'betere ómaak Vocale kunst in aria en lied GEDICHTEN VAN J. B. CHARLES Cultureel venster TO PUBLIEK HEEFT ZONDAGSBLAD ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1951 DAN FABRIKANT DENKT IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII ET is met de publieke smaak eigenlijk een vreemde kwestie, want wie maakt nu eigenlijk uit wat „men" werkelijk mooi vindt? Vaak lijkt het periment geslaagd was, dat de con- °P' d«' feu mooi „behoort" te vinden, dat het publiek T.Tde' d^ors'neTta'brikant' een bepaalde visie opgedrongen krijgt. Het is er mee als met de denkt! confectionair, die, wanneer hij jurken op de markt brengt met veel flodders en strikken, gemakkelijk kan zeggen, dat „de vrouwen dat nu eenmaal willen", vooral wanneer hij zijn pro ducten nog behoorlijk verkoopt óók. Zo is het ook met het inrichten van wo ningen. Zij, die nog verknocht zijn aan old-finish en velours kunnen buiten be schouwing gelaten worden. Het gaan om hen, die „mo dern" willen zijn, maar die nog niet voldoende inzichten verworven hebben, artistiek of zo men wil smaakvol, om te weten wat nu werke lijk goed en verant woord is. Zij kiezen niet zelf. zij laten zich raden en voor lichten uit bestaande voorraden, waar niet zelden gruwelijke kitsch onder schuilt. Gordijnstoffen bijvoorbeeld! Wie met zijn tijd wil meegaan, kan te kust en te keur gaan, want de fa brikanten hebben de waarde ont dekt van het adjectief .modern"; de druktechniek staat voor niets en zo rollen ze bij stapels de fabrie ken uit, lappen in harde kleuren, met zogenaamd grillige. dus widi' hang dus uw huis maar vol met de ze hoofdpijnverwekkende horreur, als u een kind van uw tijd bent. Het zou de moeite waard zijn, dacht een Amsterdamse gordijn stoffen-specialist, als het publiek nu eens zélf kon kiezen; een keu ze. waaruit zou kunnen blijken, of de opvattingen van de "onsument nu inderdaad zo ver af staan van die der kunstenaars, van hen, die dessins ontwerpen niet uitsluitend der wille van het verkoopbare nummer één gekwalificeerd en kreeg van het publiek de 2e prijs. Antracietkleurig fond met Meer samenwerking uus tussen de industrie en de kunstnijverheid dat zou het positieve resultaat moeten zijn van deze wedstrijd. Bij de feestelijke prijsuitreiking wees de directeur van het insti tuut voor Kunstnijverheid in Am sterdam op de ontwikkeling, die de kunstnijverheldsinstellingen in ons land doormaken. Deze scholen dienen nl. een grote soepelheid in de leerplannen te betrachten. De leraren moeten er op bedacht zijn, geen vakscholen te maken van deze instituten, maar er ook niet uitsluitend op uit zijn, de kunstzinnige ontplooiing van de leerlingen te stimuleren. Die leerlingen zullen later in de praktijk moeten werken en daar om is tijdens de opleiding de ken nis van en praktijk in het bedrijfs leven belangrijk. Helaas begrijpt het bedrijfsleven deze taak nog niet ten volle, omdat men liever voortbouwt op eenmaal vastge- wortelde tradities. Maar de veel gevreesde controverse tussen ont werper en het publiek, dat geen smaak zou hebben, bestaat niet. En vooral met deze wedrtrijd is toch wel aangetoond, zei mr. Vos, dat de kunstnijverheidsopleidin- WIJ STAAN ER GEKLEURD OF [AA-W Dat Charles eigenlijk W. H. Nagel heet en hoogleraar in de criminologie te Leiden is, maakt voor de beoordeling van zijn verzameld dichtwerk (uitg. De Geen gecultiveerde poëzie gen