Generaal Ten Seldam halve eeuw ridder Willemsorde Oude stuurman aan 't roer Vreemd benoemingsbeleid der Verenigde Staten Kamer wil zeggenschap burgemeesters groter Ds. Bouwmeester preekt soms honderd mijl ver BASIS VAN ECONOMISCHE POLITIEK IS JUIST NIEUWE LETDSCHE COURANT DERTIGJARIG VERBLIJF IN INDIË Acties bij Boentoe Batoe en Kautoe nog vers in geheugen JESAJAS PONGOH", zo vertelde ons luitcnant-gcncraal-tit. B. D. ten Seldam (Sijzcnlaan 14, Den Haag), „was een Ambonnese korporaal van de marechaussee, een goed soldaat en een dapper en trouw man. Hij verdiende de Militaire Willemsorde vierde klasse, toen hij bij een actie, i: weerwil van een hevig vijandelijk vuur, naar voren rende en zijn zwaar gewonde commandant, de kapitein De Gruytcr, op de rug nam en in veilig heid bracht. Helaas stierf De Gruyter aan de verwondingen. Later bij de overmeestering van de rotsversterking Boentoc Batoc op Celebes, een actie, waarbij hij zich eveneens onderscheidde, werd hij bij keuze bevorderd tot sergeant en kreeg hij de Militaire Willemsorde derde klasse, een zelden voorkomende onderscheiding. Deze laatste actie werd onderno men op 6 met 1906 en bij Koninklijk besluit van 28 maart 1907 no. 96 werd de onderscheiding toegekend. Op de lijst met de namen van de dapperen, die voor deze hoogste militaire onder scheiding in aanmerking kwamen, stond ook de naam van de toenmalige kapitein R. ten Seldam, die dus vijftig jaar rid der Militaire Willems orde is en met zijn 85 jaren de actie Boentoe Batoe nog tot in de details weet te vertellen. Die Jesajas Pongoh. vertelde de gene raal, heb ik later, toen ik al gepension- neerd was en in Holland zat, nog eens te ruggezien. Hij was hier voor een of andert plechtigheid en ik ben hem gaan opzoe ken en we hebben toen nog een uurtje gezellig zitten praten. De Ambonnees overleed in 1934 en-bi; zijn dood wijdde de eerste luitenant der marehaussee E. Franssen Herderschee een van de Indische dagbladen een ont roerend artikel aan deze man, die met grote trouw Nederland had gediend voor zijn verdiensten ook erkenning had gevonden. ZEEOFFICIER „Maar, generaal', vroegen we. „U bent nu een halve eeuw ridder, vertelt u daar Y AN AVOND zal de Franse Nationale Vergadering wederom beslissen het al dan niet voortbestaan van di genng-Mollet. Het is te verwachten, dat Mollet het vertrouwensvotum zal krijgen. Niet dat de afgevaardigden zo enthousiast zijn voof' het regeringsbeleid, maar omdat nauwelijks een aanvaardbaar alternatief is. Premier Mollet heeft onomwonden verklaard ten aanzien van de gedragslijn ln Algerije vast te houden aan zijn ver klaring van 9 januari. Dit is dus: eersl staken van de vijandelijkheden en drie maanden daarna vrije verkiezingen. Frankrijk, aldus Mollet gisteravond, is bereid bij deze verkiezingen buitenland se waarnemers toe te laten. De uitspraak van de Verenigde Naties heeft de Franse regering in staat gesteld. dit te doen. Daarin l Verklaarde immers wordt slechts uitzicht de hoop uitgesproken. dat een vreedzame en democratische oplossing in het conflict gevonden zal worden De voorstanders van een mildere ge dragslijn ten aanzien van Algerije, waar van Mendè6-France de exponent is, zou den indien zij de verantwoordelijkheid op zich namen, door Mollet het vertrouwen te onthouden en zelf een regering men. voor problemen komen, die zoveel risico's inhouden, dat nauwelijks te ver wachten is, dat hun regering het lang zou kunnen houden. C\NDANKS de demonstratieve korte sta kingen kan men zeggen, dat het Fran se volk zich merkwaardig goed van zijn positie bewust