„Wij hebben geen vertrouwen meer in Britse beloften" Vraaggesprek met dr. Dervis Makarios' politieke erfgenaam MR. OUD. PARLEMENTARIËR VAN GROOTSE ALLURE DINSDAG 4 DECEMBER 1956 Het onrustige eiland (7) relscorrespondent Link NICOSIA, oktober i Bruggen) KIJK, HIER STAAT HET, artikel honderdendrieëntwintig, paragraaf zes: het verlenen van een straatnaam is aan de goedkeuring it gouverneur onderhevig". Dr. Themistocles Dervis, de eerste burger ran Nicosia, sloeg driftig op het opengeslagen boekwerk, waarin zich de gemeentewetten voor Cyprus bevonden. Hij had het lijvige gevaarte spe ciaal voor me laten halen om te bewijzen hoe hij door de Britten in zijn bestuurlijke, vrijheden werd beperkt. „Het is nooit anders geweest", zei kij opgewonden, „en het, wordt hoog tijd, dat hier verandering in komt Het is vrij moeilijk vast te stellen wat u eigenlijk het hoofdberoep van Dervis is. Hij is burgemeester. Internist directeur van een (privé)-kliniek en ezit volgens zijn eigen woorden „de frooste particuliere medische bibliotheek Europa". De helft van de dag brengt tij in zijn grote werkkamer door in het [jmeentehuis; de andere helft houdt hij ipreekuur, opereert of bezoekt patiënten Daarnaast doet de licht ontvlambare burgervader van Nicosia ook nog aan olitiek. Niet zo maar in een gesprekje in kapsalon of op straat, maar in zijn functie van algemeen secretaris van de lationale Grieks-Cypriotische Partij, die grootste politieke beweging op het' eiland is. In feite is dr. Dervis de poli- >ke erfgenaam van aartbisschop Maka- )s, nu ook diens plaatsvervanger, Anthl- os, bisschop van Kitium, uit het open- re leven is verbannen (hij heeft huis- rrest gekregen en hem is spreekverbod ipgelegd) en de secretaris van Zijne Selukzaligheid, Nicos Kranidiotis, in een nterneringskamp is opgesloten. De Britten mogen dr. Dervis niet en lij de Turkse bevolking van Cyprus is lij evenmin geliefd. Maar de Griekse Cyprioten, tot zijn vroegere politieke tegenstanders, de leden van de verboden (communistische) Hervormingspartij, toe. dragen de man op de schouders, omdat hij iteevast weigert een blad voor de mond ,Dr. Dervis Is niet voor niets vijfen- intig jaar achtereen burgemeester van llcosia" zei een lid van de Nationale irieks-Cypriotische Partij tegen me. Hij van de weinige mannen op het li land, die tegen de Engelsen durft op te en die precies zegt, waar het op Hetzelfde doet hij trouwens Kgenover zijn patiëntenH(j houdt it van ergens doekjes om heen te n en als hij in een ziekbed een sterf- iet, zegt hij dit openlijkIk ben illeen bang, dat hij op een kwade dag id uoorbü praat en evenals zovele i door de Britten wordt opge- I oten". Labour aan de macht eens even vriend", onder burgemeester, „zeg nie» Derv(w)isch", maar Derv(f) i(e)s.... Een derwisj is een Turkse monnik (hij bedoel- mohammedaanse monnik) en ik t van de TurkenNiet alleen ierdoor demonstreerde de eerste burger Nicosia, dat hij 'n felle, Griekse natio nalist was hij is trouwens Griek van geboorte maar ook door zijn hartstoch telijke manier van praten, als hij het over het „moederland" en de „enosis" (aanslui ting bij Griekenland) had en door de on verbloemde taal, welke hij ten aanzien de Engelsen gebruikte. „We hebben geen vertrouwen meer in de Engelse beloften" zei hij. „Onze erva ring strekt zich wat dit betreft over een lange periode uit Ons streven naar „enosis" is ouder dan de Britse bezet ting. Al in 1878, toen de eerste Engelse gouverneur voet op Cyprus zette, hield de toenmalige aartsbisschop een wel komstrede, waarin hij onze wens tot ver eniging met Griekenland naar