gemotiveerd, ja zelfs enigs- Bezi Bij( Amsterdam) zins gerehabiliteerd zijn. ni? verschil. De jurist ontmoet te voorschijn over de 1 prijs, niet: wei voorkomen dat de kopers zich on bewust of bewust zouden laten be- invloeden door de opvattingen van de jury. Des te merkwaardiger is het daarom, dat het resultaat van de verkoop zo dicht het resultaat van de prijsvraag benaderde! Nauwkeurig was nl. bijge den, welk dessin in de periode uuuei 2 februari tot en met 19 augustus Inleiding tot de kunst van Rembrandt Herman Rutters, de ex-muziek criticus uit Amsterdam, heeft de serie „Hoofdfiguren menselijk denken" van de Uitge' boekje i in deze verzen nauwelijks komen, dat toch eigenlijk beneden en de criminoloog evenmin, de maat blijft. De dichter is er de want een gedicht als „Fres- man niet naar en zijn manier nes", dat een indruk geeft van van dichten sluit dit ook uit zulk de strafgevangenis aldaar, is een minder geslaagd product ach- nenseliik teraf wat op te sleren- °°k ls hll nenseiijK. te W€jmg estheet om op de wijze dichter in de eer- van Geerten Gossaert uiterst Mpn kriifft rfp in. streng te selecteren, opa liever alleen i Charles i hemel en drukken zullen wij ze op krantenpapier met inkt die van schamelheid stinkt als zwart waddenslib II In de Camera Obscura" ver haalt Hildebrand van het mis troostige en bedompte school lokaal uit het begin van de negentiende eeuw met de impo nerende katheder en de beruchte plak. Deze trieste sfeer werd bovendien nog versterkt door de tentoonspreiding van sombere kleuren, wat in die dagen als de hoogste wijsheid in de kleur- geving werd beschouwd. Omstreeks de eeuwwisseling ontstond hierin een kentering, ingeluid door de schoolwet van 1878, die enige ingrijpende voor schriften bevatte over de inrich ting van scholen. De gevolgen hiervan bleven niet uit en ge leidelijk aan hebben dan ook de katheder en tal van andere attributen het veld moeten rui men. Helaas zag men hierbij jammer genoeg over het hoofd, dat ook op het terrein van de kleurtoepassing nog wel het een en ander te verbeteren viel. Zo kon het dus gebeuren, dat honderd jaar na het verschijnen van Hildebrand's meesterwerk ondanks de opvallende verbe tering van het schoolinterieur het schoollokaal toch nog een zelfde trieste indruk wekte als vroeger. Kleurenliefde van het kind Het ontbreken van lichte en vro lijke kleuren in de school wordt ongetwijfeld het sterkst gevoeld door de leerlingen zelf, die ge noodzaakt zijn hierin een belang rijk deel van de jeugd door te brengen. Want reeds van jongsaf aan legt het kind een opvallende onnodig in de hand gewerkt. D schrikbarende toename van aantal „bnldragende" schoolkind; ren, variërende van 5 tot 29 pj voor de uiteenlopende leeftijd groepen, moet zeer zeker ook v« een deel worden toegeschreve aan de foutieve kleuren van schoolbord en de daar achter legen werkwand. Onder deze omstandigheden fe. het zwarte schoolbord haast nii langer gehandhaafd blijven e werd het dan ook in steeds me scholen verdrongen door schoolbord op een event ne wand hetgeen belangrijk mi der vermoeiend is voor de ogen. Proefnemingen met enkele a re kleuren t.w. geel, oranje t grijs leverden geen overtuigeJQU^ succes op. Een beperkte enqui gehouden door de Gezondheid) dienst T.N.O. onder leerlingen en leerkrachten de vraag welke kleur het me; _e 8 geapprecieerd werd, voordele uit van de kleur groet tide