„Wij hebben geen vertrouwen
meer in Britse beloften"
Vraaggesprek met dr. Dervis
Makarios' politieke erfgenaam
MR. OUD. PARLEMENTARIËR
VAN GROOTSE ALLURE
DINSDAG 4 DECEMBER 1956
Het onrustige eiland (7)
relscorrespondent Link
NICOSIA, oktober
i Bruggen)
KIJK, HIER STAAT HET, artikel honderdendrieëntwintig, paragraaf
zes: het verlenen van een straatnaam is aan de goedkeuring
it gouverneur onderhevig". Dr. Themistocles Dervis, de eerste burger
ran Nicosia, sloeg driftig op het opengeslagen boekwerk, waarin zich de
gemeentewetten voor Cyprus bevonden. Hij had het lijvige gevaarte spe
ciaal voor me laten halen om te bewijzen hoe hij door de Britten in zijn
bestuurlijke, vrijheden werd beperkt. „Het is nooit anders geweest", zei
kij opgewonden, „en het, wordt hoog tijd, dat hier verandering in komt
Het is vrij moeilijk vast te stellen wat
u eigenlijk het hoofdberoep van
Dervis is. Hij is burgemeester. Internist
directeur van een (privé)-kliniek en
ezit volgens zijn eigen woorden „de
frooste particuliere medische bibliotheek
Europa". De helft van de dag brengt
tij in zijn grote werkkamer door in het
[jmeentehuis; de andere helft houdt hij
ipreekuur, opereert of bezoekt patiënten
Daarnaast doet de licht ontvlambare
burgervader van Nicosia ook nog aan
olitiek. Niet zo maar in een gesprekje in
kapsalon of op straat, maar in zijn
functie van algemeen secretaris van de
lationale Grieks-Cypriotische Partij, die
grootste politieke beweging op het'
eiland is. In feite is dr. Dervis de poli-
>ke erfgenaam van aartbisschop Maka-
)s, nu ook diens plaatsvervanger, Anthl-
os, bisschop van Kitium, uit het open-
re leven is verbannen (hij heeft huis-
rrest gekregen en hem is spreekverbod
ipgelegd) en de secretaris van Zijne
Selukzaligheid, Nicos Kranidiotis, in een
nterneringskamp is opgesloten.
De Britten mogen dr. Dervis niet en
lij de Turkse bevolking van Cyprus is
lij evenmin geliefd. Maar de Griekse
Cyprioten, tot zijn vroegere politieke
tegenstanders, de leden van de verboden
(communistische) Hervormingspartij, toe.
dragen de man op de schouders, omdat hij
iteevast weigert een blad voor de mond
,Dr. Dervis Is niet voor niets vijfen-
intig jaar achtereen burgemeester van
llcosia" zei een lid van de Nationale
irieks-Cypriotische Partij tegen me. Hij
van de weinige mannen op het
li land, die tegen de Engelsen durft op te
en die precies zegt, waar het op
Hetzelfde doet hij trouwens
Kgenover zijn patiëntenH(j houdt
it van ergens doekjes om heen te
n en als hij in een ziekbed een sterf-
iet, zegt hij dit openlijkIk ben
illeen bang, dat hij op een kwade dag
id uoorbü praat en evenals zovele
i door de Britten wordt opge-
I oten".
Labour aan de macht
eens even vriend", onder
burgemeester, „zeg nie»
Derv(w)isch", maar Derv(f) i(e)s.... Een
derwisj is een Turkse monnik (hij bedoel-
mohammedaanse monnik) en ik
t van de TurkenNiet alleen
ierdoor demonstreerde de eerste burger
Nicosia, dat hij 'n felle, Griekse natio
nalist was hij is trouwens Griek van
geboorte maar ook door zijn hartstoch
telijke manier van praten, als hij het over
het „moederland" en de „enosis" (aanslui
ting bij Griekenland) had en door de on
verbloemde taal, welke hij ten aanzien
de Engelsen gebruikte.
„We hebben geen vertrouwen meer in
de Engelse beloften" zei hij. „Onze erva
ring strekt zich wat dit betreft over een
lange periode uit Ons streven naar
„enosis" is ouder dan de Britse bezet
ting. Al in 1878, toen de eerste Engelse
gouverneur voet op Cyprus zette, hield
de toenmalige aartsbisschop een wel
komstrede, waarin hij onze wens tot ver
eniging met Griekenland naar voren
bracht.
