Smokkelkoning CHARLES heerst over Zeeuu/s-Vlaamse grens ZONDAGS BLAD BRIEVEN AAN DE X-< Hieuw? Ccihsrtjctfouranl ZATERDAG 10 NOVEMBER 1956 Dit rubriekje gaat steeds meer 5|le aandacht trekken van onze jezers. Daar zijn we blij weten meer dan één. Als iets willen weten, een Ijichting verlangen enz. allicht de grote kring on; lezers hulp worden gebodi Alleen maar: men houde er reke ning mee, dat in dit hoekje geen ange betogen kunnen worden ipgenomen. Vragen en antwoor- i geven we liefst in telegram- IJtijL H IK KA.\ HELPEN? Mej. J. Raad. Van Adriehem- wep 62b, Overschie, schrijft ons: tou mü kunnen helpen aan het boek Edna Earl door Bessy ing? Dit verhaal werd enige n geleden als feuilleton in blad geplaatst. De uitgever I bes ft geen exemplaren meer be- I schikbaar. Ik zou dit boek graag vergoeding in mijn bezit hebben." IGEYRAA4.D ADRES v. d. W. te Den Haag. Het I door u gevraagde adres is: J. W. I Grisnigt, Rerglustlaan 56b, Rot- terdam-W. Stel u met hein in ver- 1 binding. Naar wij hopen zal dit tot het door u gewenste gevolg leiden. %A.NK I A. de W. M. te A. Hartelük dank I voor uw vriendelijk schrijven dat wij zullen doorzenden naar G. H. te L. Wellicht bevat het voor j hcni waardevolle aanwijzingen, i Met een beetje moeite kunnen WIJ i i grote KOG EE.NSi VOORZICHTIG! I Uit Leiden ontvingen wq een lange brief naar aanleiding van onze opmerking over de verhou ding IsraëlE ypte in ons vorig Zondagsblad. Waarom noemt i Dan hadden wjj persoonlijk kun nen antwoorden. Zo eenvoudig ïls f hjj 't voorstelt liggen hier de zaken niet. Met 'l aanhalen van enige bijbelteksten lossen we zo'n op. IIMMY 't Is heus niet erg, mevr. S. te D., dat n de voorgaande num- roers van .Jimmy de Leeuw" mist I 't Aardige van deze geschiedenis is, dat men ze aanstonds begrijpt, ook al valt men er midden in. Dof gem j zoontje het verhaal met aandacht volgt Trouwens, zo'n vertelling wekt meestal belangstelling bij de jongelui san 8 tot 88 jaar. -fc Botergrossiers zijn er bij de vleet Clinge heet de kleine bescheiden huizenbedoening aan de Zeeuws- Vlaanderense grens en Klinge noemt diezelfde gemeente zich een stap ver der. Die stap behoeft dan nauwelijks te worden ingehouden voor de rood- omrande stalen slagboom, waarbij de Nederlandse douaniers de wacht be trekken, zolang het dag is tenminste. ellicht ook hebt ge nooit eerder van dit Clinge gehoord en nog minder van dat Klinge. Dan hoeft ge bij een toevallige overschrijding van de grens op dit punt, uw pas ook niet in te te houden. De man die u en de uwen met een blik uit zijn geoefende ogen Het pakje boter, dat we als symbolische smokkelwaar op de achterbank van de auto plaatsen komt dan ook behou den aan de Belgische kant van de grens. Een flauw grapje, omdat de slagboom al was opgehaald en de wacht al naar huis was. Maar toch, met die proefsmokkel van een kilo boter konden we ons minstens 6 Belgische franken of een halve gulden rijker noemen, ware het niet dat we het gele smeersel nodig hadden voor het meegevoerde lunchpakket. En dan. waren we wel ongezien met dat illegaal uitgevoerde pak je boter de grens overgekomen? tDe vaste grenswachtwas al wel naar huis. maar achter de brui ne gordijntjes van de wachtpost kunnen op elk uur van de nacht ogen loeren en oren luisteren. Vooral die oren doen het-em. Die spitsen zich op elk verdacht ge luid. dat onder de motorkap van elke op de grens afstormende wa gen vandaan kom: Daar heb je Charles met zijn slee zeggen deze steekprosvende douaniers. als Charlke zelf in neg geen velden of wegen te bekennen is Op het ogenblik dat deze Charles of Sjef- ke gas gaf wisten de verspieders al. dat hij zijn ronde