Blad
VARENS
EEN LIEFVERPLEEGSTERTJE
Misschien kan er iets
1 tegen gedaan worden
BIEFSTUK
de baby
de beste
medicijn
Ik
dat
ZATERDAG 12 OKTOBER 1957
y
Het bureau van de Nederlandse Huishoudraad krijgt
nogal eens klachten van huisvrouwen in de geest van: kun
nen jullie daar nu niet eens iets tegen doen? Als het
bureau veel van dezelfde klachten ontvangt, stelt het een
onderzoek in en gaat dan praten met fabrikant of leve
rancier, om de wensen van de huisvrouw kenbaar te maken.
Zo kwamen er de laatste tijd
deze grieven op het burean
binnen:
golvende koedjeó, warme manteló
en óluike jurken,it
Wat zou u er van zeggen, als we op
een verloren achternamiddag eens
met zijn allen zouden gaan winke
len? Zaak in, zaak uit, om voor
ons zelf en elkaar een leuke
wintergarderobe samen te stel
len? Er zit wel iets in
maar we zullen het gemaks
halve echter op papier
doen.
a* Het zou ook wel leuk
V zijn, als we voor één
keer de beschikking
hadden over een
puilende portemon-
naie, zodat we ons
echt van top tot teen
in het nieuw konden
steken. Maar zo'n
xwart jurkje met een gedra
peerde ceintuur en een vierkante
Ingt,
Kal
een
thuis"
ar de
portemonnaie hebben we nu
eenmaal niet niets aan te
doen. We roeien met de rie
men die we hebben en dan
blijkt dat we eigenlijk nog
best goed kunnen slagen
óók.
sluike jurkjes wordt vaak
trouwens een ceintuur, mees
tal van heel mooie suède, ge
leverd.
Veel meer dan bij de jur
ken is bij de mantelpakjes
sprake van de „ligne libre",
die we nog van het voorjaar
hebben overgehouden. De pak
jes zijn bijna allemaal taille
loos en net als bij de japon
nen laten ze de hals vrij. Het
rokje is heel glad en nauw;
de loopruimte verkrijgen we
door plooien en splitjes (waar
achter stukjes stof worden ge
legd). Ook hier veel knoop-
garneringen, bontkraagjes,
ruiten stoffen (vooral tweed),
of Shetland.
De geklede japonnen vor
men een genre apart. Hier een
overdaad van draperieën op de
.heupen en vóór op de rok.
Het is eigenlijk jammer, dat
op dit gebied de confectio
nairs maar niet af te brengen
zijn van de ge
dachte, dat het
moet glimmen
en glinsteren
om feestelijk te
zijn. Liever zien
hopenlijk ook
dig zwart zij
den jurkje, dat
bijvoorbeeld met
een gedrapeer
de ceintuur en een decente,
vierkante halssluiting, beslist
mê'er allure en distinctie heeft
De overrokken zijn dit seizoen
trek; ze zijn rond gesne-
romantischer
Hoedj
niet alles is hemdjurk
Iclti":
ge|£
ÏLS
I
>t ven
garan!
Goed
paddestoelen
jaar
Wie de gelegenheid heeft er op
alt te trekken, zoekt ze zelf, ande
ren zullen op de winkels aangewe-
ten zijn om aan hanekammen te
komen. Het is een heel goed pad
destoelen Jaar door de vele re-
ren! Heeft u het al eens gepro
beerd met een ragoutje? Of durft
n het toch nog niet aan? Komaan,
vat moed, als u één keer padde
stoelen gegeten hebt laat u zich
de kans voor een tweede keer niet
ontnemen.
Gesmoorde paddestoelen op toast
is heerlijk. U begint met de
paddestoelen heel goed te wassen,
zodat al het zand er uit is gespoeld.
De minder mooie stukjes gooit u
weg. U bestrooit de paddestoelen
met zout, en bakt ze daarna in bo
ter op een niet te fel vuur. Roos
ter sneetjes brood, of gebruik gro
te toastjes. Leg de paddestoelen
er op, strooi er wat geraspte kaas
overheen en laat de toastjes in de
oven een bruin korstje krijgen.
En neemt u dan voor toe yog
hurt met cocosnoot en pinda's.
