CHRISTELIJK De grote invloed van clir. organisaties Puzzel mee Geen inkopen op zondag, zegt kerk in noordwest-Duitsland Afwisseling van de kleinestukken Een woord voor vandaag Kanttekening 1 INNSBRUCK 2 Civitasdagen te Oosterbeek (Van onze sociale redacteur) YT/"E staan nog slechts aan het v* begin van de omvorming van onze maatschappij-struc tuur in christelijke geest, zo ver klaarde gisteren dr. W. Albeda, economisch medewerker van de chr. bond van werknemers in de hout- en bouwnijverheid op de laatste van de drie Civitas dagen der Vrije Universiteit in het Conferentie-oord De Pieters berg te Oosterbeek. Dr. Albeda was het niet eens met hen, die menen, dat we van de omvorming van onze maat schappij in christelijke geest niet veel meer te verwachten hebben. De grote invloed van de chr. organisatie in Nederland zag hij zowel in de groei van een weten schappelijk verantwoorde chr. maatschappij-leer als in de gang van zaken bij de anders gerichte organisaties. Zo zou op het ogen blik, naar de mening van dr. Al beda de Partij van de Arbeid geen bloeiende prot. chr. werkgemeen schap hebben, indien 75 jaar ge leden geen chr. maatschappelijke en politieke organisaties waren op gericht. Het is ook voor een groot deel onder invloed van de chr. organi saties geweest, dat in Nederland het algemeen belang bij de orga nisaties op de voorgrond is blij ven staan. De ontwikkeling in het buitenland met name in Zweden naar de belangengroeperingen is in Nederland voorkomen. Belan genpartijen. waarbu elke volks groep een ei^en partij heeft en stemt naar eigen economisch be lang, is de akeligste vorm van verzuiling die er bestaat, aldus de heer Albeda. Betekenis Convent Het op de voorgrond stellen van het algemeen belang heeft ook ge leid tot de oprichting van het Convent van chr. sociale organi saties. Dit convent kgnt reeds een eigen sociologisch Instituut, maar dr. Albeda zag als ideaal, dat alle wetenschappelijke arbeid van de vier bij het convent aangesloten centrale organisaties bij een we tenschappelijk bureau van het Convent van ehr. sociale organl- Voorts bepleitte hü ook de op richting van een convent voor elke bedrijfstak afzonderlijk, dus een vervoerconvent, een bouwconvent, een landbouwconvent etc. Het beklemtonen van de ver antwoordelijkheid van de organi satie voor het grote geheel, neeft naar de mening van dr. Albeda ook het N.V.V. in de ideologische hoek gedrongen. Vooral vergele ken bij de socialistische vakbewe ging in het buitenland valt dit op. Het bestaan van chr. organisa ties achtte dr. Albeda noodzake lijk, déér, waar samenwerking met andersdenkenden schadelijk zou zijn voor het christen-zijn. En onder christen-zijn wilde hij dan verstaan als christen kunnen den ken, spreken en handelen. Zo heeft de vakbeweging te ma ken met de emancipatie van de werknemer, met de regeling van de positie in het bedrijfsleven en de consekwenties daarvan. De chr. visie op de mens is hier onontbeer lijk, de verhouding van mens tot mens. de ethiek speelt hier een rol en daarom chr. vakbeweging. Voor de politieke partijvorming geldt dit in gelijke mate. omdat hier een eigen visie vereist is op de mens, de staat en de maat schappij. Wat betreft onze huidige loon politiek achtte dr. Albeda het ge wenst in de toekomst pogingen te ondernemen deze politiek te be vrijden van de socialistische sig- Evenals de beide andere refera ten op de Civitas-dagen, die in het teken stonden van het onderwerp: Christen-zijn in de samenleving, werd ook over dit referaat in groepsdiscussies en algemene dis cussie uitvoerig gesproken. Niet alleen spreken De eerste dag