maakte. Deze geüniformeerde wachters van de nacht kennen de wagen beter dan de man achter het stuur, als het er op aankomt. En het op de Belsen ge\ franken meer voor de Nederland se boter en dus is de botergrens rijp om overschreden te worden. De berichten over de op handen zijnde botersmokkel slaan weer wat vonken uil die even vergelen grens, welke het vergeten land zo grillig doorsnijdt. De denkbeeldige streep. die dwars over de straat, door hui zen en schuren loopt en weelde rige vlasakkers verkavelde is er om overschreden te worden. Je kunt dat op twee manieren dozn. langs de legale en langs de illegale weg. Je kunt natuurlijk In het wilde weg gaan rijden, met boter, meestal in dozen van 25 kg verpakt, haalt een handige jon gen toch al gauw een zoete winst van 600 gulden We hebben ook de kleine jon gens aan het werk gezien. Zij die eigenlijk niet veel anders doen dan op een donkere avond of nacht de huisdeur achter zich dicht slaan en het op een lopen zetten. Ze kunnen lopend het veld ingaan of de fiets nemen. Nooit vertrekken ze met lege handen, omdat het ze immers niet in de eerste plaats te doen is om het luchtje dat zo nodig geschept moet worden, maar om de bo terham. die belegd moet worden. En een beetje dik als het even kan Zo"n avond-uurlijke of nach telijke wandeling behoeft niet-cens zo lang te duren. De heren ken nen de weg en een pakketje van monsterde, en meteen vaststelde dat hij met „goed volk"' te maken had, gaf al een lichte tik tegen de slagboom. Zo rijdt ge dan het Nederlandse Clinge zonder omzien uit en het Belgische Klinge met één oogopslag binnen. Waarmee uw „grensavontuur" weer tot het verleden behoort en ge de in druk met u meeneemt, dat dit vergeten land ook nog een vergeten grens heeft. Temeer omdat er na tien uur 's avonds geen kip, laat staan een grenswacht te bekennen is in deze landerige Vlaan derense grenscontreien. De weg is vrij, de kust veilig. Zo is de schone schijn. 25 kg mag nauwelijks een belet sel heten op een stevige wande ling van 7 km. uit en thuis. De terugweg is. zoals het zich laat aanzien, heel wat lichter te lopen. Ik kan u de deuren wijzen van goede huisvaders die. menigmaal in gezelschap van hun zoons zo in de nachtelijke wandelingen opgaan, dat ze er hun hele nachtrust graag voor op offeren. Zij lopen die 7 km met groot gemak viermaal achter el kaar en met de fiets gaat het nog vlugger. Vier van die wandelinge tjes leveren op die manier rond vijftig gulden op: ze liggen als balsem op stukgelopen voeten Ook deze grenslopers zijn nooit verzekerd van een ongestoorde wandeling en als er dan klop jacht op hen gehouden wordt kan ommetje over de grens hen olge- iuwd met, pak-weg. een 1200kg boter. Een mooie kans dat je on gemerkt, de officiële grensweg be rijdend. de jongens van de doua ne verlinkt. Een mooie kans ook, dat ze er al lucht van hebben ge kregen en je opwachten. eerst met hun stoptekens, dan met hun spaanse ruiters, de bespijkerde planken en andere bandenprik kers, en als dat allemaal niet rrjocht helpen, met hun geladen karabijrten en hun achtervolgwa- gens. Dan vliegen de spaanders er wel eens af en worden de slag bomen in dolle vaart geramd. Als de wagen er tenminste tegen kan. „0P SCHERP" Een beetje botersmokkelaar weet echter wel, dat hij in België legertrucks en andere wagens, die door hun speciale constructie tegen een stootje kunnen, gemak kelijk op de kop kan Ukken, iets wat hem hier niet zo gemakke lijk zou lukken. Wordt er „op scherp" gereden, hangt er dus een wilde nacht met een goede vracht In de lucht, dan hangen de heren nog een pantserplaatje extra aan hun voertuigen. Een legertruck met een bakje er om