„De Britten hebben ons sindsdien tien
beloften gedaan. Het was Glad
stone, die in 1897 verklaarde, dat Cyprus
1 hellenistisch eiland was en dat hij
grote vreugde in zou scheppen, als h(j
i het einde van zijn leven nog zou
ktmnen bereiken, dat wy en de Grieken
één zouden wordenEn Churchill,
die in 1907 ons eiland bezocht, zei in
toespraak, het volkomen natuurlijk
ten dat het volk van Cyprus, dat van
Griekse afstamming is. vereniging met
moederland wensteOok Ramsay
MacDonald en Lloyd George hebben zich
In 1919 ten gunste van de „enosis". uitge
brokenDe eerste heeft zelfs gezegd
toen was hij nog in oppositie
dat niemand, die dc principes van de Vol
kenbond onderschrijft, ons het zclfbe-
ichikkingsrccht kan onthouden
„En wat is er gebeurd?" Dr. Dervis
uitdagend aan en zijn stem sloeg
>r van opwinding. „Niets, hele
maal nietsJa, och" voegde hij er
cynisch aantoe, „er is toch iets gebeurd,
bijna vergissenDe relaties
tussen de Cyprioten en de Britten zijn
met het jaar slechter gewordenIn
plaats van de voortdurende beloofde vrij
heid hebben we de Engelse laars op onze
nek gekregenWe leven tegenwoordig
als in een tweede Bergen-BelsenWe
zien dagelijks de punten der bajonetten
om ons heen, het prikkeldraad, de ver
nederende fouillering en de huiszoekin
gen.... Onze mannen worden zonder
vorm van proces in de gevangenis en
concentratiekampen opgesloten, of van
huis en hof verbannen
Met klem verklaarde de burgemeestei
van Nicosia, dat de Grieks-Cyprioten
niets van de Engelse conservatieven te
verwachten hadden. Hij hoopte vurig, dat
de volgende Engelse regering van socia
listische structuur zou zijn, want „alleen
Labour heeft ons begrepen". Gatskell en
Bevan hadden volgens hem zo veel kri
tiek op het Cypriotische beleid van het
huidige Britse kabinet uitgeoefend, dat ze
verplicht waren bij een eventuele machts-
de bordjes te verhangen.
Geen waarborgen
openbaar zal worden, zag dr. Dervis niets.
In feite gaf hij te kennen, dat de eiland
bewoners haar ongezien zouden verwer
pen, omdat zij zonder de Cyprioten is op
gesteld, onvoldoende rekening houdt met
de machtspositie, die de Grieken ten aan
zien van de Turken innemen (er wonen
ruim vierhonderdduizend Grieken op
Cyprus, ruim tachtigduizend Turken en
achtduizend Armeniërs), geen waarborgen
inzake het verlenen van het zelfbeschik
kingsrecht inhoudt en niet met aartsbis
schop Makarios is besproken.
„WU hebben niets aan een verklaring
van de Britse regering zei de burgemees
ter van Nicosia, „dat zij het zelfbeschik
kingsrecht voor de Cyprioten in beginsel
heeft aanvaardWat wy willen, is de
vaststelling van een datum, waarop wy
over ons eigen lot kunnen beslissen
Hy mag vyf jaar in het verschiet liggen,
tien jaar, als het niet anders kan, maar
een tijdslimiet moet er komen
Volgens de burgervader speelden de
Britten de minderheidsgroepen (Turken
en Armeniërs, die tezamen net twintig
procent van de totale bevolking van het
eiland uitmaken) tegen de meerderheid
uit. Ze deden 't voorkomen dat Cyprus in
vuur en vlam kwam te slaan, als de Grie
ken het voor het zeggen kregen en dat er
zelfs een mogelijkheid van oorlog tussen
Griekenland en Turkije in lag opgesloten.
Met verontwaardiging wees dr. Dervis
deze conceptie van de hand. Hij noemde
haar een „vals voorwendsel" dat op het
ste oorlog in de verzetsbeweging tegen de
vijand hebben gestreden.. Ik noem
mannen van de Eoka patriotten, omdat
door hun strijd schade aan de bezettende
macht willen berokkenen en de politieki
doeleinden der Griekse Cyprioten ver
wezenlij kt willen zien
„Een laatste vraag, dr. Dervis. Acht i
het niet vreemd, dat kerk en staat niet
op Cyprus gescheiden zyn, met andere
woorden: dat aartsbisschop Makarios
wel de kerkelijke als de wereldlijke
macht in handen heeft?"
