BILLY GRAHAM
IK
Interessante conclusies van
Het oude woord „leken
krijgt nieuwe betekenis
Drie walnoten Het woord ,eken„ klInkl sommige
De toekomst is reeds begonnen
r
Y, :Vv<8v)
mÈ^R/ÉrtÊÊÊË
J
STEEDS HOGER?
en de komst van Christus
DE DODEN HELPEN NIET
ZONDAGSBLAD
In het Anierikaange maandblad „Christian Life", werden on
langs de brieven afgedrukt, die Billy Graham schreef aan zijn vrouw,
toen hij zijn tournee maakte door het Verre Oosten. In het laatste
nummer van het blad voegt dr. Graham er een P.S. aan toe, waarin
hij ook zijn conclusies uiteenzet waartoe hij tijdens zijn reis is ge
komen. Na geschreven te hebben: „Ik geloof dat mijn grootste angst
in mijn werk is, dat mensen hun ogen op mij zullen richten in plaats
van op Christus. In verschillende plaatsen laat God in Zijn Woord
duidelijk uitkomen, dat Hij zijn eer niet met een mens wil delen",
vervolgt de bekende evangelist:
Tijdens mijn tournee ben ik tot ver
schillende conclusies gekomen, die
ik hier voor je neer wil leggen. In
de eerste plaats merkt* ik weer
eens opnieuw aat de mensen overal
ter wereld dezelfde zijn. In heel
veel landen werd mij gevraagd in
welk land ik de grootste ingang
vond. Om je eerlijk de waarheid
te zeggen kan ik niet zeggen dat
ik in het ene land een groter ge
hoor trof dan in het andere. In
India, Japan, Groot-Britannië en
Amerika zag ik mensen op dezelfde
manier gehoor geven aan het
Evangelie. Velen vroegen mij ook,
predikt u een ander type bood
schap in India dan in Amerika?
Neen, overal bracht ik dezelfde
boodschap. Ik stond meestal stil
bij het feit van de zonde, het kruis
als de basis voor Gods schuld
vergeving, de opstanding voor
rechtvaardigmaking, en de nood-
zakelijkheid van bekering, geloof,
wedergeboorte en gehoorzaamheid.
OVERAL REACTIES
In de tweede plaats kwam ik tot de
conclusie, dat als mensen bidden
en het Evangelie in al zijn eenvoud
en kracht wordt gepredikt de
mensen overal zullen reageren. In
het Verre Oosten gaf ik precies
dezelfde uitnodiging als in Amerika
en Europa. De mensen'kwamen bij
honderden; ze waren oprecht. Na
onze terugkeer in Amerika hebben
we honderden brieven ontvangen,
- die ons vertellen dat de vrucht
blijft. Waarschijnlijk ligt het per
centage van hen die trouw blijven
in het Verre Oosten wat hoger dan
in het Westen omdat de nazorg
zo goed voorbereid was en zorg
vuldig werd gedaan.
Velen zeggen dat we een nieuwe
terminologie moeten gebruiken
voor de mens van vandaag. Ik ge
loof dat dat niet nodig is. Ik geloof
dat de oude uitdrukkingen zoals
verlossing, bekering, zaligheid, het
bloed van Christus, wedergeboorte,
schuldvergeving en rechtvaardiging
ioor de mensen overal goed wor
den begrepen. De Heilige Geest
gebruikt de Bijbelse terminologie
om het menselijk hart wakker te
schudden en te overtuigen van
zonde.
Ik ben er van overtuigd dat men in
de katisel een fout maaktals men
een nieuwe terminologie gaat zoe
ken. De aloude woorden waren
goed genoeg voor de heidenen uit
de eerste eeuw van onze jaar
telling. Ik heb ontdekt dat zij veel
gemakkelijker uit te leggen en te
begrijpen zijn dan de nieuwe
psychologische terminologieën die
velen willen invoeren.
GODS GENADE
In de derde plaats heb ik opnieuw
ontdekt dat Gods genade onder alle
omstandigheden voldoendé is. In
veel landen heb ik mensen zien
lijden voor de zaak van Christus.
