KUNST en INDUSTRIE DE OUDE WERELD na honderd jaren^ Cultureel venster Fernando Corena (subliem) Hans Kaart (te vroeg) en CHINEES VOLKSLIEDJE- „De vrijwilliger' m. ZONDAGSBLAD ZATERDAG 20 OKTOBER 1956 Dichter van „Wien Neêrlandsch bloed" „Een hartverheffend fee»t wordt heden gesierd. Te midden van dit liefelijk oord, bevallige luet- plaata onzer bloeijende Gemeente, staat een om- •luijerd beeld opgerigt. Met brandend verlangen wordt het teeken verbeid, dat dien tluijer zal doen vallen, en het edel marmer onthullen voor ons bewonderend oog. Dit beeld i« een nationaal gedenkteeken! De geheele Natie, van den aanzienlijke tot den geringe, van ons doorluchtig Vorstenhui» tot den nederigsten burger, heeft tot de oprigting van dat beeld hare bij dragen geschonken. Uit geheel Nederland, uit Oost en West, waar ook „Neêrlandsch bloed in de aders vloeit", zijn de gaven toegestroomd, om blijk te geven van de liefde, van den eerbied, waarmede Nederland de herinnering wil vieren van TOLLENS, van den dichter, dien ons volk bemint." Aldus sprak mr. W. Siewertsz op zijn Belgisch bloed van Reesema op 24 september horen beroemen 1860 bij de onthulling van Tol lens' standbeeld in het Rotter damse Park. in tegenwoordigheid van koning Willem lil, prinsen van het koninklijk huis, ..aanzien lijke toehoorders" en ..feestgeno ten", met welke laatste uitdruk king voor deze gelegenheid het gewone volk werd aangeduid. Een verslag van Tollens' begrafenis (op 25 oktober 1856; hij was de 21ste te Rijswijk op zijn buiten verblijf Ottoburg gestorven), uit gegeven bij Lange te Co. te Bata via :n 1857, was in Nederlands- Indië verspreid om in de Oost din'rekenen' gelden voor het op te richten ..Gedenkteeken" bijeen te bren- „Vaarwel en breng des naneefs groet Aan 't wijdberoemde en grijze Gent. Daar is myn voor zaat* naam bekend: Ik heb in de aadren belgisch bloed." Maar dat behoefde, tot 1831. zelfs geen schijn van tegenspraak in te houden en ook heden kan Vlaanderen tot de Nederlan- is het 100 jaar geleden, dichter Hendrik Tollens ie Rysuijk overleed. "F f" icracni, in ae nanaei voor ae win a neim ui il - .ia™ Suie hee.r Prentt,e de kleuie H,en" gegaan- Zijn dichterschap liet zich met hun in Nederland en elder» gedaan drJt veel Wlj2e lessen m liet chen" ui logie. die neerkwam op een niet eens zo heel uitgebreide verzame ling schabionen. Men kon er bij en dies werd Tollens zeer gepre zen. zodat men 's mans nuchter heid moet bewonderen, die hem ervan heeft weerhouden mate loos hoogmoedig te worden. Misschien is dit zijn grootste verdienste geweest Door de tijdgenoten is Tollens op één lijn gesteld met figuren als Bilderdijk. Feith en Van der Palm. maar vandaag lezen we in Buddingh's Encyclopedie voor de Wereldlite ratuur het ijzige zinnetje: zijn naam (isi thans een symbool ge worden voor alles wat poëzie niet moet zijn". Zo gaat de roem van de wereld voorbij. En een her nieuwde populariteit is wel uiter mate onwaarschijnlijk! C. RIJNSDORP. SPROOKJES VAN GRIMM IN TWEE POCKETS Kent u ze nog. de sprookjes Hans en Grietje". „Sneeuwwit- e", ..Doornroosje". ..Tafeltje dek Je". ..Roodkapje". .Assepoester", ..Klein Duimpje", enz. Wat heb ben we er altijd van genoten en wat doen we dat eigenlijk nog. Het zijn heus niet alleen kinderen die van sprookjes genieten. De kinderen geloven er in, wij niet meer. Maar wij ontdekken de waarheid in de meeste sprookjes, wij begrijpen de zin er. van. Ja cob Grimm (1785—1863" en Wil helm Grimm (17861859' hebben Geen kritiek, maar bevorderen van goede smaak De literair criticus of recensent heeft de gewoonte zich direct te werpen op de jongste uitgave van een auteur en dan zijn goed- of afkeuring in een geschrift te publiceren om het lezerspubliek voor te lichten en de auteur zelf zijn sterke en zw?kke kanten te laten zien. Op deze wijze zal hij ook invloed uitoefenen op de verkoop van een goed of minder goed boek. uit de vele goede artikelen een harmonisch en aantrekkelijk in terieur samen te stellen, dus zich rekenschap wil geven van het hoe en waarom, dan beseft men pas wat er