voren bracht. „De Britten hebben ons sindsdien tien beloften gedaan. Het was Glad stone, die in 1897 verklaarde, dat Cyprus 1 hellenistisch eiland was en dat hij grote vreugde in zou scheppen, als h(j i het einde van zijn leven nog zou ktmnen bereiken, dat wy en de Grieken één zouden wordenEn Churchill, die in 1907 ons eiland bezocht, zei in toespraak, het volkomen natuurlijk ten dat het volk van Cyprus, dat van Griekse afstamming is. vereniging met moederland wensteOok Ramsay MacDonald en Lloyd George hebben zich In 1919 ten gunste van de „enosis". uitge brokenDe eerste heeft zelfs gezegd toen was hij nog in oppositie dat niemand, die dc principes van de Vol kenbond onderschrijft, ons het zclfbe- ichikkingsrccht kan onthouden „En wat is er gebeurd?" Dr. Dervis uitdagend aan en zijn stem sloeg >r van opwinding. „Niets, hele maal nietsJa, och" voegde hij er cynisch aantoe, „er is toch iets gebeurd, bijna vergissenDe relaties tussen de Cyprioten en de Britten zijn met het jaar slechter gewordenIn plaats van de voortdurende beloofde vrij heid hebben we de Engelse laars op onze nek gekregenWe leven tegenwoordig als in een tweede Bergen-BelsenWe zien dagelijks de punten der bajonetten om ons heen, het prikkeldraad, de ver nederende fouillering en de huiszoekin gen.... Onze mannen worden zonder vorm van proces in de gevangenis en concentratiekampen opgesloten, of van huis en hof verbannen Met klem verklaarde de burgemeestei van Nicosia, dat de Grieks-Cyprioten niets van de Engelse conservatieven te verwachten hadden. Hij hoopte vurig, dat de volgende Engelse regering van socia listische structuur zou zijn, want „alleen Labour heeft ons begrepen". Gatskell en Bevan hadden volgens hem zo veel kri tiek op het Cypriotische beleid van het huidige Britse kabinet uitgeoefend, dat ze verplicht waren bij een eventuele machts- de bordjes te verhangen. Geen waarborgen openbaar zal worden, zag dr. Dervis niets. In feite gaf hij te kennen, dat de eiland bewoners haar ongezien zouden verwer pen, omdat zij zonder de Cyprioten is op gesteld, onvoldoende rekening houdt met de machtspositie, die de Grieken ten aan zien van de Turken innemen (er wonen ruim vierhonderdduizend Grieken op Cyprus, ruim tachtigduizend Turken en achtduizend Armeniërs), geen waarborgen inzake het verlenen van het zelfbeschik kingsrecht inhoudt en niet met aartsbis schop Makarios is besproken. „WU hebben niets aan een verklaring van de Britse regering zei de burgemees ter van Nicosia, „dat zij het zelfbeschik kingsrecht voor de Cyprioten in beginsel heeft aanvaardWat wy willen, is de vaststelling van een datum, waarop wy over ons eigen lot kunnen beslissen Hy mag vyf jaar in het verschiet liggen, tien jaar, als het niet anders kan, maar een tijdslimiet moet er komen Volgens de burgervader speelden de Britten de minderheidsgroepen (Turken en Armeniërs, die tezamen net twintig procent van de totale bevolking van het eiland uitmaken) tegen de meerderheid uit. Ze deden 't voorkomen dat Cyprus in vuur en vlam kwam te slaan, als de Grie ken het voor het zeggen kregen en dat er zelfs een mogelijkheid van oorlog tussen Griekenland en Turkije in lag opgesloten. Met verontwaardiging wees dr. Dervis deze conceptie van de hand. Hij noemde haar een „vals voorwendsel" dat op het ste oorlog in de verzetsbeweging tegen de vijand hebben gestreden.. Ik noem mannen van de Eoka patriotten, omdat door hun strijd schade aan de bezettende macht willen berokkenen en de politieki doeleinden der Griekse Cyprioten ver wezenlij kt willen zien „Een laatste vraag, dr. Dervis. Acht i het niet