Velen werden vervolgd of leefden
in armoede en toch was Gods ge
nade hen meer dan genoeg. Ik zag
de gloed op hun gezichten en de
glimlach die door de tranen heen
drong. Ik ben ervan overtuigd dat
dezelfde Christus die Paulus en
Silas in de gevangenis de kracht
gaf om te zingen ook de christenen
van 1956 voldoende kracht kan
geven.
In de vierde plaats heb ik opgemerkt
dat de kerk over de gehele wereld
een theologisch reveil doopnaakt.
Overal ter wereld is men geneigd
om theologisch een meer orthodox
standpunt in te nemen. Als gevolg
daarvan wordt de kerk meer evan-
gelisatiegezind. Ik kon uren lang
over dat onderwerp spreken en
predikanten maakten rustig hun
aantekeningen. Zij zijn hongerig en
verlangen naar nieuwe wegen om
de verlorenen voor Christus te
ZATERDAG 5 JANUARI 1957
TEKENEN VAN VERNIEUWING
in in de vijfde plaats merkte ik
overal ter wereld op dat het com
munisme zijn opmars voortzet en
dat onze hoop op vrede slechts zeer
flauw is tenzij Christus ingrijpt. Ik
ontdekte een nieuwe interesse in de
eschatologie. Christenen overal ter
wereld zien uit naar hun zalig
thuis en naar de wederkomst van
onze Heer Jezus Christus.
Hoe men ook moge denken over
de Wereldraad van Kerken, voor-
en tegenstanders van deze oecu
menische beweging zullen moeten
erkennen dat de uitgaven die
betrekking hebben op het werk
altijd uitstekend verzorgd zijn. We
ontvingen ter bespreking het
kleine boekje „Signs of Renewal"
(Tekenen van Vernieuwing) en
reeds de omslag doet prettig aan.
De kip.l a. EnpfdUd,. 2wart silhouet van grillige
mie te Amoldshain i» Duitsland, één wilgen tegen een zachtgroene
der lekeninstituten in Europa. achtergrond spreekt van groei en
hoop. De inhoud zal bovendien
"fc ieder meelevend christen interes
seren: „Het leven en de groei van
TN 1 de lekeninstituten in Europa".
kerkmensen ketters in de oren. Onze
kerken immers hebben wel ambten
maar kennen geen onderscheid tussen
gewijden en ongewijden, tussen priesters
en gewone lidmaten. In theorie is dit
vooral in Nederland waar, omdat we
naast de Rooms-Katholieke Kerk hier
geen Grieks Orthodoxe kerk of Angli-
Lincoln woonde in Springfield
en een heg scheidde zijn erf van
dat van de buurman. Twee zoons
van Lincoln hadden op een zekere
dag ruzie en de vader poogde
vrede te stichten. De buurman
hoorde het ljrakeel en kwam over
de heg vragen wat er toch aan
de hand was. De toekomstige pre
sident van Amerika schudde zijn
hoofd en zei: „Ik geloof ongeveer
hetzelfde, wat er op de wereld
over het algemeen aan de hand
is. Ik heb drie walnoten en elk
van mijn zoons wil er twee."
kerk kennen. Het Calvinisme heeft
afgerekend met het
onderscheid tussen
priester en leek. En
toch mogen we het
woord maar niet zo
gemakkelijk weg
schuiven. Ook in on
ze kerken worstelen
we met het pro
bleem. dat er een
groeiende kloof ont
staat tussen dominee
en lidmaat. In vrij
wel iedere kerk
probeert men de ge
wone lidmaten weer
te activeren en
langzamerhand
groeit in
gehele dagelijkse leven,
sen „Christelijke verantwoordelijkheid
in de Industrie" trekken deelnemers
alle rangen en standen.
Zo zouden we kunnen doorgaan. Het
boekje van 64 pagina's laat in vogel
vlucht zien op welke wijzen de verschil
lende Europese landen de lidmaten ac
tief in de Evangelieverkondiging willen
betrekken. Merkwaardig is dat deze be
weging, die de lidmaten tot activiteit
wil prikkelen via besloten conferenties,
nauwelijks tien jaar oud Is, enkele uit
zonderingen daargelaten.
