geen
bloemen te bespeuren vallen.
En dat is meestal het geval
Misschien komt het daardoor,
dat men het Granaatboompje
zo weinig ziet in de huiskamers.
dat
Als
0EZE foto is typerend voor Bordeaux: de havens zijn be
langrijk voor de economie van de stad, maar bepalen het
stadsbeeld nauwelijks. Daarachter: de oude gebouwen, die de
stad een onmiskenbaar stempel van voornaamheid geven.
Bordeaux is een prachtige stad,
zonder nochtans zo overrompelend
te zijn, dat ze onbereikbaar is. Het
is er druk, maar niet zo adembe
nemend als in Parijs: het is er
3 warm als aan de Rivièra,
door de zuidelijke ligging
(allicht) al een stuk beter dan
hier; de stad ligt prachtig, halve
maanvormig aan de soms licht
blauwe, dan weer vuilgrijze Ga-
op, naar Franse begrip
pen, betrekkelijk korte afstand
zee. Arcachon is namelijk
der dan zestig kilometer
verwijderd en de wegen en bus
verbindingen erheen zijn uitste
kend.
M" ar misschien zijn de goede
herinneringen, die ik van Bor-
ix heb meegenomen, voor een
onbelangrijk deel te danken
de min of meer toevallige ont
moeting, die ik had met de Ne
derlandse consul daar, monsieur
Henri Mahler Besse. Ik was de uit
zondering op de regel, dat het
meestal narigheid is, die een Ne
derlander in den vreemde bij zijn
„eigen" consul brengt. Nee, bij
het Syndicat d'initiatives (de
V.V.V.) hadden ze gezegd: ...en
als u in wijn geïnteresseerd bent,
moet u eens gaan praten met uw
consul. Monsieur Henri Mahler
Besse heeft behalve zijn diploma
tieke staat nog wel iets anders te
doen: hij is een van de belangrijk
ste wijnhandelaren in dit gebied
(met tussen haakjes ook een ves
tiging in Amsterdam). Hij heeft
de Franse nationaliteit, maar had
Hollandse vader, zodat hij dus
geacht kan worden van Holland.
Frankrijk en van de wijn het
en ander af te wegen. En het
is dank zij zijn vriendelijkheid,
dat ik op de vignobles, de wijn
gaarden en op enkele wijnboerde
rijen, zoals Ch&teau Léon en Cha
teau Palmer, de gelegenheid heb
gehad om te staan bij wat men de
wieg van de grote wijnen zou kun-
Want men onderscheidt de ge
wone wijnen, de vins ordinaires
en de grands vins. die dan ook
beschermd zijn (..appelation con-
trolée"), zoals Bourgogne, Bor
deaux of Champagne. In beide
soorten handelt men, maar een
handelaar in gewone wijn is een
marchand dc vin en zijn collega
(nauwelijks, vindt hij) in de be
schermde soorten is een négo-
vin. En probeert u het
onderscheid vooral te onthouden,
als u er ooit mee te maken mocht
krijgen, want vergissingen neemt
men u bijzonder kwalijk.
Natuurlijk blijft het belangrijk-
e van de wijn datgene, dat de
mensen zelf niet in de hand heb
ben: de wijnoogst, de oogst van
de (voor ons, ondeskundigen) niet
al te mooi uitziende, wrange en
directe consumptie ge
schikte druiven, waarop de kuipen
al wachten.
Wat er dan in die vaten komt
na de eerste pers, is de groene
wijn, waaraan de kenners al wat
over de kwaliteit kunnen proeven.
Wij leken kunnen er niets anders
aan proeven, dan dat die wijn niet
lekker is, allicht, omdat er nog
heel wat mee moet gebeuren. Ik
zal u er niet mee vervelen: ik heb
er trouwens maar enkele stadia
van gezien. Maar het duurt nog
wel gemiddeld twee a drie jaar,
voordat de wijn drinkbaar mag
worden geacht. In die tijd gaat de
wijn van de gistingskuipen in de
vaten, soms weer in andere, wordt
voortdurend in de kelders (in Bor
deaux, maar ook wel in Amster
dam) op een constante tempera
tuur van omstreeks 14 graden Cel-
cius gehouden en is dan rijp om
gebotteld te worden. Klaar? Nee,
stellig nog niet. Na de fustrijping
begint de flesrijping, die ook wel
een paar jaar mag duren, maar
soms wel twintig jaar of langer
Hoe lang is het beste? Op die
vraag is met geen mogelijkheid
een zinnig antwoord te geven, ver
telde de heer Mahler Besse me.