heen. heet het dan en een goede schutter*die zo'n voertuig in zijn drieste vaart tot stoppen kan dwingen. Ongrijpbaar zijn ze echter niet. zoals hier elders wordt beschreven. Dat zijn dan wel de wilde jongens, die met hun gepantserde vrachtjes met boter of vee in het vee zit op het ogenblik de klad vanwege de la ge prijzen kapitalen en zonodig mensenlevens op het spel zetten. Neem nu zo'n doordeweeks vrachtje met een gewone perso nenwagen. eentje waarmee je na tuurlijk goed scheuren kunt over de binnenwegen, die zich overal als sliertige asperges op het ge bekte land aftekenen. Mooi land. zegt de toerist bij dag; smullig smokkelland, zegt de man met de boterbriefjes, bij nacht en ontij. Het is zoveel als huisje-boompje- beestje-smokkelen, om een lucht vaartterm te misbruiken. De men sen hebben de grens gewild, maai de natuur gaat andere wegen en schonk de schadelijke smokkeljon- gens een gedekt terrein waarop menig generaal-op-manoeuvre ja loers zou zijn. Weet zo'n doorde weeks vrachtje van een doorde weekse smokkelknaap handig ge noeg van de velddekking gebruik te maken en tevens van de inlich tingen die zijn handlangers hem gaven, dan kan hij veilig aan de overkant, dat is de Belgische kant komen. Daar wordt dan mèestal op hem gewacht. Want smokkelen is ook het maken en nakomen van onderlinge afspraken. Een kwestie zeggen En wee hem of haar die dit vertrouwen beschaamt en zich niet aan de gemaakte af spraak houdt. Aan deze grens heeft iedereen wel in mindere of meerdere mate boter op zijn hoofd, zodat het aan de verlang de medewerking meestal niet ont breekt. Het gaat er dan nog maar om de eenmaal veilig overge brachte boter zo ver mogelijk België in te krijgen. Boter die in Gent Zoals die Zeeuwse, in haar haa;. spreekwoordelijke struis heid, het van achter de toog en een potteke bier zo treffend il lustreerde met deze kleine erva ring. die de hare was. Ook deze vrouw kwam op een dag haar penninkske offeren aan „meneer den inspecteur" op het belasting kantoor te Terneuzen. Hier bleek haar voorganger een boer te zijn. die ook even zijn inkomstenbelas ting kwam voldoen. In een keer schuiven. „Wel mien ogen gingen toen open. dat begriep-ste. jong." Van dat ogenblik af heeft deze buit binnen kregen. Van dat zelfde ogenblik af stuurde zij ook haar man en zoons de baan op met boter, waaraan zij anderen zoveel zag verdienen, zoveel dat er voor haar c-n de haren toch cok wel een grijpstuiver kan afvallen, meende ze Maar zolang ze me. neer den inspecteur er buiten kon houden deed ze het. want om zo maar even 35000 harde guldens over he'. loketje van de belasting ambtenaar neer te leggen, vond Zien smokkelen doet smokkelen en waar een handjevol douaniers ook niet overal kan zijn. zal de smokkel blijven zolar.z de grens blijft. De heren van de grens wacht kennen hun klantjes Zij kunnen zo langs hun neus weg £8g" dat die zoëven vriendelijk van zijn auto uit groette de smokkelkoning van de streek is. Het blijkt Charles té zijn. die ergens in het kleine stukje niemandsland tussen de grensposten van Clinge en Klinge een levensmiddelenzaak drijft. Maar van wie iedereen hier weet, ook de douanier die de slagboom voor hem opendoet, dat Charles andere middelen achter de hand heeft om zich in het leven te hou den. Deze smokkelkoning is zo leep als zijn bolle ogen staan. Hij is de man achter de schermen, de man ook die achter de scher men weet te blijven; waar ande ren worden gegrepen, daar ont springt hij steeds weer de dans Drie zwijgende mannen in donkere kleding: sualletje aclitf ntserauto kina rrgl boter, of eUigTof 1, mterf by HuUt Unrt rn hei grens-slagbomen Ti de .Zwaantjes" by de