niettemin verzekerde ook het tifgtisc ditionele zwart zich nog relatief hoog aantal voorkeu^} stemmen. Belangrijkheid van de klei pl Het lijdt geen twijfel, dat de school van het gezichtsverrc gen der kinderen zeer veel v gevergd. Dit komt duidelijk voren als men bedenkt, dat pet. van de zintuigelijke indn ken door de leerlingen opgedai via het oog lopen en alleen wa< ibus neembaar zijn door middel de kleur. Hieruit valt 3 lijk het grote belang v wust geraffineerde afgewogenhe 0tei Ir km SE i kleur en ruimte te conclui het nl. bijgehou- knfj8"boeh?e van hem, misschien onbewust 5l"hls 45 bladzijden -eschreven da, geloo, ik nieti een pro,Mthou. t .„ff o uV. n? 1 ding tegen de speciale beroepskijk, kunst van Bach Een korte le- Hie een mens geheel kan oplossen stukken vensschets en een korte beschou- jn de beroepsman. Het nadrukke- derdijk wing over de muziekwereld tijdens lijk parlando van zijn verzen onder- 7 dan Bach s leven gaan aan het eigen- lijke boekje vooraf. Men kan zich in dit korte bestek moeilijk een betere gids wensen dan Herman Rutters, die zeer duidelijk en zeer gedocumenteerd iets druk dat hij de mededeling v zijn menselijke gevoelens in ve vorm nodig heeft om jurist en c minoloog te blijven. Er leeft Maar welbezien de de dit jaar het kocht. Het bleek toen, dat het ont werp, dat de jury als nummer één had gekwalificeerd, nl. „Tango" van Corry de Boer, bij het publiek Prijsvraag nummer twee was en da4 „Bane- IE AMSTERDAMMER heeft h.t S'!W)w^"ko«h't° 8*?8r'™f De derde prijs (want ook hier wa ren er voor de deelnemers weer prijzen aan verbonden) ging naar een eervolle, vermelding. Charles is touw te zetten. Hij heeft in werking met het instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Am sterdam een prijsvraag i'itgeschre- ven voor leerlingen en ud-leerlin- gen en hij heeft een deskundige ju ry tien dessins laten uitzoeken, die voor het bedrukken op doek in aan merking kwamen. Om dit experi ment voor de deelnemers aantrek kelijk te maken, werden drie hoofdprijzen toegekend en zeven eervolle vermeldingen. Op de zelfkant van de gordijnen was de naam van de ontwerper (ster) gedrukt met de aanduiding Muziekencyclopedie in twee pockets Mr. S. A. M. Bottenbeim, In leven secretaris van prof. dr. Willem Mengelberg cn bekend muziekpubllclst, heeft na zijn dood op 1 januari 1957 een niet geheel voltooide muziekencyclope die nagelaten. Het manuscript bevatte reeds zeer veel, maar er waren ook nog tal van oninge vulde trefwoorden. De bedoeling was een beknopte encyclopedie te geven die wat de kosten be treft voor niemand een bezwaar kon zijn. In twee pocket-boekjes heeft de Uitgeverij Het Spectrum te Utrecht in de Prisma-serie thans deze encyclopedie uitgegeven, be werkt en ingeleid door Wouter Paap. Tot de laatste tijd toe (o.a. de dood van Sem Dresden op 30 juli 1957) heeft Wouter Paap de ze kleine encyclopedie bijgewerkt en aangevuld. In deze omvang zijn de boekjes een prettige vraag baak geworden. Het is echter altijd moeilijk een encyclopedie onder de loupe te nemen. Dat kost enorm veel tijd. Daarom namen we maar enkele zgn. steekproeven om de betrouw baarheid te toetsen. En die be trouwbaarheid is zuiver muziek wetenschappelijk ongetwijfeld goed. Althans in de musicologi sche steekproeven kwamen we geen dwaasheden tegen. In enkele zinnen hebben de schrijvers soms duidelijk weten te definiëren. Er zijn