Firkusny, Lipatti, Oistrakh en kwartetspel Iel NAAR EEN TWEEDE KEERPUNT H Cultureel venster EDGAR TYTGAT ZONDAGSBLAD ZATERDAG 19 JANUARI 195'- Geschrevert portretten door De student Beets heeft van september 1833 af tot juni 1836 een dagboek gehouden, waaruit hij zelf later een uit treksel heeft gemaakt, vermoe delijk met vernietiging van de rest. Dit journaal, dat van vóór de Camera dateert, loopt van zijn aankomst te Leiden als student tot vlak voor zijn verloving met freule Aleide van Foreest. Het uittreksel is in de familie bewaard gebleven. Mr. Visser 't Hooft heeft het ter gelegenheid van Beets* eeuwherdenking in 1913 onder de ogen gehad, nadat in 1910 inzage aan de heer G. van Rijn, die aan een biografie van Beets werkte, was geweigerd. Een kleinzoon van Beets, H. E. van Gelder, heeft het uittreksel thans in het licht gegeven en van een toelichting voorzien. Het vormt no. 42 van de Ooie vaars-serie, een reeks goedkope boekjes in zakformaat, uitge geven bij Bert Bakker/Daamen N.V., Den Haag. van lach; sterk snuivende, link se houding, onzekere gang, slor dig in zijn kleding, met een mis lukte poging tot iets fraais Bakhuizen moet men alleen heb ben. lijet velen, is hij weinig VAN DER PALM. „Uitmun tende preek van Van der Palm over Luk. 16. 27—31. Hij leest vrij in 't oog lopend, en zijn gesten zijn zeer juist, maar uiterst zeldzaam. In alles uiterst eenvoudig. Maar daar is een in druk makende, aandacht boeien de liefelijkheid in zijn stem, een beschaafdheid in zijn zijn op de kansel, die uitermate bekoort..." Ongetwijfeld zullen deze mees terlijke typeringen velen nieuws gierig maken naar de gehele in houd en tevens belangstelling wek ken voor de andere aspecten van dit dagboek-uittreksel. Het boekje is een van de meest welkome Ooie- i Den Haag opgestegen leestafel neergestreken. vaartjes, C. RIJNSDORP. Voorvechter van hel Prot. Christelijk Tones' r Het is fout, schrijft H G. Wells, de dingen Aj» regisseur kwamen hem zijn moeilijkheden, J - taalkennis, dichterschap en pae- openligt, een bredere zelfs, ir-makkelijk te doen. Dit woord is Dirk Verèl dagogisch inzicht uitnemend te aanmerking genomep dat hij da; zijn bekwaamheden op het lijf geschreven. Straks, na zijn heen- pas. Ook zijn muzikaal talent. „mnt- 1 iï. i- i u-- t De aandachtige luisteraar moet schilder vrije baan vindt. gaan als hoorspelregisseur zal hij weer moeten zijn opgevallen dat Verèl nooit beeldspel", zoals Verèl in Vechter om erkenning van zijn vele andere muziek in zijn spelen misbruikt kroonde Televisie-studie hct ^T.jjpjt talenten. Want wie kent hem, na deze tien ^ij, f,vraagt een *5tukSomSmuziek! S"C jaar var hoorspelarbeid nbg als dichter, als Kan muziek niet beter de sug- schilder, als binnenhuis-architect als com- 5InÜJeShodteiïïS,r,dSneeSUban ponist als ontwerper van maskers, als toneel- naai gerommel van bakstenen schrijver? Is 1 Inderdaad, componist Ailes in zijn woning en aan hemzelf vormt matorium met orkest (Beatrij: de uitdrukking van zijn scheppende, vulca- orkesten niscne persoonlijkheid. Is dit nu een aan- schatten, staand ..pensioen-genieter", deze jeugdige naw^t zb3gredi£!n Ik heb dit geschi 1950 gelegd naast de modenr" d ste Amerikaanse vaklitteratuur ejan stiet op conclusies van verrasse»6^' de. haast ontstellende scherpteen w En ofschoon ik zijn grote ver- Ven mag Verèl, als zets-film uit 1947, waarin hij zij^ v0( groot decla- vaardigheid tot het „vertellen-iaT beelden" mocht bewijzen, niet hef kamermuziek