grens? Met zijn sloffen staat hy op Bel- \gisch grondgebied. .Maar het scheelt jniet veel", zegt hy glimlachend. [Xijk, daar loopt de grenslijn, vijf- llien meter van hier, du-ars door dal FOTO RECHTS In Koeuacht is het helemaal een voudig: nadat de slagboom daar enkele jaren geleden door een smokkelauto geramd en vernield tcerd, bestaat de douanepost alleen maar uit een houten u-achthuisje, iranr de douanier eenzaam zitting houdt. Komt er een auto, dan stapt hij naar buiten, en al gauw is het: doorrijden, dan ook zelden sprake van zuive re winst, afgezien al van de zui verheid van hun bijverdiensten. De onfortuinlijksten onder hen lo pen van boete tot boete en zich dus uiteindelijk te pletter op de listen waarmee de douaniers hun lagen beantwoorden. Het is heus niet alles goud wat er blinkt aan de lange botergrens. En de tijd dat een poteling maar met een stevig stokske een troep koeien en kalveren voor zich uit had te drijven, net zolang tot hij Belgi sche grond onder de voeten voel de. behoort ook alweer tot het verleden. Trouwens, toen die vee smokkel hier de spuigaten uitliep en er meer veeboeren dan vlas boeren in orploop waren, moest elke koe in kaart gebracht wor den. Bij elke grenskoe. bij elk stukje vee van enig aanzien be hoorde een veeboekje met een ge tekende schets van het dier. Met deze persoonsbewijzen van zijn veestapel op zak legde de boer van het rundvee heel wat minder treklust aan de dag! Zolang de veeprijzen in de twee grenslanden gelijke tred met elkaar houden is er aan die persoonlijke dieren- prentjes geen behoefte meer. De smokkel van boter is overi gens heel wat sympathieker en in wezen van onschuldiger aard dan die van vee. Men denke maar eens aan een veesmokkeltrans- port. waarbij de bekken wredelijk gesnoerd of de dieren van kop tot staart verdoofd worden. Zulk ille gaal veevervoer is onder alle om standigheden wreed vervoer en is dus nooit goed te praten, iets wat we m^t de botereontrabande nog- wel eens horen doen. BOTERGROSSIERS Want, zo zeggen die van Klinge, Koewacht of hoe al die andere grensgevalletjes ook mo gen heten, ze werken het t>an- uit Den Haag dan toch maar in de hand. Of liever, ze werken het daar in elk geval niet tegen. Hoe is het anders mogelijk, zo redeneert de grensbevolking, dat je hier over de botergros siers struikelt. Wij eten die la wines boter die door hun han den gaan heus zelf niet op en deze of gene losse Belg, die zo eens een pakje meeneemt, ook niet- En toch is het nog nooit voorgekomen, dat de boterboer, die zich met partijen van vele duizenden kilogrammen laat bevoorraden, met een ranzig produkt blijft zitten. Op hun papieren, zo ze die al hebben, valt niets aan te merken. De boeken kloppen precies en zo blijven zij, die de boter hier maar voor het grijpen leggen, altijd buiten schot. In Den Haag kennen ze ons niet, mopperen de bewoners van dit vergeten land, maar aan de boter die u>ij hier illegaal ver handelen verdienen ze daar uit eindelijk toch ook maar een lief centje. De bewoners van de grensstreek moe ten heel uat malen de grens tussen Hollands Clinge en Belgisch Klinge passeren en de douanier lioudt meestal de boom al omhoog, als zijn oude bekenden aarr komen rijden. Een groet met de hand: een grens overschrijding. en laten van de verschillende in .iet groc: opererende smokkelor ganisaties met hun internationale vertakkingen op de hoogte is dan hij. Hij is hun financier, de spul- lebaas zogezegd. En als Charles, die dagelijks vele malen van het ene grensland naar het andere grensland trekt, vriendelijk vraagt om doorgelaten te worden, dan zwaait de boom gewillig omhoog De gevreesde gaat zo ongehinderd