„Hoe kan men van de dag op de nacht
een traditie breken, antwoordde de bur
gemeester van Nicosia, „die eeuwen ge
leden wortel heeft geschotenReed*
sinds de bezetting door de Turken is de
aartsbisschop van Cyprus de religieuze en
politieke leider der eilandbewoners en
deze dubbele functie is ook altijd door de
Engelsen gerespecteerd
„Is het dan juist aan te nemen, dat er
geen kerkvorst naar de Seychellen ver
bannen is, maar een politicus?" luidde
mijn supplementaire.
,U kunt Makarios noemen wat u
wilt," klonk het uit de mond van dr.
Dervis, „maar wat hij ook voor de
Britten betekent, zijn verbanning is
onrechtmatig geschiedBoven
dien is het buitengewoon dom ge
weest, want de geschiedenis heeft
geleerd, dat bannelingen gewoonlijk
als helden terugkeren
Dr. Dervis heeft zich, ook bij
zijn intern-Cypriotische politieke
tegenstanders, bij het grootste
deel van de bevolking van Cy
prus respect verworven om de
consequent anti-Engelse hou
ding, die hij gedurende zijn vijf
entwintigjarig burgemeester
schap van de hoofdstad Nicosia
heeft ingenomen.
Gevechten op Cuba met
opstandelingen
Cubaanse legervliegtuigen hebben aan
de zuidkust gelande opstandelingen met
boordwapens beschoten en verspreid. Een
bataljon van de kustdoelartillerie is naar
dit gebied overgebracht om de achtervol
ging in te zetten. Het jacht, waarmei
standelingenleider Fidel Castro en
mannen uit Mexico naar het eiland waren
gekomen om het bewind van president
Batista omver te werpen, is door een
vaartuig van de Cubaanse kustwacht op
gebracht.
aloude Engelse principe: verdeel en heers,
gegrond en verklaarde, dat de rech-
der minderheidsgroepen op dezelfde
wijze konden worden gewaarborgd als die
de Turken in Griekenland
Grieken in Turkije.
De verbanning van aartsbisschop Maka-
os was volgens de eerste burgei
Nicosia een gevolg van het feit, dat de
Britten tijdens hun onderhandelingen me
de kerkvorst tot geen enkele concessi.
bereid waren en achter een facade vai
zogenaamde liberale hervormingen overal
de vingers in willen houden.
Veel concessies
WflJ WAREN BEREID in veel toe
stemmen," zei hij. „De Engelsen
mochten de buitenlandse betrekkingen
onderhouden, de baas over de
defensie spelen en over de binnenlandse
veiligheidWij hebben ze bovendien
het behoud van hun bases gegarandeerd,
een volkstemming over de toekomst
Cyprus ook mocht uitlopenHe'
enige dat wij voor ons zelf hebben opge
eist is een datum, waarop het zelfbeschik
kingsrecht wordt ingevoerdDe Brits*
regering heeft deze eis van de hand ge
wezen en daarmee de verantwoordelijk
heid voor alle moeilijkheden op het eilan'
op zich geladen. Ik kan de Engelsen
slechts zeggen, da' zolang aartsbisschop
Makarios verbanm blijft, de terreur op
Cyprus zal blijven aanhoudenEn ook,
dat alle pogingen van hun kant om me'
andere Cyprioten te onderhandelen, b'1
voorbaat tot mislukking gedoemd zijn
omdat Makarios de enige door de Griekse
Cyprioten gekozen religieuze en politieke
leider is
„Hoe beschouwt u de leden van de
Eoka? De Britten noemen ze moorde
naars, maar hoe noemt u ze?"
„Wat zijn moordenaars?" riep dr. Dervis
Waarheid zwaar te verteren
■yORIGE WEEK schreef de Londense
Times ietwat verontwaardigd, dat het
r president Eisenhower nu werkelijk
hoog tijd was geworden, zich te realise-
nog wel wat anders gedaan
kon worden, dan de Fransen en Engelsen
dwingen, de Suezkanaalzone te ontrul-
:n. Ook de Times voelde zich blijkbaar
it onbehaaglijk bij de gedachte, dat
de Amerikanen Engeland aan zijn lot
wilden overlaten. Dat was een tegen
valler.