is. Het weet, dat het dc offers voor de Algerijnse strijd brengt omdat Frankrijk zonder de Afrikaanse gebieden uitgespeeld is. De economische toestand van het moederland is bedroe vend slecht. Met de ontvolking van het platteland gaat een voortdurende achter uitgang van landbouw en veeteelt ge paard, terwijl de industrie niet voldoet aan de stijgende vraag naar gebruiks goederen. Het gevolg is. dat de betalings balans in gevaar komt. Dit is op twee manieren te verhelpen: de import te ver kleinen en de export te vergroten. Dit Jaar zal de export met vijftig miljoen gulden verhoogd worden. Maar zwaarder wil de regering de im portbeperking doen gelden. Bovendien worden de staatsuitgaven met 2.5 miljard gulden besnoeid. Deze bezuiniging wordt hoofdzakelijk gevonden op militair ter rein. Echter heeft de regering nadrukke lijk verklaard, zowel de internationale als de nationale veiligheid geen afbreuk te willen doen. pEN BELOFTE die schoon is, maar het blijft een open vraag hoe deze vervuld moet worden. De strijd in Algerije duurt voort, een vermindering van de inspan ning daar is niet te verwachten. De toezegging van de Verenigde Staten via de Bermuda-besprekingen gedaan, dal te zijner tijd Amerika het vasteland wel zal voorzien van atoomprojectielen om de vermindering van de conventionele bewa pening mogelijk te maken, is nog maar heel vaag en geldt alleen voor een, nog niet bepaalde verre toekomst. Het enige punt, waarop de toekomst van Frankrijk een rooskleurig tintje aan de verre horizon vertoont, is dat onder het zand van de Sahara nog een reserve aan olieschatten ligt, die Frankrijk wanneei het plan tot exploitatie uitgevoerd kan worden, nieuwe impulsen zal kunnen ge ven. Maar daarvoor is nodig, dat de band met de Afrikaanse landen niet verbroken wordt. Zo wegend en wikkend, wissels trek kend op de toekomst, staat Frankrijk voor de beslissing- Wisseling van stuurman op het scbip van staat kon dc koers wel eens wijzigen en dat risico zal het parlement niet nemen. eens wat van.,, „Ja", zei generaal Ten Seldam, „wat zal ik daarvan vertellen. Ik ben de oudste van drie broers, en zoals het in die dagen ging, werd besloten, dat ik. als oudste, naar Breda zou gaan voor de officiersopleiding bij het Koninklijk Ne derlands Indische leger. Liever was ik naar Willemsoord gegaan, want ik voelde veel voor wiskunde, maar goed, daarnaar werd niet gevraagd. Ik moest naar Breda. Op 15-jarige leeftijd kwam ik op de Ca dettenschool. dat was in 1887. In 1891 werd ik officier en in 1892 vertrok ik met de Prinses Sophie naar het toenmalige Oost- Indië. En toen begon een leven van trek ken, van expedities en van nachtelijke marsen onder zware omstandigheden, door onbekende streken soms zonder kaart, van gevechten tegen oproerige benden. Uit die periode („ik diende 31 jaar in Indië") trekken twee episoden op C^'e- bes vooral de aandacht, die van 28 en 29 maart 1906, waarbij gevechten werden ge leverd om de rotshelling Kautoe en die van 6 mei 1906, de actie om de rotsver sterking Bentoe Batoe. En bij beide acties onderscheidde kapitein Ten Seldam zich op bijzondere wijze en voor zijn gedrag bij deze acties werd hem de Militaire Wil lemsorde der vierde klasse toegekend. De mutaties luidden: Bij de ring van de zwaar versterkte en hardnek kig verdedigde rotsstelling zijn compagnie voortvarend en beleidvol aangevoerd bij de hem opgedragen omtrekking en bij de aanval in de rug. die hij gedurende de nacht voortzette, daardoor ten zeerste bij gedragen tot het verkregen succes". De mutatie voor Kautoe en die voor Boentoe