DE BUI BRAK LOS Canadese reuzin trouwde met Amerikaanse reus m'KOMWRHML 0008 VOOR U QELEZEN ZONDAGSBLAD ZATERDAG 29 JUNI 1957 TK WERD WAKKER van een hevig geschreeuw en toen ik my verschrikt uit het gras oprichtte zag ik een groepje landarbeiders, dat mg wat toeriep en daar bij naar de lucht wees. Ik verstond hen niet, maar voordat ik hun had kunnen vragen wat zü bedoelden waren iü al op hun fietsen gesprongen en ik zag hen als razenden wegrijden. Het was broeiend warm en hel scheen mij toe nog benauwder, dan enkele uren tevoren, toen ik, moe van de wandeling van die middag, wat was gaan rusten langs de berm van de weg, en in slaap was gevallen. Ik keek om my heen. Het was doodstil en die stilte viel ineens als een zware druk, als lood, op me. Ik voelde, dat er iets ging gebeuren, maar ik begreep niet wat. En toen zag ik het. Een inktzwarte wolk, die steeds groter werd, trok door de lucht en verduisterde het land waarboven hy voortdreef. Een wolk zo zwart als ik nog nimmer had gezien. Een wolk, die my angstig maakte. Later herinnerde ik me weer duidelijk, dat ik bevangen werd door een paniek, dat ik opstond en het op een lopen zette, zo maar op een lopen, zonder te weten waarheen, zonder te letten op de weg. Ik rende over wegen en dwars door weilanden niet te lukken, rachte wind, die echtei nd even dreigend als n warme regen met zich mee regendruppels op myn gez wolk te ontlopen. Ma, het scheen my niet te lukken. En met die wolk kwa geen yerkoelit bracht. Een wind voerde eet dacht ik, loop, - geheel verdwenen en uit de lucht daalde een licht als van een zonsverduistering. Ik voelde een steek in myn zij en ik zakte bijna in elkaar van de pijn. Maar intuïtief voelde ik, dat ik moest blijven lopen. In de verte zag ik een landhuis, en dat gaf my moed om vol te houden. Daar ligt myn redding, dacht ik. Als ik dit huis heb bereikt, ben ik in veiligheid. Met myn laatste krachten rende ik op het huis toe. Ik loop dwars over een perk met bloemen naar de deur en ik drukte lang op de bel. Het scheen my toe, dat het uren duurde voordat de bewoner naar voren kwam om open te doen. Ik had de bel nog ingedrukt, toen de deur langzaam werd geopend. Ik schreeuwde: Mag ik hier een ogen blik schuilen, er gaat wat gebeuren! En net had ik myn vraag gedaan of IK werd naar binnen ge- gekomen, ik heb niet gevraagd trokken en ik hoorrie Hat of u hier asjeblieft wou schui- iroiücen en ik noorüe, dat len Lizzy gaat Mar de dokter achter mij de deur in het om medicijnen voor de hond te slot viel. Ik was doodmoe eri halen en daarmee is de zaak af. leunde hijgend tegen de SkTJ'&JKaffi'-E muur van de gang. Voor mij gaan zal „Laat u mij gaan", bood ik Verrast keek de man mij aan. „Rijdt u auto?" vroeg hij. „Neen", antwoordde ik. „Dan kunt u niet gaan, 20 kilometer te voet bellen en vragen of hij gereed zet stond een man. „Wat maakt u een leven!", bromde hij. „Wat is er aan de hand. Wordt u vermoord?" „Het weer", stamelde ik. „Ik ben bang, en ik wou graag bij u schuilen, tot de hond zijn"gestorven. bui over is." „Dan zal ik uw nicht begelei- w;; j_ den", besliste ik. „Daartegen zal Hij lachte, en iets in de u weihcht geen bezwaar hebben, klank van zijn lach deed mij vermoed ik." opzien. He( was een forse u" man van naar schatting gang. Vooruit Lizzy, jij krijgt een zeventig jaar. Hij had beide