ons toch enkele dtngi met eén superieure bundel de ge schiedenis in te gaan dan eenvou- dig maar op te spuiten. Gossaert tederheid primair Bilderdijk, hoezeer naar de passie daaraan ontsproten, zodat deze poëzie natuur geest verwant, zijn hier wel uiter- lijkerwijs naar het liefe lijke en tedere tendeert, zoals blijkt uit het vol gende fragment uit „Het Bach's kunst openbaart. Samenwerking Wje waJ Rembrandt duidelijk aangetoond, dat het i latuurlijk op geen productief als Bil- laar daarvoor leven dan ook In een tijd die op li- streept deze houding van verzet. terair gebied het produceren van Charles is een bekend verzets- woorden en gros niet meer be man geweest en hij heeft die wondert, misschien omdat die taak Eiland Onrust": schuilnaam uit de oorlogsjaren veelszins door pers, radio en poli- jvergenomen, of juister gezegd tiek is overgenomen. Toch is er gehandhaafd, want ook zijn poë- verwantschap. Bilderdijk zei: zie komt uit een verzetshouding mijn poëzie is gevoel en Charles' voort. Het pleit weer voor Char- verskunst berust geheel op het les' volledige menselijkheid, dat menselijk sentiment, of juist het zij daarin niet opgaat en dat ook mannelijk sentiment, iet tedere en het speelse een we zenlijk bestanddeel van zijn dich- De tederheid, zoals die bv. in terlijke verbeeldingswereld uit- gedichten als „Voor het verdron- maakt. k-en meisje", „De Poppen" en Nu heeft elke dichterlijke „in- „Für Flise" tot uitdrukking komt, stelling" haar voor en tegen. Is de is een typisch-mannelijke teder- het impuls niet sterk genoeg, dan wil heid. Het speelse element zit o' De weidse en frappe ck perspectieven van de h: bla dige kleurenleer, om voor eens en alt; radicaal te breken met 11 klassieke (lees: klaszielf?! kleurenschema's met monochrome kleurstelD gen van terra, grijs orème. Hoewel in beperi kring enkele direct Onder deze titel heeft Uitgeve rij Daamen, Den Haag in de Ooievaar-reeks een boekje uitge geven van dr. J. Hulsker, hoofd van de afd. Kunsten het departement van O.K. en W. Het is een boekje in vier talen geworden (Nederlands. Engels, Frans en Spaans) met enorm veel feitenmateriaal over het le- IHHHHHH ven van Rembrandt en tal van Niemand zal meer twijfelen aan zwart-wit reproducties van zijn de verteltalenten van Fenand van werken. Dat feitenmateriaal is den Oever. Zijn ..Brood uit het overigens zo verwerkt, dat het water", „Laat mij geen dorre opsomming is gewor- ven". „Lest Best" den, maar een instructief en levend me nog een; verhaal, waarin vele zaken die den. En het de legenden om Rembrandt voor is ons land' goed uit de wereld helpen, een goed naslagwerk brandt wil hebben, De zee is ons land Moeder leer lopen" zijn verslon- uwe boek „De zee Uitg. Callenbach, Nijkerk) zal dat ook worden. Van nummer 2 bij de ju- door het publiek hel i raagd. Anthracietkleu- Rem- de eerste tot de laatste bladzijde bovendien leeft men gespannen mee met betrouwbaar wil worden voorge- Arend Michiel, de zeevaarder die licht, moet zich dit boekje van moeite en verdriet weerstaat om 200 bladzijden aanschaffen. Een zijn doel te bereiken. Een boeiende aanwinst in de Rembrandt-biblio- vertelroman, knap geïllustreerd grafie door Roeland Koning. eerlijkheid, of liever gezegd Decca heeft echter i m'n ontboezeming van twee - liederen, nu maar te dom ult?ebracht kwali- Oostenrijkse zanger Walther Lud- deze stem ontdekt en van