vreemd, dat kerk en staat niet op Cyprus gescheiden zyn, met andere woorden: dat aartsbisschop Makarios wel de kerkelijke als de wereldlijke macht in handen heeft?" „Hoe kan men van de dag op de nacht een traditie breken, antwoordde de bur gemeester van Nicosia, „die eeuwen ge leden wortel heeft geschotenReed* sinds de bezetting door de Turken is de aartsbisschop van Cyprus de religieuze en politieke leider der eilandbewoners en deze dubbele functie is ook altijd door de Engelsen gerespecteerd „Is het dan juist aan te nemen, dat er geen kerkvorst naar de Seychellen ver bannen is, maar een politicus?" luidde mijn supplementaire. ,U kunt Makarios noemen wat u wilt," klonk het uit de mond van dr. Dervis, „maar wat hij ook voor de Britten betekent, zijn verbanning is onrechtmatig geschiedBoven dien is het buitengewoon dom ge weest, want de geschiedenis heeft geleerd, dat bannelingen gewoonlijk als helden terugkeren Dr. Dervis heeft zich, ook bij zijn intern-Cypriotische politieke tegenstanders, bij het grootste deel van de bevolking van Cy prus respect verworven om de consequent anti-Engelse hou ding, die hij gedurende zijn vijf entwintigjarig burgemeester schap van de hoofdstad Nicosia heeft ingenomen. Gevechten op Cuba met opstandelingen Cubaanse legervliegtuigen hebben aan de zuidkust gelande opstandelingen met boordwapens beschoten en verspreid. Een bataljon van de kustdoelartillerie is naar dit gebied overgebracht om de achtervol ging in te zetten. Het jacht, waarmei standelingenleider Fidel Castro en mannen uit Mexico naar het eiland waren gekomen om het bewind van president Batista omver te werpen, is door een vaartuig van de Cubaanse kustwacht op gebracht. aloude Engelse principe: verdeel en heers, gegrond en verklaarde, dat de rech- der minderheidsgroepen op dezelfde wijze konden worden gewaarborgd als die de Turken in Griekenland Grieken in Turkije. De verbanning van aartsbisschop Maka- os was volgens de eerste burgei Nicosia een gevolg van het feit, dat de Britten tijdens hun onderhandelingen me de kerkvorst tot geen enkele concessi. bereid waren en achter een facade vai zogenaamde liberale hervormingen overal de vingers in willen houden. Veel concessies WflJ WAREN BEREID in veel toe stemmen," zei hij. „De Engelsen mochten de buitenlandse betrekkingen onderhouden, de baas over de defensie spelen en over de binnenlandse veiligheidWij hebben ze bovendien het behoud van hun bases gegarandeerd, een volkstemming over de toekomst Cyprus ook mocht uitlopenHe' enige dat wij voor ons zelf hebben opge eist is een datum, waarop het zelfbeschik kingsrecht wordt ingevoerdDe Brits* regering heeft deze eis van de hand ge wezen en daarmee de verantwoordelijk heid voor alle moeilijkheden op het eilan' op zich geladen. Ik kan de Engelsen slechts zeggen, da' zolang aartsbisschop Makarios verbanm blijft, de terreur op Cyprus zal blijven aanhoudenEn ook, dat alle pogingen van hun kant om me' andere Cyprioten te onderhandelen, b'1 voorbaat tot mislukking gedoemd zijn omdat Makarios de enige door de Griekse Cyprioten gekozen religieuze en politieke leider is „Hoe beschouwt u de leden van de Eoka? De Britten noemen ze moorde naars, maar hoe noemt u ze?" „Wat zijn moordenaars?" riep dr. Dervis Waarheid zwaar te verteren ■yORIGE WEEK schreef de Londense Times ietwat verontwaardigd, dat het r president Eisenhower nu werkelijk hoog tijd was geworden, zich te realise- nog wel wat anders gedaan kon worden, dan de Fransen en Engelsen dwingen, de Suezkanaalzone te ontrul- :n. Ook de Times voelde zich blijkbaar it onbehaaglijk bij de