beschermer." handen in de zakken en meisie kwam naar voren. Zonder een woord te zeggen ver- tussen Zijn lippen bengelde üet zjj de kamer, en ik volgde den sprak ik een sigaret, die zich bij het haar. Door de keuken ging zij ijkt op een oude gravin Glans en verval van beroemd kuuroord de TN VERGELIJKING met de 1 tijd, dat Zuid-Tirol de lusthof van Oostenrijk was en iedere dag volle treinen met rustzoekenden uit alle Donaulanden tussen Bolzano en Merano reden, is het op dit traject nu heel stil. Voor de Italianen betekent het land- schapsschoon van Zuid-Tirol niet veel. Zij hebben immers, waar ze maar om zich heen door het regengordijn heen te kij ken, maar het lukte niet. „We doen beter even te wach ten", zei ik, „het rijden ts le vensgevaarlijk. Als de bui over is, kunnen we verder gaan." „Nee", zei het meisje, „we --- z» i - - «- moeten verder. Laten we doorrij- Pro^n^e den tot aan de rand van het doip de welstand van deze door hen be voorrechte plaats van bijeen komst. En vandaag is Merano een stervende stad. De eens van properheid en ele gance glanzende hotelpaleizen ver waarlozen langzaam. Overal brok- kelt het stucwerk af en de inwo ners van het stadje breken zich het hoofd erover, hoe ze dit verval tot staan kunnen brengen. Grote projecten worden aangekondigd en weer losgelaten. Paardenrennen moeten een kapitaalkrachtig in ternationaal publiek aantrekken (dat al lang zijn voorkeur ir, k,,r, oir,™ dere- mondainere, plaatsen heeft kijken, in hun eigen land ZO- uitgesproken). Tegelijkertijd pro- veel schoonheid, dat de ber gen en dalen van hun noorde hun niets bijzonders te bieden hebben. IN VORIGE EEUW ge die slechts 1.55 m. lang herinnert daar in Ohio Zuiden" met hun bloeiende spreken van de ene mond- Jg* 2 wat we nodig hebben. We reden tot we het café had den bereikt. Het was een verade- lard bracht ons koffie. „Hoe durven jullie er met dit weer uit", vroeg hij. „Goed om een ongeluk te krijgen. Zo iets heb ik nog nooit meegemaakt." Om de aandacht wat af te lei- het gewas, en de prijzen en over de gang Geschenken van koningin Victoria MENSEN van Uitzonderlijke afmetingen spreken nog altijd tot onze verbeelding. Heel vaak gaan deze reu- hebben geleefd. hoek zaken in de streek. Maar zen eenzaam door het leven en moeten zij hun brood de andere ver plaatste. Hij had stekelige zitten. En ogen, zonder wenkbrauwen zag ik, en zijn hoofd was zo kaal als een biljartbal. buiten" Ik"ging6 naast haar midden in het gesprek viel er een dienen door zich te laten bekijken. Dikwijls komen ze dan NE regen viel met bakken n1 het onweerde zwaar Lange, felle bliksemschichten schoten on ophoudelijk langs de hemel, en bij elke slag dreun- „Zo". zei hij spottend, „bent u de de grond kraakte wat in het café terecht in een circus, waar de massa van normale propor- i dof gerommel dat lang na- ties zich dan vergaapt aan de reus, die zich wel onbehaag- gaimde en dat uit het ingewand jjjj^ moet voelen onder de nieuwsgierige blikken van sta- - komen, deed j rende mensen. bang. Enfin, u bent niet de ge. Het schijnt mode te zijn on- heb ik - ™Vmaakr. Allemaal pap-mensen. Nooit buitenland geweest?" Ik haalde mijn schouders op. „Wat heeft er dat allemaal mee te maken?" vroeg ik. Hij keerde zich om. „Alles", hoorde ik hem zeggen. En toen: „Komt u maar mee. dan kunt u bij ons wachten