In het algemeen kan men wel zeg
gen, dat ccn bij toeval gevonden
wijnvoorraadje van veertig jaar
oud zijn beste tijd gehad heeft.
Sommige jaren leveren uitsteken
de wijnen op, andere jaren min
der goede. Maar er zijn ook voor
treffelijke jaren, die een zeer goe
de, maar beperkt houdbare wijn
opleveren. Wel kan men dus zeg
gen: minstens twee tot drie jaar
in de kelders een wijnboer, die
zichzelf respecteert, zal zijn wijn
niet eerder laten vertrekken en
dan nog een jaar of twee in de
fles. Of langer.
Dan is er nog het verschil van
omgeving. In de ene stad smaakt
u dezelfde wijn anders dan in een
ballingschap
Rotterdam, maar tussen Bordeaux
en Amsterdam gaat het tellen,
dat verzeker ik u. Monsieur Mah
ler Besse vertelde me, dat de di
recteur van zijn Amsterdamse
zaak geregeld in Bordeaux komt
om wijnen uit te zoeken, die hij
voor zijn Nederlandse klanten
kring geschikt oordeelt. Van wat
hij uitzoekt krijgt hij een soort
..zichtzending" en als hij die dan
in Nederland nog eens proeft, komt
hij vaak tot andere resultaten.
Het is het beste bewijs overigens
voor de stelling, dat het genieten
van wijn afhankelijk is van tallo
ze factoren. Het is, in ieder geval
iets, dat aandaoht en (enige) toe
wijding vraagt, al was het maar
om ervoor te zorgen dat alle moei
te van degenen, die in en om Bor
deaux hun krachten en talenten
aan de wijn hebben gegeven, niet
tevergeefs zijn geweest.
Donderdag 24 oktober heeft de
Spaanse Ex-Koningin Victoria Eu
genia (meestal kortweg Ena ge
noemd) 'haar zeventigste verjaar
dag gevierd. In die zeventig jaar
is zij vijfentwintig jaar Koningin
van Spanje geweest. Reeds lan
ger dan die tijd duurt thans haar
ballinschapHaar pad is niet
over rozen gegaan. Als een
sprookjesprinses kwam zij in 1906
uit haar geboorteland Engeland
naar Spanje om er in het huwelijk
te treden met de jongste en de
charmantste koning van Europa.
De Sprookjes-sfeer was echter van
korte duur; met de harde reali
teit en de risico's van het Spaan
se koningschap werd zij reeds
geconfronteerd op haar huwelijks
dag, toen een anarchist een bom
wierp naar de koets, waarin zij
met Koning Alfonso zat.
Toen haar eerstgeborene, de
Prins van Asturias, twee jaar oud
was, bleek, dat de bloederziekte
als een zwaard van Damocles bo
ven het gezin hing. Het zwaard
vond dan ook zijn slachtoffers,
toen het gezin later groter gewor-
Koningin Ena wist zich geliefd
te maken in Spanje. Het was op
haar initiatief, dat het ziekenhuis
wezen in het land volkomen gere
organiseerd werd. In haar functie
van presidente van het Spaanse
Rode Kruis, wist zij onder de
Spaanse vrouwen belangstelling te
wekken voor het beroep van ver
pleegster. Zelf werkte zij enkele
malen per week in het Rode Kruis
Ziekenhuis te Madrid.
Zij was het ook, die voor de
Spaanse vrouwen de weg baande
naar een betere plaats in het le-
Niet zo benijdenswaardig was
haar positie tijdens de Eerste We
reldoorlog: als Koningin in een
land, dat neutraal was gebleven,
bevond zij zich toch als het ware
tussen twee vuren; door banden
des bloeds is zij zowel aan het
Britse Koningshuis geparenteerd
als aan de Duitse Groothertogelij
ke familie van Hessen. Er was
heel wat diplomatie nodig om
complicaties te vermijden....
Toen Alfonso XIII het in 1931
met zijn politieke tegenstanders
Doch het kan ook anders
kan heel goed, als men
stipt voldoet aan enkele eis
dank geeft de plant dan een riike,
prachtige bloei! Die eisen zijn:
le: in het voorjaar flink snoei-
2e: koel en heel licht houden
tot midden april en vooral niet
eerder op een warme, zonnige
plaats zetten;
3e: van half april tot eind ju
ni. maar ook beslist niet langer,
rijk bemesten en ruim voorzien
van water Als aan dit alles
voldaan wordt, zal het Granaat-
boompje zeker in de herfst
prachtig bloeien.