was het ds. J. M. van Krimpen te Rotterdam, die speciaal aandacht vroeg voor het maatschappelijk werk. Ds. Van Krimpen riep op tot hulp aan de naaste, daar de nood nog zo groot is. Het is niet genoeg alleen over Gods genade en vergeving der zonden te spreken en dan naar huis te gaan zonder iets te doen. Men zal in onze liefde tot de naas te moeten kunnen zien, dat we navolgers van Christus zijn. Prof, mr, S. Gerbrandy refereer de op de tweede dag over: Christen zijn in de samenleving vanuit de Vrije Universiteit. Prof. Gerbrandy riep het streven van de oprichters van de Vrije Universiteit in her innering, namelijk een universi teit te stichten, die invloed zou hebben op het gehele volksleven en die daarin als een zuurdeeg zou werken. Van die oorspronke lijke gedachte zijn wij in 1957 zeer ver verwijderd, aldus prof. Ger brandy, al kon hij de laatste tijd tot zijn verheuging een lichte ken tering- op dit punt bespeuren. De Civitasdagen, die thans voor de tiende maal gehouden zijn, stonden onder leiding van prof. mr. P. J. Verdam. OPGAVE PUZZEL No. 12 Horizontaal: 1 angst, 5 telwoord, 7 bedachtzaamheid, 8 rondhout, 12 kleedje, 14 zoutoplossing, 16 putem mer, 18 godin, 18 spil, 20 water in Friesland, 22 bovendien, 23 wapen, 24 strowis, 25 heimelijk. Verticaal: 1 plezier. 2 getijde, 3 boomschors. 4 futloos, 5 edelgesteente, 6 en derrgelijke, 9 grote bijl, 11 kle ven, 13 voorzetsel, 15 kippenprodukt, 17 rij, 21 landbouwgereedschap, 23 droog en schraal, 24 lidwoord. Aan de school met de Bijbel te Zegveld OPLOSSING PUZZEL No. 11 is benoemd tot onderwijzeres mej. S. A. PRUIM Hjklema te Apeldoorn. barak, TABAK. prima, praam, braam, De leiding van de Evangelisch-Gereformeerde Kerk In noordwest-Duitsland heeft een boodschap doen uitgaan naar aanleiding van de voortschrijdende rnndagsontheiliging vooral op het platteland. Juist daar, zo heet het, zijn er nog velen, die hun Inkopen combineren met het bezoeken van de kerkdiensten en die zich het verkeerde van hun handelingen blijkbaar In het geheel niet bewust z(jn. Afgesien van het feit, dat winkeliers en kopend publiek »ich door zo te handelen voor de wet strafbaar stellen, la het onverenigbaar met het christelijk gebod van de zondagsheiliging. Het is onverantwoord, wanneer klanten van hun winkeliers verlangen ook op zondag voor hen klaar te staan en voor hen de noodzakelijke rust op te offeren. De kerkleden worden ten slotte opgeroepen, in steden en op het land, te breken met de slechte gewoonte van de zondagsinkoop en hun bestellingen bovendien op zodanig tijdstip te doen, dat ook op de dagen ln de week winkeliers des avonds vry zijn. Generale Synode Geref. Kerken Het knagend gevaar voor de Kerk (Van een onzer verslaggevers) Het is bekend, dat de kerk van al._ kanten wordt bedreigd, openlijk of bedekt. Dit blijkt wel uit sommige stukken, die in een synodevergadering op tafel komen. Deze bedreiging is echter niet altijd van geestelijke aard. Ook dit kwam vast te staan in de ergadering van de Generale Synode der Gereformeerde Kerken. Er was' namelijk een brief binnengekomen een firma, die ernstig waarschuw de tegen het boktorrengevaar. De boktor vormt inderdaad een bedrei ging voor het kerkvolk. Denk het u in: ge zit zondags in uw godshuis in vrede te luisteren naar de "©rkondiging. Maar gij rijt u er niet an bewust, dat ook de vijand op de loer ligt, beter gezegd: aan de knaag Het is waar: de boktor ondergraaft de fundamenten der kerk niet. Maar hij holt dan toch maar balken en zolde ringen uit. blijkbaar bij voorkeur in kerken. Het zou kunnen gebeuren r het is nog nooit gebeurd! dat