KERKGANGERS WERDEN ZEEZIEK
Charles Haddon Spurgeon:
Gods vloek
„niets - doen
de prins der predikers
Oosterse evangelist van de oecumene
Vandaag niet
Dit vreemde
land
Spreekt Spurgeon nog steeds
tot ons?
195
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 19 JANUARI 1957
GEESTELIJK LEVEN AAN BOORD VAN EEN PASSAGIERSSCHIP
In twee talen, Nederlands en Engels,
luisteren de kinderen naar het Bijbel'
verhaal. De Franse kinderen kunnen
het niet goed volgen en zij keken
naar de fotograaf. De slingers werden
door de kinderen gemaakt omdat
„oom" Peter jarig was.
Op de Ryndam
luisterden
kinderen en
ouderen
Nooit heb ik uit een dienst zoveel
mensen zien weglopen. Zij waren niet
boos op de predikant, zij holden ook
niet naar huis omdat ze vergeten wa
ren het gas onder melk uit te draaien.
We zagen ze bleek worden, krampach
tig slikken en weer was er een kerk
ganger minder. Dat er toch aandachtig
werd geluisterd was op zichzelf een
wonder en dat er meer dan zeventig
mensen toch nog aanwezig waren was
helemaal een wonder. Persoonlijke ge
sprekken die we later met vcrsc^oiende
passagiers hadden, bewezen dat de
dienst toch niet voor niets was gehou
den en dat de eenvoudige prediking
over Zacheus van Peter van Woerden,
zijn ingang in de harten had gevonden.
De avondsluitingen werden in het be
gin slechts maar door een kleine groep
mensen bezocht. De emigranten, die
zich het meest voor deze diensten inte
resseerden. waren vrijwel allemaal zee
ziek en wie dat niet was, moest op
de kinderen passen. Toch waren er
steeds ongeveer tien mensen aanwezig
en later groeide de groep uit tot boven
de dertig. Er werd in verschillende ta
len gezongen en samen bogen we ons
over het Woord van God, om dan na een
kort gebed weer uit elkaar te gaan.
Iedere avond speelde Peter van Woer
den één van zijn uitstekende bewerkin
gen van een geestelijk lied. Terwijl de
jazzmuziek de danslustigen in de Palm-
court tot dansen (en valleni nodigde,
zong de kleine groep op Oudejaarsavond
het ..Uren dagen maanden jaren," maar
ook het lied van het geloof: ..Wat de
toekomst brengen moge, mij geleidt des
Heren hand."
Midden op de oceaan kan men
soms gemakkelijker naar de kerk
gaan dan in sommige dorpen op de
Veluwe of in Drente. Op de meeste
passagiersschepen die tussen Neder
land en Amerika heen en weer va
ren worden regelmatig godsdienst
oefeningen gehouden, als er tenmin-
predikant aanwezig is onder
de passagiers. Het verbaasde dan ook
slechts een enkeling dat aan boord
van de Ryndam van de Holland-Ame-
rika Lijn in vier verschillende talen
een kerkdienst werd aangekondigd.
Velen namen zich voor om de dienst
vooral niet te verzuimen, en dat hun
rnemen uiteindelijk nimmer tot
rlanfl nitfrropirl^ De meeste kinderen hadden
daad uitgroeide was niet hun voortdurende deining van het schip he-
schuld, noch de schuld van de maat
schappij of van de aanwezige predi
kanten.
Zaterdagochtend vroeg, toen de boot
net een halve dag onderweg was. za
ten wij, twee jonge mensen, in de hut
i de chief steward. Mijn naam was
niet de enige, die met de letters „Rev."
(dominee) voorkwam op de passagiers
lijst. Er was een tweede protestants
predikant, n.l. Peter van Woerden, die
in Genève woont en van daaruit radio
evangelisatie programma's verzorgt
commerciële radiostations in Mo-
Monte Carlo en Tanger. Hij was
reeds voor de zevende maal aan boord
,_.j één der schepen van de Holland-:
Amerika Lijn en kende de klappen van
de zweep. Ik was blij, dat ik er niet
alleen voor stond, vooral ook omdat hij
uitstekend pianist
en we daardoor veel
r mogelijkheden had
den dan de enkele kerk
dienst op de zondagen.