Batoe luidde: Als commandant der marechaussee-compagnie, die tot taak had de aanval uit te voeren op de als sleutel van de stelling aan te merken er alleen langs bijna loodrechte door vuur er steenworpen bestreden hellingen te be reiken topversterkingen, daarin blijken gevende van buitengewone moed en groot beleid, op schitterende wijze te slagen". Voor de laatste actie, uitvoerig beschre ven door jhr. mr. H. M van Weelde in In dische reisherinneringen werden ook nog met de Militaire Willemsorde onderschei den de reeds overleden luitenant W. C. Schater en vier Ambonnese militairen. Hun namen moet u nu ook eens publice ren" zei generaal Ten Seldam. STEENBLOKKEN „Wü moesten de aanval doen langs een smal pad tegen de rotsen, die honderd -T hoog waren- Als we probeerden boven te klauterengooide de vijf re steenblokken omlaag. De eer de top bereikte, was de Ambonese fuselier Pangau. Hij stortte echter c laag en werd daarbij gedood. Daa kte de luitenant Schiifer de top met de Ambonese fuseliers Kaya en Sopa- en de korporaal Pongoh, t zei, de Militaire Willemsorde derde klasse daar verdiende. Generaal Ten Seldam bleef tot 19S Indië. Toen keerde hij met pensioen Nederland terug. Zijn laatste functie inspecteur van de infanterie. Meer dan dertig jaar was hij in Indië en in die tijd verbleef hij slechts twee keer in derland. De eerste keer om te studeren de Hogere krijgsschool en de tweede om op dat instituut als leraar op treden. Hij is nu 85 jaar, erelid van Kon. vereniging ridders M.W.O. en erelid van de Vereniging van oud-strijders Het Vaderland Getrouw te Rotterdam. PROMOTIE 1891 „Leven er nog veel officieren van uw romotie?", vroegen we de generaal- Nog een tiental', antwoordde hij „Nog Jee veertien dagen komen we hier in Den Hang met vijf officieren van dc pro- 1891 bij elkaar Dat zijn de generaal Wagnerde majoor Wagner, de kolonel Kaub en d% heer Van der Steur, dte al vroeg de dienst is uitgegaan en hoofd ingenieur-directeur van de rijkswater staat js geweest". Op 28 maart zullen nog drie officieren 50 jaar ridder Militaire Willemsorde vier de klasse zijn. Het zijn de luitenant-kolo nel b.d. C. H. Eilers, de luitenant-kolonel b.d J. H. van Temmen en de kapitein tit. b.d. M. Schouten. „Ambassadeurs moeten beslist een chequeboek bezitten. N de New York Herald Tribune doet Joseph Alsop een felle aanval op het benoemingsbeleid van hei Amerikaanse ministerie van buiten landse zakejf. ten aanzien van de be zetting van de diplomatieke posten in het buitenland. Hij acht het ogenblik gekomen, dat er in het openbaar commentaar op deze benoemingen moet worden geleverd. Het laatste nieuws, aldus Alsop, is, dat de vertegenwoordiger van senator Joseph E. McCarthy in het ministerie van buitenlandse zaken, Scott McLeod, op het punt staat de ambassade te Dublin toegewezen te krijgen. Misschien zal McLeod niet meer kwaad doen in Ier land, maar waarom moet hij ernaar toe gezonden worden op kosten van de Ame rikaanse belastingbetaler? Maar dit is een betrekkelijk kleine ge beurtenis in een lange en kwalijke ge schiedenis. Dit jaar zijn zegt Alsop eeste Europese diplomatieke posten iwe wijze op de verkooptafel gelegd ior contant geld verkocht. Louter bij toeval zijn enige zeer rijke mannen, die op deze wijze benoemd zijn om de Ver gde Staten in het buitenland te ver tegenwoordigen, op weg uitstekende am bassadeurs te worden John Hay Whitney Londen bijvoorbeeld, is- de man die politieke benoeming voor een grote ambassade behoorde te ontvangen, geheel afgezien van zijn bijdragen aan de Repu blikeinen. Ook de