tot de bui is over gedreven." Ik volgde hem door een lange gang. Hol klonken onze voetstap- Cen. Aan het einde van de gang leef hij staan. „Gaat u binnen", zei hij. Ik stapte de kamer in. ooit en zag in het midden, geleund U;t. tegen de schoorsteen, esa 1 ik tot het meisje. „Ik ook niet antwoordde zij toon loos. Ze „Ik Anna Swan w op jeugdige leeftijd besefte het meisje uit Nova Scotia aan de Daar ontmoette Canadese Atlantische kust, dat zij ren Bates, enig in haar soort was. Zij stak Al genoodzaakt zich bij een reizend voegen als „Lady Reus". Martin van Bu rt, die als kapi- de Amerikaanse burgeroor- H.J. WAALWIJK dank hulp, ik ben blij, dat u aanbood mij t want ik ben bang. ik ben vreselijk „Bang voor het onweer?" Ze knikte ontkennend. „Nee, voor hem, voor die man, die mijn kousevoeten was zij bijna 2.40 ter hoog. Ze was bij die meting nog geen twintig jaar oud. Martin Bates: 2.33 meter. delbomen en palmen in de tuinen de vorige der hotels, met het roodglanzende bergmassief en de onwaarschijn lijk blauwe hemel daarboven. De Italianen daarentegen zien er alleen maar rotsen, die zij geen zin hebben te beklimmen, en ste den, die voor hun smaak veel te vervelend zijn. Zij gaan, evenals de buitenlanders veel liever naar de Rivièra, naar Rapallo of naar de Adriatische kust, waar bars zijn en thé-dansants, gezellige boulevards en schoonheidswed- strijden, kortom plaatsen, waar „wat te beleven" valt. Stervende schoonheid Dat eens iedereen, die wat te te betekenen had in de Oostenrijk se Monarchie zijn vakanties door bracht in Zuid-Tirol kan men nu nog wel zien aan de promenade van Merano, aan het Maria The- resiagele balpaleis, aan de pom peuze tribunes van de renbaan en aan al die voorname, ingeslapen hotels, die van het station tot aan de voet van de bergen dit stadje stempelen. Maar met de dure gasten verdween ook de glans en in Merano. En ondertussen kruipen de voor- wereldlijke groenachtige wagen tjes van de Meraanse tram door de lege straten, spijkert men af schuwelijke reclameborden tegen lege marmeren balcons, wappert de verstelde was van Italiaanse arbeidersgezinnen uit groen om zoomde vensters, waarachter eens de dochter van een Oostenrijkse hofraad- of rijke fabrikant goed bewaakt door haar rijzige mama neerkeek op de daar beneden paraderende militaire artsen en luitenants van de keizerlijke garde jagers. Jonge en ook oudere mannen, die gaarne bereid waren, een wat verarmd grondbezit in ruil te geven voor zoveel rose on schuld en een bruidschat, die hun in staat stelde, voortaan „volgens hun stand" te leven. Dat was het Merano uit „de goede oude tijd". Nu lijkt het eer der op een verbitterde oude gra vin. die eens de schoonste in het land was en niet kan begrijpen. r haar omkijkt. niemand r Nauwelijks te herkennen Reeds toen het meisje zes jaar de zich zakelijk. Het reuzenpaar vertoon- is." jonge vergezellen, T)A^ is bet e'n^e' zei de waard. Dat was het slotaccoord. Let op." krijgen. En het was het einde. Even plotseling als hij was gevallen, hield de regen op. De zon brak weer door en het scheen alsof er Ze barstte in snikken njets was gebeurd. We haalden verlicht adem. werd het duidelijk, dat ongewoon groot postuur o__ .