BILLY GRAHAM IK Interessante conclusies van Het oude woord „leken krijgt nieuwe betekenis Drie walnoten Het woord ,eken„ klInkl sommige De toekomst is reeds begonnen r Y, :Vv<8v) mÈ^R/ÉrtÊÊÊË J STEEDS HOGER? en de komst van Christus DE DODEN HELPEN NIET ZONDAGSBLAD In het Anierikaange maandblad „Christian Life", werden on langs de brieven afgedrukt, die Billy Graham schreef aan zijn vrouw, toen hij zijn tournee maakte door het Verre Oosten. In het laatste nummer van het blad voegt dr. Graham er een P.S. aan toe, waarin hij ook zijn conclusies uiteenzet waartoe hij tijdens zijn reis is ge komen. Na geschreven te hebben: „Ik geloof dat mijn grootste angst in mijn werk is, dat mensen hun ogen op mij zullen richten in plaats van op Christus. In verschillende plaatsen laat God in Zijn Woord duidelijk uitkomen, dat Hij zijn eer niet met een mens wil delen", vervolgt de bekende evangelist: Tijdens mijn tournee ben ik tot ver schillende conclusies gekomen, die ik hier voor je neer wil leggen. In de eerste plaats merkt* ik weer eens opnieuw aat de mensen overal ter wereld dezelfde zijn. In heel veel landen werd mij gevraagd in welk land ik de grootste ingang vond. Om je eerlijk de waarheid te zeggen kan ik niet zeggen dat ik in het ene land een groter ge hoor trof dan in het andere. In India, Japan, Groot-Britannië en Amerika zag ik mensen op dezelfde manier gehoor geven aan het Evangelie. Velen vroegen mij ook, predikt u een ander type bood schap in India dan in Amerika? Neen, overal bracht ik dezelfde boodschap. Ik stond meestal stil bij het feit van de zonde, het kruis als de basis voor Gods schuld vergeving, de opstanding voor rechtvaardigmaking, en de nood- zakelijkheid van bekering, geloof, wedergeboorte en gehoorzaamheid. OVERAL REACTIES In de tweede plaats kwam ik tot de conclusie, dat als mensen bidden en het Evangelie in al zijn eenvoud en kracht wordt gepredikt de mensen overal zullen reageren. In het Verre Oosten gaf ik precies dezelfde uitnodiging als in Amerika en Europa. De mensen'kwamen bij honderden; ze waren oprecht. Na onze terugkeer in Amerika hebben we honderden brieven ontvangen, - die ons vertellen dat de vrucht blijft. Waarschijnlijk ligt het per centage van hen die trouw blijven in het Verre Oosten wat hoger dan in het Westen omdat de nazorg zo goed voorbereid was en zorg vuldig werd gedaan. Velen zeggen dat we een nieuwe terminologie moeten gebruiken voor de mens van vandaag. Ik ge loof dat dat niet nodig is. Ik geloof dat de oude uitdrukkingen zoals verlossing, bekering, zaligheid, het bloed van Christus, wedergeboorte, schuldvergeving en rechtvaardiging ioor de mensen overal goed wor den begrepen. De Heilige Geest gebruikt de Bijbelse terminologie om het menselijk hart wakker te schudden en te overtuigen van zonde. Ik ben er van overtuigd dat men in de katisel een fout maaktals men een nieuwe terminologie gaat zoe ken. De aloude woorden waren goed genoeg voor de heidenen uit de eerste eeuw van onze jaar telling. Ik heb ontdekt dat zij veel gemakkelijker uit te leggen en te begrijpen zijn dan de nieuwe psychologische terminologieën die velen willen invoeren. GODS GENADE In de derde plaats heb ik opnieuw ontdekt dat Gods genade onder alle omstandigheden voldoendé is. In veel landen heb ik mensen zien lijden voor de zaak van Christus. Velen werden vervolgd of leefden in armoede en toch was Gods ge nade hen meer dan genoeg. Ik zag de gloed