De eerste dienst werd
vastgelegd voor zondag
ochtend en om te vermij
den dat er twee samen
komsten gehouden zou
den nloeten worden van
slechts een half uur
werd er besloten om de
dienst samen te leiden.
de kinderjuffrouw had haar handen dan niet. Geluisterd werd
ook vol. Ze was blij dat we haar iedere
dag een ogenblikje kwamen helpen. Om
vier uur 's middags zaten de klnde-
op het
Vloekt Meroz, zegt de Engel des
Heeren, vloekt haar Inwoners gedurig-
Ujk, omdat zij niet gekomen zijn tot
de hulpe des Heeren, tot de bulpe des
heeren met de helden. Richteren
3.
„Vloekt Meroz", sprak God.
Wat had Meroz gedaan?
Niets!
Waarom werd Meroz dan vervloekt?
Omdat Meroz niets deed.
Wat had Meroz moeten doen?
Zich opmaken voor de strijd met
Gods helden.
Kon God Zijn doel niet bereiken
der Meroz?
God heeft Zijn doel bereikt, hoewel
Meroz niets deed.
Heeft God hierdoor verlies geleden'
Neen, maar Meroz wel.
Is Meroz terecht gevloekt?
Ja, zonder enige twijfel.
Geen mens heeft het recht niets te
doen, als God hem roept tot een taak.
Wat doet u voor Gods zaak?
Is uw plaats onder Zijn helden?
De man met de
gouden stem
toch wel.
reeds klaar. Kleine Franse, Neder
landse, Engelse en Duitse stemmetjes
klonken door elkander, maar als wij
binnen kwamen werd het al gauw stil.
De kinderen hadden dan zelf de rieten
stoelen bijgesleept of zaten vol verwach
ting op de grond. In vier talen leer
den we de kinderen liedies. Niet altiid
was het even gemakkelijk, want soms
moesten we zelf aan het dichten en ver
talen slaan om iedereen mee te kunnen
laten zingen Het verhaal werd in het
Nederlands en Engels verteld, terwijl
de Franse kinderen het - - •v'-»
tend hoorden als ze op 't dek bij de dek-
stoel van „Oom" Peter kwamen staan.
Eén
i het
Engels spreken e
der zou de boodschap zin
voor zin in het Neder
lands vertalen. Vooral va
de emigranten bleek
1 de kant van' Binnen enkele dagen hoorde men over-
.or deze vorm al op de boot „Biy, biy, rnRn hart
grote belangstelling te bestaan. Boven-, Is altijd blij." De ouders oegonnen a,
dien kregen we vergunning om iedere spoedig mee te komen, omdat ze ook
middag de kinderen in de kinderkamer wel eens wilden weten, waar hun kin
liedjes te leren en Bijbelse verhalen te j deren toch al
vertellen en 's avonds een korte dag- den. Niet altijd
sluiting te houden voor de ouderen. I zee bleef «leincr'g
De zaterdag verliep vrij rustig. We'ren vaak dreinerig, vooral de ukjes In
deden Le Havre aan, dat zich in een.de box, die geen i esef hadden van stil
lekker decemberzonnetje behaaglijk zijn en ru=t(g door het verhaal en he
koesterde en tegen de avond doken de zingen joelden. Een ouder broertje of
havenlichten van Southampton voor ons'zusje probeerde -
op. Toen ik 's zondags wakker werd:*® ontfermen,
lag het schip alsof de zee even vast als'
de wal was. Dat was geen wonder,
Op de laatste dag voor de ontsche
ping was de kinderkamer stampvol. De
ouders mochten allemaal mee komen,
maar bovendien was „oom" Peter jarig
en dat moest dus ook door de kinderen
gevierd worden. Dat niet alleen echter
de kinderen het fijn gevonden hadden
en de ouders onze belangstelling voor
de kinderen apprecieerden, bleek uit het
feit dat de hostess van het schip de ja
rige kwam verrassen met een pop in
marinekleren als uiting van haar me
deleven. Heel veel kinderen zullen de
verhalen en de liedjes nimmer meer
vergeten en een meisje van een jaar
of acht zei: „Als ik straks op school
ben en de juffrouw vraagt of ik al een
Engels liedje ken, dan kan ik zingen:
Read your Bible, pray
every day. when you
want to grow.'' (Lees je
Bijbel, bid iedere dag als
je groeien wil.)