Maar is de houding van de Ver. Staten
in werkelijkheid zo onbegrijpelijk? Heb
ben de Britten zich bekommerd om de
reactie van de Amerikanen, toen zij
amen met de Fransen aanvallen op Egyp-
isch grondgebied openden, zonder de re
gering te Washington daarvan in kennis
te stellen? Zij konden weten, dat zy op
dat ogenblik in feite afstand deden van
het morele recht op steun van de zijde
der Ver. Staten.
De actie in Egypte is voor Frankrijk,
Engeland en Egypte anders afgelopen,
dan aanvankelijk werd gedacht. Nasser
werd niet ten val gebracht, de Brits-
Franse troepen moesten de strijd halver
wege staken en zullen nog dit jaar geheel
worden teruggetrok-
I Verklaarde ken en de Israeli's
Uitzicht vragen zich met be
zorgdheid af, hoe voor
hen het Egyptische avontuur zal aflopen.
De tegenslag is voor de Britten en Fran
sen het grootst en misschien komt het
ook daardoor, dat zij er niet in geslaagd
zijn, zich als goede verliezers voor te doen.
W/"AT Amerika betreft: de houding van
dit land sinds het begin van de Brits-
nse actie in Egypte heeft (hoe men
haar ook wil beoordelen) Engeland en
Frankrijk er op zeer pynlijke wijze aan
herinnerd, dat zy tot de tweederangs-
mogendheden behoren. Tot dit besef ge
komen, was het vooral voor de Britten
moeilyk te verteren brok, dat zy èn
het op gang houden van hun volks
huishouding èn voor het bewerkstelligen
regeling in het Middenoosten,
geheel op de Ver. Staten de echte grote
mogendheid waren aangewezen.
Daar komt nog bij, dat de Britten met
lede ogen moeten toezien, hoe de Ver.
Staten thans proberen, zich een domine
rende positie in het Middenoosten te ver
werven, voordat de ondermyningspolitiek
van de Sowjetunie dit gebied in de macht
van het communisme heeft gebracht
Deze uitbreiding van de Amerikaanse In
vloed gaat (hoe kan het ook anders) ten
koste van de Engelsen en Fransen, die
naar het oordeel van de Amerikaanse re
gering niet in staat zijn gebleken, als
stabiliserende factor te fungeren.
CTABILITEIT in het Middenoosten is
volgens de Ver. Staten een eerste
vereiste voor het behoud van de wereld
vrede. Om die stabiele toestand te be
reiken moeten (zo schryft Time) eerst
de Britten en Fransen uit de Suez-kanaal-
zone en de Israëliërs uil de Sinaiwoestyn
worden teruggetrokken. Vervolgens moet
het Suez-kanaal voor de scheepvaart
worden vrijgemaakt, de olie-aanvoer
naar Europa worden hersteld. Aan het
opruimingswerk in het Suez-kanaal
den geen Britten en Fransen moeten deel
nemen, ter vermyding van nieuwe inci
denten.