op hun gezichten en de glimlach die door de tranen heen drong. Ik ben ervan overtuigd dat dezelfde Christus die Paulus en Silas in de gevangenis de kracht gaf om te zingen ook de christenen van 1956 voldoende kracht kan geven. In de vierde plaats heb ik opgemerkt dat de kerk over de gehele wereld een theologisch reveil doopnaakt. Overal ter wereld is men geneigd om theologisch een meer orthodox standpunt in te nemen. Als gevolg daarvan wordt de kerk meer evan- gelisatiegezind. Ik kon uren lang over dat onderwerp spreken en predikanten maakten rustig hun aantekeningen. Zij zijn hongerig en verlangen naar nieuwe wegen om de verlorenen voor Christus te ZATERDAG 5 JANUARI 1957 TEKENEN VAN VERNIEUWING in in de vijfde plaats merkte ik overal ter wereld op dat het com munisme zijn opmars voortzet en dat onze hoop op vrede slechts zeer flauw is tenzij Christus ingrijpt. Ik ontdekte een nieuwe interesse in de eschatologie. Christenen overal ter wereld zien uit naar hun zalig thuis en naar de wederkomst van onze Heer Jezus Christus. Hoe men ook moge denken over de Wereldraad van Kerken, voor- en tegenstanders van deze oecu menische beweging zullen moeten erkennen dat de uitgaven die betrekking hebben op het werk altijd uitstekend verzorgd zijn. We ontvingen ter bespreking het kleine boekje „Signs of Renewal" (Tekenen van Vernieuwing) en reeds de omslag doet prettig aan. De kip.l a. EnpfdUd,. 2wart silhouet van grillige mie te Amoldshain i» Duitsland, één wilgen tegen een zachtgroene der lekeninstituten in Europa. achtergrond spreekt van groei en hoop. De inhoud zal bovendien "fc ieder meelevend christen interes seren: „Het leven en de groei van TN 1 de lekeninstituten in Europa". kerkmensen ketters in de oren. Onze kerken immers hebben wel ambten maar kennen geen onderscheid tussen gewijden en ongewijden, tussen priesters en gewone lidmaten. In theorie is dit vooral in Nederland waar, omdat we naast de Rooms-Katholieke Kerk hier geen Grieks Orthodoxe kerk of Angli- Lincoln woonde in Springfield en een heg scheidde zijn erf van dat van de buurman. Twee zoons van Lincoln hadden op een zekere dag ruzie en de vader poogde vrede te stichten. De buurman hoorde het ljrakeel en kwam over de heg vragen wat er toch aan de hand was. De toekomstige pre sident van Amerika schudde zijn hoofd en zei: „Ik geloof ongeveer hetzelfde, wat er op de wereld over het algemeen aan de hand is. Ik heb drie walnoten en elk van mijn zoons wil er twee." kerk kennen. Het Calvinisme heeft afgerekend met het onderscheid tussen priester en leek. En toch mogen we het woord maar niet zo gemakkelijk weg schuiven. Ook in on ze kerken worstelen we met het pro bleem. dat er een groeiende kloof ont staat tussen dominee en lidmaat. In vrij wel iedere kerk probeert men de ge wone lidmaten weer te activeren en langzamerhand groeit in gehele dagelijkse leven, sen „Christelijke verantwoordelijkheid in de Industrie" trekken deelnemers alle rangen en standen. Zo zouden we kunnen doorgaan. Het boekje van 64 pagina's laat in vogel vlucht zien op welke wijzen de verschil lende Europese landen de lidmaten ac tief in de Evangelieverkondiging willen betrekken. Merkwaardig is dat deze be weging, die de lidmaten tot activiteit wil prikkelen via besloten conferenties, nauwelijks tien jaar oud Is, enkele uit zonderingen daargelaten. NIET VOLLEDIG Jammer is echter dat dit boekje niet volledig is. Het is uitgegeven door