gezien, ben ik ervan overtuig# dat Verèl een waardevol „beeldfo denker" moet zijn, ergo een man gaan doen onontbeerlijk bij de televisie, helj,, pensioen- zij producerend, hetzij man van 64 jaar met zijn bewegelijke Ogen püchtige leeftijd? Wanneer de rend. Aldus mijn eigen, beschei- en handen, wiens blik dooi U heen priemt radio-gemeenschap hem a.h.w. de den. maar niet ongefundeerde m«J_ \A j r lens ontneemt, waarmee hij al ning. er. wiens woorden tintelen van geest en wijs- deze schiChten van scheppmgs- hoid. Wie bevreesd is zichzelf te ontdekken drang en verbeeldingskracht in u -f een maatschappelijk brandpunt bxljve Uit fcljn buurt. ^an samenbrengen. In strijd met Ziin scherts moet men verstaan: „Een beste zijn eigen opvatting geloof ik dat synopsis voor een hoorspel", complimenteert Een hele omschakeling, ducht werk! Maar heeft Vei ooit tegen werken opgezien? Ee blik in zijn woning waar hij, i^j de vorm van zijn zelfontworpen meubels, lampen, zij: NICOLAAS BEETS al haar denkbeelden, kort en hard in haar oordeel. Zeer be leefd maar niet in 't minst affa bel. Zich liever aan de maat schappij onttrekkende dan er zich naar schikkende. Gaat ner gens uit, wandelt nooit. Noch de Leidsche sociëteit, noch de Leid- se singels hebben de eer haar te bevallen. Tussen de 40 en 50 jaren, naar ik gis. Felle donke- Met Rudolf van Reest op klompen door de rozenbedden De auteur Rudolf van Reest doorzicht? Geef Het z Het is onmogelijk in een cou rantenartikel van beperkte om vang aan de betekenis van deze uitgave in literair- en cultuurhisto risch opzicht recht te doen weder varen. Wel ligt het voor de hand te wijzen op Beets' .zeldzaam scherpe waarneming en kostelijke typering" (bl. 17), met name waar hij van bekende figuren, die hij heeft ont moet, een geschreven portret ontwerpt. Mis schien juist omdat hij dit kort deed, voor zichzelf en met enkele rake trek ken, niet voor de pers, zijn deze karakteristieken, die via het uiterlijk ook het innerlijk der ontmoete personen raken, afgezien van een enkele ouder wetse uitdrukking nog net zo levend en fris alsof ze vandaag geschreven zouden zijn. Hieronder volgt een beperkte BAKHUIZEN VAN DEN BRINK. ogen, scherpe trekken, uit- schien. Van Reest drukking van koude minachting Uiterst fijne handen. Zeer voudig maar zeer kostbaai kleed. Een paar modes ten ach teren. Doch dit komt zo geheel met al het overige gij het goedkeurt." geloofsbelijdenis. Waarom tijd zo'n stelletje stakkerds, die zich door eigen domheid en slap heid in de boot helpen. en dan maar geloven, dapper geloven, dat God ze er wel weer zal uithelpen! Hoelang zullen de christelijke uit-' zijn in wezen niet christelijk geestelijke wanprodukten, van God een boeman en e Nicolaas maken. keus uit deze met het woord i vaardigde portretten, die i grootste deel figuren betreffen, waarvan de namfen voor onze le zers bekend of althans niet vreemd zijn. Om praktische redenen breng ïwe spelling heeft een zeer vlijtige en al vlotte pen. Te vlot mis- chrijft te gemakkelijk en dat is hee' jammer. Aan fantasie ontbreekt od°Sb"„rJ£ h<!l hem wan' rijn vnr- halen kenmerken zich door een dat overstelpende hoeveelheid aan gebeurtenissen. Dit is voor de oppervlakkige lezer, al licht aardig, echter, de lezer die iets meer ver langt van een boek dan blote ontspanning, en van een schrijver ver wacht dat hij iets te zeggen heeft, wordt akelige slappe kerel door Rudolf van Reest teleurgesteld. Dit geldt ook voor zijn nieuwe boek ,,De