Blad
Zuster
Eierpuddinkjes met
frambozensaus
Kleinemaar dappere handen
bouwden aan eigen huis
HOEDJE IN
VERDIEPINGEN
„EEN ECHTE LIEVERD"
Meyer morst geen
op haar sandalen
als vliegen over een gedicht '-
Daar heeft u met zijn
vieren wel genoeg aan
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 27 JULI 1957
y
Dit is weer eens iets anders: eiergelei met vruchtensap-
saus. Op het eerste gezicht lijkt het een vreemde combina
tie, want eieren met iets zouts of pittigs zijn ons nu een
maal vertrouwder.
klopt vier ei«
50 gram basterd:
Klop het los. i
t 4 dl melk.
talen vormpjes of
roomboter, doe de
NA DRIE JAAR PLOETEREN OP EEN EILANDJE
Het atelier van Sonja Mey
er. Op de achtergrond ern
model in gips van het reliëf
voor de Hoorn se landbouw-
huishoudschool. Helemaal
links hangt een schilderij
van „Via Longa" en op het
tafeltje xiet V een werkstuk
dat zij onder handen heeft:
het wapen van Recuuyk, een
opdracht van het gemeente
bestuur. De beeldhouwster
heeft twee honden, Bea en
Tristan, die vaak, zoals Bea
i hoek t
lier ligger
het a
kopjes dik
kokend water.
Het water moet tegen de kook
worden gehouden. U kunt consta
teren of de eiergelei gaar is, wan-
s, dat i
n de r
schoon
heeft gestoki
haalt. Als dat het geval is, stort u
de vormpjes leeg op een schaal,
-g- Van 2 dl. framboiensap (ander
vruchtensap is natuurlijk ook goed)
;ngde i
„Een half tarwebrood" staat
lintr in regelmatig schrift op het ~"j
>itje naast de nieuwe glazen
"jeur in het nieuwe houten huis.
laid Is allemaal er(J netjes. Kleu-
laüfgpe violen omzomen het sappig
plas foene grasveldje, schoon zijn
inniie grote stenen, die het smalle
oetpad vormen en als je door
£ti van de ruiten naar binnen
j^dc 2*e 3e een gezellig opge-
g^juimde kamer.
;mbt De bewoonster draagt een
doielder gewassen blouse met een
d. ouiarte pantalon (in de vouw)
haar bruine haar is naar
chter geborsteld. Alleen haar
indalen verraden haar, „aca-
er emie"-sandalen, waarop héél
"ff® schilders wel eens een
iderjlodder verf plegen te morsen
de»m de buitenwacht te laten zien,
at zij „kunstenaars" zijn. Onze
jastvrouw morst geen verf. Zij
ihildert dan ook niet; Sonja
ehreyer beeldhouwster.
d, i Zeven-en-twintig is Sonja en in
loc»naam, die zij aan een vroeger
horüisje van haar heeft gegeven, voel
nde dat zij tot vandaag toe haar
elt] ealen nog maar net en moeizaani
rfeeft bereikt. „Via Longa". (Lange
Teg), heette het en het stond op
r Jf n klein eilandje
idden in de Reeu-
H ijkse klein Elf-
uaoeven plas. Ruim
ie jaar heeft zij
er, vaak dagen
)ng volkomen al
ien, gewerkt, dat
spaanders er
k 7 tterlijk af vlogen
it zij, een klein
Jar geleden, voor
met een klei-
roeiboot de vas-
wal bereikte. Na
het ploeteren en
- Manks alles kon
bungalow be-
prd meter de pol-
'n aan de Raad-
veg in Reeu-
een plaats,
aan zij zich is
hechten. En
3m zal binnen-
t op de houten
borwand van de
ingalow in fiere
"letters prijken:
aardappelmeel wordt een gebonden
sausje gemaakt, dat met suiker op
smaak wordt gebracht. Dit sausje
giet u over de „eierpuddinkjes." U
kunt het gerecht meteen warm op
eten, maar het smaakt ook goed
als u het heeft laten afkoelen.