heel kerkdak naar beneden kwam als resultaat van het werk der onver moeid voortarbeidende boktorren. Het ware bijzonder naar, indien dit gebeurde wanneer juist de gemeente vergaderd was. De kans daarop is evenwel uitermate klein, gelet op het feit dat de gemeente maximaal drie uren per week de kerk van binnen ziet. Maar de bedreiging is er nietj minder om. Misschien is deze dakvernielende ac tiviteit van de boktor wel een blijk van de oecumenische gezindheid van 't beestje. Want bij een kerk zonder dak heeft men eindelijk eens gele genheid' om o dwaze term „el kaar over kerkmuren heen de hand te reiken". En nu terug naar de synode: de waar schuwende firma bood de kerkvergade ring aan, om kosteloos alle gereformeer de kerkgebouwen in Nederland od de aanwezigheid van boktorren te onder zoeken. Maar de synode is helemaal niet de baas van de kerkgebouwen, die zijn het eigendom van de plaatselijke gemeenten. Zelfs over de kerk waarin de synode vergadert, de Zuiderkerk te Assêh heeft zij niets te vertellen Hopeplijk herbergt die kerk géén boktorren. En èls ze er zitten, beleven ze kwade dagen: want die calvinistische wierook, vlietend uit talrijke sigaren, ve le pijpen en weinige sigaretten, maakt 1 zol- tieriger op wc Aan het verlangen van de boktorren- firma vermocht de synode dus niet te voldoen. Evenmin willigde zij het ver langlijstje in. van een broeder uit Exloër- mond. Deze had enige dozijnen wensen bijeengegaard en neergeschreven op een blaadje papier, dat hij aan de sy node deed toekomen. Enkele punten van het verlanglijs- je waren: verbied toch het zingen van gezangen; laat toch elke kerk dienst anderhalf uur duren; neem toch| geen contact op met kerken, die eenj bisschop hebben; laten bij intrede en afscheid van predikanten uit andere; kerken toch geen afgevaardigden van! gereformeerde kerkeraad derwaarts gaan, want constateerde deze broe der aan het slot de gereformeerde kerken zijn de enige ware kerk. De synode besloot dit stuk voor ken nisgeving aan te nemen. Dit houdt al-1 lerminst in, dat de scriba er dan geen werk aan heeft, integendeel! Het ver- j langende kerklid uit Exloërmond krijgt een uitvoerig schrijven terug, waarin ge-1 noteerd staat wat de synode vroeger en later al eens over sommige der ge-1 noemde verlangens heeft gezegd. Intussen was de brief uit Exloërmond begonnen met de synode veel heil en zegen te wensen.-. Dit werd' op prijs ge-j steld, evenals het soortgelijke blijk vanl Beroe pin gswerk NED. HERV. KERK Beroepen: te Ridderkerk, G. van Estrik te Nieuwland; te IJsselmonde, C. Don te Kuinre; te Noordwijk-binnen (toez.), J. van Dok te Ens. Aangenomen: naar Hornhuizen-Kloos- terburen, G. Riemens, voorganger Vrijz. Herv. te Bussum. GEREF. KERKEN Tweetal: te Delft (vak. E. de Vries), J. M. Bloemkolk te Ede en L. J. Goede te Aalten. Beroepen: te Harlingen, D. Kuiper te Bedum. Aangenomen: naar Vrijhoeven-'s-Gre- velduin-Capelle, G. Torenbeek, kand. te Den Ham <Ov.), die bedankte voor Pingjum, Zurich en Bozum. Geen verdere beroepen. Kand. G. J. Heerink te Aalten verzoekt ons mede te delen, dat hij geen verdere beroepen in overweging kan nemen. GEREF. KERKEN (ART. 31 K.O.) Beroepen: te Nijverdal, C. Bijl, kand. te Pernis, Hoek en Schouwerzijl. GEREF. GEMEENTEN Beroepen: te Barneveld, W. C. Lamain te Grand Rapids (V.S.). Als onze koningin op bezoek komt of ah er ergens een treinongeluk is gebeurd, dan zijn de reporters druk in actie. Zij schrijven hun oog getuig ever slag en en als de lezer zijn krant openslaat, kan hij van a tot z de gebeurtenis opnieuw beleven, 't Komt ook wel voor, dat de verslaggever er zelf