De ouderen zullen nog
lang de laatste kerk
dienst aan boord onthou
den. Het was de enige
rustige dag van de gehe
le tocht en niemand be
hoefde weg t« lopen.
Aandachtig werd er ge
luisterd en toen na de
preek een ogenblik werd
gegeven voor stil gebed,
steeg uit menig emigrantenhart de dank
omhoog, tot God, Die beloofd heeft dat
Hy ons niet zal begeven noch zal ver
laten. Ondanks de vreemde omgeving,
ondanks het feit dat men met gelovigen
uit zeer verschillende landen en zeer
verschillende kerkgenootschappen bij el
kaar was; ondanks het feit, dat de zon
dag in wezen in niets verschilde van de
andere dagen, beleefde men midden op
de oceaan, duizenden kilometers van de
vertrouwde eigen kerk.de gemeenschap
der heiligen.
Het was helemaal geen be
langrijke dienst. Slechts een
handjevol eenvoudige boeren
waren onder een rieten dak
samengekomen in het kleine
Engelse dorpje Teversham
om een jong prediker te ho
ren. Het was in 1850. Het was
nog een erg jonge man en
sommige ouderen fronsten
wel even hun wenkbrauwen,
maar toen hij begon te spre
ken over „De dierbare Jezus",
een thema dat in die da
gen wel heel erg geliefd
was, toen veranderden hun
opinies al spoedig. Hij sprak
op zulk een open, spranke
lende wijze, dat zij zich aan
hem gewonnen gaven en toen
de jonge man uitgesproken wi
een oude vrouw: „Grote genade, hoe
oud ben je eigenlijk
riep
lagen nog altijd voor anker.
Door de hevige storm was men er niet
in geslaagd het schip op tijd de haven
uit te slepen en zo moest het vertrek
tot zondagochtend uitgesteld worden.
Een ogenblik was ik bang dat we net
tijdens de kerkdienst zouden wegvaren
en iedereen over de railing zou hangen
om dat te zien. Ik maakte me echter
nodeloos bang, want om negen uur
trok de Hector met twee andere sleep
boten ons weg. Toch was de opkomst
in die dienst niet erg groot,
had een andere oorzaak.
BELANGSTELLING
DANIEL THAMBYRAJAH NILES, „D.T." VOOR VRIENDEN
i Nilcs komt nog niet voor
in de boeken van de kerkgeschiede
nis en ook komt zij niet voor op de
lijst van de belangrijkste sprekers
op de oorspronkelijke internationale
conferenties over interkerkelijk sa-
-- menwerken en samengaan. Toch is
Engelse ef Nederl.ndse "iSSfenbun. JU Ve'rrid^.ï'"ÏS
dels liederen uitgezocht, die in beide ta-,uit de Wereldraad, zo belangrijk, dat
len gezongen konden worden. Zelfs had-jhij als betrekkelijk jonge man In
den we een heel goede zangeres, die ,1948 de kerkdienst leidde in de Nieu-
voor de prediking door een lied haarwe Kerk te Amsterdam. Honderden
getuigenis jzou geven. Alles leek goed mensen, die 150 kerken vertegen-
'"""i woordigden, waaronder patriarchen,
te gaan, de zaal was reeds helemaal
Ingericht, toen de oproep kwam, dat
we allen om kwart voor elf bij de red
dingsboten moesten verschijnen voor
een „boatdrill." ledereen moest er zijn
met de reddingsvesten aan. Zou deze
drill de boel in de war gooien? Be
neden in het kantoor stelden ze ons ge
rust. De oefening zou slechts vijf
nuten duren en iedereen zou nog
tijd bij de dienst aanwezig Jtunnen zijn.
stroom van het denken en beleven van
ons volk. De inheemse kerk is nog
steeds een probleem, zij is nog geen
werkelijkheid."
IN EUROPA
Geheel Europa reisde hij af en enke
le jaren later, terwijl de wereldoorlog
juist begon bevond hij zich opnieuw
in Europa en sprak voor de Duitse
studenten in Halle, over hetzelfde pro
bleem. Toen hij zijn tweede tournee door
Europa maakte, werkte hij onder auspi
ciën van de YMCA. Niles is niet in het
uien" gelijk. De mensen werkten onge
woon goed mee. de stuurman maakte
vlug zijn ronde en binnen de vijf mi
nuten kon iedereen weer zijn vesten in
de hut gaan opbergen. De meeste men
sen bereikten hun hut echter niet, laat
staan de zaal waar de kerkdienst werd
gehouden.