Zoon" uitgegeven bij Bosch en Keuning te Baarn. In de bespreking van „Geheel rationeel vorige roman „Het loon verkiest bij de grond te blijven der genade Verèl eer bezoeker „vind er nu maar een goede schrijver voor!" En de tegenzet van de auteur: „Mooi, en in die tijd komt er vanzelf ook een be tere regisseurEen glim- ook Van Reest niet zijn lach flitst in Verèls Ogen. Op mijn verzoek om een foto antwoordde hij: „Ik heb nog een babyfoto op een haardkleedje". Maar pas la ter zag ik onder deze grol zijn diepere scherts. Hij ken- verboden liefde en dat kost de de malle gewoonte van ar- verspreide beoefe- composities, zijn boeken als die jongen per ongeluk de goe de gekozen had! Kortom, het wordt maar een nare geschiede nis. Dat huwelijk botert later niet zo, want er wordt een onvolwaar dig kind uit geboren, maar Van Reest laat het plotseling sterven Later sterft de vader ook. Nog gezonde erger, de zoon bezondigt zich aan 0 compositie, schrijf schilderkunst. Hij zal m.i. nieuw brandpunt voor zijn wel deel. zeer uiteenlopende gaven moeten vinden. Dit is moeilijk in een maatschappij, welke de enkeling tuig! Mai aan een specialiteit vastlegt en 1 J hem, zodra hij zijn grootste in nerlijke waarde gaat bereiken, op- Ik geloof dat hier voor Verèl, zij het achter een gebergte van im L' onvermoeibaar, i haast zeggen: als een werkfond' tuig! Maar dan een werktuig iw de hand van Hem. Die groter iir Want, achter het kunstzinnig sp« van deze aardse mens staat slotte de goddelijke ernst w van hij getuigt in een van hem voorlopig zijn ambt. Geluk kig. aan het eind komt alles tisten om zo jeugdig moge lijke foto's te publiceren voortgaan zulke boe- woord We hebben gooien als chri verhaal ar een kort bovendien slecht ant deze boeken geschreven. Een dergelijk gege- Verèl stamt niet uit een ge slacht van dramaturgen. Zijn va der had een zaak voor woning inrichting maar was daarbij bekwaam musicus, die de verba zingwekkende prestatie leverde het eenvoudige huisharmonium uit te bouwen tot een orgel met twee SLAPPE KEREL Maar om tot Van Reest terug te keren. Precies als in ,.Het der genade" Hein Rodenburg sla.. „De zoon" ds. Weststraten. Als deze man zijn taak had ge zien als christen <hij die zelf moet getuigen van de kracht van het gebed) en krachtig had ge- de handen van deze die moet mislukken. Hij loopt op klom- St. pen door de rozenbedden. Hij laat zijn figuren „de ogen in elkan der boren". De zinnen rammelen klavieren plus voetklavier. Tevens en de reacties bij zijn individuen was hij koordirigent. De hobby van alle Verèls werd .Het loon S.?«SjfSL ^JeV^n Iffi ssatstawss'is haar man haar daarover onder houdt en zegt. dat het niet goed is het kind steeds op schoot te dan schitteren gelijk „Ik geef het spel gewonnen Heer aan U. Uw torens en Uw paarden rukken dreigend aan. Gij weet wel Heer dat ik Uw zetten zijn te sterk Mijn spel wanhopig vast zie staan. Gij hebt mij niet in enen slag verslagen. Ik mocht U tonen wat ik kon. Daar was Uw glimlach slechts toen Gij mij zaagt geloven dat ik van U de sterke stukken won. Gij woudt mij zelfs niet alles doen verliezen, Gij weest mij op de fouten die ik maak. En uit dit tijdelijk spel in dit kort tijdelijk leven, Dwongt Gij tot eeuwig schaak." CARL LANS. IN MEMORIAM staan in zijn geloof, dan dergelijk boek nooit geschreven zijn. Maar deze man is slap. Zijn vro geestelijk i ik de tekst i DA COSTA. „da Costa, zeer net in 't zwart gekleed. Da Costa is een klein man. Zijn gelaat is bleek, van de