de Wereldraad van Kerken en beslaat dus ook slechts de invloedssfeer van deze oecumenische beweging. Slaan het hoofdstuk over Nederland op, dan worden alleen werk en conferentie oorden der Herv. kerk genoemd nl. Kerk en Wereld, „De Klencke", „Den Alderdinck", „De Haaf", en „Hede- nesse" een uitzondering is dan het mooie kasteel „Oud Poelgeest" zou een goed idee zijn als iemand de moeite eens nam om een veel uitgebrei der werk te schrijven over het grote aantal trainingcentra, die in de laatste tien jaar uit de grond zijn geschoten. Het g| LIL* Hoe sommige Christenen zijn: Als een kruiwagen, je moet ze altijd duwen. Als een tol, je moet ze al tijd voortdrijven. Als een aanhangwagen, je moet ze altijd trekken. Als een vlieger, je moet ze altijd aan een touwtje houden, anders gaan ze er vandoor. Als een poes, die voortdu rend geaaid wil worden. Als een lamp, nu aan, dan uit. (Uit: de „Plunjezak" van Dr. Sillevis Smit.) Noord-Nederlandse kerkedagen 1957 zijn goed gestart Reeds lang heeft de Duitse Kirchentag navolging gevonden. Ook Neder landse kerken hebben zich op dit soort „toogdag" geworpen om de be lijdende lidmaten te activeren. De dagen werden tot nu toe echter nog maar op heel kleine schaal, meest provinciaal, georganiseerd door Hervormde lidmaten. De Gereformeerden schijnen zich voor deze aanpak niet zozeer te interesseren, omdat zij reeds lang hun Theologische Hogeschooldagen kennen en hun massale J.V. en M.V -bijeenkomsten. De kléinere kerken zoals de Vrije Evangelische Gemeenten en de Baptisten zoeken het reeds sedert jaren liever in „conferenties" voor gemeenteleden. Merkwaardig is trouwens, dat ook de Hollandse Hervorm,den zich nog weinig voor kerke dagen geïnteresseerd schijnen te hebben. De „Grunnigers" dragen het vaandel. Hun plannen zijn groots en ze worden uitstekend voorbereid. Hun kerkedagen 1957 zijn in wezen al begonnen. Het zijn „kerkedagen" geworden, niet slechts een enkele kerkedag met komsten, waarin goede sprekers mooie woorden spreken en iedereen ge- interesseerd luistert. Een week lang wil men zich in Groningen op het christen zijn gaan bezin nen. En het organiserend comité heeft reeds nu een boekje uitgegeven, waarin men de inleidin gen kan aantreffen van de onderwerpen, die aan de orde zullen worden gesteld. Het thema van de dagen zal zijn: „De toe komst is reeds begonnen". De titel is misschien niet helemaal origineel, maai geeft duidelijk weer dat men met elkaar wil spreken over de plaats van de kerk in een veranderde wereld. Een groot aantal medewerkers heeft samengewerkt om deze inleidingen tot de onderwerpen op te stellen. Er zijn in het gehele land bekende namen bij als prof. dr. P. J. Bouman (van „Revo lutie der Eenzamen"), prof. dr. C. A. van Peursen en voor ons „westerlin gen" minder bekende namen als Abe Kuipers (niet te verwarren met Ad Kuipers van het Ger. jeugdwerk). De inleidingen zijn niet stuk voor stuk on dertekend en waarschijnlijk het werk van gezamenlijk beraad. Een groot aan tal zeer actuele onderwerpen wordt aan de orde gesteld: „Wat is de kerk dienst", „Kunst en eredienst", „Chris tendom en sport", „solidariteit", „Het atoomtijdperk", „automation", enz, en aan het slot van iedere inleiding wordt een aantal discussievragen gesteld, die straks ljjn moeten geven aan het ge- Talloze problemen worden aan de or de gesteld en rake opmerkingen wor den soms gemaakt. Als er gesproken wordt over de zondag schrijft