Uitvoering Johannes-Passion bereikte een hoog peil LUISTERT U Opvoering met vaart en knap spel door de Haagsche Comedie Rommeldam in Uiterstegracht Subsidie voor onderzoek van Leids hoogleraar nieuwe leidsche courant WOENSDAG 20 MAART 1957 Madrigaalkoor o. I. v. Willem Mizée Traditie, waarvan de waarde elk jaar duidelijker wordt DE UITVOERING, die het Nederlands Madrigaalkoor tezamen met het Residentie Kamer-orkest en solisten, o.l.v. Willem Mizée, gisteravond in de stadsgehoorzaal van Bachs Johannes-Passion heeft gegeven, stond in menig opzicht op een hoog peil. Het Madrigaalkoor heeft dit prachtige werk, dat ten onrechte vaak hij de Matthiius-Passion is achtergesteld, reeds diverse malen ten gehore gebracht en heeft aldus een traditie geschapen, waarvan de waarde elk jaar duidelijker wordt. Thomas-cantoraat te Leipzig in 1723, doch later werkte hij de partituur wat om en voegde sommige elementen toe. Het werk wordt gekenmerkt door grote dramatiek, weinig lyrische onderbrekingen in ver gelijking tot de uitvoeriger Matthaus- Passion, en bovendien door een zeer ge durfde harmonische schrijfwijze, waarbij vooral chromatische experimenten opval- Mizée streeft er steeds naar de sterk lubjectieve kanten van dit werk te doen uitkomen, doch hij overdrijft dit niet; Juist op deze avond scheen zijn visie ons evenwichtiger toe dan vroeger wel eens het geval was. Het koor, dat numeriek niet sterk is, bevat zeer waardevol stem- menmateriaal. Met name in de dramati sche koren kwam het niet zelden tot een schitterende climax, zoals in Wir haben Koralen De koralen worden door Mizée steeds seer genuanceerd voorgedragen, soms gaat hij daarin wellicht wat ver. Ook had de dictie hierbij wat duidelijker kunnen zijn. Naarmate de avond vorderde kwam hierin echter verbetering en zo werd het slotkoor en het mooie slotkoraal tot een ware bekroning van de uitvoering. Bij een werk als de Johannes-Passion Wordt het karakter van de uitvoering, behalve door het koor en de dirigent, in hoge mate bepaald door de kwaliteit van de vocale solisten en van de instrumen tale obligaat-partijen. Zo komt bijvoor beeld een groot deel van de tekst voor rekening van de tenor-evangelist, die ln dit werk een buitengewoon mooie, doch ook zeer zware partij krijgt te vertolken. De draad van het zo pathetische gebeu ren ligt om zo te zeggen in zijn handen, hij geeft reliëf aan de verhalende tekst Indien hij daartoe in staat is. Magistraal Chris van Woerkom, wiens opval lende kwaliteiten wc reeds verleden Jaar hebben geroemd heeft zijn taak deze avond op magistrale wijze ver vuld. Van de eerste noot tot de laatste was zijn voordracht schitterend, tech nisch bijna feilloos, vervuld van grote spanning en emotie, en dan nog zo gemakkelijk gezongen alsof het alles vanzelf ging. Zijn glanzende en rijk genuanceerde timbre, zijn zuivere intonatie zelfs in de moeilijkste pas sages, zijn beweeglijkheid en zijn adembeheersing in de grote melisma's dwongen de allergrootste bewondering af. Hij zal het stellig ver kunnen bren gen, Indien men hem daartoe althans de kans wil geven. Z(jn duidelijke dictie verdient bovendien alle lof. De zanger werd aan het clavecimbel op bekwame wijze gesecundeerd door mevrouw Catharine Grls-Rltsema. De bas Anton Eldering vertolkte de Christus-partij op vaak zeer nobele en overtuigende wijze; in het fortissimo is rijn stem niet zo gaaf, doch overigens viel er veel te bewonderen mét pauze in de kruiswoorden. Indien hij zich nog wat meer op de vocale techniek legt, zal zijn stemvermogen opmerkelijk kunnen worden. Meine Pot, in