pokken geschon den, en niet schoon; evenwel in teresseert het u. De Joodse trek ken zijn grotendeels, schoon niet geheel, uitgewist en worden on der sommige omstandigheden, vooral wanneer hij met verach ting spreekt, weder opgewekt Zijn ogen zijn van een donker bruin en levendig. Zijn haar kort, zwart en stug.... Hij spreekt zeer luid, of om het juister uit te drukken zeer hoog. Er is iets gillends en krijsends in zijn voordracht, dat in 't be gin een onaangename indruk maakt. hebben zijn scherpe blik doorziet'wat reeds op gewezen, dat Van t hij ziet. Bakhuizen heeft een dui- Reest de man van het gecon- zijn opgroei Tiandig gebruik te delijkheid en tevens een zo be- strueerde christendom is. Hij ken en wordt een beetje ^eerlijkheid kan blijkbaar niet zonder lend zwart-wit werken. Zijn figuren zijn bijna altijd min of meer geëxalteerd, nare mensen, die bfijkt de wonderens' en ompartijdigheld in 't dispu teren, dat iedereen hem verstaat, en mensen van een tegenoverge steld gevoelen nooit gekwetst worden. Bakkes (de bijnaam van Bakhuizen) eer groot dan klein, buikig, vettig, plomp; grof groezelig, koffiebruin gelaat; schitterende bruine ogen. maar min of meer onbeschaamde blik, brede stompneus, onbesneden mond met vuile tanden; schorre stem, somtijds overschietende, jongetj. Maar maak zer, want dat tranen „als diamanten' in haar ogen als zij haar hoofd tot haar man opheft. Waarom, Van Reest? Dat kan de lezer niet inzien, want dat is voor een normaal mens niet iets om te gaan huilen. Nee, een der die toestand tijdens gelijk thema vraagt een kunste naarsschap bij uitnemendheid, een bijzondere gevoeligheid en een sterk beheerste pen. Van Reest roffelt zo'n verhaal telde hij de piano en anders om. Het ding liet niet over zich bazen en daarom zegt hijzelf moest en zou ik officier wor den. Gelukkig beslisten de om standigheden anders. We treffen hem op 19-jarige leeftijd aan in Haarlem alsonderwijzer. De schilder van het schouwspel ij onverklaar- makkelijk af. Het wordt niet in niets dan vervélende gebeurte nissen in het leven kunnen pen met al de gevolgen dien. hGWe hebben weinig hoop, dat hij reL er luasseülll. lïl4ai gcc 5 werkelijk een schrij- De klassikale banden, hoe- (Van onze Kunst redacteur) Vorige week kwam het bericht: Zoals Verèl nu daar zit, alles Edgar Tytgat is in hem in fel-bewogen expressie, overleden. Het mogen we aannemen dat destijds wa^ zo een van de bovenmeester meermalen zijn de veie onopval- wijs hoofd heeft geschud. Of la- d krantenbe- ter zijn directeur, die nieuwsgie- rig zijn deur opende en daar rxcnien, trapafwaarts een rij haasje-over springende leerlingen zag aanko- de berichten die Van Reest, :al worden, al schrijft hij dik- De ziekelijke moeder kan ke boeken vol, als hij zich niet ernstig bezint op zijn taak en gaat beseffen wat werkelijk christelij ke kunst moet zijn. In ieder ge val is dit boek, evenals het vori ge een irritante mislukking. HERM. STEGGERDA haar kind niet afstaan, mand, en geen meisje is goed ge noeg voor hem, maar daarmee geef je wordt toch niet voorkomen (inte- ai mensen ge- gendeel juist in de hand gewerkt) el en een vast dat hij het verkeerde meisje tot toegerust met zijn vrouw kiest. weer vergeet. Da gelijks immers sterven er men sen en dagelijks vinden we dat in de krant. Maar de mond. onaangenaam karakter, flink *a*a*a*a#-ö-*a*a*a*a TOLLENS. „Van stonden aan nam zijn uiterlijk mij in. Hij lijkt echter meer een Spanjaard dan een Hollanderzijn aan- gezicht is