Om het olietekort in het dollararme
Europa te helpen lenigen, zal Amerika
waarschyniyk een dollarkrediet verschaf
fen via dc O.E.E.S. te Parijs om Europi
in de gelegenheid te stellen, olie uit dc
1. als uitgangspunt voor een nieuw ge
sprek over het Suezkanaal-probleem de
punten kunnen dienen, waarove
New York met Egypte overeenstemming
werd bereikt;
2. de Egyptische souvereiniteit over
het kanaal moet worden geaccepteerd,
maar dat het internationale gebruik er
van (ook door Israël) gegarandeerd moet
worden en dat het kanaal geen politiek
wapen mag zijn in de handen van Egypte:
3. de door Israël veroverde Gazastrip
tydelijk in handen van het VN.-leger
moet komen, totdat een oplossing ii
vonden en dat de eilanden in de Golf
van Akaba, die eveneens door Israël wer
den bezet, aan Egypte teruggegeven moe
ten worden, op voorwaarde, dat ze gede
militariseerd worden;
4. zowel Egypte als Israël zich moe
ten realiseren, dat zij elkaar niet kunnen
vernietigen en dat zy er dus beter aar
doen, de grenskwesties voorlopig te rege
len;
5. Israël de meer dan '200.000 Arabi
sche vluchtelingen moet opnemen
financiële steun moet verlenen om
vestiging van deze mensen in andere
(Arabische) landen mogelijk te maken;
Amerika wil gaarne financiële steun
geven;
6. een overeenkomst over het vaststel
len van de grenzen tussen Israël en d<
Arabische staten moet garanderen;
7. de gehele stad Jeruzalem en niel
alleen de heilige plaatsen geïnternationa
liseerd moeten worden;
l. dat Nasser niet noodzakelijk behoeft
verdwynen, omdat moet worden afge-
icht, wie zyn plaats zal innemen e
Deze belde bouwfoto's hebben iets
gemeen: fantasie. De foto boven toont
een houten prefab-huis uitgerust met
een „vliegende kamer" die negen meter
voorbij de laatste pijler uitsteekt. Deze
fantasie won een prijs b(j een huizen
ontwerpwedstrijd te Chicago. Mis
schien lijkt het bouwsel niet zo solide
maar het heeft toch twee Amerikaanse
orkanen zonder een schrammetje doo:
De onderste foto is gemaakt „ergei
in Nederland" en beeldt uit dat het
K.N.M.I. tijdens de wintermaanden een
speciaal weerbericht voor de bouw
vakken gaat uitgeven. Driemaal daags
zal voor ons land, dat hiervoor in drie
zones is verdeeld, een weerbericht
worden opgesteld. Gisteren was het
de eerste dag. Maar of er m werke
lijkheid een telefoontoestel op zo'n
muurtje zal staan
Hulpgoederen naar Wenen
Aan het einde van'de vorige week heeft
het Nederlandsche Roode Kruis drie wa
gons margarine, één wagon appelen en
twee wagons rijst en vlees naar het Inter
nationale Rode Kruis in Wenen gezon-
Via het Nederlandsche Roode Kruis Is
tot nu toe voor ruim één miljoen gulden
aan goederen in natura geschonken
Morgen zeventig jaar
Markante persoonlijkheid met vele
gaven op allerlei gehied
(Van c
parlementaire redacteur)
zeventigste verjaardag vieren: prof. mr. P. J. Oud. De voorzitter Van
de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, de leider van de Tweede Ka
merfractie van deze partij is ongetwijfeld een van de parlementariërs van
grote klasse. Sinds 1917 is hij lid van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal, het enige lid, dat nog tijdens het districtenstelsel werd afgevaardigd.
Maar toch ia de heer Oud niet de man met de meeste dienstjaren. Vier jaar
(1933-1937) was hij minister van financiën, in 1938 werd hij burgemeester
van Rotterdam. Eerst in 1948 keerde de heer Oud weer in de Tweede-
Kamer terug. Zijn aantal dienstjaren is dus respectabel. Het wordt alleen
overtroffen door dat van de heer Tilanus, die sinds 1922 onafgebroken
Tweede-Kamerlid is.
Een groot parlementariër la een omstre
den figuur. Prof. Oud zal dat de afgelopen
jaren ook wel gemerkt hebben, want als
het na-oorlogs parlementair optreden
deze zeventigjarige gaat ontleden,1
dan zit daar veel in wat bestreden kan
•orden. Niemand twyfelt aan zyn wel
sprekendheid, aan zyn grote staatsrechte
lijke en parlementaire kennis. Als de heer
Oud het woord voert, is het dan ook altyd
de moeite waard om te luisteren. Maar
i-oorlogs politicus, valt op de heer
Oud wel het een en ander aan te merken.
Prof. Oud heeft ln de na-oorlogse politiek
teveel vergissingen gemaakt om werkeiyk
groot politiek leider te kunnen zyn.