de partij van Pilatus ln de bas-aria's had eveneens zeer goede momenten. Ook bij hem is de ademtech- niek nog niet volmaakt, n rich niet in het volume forceert, tot goede dingen in staat. De intonatie blijft wat onzeker. Wij releveren vooral de aria Eilt, ihr angefocht'nen Seelen. De sopraan Maria Suchèl maakte in het begin de indruk, dat de inhoud van de tekst weinig voor haar betekende, doch later ging dat veel beter, zodat zij ln de aria Zerfliesse mein Herze zeker wist te ontroeren. Haar stem bezit goede kwaliteiten, evenals haar techniek, al Veelbelovend Veelbelovend was het optreden van de alt Wilhelmine Matthes. die na aanvan kelijke geremdheid, vooral in de schitte rende aria Es ist vollbracht toonde over opmerkelijke artistieke en technische ga ven te beschikken. Nervositeit belette haar waarschijnlijk haar talent op deze avond ten volle te ontplooien. Haar fraaie alt-timbre en goede voordracht doen ons echter veel verwachten. Helaas kunnen we niet geestdriftig zijn over de tenor Paul Hameleers. die aan vankelijk de tenor-aria's zong. Hetzij ten gevolge van indispositie, hetzij door een verkeerde stemtechniek. mislukte zijn in terpretaties van de zware tenor-a grotendeels jammerlijk. Na de pauze werd zijn partij in he citatief Mein Herz, indem die ganze Welt door Chris van Woerkom overgenomen, die dit op bewonderenswaardige i De instrumentale partijen werden het algemeen op fraaie wijze gespeeld; we vermelden slechts de violisten Adrien- ne de Smet en Louis Sons, de fluitisten Jolle de Wit en Koos Verheul, de hoboïs ten C. Stotijn en T. Timme, de violoncel list Victor Bouguenon in het continuo en de gambist Edward Röntgen. De bespelers van de viola d'amore, H. van Calsteren en J. Stordiau deden hun best, doch slaag den er niet steeds in dit moeilijke instru ment te beheersen. Orgel De orgelpartij werd door Bram Martijn gespeeld op een elektronisch orgel, dat men tijdelijk uit Engeland te leen heeft. Hoewel een goed pijp orgel zeker de voorkeur verdient, moet worden gezegd, dat dit experi ment een betere indruk gaf dan vroe gere ervaringen van dit genre. De klank is vrij vol en niet onaange naam. Men hoede zich bij het be spelen echter wel voor het aanwen den van zgn. zwellingen en derge- lijke, die in Bachs muziek niet thuis horen. Gezien de blijkbaar beperkte financiële mogelijkheden waarover men in Leiden beschikt, zou dit orgel wellicht een oplosing kunnen zijn voor de reeds lang bestaande orgel perikelen van de stadsgehoorzaal. We mogen zeker zeggen, dat deze uit voering van de Johannes-Passion zeer geslaagd is. We hopen, dat dit niveau in de volgende jaren zal worden gehand haafd. De Johannes-Passion is het ten- volle waard. De belangstelling was groot. Dr. J. van der Veen Jeugdbijeenkomst van Unesco Bevordert vertrouwen tussen Oost en West Nieuwe verstandhouding mogelijk ondanks mentaliteitsver schillen IN HET KADER van de Leidse week voor internationale samenwerking werd gisteravond in de aula van het gymnasium een bijeenkomst gehouden voor de jeugd van het v.h.m.o., de kweekscholen, het u.l.o., de vakscholen, de politieke jongerenorganisaties en het jeugdwerk. Spreker was de heer G. Th. Beishuizen, die enige tijd als leraar werkzaam is geweest op Cyprus en in het Midden-Oosten. De heer Beishuizen, die werd ingeleid door de directeur van het Unesco-cenitrum Nederland, mr. F. H. Tunnissen, sprak over De jeugd in de onderontwikkelde gebieden. De heer J. v. Zonneveld sprak er in zijn openingswoord namens het Leidse comité voor de internationale samenwerking, zijn vreugde over