Als men in het voorjaar meent
te zien. dat de her-groei in aan
tocht is, snijdt men met een
scherp mes zo goed als alle tak
jes weg, die vóór het vorig jaar
zijn ontstaan. De eenjarige takjes
laat men zitten, want deze geven
bloemen.
Daarna zet men de plant weer
op zijn koele, lichte plaats. Pas
midden april, vooral niet eerder,
krijgt de plant een warme, zon
nige plaats in de huiskamer. Ook
dan pas begint men met mest en
geregeld flink water te geven.
Veel mesten! U doet het beste
steeds iets in het gietwater te
Het jonge hout moet zich krach
tig ontwikkelen, maar het moet
ook rijpen, wil het het volgend
jaar veel bloemen geven. Daar
om mag het niet te lang door
groeien, dan wordt het slap. Met
mesbgeven moet men dan ook be
slist niet langer doorgaan dan tot
hoogstens eind juli. Ook geeft men
dan steeds minder water. De tak
ken, die het voorafgaande jaar
ontstonden, zullen dan in de
herfst gaan bloeien en de takken
die dit jaar ontstonden zullen het
volgend jaar bloeien.
Vermeerderen kan men het Gra
naatboompje door plekken of door
uitlopers, maar ook door zaaien.
Maar het zaad is niet overal ver
krijgbaar. Het ontkiemt boven
dien zeer onregelmatig, soms pas
in het tweede iaar. Mas'- als het
opkomt, kan men hetzelfde jaar
-al een aardig plantje verwachten
met flinke bloei.
niet meer eens kon worden moet
het, zijn gemalin, zijn geweest, die
hem de raad gaf het land te ver
laten. Tot elke prijs wilde zij
bloedvergieten voorkomen. Roe
rend was het afscheid van haar
laatste getrouwen aan de Spaans-
Franse grens; haar laatste woor
den op Spaanse bodem geuit, moe
ten toen zijn geweest: „Zorg goed
voor mijn arme Rode Kruis!".
Koning Alfonso stierf tijdens de
Tweede Wereldoorlog. In Lau
sanne is zij thans een algemeen
geachte burgeres, die nog volle be
langstelling heeft voor wat er in
de wereld omgaat. Haar kinderen,
die in Portugal in ballingschap le
ven, komen haar telkens bezoe
ken. Vele Spanjaarden hebben er
ook herhaaldelijk reeds blijk van
gegeven dat zij hun vroegere Ko
ningin, de moeder van hem, die
thans steeds weer als troonopvol
ger genoemd wordt, niet vergeten
Iets voor volslanken
De „grote maten" of de „volslanke figuren"
(aardige term in de confectiewereld) hebben
wel eens moeite met het vinden van een goed
model voor een japon. Voor hen is het knip
patroon van deze keer wel heel geschikt.
De japon kleedt nl. heel slank af en heeft
door de ruimteverwerking bü de schouders
een prettige bewegingsvrijheid. De rok heeft
voor en achter twee platte plooien. De flu
welen kraag zal het vooral goed doen, als
het japponnetje van tweed of jersey gemaakt
is. Aan stof heeft u in totaal nodig ongeveer
2.75 m van 1.30 m breed.
Patroon nr 254 is verkrijgbaar in de maten
44, 46 en 48, terwijl maat 50 apart besteld kan
worden. U kunt de patronen aan onze bureaux
verkrijgen a f 0,50 per stuk. Ook kunnen ze
per post worden toegezonden. Plakt u dan
aan de voorzijde van de briefkaart, waarop
u uw bestelling doet, naast de gewone fran
keerzegel, f 0,60 aan postzegels. Opgaven bin
nen een week, want na 2 november worden
geen opdrachten meer aanvaard.
mei steeds ander gezicht
Een helemaal wollen jurk kan
soms te warm zijn, een vestje
over een blousje is ook niet
altijd je dat en bovendien kan
in de herfst het weer soms erg
gauw omslaan. Is dan zo'n
jurkje, dat we hierbij afbeelden,
eigenlijk niet een leuke en
praktische oplossing?
Het geval kan als overgooier
(of „over japon") over een
blouse of een truitje ook de
losse wollen col) dienst doen.
Een sjaalkraag van dunne witte
organza wordt onzichtbaar vast
gehecht of met een paar druk
kertjes op het achterpand van
de jurk gesloten. Dit is echt iets
voor een feestelijke gelegenheid.