Dat begon reeds in 1945 toen hy zyn steun
verleende aan de Nederlandse Volksbe
weging. waardoor hij later een vooraan
staand man werd in de Party van de Ar
beid. Een party, waarin deze puur libe
rale vrijzlnnlge-democraat zich niet thuis
kon voelen. Prof. Oud is ook de man
verantwoordeiyk is voor de liberale
oorlogse verkiezingscampagne. Wie herin-
zich niet meer de leuze „hebt U er
ook genoeg van?" Enige weken later
schaarde de V.V.D. zich achter de rege-
rlngspolitiek. De heer Oud stemde voor
de soevereiniteitsoverdracht wetende dat
daardoor het zelfbeschikkingsrecht ont
halst zou worden. Zo zyn nog wel enkele
voorbeelden te noemen, die tot de con
clusie zou kunnen leiden dat zyn politiek
ln vele gevallen een opportunistische in
slag heeft. En dat hy na de Oorlog teveel
vergissingen heeft begaan om ln politiek
opzicht een waarlijk nationale figuur te
kunnen zyn. De politiek is een strijd der
geesten. Als vrijzinnig denker heeft prof.
Oud zeker een grote bydrage aan de po
litiek geleverd.
Persoonlijkheid
t zou echter beslist onjuist zyn
deze rasechte parlementariër alleen n
te beoordelen als na-oorlogs politicus. De
heer Oud heeft nog veel andere kwalltei-
jHij is een markante persoonlijkheid,
die strijdvaardigheid paart aan kennis en
Polen in 1957 met buitenlands krediet
GOMULKA BELOOFT ARBEIDERS
EEN BETER LEVEN
Kritiek op discipline
der mijnwerkers
heeft gisteravond in een toe
spraak tot mijnwerkers duidelijk
gezinspeeld op Amerikaanse econo
mische hulp. Hij zei, dat Polen in
1957 op buitenlandse kredieten moet
leven waardoor het mogelijk zal
zijn, de arbeiders een beter bestaan
te bieden. Pas na lang beraad had
de regering besloten, dit consumen
tenkrediet aan te vragen.
een verandering ook een verbetering
zal zyn, maar
9. dat krachtig tegen Egypte zal wor
den opgetreden, als dit land voortgaat
met de Russen onder één hoedje te spelen,
inplaats van zich te houden aan Interna
tionale afspraken, zoals Nasser onlangs
toegezegd heeft.
Gomuika zei dat deze kredietaanvrage
de noodzaak Inhoudt om de Investeringen
in dc mynbouw krachtens een nleu'
vijfjarenplan op te voeren: „Alleen dan
kunnen w(j de kolen produceren, waarmee
dollars verdiend kunnen worden on
lening terug te betalen." Vergeleken by
dit jaar zal de kolenexport dalen va
miljoen tot 13 k 14 miljoen ton In 1957.
De Poolse premier had ernstige kritiek
op het gebrek aan discipline ln de my-
nen, waardoor de produktie de laatste
twee maanden emstig had geileden.
In een mijn hadden de arbeiders de
directeur in een krultunpen gezet en
hem zo het terrein afgereden In an
dere mijnen werden voormannen mis
handeld of durfden directieleden ntet
binnen te komen. Gomuika gaf toe.
dat sommige directeuren afgezet moe
ten worden, maar vond, dat dit orde
lik en legaal moet geschieden
De Poolse mijnwerker* hoeven ln 1957
niet meer elke zondag te werken. Go
muika vroeg echter, wel twaalf zondagen
offeren om Polen ln staat te stellen
de voorgenomen produktie te halen.
Toch is hol zo
CHINESE PEKINGtfMENS
Bij zorgvuldige exploratie» in
schillende grotten, spelonken en
in hel Noordchinete heuvelland
Lou Tien, in de buui
jaar v Ghr., toen in China nog een
typische (teencultuur in haar Uetste
fasen bestond. Van een paar eeuwen
hier zyn de vierkante of halvemaan
vormige leisteenmessen bekend, die
precies gelijken op de metalen messen
die de Chineaen than» nog gebruiken
hg het oogsten van gierat. In die late
en de Chinezen uit de latere Steen
tijd, die we zojuist noemden, ligt een
geweldige lange periode van ongetelde
duizenden jaren, waaruit geen enkele
vondst, geen restanten van meneelijk
leven, geen spoor ven enige bewoning
bekend i». Het heeft er alle schijn van
dat China, althans een belangrijk deel
daarvan, tussen de cultuur van de
Pekingmen» en die van da late Steentijd,
herit ge
kend.