uit, dat zovelen gevolg had den gegeven aan de uitnodiging. Hij zag hierin het bewijs, dat dit Leidse deel aan de internationale samenwerking aan zijn doel gaat beantwoorden. De heer F. H. Tunnissen vertelde eerst iets over het begrip Unesco. Tweederde van de wereldbevolking behoort tot de economisch minder ontwikkelde gebie den. De jeugd van vandaag is bevoor recht, dat zij door middel van correspon dentie contact kan opnemen met de be volking van deze landen. Hiermee kan zij haar steentje bijdragen^èot een betere verstandhouding tussen Oost en West. jeugd in het Westen is in dit opzicht veel weggelegd. Zij zal bij de Unesco- hulp ln deze landen een belangrijke taak kunnen vervullen bij het lang zaam groeien van wederzijds vertron- Tenslotte stond de heer Beishuizen stil bij de werkwijze van de Unesco op op voedkundig, cultureel en wetenschappe lijk terrein. In aansluiting hierop werd de film Kinderogen glunderen weer ver- Moeilijkheden De heer Beishuizen gaf een beeld van de economische toestand in het Midden- Oosten. Uit hoofde van zijn beroep en van de ervaringen, die hij daar als leraar heeft opgedaan, ging hij in op de situatie van het onderwijs in deze landen. Men zit met de grote moeilijkheid van de aan pak van tal van problemen, die zich bij het onderwijs voordoen. Er is gebrek aan leiding, aan autoriteit en aan leermidde len. Lange tijd heeft een ring van isolatie om deze gebieden gelegen, waardoor het contact met de mensen moeilijk is. Men bemerkt, dat hun gedachtengang, hun oor deel over mensen en dingen anders is De Unesco wil door wereldorganisa tie een wereldvrede bereiken. Deze kan alleen tot stand komen als er een wederzijds vertrouwen komt tussen Oost en West. De Westerse mens moet het Oosten ten dienste staan met zijn ervaringen en daarbij respect hebben voor de persoonlijkheid van het an dere ras. De ethiek van het Oosten wijkt af van de onze. Achter het verschil ln mentaliteit moet een nieu we verstandhouding groeien. Voor de Symfonie no. 29 in A gr. t. K.V. 201 van Mozart. (NCRV 20,20 u.) Mozart heeft niet minder dan ongeveer SO symfonieën geschrevendoch niet alle symfonieën zijn van evenveel belang ge bleken. Onder de jeugdwerken zijn er enkeledie terecht nog steeds de aan dacht trekken en ver boven het gemid delde uitsteken. De in 1774 (toen was Mozart dus 18 jaar) gecomponeerde Sym fonie in A gr. t. behoort tot die goede werken. Al direct wijkt ze van de ge woonte van die tijd af. door piano dade lijk met het eerste thema te beginnen, zonder langzame inleiding, ook zonder de veelvuldig voorkomende accoorden. die de toonsoort vastleggen en de aandacht van de hoorder wekken Hier wordt van de hoorder verwacht van de eerste noot af oplettend te ztfn. In het zeer zangrijke Andante spelen de violen het gehele stuk door con sordino (met demper) tot ze on derbroken worden tegen het einde door de blazers, waarna alle instrumenten te- samen het hoofdthema afsluiten. Het me nuet heeft een levendige tegenstelling tussen de puntige ritmen van het hoofd deel en de vloeiende melodische lijnen van het trio. De Finale sluit het werk tintelend en bruisend af. Het werk is geschreven voor strijkers, twee hobo's en twee hoorns. Het wordt vanavond ge speeld door het Concertgebouworkest O.l.v. Eduard van Beinum. Het jubileum van de heer Waterland Zoals wij gisteren nog konden melden, heeft de burgemeester de heer P. Water land, die vijftig jaar bij Sijthoff in dienst is, de bronzen medaille van Oranje-Nas- sau uitgereikt. Dit gebeurde in het kan toor aan de Doezastraat, waar de directie, de chefs