Dit is een hoedje van drie verdiepingen, maar het is geen
bezwaar als u het maar in twee „etages" uitvoert. U begint
tnet van de stof liefst gestreept een cirkel met een
middellijn van 40 cm te knippen. Aan de kant geeft u, zoals
de tekening laat zien. een inknip van 8 cm diepte op regel
matige afstanden: middenvoor, middenachter, opzij en daar
tussen, in het geheel dus acht maal.
Gemakshalve speldt u er nu
een ring in (middellijn 18 cm)
en vouwt de ingeknipte stukken
om. Het buitenste deel (A)
plooit u dan zo om als de fi
guur aangeeft, de nlooi wordt
dus rechtopstaand. Met omplooi-
en begint u iets hoven de in
knip, b\j het vastnaaien haalt u
de draad beurtelings door de
vouw van de plooi cn het daar-
onderliggcnde deel, zodat de
draad nan de buitenkant dus
praktisch niet te zien is. Dan
zet u er een randje aan, vliese-
line van 3 cm breed, bekleed
Steunpilaar van de Johannastichting
Malgré
Energie
cHet is prettig in
houten huis met
de grote woon-
niet zeggen,
Sonja Meyer,
groot, vrij rus
met heldere,
g lichtbruine
bijzonder
pergiek. Zij maak-
zelf het ont-
r de bun-
m toen
i wanden er eenmaal stonden
ji het dak was gemaakt, sloeg
1 het timmeren en verven
i volleerd vakman. Met ha-
kwast als trouwe attribu-
n verzorgde zij practisch het ge-
Jle interieur tot de tafel toe. die
levig op de poten staat. ..Als
jeldhouwster moet je wel sterk
~jn", licht Sonja zelf toe en dan:
haar eilandje in de klein Elf-
evenplas heeft zij het timmeren
het sjouwen met hout wel ge-
Enfin, met z'n vijven in dat
kleine bootje ging het op ..Via
Longa" aan en het begin was al
niet zó joyeus, want de directrice
viel bijna in het water. Toen die
schrik voorbij was, had Sonja al
pratende en vertellende de hele
tijd één grote angst. Als iemand
nu maar niet zou vragen even
„weg te mogen", want een toilet
had ze nu eenmaal niet. Helemaal
achter in de tuin was er een
bouwvallig iets, dat er voor dour
kon gaan, maar eigenlijk nooit
door iemand werd gebruikt. Ket
moment kwam natuurlijk. En de
directrice én de burgemeester in
formeerden practisch op hetzelfde
ogenblik „er naar". „Daar gaat
m'n opdracht", was Sonja's eer
ste reactie. Voorzichtig probeerde
ze de situatie uit te leggen, maar
mensen uit Hoorn blijken soms
zeer dicht bij de natuur te kunnen
lever. Hoorn heeft nu een fraai
reliëf.
Bij die ene opdracht bleef het
niet en op het ogenblik kan men
in verscheidene gemeenten in ons
land beeldhouwwerk van Sonja
Meyer bewonderen. Het is soms
wat traditioneel, kloek, maar toch
wei weer speels van vorm, terwijl
het volkomen harmonieert met de
omgeving, waarvoor het werd ge
maakt.
Jk ben er nog lang niet",
zegt de beeldhouwster zelf. „Ik
voel, dat ik langzaam aan het
veranderen ben. Het zoekt daar
van binnen naar een andere
vorm". Ze zal die vorm wel
vinden, dunkt ons, want de wil
is er én het talent. En die wil
heeft haar gebracht, waar zij
nu is, zonder artestiekerigheid,
zonder al te veel pretenties.
Sonja Meyer is een hardwer
kende, jonge vrouw met een
paar sterke, beeldende handen
en een grote dosis moed. Het
lukt haar wel. daar in Reeuwijk,
„Malgré tout".