Toen ik zelf uit mijn hut terugkwam,
waar ik het reddingsvest voor mijn
Bijbel had verwisseld, stond een lange
rij mensen reeds op de trap, die hun
gezichten krampachtig verborgen in een
paDieren zak. Er stond een geweldige
deining als gevolg van de uitgeraasde
storm en de boot danste wild op de
golven, de meeste magen waren tegen
deze gratis mallemolen niet bestand.
Binnen de tien minuten was tachtig pro
cent van de-passagiers zeeziek. Buiten
hingen de mensen in lange rijen over
de railing en zij die door het deinen
van de boot niet zeeziek werden, wer
den dat wel van de tonelen die zich
afspeelden. Zo begon onze kerkdienst.
aartsbisschoppen, bisschoppen, theo
logen, professoren, predikanten en
leken luisterden in grote aandacht
naar, wat hij wilde zeggen over zijn
tekst: „Wie ben ik dat ik naar Farao
zou gaan?" D. T. Niles was op dat
opogenblik even oud als Mozes, toen hij
en zijn, moest wegvluchten uit Egypte en hij
inderdaad had aan het begin stond van zijn veertig-
0 Bij Annie thuis werd zelden c
nooit gebeden aan tafel, hoewel
haar ouders van huis uit het heel
anders gewoon waren. Toen dan
ook de „vrome" oom Herman een
paar weken kwam logeren vroeg
vader hem om voor te gaan in het
tafelgebed. De dag na zijn vertrek
zat liet gezin aan het ontbijt en
vader had net zijn eerste hap naar
binnen gewerkt, toen Annie vroeg:
„Is er vandaag geen God, papa?'
jarige ballingschap.
In die predikatie in Amsterdam bleek
zijn luisteraars reeds waar zijn grote
belangstelling lag. „Onze wereld schijnt
zich steeds hoger te ontwikkelen. De
kerk vierde in vele landen triomfen.
Maar toen dreef de ene oorlog na de
andere de christenheid uit elkaar en al
le hoop werd de bodem ingeslagen. Op
dit ogenblik is het kanongebulder wel.
verstomd, maar de chaos is gebleven.
Toch spreken nog zij, die de verre
horizon afturen over de glans van een
komende dag. Maar wanneer? Daarom
moet ge getuigen zijn." Sterk is de na
druk op het apostolaat zoals het woord
evangelisatie tegenwoordig heet en het
is dan ook geen wonder, dat hij de af
deling voor evangelisatie in de Oecu
menische Raad heeft overgenomen van
dr. Hans Hoekendijk, die professor
werd in Utrecht.
T. Niles behoort tot de jeugd in
het kwadraat. Zelf was hij jong en zijn
eerste schreden op internationaal inter
kerkelijk contact heeft hij gezet, toen
hij aangesloten was bij de Christelijke
studentenbeweging. Maar bovendien is
hij ook een vertegenwoordiger van de
jonge kerk in India. Hij heeft zich sterk
bezig gehouden met het probleem waar
de jonge kerken mee worstelden. In
september 1935 sprak hij reeds op
een conferentie van de internationale
studentenbeweging te Basel en zei o.a.:
„Wij hebben in India en Ceylon in
heemse kerken want we hebben christe
nen mannen en vrouwen die op
do bodem van deze landen ontstonden.
En toch moet ik wederom zeggen: wij
hebben geen inheemse kerken, wij heb
ben kerkgenootschappen en gemeenten
die, uitgezonderd de Syrische kerk, in
hun gehele wezen getrouwe copieën zijn
van het westen. Hier ligt een grote
moeilijkheid Als Christenen bevin-
silaA.
India buiten de hoofd
predikambt opgegroeid. Toen hij zijn
eerste reizen maakte en zijn eerste con
tacten legde gaf hij les in de wiskunde.