zuidelijk bruin, en hij schrift heeft een zeer schoon en waar- N lijk bliksemend oog. Hij heeft i hoog en veelbetekend VIA NAAID ÊN Pt AAI gevierd, braken niet: met Verèl viel noch als onderwijzer, noch als leraar te spotten. Ook in de 25 jaar dat hij in Groningen Ne derlands doceerde heeft hij ge- de ingewijde weet, „j dat dit bericht maar niet zo ver geten kan wor- den, dat dit be- Er werd gekampeerd (noviteit Pnorm in die dagep) maar ook gewerkt. nen* ee™ Zijn afscheid in 1947, mij ver- verlies betekende haald door zijn trouwe echtgenote voor de schilder- Sophie Damen, werd gevierd door kunst in België. honderden van heinde en verre Edgar Tytgat, toegestroomde oud-leerlingen. Het die in 1879 in toond dat het niet de leerkracht maar de leraar is welke het orde probleem in zijn klas door bezie ling overwint. QP 3 april 1834 ver scheen er in Duitsland nieuw muziektijd- onder de titel Zeitschrift für Musik", waarvan de lei- hoofd, dun grijs haar, vroeger dende figuur koolzwart een zeer karakteristieke neus, waarvan de ene vleugel opge trokken zijnde, 'n zeer kennelijke trek aan zijn gelaat geeft. Hij spreekt weinig, maar goed.... Een braaf, goedhartig man; zon der enige aanmatiging of ge maaktheidwiens gedichten men te beter verstaat als men hem gezien en gesproken heeft; homogeen met zijn poëzie." POTGIETER. „Ik had mij voor gesteld in hem te zullen zien een lang. mager bleek mens met melancholieke -^laatstrek- ken en een droevig teken van noodlot op zijn voorhoofd. Hij Vas geheel anders, zijn gestalte Was zeer gewoon. De uitdruk king van zijn gelaat heel vrolijk ponist Robert Schumann. Schumann was namelijk ook een uitstekend schrij ver over muziek en met enkele kunstbroeders wilde hij nu wel eens een tijdschrift hebben, waarin zij zich tegen een zijdige of onjuiste kritiek konden verdedigen. In een artikel in dat blad schreef Schumann ook, dat er door ae kunstenaars naar wordt gestreefd „aan de oude tijd en zijn werken met nadruk te herinneren en er op attent te maken, dat slechts aan zulk een heldere bron nieuwe kunstwerken hun kracht kunnen ontlenen." En verder schreef hij, Zijn voorhoofd hoog en helder. dat >de ju{st achter VAN LENNEP. goed aristocraat tijd te hebben doen wachten, verscheen ons de poëet, geheel in 't wit, dat is in een poederjas met vest en wijde pantalon van dezelfde stof. Van Lennep's voor komen heeft iets grappigs. Daar is in zijn gelaat een uitdrukking geeft, maar die er in ligt. 't Is gelaten periode, die slechts aanstuurde op vermeer dering der uiterlijke vir- als een tuositeit als een niet kunst- geruime zinnige zal worden bestreden en dat er een nieuwe poëtische tijd wordt voorbereid." Het was dus ook een strijd tegen de destruc tieve geest, die uitging van de in zwang komende salonstukjes. relli, le viool, Montserrat Cerve- ra, 2e viool, Luigi Sagrati, alt viool en Arturo Bonucci, cello) speelt op een DECCA-plaat vier werkjes van Luigi Boccherini (17431805). die, volgens zeggen, geen andere muziek kende dan zijn eigen muziek, niet minder dan 91 strijkkwartetten, 110 strijk kwintetten (door hem geïntrodu ceerd), 28 trio's voor twee violen i m,. cu Gui lul en cello en 20 symfonieën schreef Nadia BoulangeE a"es me' zangrijks thema', werd een van dié explosies menselijke genegenheid en giek, welke men maar eens leeft, doch nimmer vergeet. Brussel werd ge- carrière als hor logemaker begon, v schilder eindigde. r als groot liet hij zijn vaderland en vestig de zich in Zwitserland, waar