NIET VOLLEDIG
Jammer is echter dat dit boekje niet
volledig is. Het is uitgegeven door de
Wereldraad van Kerken en beslaat dus
ook slechts de invloedssfeer van deze
oecumenische beweging. Slaan
het hoofdstuk over Nederland op, dan
worden alleen werk en conferentie
oorden der Herv. kerk genoemd nl.
Kerk en Wereld, „De Klencke", „Den
Alderdinck", „De Haaf", en „Hede-
nesse" een uitzondering is dan het
mooie kasteel „Oud Poelgeest"
zou een goed idee zijn als iemand de
moeite eens nam om een veel uitgebrei
der werk te schrijven over het grote
aantal trainingcentra, die in de laatste
tien jaar uit de grond zijn geschoten.
Het g| LIL*
Hoe sommige
Christenen zijn:
Als een kruiwagen, je moet
ze altijd duwen.
Als een tol, je moet ze al
tijd voortdrijven.
Als een aanhangwagen, je
moet ze altijd trekken.
Als een vlieger, je moet
ze altijd aan een touwtje
houden, anders gaan ze er
vandoor.
Als een poes, die voortdu
rend geaaid wil worden.
Als een lamp, nu aan, dan
uit.
(Uit: de „Plunjezak" van
Dr. Sillevis Smit.)
Noord-Nederlandse kerkedagen
1957 zijn goed gestart
Reeds lang heeft de Duitse Kirchentag navolging gevonden. Ook Neder
landse kerken hebben zich op dit soort „toogdag" geworpen om de be
lijdende lidmaten te activeren. De dagen werden tot nu toe echter nog maar
op heel kleine schaal, meest provinciaal, georganiseerd door Hervormde
lidmaten. De Gereformeerden schijnen zich voor deze aanpak niet zozeer
te interesseren, omdat zij reeds lang hun Theologische Hogeschooldagen
kennen en hun massale J.V. en M.V -bijeenkomsten. De kléinere kerken
zoals de Vrije Evangelische Gemeenten en de Baptisten zoeken het reeds
sedert jaren liever in „conferenties" voor gemeenteleden. Merkwaardig is
trouwens, dat ook de Hollandse Hervorm,den zich nog weinig voor kerke
dagen geïnteresseerd schijnen te hebben. De „Grunnigers" dragen het
vaandel. Hun plannen zijn groots en ze worden uitstekend voorbereid. Hun
kerkedagen 1957 zijn in wezen al begonnen.
Het zijn „kerkedagen"
geworden, niet slechts
een enkele kerkedag met
komsten, waarin goede
sprekers mooie woorden
spreken en iedereen ge-
interesseerd luistert. Een
week lang wil men zich
in Groningen op het
christen zijn gaan bezin
nen. En het organiserend
comité heeft reeds nu
een boekje uitgegeven,
waarin men de inleidin
gen kan aantreffen van
de onderwerpen, die
aan de orde zullen worden gesteld. Het
thema van de dagen zal zijn: „De toe
komst is reeds begonnen". De titel is
misschien niet helemaal origineel, maai
geeft duidelijk weer dat men met elkaar
wil spreken over de plaats van de kerk
in een veranderde wereld.
Een groot aantal medewerkers heeft
samengewerkt om deze inleidingen tot
de onderwerpen op te stellen. Er zijn
in het gehele land bekende namen bij
als prof. dr. P. J. Bouman (van „Revo
lutie der Eenzamen"), prof. dr. C. A.
van Peursen en voor ons „westerlin
gen" minder bekende namen als Abe
Kuipers (niet te verwarren met Ad
Kuipers van het Ger. jeugdwerk). De
inleidingen zijn niet stuk voor stuk on
dertekend en waarschijnlijk het werk
van gezamenlijk beraad. Een groot aan
tal zeer actuele onderwerpen wordt
aan de orde gesteld: „Wat is de kerk
dienst", „Kunst en eredienst", „Chris
tendom en sport", „solidariteit", „Het
atoomtijdperk", „automation", enz, en
aan het slot van iedere inleiding wordt
een aantal discussievragen gesteld, die
straks ljjn moeten geven aan het ge-
Talloze problemen worden aan de or
de gesteld en rake opmerkingen wor
den soms gemaakt. Als er gesproken
wordt over de zondag schrijft men:
„Wij zijn er dunkt ons nl. nog niet
In geslaagd deze dag voldoende vorm
en gestalte te geven, die in overeen
stemming is met het Heil en de Vreug
de, die ons deze dag zijn geschonken.