niet bij is geweest, maar zijn nieuws krijgt van ooggetuigen. Daar weet de Bijbel ook van. Lucas introduceert zich bij zijn lezers als zo'n reporter. Hij heeft alle inlichtingen en gegevens nauwkeurig nagegaan, voordat hij zijn boek schreef. En, zegt hij, het is alles betrouwbaar. Lucasis de brenger van het grootste nieuws, dat tot het einde der dagen nieuws blijft, in tegenstelling tot een koninklijk bezoek of een treinramp, dat wij de volgende dag vergeten zijn. Dit is het nieuws van alle tijden, de enig belangrijke boodschap aan alle mensen, die de engel des Heren uitbazuinde aan de herders: Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk ten deel zal vallen: U is heden' de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David! Dat is het nieuws van elke dag, dat wij elkaar moeten vertellen en doorgeven aan ieder, die wel of niet wil horen! J^JUNSASU rofararur pjum ro neutron ani 16-7-57" „Blijk van dankbaarheid voor het goede werk bij de Neutron ramp op 16-7-57", wordt ge graveerd op de luiklok die over enige tijd in de protestantse kerk van Biak zal worden ge hangen. Zoals bekend is deze klok, vervaardigd in de klokken gieterij van de gebroeders Van Bergen te Heiligerlee, het ge schenk dat een commissie van nabestaanden van de slachtoffers van de ramp met de Neutron, het meest passend heeft ge oordeeld om de bevolking van Biak te danken. WIJ KRANTELEZERS De Geref. Bond en de vrouw in het ambt Naar aanleiding van de beslissing der Ned. Herv. synode om de vrouw tot het ambt toe te laten heeft het hoofdbestuur van de Geref. Bond in de Ned. Herv. Kerk besloten de kerkeraden uit te no digen tot het bijwonen van een vergade ring op donderdag 19 september a.s. in Utrecht. Als sprekers hopen op te tre den prof. dr. J. Severijn, dr. Schroten, ds. W. Goedhart en anderen. Allerwonderlijkst begrip van openbaar vergaderen Openbare agenda werd geheim (Van onze sociale redacteur DAT de circulaire, die de staats secretaris van binnenlandse zaken, p.b.o. en bezitsvor- r - 1 ming, drs. W, K. N. Schmelzer, Herv.-Geref. intellectuelen enige maanden geleden in zee gaan vergaderen Op zaterdag 21 september a.s. zal het Verband van Hervormd-Gereformeerde Intellectuelen in hotel Pays Bas te Utrecht bijeenkomen. Het te bespreken onderwerp is: Wat zegt de wetenschap over de geschiedenis der aarde? In drie korte voordrachten zal het worden be handeld.Ir. G. B. Srr.it te Arnhem zal spreken over: Wat zegt de geologie? en drs. Vreugdenhil fte Utrecht over: Wat zegt de biologie? Novitiaat S.S.R. te Leiden Het novitiaat van de S.S.R. afdeling Leiden, de interkerkelijke Geref. studen tenvereniging, zal dit jaar beginnen op dinsdag 10 september, des middags om r, op de sociëteit, Hogewoerd 108. Advertentie MM? 1/6LP ON <Cwr?t J stuurde, nog niet in alle bedrijfs organen tot de gewenste resulta ten heeft geleid, bleek ons gisteren tijdens de openbare zitting van het bedrijfschap voor de vleeswaren- industrie te Utrècht. Tot en met de behandeling van het vijfde agendapunt, de ontwerp-verorde- ning vaststelling begroting inkomsten en uitgaven voor 1958, was alles nor maal verlopen. Toen de punten zes en zeven van de openbare agenda aan de orde zouden komen, verzocht de voor zitter echter na enig gefluister van de zijde van de secretaris, of de vertegen woordigers van dei pers de zaal wilden verlaten, daar het gewenst leek de punten zes en zeven besloten te behan- De daarop volgende agendapunten als: wat er verder ter tafel komt en de rondvraag werden eerst nog snel afge- Enkele leden van het bestuur vonden deze gang van zaken wel wat erg wonderlijk