gedachte, dat de Amerikanen Engeland aan zijn lot wilden overlaten. Dat was een tegen valler. Maar is de houding van de Ver. Staten in werkelijkheid zo onbegrijpelijk? Heb ben de Britten zich bekommerd om de reactie van de Amerikanen, toen zij amen met de Fransen aanvallen op Egyp- isch grondgebied openden, zonder de re gering te Washington daarvan in kennis te stellen? Zij konden weten, dat zy op dat ogenblik in feite afstand deden van het morele recht op steun van de zijde der Ver. Staten. De actie in Egypte is voor Frankrijk, Engeland en Egypte anders afgelopen, dan aanvankelijk werd gedacht. Nasser werd niet ten val gebracht, de Brits- Franse troepen moesten de strijd halver wege staken en zullen nog dit jaar geheel worden teruggetrok- I Verklaarde ken en de Israeli's Uitzicht vragen zich met be zorgdheid af, hoe voor hen het Egyptische avontuur zal aflopen. De tegenslag is voor de Britten en Fran sen het grootst en misschien komt het ook daardoor, dat zij er niet in geslaagd zijn, zich als goede verliezers voor te doen. W/"AT Amerika betreft: de houding van dit land sinds het begin van de Brits- nse actie in Egypte heeft (hoe men haar ook wil beoordelen) Engeland en Frankrijk er op zeer pynlijke wijze aan herinnerd, dat zy tot de tweederangs- mogendheden behoren. Tot dit besef ge komen, was het vooral voor de Britten moeilyk te verteren brok, dat zy èn het op gang houden van hun volks huishouding èn voor het bewerkstelligen regeling in het Middenoosten, geheel op de Ver. Staten de echte grote mogendheid waren aangewezen. Daar komt nog bij, dat de Britten met lede ogen moeten toezien, hoe de Ver. Staten thans proberen, zich een domine rende positie in het Middenoosten te ver werven, voordat de ondermyningspolitiek van de Sowjetunie dit gebied in de macht van het communisme heeft gebracht Deze uitbreiding van de Amerikaanse In vloed gaat (hoe kan het ook anders) ten koste van de Engelsen en Fransen, die naar het oordeel van de Amerikaanse re gering niet in staat zijn gebleken, als stabiliserende factor te fungeren. CTABILITEIT in het Middenoosten is volgens de Ver. Staten een eerste vereiste voor het behoud van de wereld vrede. Om die stabiele toestand te be reiken moeten (zo schryft Time) eerst de Britten en Fransen uit de Suez-kanaal- zone en de Israëliërs uil de Sinaiwoestyn worden teruggetrokken. Vervolgens moet het Suez-kanaal voor de scheepvaart worden vrijgemaakt, de olie-aanvoer naar Europa worden hersteld. Aan het opruimingswerk in het Suez-kanaal den geen Britten en Fransen moeten deel nemen, ter vermyding van nieuwe inci denten. Om het olietekort in het dollararme Europa te helpen lenigen, zal Amerika waarschyniyk een dollarkrediet verschaf fen via dc O.E.E.S. te Parijs om Europi in de gelegenheid te stellen, olie uit dc 1. als uitgangspunt voor een nieuw ge sprek over het Suezkanaal-probleem de punten kunnen dienen, waarove New York met Egypte overeenstemming werd bereikt; 2. de Egyptische souvereiniteit over het kanaal moet worden geaccepteerd, maar dat het internationale gebruik er van (ook door Israël) gegarandeerd moet worden en dat het kanaal geen politiek wapen mag zijn in de handen van Egypte: 3. de door Israël veroverde Gazastrip tydelijk in handen van het VN.