hij leider werd van de meesterklas se voor piano aan het Conserva torium van Genève. Lipatti was een leerling van Alfred Cortot, Paul Dukas en Nadia Boulanger en was een der grootste pianisten van zijn tijd. In het bijzonder wel een groot Chopin-vertolker, daar hij Chopin uithief boven de salonsfeer waarin meerdere pia nisten hem nog altijd willen heb ben. In Lipatti's Chopin-spel m i^p "ïtige Poolse Tiranna Op. charmante (ook sche) melodieëi Kwartet speelt noegen en in e heid de Trio's en in G Op. 3f A Op. Het was Verèls moeilijkste uur waarin hij de uitnodiging van de N.C.R.V. aannam, om als regis seur een programma van Prot.- Tytgat v Christelijke hoorspelen te helpen Ier, die ec.. verwezenlijken. Maar had Verèl tot verfabelen had en een schalks, keus!? Sinds zijn 20e jaar, sinds verrassend gevoel voor humor, die avond in „De Hout", toen Uit het venster van het atelier hein de conceptie voor Herodes van zijn geest zag hij overal het- inviel als een Bijbels toneelspel, zelfde leven aan zich voorbijtrek- hem de vraag gaan be- ken. Hij zag alles met de directe breekt het opmerkingsgave van een kind. 4 J~ Zijn leven lang is Tytgat een EDGAR TYTGAT in een hangmat droomt van haar u eigen schoonheid zonder die veel grotere zuiverheid van het zingen- n de vogeltje op haar te bemerken; die dwaasheid van een zanger de krachtige Poolse Chopin-wal- Rutlolf Firkusnv, die voor de „Davidsbündlertiinze" „Etudes Symphoniques' Schumann speelde. Met zijn medewerkers vormde Schumann een organisatie. de zgn. Davidsbond. De leden waren propagandisten voor heropleving Zo ook in de vis sen (in As-dur Op f-moll Op. 70 no. 2. in b-moll Op. 69 no. 2 en in e-moll, post- huumi. die COLUMBIA op een kleine plaat uitbracht (45 toeren plaat SEB 3508). Dit is Chopin zoals zijn muziek inderdaad ge speeld moet worden en men kan er tevens verbaasd over staan hoe goed de opnametechniek al was in 1950. Deze walsen werden namelijk enkele maanden voor de dood van Lipatti opgenomen. (waarvoor dus uitvoerenden EEN DERDE GROOTMEESTER personeel belangeloos werkten) in deze rubriek is de Russische met twee Hongaarse volksliede violist David Oistrakh (geb. 1908), ren, goed gespeeld door Dolf v.d. van wie COLUMBIA thans de Linden en zijn orkest. (78 toeren- zgn. Kreutzer-sonate van Beetho- plaat HHH 777). yen heeft opgenomen, de Sonate in A.gr.t. Op. 47. <25 cm lang speelplaat 33 C 1047) Deze Sona te was aanvankelijk helemaal niet aan de Franse violist Ro- dophe Kreutzer (17661831) opge dragen, maar geschreven voor de Engelse violist George Rridgeto heersen: Waarom I. het dynami- Christendom toch niet met Het Carmirelli overleefde traditie dat geloof en it hoorbaar ge- yel onverenigbaar zijn? Zich on- volmaakte een- Verwerpend aan het oordeel van g Op 9 no 5 zi)n directeur kon hij de strijd 2 het Kwar- n'et vanuit zÜn school aanbinden, no. 8 en „La Doch daarbuiten was hij vrij. - 'O- 4. (Kwartet, zijn stukken werden opgevoerd. fT r de Pruisische ïk noem hier behalve „Herodes" Tvt*at Een Koning). Als u het befaamde Me- ook zijn Bijbels toneelstuk „Ha- nuet van Boccherini kent (het dassa" 'Esther) wordt in alle mogelijke M onmo- Doch „k andm stukkm m picturaal vertel- u c UBa0i,i,tR1 .au dichterlijk vermogen dje eindelijk zijn Dulcinea heeft - weten te bekoren. Het was alle, r een heerlijk en verrukkelijk v schouwspel voor Tytgat. t En wie Tytgat persoonlek ken- j de weet dat het dichterlijke en humoristisohe hem nooit in de steek lieten. Hoe