bewonderenswaardige niet-po- litieke benoemingen van David K. E. Bruce in Duitsland en Ellsworth in India mogen op de creditzijde van het mini- van buitenlandse zaken geschoven worden. Hoge prijs ar In het algemeen is de zaak der be noemingen tamelijk onsmakelijk. Enige *eccnte gebeurtenissen wijzen uit. dat dc de prjjs voor diplomatieke benoemingen icbtuit schandalig genoemd kan worden. Als voorbeeld dicne het geval van dc Amerikaanse ambassadeur in Denemar ken. thans Robert Coe. vroeger ambte van buitenlandse zaken. Het is een openbaar geheim, dat zijn benoeming niet geschiedde wegens zijn bekwaamheid als ambtenaar, maar door de grote bijdragen n zijn familie tot het verkiezingsfonds n 1952. Gedurende de laatste campagne hij benaderd door een oude vriend, die t taak had, geld te werven voor het Re publikeinse verkiezingsfonds, met dc oorzichtigc aanmoediging, dat hij maar 'eer eens dokken moest. En flink ook. Coe bracht 7000 dollar op, maar dat was niet genoeg en Coe werd gezegd, dat hij voorjaar vervangen za| worden door beroepsdiplomaat, de huidige Ameri- nse gezant in Zwitserland. Frances Willis. Zij maakt dan weer ruimte voor •n politieke benoeming, Alsop vervolgt: Ook wordt een gering schattende minachting getoond voor de gevoelens van onze bondgenoten (en daardoor van de weinige belangstelling de Verenigde Staten) België bijvoor beeld. het mag een klein land zijn. maar s een belangrijk land in de NAVO. Vier jaar geleden waren de Belgen geens zins gelukkig overgeleverd te worden in een machtig Republikein. Maar nu deze Republikein niet genoeg heeft opgebracht (maar 1500 dollar), wordt hij vervangen door een andere Republi keinse steunpilaarJohn Clifford Folger. die voor zover bekend geen kwaliteiten bezit voor deze post, behalve dat hij het Republikeinse comité als penningmeester diende en zyn chequeboek. (Samen met z\jn vrouw bracht Folger 11500 dollar op). In het naburige Nederland moet een kundig beroepsdiplomaat, de ambassa deur H. Freeman Matthews, vervangen worden door een loyaal Republikein, de voorzitter van de burgerlijke dienst, Philip Young. Alsop zegt verder, dat de overplaatsing van ambassadeur Bohlen van Moskou naar Manilla niet. zoals beweerd werd in Washington, op diens verzoek ge schiedt. Bohlen zou liever in Moskou blij ven. maar moet plaats maken voor de huidige Amerikaanse gezant in Wenen. Alsop besluit: Amerika heeft onbe rekenbaar grote belangen in het bui tenland. De Amerikaanse ambassa deurs zijn de noodzakelijke bewakers van deze belangen. Het doet er niet toe of zij arm of rijk zijn, uit de buitenlandse dienst of van buiten af worden aangetrokken. Het doet er wel toe of zij bekwaam zijn. De onkosten, verbonden aan een am bassade, zijn een armzalig excuus. De Verenigde Staten kunnen zich werkelijk enige honderdduizenden dollars per mitteren, wanneer die besteed worden in kennis en kundigheid. „Werkelijk, de goedkope politieke han- ;1 in ambassadeursposten, met een mor sig chequeboek erbij, is een beschamen de zaak". DONDERDAG 28 MAART 1957 Nieuwe politiewet Moet de taak van Kon. marechaussee worden beperkt (Van onze parlementaire redacteur) IVFA JARENLANGE voorbereiding is dan gisteren in de Tweede Kamer k T de politiewet aan de orde gesteld. Een wet, die een eind moet maken aan een strijd van bijna een eeuw over de vraag onder welk departement de politie moet ressorteren: binnenlandse zaken of justitie. Het vorig ka binet is tot een compromis gekomen, dat nu door het nieuwe kabinet Drees is overgenomen. Het compromis zal ongetwijfeld door de Kamer worden aanvaard, maar