voor de ontwerper komt kijken om deze op zichzelf een voudige produkten in hun samen hang tot elkaar tot een goed ge heel te maken. ARIE VERMEER „Muze des lieds, die de onsterf- iijken huldigt, sier met uw citeerde Bakhuizen van den Brink bij de onthulling van het monu ment op het graf van Tollens te Rijswijk in I860. Het door beeld houwer A. Lacomble uit zandsteen tand des tijds danig aangetast. Er zijn plannen tot restauratie. Bij de boekenliefhebber, die zich zo geen tientallen, dan toch ver scheidene boeken per jaar aan schaft. zal de kritiek een belang rijke rol spelen. Hij zal zich op deze wijze op de hoogte houden van wat er uitgegeven wordt en datgene aanschaffen, wat hem van zijn lievelingsauteur als goed wordt aanbevolen. De kritiek is ook belangrijk, omdat de adspi- rant-koper moeilijk aan de buiten kant kan zien of de inhoud van het boek goed is. terwijl het even min mogelijk is. om. in de win kel staande, een boek eerst te le zen alvorens tot kopen over te gaan. gestorven dichter werd ge dacht en wat men in hem bewon derde. Hij gaf uitdrukking aan de geest van zijn tyd. de geest van braafheid, burgerlijke en maat schappelijke deugden, zelfgenoeg- middelmatigheid. De geest mm <1781 „Kinder- und Hausmar- zijn koopma'nsbestaan chen" uit 1812 een Europees be verenigen. Na zijn sentimentele zit gegeven en generatie na ge- itie binnengeleid in de wereld wijsheid, humor en schoon gevoel, welke het sprookje ont- Met de.hulpe van hierboven.'' beloven. Gedichten <18081815' de dichter Nu. Hendrik heeft woord gehou- maat- den Van huis uit waren de Tollensen rooms-katholiek. onze dichter is later aan verdraagzaamheid Je- geworden van een christendom bo- die er ook zo over ven geloofsverdeeldheid. In 1827 is de familie Tollens overgegaan tot de Remonstrants-Gereformeer de Gemeente. Tollens is zijn huiselijkheid en vaderlands liefde. Zijn in 1815 bekroond volkslied ..Wien Neêrl Bloed" is in 1817 uitgegei door Wilms op muziek gezi later aanhanger lukkl8 IS d,t onbenullig stuk reto- later aannanger riek omstreeks de wending der sluit Jacob Grimm dacht. Een geest van incidentele liefdadigheid, waaraan men het eigen hart verwarmde, zooder heid over de gehele linie. TOT TOLLENS' EER Het moet tot Tol lens' eer worden ge zegd. dat hij. als een Johan Bodegraven ava-nt la lettre. de publieke liefdadigheid met zijn dichterlijke bedelbrieven heeft ge stimuleerd. Maar men krijgt toch een eig«i- aardig gevoel, wan neer men b.v. zijn Winteravond-liedje leest, ,.A1 zijn de bomen wit als dons. De grachten hard als lood. Wat. wijfjelief. wat ik volg nu een andere lezing van ditzelfde lied) laat het vuur opsto ken en schuift dicht bij de haard bijeen. Het ..middagtaaflcn" wordt gerekt. Straks wordt de pons- kom gebracht. Maar, tegen dat de kinderen naar bed moeten, klopt er een arme vrouw aan de deur. Ga. knaap! en zie eens uit op straat Bewaar ons 't is een arme vrouw. Wat staat gij. suk kel! daar te wenen in zulk een bittre kou? De arme sloof doet haar verhaal van ziekte i verfwinkel. Het is hem. PBL--JÜS. groot ..Wien Neêrlandsch Duits taalgeleerde en Wilhelm 1817 uitgegeven _en Grimm gaf werken uit over de Duitse heldensage en de runen. Werkten zij in de Sprookjes sa men. aan het einde van hun leven voorgoed door het onvolpre- zouden zij weer samenwerken en T.,u_i verdrongen. wel bij de uitgave van het Deut- sches Wörterbuch. Beiden wer den hoogleraar in Berlijn, maar in wier» de wereld hebben ze niet als Taïe_ hoogleraren hun l Wilhelmus De zg. „pocket books" staan voor niets. De Uitgeverij Het Spectrum te Utrecht en Antwerpen heeft in haar Prisma-reeks het tweedelige, geschiedkundige werk van de Amerikaanse Rus M. Rostovzeff „De Oude Wereld" opge nomen. Het eerste deel handelt over Griekenland en het nabije Ooster, het tweede over Rome. Michail Rostovzeff is geboren in Kiew (1870). Tot ongeveer zijn vijfstigste jaar leefde hij in Rusland, waar hij zich reeds naam verwierf als kenner van de antieke beschavingsgeschiedenis. Na de revolutie van 1917 verliet hij zijn vaderland en ging