men: „Wij zijn er dunkt ons nl. nog niet In geslaagd deze dag voldoende vorm en gestalte te geven, die in overeen stemming is met het Heil en de Vreug de, die ons deze dag zijn geschonken. Aan de wereld hebben wij eigenlijk al leen onze Kerkdiensten te bieden" J i stellig duidelijk worden hoe weinig Hij weet het heter 'v Ik vroeg God om kracht, opdat ik zou mogen slagen. H(j maakte mg zwak, opdat ik zou leren nederig te gehoor- Ik vroeg om hulp om grotere dingen te kunnen doen. Hg gaf mg zwakheid, opdat ik betere dingen zou kunnen Ik vroeg om rgkdoro. opdat ik ge lukkig zou zgn. Hg gaf m(j armoede, opdat ik w(j» zou mogen zgn. 1 Ik vroeg om alle dingen, opdat ik het leven zou kunnert genieten. Hg gaf mg het leven, opdat ik alle dingen genieten. Ik kreeg niets van de dingen, waar ik om vroeg. Maar alles waarop ik gé- hoopt had. Ondanks mg zelf werden mgn gebe den verhoord. Ik ben de meeat gezegende onder de (De Roerganger). .JCaïn en Abel" van Robert Pillods is een van de illustraties uit het boekje „De toe komst is reeds begonnen," die bij een vol komen verwaarlosing van details ons op teer suggestieve wijze iets laten zien van het vre selijke van de eerste broedermoord. Spreekt echter deze kunst hel gewone gemeentelid Aan i lezers het lord! worden, dat, hoe moeilijk de concrete uitwerking ook is, de Kerk in dit alles grote vreugde kan vinden. Zo immers ontdekt zij telkens weer, dat zuivere wetenschap nimmer in strijd kan zijn met de Bijbel. Voorts dat wetenschap de Bijbelse boodschap en tucht nodig heeft wil zij niet zelf telkens weer af glijden tot éigen, verstolen, religiositeit". Of echter iedereen zal kunnen on derschrijven wat er gezegd wordt over de gemeente is de vraag: „De gemeen te is als het ware dat deel van de wereld, dat al vast, vóór die wereld, het Woord van verzoening en verlossing hoort". Toen wij deze zin voor het eerst lazen gaf zij ons even de indruk van alverzoening, maar dat behoeft er helemaal niet in gelezen te worden. Dit boekje dat een inleiding wil zijn tot de Noord-Nederlandse kerkedagen, is de belangstelling van de Hollandse Hervormden (en van alle andere gelo vigen) zeer zeker waard. Het is keurig uitgevoerd... en toch riep de uitvoering één vraag bij ons op. Men heeft zijn uiterste best gedaan om niet alleen een tekst te brengen maar deze vol komen grafisch verantwoord aan te bieden, en men heeft daartoe gebruik gemaakt van de moderne kunst. Alle titels en opschriften zijn bijv. met klei- letters uitgevoerd en ipen volgt daarin een wel moderne, maar niet alom gewaardeerde grafische school. Wonderlijk is het dan te zien, dat men, dwars tegen de nieuwste spellingsregels in, de dagen van de week in de gewone tekst wel met een hoofd letter afdrukt. Er worden ver schillende illustraties gebruikt, die allen voor ons gevoel toch weer een bepaalde uiting van de beeldende kunsten zijn. We noe men deze kunst vaak modern en in verband met het onderwerp van de toekomst heeft men ze waarschijnlijk gekozen, maar onze vraag is, spreken de teke ningen en schildergen (en dat geldt ook voor de afgedrukte gedichten) de gemeenteleden van onze kerken aan? Is deze kunst inderdaad de kunst van de toe komst, of is ze de kunst van onze verworden tijd, die alle conven tionele vormen opzij wil zetten? Onze vraag is: Heeft men niet wat heel eenzijdig gekozen? Zal de „Johnnie Jordaan-minnende" mens van vandaag zich niet juist daarom afkeren? Men kan zo