Aan de wereld hebben wij eigenlijk al
leen onze Kerkdiensten te bieden"
J
i stellig duidelijk worden hoe weinig
Hij weet het heter
'v
Ik vroeg God om kracht, opdat ik zou
mogen slagen. H(j maakte mg zwak,
opdat ik zou leren nederig te gehoor-
Ik vroeg om hulp om grotere dingen
te kunnen doen. Hg gaf mg zwakheid,
opdat ik betere dingen zou kunnen
Ik vroeg om rgkdoro. opdat ik ge
lukkig zou zgn. Hg gaf m(j armoede,
opdat ik w(j» zou mogen zgn. 1
Ik vroeg om alle dingen, opdat ik het
leven zou kunnert genieten. Hg gaf mg
het leven, opdat ik alle dingen
genieten.
Ik kreeg niets van de dingen, waar
ik om vroeg. Maar alles waarop ik gé-
hoopt had.
Ondanks mg zelf werden mgn gebe
den verhoord.
Ik ben de meeat gezegende onder de
(De Roerganger).
.JCaïn en Abel" van Robert Pillods is een
van de illustraties uit het boekje „De toe
komst is reeds begonnen," die bij een vol
komen verwaarlosing van details ons op teer
suggestieve wijze iets laten zien van het vre
selijke van de eerste broedermoord. Spreekt
echter deze kunst hel gewone gemeentelid
Aan
i lezers het
lord!
worden, dat, hoe moeilijk de concrete
uitwerking ook is, de Kerk in dit alles
grote vreugde kan vinden. Zo immers
ontdekt zij telkens weer, dat zuivere
wetenschap nimmer in strijd kan zijn
met de Bijbel. Voorts dat wetenschap
de Bijbelse boodschap en tucht nodig
heeft wil zij niet zelf telkens weer af
glijden tot éigen, verstolen, religiositeit".
Of echter iedereen zal kunnen on
derschrijven wat er gezegd wordt over
de gemeente is de vraag: „De gemeen
te is als het ware dat deel van de
wereld, dat al vast, vóór die wereld,
het Woord van verzoening en verlossing
hoort". Toen wij deze zin voor het
eerst lazen gaf zij ons even de indruk
van alverzoening, maar dat behoeft er
helemaal niet in gelezen te worden.
Dit boekje dat een inleiding wil zijn
tot de Noord-Nederlandse kerkedagen,
is de belangstelling van de Hollandse
Hervormden (en van alle andere gelo
vigen) zeer zeker waard. Het is keurig
uitgevoerd... en toch riep de uitvoering
één vraag bij ons op. Men heeft zijn
uiterste best gedaan om niet alleen
een tekst te brengen maar deze vol
komen grafisch verantwoord aan te
bieden, en men heeft daartoe gebruik
gemaakt van de moderne kunst. Alle
titels en opschriften zijn bijv. met klei-
letters uitgevoerd en ipen volgt
daarin een wel moderne, maar niet
alom gewaardeerde grafische school.
Wonderlijk is het dan te zien, dat men,
dwars tegen de nieuwste spellingsregels
in, de dagen van de week in de
gewone tekst wel met een hoofd
letter afdrukt. Er worden ver
schillende illustraties gebruikt,
die allen voor ons gevoel toch
weer een bepaalde uiting van de
beeldende kunsten zijn. We noe
men deze kunst vaak modern en
in verband met het onderwerp
van de toekomst heeft men ze
waarschijnlijk gekozen, maar
onze vraag is, spreken de teke
ningen en schildergen (en dat
geldt ook voor de afgedrukte
gedichten) de gemeenteleden van
onze kerken aan? Is deze kunst
inderdaad de kunst van de toe
komst, of is ze de kunst van onze
verworden tijd, die alle conven
tionele vormen opzij wil zetten?