en zij verzetten zich daarom tegen besloten toehan deling. Vervolgens werd men het er over eens, dat men zich eerst in j besloten zitting over de zaak zou beraden. Nota bene: beraad over het publiek behandelen van punten, die geplaatst zijn op de agenda van een openbare vergadering. De secretaris gaf nog ter toelichting, dat alleen verordeningen openbaar be handeld moeten worden. Ook voerde hij aan, dat de onderhavige punten eigen lijk niet openbaar behandeld behoeven te worden, want de agenda was nergens gepubliceerd. Het drong blijkbaar niet tot hem door, dat dit de zaak nog veel vreemder maakte. Want wat bedoelt dit bedrijfschap dan eigenlijk met openbare vergadering? De agenda's en agendastukken voo openbare vergaderingen van dit bedrijf schap worden nooit aan de redacties var de persorganen gezonden. Toen wij bij de aanvang van de ver gadering alsnog om agenda en bijbe horende stukken vroegen ontving de pers in de loop van de vergadering één exemplaar van genoemde ontw verordening ter inzage. Een agenda er niet bij en nog veel minder de stuk ken bij de andere „openbare" agenda punten. Het op deze wijze aankondigen houden van openbare vergaderingen heeft al bar weinig meer met open baarheid te maken, want het bedrijf schap maakt van tevoren niets open baar (een mededeling in het blad var de S.E.R. staat hier buiten), maar ali dan ook nog de ovenbare agenda niet zonder meer openbaar behandeld kan worden, dan wordt de openbaarheid een farce. Na beraad in besloten zitting bleek het bestuur toch nog bereid de agenda het openbaar af te werken. Na afloop n de zitting verklaarde de voorzitter tegenover de pers, dat hij het incident betreurde, maar wij kregen ook toen niet de indruk, dat men bij dit bedrijfschap een juist begrip heeft van nu openbaarheid betekent. 60 De inspecteur had haar poging om André te overtuigen gekoppeld aan een nieuwe val voor Von Emsighofer. Hij was er zeker van geweest, dat deze een spoor kon geven, dat naar de op lossing van alle puzzels zou leiden. En als Ma rianne in deze affaire een toonaangevende rol zou kunnen spelen, dan zou André Rost gewon nen zijn. Het was eigenlijk een onwaarschijnlijke zaak, maar ze had haar medewerking toegezegd en ze zag ook geen andere manier om André voorgoed te genezen. Groepjes mensen zaten gezellig bijeen in de diepe fauteuils van dc grote en luxueuze hotel zaal. Marianne had zich bewust afzijdig gehou den. Er waren wel enkele mensen onder de gas ten, die zij vaag kende, maar ze had opzettelijk een plaatsje gezocht, waar het eenzaam was, voorzover in deze goed bezette zaal van eenzaam heid kon worden gesproken. Ze trachtte te lezen in een tijdschrift, maar steeds weer dwaalden haar gedachten af naar de man, die zij liefhad en naar die andere man, die zij zou moeten ontmaskeren. Liever vandaag dan morgen. Ze zat zo, dat ze zowel de ingang als de lift en de marmeren trrp in het oog kon houden. Als Von Emsighofer kwam opdagen, moest ze een manier bedenken om onmiddellijk met hem in contact te komen. Een kwartier later kwam de gezochte de trap c~Elaa.dóel{> JAS VAN HOFWEGEN af. Hij droeg een goed-gesneden sportcostuum en hij deed dat met zwier en, Marianne moest het toegeven, ook met élégance. Deze man had iets van een gentleman-oplichter en hij was, hoewel hij steeds op de rand van de misdaad danste, toch een persoonlijkheid. Nu moest het dus gaan gebeuren. Hij was nog enkele meters van haar verwij derd en zij kuchte beheerst. Harold von Emsig hofer keek haar richting uit. Ze mocht nu geen vergissingen maken. Ze glimlachte stralend. „Ach, Herr von Dutzen, goede avond," haar