wig, die in 1908 in Bad Oeynhau- Renate Tebaldi een jgrote plaat sen geboren werd, jarenlang kleinere bonden was a HET zou natuurlijk niet va objectiviteit getuigen om 1 weken terug inzake het zingen -IPWÊ— HL* alsof de opera-zangers en -zangeressen niet bestaan. Persoonlijk iyrische aria's en liederen, op de opera, vele malen maa ik dan de liedvertolking boven de opera-zang stellen, ook op vleugel fantastisch goed begeleid de Evangelist-partij het gebied van de muziekdramatische kunst zijn ,J~ P"'"nn°n zeer grote prestaties geleverd. worden zangeres Paula Takócz, verbon den aan de Staatsopera te Buda pest. Ter gelegenheid van een „Gastspiel" in Berlijn heeft de Deutsche Grammophon Gesell- i zijn. Én schaft de kans waargenomen van moedelljk een gevolg van slordig- haar een tweetal aria's op de had hler meer vast te leggen, met begelei ding van het Radio-Symfonie-Or- kest van Berlijn o.l.v. Vilmos Ko- mor. Het zijn de aria's „Als Sie ger kehre Heim" (Ritorna vinei- tor) uit de opera „Aida" van Ver di en de aria „Der Tod sei mir willKommen" (Morrö. ma prima t grazia) uit de opera „Un ballo __i maschera", eveneens van Ver- geen Hans' Hot- di. (45-toerenplaat EPL 302591. ter. wel Irmgard Seeftied. maar geen Een pracht van een dramati- Lisa Delia Casa, wel Aatje Heynis, sche sopraan, deze Paula Takècz. maar geen Wllhelmlne Matthés, wel Van hoog tot laag een volkomen iiz'-Jtsn vr.' leerlinge van Noérnle Pe Versteegh invullend wer nerend. Dat zamen ongeveer 400 kleine bladzij- n niet alles kan worden genoemd begrijpelijk. Maar de selectie ls jt willekeurig geweest. Op zangge- ed b.v. vinden we wel Anneke v.d. Ijck, wel Elisabeth Schwarzkopf, aar geen Hllde Güden. wel Leon Borg. wel lombo: Sclplo. Gerald Mooro. die hiaat. En met een heerlijk Sla- siTe visch timbre. Zo'n stem is in ons Co- land echt niet te vinden. Maar wat meer is: achter deze stem rson schreef het schuilt een zeer grote muzikali- zcompanist", maar dje njef op bet effect maar ..ut.huÏh op de innerlijke beleving is ge- gelgemea wei een _;1U. t de Weense Staats^ de Bach- door" Giorgio Favaretto. (30 cm. Passionen zong en thans zangpe- langspeelplaat LXT 5272). Voor dagoog is aan de Musikhochschule het grootste deel zijn het Italiaan- in Berlijn. Van hem nam de se aria's en liederen van Scarlatti, Deutsche Grammophon Gesell- Sarti, Rossini, Bellini, Verdi, Mar- tucci en Masetti, alsmede „Cant^- Dan wil ik pas weer wakker worden als het gras zich beverig en licht weer uit de pantserprenten richt waarin het jaren was geplet, en als weer blote kindervoetjes lopen tussen de madelieven, als voorgoed het prikkeldraad verroest is en het bloed verteerd dat deze bodem heeft gezopen. Als mijn vrouw niet langer schrikt van elke deur die gaat en elke stap die in de nacht opeens stilstaat in onze straat, maar naar de kinders lacht en bloemen op de tafel schikt. Men ziet: dit is geen gecultlveer- verzen die evenveel waard P,0®?.'