Hij bezocht regelmatig de verschillende
conferenties die door Indische christen
studenten werden belegd en zo leerde
hij in 1933 dr. W A. Visser 't Hooft
kennen, die een geweldige grote invloed
in zijn leven zou hebben. Via gesprek
ken. goede raad en uitnodigingen voor
conferenties heeft Visser 't Hooft deze
nog betrekkelijk jonge man geholpen
tot hij een steeds belangrijker positie
in het werk van de internationale be-
Enkele jaren lang is hij op alle con
ferenties waar zij ook ter wereld wor
den gehouden te vinden. Hij spreekt,
legt contacten, probeert mensen te win
nen voor zijn denkbeelden. In 1938 was
hij in Tambaram in Zuid India. Op deze
conferentie waren de afgevaardigden der
jonge kerken in de meerderheid. Pro
fessor H. Kraemer was daar aanwezig
en de eerste bisschop van Zuid India
W. Azariah, die grote indruk op hem
maakte. Op deze conferentie botsten de
vrijzinnige oosterse theologische inzich
ten, die vaak in het Christendom een
prachtige religie zagen, die zijn plaats
verdiende naast het boedisme en hin
doeïsme, met de neo-orthodoxie van
een prof. Kraemer, die de nadruk leg
de op de openbaring van God en die
iedere vorm van natuurlijke openbaring
afwees. Hetzelfde jaar werd Niles vice-
president van de Wereld Jeugd confe
rentie te Amsterdam.
EVANGELIST
Predikant en vooral pastor is
vrijwel niet geweest in zijn leven. Voor
de oorlog werd hij als evangelist en
reizend predikant van de Methodisten-
kerk op Ceylon uitgezonden. Tijdens de
oorlog werd hij de algemene secretaris
van de Nationale Raad van Christenen
op Ceylon en vervolgens vier jaar lang
predikant van de Point Pedro kerken
waarna hij weer de kansel verwissel
de voor de lessenaar om hoofd te wor
den van de Bljbelschool te Colombo,
die In avondcursussen van tien weken
de gemeenteleden wil onderrichten ln
practlsche en theologische vakken.
Steeds bleef zijn belangstelling ge
richt op het werk van zending en apos
tolaat. Hij trad in de voetsporen van
prof. Hoekendijk, die evangelisatiewerk
vooral wil richten op de totaal vai
evangelie vervreemde „vierde rr
of zoals hij het noemt de „zoon
de verloren zoon." Zelf is Niles
christen van de vierde generatie e
is er trots op dat hij kan zeggen dat
de beide eerste christenen, die in 1821
op Ceylon werden gedoopt door een
Amerikaanse zendeling, zijn overgroot
vader van vaders kant Nathanael Niles
en de overgrootvader van moeders kant
Jordon Lodge waren. Niles met zijn
belangstelling voor apostolaat en als
leider van de afdeling evangelisatie is
ongetwijfeld de evangelist van de oecu
menische beweging.
Toch moeten we hem niet vergelij
ken met een evangelist als Billy Gra
ham, wiens werk hij met een zekere be
langstelling volgt, maar die hij geen
evangelist acht, omdat Graham zich niet
richt tot de buitenkerkelijken, maar tot
de randkerkelijken. Enkele jaren gele
den sprak hij zijn grote waardering
voor het werk van Billy Graham uit,
maar zei tegen de evangelist onmiddel
lijk daarop: „Maar een evangelist bent
U niet." Zo ligt er tussen de evange
list Niles en de evangelist Graham toch,
nog een enorme kloof.
immers pas zestien en het was
de eerste keer, dat hij in het openbaar
sprak. Voor hem was het voldoende, dat
hij gevraagd werd voor een tweede
spreekbeurt. Zijn gehoor heeft die avond
niet beseft, dat deze jonge spreker zou
uitgroeien tot de grootste prediker van
zijn generatie en dat hij in 1957 nog zou
helpen om beter te prediken. Dank zij
Marshall, Morgan en Scott in Londen
werden zijn colleges predikkunde, die
hij aan de studenten van zijn eigen
minarium gaf opnieuw uitgegeven,
ze zijn nog even fris als bijna honderd
jaar geleden.
Spurgeon is nog steeds een grote
naam. ook in Nederland. Maandenlang
heeft -het Hervormd Weekblad De Ge
reformeerde Kerk artikelen over hem
gepubliceerd, en ook het blad van de
Hogeschool te Kampen „De Bazuin"
heeft zijn lezers iets verteld van de
wijze lessen, die Spurgeon zijn studenten
gaf. Zelfs Elseviers Weekblad wijdde op
8 augustus 1953 een uitvoerig artikel
aan zijn lessen, naar aanleiding van een
uitgave van 1887, en keurig, modern
uitgevoerd liggen de lessen nu opnieuw
gebundeld voor ons.