stem had een vleiende klank, „ik had u nog willen zeggen, dat ik vanmorgen wat al te bruut tegen u ben geweest.." Von Emsighofer boog. „Wellicht was die bru taliteit alleen maar bij mij te zoeken. Ik kon de verleiding niet weerstaan om te doen, wat u vanmorgen veroordeelde. Zou ik nu het genoegen mogen hebben de conversatie, die vanochtend zo plotseling werd afgebroken, te mogen voortzet ten?" Marianne van der Bij herinnerde zich eens klaps, dat zij André Rost bij die ontmoeting op de eerste avond zijn hoogdravendheid van spre ken had verweten, een hoogdravendheid overi gens, die André al spoedig verloren had, want daarvoor was hij te weinig gecompliceerd en wars van interessant doen, maar deze Herr Ha rold von Emsighofer wist er weg mee. Eigenlijk was hij een kwast, deze elegante Duitser, maar een gevaarlijke. Dat had Marianne al heel spoe dig gezien. Nadat ze hem had toegestaan naast haar plaats te némen, begon de Duitser een gezwollen gesprek, doorspekt van al te vleiende complimen ten en Marianne onderging de woordenstroom quasi-argeloos, maar ze hield elke mogelijke ver andering in de gelaatsuitdrukking van Harold von Emsighofer in de gaten, terwijl ze noncha lant de steen van een ring, die ze aan haar rech terhand droeg, van de binnenkant van die hand naar dé buitenzijde draaide. Ze deed het knap. Niemand zou hebben kunnen zeggen, dat ze dit in opdracht van Gustav Zuckwaller zo speelde. Aan haar slanke vinger flonkerde in het kunst licht een kostbare smaragd. Uit de ooghoeken zag ze, hoe Von Emsighofer een fractie van een seconde gefascineerd naar de ring keek Hij maakte geen enkele opmerking en toen wist Marianne, dat hij de smaragd in de nogal opvallende zetting had herkend. Hij wist wie de eigenares van deze ring was, en hij zat zich op dit ogenblik ongetwijfeld af te vragen, hoe het sieraad aan de hand van dit meisje te recht was gekomen. (Wordt vervolgd' Advertentie ONDERWIJZERSEXAMEN R ESA - HILV ER SUM (Bekende Schriftelijke Cursus) Atheïstische propaganda in Rusland faalde Radio en pers. alsmede de scholen en de vormingsinstituten in de Sowjetunie hebben bij de wetenschappelijke propa ganda voor het atheïsme volledig gefaald. Dit wordt zopder meer geconstateerd door het Sowjet-partijblad „Partijnaja Shisnj" in een artikel, dat zich uitvoerig bezighoudt met het mislukken van de anti-religieuze communistische volksop voeding. Naar de mening van het partij orgaan zijn opder de bevolking nog altijd „religieuze overblijfselen uit het verle den" te ontdekken. De kerkelijke feest dagen worden op het platteland nog zo algemeen gevierd, dat velen in de kol- chosen zelfs hun werk ervoor laten lig gen. Plaatselijke partijinstanties wijken i vaak van de richtlijnen der propaganda af en stellen gelovige boeren transport- 1 middelen ter beschikking om naar de godsdienstoefeningen te kunnen gaan. "(7 EN dichter heeft nog niet eens lang'geleden gezegd: er is een tijd geweest, waarin de mens een knielende mens was met gevouwen handen, maar vandaag is de mens een mens met het boek in de hand. Zo zag die dichter het, maar inmid dels is het beeld alweer veranderd: de mens van vandaag zit bij zijn ra dio of televisie en wat hij leest is minder het boek dan wel de krant. De mens van vandaag is krantele zer geworden. Het moge dan nog niet zijn beroep zijn, het is wel zijn functie, en indien al niet zijn enige functie, dan toch een cen trale. Op de macht van de krant in ons leven is al de nodige kritiek ge oefend en er lag in die kritiek heel wat waarheid. Maar het was meestal kritiek vanuit machteloos heid. Want de macht van de krant