Een wat sportiever accent geeft
het smalle sjaaltje, dat met een
enkele losse knoop sluit.
Ook in ide ceintuurs kunt u ein
deloos variëren. We geven twee
voorbeelden: een gedrapeerde
band met een glad „ornamentje"
of een brede sjerp. Zowel een smal
leren ceintuurtje als een hel br-
de (u kunt die tegenwoordig te
kust en te keur krijgen staat uit
stekend.
Wat die japon zelf betreft u
ziet wel dat het een allersimpelst
mcidel is. Gladde rok en vrij glad
lijfje, driekwart, ingezette mou
wen, boothals. Dunne wollen stof
flanel, dunne tweed ziedaar een
paar mogelijkheden voor de stof
Een ruitje geeft, lijkt ons wel het
aardigste effect.
Wie handig is, flanst zo'n jurk
zelf in elkaar. Maar wellicht is het
ook een idee om een oud „beest
je" een wat vlotter aanzien te ge
ven? Misschien bezit u nog wel
zo'n jurkje met die zg. ballonmou
wen en een net kraagje. Bestu
deert u id'ie jurk dan eens nauw
keurig, want wie weet of u niet
met een klein beetje moeite daar
zo'n hups geval van kunt maken.
U heeft dan een pracht van een
„basis-japon", zoals men dat in
de mode-kringen noemt, een ja
pon dus die door een kleine de-
tailvrandering een heel nieuw
aanzien krijgt. Wat dacht u bij
voorbeeld van een stola in dezelf
de stof of in de kleur van één tint,
die in het ruitje voorkomt?
Het
ontplofte
toen ik even naar de keu
ken terugging en me over het
fornuis boog, was het of de we
reld zou vergaan. Er klonk een
oorverdovende knal. De deksels
van de kachel, de ringen en de
ketels werden omhoog geslingerd.
Zelfs de grote twintigliters ketel
met smeltend ijs steeg lang
zaam en zwaar naar de zolder en
plofte daarna met een smak weer
terug op het fornuis dat waggel
de en wankelde."
„Haakon, die me gehoord had,
kwam aanrennen en smeet de
deur wijd open, maar deinsde
verschrikt terug zodra hij me
zag. Ik moet er uitgezien hebben
als een mijnwerker die juist uit
de schacht kwam. Hij trok zich
meteen terug en liet zich voorlo
pig niet meer zien ook." Aldus
verzucht Liv Balstad, echtgenote
van de gouverneur van Spitsber
gen, in haar boek „Tussen sneeuw
en steenkool", dat uitgegeven
3^Cerkeraacióüerólagen en nog meer
JAZEKER, als er Chateau
Palmer op de fles staat,
dan kunt u er zeker van
zijn, dat u een zeer goede
wijn hebt. Het merkwaar
dige is, dat die Chateaux,
die de wijnen naam heb
ben gegeven, ook werkelijk
bestaan. Chateau Palmer
ligt een kilometer of
twintig buiten Bordeaux,
aan de kilometers brede
Gironde.
wat
jn
Onze eigen kerkbode is een
classicale. Daar staan iedere
week zo'n acht tien kerke-
raadsverslagen in. Die ver
gaderingen worden altijd en
altijd maar weer „op de ge
bruikelijke wijze" door de
praeses geopend. Nooit staat er
eens: dominee van de Geest
opende de vergadering anders
dan gewoonlijk. Ook kijk ik
al vele jaren verwachtingsvol
uit naar notulen, die afgekeurd
en niet ondertekend worden.
Maar ja, het schijnt van groot
belang voor de gemeenteleden
te zijn, te weten dat de notulen
goedgekeurd en nota bene óók
nog getekend zijn. Je ziet het
je dominee doen. Zo met het
hem eigen zwierig gebaar. En
je pinkt een traan weg, die
door meerderen wordt gevolgd
als je bovendien nog leest dat
broeder Put de vergadering
met dankgebed beëindigde, 't
Is toch ook van hevig belang,
te weten, dat broeder Put en
niet broeder Berg of broeder
Dal dit ceremonieel verrichtte.
NA die beëindiging sluit de
praeses dan ook nog de ver
gadering. Hóé, dat staat er niet
bij. En weet u, wat mij nu altijd
het meest fascineert in die ver
slagen? De ingekomen stukken.