van de jubilaris en een verte genwoordiging van het personeel aa: zig waren. De heer Van Kinschot sprak de heer Waterland in waarderende bewoordingen toe. Met de door Hare Majestéit de Ko ningin verleende onderscheiding wenste hij hem als eerste hartelijk geluk. De directie voegde er het hare aar Zij belichtte de verdiensten van de heer Waterland voor de zaak en haalde herin neringen op uit de achterliggende periode van vijftig jaar. Aangeboden werden enveloppe met inhoud en het vererend ge tuigschrift van de Nederlandse Maat schappij voor Nijverheid en Handel. Me vrouw Waterland kreeg bloemen. Aan het eind van de huldiging heeft de heer Waterland allen dank gezegd voor d< wijze, waarop men deze dag voor hem er zijn gezin tot een onvergetelijke heeft ge maakt. Hoe de huisvrouwen alles glans geven De leden van de Vereniging van Huis vrouwen, afdeling Leiden, kwamen gister middag bjjeen in het Gulden Vlies, ditmaal voor een demonstratie van boenwasmidde len, die werd gegeven door de heer F. C. van der Heiden van de N.V. Duci. De N.V. Duel is een Amerikaanse onderneming, die in Den Haag een importeur voor Ne derland beeft. De huisvrouwen hebben door de cause rie van de heer Van der Heiden een in druk kunnen krijgen van de vele was- en, die door de N.V. Duci in de han del worden gebracht en hun speciale kwa liteiten. Ook kregen zij een proefmonster de vaste was, die een hoog smeltver- mogen heeft en daardoor de meubels tegen verkleuren in de zon beschermt, mee naar huis. De heer Van der Heiden gaf advies met betrekking tot het onderhouden van ver schillende soorten van meubelen en vloer bedekking. Tegen het vuil worden van edelmetaal weet de firma eveneens een probaat middel, dat in bijna alle grote wa renhuizen te koop Is. De demonstratie werd besloten met het vertonen van dia's, die iets van het gebou wencomplex in de Verenigde Staten en van de grondstoffen lieten zien. Ouderavond van de Waingungagroep In het gebouw Steenschuur 6 werd gis teren de ouderavond gehouden van de Waingungagroep van de Nederlandse Pad vinders. De voorzitter van de groepscom- missïe, de heer A. W. Taselaar, sprak in zijn welkomstwoord de wens uit, dat er tussen groep en ouders een nauwe band in samenwerking mag zijn. Het programma begon met de film „Vrij buiten", prachtige natuuropnamen, die veel bewondering hadden. - werd deze avond ook afscheid ge in van akela J. Zilverentant. Sinds het einde van de tweede wereldoorlog heeft zij haar krachten gegeven aan de opbouw van de Waingunga-groep en uit i van de gehele groep dankte de heer Taselaar mej. Zilverentant daarvoor. De districtscommissaris van „Rijnland", oubaas A. Beekes, sprak zijn erkentelijk heid uit voor de prettige samenwerking tussen de akela en de districtsleiding. De ouders werden vervolgens in de ge legenheid gesteld met de leiders te spre- en er volgde nog een forum, waarbij aandacht geschonken werd aan de huis werkkwestie. De film „Ridders der vrijheid" liet tenslotte een beeld zien van de geschie denis der padvinderij. Ds. Kievit bedankt Ds. Kievit, Hervormd predikant te Woerden, heeft voor het beroep van de Herv. Gemeente te Leiden bedankt. Burgerlijke stand van Leiden GEBOREN: Cornelia Jacoba Johanna Maria, d. v. G. P. van den Berg en J. C. Wijnands; Samuel Gerardus Jozef, z. v. P. C. J. Wortman en H. J. Meijers; nus Petrus Maria. Y. v. C. A. Spring Veld en J. M. Waasdorp; Marjolein Annette, d. v. J. de Graaff en B. Duin kerken; Johan Christiaan, z. v. J. C. den Hollander en M. S. Konijnendijk; Antje Margje, d. v. A. van Rooijen en. P van