reeds nu ligt er een aantal amendementen op tafel, waar over de komende dagen nog wel het een en ander te doen zal zijn. EMIGRANTENPREDKANT IN MOE Maar gemeente is snel groeiende (Van onze correspondent in Austral Leo 't Hart) FN MOE heeft de emigrant binnen drie maanden een huis. Moe ligt in Gips- land. het vruchtbaarste gedeelte van de staat Victoria. Er zit - naar geleerden zeg gen 75 miljard ton bruinkool in de bo dem. Er zjjn farms, er is ijzererts. Nie- land is er werkloos. In deze plaats heeft zich een Nederland- predikant gevestigd, ds. J. A. Bouw meester. Hij zag zijn gemeente in een jaar van 140 tot driehonderd lidmaten groeien. Een moeilijkheid is: die lidmaten ;n verspreid over een oppervlakte, zo groot als een derde vau Nederland. Ds Bouwmeester woont in de vrij nieu- e Lincolnstreet. Trouwens het grootste ;eü van Moe is nieuw. Het aantal inwo- ;rs steeg in enkele jaren tijd van vier duizend tot dertienduizend. In de driehoek van Oost-Gipsland lig gen Morwell, Yallourn en Moe. Men vindt duizenden emigranten, waaronder veel landgenoten. Gipsland is een rijk gebied Een farm met tweehonderd melkkoeien ien zeldzaamheid. Dominee Bouw meester vertelde mij: „Onze mensen vin den hier een goed bestaan. In het begin als Farmhand, later vaak als share- farmer. Dank zij de activiteit van de hui- >mmissie heeft men binnen drie maanden een huis". BESLISSING In de Latrobe Valley, waarin Moe ligt, hi 75 miljard ton bruinkool verborgen liggen. De staats elektriciteitswerken hebben daarvoor belangstelling. In de toekomst hoopt men heel de Staat Vtc- oria vanuit dit gebied van elektriciteit n gas te voorzien. Dominee J. A. Bouwmeester was aan hankelijk werkzaam bij de B.P.M. Hij had reeds een gezin met zeven kinderen. hij aan de predikantsstudie begon. In 1951 deed hij zijn intrede in de gere formeerde kerk te Heerjansdam. Toen kwam eind 1955 het beroep naar Moe ,De beslissing was moeilijk, doch de geestelijke nood onder onze emigran ten maakt het werk noodzakelijk". Zo motiveert ds. Bouwmeester zijn besluit Heerjansdam te verlaten en zich in dit euwe gebied te vestigen, predikant legt 's zondags, wanneer hij gaat preken, een paar honderd mijlen af. Want behalve Moe, valt ook Morwell, Kooftwarra en Binginwarrd onder zijn verzorgingsgebied. „We hopen dat de groep Koonwarra spoedig zelfstandig kan worden en een eigen predikant beroepen; het wordt met de steeds groeiende gemeente veel te druk", zet ds. Bouwmeester uiteen. „Want het gaat niet alleen om het pre ken. daar zijn ook de huis- en zieken bezoeken: catechisaties enz. Soms rijd je twintig kilometer naar een gemeentelid, moet die afstand weer terugrijden en vijftien kilometer een andere kant op om een volgende lidmaat te bezoeken. Daar gaat heel wat tijd in zitten". TWEESTRIJD Er la nog altijd min of meer een twee strijd omtrent de talen. Men ia tot een compromis gekomen: zóveel Hollandse en zóveel Engelse diensten per maand. Zo heeft ook ds. Bouwmeester het moe ten verdelenomdat ook Australiërs de diensten komen bijwonen. De snelle groei van zijn gemeente heeft ook het probleem van de kerkbouw ur gent gemaakt. In Moe zijn plannen voor kerkbouw In studie. In de kleinere plaatsjes wordt ge bruik gemaakt van de openbare verga derzalen. „De laatste tijd zijn er hier heel wat échte boeren neergestreken; Jiet is niet onmogelijk dat onze Nederlandse boeren tuinders eindelijk de kansen in dit deel van Australië eens gaan zien", merkt ds. Bouwmeester op. Er is hier nog ruimte te over. In een I grote lijnen is dit ontwerp-polit aansluiting bü de