Spurgeon kreeg zijn eerste gemeente
toen hij pas zeventien was. Twee jaar
diende hij de kleine Baptistengemeente
van Waterbeach. Op een zondagochtend,
toen hij' juist de preekstoel beklommen
had, overhandigde een ouderling hem
een juist ontvangen brief. Spurgeon werd
uitgenodigd om te preken in de New
Park Street Chapel. De jonge predikant
dacht, dat er een vergissing, in het spel
was. maar het bleek dat hij inderdaad
werd uitgenodigd. Op 11 december 1853
preekte hij voor heit eerst in die be
roemde kerk. die echter zijn hoogtepunt
had gehad en langzaam aan het verlo
pen was. Diezelfde ochtend nog wisten
de leden, dat ze hem moesten beroepen.
AANDACHT
Van het begin af aan trok Spurgeon
de aandacht. De mensen kwamen var
heinde en ver om hem te horen en a]
spoedig was het kerkgebouw te klein.
Het zou vergroot worden en ondertussen
gebruikte men zolang een aantal thea
ters om de diensten te houden. Toen
men in het vergrote gebouw terugkwam
was de gemeente zo gegroeid dat zelfs
dat gebouw veel en veel te klein was en
zo besloot men om de Metropolitan Ta
bernakel te bouwen, die 3600 zitplaatsen
had, plus genoeg ruimte om stoelen bij
te plaatsen. Vijf en dertig jaar lang,
heeft Spurgeon in die kerk gepreekt en
iedere zondag moesten er stoelen bij
gezet worden.
Hoewel hij zelf vrijwel geen enkele
opleiding had ontvangen aan een uni
versiteit, besefte hij wel de geweldige
noodzaak voor een opleiding voor jonge
mensen en zo kwam hij ertoe om zijn
eigen seminarium „Spurgeon's College"
te stichten, dat vorig jaar het honderd
jarig bestaan herdacht. Iedere vrijdag
middag gaf hij daar zelf college over de
homiletiek, alias predikkunde. Een oud
leerling, ds. W. D. McKinney schreef
van die lessen: „Eindelijk kwam de vrij
dagmiddag. De oude. bekende klok wees
drie uur, de deur ging open en met de
klokslag verscheen de president en
trad naar de lessenaar, terwijl in de
handen geklapt en met de voeten ge
stampt en met de stem gejuicht werd,
totdat hij zijn hand moest opheffen en
zeggen: „Wel. mijne heren, vind ge niet,
1at het nu genoeg is. De vloer is zwak,
het plafond niet heel hoog, en ik denk
dat gij uw krachten voor uw werk no
dig hebt."
Voor "plen "pre" middaguren
onvergetelijk. Spurgeon stelde zich in op
wijze lessen in oude talen, dogmatiek
en exegese. Als hij achter de lessenaar
stond was hij zichzelf. Zijn lessen wa
ren doorspekt met illustraties. Hij kon
heel ernstig zijn als hij sprak over het
gebed of zei, dat een predikant een be-,
keerd mens moest zijn, als hij het had
over de wil van God en Zijn roeping
en hoe de mens kan weten, dat hij door
God geroepen is tot het heilig ambt.
Maar zijn lessen waren vaak ook hu
moristisch, als hij sommige predikanten
imiteerde in hun gewoontes. Spurgeon
haatte de kansel met een intense en
diepe haat. Hij was de man van het
podium, die er ten volle van overtuigd
was dat de voeten even goed meewer
ken aan de uiteindelijke prediking als
de handen en de stem. Volgens zijn zeg
gen herinnert een diepe houten kansel
van het oude soort hem het meest aan
zijn sterfelijkheid, want het is slechts
een doodkist op zijn kant. Andere kan
sels doen hem denken aan tonnen, eier
dopjes, wijnglazen of zwaluwnesten er
gens aan een muur. Een predikant ,-n
een dergelijke kansel wordt een „leven
de buste" die als hij moet spreken op
een podium niet goed weet, waar hij met
zijn armen en benen heen moet.