Aalst; Willem, z. v. W. Poot en A. I. Boer; Hubertus Martinus, z. v. H. M. de Vroom en C. L. S. Delbeek; Joseph Cornelis, z. v. C. de Vlieger en J. M. van Sehie; Antonius Johannes Maria, z. v. P. L. Ahs- mann en M. M. Witsenburg. OVERLEDEN: J. Schophouer, 3 dagen, dr.; H. G. J. Wolf. 76 Jt.. man; Th. J. Kok, 1 jr., dr. „Driekoningenavond" voor K. en O. Wijslijk aangewende dwaasheid toonde ook nu haar kracht WANNEER in het derde bedrijf van Shakespeare's Driekoningenavond Viola hardop loopt te mijmeren over de taak van een nar, dan zegt ze: Want dwaasheid, wijs'lijk aangebracht, heeft kracht, terwijl men, als een wijze dwaas is, lacht. Als we Shakespeare naar deze woorden, voor dit stuk, heeft hem gelegenheid gegeven de dwaasheid zeer wijselijk aan te brengen, geschreven zo ongeveer 1598—1601, dat één van zijn beste blijspelen is, een etiket moesten opplakken, zou daar het woord „nar" op staan. Dit stuk, Het verhaal zelf is onbelangrijk en ge schreven volgens het bekende recept: ver wisseling van personen, hetgeen de no dige verwikkelingen met zich brengt. Wanneer Viola zich dan nog transfor meert in een jonge man, raakt Amor ook de klut6 kwijt. Scherp tekent Shakespeare in dit stuk zijn hoofdpersonen. Het worden verte genwoordigers van bepaalde menselijke eigenschappen. Daar stapt de trotse blaaskaak Malvolio rond, die even sen timenteel is als Orsina, de hertog van Illyrië, wiens liefde voor Olivia niet wordt beantwoord, omdat ze, ook weer op een sentimentele manier, treurt over de dood van haar broer. Ze heeft zo'n beetje met het leven afgerekend. Tot Viola, als Cesario de boodschapper Oreina, bij haar komt. Ze wordt verliefd op hem en na veel wederwaardigheden met anderen, die ook wel met haar in het huwelijkebootje willen 6tappen, trouiwt ze halsoverkop, naar ze denkt met Cesario, maar het 16 Sebastiaan, de broer van Viola. i, dat hij Olivia niet tot vrouw kan krij gen, trouwt hij met Viola, die reeds lang verliefd was op haar meester. Het gehele stuk heeft een lichte sa tire als ondergrond, maar het ademt een mildheid, die alle scherpte wegneemt. Het moet voor het bestuur van K. en O. en al zijn leden een grote vol doening zijn, dat de Haagsche Co medie. die dit stuk onder regie van Cees Lasseur brengt, drie voorstel lingen in Lelden geeft. Het was alle maal heel goed. Er zat vaart ln de opvoering en alles was er op bere kend zo snel mogelijk (en dat was heel vlug) het toneel te veranderen. Happy ending Broer en zuster lijken sprekend op el kaar en de één denkt van de ander, dat hij (zij) bij een scheepsramp is omge komen. Wanneer het Orsina dan duidelijk DE UITERSTEGRACHT trieste vuilnisbelt in on teitsstad schijnt binnen afzienbare tijd te worden gedempt. Er moet nog bekeken worden, zo vernamen wij, hoe het lozingsprobleem van de tex tielfabrieken kan worden opgelost. Maar het eind van de gribus, van de rattenplaag, de verpeste lucht, het stinkende water, de verrotte vloeren, de klamme slaapkamers, de ge scheurde muren, de verzakte wallen, de verstopte riolen, de slechte ver lichting, de klap in het gezicht van allen, die over bevordering van de volksgezondheid kletsen, dat eind van een al vele jaren slepende ellen de schijnt in zicht te zijn. Het wordt tijd. Het wordt hoog tijd, dat het niet meer kan voorko men, dat kinderen, die bij het spe len in dit modderige broeinest van ziektekiemen zijn gevallen, zeven weken lang in het ziekenhuis moeten liggen en daarna een jaar lang in ob servatie moeten blijven, omdat de artsen de zaak niet vertrouwen. Er kan uit de Uiterstegracht niets dan kwaad