bestaande toestand, •r de moeilijkheid is echter dat de lige situatie weinig bevredigend fs. De bezetters hebben gedurende de c de gemeentepolitie laten verdwijnei de bevrijding hebben sommige gemeenten eigen politie weer teruggekregen Anderen kregen de rijkspolitie „op hun Volgens het wetsontwerp wordt bepaald dat gemeenten met meer c 25.000 Inwoners recht hebben op gemei tepolitie. Daarnaast is een lijst opgesteld kleinere gemeenten die ook hur politie mogen hebben. In de ge meenten met minder dan 10 000 inwonen komt de rijkspolitie. Ook hiervoor ti weer een lijst met uitzonderingen opge steld. Gemeenten, wier zielental na dt inwerkingtreding van de wet daalt be neden 25.000 of stijgt boven de 10 000 behouden het politieapparaat dat zy menteeI hebben. Volgens de heer Oud (lib-) verkeert de Kamer met dit wetsontwerp in dwangpositie. Wordt dit wetsontwerp worpen dan behouden wij de onbevredi gende huidige situatie. En bovendien kun nen de ministers gemakkelijk elk amen dement afwijzen met de opmerking dat gebied dat groter is dan Nederland, wc nen slechts 100.000 mensen, waarvan z< ker 70.000 in de kleine steden en dorpen ENTHOUSIAST Ds. Bouwmeester praat enthousia; over zijn werk, gemakkelijk is het niet. Mevr. M, C. Bouwmeester-Parre, die geboren is in Maassluis, heeft het druk in haar gezin, doch moet ook nog tijd vinden om interesse voor het wel en snze emigranten tonen. Ze w deert het klimaat en de natuur van land. Ook zij ziet de mogelijkheden welke zijn voor haar groot gezin. De oudste zoon is bezig zijn zestig acres farm in orde te brengen. Zijn studie voor bouwkundige heeft hij er aan gegeven, >m hier zijn hartewens: een boerderij, n vervulling te brengen. De oudste dochter, die aanvankelijk ilet zo bijster met de emigratieplannen ngenomen was, heeft zich eenmaal hier zijnde, daarmee tenvoMe verzoend. Er is en dochter thuis om mevr. Bouwmeester e assisteren en „de. rest" is nog op school. Ds. Bouwmeester zegt mij ten slotte: ,Er is met het oog speciaal op onze Westlanders nog iets. De plaatsen in de Latrobe Valley liggen bijna 200 km. van Melbourne en alle groenten worden van daar aangevoerd, hetgeen hoge kosten met zich meebrengt. Ook omdat er hier snel toenemende bevoCking is. moe- er hier goede kansen liggen voor de tuinderij. Minister Zijsltra antwoordt In een vlot voorgedragen betoog heeft de minister van economische zaken, prof. dr. J. Zijlstra, de leden van de Eerste Kamer, die gisteren zijn begroting hebben besproken van repliek gediend. Hij gaf eerst een kenschetsing van de economische toestand van het ogenblik, die ge typeerd wordt door overbesteding. Uitvoerig besprak hij de ten dienste staande middelen om te voorkomen dat in plaats van dat de bestedingen worden beperkt, de beperkingen worden besteed. De bestedingsbeperking noemde hij een ruggesteun voor de prijspolitiek, die tesamen krassere maatregelen overbodig kunnen maken. Hij erkende dat er in het regeringsbeleid fouteh zijn gemaakt. Toch is het zo DE WIJSHEID EN DE WISKUNDE mogelijk* irheid, helderheid gedachten garanderen vorm Meenden de oude Grieken du», dat de geen <vü*heid van de meetkunde kwam. Ein- tietg* stein hield het op de algebra. En in zoverre heeft hy gelijk, dat een modern filosoof moeilijk over het tyd-ruimt* probleem kan meepraten, wanneer hy e, een voor velen „onge lie bovendien het bezw rkelyke bewijsvoering t el meer voorkomt. Ook hy Kant treffen i hy zegl, dal iskunde die begrijpt er niet» van*. We zullen het hy deze explosie laten, en on» niet afvragen, hoe *ommige leer- heeft lingen op school