over de grens en financiert zich rijk Charles ls leper en geslepener dan de rest, al kan hij nauwelijks zijn eigen naam schrijven. Ver huizen doet hij voorlopig ook niet, al mag verondersteld worden, dat hij de nodige schaapjes al op het zijn wa gen. Charles blijft toch buiteh schot. £)e smokkelkoning van Clinge en Klinge zit zo stevig op zijn troon, dat hij zijn vele ge. willige onderdanen het vuile werk kan laten opknappen. Ze mogen hem niet zo erg. de slimme vos, maar de grensbevolking kan niet buiten hem en zijn trawanten. De smokkelkoning had zijn man netjes al uitgezet en bleek al op de hoogte van onze aanwezigheid. Alleen tastte Charles nog over onze bedoelingen in het duister. Om ook die te kennen had hij zijn spionnen uitgestuurd om aan de weet te komen wat we daar nu wel precies aan „zijn grens" uitsoookten. Want zelfs concurren tie kan hij niet velen Onze zegs man had.de verspieders van de smokkelmajesteit al heel snel in de gaten. Kijk. zei hij. die jon gen daar staat daar niet voor' niets. Als hij gevaar ruikt of de zaak niet vertrouwt gaat hij een pas achteruit en dan weten zijn helpers verderop wel dat er ge vaar is. Dit bleek de zoon van de slager te zijn. een jongen in gele stofjas, maar achter de horretjes van hun huizen trachten vrou- in deze buurt niet van vreemde pottenkijkers, vooral niet nu de boterprijzen in België omhoog lij ken te gaan en er dus weer werk aan de winkel is. En we zullen maar denken, dat de knaap die even de grens over moest om „een popke" voor zijn zusje te halen niets met Charles uitstaande had. evenmin als de man die voorgaf zo doof als een kwartel te zijn en zo nodig Belgische koek uit een Nederlandse winkel moest hebben Aan die ene koek zit echter niei zoveel winst als aan die andere kilo boter, die hij gemakshalve ook maar meenam De dovekwar- tel doet geen kwaad, zolang hij tenminste niet in handen van mannen als Charles valt. wiens zoete influisteringen zelft dove mansoren keffen bereiken.... Het regent zachtjes, als ze de gepantserde auto uit het schuur tje rijden drie zwijgende mannen in donkere kleding, de petten stijf recht op de hoof den. En als de auto klaarstaat, daar in dat zandlaantje even buiten het Zeeuws-Vlaamse Hulst, gaan de mannen de schuur weer binnen. Twee aan twee dragen ze verdoofde kal veren naar buiten, die ze achter in de bak van de met pantser- platen beschermde vrachtauto leggen. Dan klimmen ze in de cabine. Een van hen neemt het stuur. De motor begint te ron ken, twee kleine schijnwerpers floepen aan en met de zware, dikke banden wentelend door de modder van een doodstil boerenerf, begint de wagen te rtjden. De straatweg naar de grens een wat bol midden stuk van gladde, glimmende keien, een bomenrij, die met eentonige regelmaat in het vage schijnsel van de koplampen boom voor boom opduikt en verdwijnt. Een eenzame fietser. Het toerental van de motor klimt; rammelend bereikt de zware, lompe wagen een hogere snelheid dan men op deze boch tige keienweg voor mogelijk zou houden. Ze kennen de weg maar al te goed; iedere bocht, ieder brug getje. iedere boom is hun bekend. Een dorpje duikt op: Heikant, en nog een verzameling van lage. donkere huisjes: St. Andries. Dan een wat groter dorp, Koewacht. Een nauwe dorpsstraat tussen slapende huizen. Scherp tuurt de bestuurder van de pantserwagen voor zich uit. de witte knokkels van zijn handen, die het stuur omklemmen, zijn vaag zicht baar in het blau wige licht van het dashboardlampje bij de snelheids meter. die nog steeds met schom melende wijzer 40. 