Daarvoor bakt u 100 gr gemalen
cocosnoot en 50 gr gehakte pin
da's in wat slaolie lichtbruin,
voegt er twee eetlepels suiker bij,
en laat alles afkoelen. Dan roert
u dit mengsel, onder toevoeging
van iets meer suiker, door de
yoghurt. Lekker!
es
trek. Fluweel is vaak de stof,
waarvan ze gemaakt worden:
er zijn heel uitzonderlijke mo
dellen onder (bijvoorbeeld met
een soort afdakje rond het
hoofd), maar ook heel simpe
le mutsjes, die u op alle mo
gelijke manieren kunt duwen
Wat de hoedjes betreft: ze
zijn vaak gemaakt van melu-
sine en zien er uit als een
soort helm (de cloche dus, die
vrij nauw om het hoofd sluit)
ze hebben een hele of halve
golvende rand (want er zijn
bijvoorbeeld hoedjes, die aan
één kant glad zijn), ze zijn
bijna allemaal gegarneerd met
lint of bijoux of veertjes. Heel
leuk staat een toef veertjes
op zij.
En de kleuren? Alle tinten
beige, in het gamma van
eicrschaalwit tot havanna-
bruin, met hier en daar een
lichte toets als platina-wit of
een felle kleur als scharla
ken-rood of het blauw, dat u
aan de Rivièra zo bewonder
dehetzij in werkelijkheid
of op de kaart die vrienden
u stuurden
i Mantels
Dan de mantels. Die zijn
deze winter heerlijk warm,
met (voor de teenager capu
chons) grote kragen van per-
sianer vooral, of nerts, white-
coat (dat is zeehond) of bever.
Zonder bont zijn de mantels
niet eens altijd minder kost
baar! Ze hebben dan vaak de
kraag iets van dt hals af
staand, zijn soms zelfs kraag
loos. Knopen zijn erg belang
rijk; ze zijn soms groter dan
een ouderwetse rijksdaalder.
den, of op ceintuurs (op de
rug. want de meeste mantels
hebben alleen daar maar een
ceintuur).
De ruggen van de mantels
zijn meestal wijd en ge
plooid raxiv" (ronde) schou-
li derpas, zodat de cape van het
vorig jaar in een praktischer
vorm bigehandhaafd. De
lengte van de allernieuwste
modellen is zeven achtste. De
stoffen zijn bouclé, (geschoren)
zibeline of mohair, natté, en
dan natuurlijk tweed in grote
ruiten. Die tweedmantels heb
ben meestal een fluwelen
kraag. De kleuren: mooie
herfsttinten, dus in bruine
schakeringen; verder veel
blauw en lichte kleuren.
Japonnen
Er zijn ensembles, waarvan
de mantel van een vrij grof
weefsel gemaakt is, terwijl de
japon, die er onder wordt ge
dragen, vervaardigd is van een
veel soepeler materiaal, maar
in de zelfde kleurstelling. De
angst voor de beruchte hemd
jurken" (vind u het ook zo'n
onelegante uitdrukking?) is
eigenlijk overbodig: de japon
nen zijn soepel, en alhoewel
ze niet allemaal strak langs het
lichaam sluiten, kunnen we
toch wel zeggen, dat de mees
te modellen een taille hebben.
Dit dan in tegenstelling met
wat de Nederlandse haute cou-
I ture ons brengtBij die
overrok, die glad valt
een wijd-uitstaande
onderjapon
Schoenen
De schoenen zijn nog steeds
Euntig. Weest u er niet te
uiverig voor, want de Ne
derlandse schoenenfabrikan
ten hebben hun productie-sys
teem er op aan gepast, zodat
het dus niet nodig is dat de
puntige schoenen ook smal zijn!
Kleine riempjes heel laag over
de voet, simpele garneringen
van perforaties en beige tinten
zijn wel de voornaamste ken
merken.
Om de dag goed te begin
nen zijn er romantische peig
noirs, van nylon (soms gewat
teerd, soms glad) bedrukt met
roosjes of andere lieve motie
ven. In elk geval heel wat
charmanter dan de ietwat zake
lijke Amerikaanse „dusters"
die combinatie van schort, jurk
en peignoir.
Het jonge ding draagt spor
tieve. geruite jacks, met ted-
dyyoering en capuchon. Zelfs
wordt die teddystof verwerkt
tot rokken.' die gezellig staan
en bovendien warm zijn. Ge
ruite stoffen worden veel ge
bruikt voor vlotte (doorknoop)-
jurken, die hoog sluiten met
een klein kraagje.