„en, want ze was al even groot Martin. Zij als haar moeder. druk. dat Daar in dat kleine stadje in No- ken aan va Scotia kon Anna maar moeilijk emplooi vinden en zij was dan ook zelfs koningin Victoria had gro te belangstelling voor Anna en onder de in- dure geschen- de gaf. WAT mij onmiddellijk opviel was, dat haar gezicht krijtwit was en dat zij mij angstig aan staarde. „Wel. Lizzie", zei de man, „hier Die 1 ,Hij is een tiran' despoot. Wat hij zegt moet gebeuren. En hij deinst er niet meisje, voor terug om té slaan als hij ..Nog eerst zijn zin niet krijgt. Ik wou, dat ik de moed had om weg te lopen. Maar ik ben aan hem gebonden t-, omdat ik moet leven. Waar kan onze '"K® lee8- Be deur l koffie Langzaam dronken jullie Ik wilde protesteren, maar de man had zich al omgedraaid en de kamer verlaten. „Neemt u mij niet kwalijk, dat ik u lastig val", begon ik, maar het meisje schudde het hoofd. „Maak geen excuses", antwoord de ze. „ik begrijp het wel. Maar het is hier vreselijk. Ik wou. Ze voltooide haar zin niet. Lr °P viel een zware donderslag, het huis deed schudden. Het rr je kromp ineen. Een hevige licht- ogenblik. „Toen kwam mijn ouders stierven, werd hij mijn voogd. Hij kreeg het beheer over mijn geld. Hij nam me in zijn huis op We zijn weest en in Japan er dië. Hij bleef van het café ging open en er een man binnen. „Hoorde je die laatste slag?" vroeg hij. „Ja", zeiden we iChVoorin" kijna gelijktijdig. „Dat was reizen. Ais me er eentje." ergens drie maanden zaten, trokken we verder. Nooit bleef hij en plaats. Maar vong jaar kreeg hij er genoeg van. Eensklaps. Hij kocht dat huis, dat bliksem hij Sunny Home noemde. Waar- straal" verlichtte het huis" enkele om het die naam kreeg, weet ik seconden fel, zo fel, dat het pijn niet. Een huis midden op de hei, stand Die hébben we tenminste ge- houdt hij had", zei ik luchtig. Het meisje krijgen knikte De man kwam weer bin- men nen. Driftig viel hij uit: „Nou alles De man knikte. „Die laat ste slag deed het 'm. De ingeslagen in Sunny Home en die villa is afgebrand. Tot de grond toe kiiome'ter.^Kennissen In een ogenblik tijd. Je be- kan gebi M gaat Ik wacht niet langer. Het moet uit zijn met ie fratsen. Voor een beetje onweer kan je de hond niet laten lijden. JU kost me handen vol geld, je krijgt alles wat je wil. maar als ik je iets vraag, doe je het niet. Trek je mantel aan, haal de auto uit de het dorp. Schiet op." Het meisje bleef onbewegelijk staan. „Heb je me ge hoord?" vroeg de man, „vooruit schiet op!" Dreigend liep hij op haar toe. HU liep tergend langzaam. Hij had het hoofd in de schouders getrokken, als wilde hU zich ge reed maken voor een sprong. Toen hij vlak bij haar was. haalde hij een hand uit de zak. Hij bracht de hand naar voren als wilde hU haar slaan, maar hy deed het incu aues vuur hem. Met die hond wil, spreekt hij de hele dag. Tegen die bet mogelijk IS geweest, zal de dierenarts, hond zegt hij wat hij gaat doen wej Ook de liefde ging een woordje meespreken en op 17 juni 1871 trouwden Anna Swan en Martin Bates in de kerk van St. Martin's- the-Field op Trafalgar Square te Londen. Anna droeg bij de plechtigheid vele juwelen, maar haar kost baarste schat was een diamanten ring, die koningin Victoria had ge schonken. De bruidegom Allerliefste va-n Hugo de Groot, door Robert Fruin. Uitg. Bert Bakker, Daamen N.V., Den Haag. Eigenlijk is het niet helemaal juist, 'het nieuwe boekje uit de Ooievaar-reeks op naam te zetten van onze