kunstzinnig worden, dat men de massa niet meer bereikt. We stelden deze vragen niet uit een zin naar kritiek. Met grote belangstelling willen w(j deze Noord-Nederlandse kerkedagen 1957 volgen. W(j stelden ze, opdat ze misschien van dienst zouden kunnen z(jn In de discussies, dis cussies waarnaar w(j nu reeds uitzien. „Strijdend, struikelend toch om hoog", stond als onderschrift onder een plaat op de voorpagina van Else- viers Weekblad. Onder enorme inspan ning klommen een aantal naakte li chamen naar de top. De tijden zijn wel moeilijk, soms lijkt het of de we reld er niet veel beter op wordt, maar toch zijn we bij de scheiding van '56 en '57 weer wat vooruit ge komen. De vraag alleen is waarheen we voor uit gaan? De mensen in de dagen van Noach klommen ook met uiterste krachtsin spanning een berg op om het stijgend watèr te ontvluchten, de berg bracht echter geen redding, omdat zij niet hoog genoeg was. Mozes beklom tegen het einde van zijn leven zijn vermoeide lichaam zal het wel zijn uiter ste inspanning gekost hebben. Hij zag echter de toekomst als in een visioen en vond de dood. De wereld is vooruitge gaan zegt de optimist. De wereld is achteruit gegaan zegt de pessi mist, maar doet het er iets toe of we vooruit gaan of achter uit gaan. Verandert het iets aan ons leven als we weten dat onze betach terkleinkinderen allemaal met een straalvliegtuig zullen reizen om op Mars de HBS te bezoeken, of dat ze in een dierenvelletje met een knots op zoek zijn naar iets te eten? Voor ieder mens is er een berg te be klimmen. Niet om trots de ander voorbij te streven, maar om eerbie dig, schuldbewust naast elkaar staan in de wetenschap dat Christus aan ons kruis hangt. En iedere gene ratie moet weer opnieuw op Golgotha 0kerke- lijk taalgebruik het woord „leek" en „lekentraining" uit tot woord dat de daad werkelijke betekenis heeft, ook voor on ze Nederlandse om standigheden. Het boekje wgdt aandacht aan de verschillende con ferentieoorden en trainingscentra waar men een poging on derneemt om de niet-theologen te be reiken, hetzij door weekends, kampen of door een twee a driejarige studie. In Finland heeft men het „Leken Training Instituut" waar zon dagsschoolonderwijzers (wij zeggen lei ders) speciale cursussen kunnen volgen. In Zweden is „Sigtuna" een bekende naam geworden voor conferenties en cursussen. De Evangelische Academies in Duitsland, die een product zijn J" geworden door de hoogstaande discus sies, die er gehouden worden. In deze conferenties worden bepaalde beroepen bij elkaar gebracht. Zakenmensen bespre ken hun problemen in het licht van het Evangelie. Tijdschrijvers, bedrijfsleiders, doktoren, journalisten volgen elkaar op in afzonderlijke weekends. Bovendien worden er conferenties over bijzondere onderwerpen van sociaal belang, en trai ningscursussen georganiseerd. ANDER ASPECT In Engeland heeft het werk der le kentraining weer een geheel ander as pect. Daar geeft het Coleg Y Froo (De 20 jaar. Deze jonge mensen krij gen hierto.e vergunning van hun werk gevers en de werkgevers bekostigen zelfs voor een groot deel dit werk. Het nog zeer jonge William Temple College (gesticht in 1947) houdt conferenties om het Evangelie weer te betrekken in het Een nieuw begin Met een zucht van verlichting heb ik de oude inhoud uit mijn agenda genomen en in de prullebak gegooid. Ik heb er een hele nieuwe, nog smetteloze inhoudsloze inhoud in ge daan. Iedere nieuwe agenda