Onderzoeker» menen, dat de IJatijden
hiervoor verantwoordelijk moeten wor
den gesleld. Toen treden niet alleen
harre temperaturen op, waardoor het
of neuwelijk» kon hand
weinig of
dit
teweldige dro
Mralig -
ginpunl, waarop de k
traditie de gesohiedenii
aanvangen. Volgens deze traditie zo
begin van de Chinese geschirdeni
in ongeveer 2500 v. Chr. vallen. I
wetenschappelijk opzicht betrouwbar
historische gegeven* bestaan er echte
pas van ongeveer 1500 v. Chr. en ee
/.ekere chronologie pa» sind» het jat
841 vóér onze tijdrekening.
De arehaeologitrhr vondsten uit di
tijd komen nsuweliik» verder dan 30f
.-entijil bewerkten de Chinezen dus
1 land en uit opgravingen i» geble
«g bovenloops bevroren waren. Door
verschuiving in de weersgesteldheid, die
op het smelten van het ijs volgde, zou
het Chinese land allengs zijn tegen
woordig karakter hebben verkregen en
opnieuw bewoonbaar voor mensen «tjn
geworden. Hierover ia neg weinig met
zeketheid hekend, maar hat klinkt
annemeiyk.
Over hel leven in de Ijstijd moetep
w« ons overigens geen plesieriga voor
stelling maken.
Daarover een volgende keer.
(NADRUK VERBODEN)
werkkracht. En bovenal heeft hy getoond
een groot bestuurder te zyn. Zyn burge
meesterschap van Rotterdam heeft dat bo-
WDonveelzydlgheld van prof. Oud komt
heel treffend tot uiting In het bock dat
ter gelegenheid van zijn 65ste verjaardag
wprd uitgegeven. Daarin Is mr. Pleter Ja
cobus Oud beschreven als volksvertegen
woordiger, als vryzinnig democraat, als
minister van financiën, als burgemeester,
als parlementair historieschryver, als we-
tensehappeUJk beoefenaar van het staats
recht. als voorzitter van de V.V.D,, al»
vryzinnig protestant en als stryder voor
de gemeenteiyke zelfstandigheid. Een op
somming die een grote carrière verraadt.
Na zyn H.B.S.-tyd, werd de heer Oud
ln 1907 kandidaat-notaris, ln 1009 surnu
merair der registratie en domeinen. In
1912 deed hy staatsexamen, ln 1917 promo
veerde hy aan de Gemeenteiyke Univer
siteit in Amsterdam tot doctor ln do
rechtswetenschappen. Dat was het Jaar,
waarin hij naar de Tweede Kamer werd
afgevaardigd. Daarvoor was hy nog enige
tyd ontvanger van de belastingen to Texel
en Ommen. Van 1939-1941 en van 1945-1952
was de heer Oud voorzitter van de Ver
eniging van Nederlandse Gemeenten. Hij
is president de l'Unlon internationale des
Villes et Pouvoirs loceaux, voorzitter van
de Centrale commissie voor de Statistiek
en buitengewoon hoogleraar ln het staats-
en administratief recht aan de Economl-
sohe Hogeschool te Rotterdam. In de be-
zettingstyd heeft de heer Oud de gelegen
heid gekregen enige omvangryke werken
te schrijven, die direct als standaardwer
ken beschouwd werden. Zo heeft hij de
parlementaire geschiedenis van 1918-1940
beschreven in zes dikke delen: „Het Jong
ste verleden". Ook schreef hy „het con
stitutioneel recht van het Koninkryk der
Nederlanden". Twee delen zyn daarvan
fiit Het wachten ls op het derde en het
aatste deel. Intussen is dc heer Oud weer
begonnen aan een nieuw werk over het
gemeenterecht, waarvan het eerste deel
ls verschenen. Men moge dan van mening
verschillen over het werk van de politicus
Oud, (wat niet wegneemt dat hy ook als
zodanig een zeer vooraanstaande plaat*
Inneemt), de bestuurder Oud en de weten
schapsbeoefenaar Oud geniet een alge
mene waardering.
Een omstreden figuur te zijn in de
politiek zal de man niet erg vinden,
die nog maar kort geleden de poli
tiek „een hard bedrijf" heeft ge
noemd. De felheid waarmee hij de
batteert, zijn dramaturgische kwali
teiten nopen vgak tot tegenspraak.
Prof. Oud is echter in woord, daad en
geschrift een waardig vertegenwoor
diger en verdediger van de liberale
beginselen.
uit „De n
i, die tydens de laat- Ver. Staten te betrekken.