grote geschiedkundige. De schets over Hugo de Groot en Maria van Reigersberch, die Ro- s trots op zijn cadeau van Hare bert Fruin geschreven heeft (en een raadsel blijven, want die zonderling, die er woonde, is gedood." mini mimi iiiiiii iiiiii» uiimi minim iimiiii mum mum imiii iimir uur miiiiii iiiiiii jiiiii miiim minui minui inimn miiiii iiiiiiiii iiiiiiiii iiimiiii mum imiimi miiiiii Majesteit: een horloge met ketting. Na hun rondreis door Europa, besloot het reuzen-echtpaar zich in Amerika te vestigen. Het groot ste probleem werd het kopen van een huis. De gewone huizen waren veel te klein. Zij lieten er een bou wen in Seville (Ohio) dat meer aangepast was aan hun afmetin gen. De kamers waren 4.20 meter hoog met deuropeningen van meer dan 2.50 meter, zodat ze er door kon den zonder het hoofd te buigen. Ook de meubelen waren speciaal gemaakt. Kapitein Bates woog 470 pond en zijn vrouw 413. De wo ning had al spoedig de bijnaam „Het huis van de Reuzen". Hun rijtuigen hadden ook buitengewo- Er kwamen twee kinderen, die bij hun geboorte elk 18 pond wo gen, maar die helaas niet in leven bleven. Het fokken van raspaarden le verde het echtpaar Bates een goed bestaan. Maar in 1889 stierf Anna en kapitein Bates was opnieuw een eenzaam man. Hij trouwde enkele jaren daarna met een jon- die ontleend is aan zijn „De Tach tigjarige oorlog) omvat echter het grootste en interessantste deel. iDe krijgshaftigheid. De authentieke gegevens laten deze kordate vrouw nl. anders zien: ze was vechtlus tig, inderdaad, maar voornamelijk waar het ging om het voeren van processen. Haar familie „vermeng de" zich in later jaren met be roemde regentengeslachten, die er trots op waren van Kenau af te stammen. Wie is deze vrouw?, door O. J. Tauschinski. Ultg. Ploegsma, Amsterdam. samensteller, prof. dr. W. Gs. Hel- linga. voegde er evenwel ook het gedicht van Vondel één vrouw is duizend mannen te erg"), een kort verhaal naar een oud pamflet over de ontvluchting i boekje geworden, it we de flinke en moedige die Maria van Reigers- was, goed leren kennen. Kenu Symonsdochter lem, door dr. Gerda H. Kurtz. Uitg. Van Gorcum en Comp., De archivaris van de gemeente Haarlem zet ons aan het twijfelen: heeft Kenau („Kenu" is eigenlijk de officiële naam) Simons Hasse- laer nu wèl of niet een heldhaftige rol gespeeld bij het beleg van Haarlem in 1572 en '73? Heeft ze wél of niet met pekkransen en ko kende olie de Spanjaarden bevoch ten? Pas uit latere geschriften, zo toont dr. Kurz aan, blijkt deze Blijkens een aantekening op de omslag is „Wie is deze vrouw?" in West-Duitsland bekroond. Het is ons niet helemaal duidelijk waar om, want over Marie Curie zijn be slist wel betere boeken versche nen. Het werk (voortreffelijk vertaald door Johan Winkler) is bedoeld voor de oudere jeugd en geeft in korte schetsen de levens geschiedenis weer van een der ge leerdste vrouwen van onze tijd. Het zijn schetsen, waarin Mar.ie Haer- Cujre^ beeld ge' Bolzano daarentegen heeft zich heel wat beter aan de veranderde toestand aangepast. Wie de hoofd stad van Zuid-Tirol niet meer heeft gezien sedert de tijden, die wij hiervoor even probeerden op te halen, zal de stad nauwelijks herkennen. De oorlog heeft hier veel minder schade aangericht dan in de andere Italiaanse steden, maar bovendien hebben overal nieuwe moderne