Af en toe wordt daar eens een
woordje aan gewijd, maar
meestal hangt er een gordijn
voor. Achter dat gordijn te wil
len kijken is natuurlijk imperti
nente vrouwelijke nieuwsgierig
heid. Meestal worden alleen
aanvragen om steun uit die in
gekomen stukken gepubliceerd
en die interesseren mij hoege
naamd niet. Dan lees je bij tijd
en wijle nog over een gehouden
censura morum, dat geen der
broeders bezwaar heeft en dat
de praeses hun allen ccn geze
gende Avondmaalsviering toe
wenst. Voorts de rondvraag waar
bij enkele vragen gesteld en be
antwoord worden. Wélke vragen
staat er niet bij. Jammer! Wie
weet wat voor originele of bran
dende vragen daar gesteld zijn!
Maar het moet óns, lezers en
lezeressen van de kerkbode, al
voldoende zijn, te weten, dat
ze gesteld en beantwoord werden.
Temidden van deze verslagen-als-
woestijnen springt er in ónze
classicale kerkbode één. als een
ondeugend duveltje (nee! het
is veeleer een engeltje!) tussen
uit. Een oase in alle dorheid.
Wie dat verslag geregeld leest,
krijgt een vrij duidelijk beeld,
van alles wat er alzo in die ge-
ooit in een preek gehoord heb.
Ik dacht (niet erg beleefd): „Jij
voelt nattigheid." Dit was even
aan de oppervlakte gedacht.
Maar de noodschreeuw der ge
meenten om een doorbraak van
de Heilige Geest te bestempelen
met: mode-woord, getuigt van
een geestelijke blindheid en
doofheid, gepaard aan kleinzieli
ge en rancuneuze gevoelens.
O Noordenwind ontwaak en
Zuidenwind doorwaai onze hof!
Honderden gemeenten in ons
land zijn practisch herder-loos,
al staat er dan een dominee. Op
vele plaatsen ontvangen de kin
deren en de jongeren weinig of
niets in de kerkdiensten. De taal
van de dominee is abacadabra
voor hen. Ze vervelen zich gru
welijk in de kerk en gaan erheen
Overpeinzingen van Margaritha
meente leeft en strijdt en lijdt.
Dat verslag is een stukje: leven
der gemeente.
En dat verslag is dan ook het
enige, wat door mij en door ve
len mét mij nog gelezen wordt.
Ook al is het niet van onze eigen
gemeente. Ellenlange synode
verslagen kunnen ons gestolen
worden. Nee. dan die dominee,
die iedere week in onze kerkbo
de een modern, Christelijk ge
dicht opneemt en daaraan een
korte uitleg toevoegt. Dat is op
voeding tot: een mens van je
tijd zijn, zodat wy niet al te
doen gebruikelijk was, op het
terrein van de door God in déze
tijd geïnspireerde kunst achter
aan komen. Maar die kerke-
raadsverslagen
Van verstarring gesproken!
Onlangs had een dominee het in
zijn preek over het mode-woord:
verstarring. Dit vond ik één van
de ergerlijkste dingen, die ik
om vader en moeder geen ver
driet te doen. Als een meisje
van vijftien jaar de verzuchting
slaakt: „Ik wou, dat er maar
eens wat geks gebeurde onder
kerktijd, iets waar je om kon
lachen of huilen, maar het is al
lemaal altijd even saai", is
dit toch eigenlijk al een bewijs,
dat er iets niet in den haak is.
Want waar de Geest des Heren
is, daar is vrijheid en blijheid.
Daar vliegen de vonken er af!
Is het wónder, dat het getal
kerkleden, dat naar opwekkings
eek groeit? Hoewel ik daai
zelf nooit geweest ben en ook
niet het plan heb, erheen te
gaan, moet ik zeggen, dat ver
schillende mensen, die ik ont
moette. nadat zij daar geweest
waren, blij getuigden van een
grote versterking van hun ge
loof. Ze hadden, hongerig en dor
stig als ze waren, gegeten en
gedronken bij de Levensbron:
de Here, Jezus Christus. En vol
goede moed ging ieder met die
ontvangen zegen naar zijn of
haar eigen kerk, om in haar
midden het ontvangene uit te de
len. Ze waren zich hun drievou
dig ambt van gelovige weer be
wust geworden. Eén zei tot mij:
„ik ben daar van kerkmens,
Christen geworden", een ander:
„mijn vrouw en ik hebben daar
zóveel geestelijke blijdschap op
gedaan. We hebben daar zeer
reëel onze levende Heer ont-
Nu kunnen wij dit natuurlijk
óók in onze kerken. Als dominee
én gemeenteleden tesamen maar
lévende getuigen zijn! Als
ieder gemeentelid zich zijn
(haar) apostolische roeping
maar bewust was, of hun die
op de ziel gebonden werd. Breng
het evangelie bij je buurman
door ernaar en eruit te léven.