Onze vraag is: Heeft men niet
wat heel eenzijdig gekozen? Zal
de „Johnnie Jordaan-minnende"
mens van vandaag zich niet juist
daarom afkeren? Men kan zo
kunstzinnig worden, dat men de
massa niet meer bereikt.
We stelden deze vragen niet
uit een zin naar kritiek. Met grote
belangstelling willen w(j deze
Noord-Nederlandse kerkedagen
1957 volgen. W(j stelden ze, opdat
ze misschien van dienst zouden
kunnen z(jn In de discussies, dis
cussies waarnaar w(j nu reeds
uitzien.
„Strijdend, struikelend toch om
hoog", stond als onderschrift onder
een plaat op de voorpagina van Else-
viers Weekblad. Onder enorme inspan
ning klommen een aantal naakte li
chamen naar de top. De tijden zijn
wel moeilijk, soms lijkt het of de we
reld er niet veel beter op wordt,
maar toch zijn we bij de scheiding
van '56 en '57 weer wat vooruit ge
komen.
De vraag alleen is waarheen we voor
uit gaan?
De mensen in de dagen van Noach
klommen ook met uiterste krachtsin
spanning een berg op om het stijgend
watèr te ontvluchten, de berg bracht
echter geen redding,
omdat zij niet hoog
genoeg was.
Mozes beklom tegen het
einde van zijn leven
zijn vermoeide lichaam
zal het wel zijn uiter
ste inspanning gekost
hebben. Hij zag echter
de toekomst als in
een visioen en vond
de dood.
De wereld is vooruitge
gaan zegt de optimist.
De wereld is achteruit
gegaan zegt de pessi
mist, maar doet het er
iets toe of we vooruit gaan of achter
uit gaan. Verandert het iets aan ons
leven als we weten dat onze betach
terkleinkinderen allemaal met een
straalvliegtuig zullen reizen om op
Mars de HBS te bezoeken, of dat ze
in een dierenvelletje met een knots op
zoek zijn naar iets te eten?
Voor ieder mens is er een berg te be
klimmen. Niet om trots de ander
voorbij te streven, maar om eerbie
dig, schuldbewust naast elkaar
staan in de wetenschap dat Christus
aan ons kruis hangt. En iedere gene
ratie moet weer opnieuw op Golgotha
0kerke-
lijk taalgebruik het
woord „leek" en
„lekentraining"
uit tot
woord dat de daad
werkelijke betekenis
heeft, ook voor on
ze Nederlandse om
standigheden.
Het boekje wgdt
aandacht aan de
verschillende con
ferentieoorden en
trainingscentra waar
men een poging on
derneemt om de
niet-theologen te be
reiken, hetzij door
weekends, kampen
of door een twee a
driejarige studie. In
Finland heeft men
het „Leken Training
Instituut" waar zon
dagsschoolonderwijzers (wij zeggen lei
ders) speciale cursussen kunnen volgen.
In Zweden is „Sigtuna" een bekende
naam geworden voor conferenties en
cursussen. De Evangelische Academies in
Duitsland, die een product zijn J"
geworden door de hoogstaande discus
sies, die er gehouden worden. In deze
conferenties worden bepaalde beroepen
bij elkaar gebracht. Zakenmensen bespre
ken hun problemen in het licht van het
Evangelie. Tijdschrijvers, bedrijfsleiders,
doktoren, journalisten volgen elkaar op
in afzonderlijke weekends. Bovendien
worden er conferenties over bijzondere
onderwerpen van sociaal belang, en trai
ningscursussen georganiseerd.
ANDER ASPECT
In Engeland heeft het werk der le
kentraining weer een geheel ander as
pect. Daar geeft het Coleg Y Froo (De
20 jaar. Deze jonge mensen krij
gen hierto.e vergunning van hun werk
gevers en de werkgevers bekostigen
zelfs voor een groot deel dit werk. Het
nog zeer jonge William Temple College
(gesticht in 1947) houdt conferenties om
het Evangelie weer te betrekken in het
Een nieuw begin
Met een zucht van verlichting heb
ik de oude inhoud uit mijn agenda
genomen en in de prullebak gegooid.