-leger moet komen, totdat een oplossing ii vonden en dat de eilanden in de Golf van Akaba, die eveneens door Israël wer den bezet, aan Egypte teruggegeven moe ten worden, op voorwaarde, dat ze gede militariseerd worden; 4. zowel Egypte als Israël zich moe ten realiseren, dat zij elkaar niet kunnen vernietigen en dat zy er dus beter aar doen, de grenskwesties voorlopig te rege len; 5. Israël de meer dan '200.000 Arabi sche vluchtelingen moet opnemen financiële steun moet verlenen om vestiging van deze mensen in andere (Arabische) landen mogelijk te maken; Amerika wil gaarne financiële steun geven; 6. een overeenkomst over het vaststel len van de grenzen tussen Israël en d< Arabische staten moet garanderen; 7. de gehele stad Jeruzalem en niel alleen de heilige plaatsen geïnternationa liseerd moeten worden; l. dat Nasser niet noodzakelijk behoeft verdwynen, omdat moet worden afge- icht, wie zyn plaats zal innemen e Deze belde bouwfoto's hebben iets gemeen: fantasie. De foto boven toont een houten prefab-huis uitgerust met een „vliegende kamer" die negen meter voorbij de laatste pijler uitsteekt. Deze fantasie won een prijs b(j een huizen ontwerpwedstrijd te Chicago. Mis schien lijkt het bouwsel niet zo solide maar het heeft toch twee Amerikaanse orkanen zonder een schrammetje doo: De onderste foto is gemaakt „ergei in Nederland" en beeldt uit dat het K.N.M.I. tijdens de wintermaanden een speciaal weerbericht voor de bouw vakken gaat uitgeven. Driemaal daags zal voor ons land, dat hiervoor in drie zones is verdeeld, een weerbericht worden opgesteld. Gisteren was het de eerste dag. Maar of er m werke lijkheid een telefoontoestel op zo'n muurtje zal staan Hulpgoederen naar Wenen Aan het einde van'de vorige week heeft het Nederlandsche Roode Kruis drie wa gons margarine, één wagon appelen en twee wagons rijst en vlees naar het Inter nationale Rode Kruis in Wenen gezon- Via het Nederlandsche Roode Kruis Is tot nu toe voor ruim één miljoen gulden aan goederen in natura geschonken Morgen zeventig jaar Markante persoonlijkheid met vele gaven op allerlei gehied (Van c parlementaire redacteur) zeventigste verjaardag vieren: prof. mr. P. J. Oud. De voorzitter Van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, de leider van de Tweede Ka merfractie van deze partij is ongetwijfeld een van de parlementariërs van grote klasse. Sinds 1917 is hij lid van de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal, het enige lid, dat nog tijdens het districtenstelsel werd afgevaardigd. Maar toch ia de heer Oud niet de man met de meeste dienstjaren. Vier jaar (1933-1937) was hij minister van financiën, in 1938 werd hij burgemeester van Rotterdam. Eerst in 1948 keerde de heer Oud weer in de Tweede- Kamer terug. Zijn aantal dienstjaren is dus respectabel. Het wordt alleen overtroffen door dat van de heer Tilanus, die sinds 1922 onafgebroken Tweede-Kamerlid is. Een groot parlementariër la een omstre den figuur. Prof. Oud zal dat de afgelopen jaren ook wel gemerkt hebben, want als het na-oorlogs parlementair optreden deze zeventigjarige gaat ontleden,1 dan zit daar veel in wat bestreden kan •orden. Niemand twyfelt aan zyn wel sprekendheid, aan zyn grote staatsrechte lijke en parlementaire kennis. Als de heer Oud het woord voert, is het dan ook altyd de moeite waard om te luisteren. Maar i-oorlogs politicus, valt op de heer Oud wel het een en ander aan te merken. Prof. Oud heeft ln de na-oorlogse politiek teveel vergissingen gemaakt om werkeiyk groot politiek leider te kunnen zyn. Dat begon reeds in 1945 toen hy zyn steun verleende aan de Nederlandse Volksbe weging. waardoor hij later een vooraan staand man werd in de Party van de Ar beid. Een party, waarin deze puur libe rale vrijzlnnlge-democraat zich niet thuis kon voelen. Prof. Oud is ook de man verantwoordeiyk is voor de liberale oorlogse verkiezingscampagne. Wie herin- zich niet meer de leuze „hebt U er ook genoeg