Weest allemaal transparanten
Jezus Christus, zodat zij,
log niet kennen Hem
jou en in u zien. Wie
is er heden ten dage heilig ja
loers op de leden van de kerk?
En we móéten de wereld toch
tot jaloersheid verwekken?
„Ziet, hoe lief die kerkmen
sen. die gelovigen, elkaar heb
ben! Zie eens, hoe blij ze zijn!
Waar halen zij toch de kracht
vandaan, om zó al die tegensla
gen te dragen?"
Worden deze vragen nog ten
aanzien van ons gesteld??? Dit
móét weer zo worden, want de
tijd is nog maar zo kort! (Wat
wordt er weinig eschatologisch
gepreekt!
In dit stukje signaleerde ik één
verstarringsverschijnsel, t.w. de
kerkeraadsverslagen.
wekkingsbewegingen
MARGARITHA
werd bij de Boer in Amsterdam
en bewerkt door K. van der Geest.
Het is vlak na de oorlog, als
de jonge Oslose vrouw naar haar
verloofde op Spitsbergen gaat.
Alles is er nog troosteloos en ver
woest, zoals de Duitsers het heb
ben achtergelaten. De omstandig
heden, waaronder geleefd moet
worden, zijn ontstellend primitief;
de dagelijks weerkerende ruzie
met het kolenfornuis (het hierbo
ven beschrevene is er nog maar
één facet van), het watergebrek,
de ratten, het éne teiltje waarin
Liv zich moet wassen en de vaat
moet doen
Maar het wordt allemaal met
zo'n plezierige zelfspot beschre
ven, dat het een genoegen wordt
dit boek te lezen. Hetgeen wel
wat wil zeggen, want na de man
nen, die reisbeschrijvingen pleeg
den, zijn nu hun vrouwen geko
men, die het van hun vrouwelijk
standpunt uit allemaal nog eens
dunnetjes (en soms ongelooflijk
dom) over doen. Maar deze Liv
Balstad is bepaald geen domme
gans, die een boek wou schrijven
omdat 't zo leuk zou zijn. Ze
heeft een gezond stel hersens en
die heeft ze gebruikt ook, want
haar beschouwingen over dc vroe
gere bewoners van Spitsbergen
getuigen van een behoorlijk in
zicht, niet van napraten.
Van anderen opgestoken
Het zijn van die dingen, die je
even weten moet en je doet ze
meestal op als je ergens ten eten
gevraagd wordt. Als de gast
vrouw in de keuken verdwijnt en
daar iets gaat brouwen heeft de
gast de gelegenheid haar goede
wil te tonen en te informeren: kan
ik iets voor je doen? Meestal
is dat natuurlijk niet het geval,
maar u bent er dan toch, en de
gastvrouw vindt het vaak wel ge
noeglijk om een paar van haar
keukengeheimen prijs te geven.
Wij hebben op die manier ge
leerd hoe caramelvla te maken
zonder dat er gebrande suiker aan
te pas kwam: vanillevla (zelf ge
maakt of uit een flesje, in elk ge
val koud) wordt opgeklopt met
een paar lepeltjes poederkoffie.
Hoeveel u gebruikt, hangt van
uw eigen smaak af, dus: af en
toe proeven.
(§race is het beót
„gehoed"
Toen Grace Kelly nog maar
pas vorstin van Monaco was en
nog niet zoveel koninklijke erva
ring had, placht ze zulke enorma
wagenwielen van hoeden te dra
gen, dat de fotografen er nacht
merries van kregen. Het lukte
nl. vrijwel nooit, het gezicht van
de prinses behoorlijk te fotogra-
Gracia is toen overgegaan op
kleinere hoedjes, die ze met min
stens evenveel charme draagt
als die vroegere blikvangers. Ze
heeft daar nu een onderscheiding
voor gekregen! Een Amerikaan
se vereniging van hoedenfabri-
kanten heeft haar de eretitel ge
geven van „the best chapeaued
woman in the world", hetgeen
dus zeggen wil dat volgens deze
lieden prinses Gracia de vrouw
is die ter wereld het best haar
hoeden weet te dragen.
Zekere mijnheer Drew Dudley
heeft haar die onderscheiding,
die de „gouden hoed" genoemd
wordt, overhandigd namens haar
vroegere landgenoten.