dichterlijk b.v. v kon hij zijn als het ging over het geluk en de schoonheid van het e leven, of over zijn vrouw Maria it Demesmaeker, de grootste steun' kind gebleven, een kind dat het venster keek en in de lenzen van zijn ogen en in zijn hart de mensen en de dingen de propor ties gaf van een poppenwereld. t„ „or. van jijn verrukkelijke -H" jeugd gecomponeerd i gelijke bezettingen uitgevoerd) dan weet u de verru' sfeer dezer muziek. Hier de plaat waarop u zat te wach ten. technisch zeer knap opgeno- Tot slot vestig ik nog even de yan e aandacht op een door het GRA- in het geheel van 400 stukken, MOPHONEHOUSE te Heemstede welke hij de afgelopen negen j; uitgegeven tweede Hongarije-plaat Soms stort i het verborgen christendom. Zijn eigen hoorspelen zoals bijv. ,Het oude en nieuwe orgel", „De oude overbuurman die begrave •dt of een jong meisje dat Munster". „De Moeder Volk" passen organisch trouwt". Tytgat leefde v de schilder het CORN. BASOSKI moeilijkste - - ,^j ,o het schouw- heeft geregisseerd. Wanneer spel geworden en als een echte men bedenkt dat Verèl voordien kwajongen merkte hij altijd het talrijke malen de regie voerde ridicule in een situatie op. Het over zijn stukken, dan volgt hier- was altijd een kostelijke, gezon- uit dat de N.C.R.V. de juiste man de schaterlach die hij liet horen, op een goede plaats had gebracht. Hij vermaakte zich om die oude tevens dat Verel in zijn man, die 's nachts langs de don- David schaarden i en zijn omgeving. Over zijn ge laatskleur en chevelure ligt iets dofs, iets vaals, iets van iemand die in meel werkt, iets bakker achtigs. Zijn fysionomie is lang, maar in het geheel niet triestig De trekken om zijn mond zijn sterk geprononceerd. Alles in zijn gelaat doet blauwe of grijze ogen verwachten maar hij heeft „Davidsbündlertanze Op. 6", ze van een geprononceerd don kerbruin. In deze ligt het frap pante van zijn voorkomen." de Filistij- Over deze Da vidsbond heeft Schumann zelfs een roman willen schrijven: „Die Davidsbündler", doch hij kwam niet verder dan novellen. Aan die tijd echter danken we velschil lende composities, waarin Schu mann de idee van de Davidsbond wilde Uitdragen, o.m. zijn piano- werken „Carnaval Op. 9", „Etu des Symphoniques Op. 13" in ons land optrad in recitals en als solist bij het Concertgebouw orkest (30 cm. langspeelplaat P 8337' Deze symfonische etudes zijn variaties op een thema van Von Fricken. de vader van Schu mann's jeugdvriendin Ernestine. Het zijn sterk orkestraal gedach te stukken, onderling enorm ver schillend, maar door de toepas sing van hetzelfde thema toch een eenheid vertonend. Het mot to van deze pianostukken is: „In all und jeder Zeit verknüpft u(m Bpaimingen_ BOVen. smd Lust und Leid. dien heeft Beethoven hier inder daad een concerterende, gelijk 17791860), die het werk tezamen met Beethoven voor hei eerst uitvoerde. Een minnenijd moet vijandschap tussen beiden hebben gebracht en zo droeg Beethoven later dit werk op aan Kreutzer. Dit werk overtreft wal omvang betreft alle andere viool sonates van Beethoven en ken! ook grotere spanningen. Boven fromm in Lust, und seid dem Leid mit Mut bereit". „Lust" en „Leid" wisselen elkaar dan ook wel af in deze dansen, die wonderlijke vertolking hebben. E an Firkusny is zo g niaal, zo volmaakt in techniek uitdrukking, zo prachtig i rdige partij gegeven piano. Het tweede prachtig heerlijke Schumanri's groöthe'd vorming dat mcn zlch be. sU„ s|„ bet„e kan wenacn. En „r„ua„„ bovendien heeft Capitol