Ik heb er een hele nieuwe, nog
smetteloze inhoudsloze inhoud in ge
daan. Iedere nieuwe agenda geeft me
1 januari altijd weer het gevoel
een nieuw begin. Alleen kom ik
op 2 januari dan weer tot de ontdek
king, dat het oude jaar wel verleden
tijd, maar geen vergeten tijd is, en
op 5 januari liggen er een hele
boel onbetaalde rekeningen op mijn
bnreau als erfenis van 1956.
Er zijn mensen, die hun ogen willen
sluiten voor het verleden. Ze hebben
er een streep door gehaald en ze ho
pen, dat de schuldeisers hetzelfde ge
daan hebben. Met een opgewekt ge
zicht zeggen ze tegen de kruidenier
op het hoekje: „Van 't jaar ga ik
contant betalen." Als de kruidenier
dan opmerkt: „Dat is fijn. mevrouw,
maar hoe staat het met de vijf on
betaalde rekeningen van verleden
jaar?" zijn ze geneigd hun ogen te
sluiten en te zeggen: „Van 't jaar be
talen we contant, vergeet die oude
boel maar, kruidenier, ik ben het ook
vergeten." Zal de kruidenier daar ge
noegen mee nemen? We kunnen onze
ogen sluiten voor het verleden, maar
het blijft opgetekend staan in de boe
ken van de kruidenier en wat veel
erger is in de boeken van God.
A Cl iVITEIT
Heel dikwijls konden de bouwkosten
van de lekencentra in het buitenland
worden gedrukt, omdat vele jongeren
self de handen uit de mouwen staken
om bij de bouw mee te helpen.
van de conferentieoorden en trainings-
instituten op de kerk." Veel conferentie
oorden. die uit particulier initiatief ont
staan zijn, schenken aandacht aan een
bepaald deel van de grote taak der
kerk, of leggen nadruk op een bepaald
theologisch belijden of methode in gees
telijk werk. De „Hezersberg" te Hat-
tum is ontstaan uit het werk van Möt-
lingen en de boodschap van gebedsgene
zing wordt daar in het middelpunt van
de belangstelling geplaatst. Het confe
rentieoord „Het Brandpunt" is zeer sterk
chiliastisch geïnteresseerd en dan spre
ken we nog niet eens over „Woudscho-
ten", „De Pietersberg", „De Hoge
Paaschberg", „De Bron", „Kasteel Hoe-
kelum", „De Hoorneboeg", „Het oi-
gaartshuis", „De Ernst Sillem Hoeve",
enz. Al deze conferentieoorden, hoe ver.
schallend ze ook mogen zijn, zoeken op
de een of andere manier de lidmaten
der kerken te beïnvloeden. Het zou
interessant zijn eens te zien welke
vloed zij op het gewone kerkelijk leven
hebben.
het zijn de rasechte
Er zijn nr.
activisten, die ieder jaar opnieuw
lange waslijst gaan opmaken, wat zij
niet en wat zij wel zullen doen. Dat
zijn de vechters, die zich voornemen
om te gaan strijden tegen de zonde.
Zij nemen de tekst: „Strijdt om in
te gaan" heel letterlijk. Als ze geen
christen zijn, dan vechten ze tegen
de zonde om toch vooral tegen God
te kunnen zeggen dat ze hun best ge
daan hebben. Als ze wel een christen
zijn, dan vechten ze tot het uiterste
om toch maar vooral een goed leven
te leiden als christen. Het klinkt mis
schien heel ketters in uw oren, maar
ik ea het toch reeeen-, de Bijbel
spreekt niet over strijden tegen de
zonde. Het kwaad wordt niet over
wonnen door er tegen te strijden,
maar door het geloof. Evenmin als
het goed reformatorisch is om te zeg
gen dat we niet door goede werken
zalig worden, is het ook goed refor
matorisch om te zeggen, dat we door
goede werken de zonde in ons leven
niet overwinnen.