geeft me 1 januari altijd weer het gevoel een nieuw begin. Alleen kom ik op 2 januari dan weer tot de ontdek king, dat het oude jaar wel verleden tijd, maar geen vergeten tijd is, en op 5 januari liggen er een hele boel onbetaalde rekeningen op mijn bnreau als erfenis van 1956. Er zijn mensen, die hun ogen willen sluiten voor het verleden. Ze hebben er een streep door gehaald en ze ho pen, dat de schuldeisers hetzelfde ge daan hebben. Met een opgewekt ge zicht zeggen ze tegen de kruidenier op het hoekje: „Van 't jaar ga ik contant betalen." Als de kruidenier dan opmerkt: „Dat is fijn. mevrouw, maar hoe staat het met de vijf on betaalde rekeningen van verleden jaar?" zijn ze geneigd hun ogen te sluiten en te zeggen: „Van 't jaar be talen we contant, vergeet die oude boel maar, kruidenier, ik ben het ook vergeten." Zal de kruidenier daar ge noegen mee nemen? We kunnen onze ogen sluiten voor het verleden, maar het blijft opgetekend staan in de boe ken van de kruidenier en wat veel erger is in de boeken van God. A Cl iVITEIT Heel dikwijls konden de bouwkosten van de lekencentra in het buitenland worden gedrukt, omdat vele jongeren self de handen uit de mouwen staken om bij de bouw mee te helpen. van de conferentieoorden en trainings- instituten op de kerk." Veel conferentie oorden. die uit particulier initiatief ont staan zijn, schenken aandacht aan een bepaald deel van de grote taak der kerk, of leggen nadruk op een bepaald theologisch belijden of methode in gees telijk werk. De „Hezersberg" te Hat- tum is ontstaan uit het werk van Möt- lingen en de boodschap van gebedsgene zing wordt daar in het middelpunt van de belangstelling geplaatst. Het confe rentieoord „Het Brandpunt" is zeer sterk chiliastisch geïnteresseerd en dan spre ken we nog niet eens over „Woudscho- ten", „De Pietersberg", „De Hoge Paaschberg", „De Bron", „Kasteel Hoe- kelum", „De Hoorneboeg", „Het oi- gaartshuis", „De Ernst Sillem Hoeve", enz. Al deze conferentieoorden, hoe ver. schallend ze ook mogen zijn, zoeken op de een of andere manier de lidmaten der kerken te beïnvloeden. Het zou interessant zijn eens te zien welke vloed zij op het gewone kerkelijk leven hebben. het zijn de rasechte Er zijn nr. activisten, die ieder jaar opnieuw lange waslijst gaan opmaken, wat zij niet en wat zij wel zullen doen. Dat zijn de vechters, die zich voornemen om te gaan strijden tegen de zonde. Zij nemen de tekst: „Strijdt om in te gaan" heel letterlijk. Als ze geen christen zijn, dan vechten ze tegen de zonde om toch vooral tegen God te kunnen zeggen dat ze hun best ge daan hebben. Als ze wel een christen zijn, dan vechten ze tot het uiterste om toch maar vooral een goed leven te leiden als christen. Het klinkt mis schien heel ketters in uw oren, maar ik ea het toch reeeen-, de Bijbel spreekt niet over strijden tegen de zonde. Het kwaad wordt niet over wonnen door er tegen te strijden, maar door het geloof. Evenmin als het goed reformatorisch is om te zeg gen dat we niet door goede werken zalig worden, is het ook goed refor matorisch om te zeggen, dat we door goede werken de zonde in ons leven niet overwinnen. In Gethsemané voerde Christus een strijd, niet tegen de zonde, maar te gen het verlangen van zijn eigen hart om de gemakkelijkste weg te kiezen, om de beker niet te drinken. Het kostte een enorme strijd om te zeg gen: „Uw wil geschiede" en het kost ieder mens een enorme strijd om tel kens weer