werd er nauwelijks minder om en minder door. De krant is er nu een maal: als dagelijks verschijnsel, als een onmisbaar geval. Het komt erop aan, er het beste van te maken. En gelukkig valt er nog iets van te ma ken, iets meer dan een ding waar op men alleen kritiek moet hebben. Er valt nog iets goeds van te ma ken. Een Amerikaanse kranteman heeft nu onlangs een zelfs voor een Amerikaanse kranteman merk waardige publikatie gedaan. Hij zei: we zijn als lezers en als kranten langzamerhand van elkaar ver vreemd; er is tussen ons een kloof ontstaan. En de oorzaak daarvan had hij gevonden in de omstandig heid, dat de kranten die hij op het oog had aan de lezers wel heel veel boden, maar toch net niet datgene waaraan zij wezenlijk behoefte had den. Hierin lag een wijze les. De krant is een opmerkelijk ding, maar de mens is, al niet minder, een op merkelijk schepsel. Een krant kan zich heel wat verbeelden en een krant kan zich een machtige positie verwerven, maar de mens is ook in onze tijd mens: er is hem iets inge schapen, waardoor hij wel weet in deze tijd te staan, maar dat hem te gelijk boven de vergankelijkheid uitheft. En nu komt het er maar op aan, wat de krant doet. Legt zij beslag op de mens? Richt zij al zijn aan dacht op de dingen die op zichzelf misschien belangrijk zijn, maar die niettemin vergaan? Absorbeert zij de aandacht van de mens en blok keert zij zo de weg naar hoger waarden? Of probeert zij tegelijk de mens mee uit te heffen boven wat er, hetzij in onze naaste omgeving hetzij desnoods verder weg, zoal ge beurt? De krant is in onze tijd inderdaad wel machtig geworden. Maar het merkwaardige verschijnsel waarop die Amerikaanse kranteman doelde is al evenzeer begrijpelijk. En eigen lijk ligt er in dat verschijnsel ook iets verblijdends en zelfs iets ver- troostends. Er blijkt uit, dat ook de machtige publikatiemiddelen van vandaag zich niet maar alles jegens de mens kunnen veroorloven. Er gens komt dan toch de mens in op stand. Ergens ontstaat dan de ver vreemding, ontstaat de kloof. Hoe die vervreemding en die kloof ontstaan? Wij menen het als volgt te mogen stellen: die kranten, die zich zulk een machtige positie had den verworven, die zichzelf zo cen traal hadden geplaatst en zich zo aan de lezers hadden opgedrongen, zij waren net nog niet centraal ge noeg. Zij waren de lezers net nog niet dichtbij genoeg gekomen. Mogen wij nu eens een opmerking maken, die misschien onbescheiden klinkt, maar die niettemin ont springt aan een bescheiden ge moed? Welnu: dat centrale, dat wezenlijk onmisbare, ook voor een krant wezenlijk onmisbare, het is alleen een christelijke krant die het Meden kan. Dat dit onbescheiden klinkt, gevoe len wij ook wel. En evenzeer dat sommigen even tijd moeten hebben om deze waarheid te verwerken. Maar dan zal men ook moeten toe geven, dat het is zoals we het stel den. Eenmaal op het pad der vermeende onbescheidenheid willen we nog, schuchter, een stapje verder gaan. Men betwijfelt wel eens, of een christelijke krant mogelijk en be staanbaar is. Hiertegenover willen wij opmerken, dat een krant alleen maar als christelijke krant moge lijk en bestaanbaar en bovendien verantwoord is. De andere dragen in zich de kiem van de vervreemding en de oorzaak van de kloof, waar over die Amerikaanse kranteman zich op zijn standpunt terecht bezorgd maakte. Nu begrijpen wij, dat er over deze zaken nog iets meer te zeggen valt. Niet dat onze lezers er zelf veel moeite mee zullen hebben. Maar we zijn vandaag begonnen met wat we zouden kunnen noemen „een week van de christelijke dagbladpers". En daarbij wordt ook