In Gethsemané voerde Christus een
strijd, niet tegen de zonde, maar te
gen het verlangen van zijn eigen hart
om de gemakkelijkste weg te kiezen,
om de beker niet te drinken. Het
kostte een enorme strijd om te zeg
gen: „Uw wil geschiede" en het kost
ieder mens een enorme strijd om tel
kens weer de wil te buigen voor Gods
wiL Die strijd moeten wij strijden,
maar niet als doorgewinterde activis
ten gaan vechten tegen zondige ver
langens in ons leven. U verliest het
PASSIVITEIT
Bij iedere natuurcatastrofe en ieder angstig we
reldgebeuren gaan vele gedachten naar de weder
komst van Christus. Hij heeft gezegd dat Hij zal ko
men. Is zijn komst inderdaad ieder ogenblik te ver
wachten? Wij weten dat Hij komt. Als het wat moei
lijk gaat in ons persoonlijk leven, als we ons in
grote geestelijke strijd bevinden, of de schuldeisers
wat al te hardnekkig aan de bel trekken, zijn we ge-
tieigd om met Johannes te bidden: „Kom haastiglijk
Heer Jezus." Maar als ons leven op rolletjes loopt,
sijn we geneigd er aan toe te voegen, „maar Iaat
mij eerst nog wat rustig genieten van het leven."
Er zijn echter ook van die ogenblikken, dat het hart
angstig begint te kloppen, dat we met Luther mee
voelen, die in doodsangst Maria begon aan te roepen,
toen de bliksem de hemel in gloed zette en de don-
Ier rolde. Wij zeggen, dat we naar de wederkomst
verlangen, maar iedere donderslag, doet het hart on
rustig bonken.
Op 19 mei 1780 Werd de hemel van Nieuw Engeland
plotseling onverklaarbaar donker. Het geschiedde zo te
gen tien a elf uur 's morgens en het bleef duister tot
de nacht viel. Het werd zelfs zo erg, dat men op eni
ge afstand niets meer kon onderscheiden en de kaarsen
aangestoken moesten worden. Het vee kwam terug naar
de schuur en de kippen gingen op stok. Velen dachten,
dat het eindoordeel gekomen was en de openbare angst
groeide met het uur. Deze gebeurtenis vonden we on
langs beschreven in een gedicht van de Amerikaanse
dichter James Greenleaf Whittier, die de houding van
een waarachtig christen schildert in een dergelijk ogen
blik. Het gedicht draagt de titel Abraham Davenport.
Het is een poëtisch geschreven geschiedenis zonder
rijmwoorden.
Het geschiedde op een meidag van het oude jaar
Zeventien honderd en tachtig dat
over het geurige jonge leven van de lente
over de vers geploegde aarde tn de lichte
middaghemel
De verschrikking viel van een diepe duisternis.
Het was een dag uit de Noorse sagen,
die spreken van de godenschemering. De lage lucht
was zwaar en zwart van vele wolken. Slechts
[de doffe glans
van een enkele rand gloeide als lava, die de
hete hel
beneden zich verlaten heeft en langzaam sterft.
De kippen gingen op stok en vogels zwegen,
het vee verdrong zich by de hekken
en loeide in een verlangen naar de stal.
Een vleermuis fladderde eenzaam door de lucht,
en de stem van de arbeid verstomde.
Mannen baden en vrouwen weenden zacht,
en allen wachtten op de bazuin van het laatste
[oordeel
die de zwarte hemel zou doorbreken, zodat
het dreigend gezicht van Christus door de
[verscheurde wolken
gezien zou wórden, en Hij zou komen
niet als de goede gast van Lazarus' Bethanië
maar als de rechter die het oordeel lezen gaat.
In het provinciehuis van oud Connecticut
zaten als bleke schimmen de afgevaardigden
[van het volk,
en beefden in de toga's die zij droegen.
„Dit is de Dag des Heren, laat ons uiteengaan"
riep een stem en allen richtten vol verwachting,
het oog op Davenport. De man stond op
en met een vaste stem verbrak hij 't vreselijk
[zwijgen:
„Dit zou de dag van het oordeel kunnen zijn
waarop de wereld wacht. Ik weet het niet.
Ik zie alleen mijn werk en hoor het
[Woord des Heren,
die eist dat wij getrouw de taak zullen volbrengen
die Hij ons gaf te doen tot aan Zijn komst.