®1 geen product van een lijn als koijels. dichterlijke cultuur zoals bij de ij- oudere generaties na tachtig, zo- regels die schroeihitte ademen, als zelfc«ook „og bij Nijho,f*Hier woorden die hees de strot wordt niet alleen in de roos ge- uitstoten schoten, maar de passages of ge hele verzen die raak zijn hebben dan ook alle charme van tempera ment en spontaniteit. Als dichter „muss jeder in seiner Fagon selig werden". Toch ontkomt geen en kele poëet aan de noodzakelijkheid van zelfkritiek. Het natuurlijk rij pingsproces zal vermoedelijk van zelf de oplossing brengen, want dichten is een kunst die men al leen al dichtende leren kan. En in laatste instantie is het toch ook een kunst en niet alleen maar eruptiviteit. C. RIJNSDORP al doorheen als „Variatie", ongedwongen sa mengaan met een diepe ontroe ring en een laatste ernst. Dit dicht werk wordt gedragen door een mannelijke passie voor rechtvaar digheid en menselijkheid, het is een levende illustratie van de ma xime, dat de vent belangrijker is Kreupelrijm hebben wij nodig, slechte verzen, zonodig op rijm, als ze maar van de laatste ademtocht zijn, VIA NAALD £N (N,AAT belangstelling aan de dag voor de kleur. Het is in dit verband wel licht interessant te wijzen op het feit, dat een baby eerder de kleur van een voorwerp kan onderschei den, dan dat het de afmetingen of omtrekken hiervan kan vast stellen. Zelfs hebben onderzoekin gen aangetoond, dat een tien maanden oude baby al een beslis te voorkeur schijnt te bezitten voor kleuren met de langste golf lengten nl. rood en geel. Na ver loop van tijd treden hierin nog enkele kenmerkende verschuivin gen op aangezien het meisje zich op oudere leeftijd meer naar wat tedere kleuren neigt als rose en pastelblauw terwijl zulks bijv. niet het geval is met 'n jongen die in het algemeen voorlopig nog zijn voorkeur blijft behouden voor het onstuimige rood. Temeer verheugend was het toen kort voor de laatste wereld oorlog het definitieve einde van het grijs-crème-terra-tijdperk in het zicht kwam. De glorieuze rentree van de kleur bracht de onaantastbaar schijnende supre matie van de grauwe kleurloos heid aan het wankelen. Zwart, groen of geel schoolbord wand vormt één der narkantste obstakels voor het schoolgaande kind. De scherpe contrastwerking, ontstaan door de combinatie van zwart met wit roept een reeks van contrastbeelden op die belem merend werken op de accuratesse van de leerling. Bovendien wordt op deze wijze de oogvermoeidheid kring enkele direct a| j sprekende mogelijkheo 'ei^[ de werking der kleui grotere bekendheid verwii s,e het ogenschijnlijk groten of verkleinen van de rui^P611 te, het hoger of lager komen van een plafond, wordt het algemeen aan de fysische psychologische invloed kleur op het schoolkind nog weinig aandacht besteed, lichamelijk en psychisch het kind hangen echter d! belangrijk deel er P' 'i ^"3 '0 «n ih te I llecb BAREND DE GRAAFF de Spanjaard Turina een aria uit de opera „Julius Cae sar" van Hèndel. Welk een verrukkelijk stemma- teriaal heeft Tebaldi, vol glans en buigzaamheid, ideaal ge steund door een superbe adem- techniek. Al luisterend raakt men ongetwijfeld onder de ban va ze stem, die ondanks het scherpere Italiaanse timbre gens ordinair klinkt, nergens irgens begeleid door Walter Bohle. cm langspeelplaat LPEM 19090). Een zuiver lyrische tenor, deze Walther Ludwig, bijzonder mooi van klank, van stem- en adembe- heersing en van muzikaliteit. Heel mooi ook zingt hij de liederen, maar men ontkomt toch niet aan de- de gedachte van een te weinig iets kleurverschil. Of Ludwig nu een ner- ..Mondnacht", een „Geisternahe" te of een „Mir Myrten und Rosen" voltooide zijn trilogie over h< avontuurder rechtvaardighei Schumann zingt, het is alles dezelfde kleur, waarbij vaak het pianissimo gemist wordt. Maar „Dit is mijn derde roman over de