bouwwerken plaats gemaakt voor vroegere be zienswaardigheden. die door bom men werden getroffen. Tussen het nog onder Mussolini tot stand gekomen industriegebied en de oude stad ligt vandaag grote jj noemen. En inderdaad enige gelijkenis tussen deze kinderen en huisdieren krioelende kolonie met zijn lage huisjes het groen en sommige steden het Verre Oosten. karakter 1 Oude handhaaft zich De indruk, die gevestigd wordt bij een verblijf in Bolzano is die van een lawaaïge, zeldzaam twee slachtige stad, die vastbesloten is, zich hoe dan ook te handhaven. Het oorspronkelijke Bolzano komt men nog bij iedere schrede tegen: Onder de poortbogen liggen de ver- zijdelings betrokken S?ïui!)esi de Hi» ♦nf-h wet ppn straten staan de boeren uit het achterland heftig gesticulerend de veehandel te bedrijven, hun in oude drachten doen die toch wel van leven, werk. ietwat hinderlijk, dat het vrijwel °u°e °r .11.. in dia,„.vorm gaat. aan dialoogvorm gaat, beetje kinderachtig en af en wat onlogisch. bedotten. Óp de koele bin nenplaatsen van de winkelhui: voeren onder pergola's oeroudf Duitse heiligen hun eeuwig twee- Oud-pupillen antwoorden. Een onderzoek naar de levensloop gesprek mef dé hemeT».. idevoog- weerde handen strekken zich En- genend uit boven bron. bemostf ttrtrtrtrtrtrtrCrtr-tr Crïrtrtrtrtrtrtrir-ir vond ieder rust, zekerheid, Voelt U wat dat betekent? Dan hij dreigt bij dit alles troost, kracht. kunt U meespreken over de moed te verliezen. Weet U: het werk in aposto- materiële verantwoordelijkheid, laat of evangelisatie noem DE Conferentiegangers op het zoals ge wilt is onderhe- jAARNAAST de geestelijke 'de Bossey waren vogels van vig aan bijzonder grote span- I I verantwoordelijkheid. We trots te worden. „Kijk ningen. Men heeft een grote zijn de kerk, die naar verantwoording te dragen op buiten treedt. We zijn de kerk, allerlei sterk uiteenlopende ge- die de mense ie er twee met van de kerk vervreemd zijn, name noemen: een materiële welke totaal onbekend zijn lukkig in mijn optreden ge en een geestelijke verantwoor- met de kerk. Op alle mogelijke weest, want ik heb mensen be- delijkheid. De materiële taak manieren willen we hen berei- naderd, te zorgen dat het werk ken en hen Christus verkon- tt x Maar tegelijkertijd knallen belangrijk boek Het knetteren daarbuiten in de stra .V,,- w.p.c. Knut- ten blinkende scooters, roepen jongens elkaar luidkeels de narr voetballers toe, die Italië eerstvolgende interlandwed strijd zullen vertegenwoordiger Eenheid in verscheidenheid jganger i vogels diverse pluimage zo vertelde ik verleden week. Ik mag er echter gelukkig op la ten volgen: ze waren 't toch bieden. Laat op bepaalde punten bijzonder eens. Zeker, ze bekeken elkan der wel eens wat argwanend, bijvoorbeeld de Dit is een tel, de oud-kinderrechter sterdam, in het voorwoord zegt een spiegel voor. Wij zien, dat de pupillen, die maatschappelijk ge- str_,_ slaagd zijn, die een uiterlijk be- bieden de vrouwen landslieden Soms ook ligt de situatie precies andersom. Soms dreigt ngellsatie ijk eens" denkt hij „ik heb toch ar knap gezorgd dat het ontmoet, welke geld weer binnenkwam! En ik ben vandaag wel erg ge- hoorlijk gezinsleven hebben opge- bouwd, toch verwrongen persoon- vruchten van hun streek lijkheden kunnen zijn, een sterke goede vis van de Adria rancune koesterend wegens het te kort aan levensvreugde in de jeugd Ieder die met de opvoeding i hoeveel belang de ge- leven gaat t Zuid-Tiro kostelijk! geregeld en uitsluitend preekt financieel geschieden kan; dat digen. Maar we kunnen en de ander geen stap verder de veie gesalarieerde krachten makkelijk verkeerd handelen kewerk- "r komt dan het nraanisprpn nnn u„, a ji„„i.