BOKSERS
Volgens Spurgeon hebben te veel pre
dikanten van zijn tijd les genomen bij
een bokser, want ze ballen hun vuisten,
alsof ze in een vol gevecht gewikkeld
zijn. Men spreekt over de tekst „Komt
herwaarts tot Mij", en schudt daarbij
beide vuisten. Andere predikanten sta
ren voortdurend naar het dak, alsof
preken tot de engelen in plaats van
mensen van vlees en bloed. Een derde
predikant ziet er uit als een houten pop,
zo stijf zijn zijn bewegingen. Weer an
deren lijken op het houten mannetje op
het dak, het kleine soldaatje dat zijn
armen met de wind laat draaien. Weer
andere predikanten zagen door hun
uit te steken en terug te trekken
men vraagt zich af hoeveel planken de
goede man wel zou kunnen doorzagen
in één kerkdienst als hij werkelijk een
zaag in zijn handen had gehad; of de
timmerman is aan het werk. Op de een
of andere manier weet Spurgeon deze
mensen met een paar woorden
te tekenen, dat we niet alleen de
den op het papier zien. maar ook de
predikanten op de kansel.
TER OVERDENKING
Volg mij
Twee weken geleden stond ik in een be
lastingkantoor om mijn autopapieren
in orde te maken. Ik kwam bij een
loketje, tikte ertegen en even later
ging het omhoog en een betrekkelijk
vriendelijke stem vroeg mij: „Waar
mee kan ik u van dienst zijn?" De
goede man had waarschijnlijk de hele
dag al dezelfde vraag gesteld en ant
woorden gekregen, die allen betrek
king hadden op belastingzaken. Wat
zou die man gezegd hebben als. ik ge
zegd had: „Volg mij!"
Is dat een idiote gedachte? Toch deed
Jezus het eens. Hij kwam in het be
lastingkantoor van JL.evi en toen deze
hem gelegenheid gaf om zijn wensen
kenbaar te maken sprak Jezus precies
die twee woorden: „Volg mij!"
Vele stemmen hebben door de eeuwen
heen hetzelfde gezegd. Marx zei het
eens en heeft zijn volgelingen r
Duits, noch met
een Russisch, maar met een Engels
accent als ze zeggen: „Volg mij en ik
zal u naar de Wellfarestate voeren."
Maar noch het communistische, noch
het nationaal-socialistische. noch het in
onze tijd beloofde paradijs zal ooit
werkelijkheid worden. Maar toen
Christus „Volg mij!" zei. had Hij
recht van spreken, want Hij was de
schepper van het paradijs. Hij had in
het verleden getoond dat Hij de macht
bezat om de mens gelukkig te maken
en Hij wil de weg wijzen naar een
nieuw geluk.
Wrakken langs de iveg
Het is merkwaardig hoe schoon de ber
men van de weg zijn op maandag
ochtend, in deze periode van het zon
dagsrijverbod. Toen de zondag nog
een auto-uitgaansdag was zag men
op maandag altijd de wrakken van de
zondagsrijders in de bermen. Hier
stond een oud Fordje met een kapot
te krukas, een eind verder een gamme
le Opel met twee lege banden. Een
volkswagen had het ook opgegeven en
stond heel broederlijk naast een 1947
Minor.
De wrakken van Gods rustdag doen mij
iedere maandagochtend weer denken
aan de wrakken langs de pelgrimsweg
naar de eeuwigheid. Ze zijn zo blij
moedig begonnen, maar ergens onder
weg begonnen ze te pruttelen en te
brommen en eindelijk was er geen be
weging meer in te krijgen. Velen t
WIJZE LES
af keerden vefen van Zijn discipelen
terug en gingen niet langer met Hem
Levi is ook in de verleiding geweest
de boel er maar bij neer te goc
toen Christus tegen hem zei: „Gij wut
toch ook niet weggaan?" Maar toen
Petrus zei: „Tot wien zullen wij heen
gaan?" toen wist hij dat hij nergens
geluk zou vinden. Toch zijn er nog
altijd mensen, die het proberen. Ze
lopen een tijdje mee, ze zijn enthou
siast in ons kerkelijk leven, maar de
eerste de beste secte, die een andere
boodschap dan de boodschap van de
Bijbel preekt, gooit hun onderstebo
ven en ze keren zich van Jezus af
om hun eigen weg te gaan. Gelukkig
dat
hebben.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1I1IIUIII
D'T vreemde land is niet mijn land.