over de wiskunde eren, denken. Veel belangwekkender is de iwens volgende vraag van een lezer: „Waarom arme naar'knoflook?" Men mag echter niet over het hoofd zien, dat er steeds beslissingen moeten wor den genomen, waarbij men nu eenmaal risicos loopt. De basis van zijn politiek achtte hij overigens nog steeds juist. Wat gaat er nu gebeuren, zo vroeg de minister zich af. Is het regeringsprogram ma voldoende? Prof. Zijlstra meende van wel, temeer daar er thans tekenen zijn die wijzen op een kentering. Zoals de toe stand zich thans ontwikkelt, is er op het ogenblik een evenredige verdeling van de lasten, hoewel natuurlijk wel eens voor een bepaalde groep van grotere moeilijkheden kan worden gesproken. Blijvend globaal Ovér het bedrijfsleven sprekend zeide de bewindsman, dat dit er in belangrijke mate aan kan bijdragen dat het prijsbe leid zijn globale karakter ^al behouden Wat dc rechtszekerheid in dit verband aangaat wilde de minister prof. Hellem: toezeggen dat h(| zal overwegen of er eet soort beroepscommissie moet komen. H(j relde echter de overtuiging te hebben dat de gevreesde moeilijkheden zich van zelf zullen oplossen. Een nationale ener- gieraad waarom de heer Vixseboxse had gevraagd leek hem niet nodig. Wel zal hy de zaak nog eens bezien. De begroting van Economische Zaken werd tenslotte met de 6temmen van de communisten tegen, aanvaard. Groothandelsprijzen stegen in januari Het indexcijfer van de groothandelsprij zen steeg volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek in januari van 144 tot 145 (1948 100), van voedingsmiddelen van 127 tot 129 met belangrijke prijsstijgingen van aardappelen, binnenlandse en inge voerde suiker, doch dalingen van het me- endeel der andere voedingsmiddelen Daar deze van geringe omvang waren, steeg de index van plantaardige voedings middelen 3 punten. Die van dierlijke liep 3 punten op door duurdere in- dustriemelk, consumptiemelk. boter, kaas 1 rundvee, doch eieren daalden Grond- en hulpstoffen stegen van 173 tot 176. Het merendeel der artikelen steeg, vooral benzine en gasolie, terwijl tinerts 10 punten daalde. Afgewerkte produkten bleven 140. Alcoholische dranken stegen, doch stro daalde flink. gesloten compromis niet ingrijpend veranderd kan worden. De liberale fractievoorzitter «ad liever ge zien, dat na de bevrijding direct was teruggekeerd tot de vooroorlogse situatie. Zijn hoofdbezwaar tegen dit wetsontwerp is. het gedeelde politiegezag. Overigens gaf hij toe dat er plaats is voor rijks pol itieorga nen, naast de gemeentelijke politie. Onjuist zou de heer Oud het ge vonden hebben als het gehele politie apparaat onder justitie werd gebracht, omdat de minister van dit departement ook het hoofd is van het openbaar minis terie. .Het argument dat het ressorteren van de politie onder justitie de beste be veiliging is van onze rechtstaat, maakte op de heer Oud ook geen indruk. De daadwerkelijke bescherming van de rechtstaat geschiedt, zo zeide hij, door de onafhankelijke rechter. Hij zag een verschil van taak tussen justitie en politie. De eerste moet verstoringen van de openbare orde beteugelen, de politie dient deze verstoringen te voorkomen. Afwijzend Beter een tijdelijke regeling die niet •oldoet dan het aanvaarden van een defi- tieve regeling, die ook niet goed is, eo zeide de heer Kodde (s.g.), die dus afwij zend tegenover dit wetsontwerp stond. zijn mening leidt deze middenweg niet tot een goed doel, omdat de positie de burgemeesters niet wordt ver sterkt. Over de positie van de burgemeester in in kleine gemeente is deze middag veel