- i vroeger niets weten wilden!" De man of de vrouw in dit ker- voelsbehoeften Koning Arthur en de Tafel ronde, door Roger Lancelyn Green. Uitgave Het Spec trum, Utrecht. Prlsmaboek. van het rode bergmassief, onde de eeuwige blauwe hemel, zoal ook het groene water, nooit op houdt, van de gletsjers derveel j en als ik de in de kamer ben, hoor ik het ook. Via zijn hond spreekt hij tot mij. En nu is die „Ga niet tot het uiterste", zei hond ziek De dierenarts heeft me- hij schor. „Zelfs die meneer zal dicynen voorgeschreven en die mij niet kunnen tegenhouden je medicijnen moet ik nu halen. Dat een pak rammel te geven als je Jion 8ee" da§ wachten, niet onmiddellijk doet "l wM zeg. Hij bleef voor haar staan. Het *j" meisje sloeg de ogen neer. „Ben je van plan te doen wat ik vraag?" herhaalde hij. Het meisje ademde zwaar. „Nee", bracht zij er met moeite uit. En toen gaf hij haar een klap in het TK sprong J- u zich man. „u bent mijn gast en dat is een aangelegenheid tussen mijn nicht en mij. En die aangelegen heid zullen we zonder hulp van derden wel oplossen. Wat jÜ. Liz- „Wat u doet is onmenselijk", barstte ik los. „Men slaat geen vrouwen." „Laat dat aan mij over", ant woordde de man. „Vergeet t gebeuren. We had- hevige ruzie over gehad, voor u kwam. Ik dacht nog, dat uw komst een einde aan het ge sprek zou maken, maar hij ging er op door ook toen u in de ka mer was. Enfin, u heeft het ge hoord. Ik houd dat niet langer uit, snikte ze. Ik wou dat er een „Bemoeit eind aan kwam." een dicht, grijs gordijn reden. Zelfs met de koplampen van de auto vol aan. was het onmogelijk ver vooruit te zien. We reden bij na stapvoets. Aan het opspatten de water merkten wé. dat de we gen onder water stonden. Ik leun- r-buiten gaat won- zichzelf denken j en meent dat men het goed met hem getroffen heeft. g In die schommeling tussen wanhoop en ijdelheid is het goed te weten dat alleen Chris- t- tus de Evangelist is. Die we- tenschap schept rust. Die we- p. tenschap doet onder de moei- g lijkste omstandigheden gelovig p. voorwaarts gaan. En die wetenschap maakt onder voor- p. spoed een mens bescheiden, g Evangelisatiewerk is niet ro- p. mantisch „iets voor Jezus doen" J Evangelisatiewerk is heel nuch- p. ter weten dat Jezus wonderen doet in wat wij verrichten, p. Soms gebruikt Hij ons. Soms doet H\j zijn werk in wat wij p- den bracht, dacht daarby aan «e man m nee doen En soms doet Hy het Hebreën 3 vers V richt uw benauwd Bezeten: we hadden apostolaat ook. H\j komt dm- ondanks ons gestuntel. Maar doodgewoon het geld niet kas om onze verplichtingen te komen. Bezuinigingen en kingen hebben. Hij bemerkt Daarom, bestedingsbeperkingen kunnen dat een aarzelend contact met deelgenoten der hemelse jroe-^ den. Misschien kan ik nog be- op zo korte termijn geen uit- een buitenstaander door zijn Pin0> ter schrijven: tn die uitspraak komst brengen. Men zit vast. schuld op niets uitloopt. En komt dan het organiseren v clubavonden met jonge men