We hadden wat met zuster
Jans gepraat die zaterdag
morgen, toen we namens u
Paul van Ooijen zijn nieuwe
wagen kwamen brengen en
na een poosje zei ze veront
schuldigend: „Ja, nou moet ik
weer aan 't werk, hoor, want
zaterdagmorgen is 't altijd zo
druk!" We namen afscheid
van haar en gingen nog even
de tuin in cim te kijken hoe
lustig Loesje ons aller
Loesje, mogen we wel zeggen
rondzwierde op haar auto
ped. Toen bracht Loesje ons
naar de kamer van mevrouw
Van Maanen, de secretaresse
van de Johannastichting,
want dat had zuster Jans
tegen haar
Pas toen we weer thuis waren,
dachten we bij ons zelf: dat is
ook wat moois, nu weten we
nog niet eens precies hoe zuster
Jans eigenlijk heet. En omdat
een verslag nu eenmaal helemaal
volledig dient te zijn, belden we
mijnheer J. van den Berg van
de Johannastichting op en we
vroegen hem er naar. Mijnheer
van den Berg zei: „Zuster Jans?
Hoe haar achternaam is? Eh...
Kok. Ja, juist. Kok. Maar ze is
voor iedereen zuster Jans. hoor."
Ja, zuster Jans zou inderdaad
gek staan te kijken als iemand
haar officieel met mejuffrouw
Kok zou aanspreken. Ze is zuster
Jans, dé zuster Jans van de soep
en het krentenbrood, zoals Johan
Bodegraven dat zei op die avond,
toen de Goed-Zo actie werd afge
sloten en zuster Jans op het po
dium kwam om er te horen,
dat de Johannastichting een klein
autobusje zou krijgen om met de
kinderen tochtjes te maken. Zus
ter Jans was er zó blij mee. om
dat alles, wat voor „haar" kinde
ren gedaan wordt, haar blij maakt.
Meer dan dertig jaar
werkt. Ze
dan dertig jaar
diacones geweest,
maar was niet in de gelegenheid
haar verpleegstersdiploma te ha
len. „Steeds kwam er wat tus
sen", vertelde ze ons, „ik vond
het soms echt wel jammer dat ik
dat diploma maar niet kon krij
gen, maar
dig, hè?
„Er werd dus aan de Johanna
stichting zelf geen verpleegsters
opleiding gegeven?"
„Nee," zegt zuster Jans, „want
ons werk ligt niet zozeer op het
terrein van de verpleging als wel
van de opvoeding en de verzor
ging. We streven er naar, de
kinderen het hier zo gezellig en
prettig mogelijk te maken,
het gemis s~*
voelen."
Dat betekent dus, dat de zus
ters in de Johannastichting een
„training" krijgen die er in de
eerste plaats op gericht is, be
grijpend en hartelijk te staan te
genover de kinderen, die hier
hadden me hier no-
i thuis niet te laten
lijkt
Zuster Jans, is er niet
die haar dagtaak of die van de
andere „zusjes" precies afgepast
ziet. Net zo als een moeder in
een gewoon gezin eigenlijk de he
le dag bezig is, zo doen de zus
ters dat ook. Al het werk doen
ze trouwens zelf, de hele huis
houding, koken, wassen, naaien.,
's Avonds zitten ze met de kinde
ren in de huiskamer, ze doen
spelletjes, lezen, handwerken,
kortom de sfeer zoals die in een
goed gezin behoort te zijn, wordt
daar zo veel mogelijk benaderd.
Ze heeft er veel zien komen en
gaan die zuster Jans. Loesje
was twee jaar toen ze in de Jo
hannastichting kwam en ze is nu
tien: zuster Jans is nog steeds
haar grote, speciale vriendin. En
de grote en kleine probleempjes,
die de kinderen hebben, worden
aan zuster Jans toevertrouwd
want die weet wel raad. Zuster
Jans is echt de steun en toever
laat van velen in de Johanna
stichting. Ze is, zoals mevrouw
Van Maanen dat zei, „een echte
,de' Toen zij het betrok pas
V(Jrintig was ze geworden
r. -tond er alleen een vervallen
ichuur op dit stukje grond,
Igendom van haar vader. Die
|ag er overigens niet veel in,
van zijn dochters nu
ist daar wilde gaan wonen,
aar Sonja zette door, zoals
ook haar studie op de Haag-
en Rotterdamse Academie,
baantjes aannemend en al
tend om er uit Gouda te ko
pen, afmaakte. Geld had zij
r haar „Via Longa",
vEnthousiasme en moed wel.