B.W.'s, de eenvoudige lieden, die zich aan het avontuur der rechtvaardiging gewaagd hebben. Roman? Nee, zegt een der critici: het is een vertelling. Mij goed! Waarom zullen we theoretiseren?" Aldus vangt Barend de Graaff veel vibrato heeft kleine leegte vertoont. Maar bij dat luisteren zal men de stem is prachtig en men voelt ^.e op z^n k°ek ook opmerken, dat Tebaldi af achter deze vertolkingen de musi- standbeeld aan. En we zouden toe met haar temperament Hongai wel de Dul Wolfgang Meyer-Tormln? onvolledig ln de Schuricht- t niet bekend dat Alex vermoedelijk volg van de meer intensief-muzi- kale opleiding. En deze zang wordt dan nog uitnemend bege leid door het orkest. Een kleine, maar waardevolle, ontdekkende Pe" plaat. Helaas kan ik tot heden toc" IS, nog niets naders over Paula Ta- kacz vertellen. en liep ze bij het Edinburghfes- tival kwaad weg omdat het pu bliek de minder goede eigenschap- W£ haar stem ontdekte. Tebaldi haar èn wat stem èn wat muzikaliteit betreft de meerdere. Renate Tebaldi werd in 1922 ge- kreeg haar opleiding één adem Melis, N.C.H.V., M, Geertnk Bakker, 01e r genoemd ls? En ten slotte: waar bij vele namen geboortedata weg laten, terwijl die toch heel i i te vragen. Een klein met Meneghini-Callas, nl. Rena te Tebaldi. Ik schreef toen over dc concurrentiestrijd tussen beiden, zonder me overigens over de zang kwaliteiten uit te laten. De keuze tussen beiden is overigens niet zo moeilijk, want al vroeg Call as ans 72-jarige sopraan Carmen d die in 1902 bij de Metropo- ?an2 geen raad weet. Of beter gezegd, haar dramatische stem zoekt soms naar een uitweg. Dat is juist het merkwaardige bij zulk soort stemmen: ze moeten zich laten gaan, ze kunnen zichzelf niet verloochenen, ze kunnen achter de compo- Tebaldi weer meer b.v. in „Stornello" ze het best. Alsook liederen van Tu- verstilde lyriek Scarlatti) of in de klassieke bewogenheid (Julius Caesar van Handel en Julius Sa- bino van Sarti) mist men de juiste instelling. Elke noot waarin Re nate Tebaldi haar prachtige stem even kan doen uitzingen, even eer. bijzondere glans kan doen geven, heeft ze uitgebuit en daardoor luistert ze meer naar haar stem, Maar ondanks toch dan onlamgs voor een optreden in had litan-opera te New York debu- dit heb ik de grootste bewonde- de .eerde els Tosce. Dr.eenv.jft.g ri voor „at ^abaldi met de„ jaar later zou haar leerlinge Te baldi ook bij de Metropolitan de- buteren als Tosca in de gelijkna- thëeïc mige opera van Puccini, nadat zij die partij al enkele jaren in Italië wat Tebaldi met deze stem doet. Voor vocalisten een uit zonderlijke aanwinst ln hun disco standbeeld" zeggen: Allicht, er zijn op het CORN. BASOSK1 ogenblik andere dingen aan de orde, belangrijker zelfs als dat „heerlijke woord" bijfiguren, dat de „overigens zo welwillende re censenten" blijkbaar zo graag ge bruiken. Die recensenten toch! Maar we kunnen ons toch moei lijk aan de gedachte ontworste len, dat de heer De Graaff een wat stekelige inleiding schreef op het slotdeel van zijn trilogie, dat wel een geheel zelfstandig boek is (roman of verhaal laat ik nu derhalve in het midden) maar blijkbaar toch een inleiding nodig heeft als een verwijzing naar de voorgaande delen „Om 't stee- nen paert" en „Werkend wacht ik", waaraan wij reeds uitvoerig aandacht besteedden. In ieder geval gemakkelijk voor de welwillende recensent, die heus geen eenvoudige