naar de Verenigde Staten, waar hij professoraten bekleedde aan de universiteit van Wiscontin en later aan de vermaarde Yale-universiteit in Connecticut. TWEEDE CATS Grote vermaardheid verwierf Tollens zich ook door reel van de overwintering der Hollanders op Nova Zembla in 1596 en 1597" (1819' Vooral in de jaren 1831-32 was hij onge- populair. Hij had zelf e wapenen en volgde de krijgsverrichtin- gekregen. doch als schrijvers van de vele sprookjes, die zij optekenden uit de volksmond, o.a. van een boerin in het bij Kassei gelegen dorp Niederzwehrn. ..Zij had de oude sagen vast in het geheugen bewaard zoon onder de de van gen met spanning en zorg. Door- vendien vertelde zij met dat Tollens' dichtwerk, op zijn best genoi kennen eenvoud en natuurlijkheid gen", scheidt van de volstrekte bom bast, die zoveel ander werk uit die tijd kenmerkt, is het te be- berichtten de gebroeders Grimm. Zelf hebben ze er nog het een en ander aan toegevoegd en zijn aldus tot een verrukkelijke verzameling van sprookjes ge- H^Hze ouders als kind verslonden en die ook door onze achterkleinkinderen nog zullen morden gelezen. In een uitsteken- Het huis te Rijswijk, ui dichter lange tijd tmondt zijn sterfhuis werd. Thans eerste verdieping het mus Rijswijk Cats werd beschouwd. Gevallen meisjes, trouwe hon den. grijze bedelaars, oude zee- lieden, vissersweduwen, de Geu- de Ned. vertaling van Nico Rost - en met de oorspronkelijke illus traties van Ludwig Richter en Moritz von Schwind heeft de Uit geverij Het Spectrum te Utrecht de sprookjes van Grimm nu in twee handige pocketboekjes uit gegeven. waardooor ze dus onder Prof. Rostovzeff nam deel aan de opgravingen in Doura-Europos. die in 1922 onder Franse lei ding begonnen waren. Door een militaire maat regel van de Romeinen was deze stad. gelegen aan de boven-Eufraat, op een snijpunt van cul turen. bijna intact be waard gebleven. Doura- Europos was gesticht omstreeks 300 v Chr. tijdens de bloeitijd van het Hellenisme. Men vond daar o.a. een christelijk kerkje, een Joodse synagoge (merkwaar dig versierd met wandschilderin gen). en talloze voorwerpen inscripties de oudheidkunde •At. te Gouda, een gestor- kamermeisje, mannenkuis- heid, landvermaak, het waren on derwerpen, die ieder toespraken. Tollens gaf uitdrukking de gemiddelde man en zijn of haar beste ogenblikkt.. voelde en dacht. En hij deed dit ieders bereik zijn gekomen. Koop in in de geijkte dichterlijke termino- i belang. Juist omdat Rostovzeff zich altijd bijzonder had geïnte resseerd voor de onderlinge be ïnvloeding der culturen, was het gemengde karakter van de vond sten in Doura-Europos voor hem zo buitengewoon aantrekkelijk. Men heeft hier dus te doen met werk van wetenschappelijke waar de. De stijl is wel niet briljant, maar toch helder en nergens droog en de auteur laat zich niet op zijpaden voeren, zodat hij een evenwichtig geheel heeft verkre gen. wat bij zulk een enorm om vangrijke stof geen geringe ver dienste mag heten. In werken als deze dienen óf zeer vele afbeeldingen, óf geen enkele illustratie te staan. Een goedkope uitgave als de bnder- havige had natuurlijk geen keus. Maar de lezer zal bij de lectuur toch omvangrijk platenmateriaal moeten gebruiken, dat overigens niet zo moeilijk te verkrijgen is. Heel anders ligt de situatie bij artikelen of produkten. die be doeld zijn voor dagelijks gebruik, dus die een direkt nut afwerpen of alleen visueel beleefd worden. Hierbij dringt zich dadelijk het hele beeld aan de beschouwer (koper) en deze zal zich, waarbij we de invloed van de verkoper niet moeten onderschatten. ter plaatse een oordeel vormen over het produkt en het tegelijk als wel of niet praktisch, mooi of lelijk merken. Minder dan bij een boek of an der geschrift, zal hij zich laten leiden door een goede of slechte kritiek over dit produkt. Doorslag gevend voor de koop is hier dus de invloed van de verkoper en zijn direkt inzicht omtrent kwaliteit en schoonheid, dus zijn eigen vi- Ongetwijfeld is er verschil van smaak, doch hoe vaak spelen niet een zeer slecht smaakgevoel of