dod
dii De schuur maakte zij bewoon-
kwam zelfs een klein
i het was hier. dat de
ieldhouwster haar eerste op-
acht maakte: vier reliefs voor
it nieuwe zwembad te Alphen
in de Rijn. Wat zij niet had kun-
sn bevroeden, was dat haar
'erk tot een hele rel leidde. De
erste opdracht: de trots van
tedere kunstenaar, liep uit op bot-
i de raad en het verschij-
grote artikelen in alle
hogelijke bladen met als uitein-
'~lijk resultaat, dat de vier re-
fs naar de zolder van het
aadhuis verdwenen. „De vrou-
hadden niet genoeg aan". Er
echter in Alphen een nieu-
burgemeester en nu kunnen de
emmers dan drie van de vier
Werkstukken al spetterend in het
pater bekijken.
Het was voor Sonja wel een te-
ng, maar die is ze nu al
jrgeten. Op haar eilandje
perkte zij verder. Ze beeldhouwde
Een schets van Sonja Meyer, ge
maakt door onze tekenaar Otto
Dicke.
of timmerde. Was er niet een
bootje kapot, dan dreigde weer
een van de steigers rond het stuk
grond weg te zakken en was dat
klaar, dan klapperde er opeens
weer een deur.
Elektrisch licht was er niet. net
zo min als waterleiding, maar on
danks de vele en overigens
zelf gekozen ontberingen, woon
de Sonja er drie jaar; 's zomers
als het er heerlijk was; 's winters
als ze wel eens moedeloos bij
haar potkacheltje zat. Maar de
opdrachten bleven komen endaar-
mee kon zij zich zelf én hen, die
vragend de wenkbrauwen optrok
ken of er „vierkant tegen waren"
bewijzen, dat het allemaal bittere
Ze werkte hard en met
Bijvoorbeeld voor de nieuwe,
moderne landbouwschool in
Hoorn. Wie ér eens langs komt,
moet beslist eens kijken naar
een groot reliëf (twee bij twee
meter) dat hier door Sonja
Meyer werd gemaakt. Bij de
onthulling stond er een kleine,
maar stralende beeldhouwster
met bloemen in de armen trots
tussen de vele officiële geno
digden. Ze had overigens ge
dacht, dat zij die opdracht
nooit zou krijgen.
Juist toen zij op het punt stond
met een vriendin op vakantie te
gaan en dus „Via Longa" zonder
tekeningen en gezelligheidjes het
een paar weken zonder de be
woonster moest doen, kwam daar
een deputatie uit Hoorn om eens
met de beeldhouwster te praten.
Sonja had gedacht: de architect
zal wel komen en had zich eigen
lijk niet op een grootscheepse ont
vangst voorbereid. Maar toen zij
met een klein bootje naar de wal
omdat zich daar de gast
Troor middel van een grote bel
had aangemeld, stond er een soort
commissie van vier te Wachten.
Dc burgemeester uit Hoorn én de
directrice van de school hadden
ook zin gekregen eens in Reeuwijk
te kijken.
JTENS hoorde ik de predi
kant-dichter ds. Okke Jager
zeggen: „wij lopen over Gods
wonderen heen als vliegen
over een gedichtHier moet
ik nogal eens aan denken,
want inderdaad: er zijn zoveel
wonderen in ons leven en wat
is het dan erg als wij daar
blind en doof langs heen lopen.
Niet alleen dat we onszelf
van een diepe vreugde bero
ven, maar bovenal dat we God
niet er in eren.
Middenin de drukte van de
vakantievoorbereidingen werd
ik er ineens btj bepaald wat
een groot wonder het eigen
lijk is, om, als je maanden
tevoren plannen hebt gemaakt
als gezin uit te gaan, dat deze
plannen dan verwezenlijkt
worden. Hoe licht kan er bv
de talloze gevaren waar we
iedere dag dwars doorheen lo
pen, (gevaren van 't verkeer,
van ziekte-bacillen en virus-
jes) één lid van 't gezin door
ziekte, ongeval of dood getrof
fen worden.
EN WE AANVAARDEN het zo
gauw als vanzelfsprekend,
wanneer op de dag van het
vertrek het hele gezin gezond
en wel present is. Na even bij
dit Wonder dankbaar en blij te
hebben stilgestaan, dook ik
weer onder in de drukte van
het koffers pakken, het huis,
waar anderen in komen, van
boven tot beneden schoon te
maken, wassen, strijken, boe
nen en poetsen en zag toen
geen wonderen meer.