En op de plaats, die Hij mij in zijn eeuw'ge raad
gegeven heeft blijf ik nu staan opdat
[Hij als Hij komt
geen weggelopen slaaf ver van zijn werk zal vindén
maar een getrouwe knecht die op zijn post
[de stem van God verwacht.
En daarom, 't zy in eerbied hier gesproken,
God doe Zijn werk, wij houden ons aan 't onze.
Brengt kaarsen". En gehoorzaam deed men
[wat h\j zei.
Cr zijn ook mensen die bij de pakken
zijn gaan neerzitten. Zij maken geen
Nieuwjaarsresolutie meer, want, me
nen ze, het heeft toch geen zin. We
zijn nu eenmaal zo en we zullen wel
altijd zo blijven. Dat zijn de passie
ven. Ze laten zich als een dode vis
met de stroom van het leven mee
drijven en zeggen vaak nog heel
vroom: „God ik kan er echt niets
aan doen, want U hebt mij zo ge
schapen." Ze geven God de schuld,
drinken gezellig hun kopje koffie en
slapen er geen nacht minder om. Bij
het „Wees heilig, want ik ben heilig,"
halen zë moedeloos de schouders op
en zeggen „Dat kan immers niet."
AFHANKELIJKHEID
De oude rekeningen van vorig jaar lig
gen er nog, maar Christus, die al
onze zonden gedragen heeft aan het
kruis, heeft op iedere schuldbekente
nis „Voldaan" gedrukt. De nieuwe
moeilijkheden mogen we rustig onder
ogen zien. We behoeven niet als gees
telijke Don Quichottes te gaan vech
ten tegen de maar al te echte wind
molens van de duivel. We behoeven
ook niet bij de pakken neer te zit
ten. Christus die ten hemel is geva
ren wil imihers door Zijn Heilige
Geest in onze harten wonen. Corry
ten Boom. de schrijfster die haar con
centratiekampbelevenissen vastlegde
in haar boek „Gevangene en toch
en die nu als eenvoudig gezant van
de hemel haar derde reis rond de
wereld maakt, om iedereen heel kin
derlijk te vertellen, wat Christus voor
haar betekent, vertelde eens van een
klein meisje, dat heel blij vertelde,
dat Christus in haar hartje woonde.
„O", antwoordde ze, dan zeg ik, „Dit
huis is niet meer van mij, het is van
de Heere Jezus. Ik zal de Eigenaar
zelf even halen. En voor Christus aan
de deur is, is de duivel al verdwe
nen." Het is maar heel kinderlijk ge
zegd en wij grote mensen glimlachen
er een beetje neerbuigend om, want
zo eenvoudig is het toch ook weer
niet
Wel glimlach dan maar raak, want ik
ga toch zeggen: Zo eenvoudig is het
wel. U krijgt geen gelukkig 1957 door
al Uw geestelijke activiteit: U krijgt
zeker geen vruchtbaar 1957 door Uw
passiviteit: maar U wordt wel een
blij en vruchtbaar mens door volko
men afhankelijk te worden van Jezus
Christus. Onze moeilijkheid is echter
dat we niet graag afhankelijk zijn,
daar zijn we te trots voor.
Een zendeling In één van de Arabische lan
den was op weg naar een dorp, waar hij nog
nimmer was geweest. Een aantal Mohamme
daanse kennissen vergezelde hem, maar ook
zij waren niet erg thuis m de streek. Toen de
weg zich in tweeën splitste, wist niemand wel
ke weg ze moesten nemen. Plotseling zag de
zendeling zijn kans, toen hij naast de weg een
grafzerk ontdekte. „Laten we naar dat graf
gaan en de dode om de weg vragen", zei hij.
De Mohammedanen keken hem in uiterste ver
bazing aan. „Waarom zouden wij een dode
de weg vragen, als we naar dat huis daar
kunnen gaan om levenden de weg te vragen?
,,Dat is juist!" antwoordde de zendeling
„Daarom kunnen we Jezus Christus de we:
des levens vragen. Hij leeftMohammed
is dood". (Uit een preek van Donald G. Barn-
house).