de wil te buigen voor Gods wiL Die strijd moeten wij strijden, maar niet als doorgewinterde activis ten gaan vechten tegen zondige ver langens in ons leven. U verliest het PASSIVITEIT Bij iedere natuurcatastrofe en ieder angstig we reldgebeuren gaan vele gedachten naar de weder komst van Christus. Hij heeft gezegd dat Hij zal ko men. Is zijn komst inderdaad ieder ogenblik te ver wachten? Wij weten dat Hij komt. Als het wat moei lijk gaat in ons persoonlijk leven, als we ons in grote geestelijke strijd bevinden, of de schuldeisers wat al te hardnekkig aan de bel trekken, zijn we ge- tieigd om met Johannes te bidden: „Kom haastiglijk Heer Jezus." Maar als ons leven op rolletjes loopt, sijn we geneigd er aan toe te voegen, „maar Iaat mij eerst nog wat rustig genieten van het leven." Er zijn echter ook van die ogenblikken, dat het hart angstig begint te kloppen, dat we met Luther mee voelen, die in doodsangst Maria begon aan te roepen, toen de bliksem de hemel in gloed zette en de don- Ier rolde. Wij zeggen, dat we naar de wederkomst verlangen, maar iedere donderslag, doet het hart on rustig bonken. Op 19 mei 1780 Werd de hemel van Nieuw Engeland plotseling onverklaarbaar donker. Het geschiedde zo te gen tien a elf uur 's morgens en het bleef duister tot de nacht viel. Het werd zelfs zo erg, dat men op eni ge afstand niets meer kon onderscheiden en de kaarsen aangestoken moesten worden. Het vee kwam terug naar de schuur en de kippen gingen op stok. Velen dachten, dat het eindoordeel gekomen was en de openbare angst groeide met het uur. Deze gebeurtenis vonden we on langs beschreven in een gedicht van de Amerikaanse dichter James Greenleaf Whittier, die de houding van een waarachtig christen schildert in een dergelijk ogen blik. Het gedicht draagt de titel Abraham Davenport. Het is een poëtisch geschreven geschiedenis zonder rijmwoorden. Het geschiedde op een meidag van het oude jaar Zeventien honderd en tachtig dat over het geurige jonge leven van de lente over de vers geploegde aarde tn de lichte middaghemel De verschrikking viel van een diepe duisternis. Het was een dag uit de Noorse sagen, die spreken van de godenschemering. De lage lucht was zwaar en zwart van vele wolken. Slechts [de doffe glans van een enkele rand gloeide als lava, die de hete hel beneden zich verlaten heeft en langzaam sterft. De kippen gingen op stok en vogels zwegen, het vee verdrong zich by de hekken en loeide in een verlangen naar de stal. Een vleermuis fladderde eenzaam door de lucht, en de stem van de arbeid verstomde. Mannen baden en vrouwen weenden zacht, en allen wachtten op de bazuin van het laatste [oordeel die de zwarte hemel zou doorbreken, zodat het dreigend gezicht van Christus door de [verscheurde wolken gezien zou wórden, en Hij zou komen niet als de goede gast van Lazarus' Bethanië maar als de rechter die het oordeel lezen gaat. In het provinciehuis van oud Connecticut zaten als bleke schimmen de afgevaardigden [van het volk, en beefden in de toga's die zij droegen. „Dit is de Dag des Heren, laat ons uiteengaan" riep een stem en allen richtten vol verwachting, het oog op Davenport. De man stond op en met een vaste stem verbrak hij 't vreselijk [zwijgen: „Dit zou de dag van het oordeel kunnen zijn waarop de wereld wacht. Ik weet het niet. Ik zie alleen mijn werk en hoor het [Woord des Heren, die eist dat wij getrouw de taak zullen volbrengen die Hij ons gaf te doen tot