Dat is zo ongeveer een
dwars-doorsnee van wat de
collecties in de confectie- en
stoffenzaken ons dit seizoen
brengen. Uiteraard spreekt de
smaak van de koopster in de
eerste plaats een woordje mee,
terwijl we natuurlijk ook niet
mogen vergeten, dat er ver
schillen zijn tussen de grote
steden en de kleinere plaatsen.
Maar over het algemeen is het
toch zo, dat er een behoorlijke
keus is. Overal.
Een goede raad: als u zelf
iets gaat maken en u heeft
een beetje durf, leg dan gerust
een modieus detail in het kle
dingstuk dat u maakt. Niet al
leen dat u daardoor vaak een
verrassend effect krijgt, maar
bovendien krijgt zo'n „self
made" dan een veel persoon
lijker noot, dan wanneer u al
leen maar braaf het patroon
namaakt!
genaaid ln de naden, zodat
vernieuwing alleen maar
mogelijk is als deze naden
worden losgetornd?
O Waarom zijn de halsopenin-
gen van babytruitjes zo ver
schrikkelijk nauw?
Als deze beide klachten als
algemeen ervaren worden, wil
de N.H.R. gaarne hier eens een
onderzoek naar instellen. Sohryft
u, als u ook dergelijke ervarin
gen hebt, naar het bureau van
de Nederlandse Huishoudraad,
Anna Paulownaplein 7, Den
Haag. Vermeldt u dan ook het
volgende:
zo ja, welk merk,
c. waar en wanneer u het ge
kocht heeft (naam en adres
van de detaillist noemen),
wat de prijs is, die u er
voor betaalde.
„Een wolk van een jongen,
mevrouw", zegt de dokter, ,,'u
mag nu wel beginnen met een
fijngeprakt banaantje en sinaas
appelsap." En de jonge ma
ma komt thuis van het. consul
tatiebureau en zegt verrukt te
gen haar man, dat hun zoon nu
al een beetje „vast voedsel" mag
hebben. „Mooi zo", zegt pa te
vreden, „hij wordt nu al echt
een beetje een mens." En
de zoon (vier maanden) kraait
en vindt het leven bést.
O Gaat het zo niet in honderden ge
zinnen? Maar het lijkt er op, dat de
moeders, die hun babies ter wereld
brengen in het Londense Lewisham-
ziekenhuis, al veel en veel eerder
tegen hun echtgenoten kunnen zeg
gen, dat de baby vast voedsel mag
hébben, nl. als het kind nog maar
een paat dagen oud is!
Q Dokter Bruno Gans is op het idee
gekomen, toen hij twee jaar geleden
begon, te vroeg geboren babies met
vast voedsel op te kweken. De resul
taten, die hij hiermee bereikte, brach
ten hem op de gedachte, ook bjj
normale zuigelingen op zulk een
wijze te werk te gaan!
En dus krijgen de babies in dat
ziekenhuis in Londen een complete
maaltijd (55 gram in totaal!) be
staande uit een door een zeef ge
drukte biefstuk, aardappelpuree en
groente. Soms is er ook vis en twee
soorten groenten. Aan het ontbijt
krijgen de kindertjes pap en in de
middag gestoofde vruchten met cus
tard.
O Dr. Gans zegt, dat hij zeker niet
tegen normale borstvoeding is. „Ik
wil niet beweren", zegt hij, „dat de
kinderen op deze manier eerder tan
den krijgen of vroeger gaan lopen,
maar ik ben er van overtuigd, dat zij
tevredener, gezonder, opgewekter en
minder vatbaar voor ziekten wor-
Varens, planten, die noch in de kamer,
noch in de natuur tot bloei komen. Zij
vragen vochtige lucht en luchtige grond.
vRóqen vochtiqe Lucht
en luchtiqe qRonö
Onder de kamerplanten treffen wij dik
wijls de een of andere varensoort aan. Eens
hoorden w\j van iemand de verzuchting:
„Die plant heb ik nu al zoveel jaren en hij
groeit best, maar ik kan hem maar niet
in bloei krijgenDat klopt: varens geven
geen bloemen, noch in de kamer, noch in de
natuur.