technisch cnpipn hier de ODname uitnemend gereali- - ,J)E MAMA VAN JAN KNEP- PELHOUT, van haarzelve de Gijselaar. Een wat men noemt „hele" vrouw. Aristocratisch in CAPITOL heeft nu een plaat uitgebracht waarop zowel de ..Etudes Symphoniques" als de „Davidsbündlertanze" worden uit gevoerd door de befaamde Tsje chische pianist Rudolf Firkusny _r f (geb. 1912), die de afgelopen week ge leeftijd overleed. In 1943 deel „Andante" lyrisch thema met vi variaties. Dit speelse en toch be zonnen concerterende element is in deze opname met Oistrakh en de pianist Lev Oborine subliem gerealiseerd. Twee grootmeesters spelen hier een meesterwerk der kamermuziekliteratuur, een plaat u beslist niet mag missen m discotheek. de kamer- Carmirelli Kwartet (Pina Carmi- het goede besluit kere Amsterdamse grachten loopt; om die juffrouw die buiten 1 NABETRACHTING s b- Al wie van hier is uitgegaan, 5 een tafel blank, en brood en wijn, 2 herinnert zich de grote pijn, g die voor de wereld is doorstaan. b g •x En ieder, die het teken roemt en leeft in het vergoten bloed, aanziet de wereld als voor goed p gereinigd en in Hem verzoend. En wie hij vindt: een kameraad, een broeder of een communist, hij weet iets over hen beslist, H en zo verandert elk gelaat. g f. Zwijg stil, er staat een blanke dis g eens alle volkeren bereid, want brood en wjn raakt aan de tijd, 5 dat God in allen alles is. p g G. BOOGAARD g vastlegde. ïiriririr'tr'ütHrtiiitrkirtrtrtrtrictrirtrtrtrtrtrtfti-trtrtrictrtfirüitiiirtrtriftrü-b-ü-k-fr-ti zijn leven. Hoe humoristisch! kon hij zijn als ,hij de mensen zag als acteurs, als hij de koddigt houding van iemand opmerkte. I marionetten, die hij kan 1 laten dansen zonder dat ze er be- zwaar tegen hebben. Want onbe wust dansen ze al hun marionet- tendans in het leven. Ze zien hel zelf niet: Tytgat wèl. De musici in een orkest, de zanger bij de piano, de zigeuner.: met Mozart in hun midden, de paters in hun verleiding, de hel den van Troje, Iphigenia en Dia na, de kermisgasten, de toiletma-: kende vrouw, het spelende kind Zij allen hebben een plaats gekre gen in het schouwspel, dat Tyt-j gat door zijn venster zag. Maar denk niet dat het alleen maar ironie of sarcasme was bij Tytgat: de geestigheid is versne den met een aangriipende drama tiek. zoals Maurice Roelants eens terecht opmerkte. Het onvolkome-! ne in de mens gaf Tytgat, niet als een moraliserend leraar, maar als, een scherp opmerker, die de mens confronteert met zijn spiegelbeeld, anders maar toch ook even raak als Breughel. In het oud-Hollandse liedje „Zeg kwezelken. wil dat ge dansen" komt de regel voor: „Begijntjes en kwezelkens dansen niet". De den ze het maar wel, wilde Tyt gat zeggen in zijn werk, dan zou den ze voor veel kwaad, veel hei- i melijk kwaad, bewaard blijven. Deze opmerker, deze verteller is nu overleden en met hem is een groot schilder en een groot mens heengegaan. Door hun venster hebben zijn buren in het Belgische I Sint Lambreohts-Woluwe hem zien uitdragen. Ook voor dat raam zal een traan gestort zijn, maar dan alleen voor de mens Tytgat. de goede mens, de humane mens, de liefhebbende mens. Niet voor de schilder Tytgat. want zijn ruim i00 schilderijen, zijn aquarellen, zijn etsen en zijn tekeningen, blij ven voortleven, blijven die kos telijke vertellingen, die levensver tellingen. waarnaar te luisteren altijd weer het genoegen ver schaft. het genoegen dat alle zui vere kunst "geeft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 14