aan Zijn komst. En op de plaats, die Hij mij in zijn eeuw'ge raad gegeven heeft blijf ik nu staan opdat [Hij als Hij komt geen weggelopen slaaf ver van zijn werk zal vindén maar een getrouwe knecht die op zijn post [de stem van God verwacht. En daarom, 't zy in eerbied hier gesproken, God doe Zijn werk, wij houden ons aan 't onze. Brengt kaarsen". En gehoorzaam deed men [wat h\j zei. Cr zijn ook mensen die bij de pakken zijn gaan neerzitten. Zij maken geen Nieuwjaarsresolutie meer, want, me nen ze, het heeft toch geen zin. We zijn nu eenmaal zo en we zullen wel altijd zo blijven. Dat zijn de passie ven. Ze laten zich als een dode vis met de stroom van het leven mee drijven en zeggen vaak nog heel vroom: „God ik kan er echt niets aan doen, want U hebt mij zo ge schapen." Ze geven God de schuld, drinken gezellig hun kopje koffie en slapen er geen nacht minder om. Bij het „Wees heilig, want ik ben heilig," halen zë moedeloos de schouders op en zeggen „Dat kan immers niet." AFHANKELIJKHEID De oude rekeningen van vorig jaar lig gen er nog, maar Christus, die al onze zonden gedragen heeft aan het kruis, heeft op iedere schuldbekente nis „Voldaan" gedrukt. De nieuwe moeilijkheden mogen we rustig onder ogen zien. We behoeven niet als gees telijke Don Quichottes te gaan vech ten tegen de maar al te echte wind molens van de duivel. We behoeven ook niet bij de pakken neer te zit ten. Christus die ten hemel is geva ren wil imihers door Zijn Heilige Geest in onze harten wonen. Corry ten Boom. de schrijfster die haar con centratiekampbelevenissen vastlegde in haar boek „Gevangene en toch en die nu als eenvoudig gezant van de hemel haar derde reis rond de wereld maakt, om iedereen heel kin derlijk te vertellen, wat Christus voor haar betekent, vertelde eens van een klein meisje, dat heel blij vertelde, dat Christus in haar hartje woonde. „O", antwoordde ze, dan zeg ik, „Dit huis is niet meer van mij, het is van de Heere Jezus. Ik zal de Eigenaar zelf even halen. En voor Christus aan de deur is, is de duivel al verdwe nen." Het is maar heel kinderlijk ge zegd en wij grote mensen glimlachen er een beetje neerbuigend om, want zo eenvoudig is het toch ook weer niet Wel glimlach dan maar raak, want ik ga toch zeggen: Zo eenvoudig is het wel. U krijgt geen gelukkig 1957 door al Uw geestelijke activiteit: U krijgt zeker geen vruchtbaar 1957 door Uw passiviteit: maar U wordt wel een blij en vruchtbaar mens door volko men afhankelijk te worden van Jezus Christus. Onze moeilijkheid is echter dat we niet graag afhankelijk zijn, daar zijn we te trots voor. Een zendeling In één van de Arabische lan den was op weg naar een dorp, waar hij nog nimmer was geweest. Een aantal Mohamme daanse kennissen vergezelde hem, maar ook zij waren niet erg thuis m de streek. Toen de weg zich in tweeën splitste, wist niemand wel ke weg ze moesten nemen. Plotseling zag de zendeling zijn kans, toen hij naast de weg een grafzerk ontdekte. „Laten we naar dat graf gaan en de dode om de weg vragen", zei hij. De Mohammedanen keken hem in uiterste ver bazing aan. „Waarom zouden wij een dode de weg vragen, als we naar dat huis daar kunnen gaan om levenden de weg te vragen? ,,Dat is juist!" antwoordde de zendeling „Daarom kunnen we Jezus Christus de we: des levens vragen. Hij leeftMohammed is dood". (Uit een preek van Donald G. Barn- house).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1957 | | pagina 13