50 kilometer per uur aanwijst. Een bocht het hokje, waar over dag de douane staat. Maar de douanier is er niet. die gaat elke avond op dezelfde tijd naar huis. En deze avond heeft hij bovendien een uitvoering van de Koewachtse ama teur toneelvereni ging Dat weten de mannen in de pantserauto heel goed. hun inlich tingendienst is pri ma in orde. Met de echo van het motorgeronk nog naklinkend tegen de geveltjes, raast de auto door. Belgisch grondgebied en ook bij de Belgische douane is het stil en verlaten. NIET ONGUNSTIG De drie mannen in de cabine kijken elkaar eens aan. Niet on gunstig. zeggen bun blikken. Maar even later zeggen ze niets meer. Bij het schijnsel van hun eigen, kleine koplampen op de weg is een ander schijnsel gekomen, sterker, witter, dat de bomen tot hoog op de stammen beschijnt en dat van hun eigen pantserauto een vage. lompe schaduw voor hen uitwerpt Er zit een wagen achter zc Weer omklemmen de witte knokkels het stuur, weer begint de snelheidsmeternaald haar eenzame weg over de schaal- verdeler - 60. 65. 70. 75. 30 Maar de auto achter hen blijft niet achter. Toeval, een toerist? Dan is het. of er met een hamertje achter op de pa-ntserauto wordt getikt Korte, onregelmatige tik jes. Het geluid van ijzer op ijzer En dan weten die drie in die rammelende, hobbelende cabine, wat er aan de hand is: de Voe gende zit achter hen aan en chiet op hen met karabijnen. De zwaantjes, zoals ze in de buurt heten, de mannen van de mobiele brigade van de Belgische douane. Verbeten smokkelaarsja gers. met snelle wagens en een koel oog. dat over korrel en vi- zier loert. Sneller rijdt de pant serwagen te snel eigenlijk voor <s toestand \»ac is kassai—trsg brengt verdoofde kalveren naar België min mui limn min mini min mini mini mi mini limn inn iiiiiii mm <111111 Riskant bedrijf, want de douane waakt.. Dadelijk, bij de volgende bocht rechtsaf, dan duikt de pantserwa gen in een bos. een dorp, en daar is een kans om te ontkomen. Maar het gaat te hard. de chauf feur kan de bocht niet nemen en hij moet de flauwe kromming naar links van de weg volgen. IN PANIEK In paniek vliegen ze over de binnenwegen, seeds maar met hun eigen schaduw voor zich uit. Flauw klinken nog de korte zweepslagen van karabijnschoten. maar de kogels tikken niet meer op de pantserplaten van de car rosserie. Wat doen de zwaantjes? Dan houdt het schieten op al leen het loeiende geraas van de op volle toeren draaiende motor, het gerammel van de carosserie klinkt nog in hun oren. Een split sing blindelings sturen zc linksaf. Hun schaduw ligt nog steeds voor hen op de weg. Dan: een dorp. Eén van de mannen in de cabine vloekt. Het is Klinge. en Klinge ligt aan de grens. Ze vliegen tussen de huisjes door, ze vliegen onder de opstaande slag boom van de Nederlandse douane post door en ze zijn weer naar Nederland Rejaagd. Maar de twee felle koplampen achter hen blij ven op hun plaats het is of de zwaantjes aan een touwtje ach ter hen hangen. Want wat de smokkelaars niet weten, hebben de zwaantjes ge zien. Hun laatste karabijnscho ten richtten ze op de straatweg. En even later ook hun ury- heid- Want een politiespeurhond volgde hun spoor. Hulst in. En de boeien klikten om hun In de stilte van de nacht schijnt even het schijnsel van een huis kamerlamp. ten deur is openge gaan en weer gesloten. Langs de huizenkant lopen twee zwarte ge daantes Vader en zoon. ieder een jute zak op de rug. En in die zak zit boter. 