Maar 't was of een engel mij
door de brief van Mhr. G. v.d.
P. bij m'n arm nam en met al
m'n zintuigen bovenop Gods
schone wonderen drukte. Ja
Mijnheer v.d. P. uw negatieve
brief had een zeef positieve uit
werking. U schreef over de
mensen, die niet het voorrecht
hebben met vacantie te kunnen
gaan en u schreef daarover als
een ontevreden, mokkend kind.
„Als nou die vette kapitalisten,
die verre reizen maken dit jaar
eens thuis bleven en al dat geld
aan de arbeiders gaven, zodat
die óók eens verder konden kij
ken dan hun tuintje of hun plat
je, dan zouden zij pas tonen te
begrijpen wat het inhoudt, je
naaste lief te hebben als je
zelf."
ga ik u vertellen i
een prachtige uitwerking
brief had. Ik was juist bezig
gang te schrobben en had
beetje met mezelf te doen v
wege het vele werk. Ik zag a
komen, dat het niet ver
middernacht zou zijn. eer ik
m'n bed lag.
Maarhet uitzicht op een
fijne vacantie lokte. En nu las
ik daar ineens uit uw brief, dat
ik dus óók een vette kapitalist
ben. Heerlijk: Een vette kapita
list te zijn! Dat is toch wel het
summum van heerlijkheid dat
een mens bereiken kan?! Weg
was alle zelfbeklag. Ik schoot in
de lach. keek door het keuken
raam naar buiten enzag
daar in de lucht de rattenvan
ger van Hameien. Ja, heus. De
witte wolken onder de blauwe
hemel vormden overduidelijk
dit beeld. Een leutig, maar
mager mannetje (geen vette ka
pitalist dus) met een fluit aan
z'n mond werd gevolgd door
een stoet van kindertjes. Kijk.
dacht ik. dit kan die Meneer nu
toch óók zien op zijn platje of
keeltje kwamen! Wat 'n Won
der! Ik zag hem zitten en z'n
kopje schuin houdend zag hij
ook mij in de open keukendeur
staan. Toen ging hij wéér zin
gen en vertelde me. hoe groot
en heerlijk zijn Schepper is en
dat hij zo dankbaar was voor
die onweersbui van de vorige
avond, want nu had hij een
kostelijk ontbijt van wurmen
uit de goede aarde gehaald.
Dit kunnen de zieken nu toch
óók horen, dacht ik en evenzo
alle mensen, die geen vette ka
pitalisten zijn. De geur van
vers gezette koffie drong uit
het huis van de buren mijn
neus binnen en over de heg riep
buurvrouw naar mij: „Zo, wat
sta jij daar te mediteren?"
„Ja. Ik vind het leven goed.
Zo met die mooie wolkenlucht,
die zingende merel en die lek
kere koffie van jou."
„Kom je een bakje halen?"
„Ja!"
Dat kwartiertje werd er af
geknepen. Dat kon een vette
kapitaliste zich wel veroorloven
vond ik. Het was een schoon
kwartiertje. Goede buren te
hebben is ook alweer een zegen.
Even zo'n gesprekje over de ge
wone dingen van alledag (had
jij je was nog op tijd binnen
met die onweersbui?), een pit
tig kopje koffie, de bloemen in
de tuin. de zingende merel
Allemaal dingen, die dichtbij
huis te genieten zijn. In de stad
evengoed als buiten. Als wij het
Dat wij straks met vacantie
mogen gaan is een groot voor
recht, waar we God voor moe
ien danken. Maar Hij vergeet
hen, die om één of andere re
den thuis moeten blijven, toch
óók niet. Zij kunnen van dezelf
de zon genieten en van een
mooie, stille maan-avond, van
bloemen en zingende vogels,
van een fris-geurende aarde,
goede buren, lieve vrienden en
familie-leden, van een kopje
koffie en smakelijk eten. van
spelende kinderen en van mu
ls het geen Wonder van ge
nade dat Hij zóveel goede ga
ven uitstrooit over een wereld,
waarin maar zeer weinigen zich
nog om Hem bekommeren?