van?" Enige weken later schaarde de V.V.D. zich achter de rege- rlngspolitiek. De heer Oud stemde voor de soevereiniteitsoverdracht wetende dat daardoor het zelfbeschikkingsrecht ont halst zou worden. Zo zyn nog wel enkele voorbeelden te noemen, die tot de con clusie zou kunnen leiden dat zyn politiek ln vele gevallen een opportunistische in slag heeft. En dat hy na de Oorlog teveel vergissingen heeft begaan om ln politiek opzicht een waarlijk nationale figuur te kunnen zyn. De politiek is een strijd der geesten. Als vrijzinnig denker heeft prof. Oud zeker een grote bydrage aan de po litiek geleverd. Persoonlijkheid t zou echter beslist onjuist zyn deze rasechte parlementariër alleen n te beoordelen als na-oorlogs politicus. De heer Oud heeft nog veel andere kwalltei- jHij is een markante persoonlijkheid, die strijdvaardigheid paart aan kennis en Polen in 1957 met buitenlands krediet GOMULKA BELOOFT ARBEIDERS EEN BETER LEVEN Kritiek op discipline der mijnwerkers heeft gisteravond in een toe spraak tot mijnwerkers duidelijk gezinspeeld op Amerikaanse econo mische hulp. Hij zei, dat Polen in 1957 op buitenlandse kredieten moet leven waardoor het mogelijk zal zijn, de arbeiders een beter bestaan te bieden. Pas na lang beraad had de regering besloten, dit consumen tenkrediet aan te vragen. een verandering ook een verbetering zal zyn, maar 9. dat krachtig tegen Egypte zal wor den opgetreden, als dit land voortgaat met de Russen onder één hoedje te spelen, inplaats van zich te houden aan Interna tionale afspraken, zoals Nasser onlangs toegezegd heeft. Gomuika zei dat deze kredietaanvrage de noodzaak Inhoudt om de Investeringen in dc mynbouw krachtens een nleu' vijfjarenplan op te voeren: „Alleen dan kunnen w(j de kolen produceren, waarmee dollars verdiend kunnen worden on lening terug te betalen." Vergeleken by dit jaar zal de kolenexport dalen va miljoen tot 13 k 14 miljoen ton In 1957. De Poolse premier had ernstige kritiek op het gebrek aan discipline ln de my- nen, waardoor de produktie de laatste twee maanden emstig had geileden. In een mijn hadden de arbeiders de directeur in een krultunpen gezet en hem zo het terrein afgereden In an dere mijnen werden voormannen mis handeld of durfden directieleden ntet binnen te komen. Gomuika gaf toe. dat sommige directeuren afgezet moe ten worden, maar vond, dat dit orde lik en legaal moet geschieden De Poolse mijnwerker* hoeven ln 1957 niet meer elke zondag te werken. Go muika vroeg echter, wel twaalf zondagen offeren om Polen ln staat te stellen de voorgenomen produktie te halen. Toch is hol zo CHINESE PEKINGtfMENS Bij zorgvuldige exploratie» in schillende grotten, spelonken en in hel Noordchinete heuvelland Lou Tien, in de buui jaar v Ghr., toen in China nog een typische (teencultuur in haar Uetste fasen bestond. Van een paar eeuwen hier zyn de vierkante of halvemaan vormige leisteenmessen bekend, die precies gelijken op de metalen messen die de Chineaen than» nog gebruiken hg het oogsten van gierat. In die late en de Chinezen uit de latere Steen tijd, die we zojuist noemden, ligt een geweldige lange periode van ongetelde duizenden jaren, waaruit geen enkele vondst, geen restanten van meneelijk leven, geen spoor ven enige bewoning bekend i». Het heeft er alle schijn van dat China, althans een belangrijk deel daarvan, tussen de cultuur van de Pekingmen» en die van da late Steentijd, herit ge kend. Onderzoeker» menen, dat de IJatijden hiervoor verantwoordelijk moeten wor den gesleld. Toen treden niet alleen harre temperaturen op, waardoor het of neuwelijk» kon hand weinig of dit teweldige dro Mralig - ginpunl, waarop de k traditie de gesohiedenii aanvangen. Volgens deze traditie zo begin van de Chinese geschirdeni in ongeveer 2500 v. Chr. vallen. I wetenschappelijk opzicht betrouwbar historische gegeven* bestaan er echte pas van ongeveer 1500 v. Chr. en ee /.ekere chronologie pa» sind» het jat 841 vóér onze tijdrekening. De arehaeologitrhr vondsten uit di tijd komen nsuweliik» verder dan 30f .