25 kilo de man. En als ze die in België verkopen, maken ze samen een winst van een gulden of vijf en dertig. Als ze die nacht vier keèr lopen, iede re keer met 25 kilo de man. ma ken ze in zo'n nacht een verdiens te van 125.tot 150 gulden, al naar gelang de prijzen, die de Belgi sche afnemers willen betalen. Ze steken de weg over en hun voetstappen klinken even op in de stilte van het slapende Clinge. Bij een hardstenen paal aan de kant van de weg staan ze even stil om tc luisteren en te kijken. Want die hardstenen paal is een onder deel van een lange, lange rij van zulke palen, die hier dwars door weiden en sloten, over wegen en door huizen een denkbeeldige lijn vormen De scheidingslijn tussen twee landen, de grens tussen Zeeuws-Vlaanderen en België. e Belgische ki B tussen Clinge en Klinge hèbbrr. douaniers tan de zuidi soort klein kantoortje i keihuisje. En als dan eei taar het port de achtergrond De twee mannen stappen over een smalle sloot, ze lopen een wei land door. volgen een zandpad en scharrelen dan achter het Belgi sche Klinge bij een boerenschuur rond. Daar staan twee fietsen. Ze binden de zakken achterop cn fietsen de paar kilometers naar St. Gilles in eensge zind stilzwegen In St. Gilles kloppen ze op eer. deur. cn als die deur kte- rend opengaat, zet ten ze hun zakken binnen. Op de fiets gaan ze weer terug, tot vlak on der de grens. Die tocht herha len ze nog drie keer die nacht on als ze tegen het morgenkrieken hun deur op Ne derlands grondge bied. binnengaan, hebben ze 132 gul den verdiend. RISKANT BEDRIJF Nog geen drie honderd meter ver der wordt een schuurdeur ge opend. Een zwarte, zware personen- auto van Ameri kaanse makelij rijdt geruisloos naar buiten, hel pende handen stapelen de dozen met 25 kg boter op de vloer, dc achterbank en in de kofier. Samen is het duizend küo de autoveren zijn er extra voor ver sterkt. Kalm rijdt dc wagen op de grens toe. De slagboom staat omhoog, dc douane is naar bed. Maar wat de twee zwijgende mannen, voor in die met boter beladen auto niet weten, is dat twee mannen van dc Nederland se „vliegende brigade" der doua- zich in het kantoortie bij de ónder de pantserwagen. En één van die opspattende kogels heeft de benzinetank doorboord. Een spoor van benzine laat de pant serauto achter zich. en de Belgi sche „vliegende" wacht rustig af. Hun geduld wordt beloond bij het woonwagenkamp van Hulst vertraagt de pantserauto vaart. De drie mannen kijken elkaar aan Wat is er aan de hand"1 De motor slaat af en met een laat ste slag van het stuur draaien ze de wagen van de weg af. de mod der van het woonwagenkamp in. Als poppetjes tuimelen ze uit de cabine cn als zwarte silhouetjes in het scherpe licht van dc twee koplampen, die nog altijd schij nen. zetten ze het op een lopen, pardoes het water in, dat voor dc stadswallen van Hulst ligt. Spetterend en plonzend bereiken ze de overkant, op de wallen be graven ze hun wapens, en dan duiken ze het nachtelijke Hulst in. Het is het einde van een s mok kela vontuur. Dc pantserauto en hun kal- veren zyn ze hwyL derd meter verder staat i klaps een man op de weg. die met een rode lantaarn zwaait. Het stopteken van de douane. De bestuurder van de zwarte wagen trapt het gaspedaal In, langraam komt de wagen op ho gere snelheid. De douanier springt opzij, maar gelijk gaan bij de slagboom twee deuren open. De wagen raast langs, schoten kiln- Ken in het nauwe straatje van Clinge. De achterruit van de wa gen springt In duizend stukken, een achterband Is lek. De wagen «Waalt gevaarlijk over de weg, maar de bestuurder zet door. De douane achtervolg» te niet. Her ademend zet hij de wagen stil om een band le verwisselen. Ze stop pen langs de kant, de motor slaat af. „Daar slJn we goed doorheen- gekomen zegt de bestuurder tegen zijn msst. Maar zijn maat antwoordt niet. Om Juist te zltai zijn msst Is dood. Een karabijn kogel trof hem tn zijn hoofd. Zie verder volgende fag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 13