En wij? Wij lopen er veelal
overheen als vliegen over een
gedicht.
Geve God ons allen: zieken,
thuisblijvers en vacantiegan-
gers open ogen. open oren en
een opmerkzaam hart
Ook u Mhr. v.d. P. Dan zult
u zoveel gelukkiger zijn.
MARGARETHA.
Mevr. C. v.d. W. te L. Daar
ik in het midden van het land
woon kan ik u aan zo'n adres
niet helpen in de plaats waar u
woont. Wél zou ik willen aanra
den, u eens wat meer te verdie
pen in het leed van anderen en
uw eigen zegeningen proberen
te tellen. Wat dat wennen be
treft: als het goed is, wennen
wij het hier op deze aarde ner
gens, daar ons Vaderland elders
is. Maar daarom moeten we
wel blij en dankbaar leven op
de plaats waar God ons heeft ge
bracht en waar Hij een taak
voor ons heeft. Het is voor een
man ook heel erg, als zijn
vrouw niet went op de plaats,
waar zijn werk ligt. Toe, pro
omgeving te zijn, zonder daar
bij te vragen: wat doen zij voor
mij? Denk eens helemaal niet
aan uzelf. „Ik is niks", zeggen
wij altijd tegen onze kinderen,
als zij met hun: „ja maar, ik
dit en ik dat" komen."
Aan deze sla heeft u met zijn
vieren gegarandeerd een volledi
ge maaltijd: de sla Bohemienne.
U heeft er voor nodig: 500 gr. ga
re aardappelen, 200 gr. metworst
of salami, 200 gr. kaas. 2 grote
augurken. 1 appel en wat mayon-
Aardappelen. worst, kaas. augur
ken en appel in kleine stukjes hak
ken en met mayonnaise tot een
sla aanmengen. Deze sla opdoen
op een schotel met slabladeren,
bedekken met wat mayonnaise en
garneren met tomaat, hard ge
kookt ei en augurkjes. Strooi er
ten slotte wat fijngehakte peterse
lie over.
Inkorten Vingerplant
Veel lezeressen hebben ons
gevraagd om een beschrijving
van het inkorten van een Vin
gerplant. Wij hopen u binnen
kort nadere berichten te kun
nen geven.
Hou hem boven
de gasvlam
Tomaten schillen is een bijzon
der vervelend karweitje. Het schil
letje laat pas los in goed heet wa
ter en wie ongeduldig van aard is,
loopt maar al te vaak een paar
pijnlijke vingers op, nl. als men
probeert of het velletje zich al laat
verwijderen! Weet u dat het veel
gemakkelijker is deze operatie bo
ven een gasvlam uit te voeren? U
Srikt de tomaat aan een vork en
oudt hem zolang boven de vlam,
tot u een knappend geluidje
hoort: dan is de schil gebarsten.
Nu wentelt u de tomaat aan de
vork langzaam om en om, zodat
het velletje doorschroeit. Als u
daarna de tomaat van de vork
haalt en met een mesje het vel
letje er af trekt, bent u aanmer
kelijk vlugger klaar dan wanneer
u het met de heet-water-methode
had geprobeerd!
Is dat
nou zo
bijzonder?
Het zou over
dreven zijn te
beweren dat En
geland, en dan
speciaal Man
chester, aan het
jubelen is gegaan
over deze nieuw
ste vinding: een
plastic regenjas.
Maar toch vin
den ze het zó be
langrijk, dat ze
deze foto de we
reld ingestuurd
hebben. En waar
om nou eigenlijk,
is het dan zo iets
bijzonders, een
plastic regenjas?
Engeland vindt H
blijkbaar van H
wél, omdat het Bs
een mantel is die jH
avondkleding te-
gen de regen ra
moet beschermen. fl
Daar gebruik je f
geen „gewone"
plastic jas voor,
maar rose, lichtblauwe, turquoise of karmozijnrode. Het is mis
schien dom van ons maar waarom, vragen wij ons af, zou
iemand die zo'n mooie avondjapon heeft, bü voorkeur in de regen
willen lopen? Dan neem je toch een taxi?