doen geweest. De algemene leiding, de organisatie en het beheer van het korps rUkspolltie berust bjj de minister justitie. De burgemeester van een kleine gemeente is dus niet de baas van de politie. Nu heeft de heer Boekhoven (soc.) die overigens met het compromis dit bntwerp akkoord gaat een amen dement ingediend, waarin wordt bepaald dat de burgemeester ais hoofd van de politie optreedt als het gaat om de hand having van de openbare orde. Voor die handhaving van de orde staat dus de politie in de gemeente (ook al is het (jkspolitie) onder zün bevelen. Dit amen dement is tevens ondertekend door de k.v.p.-fractie. Het maakt dus een goede kans om aangenomen te worden. Tetneor daar ook prof. Oud wel iets voor dit amendement schijnt te voelen. Een ander belangwekkend amende ment is afkomstig van de heer Van Doorn ((kath. v.). Het siert nu de handtekeningen van de socialisten. In dit voorstel tot wetswijziging wordt bepaald,, dat het openbaar ministerie het gevoelen van de burgemeester moet inwinnen als er algemene aan wijzingen voor opsporing gegeven moeten worden. De rijkspolitie kan dus niet in een kleine gemeente op sporingswerk verrichten, zonder dat de burgemeester daar iets van weet. Samenwerking De voorzitter van de K.V.P., de heer Van Doorn, heeft de sympathieke ge dachte geopperd om samenwerking tussen kleine gemeenten mogelijk te maken, zo dat zij samen wel gemeente politie kunnen hebben. Deze gedachte is nog niet omgezet in een concreet amendement. Deze politiewet zal voor deze mogelijkheid niets meer dan een „opening" kunnen geven. De zaak zelf zal in een afzonderlijke wet geregeld moeten worden. Reeds in eerste instantie spitste het debat zich dus. toe op concrete zaken. En hoewel nog niet alle fracties aan het woord zijn geweest is het reeds duidelijk dat ook de positie van de Koninklijke marechaussee een grote rol gaat spelen. De heer Calmeyer (c.h.) heeft een aantal amendementen ingediend, die ongetwij- de verlangens van dit wapen tegemoet komen. Onder deze amendemen ten staan ook de handtekeningen van a.r., v.v.d. en s.g.p. afgevaardigden. De heer Calmeyer wil uitdrukkelijk vaststellen dat de Koninklijke marechaussee ook een politieorgaan is. Bovendien zal er geen verandering gebracht mogen worden de huidige opsporingsbevoegdheid van dit wapen, „teneinde een goede uitvoering, zowel van de militaire taken als van de politionele taken mogelijk te maken". Ook moet de Koninklijke marechaussee op gelijke voet als de rijkspolitie bijstand kunnen verlenen aan de gemeentepolitie. De commissaris van de Koningin zal moe ten uitmaken welke van deze beide po- litieorganen het meest geëigend is voor het verlenen van deze bijstand. Onder het mom dat deze wet al leen maar geldt voor rijks- en ge meentepolitie, wordt de politionele en militaire taak van de koninklijke marechaussee getorpedeerd, zo zeide de heer Calmeyer. Dit wapen krijgt op de meest onverhoedse wijze een steek in de rug. Nu, daar was de so cialistische kolonel b.d., de heer Wierda, het niet mee eens. De in perking van de opsporingsbevoegd heid vond hij juist. De marechaussee heeft haar taak binnen de strijd krachten. Het was juist het bezwaar van de heer Wierda dat er te veel pseudo-politie op straat komt. Ook de grensbewaking zal aan dit wapen moeten worden ontnomen. De heer Van Doorn (kath. v.) begreep .naar niet hoe minister Staf dit alles heeft kunnen nemen. Het was een alge mene klacht dat juist de minister </an defensie op dit moment achter de regeringstafel ontbrak.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 5