van onze le zers iets verwacht. Ze moeten van daag en de komende dagen met kennissen en buren maar veel pra ten over hun krant. Behalve onze krant zelf kan het bovenstaande en wat we in komende artikelen nog te berde zullen brengen, hun daar toe, vermoeden we zo, de nodige praatstof verschaffen. DE KRANT ZENDINGSBLAD "yAN de geschiedenis heeft iemand eens beweerd, dat ze het lange pro ces-verbaal is van de marteling der mensheid. Dat is niet het-enige wat men van de geschiedenis heeft ge zegd. Men heeft haar ook genoemd het aangename oord, waarin bejaar de staatslieden zich plegen terug te trekken. Men heeft gewaagd van het raadsel der historie. Van de ge schiedenis heeft men gesproken als van het krachtenveld der menselij ke uitdagingen. Men heeft de ge schiedenis ^rveleken met de slinger van de klok: dat wonderlijk resul taat van werkende en tegenwerken de krachten. De «reschiedenis een raadsel? Men zou het wel menen en de geleerden hebben zich diepgaand bezonnen, of er in de geschiedenis nog Iets schuilt van wetmatigheid. Voltrekt de geschiedenis zich naar zekere wetten? Fruin stalde het, maar na hem heeft Huizinga het betwist. Nu weten wii: zo min ris in het leven van ieder van ons gebeurt er in het leven der volken iets bij toe val. Wie zijn bijbel kent, weet, dat er in de geschiedenis zit een zekere gang, dat er als het ware is een gang van God door de geschiedenis. En zoals eens Adam ahn de ritse ling der bladen in het paradijs de gang van God onderkende, zo zal de christen verlangende zijn om. zo hri kan, van de gang van God door de geschiedenis iets na te speuren. Hij weet het: alles heeft een doel, een bedoeling. Er gaat ook van de geschiedenis een spraak uit. En wie dat weet, zal willen proberen, die spraak ook te verstaan. Hoe moeilijk dit is, is ons allen bekend. De mens van onze tijd is een mens in verlegenheid. Van de toekomst weet hij niets en hij heeft bijzondere moeite, in het verleden a! enige zin te zien. Voor hem is alles volop raadselachtig. Te opmerkelijker is het, dat, nu weer enige tijd geleden, van de ver maarde Engelse geschiedfilosoof Toynbee een boek is verschenen: „Een historicus op weg naar de re ligie". Bestudering van de geschiede nis had bij hem de zekerheid ge wekt: de mens kan zonder religie niet toe, religie is wezenlijk voor de Een waardevolle erkenning, dunkt ons. Bestudering van de geschiede nis drijft uit naar de religie. Aan de andere kant: religie is voor een kijk op de geschiedenis onmisbaar. Dan behoeft men nog nauwelijks toe te komen aan de vraag, in hoeverre zich in de geschiedenis een zekere wetmatigheid voltrekt van oorzaak en gevolg. Dan is al voldoende, dat men gelooft: er is in de geschiede nis een gang, een gang naar het einde. Voor de christen betekent het: dan wordt de geschiedenis zendingsge schiedenis en zijn krant, die hem van de gebeurtenissen waar ook ter wereld op de hoogte houdt, krijgt iets van een zendingsblad. De eeschiedenis een raadsel? Lie ver is het ons te spreken van een geheim. Een geheim, het naspeuren waard. Eens, zo weten wij, zal het geheim worden ontsluierd. Dan gaat het boek open. Het levensboek van ons allen en ook het boek van de le vensgeschiedenis der ganse aarde. Dat boek is nu nog gesloten. Dat zou ons wel eens bezorgd kunnen maken, maar het behoeft niet. Want het boek ligt in de hand van God. Zou hri nipt bij uitstek behoren tot een christelijke beoefening van de journalistiek, dat wij er oprecht naar streven, op deze wijze en ir. deze lijn van het wereldgebeuren èn tekst èn uitleg te geven?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 2