Het hemelse land is mijn
vaderland.
Gods Uur komt nader. Sta
onvervaard,
kinderen, schouder aan schouder
geschaard.
Het hemelse huis ts hecht en groot,
daar vinden toegang nood noch dood.
Kinderen, maakt u bereid en bidt
Uw Hart, Heer, is als sneeuw zo wit.
O Vrijheid, Vrijheid over mij
Nimmermeer willen wij slaven zijn
willen liever begraven zijn.
Gods Hart zal onze Haven zijn.
Maar hij is niet slechts grappig. Geen
student verlaat met
legezaal, altijd is e
raad en de belangrijkste
predikant is zijn ernst, zegt de prins
der predikers zelf. Tot de predikant van
de grote stad zegt hij: Als je predikant
wordt in een grote stad, dan raad ik je
aan om te zorgen, dat je bekend bent
met de levensomstandigheden van de
armen en van hen, die in dronkenschap
leven. Ga, als dat mogelijk is met een
stadsevangelist naar de armste wijken
dat niet. Als U het wel bent, hoe kunt
glimlach de col- u dan lanterfanten?"
wijze les, een
Ieder hoofdstuk opnieuw verleidt tot
een volgende alinea, wat alleen al be
wijst, dat dit boek nog steeds een
boodschap heeft. In onze tijd wordt
veel over de prediking gesproken.
Ingwersen klaagt, dat we geen sprekers
van enig kaliber meer bezitten. Op 26
27 ""f<*°°P< OTOaniiatit van
zult zien wat Je misschien nog Hervormde gemeenteleden „In Dienst
it hebt aanschouwd. Er is genoeg! der Kerk" een paar toogdagen te be-
slechtigheid te zien in de straten der ge-| leggen, waarvan het thema zal zijn
i )(De Kerk en haar prediking". En on-
goeden, maar er ligt een onuitspreke-
lijke verschrikking in de toestanden van
de achterbuurten. „En nauwelijks een
paar pagina's verder schrijft hij: „Ik
smeek U dan om Uw werk te meten
in het licht van God. Bent U de dienst
knecht van God of niet? Als U het bent.
kan Uw hart dan koud zijn. Bent U
door een stervende Heiland gestuurd om
van Zijn liefde te spreken, of bent U
getwijfeld zal er evengoed
uiterlijke vorm van de preek gespro
ken worden, als over de inhoud. Mis
schien dat Spurgeon in deze discussie
ook nog wel iets te zeggen heeft.
Marshall, Morgan and Scott,
AIS Spurgeon ons nog steeds iets kan leren op het gebied van
preken, komt ook de vraag los of zijn wijze van prediken nog
steeds leesbaar is. Jn de vorige eeuw werden zijn preken in duizend
tallen gedrukt. Soms werden per week meer dan 20.000 preken ver
kocht, die zelfs als advertenties in grote dagbladen werden geplaatst.
Ook deze preken verschijnen nog steeds. Een aantal jaren geleden
werd de „Treasury of David" een werk over de psalmen opnieuw
in vijf delen uitgegeven, maar ook kleinere bundels verschijnen nog
geregeld. In een zeer moderne fel groene omslag is er een boekje met
Twelve Striking Sermons" (Twaalf sprekende preken) en een boekje
onder de titel „The passion and death of Christ" (Het lijden en sterven
van Christus), dat ook twaalf preken bevat over de lijdenstijd.
De preken zijn ordelijk, netjes in punten verdeeld, zonder dat de
verdeling storend werkt. Hier en daar zijn ze woordenrijk. Onze tijd
is soberder geworden ook in het gebruik van woorden en beelden.
Spurgeon was een man van de vorige eeuw, die sprak tot de vorige
eeuw, geen wonder dat zijn spreken ons soms wat al te woordenrijk
voorkomt. Ook Bilderdijk had heel wat meer woorden nodig om iets
te zeggen dan onze hedendaagse dichters. Het it evenwel een ver
bazingwekkend feit dat onze eeuw, die toch heus niet geschilderd kan
worden als godsdienstig of kerkelijk met een zekere gretigheid nog
altiid de vreken van Snurgeon koopt, en ze ook leejt
„Twelve Striking Sermons", G. H. Spurgeon. Marshall, Morgan and Scott 7 sh.
6 d. en „The Passion and Death of Christ", idem
zijn j