taak heeft om te schrijven over het geestes kind van een ander. Enerzijds moet hij zijn lezerskring goede voorlichting geven, anderzijds de auteur mogelijk wijzen waar zijn kracht of zijn zwakte ligt. Tenzij _._x formaat is, heeft gemaakt, de Duits- Wnlther Luduig, in kend als vertolker va listenparty in Bach's Passionen, maakte voor de Deutsche Grammo phon Gesellschaft een plaat met liederen van Schumann en Reger, die auteur dat hem niets valt. op wijst. Dat is natuurlijk ook mo gelijk. Hoe dan ook. de term „welwil lende recensent" lijkt me niet zo erg gelukkig, omdat een recen- zaak van welwil lendheid kan of mag zijn, maar van een oprecht en ernstig over wogen oordeel, zonder aanzien des persoons. De opmerking lijkt me meer het goedmoedige knik je van de schoolmeester naar de leerlingoverigens geheel in stijl met de aanloop: Dit is mijn Geforceerd Goed dan, uw derde roman „Het standbeeld", „dienende tot leering en d'vermaek" (aldus de schrijver). Welnu het komt ons voor, dat de 205 bladzijden druk geforceerd zijn tot een boek, om dat het klaarblijkelijk naar opzet een trilogie moest worden De gang van 'het verhaal wordit nog al eens vertraagd door vrij lang durige en herhaalde beschouwin gen over de vraag, waarom God schijnbaar het werk van de recht vaardige B. W. wil afbreken op het landgoed Ter Weere, door een eventueel beheerschap van heer Van Dussen. de naaste erf genaam, als het gerucht waar is, dat de werkelijke eigenaar baron Jacob Samuël ter Weere gesneu veld zou zijn. De anti-climax van het verhaal bewaart de schrijver tot bladzijde 199, en terecht. Maar goed, nu met dit boek het werk gereed is, kan men dus het geheel overzien en dan komen wij tot de conclu sie, dat Barend de Graaff de verwachtingen, gewekt in het eer ste deel. eigenlijk niet heeft in gelost. Het geheel is een vrij pre tentieloze geschiedenis geworden, die niet geheel aan de burgerlijk heid ontkomen. Duidt de opmerking van de schrijver: „Waartoe het dient? Tot lering en d'vermaek", op een gevoel van ontevredenheid 1 schrijver zelf? Is het niet gew n B den wat hij er van had verwact T ieder geval een kan |j i terisering (misschien onbewuJ me( de recensent te waarschuw! dat hij zijn verwachting niet hoog mocht stellen. Misschien dit dan ook wel de juiste ins' ling op diit werk. Met deze kan ((ll terisering van de auteur zelf ki dan zeggen, dat het e 1 lezenswaardig boek is gewordf B goede plaats inneemt tt 8 de boeken die op het chrisi njK erf verschijnen. Wa toch komt De Graaff los vertellen zonder meer a schouwer en wordt hij desondani door zijn verhaal geïnspiref zodat hij de dingen over een l der front gaat zien waardoor sublieme bladzijden weet te schei pen. Dan is De Graaff op best. Gezien de goede elementen zijn werk zou het verblijdend i als hij kans zou zien zich in werk te vernieuwen. Allicht dat de wens van elke schrijflij die een nieuw werk aanvat, I' deze moet toch eerst inne verworven worden aleer zij stalte krijgt in het werk en d met het klimmen der jaren wal lijk geen geringe zaak. Echter in de rust v. Graaff zijn werk mag doen, si nog vele dingen mogelijk. E mag geloven in zijn schrijvei schap en dat zal hem, naar hopen, blijven inspireren j]|f Het boek is uitgegeven door 8 Keuning en goed vtjWv zorgd zoals we dat van deze u geverij gewend zijn. HERM. STEGGERÖwn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 20