sen, waarbij zelfs het eenvou digste gesprek nog geen kans I krijgt. Ongetwijfeld geraakten bereidende ze ook bij gelegenheid in vu rige debatten als de een zich ver wilde houden van alle po litiek, terwijl de ander een enthousiast lid ener politieke met honderden partij was. Maar al die ver- jongens schillen vielen weg ten over staan van enkele zeer prin cipiële zowel als zeer prac- tische punten. het einde van de maand en daardoor averechtse resul- hun loon kunnen ontvangen taten boeken. We kunnen met en dat de beloofde, afgespro- de beste bedoelingen de men- ken en voor- sen afstoten. Misschien heeft een le- MMkiiUjjHDIH zer daar ook beeld de zo- wel eens moei- merkampen te mee. Ik kan begrijpen ■n aat er ouders doorgang kunnen zijn, die zich afvragen of vinden Dat is een heel ze hun kinderen wel op moeilijke zaak. want dit de juiste manier voor werk is grotendeels af- gaan. Ik weet van werkge- Een sage navertellen i: moeilijk. De naverteller staat twee werelden: die van de se en die van zijn eigen tijd. De En gelsman Green, wonende op een reeds negen eeuwen oud familie kasteel abth^ het toch. die de dood vindt. Waa; moest geschieden, va- s te stromen f)p saee ÏV I,,wsl gescnieaen, va- De Fn ï.elt Rasmussen in deze aangrijpen- De En- de roman d(e dfi leVenstragiek vu deze kapitein aan het licht brengt Pf.™'t. li«h°biak eHiS-"w"rft 'mm™' j„k gebracbt tot de jaatste vrags "on menselijk bestar- Arthursagen ze tijd, echter zó weten te vertel len dat -Zij, niets aan ^schoonheid eenzaamheid. waa^aUes'zwijgèl inhoud hebben ingeboet. Deze moet. het Dit was het eerste punt van bankelijk van giften. En het vers, die ook in hun bedrijf kan gebeuren dat enkele da- christen willen zijn, maar die gen voor het tijdstip van beta- tegelijk ontdekken dat ze hun len nog enige duizenden gul- werknemers van Christus ver- U ange is y, ie a dgns ont{,re^en £>e afgelopen vreemden. Ze lijden daaron- t eerit romiu.. onder „oor- nmd hebb<,n nog d„ En z0 mf „richt oog op de apostel en hoge priester (bij uitnemendheid). Jezus Christus!" En in die uitspraak kon ieder zich romantische verhalen zullen onge twijfeld menig lezer urenlang we ten te boeien. De Hemel beware ons, door Gerhard Rasmussen. Ned. ver taling van Alze de Visser. Ult- ning N.V., Baarn. „Kaptajnen behöver ingen orlov" heet dit boek in het Deens: De kapitein heeft geen verlof nodig. Als men deze roman gelezen heeft, weet men het waarom: hij is dood. Maar dan is men ook getuige ge weest van een tragiek, van een menselijke eenzaamheid, als de dood, waar niets meer kar doordringen dan alleen Gods aan wezigheid. Fabels van La Fontaine, ia het Nederlands weergegeven j door Jan Prins; verlucht me' tekeningen van J. J. Grandville. Uitgave Het Spectrum, Utrecht Prlsmaboek. Wat moet men het meest aan dit nieuwe Prismadeeltje bewon deren? De fabels van La Fontaine broeders, ogen op Hem! WiJKPREDIKANT. oorlog twee mijnen zondere structuur Men moet koste het geheim of de alleraardigste kopergravu- at "kóst "achter retjes van Grandville? Alles bij wapen elkaar maakt dit boekje tot een plaats niet. U bent naar mijn huis de uit het zijraam en probeerde leerzaam. In één woord: klas* mijnopruimingsdienst krijgen de opdracht de mijnen te demonte ren. Niet de kapitein, maar hij is

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 14