Bloemen zijn in de plantenwereld de voort
brengers van het nageslacht. Bij tde varens
zijn het geen bloemen, die ddt doen, maar spo
ren, die aan de achterzijde van de bladeren
te voorschijn komen. Bij de ene varen gebeurt
dit ln grotere mate dan bij de andere. Als
wij van een veren meerdere planten willen
hebben, kunnen wij de uitlopers nemen, of ook
de wortelkluit in stukken scheuren.
Voor feest, kantoor en thuis
Een jurkje waarmee u echt „alle
kanten" uitkunt is het japonnetje van
onze afbeelding. U kunt het namelijk
zowel van katoen, wol of van een iets
feestelijker stofje maken, zodat u het
bij wijze van spreken als model voor
een huis-, kantoor- of feestjurkje kunt
gebruiken.
Het lijfje is glad en heeft revers
met een aangeknipte kraag, en wordt
gesloten met een knoop. De rok heeft
twee afstaande zakken met plooitjes
in de taille. Achter is één diepe, halve
plooi. In totaal is nodig 2.50 m stof a
1.30 breed.
Patroon nr. 253 is verkrijgbaar in
de maten 42, 44 en 46. De patronen
zijn aan onze bureaux verkrijgbaar
voor f 0,50. Ze kunnen ook per post
worden toegezonden. Plakt u dan aan
de voorzijde van de briefkaart waarop
u uw bestelling doet, f 0,60 aan post
zegels, naast de gewone frankeerzegel.
Denkt u er wél om, binnen een week
uw bestelling op te geven, want na
19 oktober worden geen opdrachten
meer aanvaard.
Hoofdzaak voor het houden van
gezonde varens in de kamer is,
dat ze in luchtige grond staan en
in een vochtige omgeving. Droge
lucht is funest voor de meeste
soorten. Voor potgrond neme men
een mengsel van bladaande (eigen
lijk is bosgrond beter, als men die
kan krijgen) en zand met wat ou
de koemest. In de winter moet de
varen op een vorstvrije plaats
staan en in de zomer is het drin
gend gewenst haar vaak met lauw
water te besproeien.
E^n van de voor de kamer in
aanmerking komende varens is de
Pteris. (Zie foto). Deze behoeft
niet zo'n warme plaats te hebben
als de andere varens en heeft min
der last van droge lucht. Dat wil
niet zeggen, Üat de plant ook niet
dankbaar is voor geregelde be
sproeiing, integendeel!
De Nephrolepis is ook geschikt
voor de kamer. Ze groeit heel fors
op, voor sommige kamers wel wat
al te fors. Deze plant wil dan ook
graag elke week wat mest hebben.
Als ze aan rust toe is, toont ze dat
door de anders steeds doorgaande
groei te staken. Dan geven wij de
plant minder water en geen mest
gedurende een week of zes, zeven,
waarna deze varen, uitgerust,
weer nieuwe groei toont.
De IJzervaren (Polypodlum is
ook een zeer sterke plant voor de
huiskamer. Ze heeft een glimmend
blad, een bewijs dat ze met minder
vocht toe kan. Ook kan ideze varen
beter tegen een wat donkere
plaats. Maardeze soort brengt
veel sporen voort op bepaalde tij
den, als die naar beneden vallen,
en dat doen ze gauw, veroorzaken
ze lelijke plekken op kleedjes of
vensterbanken.
Nu kan men dit euvel voorkom
gedeeltelijk althans, door flink te
bemesten. Daardoor wordt de
plant aangespoord veel jong blad
te ontwikkelen, Men kan dan de
oudere bladeren wegnemen vóór
dat ze de sporen „uitzaaien". De
ze vormen zich namelijk op het
oude blad.
Leerlingverpleegsters van het
London University College Hos
pital, het Londense Academische
ziekenhuis dus, hebben in
maanden niet zo'n allerplezie
rigst cursus-uurtje gehad, als
die keer dat de geneesheer
directeur achter de lessenaar
stond.
Dr. John Douglas Flewa heeft ge
woonweg een storm ontketend
toen hij de zustertjes aanraadde,
om maar een beetje te flirten
met hun mannelijke patiënten.
„Dat zal ze helpen om vlugger
beter te worden," zei de goede
dokter, „en wie zal 't zeggen of
het voor u ook niet een aardig
experiment is."