-entijil bewerkten de Chinezen dus 1 land en uit opgravingen i» geble «g bovenloops bevroren waren. Door verschuiving in de weersgesteldheid, die op het smelten van het ijs volgde, zou het Chinese land allengs zijn tegen woordig karakter hebben verkregen en opnieuw bewoonbaar voor mensen «tjn geworden. Hierover ia neg weinig met zeketheid hekend, maar hat klinkt annemeiyk. Over hel leven in de Ijstijd moetep w« ons overigens geen plesieriga voor stelling maken. Daarover een volgende keer. (NADRUK VERBODEN) werkkracht. En bovenal heeft hy getoond een groot bestuurder te zyn. Zyn burge meesterschap van Rotterdam heeft dat bo- WDonveelzydlgheld van prof. Oud komt heel treffend tot uiting In het bock dat ter gelegenheid van zijn 65ste verjaardag wprd uitgegeven. Daarin Is mr. Pleter Ja cobus Oud beschreven als volksvertegen woordiger, als vryzinnig democraat, als minister van financiën, als burgemeester, als parlementair historieschryver, als we- tensehappeUJk beoefenaar van het staats recht. als voorzitter van de V.V.D,, al» vryzinnig protestant en als stryder voor de gemeenteiyke zelfstandigheid. Een op somming die een grote carrière verraadt. Na zyn H.B.S.-tyd, werd de heer Oud ln 1907 kandidaat-notaris, ln 1009 surnu merair der registratie en domeinen. In 1912 deed hy staatsexamen, ln 1917 promo veerde hy aan de Gemeenteiyke Univer siteit in Amsterdam tot doctor ln do rechtswetenschappen. Dat was het Jaar, waarin hij naar de Tweede Kamer werd afgevaardigd. Daarvoor was hy nog enige tyd ontvanger van de belastingen to Texel en Ommen. Van 1939-1941 en van 1945-1952 was de heer Oud voorzitter van de Ver eniging van Nederlandse Gemeenten. Hij is president de l'Unlon internationale des Villes et Pouvoirs loceaux, voorzitter van de Centrale commissie voor de Statistiek en buitengewoon hoogleraar ln het staats- en administratief recht aan de Economl- sohe Hogeschool te Rotterdam. In de be- zettingstyd heeft de heer Oud de gelegen heid gekregen enige omvangryke werken te schrijven, die direct als standaardwer ken beschouwd werden. Zo heeft hij de parlementaire geschiedenis van 1918-1940 beschreven in zes dikke delen: „Het Jong ste verleden". Ook schreef hy „het con stitutioneel recht van het Koninkryk der Nederlanden". Twee delen zyn daarvan fiit Het wachten ls op het derde en het aatste deel. Intussen is dc heer Oud weer begonnen aan een nieuw werk over het gemeenterecht, waarvan het eerste deel ls verschenen. Men moge dan van mening verschillen over het werk van de politicus Oud, (wat niet wegneemt dat hy ook als zodanig een zeer vooraanstaande plaat* Inneemt), de bestuurder Oud en de weten schapsbeoefenaar Oud geniet een alge mene waardering. Een omstreden figuur te zijn in de politiek zal de man niet erg vinden, die nog maar kort geleden de poli tiek „een hard bedrijf" heeft ge noemd. De felheid waarmee hij de batteert, zijn dramaturgische kwali teiten nopen vgak tot tegenspraak. Prof. Oud is echter in woord, daad en geschrift een waardig vertegenwoor diger en verdediger van de liberale beginselen. uit „De n i, die tydens de laat- Ver. Staten te betrekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 5