voortkomen. Straks bloeit het voorjaar defini tief op. Maar het zal de Uiterste gracht die stinksloot in ons mo derne westen des lands, waar men nog wel eens schamper over niet meer bestaande Drentse plaggenhut ten praat alleen maar ellende brengen. Nu mogen de bewoners de ramen nog eens open kunnen zetten, straks zullen ze dicht moeten. Van wege de walm, die haast tastbaar zal opstijgen uit de door de zon ver warmde modderpoel. Zat vorig jaar zomer niet ons hele volk te brommen, omdat dag aan dag de zon zich achterwege hield omdat week na week de horizon grijs was van regen, regen en regenDat onze stadgenoten aan de Uiterste gracht helemaal geen last van al die troosteloosheidhebben gehad, zou teveel gezegd zijn. Maar als ze er aan dachten, dat de gracht bij zon nig weer zo gestonken zou hébben, dat bewoners uit andere stadsdelen er hun zakdoek op de neus drukten, dan wreven ze zich in de handen. Ze waren over die verdrietige zomer best te spreken. Zie de foto. Een dam van vuile grijze modder met dozen, rotte ap pels, rotte groente, een ontzettend stinkende rommeldam dwars door de gracht, waar geen baggeraar r kan komen. Het wordt tijd dat de demping begint, de hoogste tijd, hoge magistraten van stad en provincie. Hoofdrollen De speelsters en spelers, en dan vooral die de hoofdrollen vertolkten, deden dit knap. Goed in typering. Toch 6tak Elisabeth Andersen, als Viola, boven de anderen uit, al was het als eerste onder haars gelijken. Haar spel bleef niet hangen in het typeren, maar, vooral door uitstekend zeggen van de tekst, werd Viola met alle onwaarschijnlijkheid die ook deze figuur heeft, een levend w dat bewogenheid kende. Ook Enny Meunier en Ida Wasserman gaven een goede creatie te zien, als Oli- n Maria haar kamenier. Wij zien ld: Wasserman echter liever in een moder- er stuk. De rol van Malvolia werd heel goed gespeeld door Albert V3n Dalsum. Zijn expressie was uitstekend, maar de hoge 6tem, waarmee hij 6prak, was te ondui' delijk. Gijsbert Tersteeg als Orsina gaf de rol kleur genoeg, doch het zeggen vai tekst was vooral in het begin te rr Jan Retél was een prima Jonker Tobias. Zijn beweging en gesticulatie konden wel iets soberder zijn en min der „tn 't wilde weg". Een voortreffe lijke scène speelde hij met Luc Lutz (Jonker Andries) en de nar Basten Paasveetentoonstelling van de Vebo Op vrijdag 5 april zal wethouder D. van der Kwaak de paasveetentoon stelling van de Vebo officieel openen. De heer Joh. de Veer, voorzitter var Produktscbap voor Vee en Vlee6, za rede uitspreken. Batenburg. Dat was een echt oubollig drinkgelag. De regie had gezorgd voor een goede mise-en-scène, wat bij dit soort stukken van groot belang is. Het gulle, hartelijke applaus was door de Hagenaars volkomen verdiend. A. C. Bouwman. Haags gerechtshof Mishandeling De procureur-generaal bij het Haags gerechtshof heeft een week gevangenis straf onvoorwaardelijk geëist tegen een tuinder uit Ter Aar, die in eerste instan tie wegens mishandeling was veroordeeld tot een week gevangenisstraf voorwaar delijk met 40 boete of acht dagen. Op 4 oktober was er een vrachtwagen van een expeditiebedrijf op verdachtes erf gekomen om augurken te laden. Bij de auto was fen 25-jarige arbeider uit Leimuiden, die vroeger bij de man in dienst was geweest, maar die daar met onenigheid was weggegaan. De verdachte had hem gezegd, dat hij niet meer op zijn erf mocht komen, en toen hij hem daar toch op de auto zag staan laden, was hij woeden uit 'n kas komen hollen. Hij had de Leimuidenaar, die dit als getuige ver klaarde, van de auto geduwd zodat