Nu, de dokter heeft ervan gelust,
als we de Providence Evening
Bulletin mogen geloven. Het Ko
ninklijk Genootschap van Ver
plegend Personeel bemoeide zich
er zelfs mee, het wond zich er
enorm over op en verklaarde
dat het een dergelijke familiari
teit tussen patiënten en ver
pleegsters zeer zou betreuren.
Waarschijnlijk zullen ook de
echtgenoten van deze patiënten
bezwaren hebben tegen zulk een
brede opvatting van de plichten
der verpleegsters ten opzichte
van hun zieke
Gveral „vuiligheid'
J7N, hoe bevalt jou je
tegenwoordige baantje?"
„Nou, wat het werk be
treft goed, hoor, maar... de
rést 7"
„Wat rest?"
„O man, breek m'n mond
niet open."
„Vuiligheid achter de scher
men zeker?"
„Precies. Als je eens wist
kerel, wat dddr achter die
Christelijke buitenkant ruzie's,
veten van jaren, haat en nijd,
jaloersheid, leugen en onwaar
achtigheid wroeten, dan snap
je niet, dat God zo'n bedrijf
nog zo zegent."
Misschien hebt u óók wel eens
soortgelijke klanken vernomen.
Of b.v. dat iemand, die van
baan wilde veranderen werd
toegevoegd: „Blijf toch rustig
waar je bent. Het werk ligt je,
je hebt goed je brood en geloof
me: overal is wat."
Waarop dan zo'n aangespro
kene kan antwoorden met een:
„O ja, dat weet ik óók wel,
Maar als je zulke dingen in een
neutrale organisatie meemaakt,
raakt het je niet half zó als nu.
Dat mensen, die zich Christenen
noemen zó liefdeloos tegenover
elkaar staan, zó onwaarachtig
en geméén zijn, dat vreet je
éan. Hoe is het mogelijk?!"
En dan komt er dikwijls ach
teraan, dat je heus veel beter
in een neutraal bedrijf, bij één
of andere grote fabriek, in een
neutrale inrichting of organisatie
kan werken. Daar zijn de onder
linge verhoudingen van werkge
verwerknemer, tussen colle
ga's enz. dikwiils veel beter.
Is dit zo? Dikwijls wèl, he
laas Hoe ouder men wordt, hoe
meer men achter de schermen
heeft gekeken, des te meer des
illusies. Toen wij nog jong wa
ren kreeg ons rechtlijnig denken
van: bij Christenen zal de sfeer
natuurlijk beter zijn dan bij de
ongelovige „wereld" een wrede
knauw. Hup! werden we in de
branding van het: nu-niet-meer-
te-weten gegooid.
Velen blijven tot aan hun dood
toe in die branding rondploete-
ren. Ze blijven schelden op die
zogenaamde Christenen, die tot
in hun merg materialist zijn, of
die kerel, die vól rancunes en
haat, de héle boel ondergraaft,
die een kringetje van naaste me
dewerkers gewoon vergiftigt met
z'n insinuaties ten aanzien van
collega's of directie, op de on
waarachtige practijken van z'n
chef of op diens gierigheid enz.
een kleine tijd gelaten wordt.
MaaT in de praktijk van ons le-
iedere dag, in al d^e
We lezen boeken als:
„Brieven uit de hel" door
Lewis, „Daemonische invloeden
in ons leven" door ds. Toorn
vliet, maar blijkbaar leggen we
na lezing, die boeken weer naast
ons neer, om over te gaan tot
de ons (in dit geval) bevreem
dende orde van de dag. We ver
beelden ons werkelijkheidsmen
sen te zijn, maar het tegendeel
Is waar. We vertillen ons aan
een schijn-werkelijkheid met on
ze hangende hoofden en blinde
En mèt dat al bezien we deze
dingen van onderaf. Zodra wij
ze van bovenaf bezien gaat er
ineens een stralend licht over al
les op.
Dan verwonderen wij ons niet
meer, alsof iets vreemds ons
hierin overkomt. We vragen dan
niet meer: hoe Is het mogelijk?,
maar zeggen: dit is logisch!
We hebben van jongsaf ge
hoord dat er een strijd op aar
de is tussen God en Satan en dat
die strijd dwars door ons heen
gaat.
In de practijk is dit echter iets
abstracts voor ons geworden.
We weten, dat Satan op Golgo
tha en in Jozefs hof de genade
slag heeft ontvangen en dat hem
de reeds overwonnene nu nog
ten in te zetten op terreinen, die
reeds van hem zijn?
We kunnen ervan opaan dat
hij zijn felste daemonen stuurt
naar dié organisaties en bedrij
ven, die de groei van het Ko
ninkrijk van Jezus Christus be
ogen. Naar de kerken, de zen-
dingsvelden, de evangelisatie
terreinen. de Christelijke scho
len, de Christelijke pers en ra
dio enz. enz. Die daemonen zijn
maar geen om ons heen zweven
de geesten, maar zij bedienen
zich van mensen.
Zó kan het gebeuren, dat er
in een Christelijk bedrijf één
tnan (vrouw) ls, die zich soms
ineens openbaren kan als een
duivel, die zijn toevlucht neemt
tot duivelse listen onder een
Christelijk mom. Zoéén probeert
de boel te ondergraven. Let wel:
Satan probeert dit door hem.
Want dit houdt lang niet altijd
in, dat zo'n man geen Christen
is. Hij is door een duivelse
geest bezield, waarvan Christus
hem zeer wel kan verlossen.
Soms lijkt het of zo één met
zijn of haar helpers aardig slaagt
in zijn (haar) ondermijningspo
gingen.
En dan komt het aan op óns
geloof. Geloof ln Hèm, die nooit
zal gedogen dat Satan ook maar
een stukje van Zijn Rijk af
breekt. Dat zién we toch?! Luis
ter maar naar die mensen, die
ln verbazing uitroepen (zie
hierboven): „Je snapt niet, dat
God zo'n bedrijf, zo'n organisa
tie enz. nog zo zegent."
Als u en-ik maar rustig onze
plicht doen, dankbaar zijn mee
te mogen werken aan de uit
bouw van Gods Koninkrijk (óók
gezinnen) dan mogen
;ral is „vuiligheid" ach
ter de schermen". Men hoort dit
zo vaak. En het is ook zo. Al
leen: zodra wij het zien van bo
venaf, in groots verband zeggen
wij: „Overal is de duivel
het
i dan zien wij, die
melse legerma
schouwelijke zegen, die God on
danks alle tegenwerking en
onderrnijning geeft: Christus'
triomf.
MARGARITHA
adresseer je brief, precies zo
als je het nu gedaan hebt. De
redactie stuurt de brieven onge
opend aan mij door. Je kunt er
dus van opaan. dat het geschre
vene onder geen andere ogen
komt dan de mijne.
Maar, zegt de redactie van de
„Providence", de dokter heeft
zijn hart toch wel op de juiste
plaats zitten. Want welke pa
tiënt zou niet tevreden van zich
zelf zeggen: „D'r zit nog wel
pit in die ouwe jongen", wan
neer een lief zustertje hem een
tedere glimlach schenkt?
Er zijn pilletjes met een 6uiker-
omhulseltje voor zieken en niet-
zieken. Dure doktoren slagen er
soms in de grootste zwartkijker
door hun opwekkende woorden
weer blijmoedig en optimist te
maken. En waarom zou dan een
onschuldig flirt-partijtje er niet
toe mogen bijdragen, dat een
zieke man zich stukken beter
gaat voelen?
Tot zover de Providence Eve
ning Bulletin. Redactie Blad Zij
vraagt zich af:en de zieke
dan?
WOU,
verzucht de kleuteronderwijzeres,
moeders er eens rekening mee hielden, dat ook wjj iedere dag
een progrsmma'tje opstelden dat we willen nitvoeren en dat het
daamm to hinderlijk is, als de kinderen veel te laat komen,
moeder» hun kleuters iedere dag een schone zakdoek meegaven en
jls .lat niet mogelijk is, dan toch in elk geval er voor zorgen dat
het kind een zakdoek bij zich heeft,
alhoewel het hier niet gaat om verplicht onderwijs, we even een
berichtje krijgen wanneer een kind ziek is of om een andere reden
niet kan komen,
werd ingezien, dat het beter is het kind een schortje mee te geven
wanneer de moeder bang is dat het zich vuil maakt in zandbak, bij
zandtafel of met kleiwerk,
er een gewoonte van geipaakt werd kinderen briefjes mee te
geven als het nodig is de onderwijzeres ergens op te attenderen
(„Jantje mag geen suikerhoudende dingen eten" of „Katrientje
wordt vanmiddag «en uurtje vroeger geheeld").