deze voorover was gevallen en zou toen nog een trap hebben gegeven. De getuige zei dat hij geen enkele aanleiding tot deze mishandeling had gegeven. Een chauffeur uit Langeraar, die erbij was^geweest, ver telde, dat de man schreeuwend op de auto was komen toelopen. „Bij de politie staat u bekend als op standig," zei de president tegen de ver dachte. De procureur-generaal vond de feiten vast staan ondanks de ontkentenis van verdachte en van getuigen décharge die in dienst van de man staan. Het ge rechtshof zal op vrijdag 29 maart arrest wijzen. Subsidie voor medisch- opvoedkundig werk Eind 1956 lieten B. en W. de raad weten dat aan de Medisch Opvoedkundige bu reaus een subsidie gegeven zou kunnen worden van dertig gulden per onderzoek van een Leids kind en een vast subsidie bedrag van 's jaarlijks 1700 gulden. Deze subsidie is echter onvoldoende gebleken om een basis te leggen voor een verant woorde uitvoering van dit werk. Het be vreemdt B. en W. daarom niet, dat het Medisch Opvoedkundig Bureau op een andere regeling aandringt. Inmiddels is de Stichting Rooms-Ka- tholieke Geestelijke Gezondheidszorg op gericht. Beide instellingen verzoeken nu hun werk te subsidiëren met een bijdrage gelijk aan 40*/» van de netto-kosten van salarissen enz. van de medewerkers. Het gemeentebestuur acht een verhoging van de subsidie, gezien de belangrijkheid van het werk, gewettigd. Voorgesteld wordt, de gevraagde veertig procent te brengen op 30 maar daarnaast een aanvullende bijdrage van f 25 toe te kennen per onder zoek en behandeling van een Leids kind. Gerekend voor 1957 zal er voor het Me disch Opvoedkundig Bureau f 5125 nodig zijn en voor de Rooms-Katholieke instel ling f 4600, samen f 9725. Ned. diplomatie in China De Nederlandse organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek heeft prof. mr. M. H. van der Valk, hoogleraar in het Chinese recht aan de rijks universiteit te Leiden, enige jaren geleden een subsidie verleend voor een inmiddels te Rome ingesteld archiefonderzoek. Bedoeld onderzoek hield verhand met een studie over Joan Nieuhofs werk „Het gezantschap der Neerlandtsche Oostindische compagnie aan den grooten Tartaristischen Cham, den tegenrwoordigen keizer van China". Ia een onderhoud met prof. Van der Valk vernam het A.N.P., dat het werk van Nieuhof, die van oorsprong een Duitser was. indertijd veefl opgang had gemaakt. In Nederland verschenen er kort achter elkaar drie vier uitgaven van. Bovendien werd het vertaald in het Latijn, Frans, Engels en Duits. Daar stond echter tegenover, dat men reeds ln de 17de eeuw ^rnstige bedenkin gen tegen dit boek en vooral tegen de illustraties koesterde, welke kritiek nim mer is verstomd. Vandaar dat de behoefte werd gevoeld om Nieuhofs oeuvre eens aan een kritisch onderzoek te onderwer pen, een arbeid, waarmee prof. Van der Valk reeds enkele jaren bezig is. Het resultaat van zijn arbeid zal de hoog leraar neerleggen ln een tweetal om vangrijke delen, waarvan het eerste en het tweede voor een gedeelte gereed is gekomen. De studie wordt van een uitvoerige in leiding voorzien, waarna Keizers jour naal wordt afgedrukt met allerlei aan vullende gegevens. In dit verband zij er onder meer op gewezen, dat prof. Van der Valk veel moeite heeft gedaan om de verhaspelde Chinese namen terecht te brengen. Aan het slot van het onderhoud wees de hoogleraar erop, hoe hij bij zijn onderzoek telkenmale gefrappeerd werd door de grote bloei, die de zijdehandel tussen China en Nederland in die tijd genomen had.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 3