een teveel hechten aan traditie een rol. hetgeen wel bewezen wordt door de gretige aftrek, die een massa wanstaltige produkten nog steeds vinden. In deze rubriek bedoel ik niet de nieuwste creaties uit de indus triële vormgeving te recenseren, opdat u zich per jaar hiervan enige tientallen zult aanschaffen, doch ik wil u aan de hand van meestal reeds (soms zelfs allang) in handel zijnde voorbeelden la ten zien. hoeveel schoons er in de tegenwoordige vormgeving te krijgen is. hoe praktisch deze vormen zijn in het gebruik en hoe ze tezamen met andere produkten van deze tijd een prachtig spel van lijn en kleur aan het interieur kunnen "I geven. Als we het op de foto afgebeelde ledikant be kijken, dan horen of stellen we misschien zelf reeds de vraag: ..Wat heeft dit als ontwerp nu te betekenen?" of „Wat kan er voor bijzonders schuilen in een paar me talen platen en buizen, die op de meest simpele wijze met elkaar zijn verbonden". Het ant woord hierop is dan ook onveranderlijk, dat het juist .deze eenvoudige doch dik wijls vernuftige vondsten bevat tende constructiemethoden. ge paard aan een zuiver gevoel voor kleur en proportie zijn, die deze en dergelijke produkten het stem pel van smaak en distinctie geven. D>is een samengaan van intellect eri estetisch voelen. Juist wanneer men zelf tracht door een keuze plaat haar verhaal van ziekte «i ml- HOME NICO Cimaro. sérc. Ze krijgt brandstof, wat lin- \J nen en een deken en de filan- 1 "'"l troop zegt gul: ..Daar. neem een achotel van den disch De ..knaap" moet meelopen, helpen coni dragen en vooral niet vergeten tijd morgen te gaan vragen ..hoe 't met den kranken is". 11 Maar nu komt het fraais. De mi* slotstrofe luidt: ..Nu. kindren. gaat! neemt elk uw licht, stappen we opgeruimd naar v.n Wil h.bb.n daar w.t fotd. h,,f| dr Srala If M verrigt: Verzuimt niet God er voor te loven. Wit lenigden des Het geheime huwelijk), naasten smart; Wij deden naar 't i -■ bevel des HeerenDe kou zal boven ons niet deren: Het is ons warm om 't hart". Onderzoek wonderbare VIA NAA1D £N l»l.AAf velen wellicht volkomen onbekende ponist. Maar in zijn was hij een groot i, die niet minder dan 75 opera's schreef, benevens tal van »en, oratoria, cantates cn clavecymbcl-sonates. En bovendien hij van 17871791 hofeomponist van Catharina II van bo- Rusland in Petersburg. Als een der vaste repertoirenummers zijn opera „II Matrimonio segreto" BELGISCH BLOED aanzienlijke afkomst »r Napels en wegens deelne- 1 de Napolitaanse opstand 1»'ttklric> Die Cimarosa erd op 17 de- ging hij terug eember 1749 uit heel arme ouders werd daar in Aversa geboren. Heel jong ming WM werd hij wees. Op 11-jarige leef tijd ging hij naar het Conservato- rium Santa Maria di Loreto. waar schreef hij muziekles kreeg van de be- rik Tol- faamdste Italiaanse n lens Cxn. De familie Tollens was tijd: Antonio Sacchini cn Nicola januari 1801 meer komische opera's. BW- i-buffa. toonde Cimarosa grap- ganze del Conté" in Napels Toen veei charme en humor. Maar ook Ichter verdween hij naar Rusland, kon veei kundigheid; Cimarosa was ter dood veroordeeld. Gelukkig kreeg hij op het laatste moment nog gratie en hij besloot toch Rusland terug geslachtsnaam luidde oorspronke- hij zijn eerste opera „Le Strava lijk Tollin. Het doet even grap pig aan. wanneer we de dichter het ..Wien Neêrlandsch het klimaat daar moeilijk verdra- Bloed", vrijheid zich bij r bekwaam vakman. Naast die zo was gesteld op gen en vestigde zich in 1792 dan de opera's schreef hij ook nog i vreemde smetten, maar in Wenen, waar hij „II Ma- meerdere zgn. ..Intermezzi". Eer bepaalde gelegenheid trimonio segreto" schreef. In 1793 intermezzo was bedoeld als een soort tussenspel in een opera-op- voering. Een van zijn bekendste en meest geniale intermezzi is .,11 Maestro di Capella" (de Ka- onbekende dichter (Shi-djing) Mijn lieve Tsjoeng-tsi klim niet weer over de dorpsmuur in de nacht je trapt de jonge tuil gen neer voor mij Tsjoeng, neem je toch in acht uiat de ouders zeggen moet men eren je weet hoe ik naar je verlang en ook jouw hart brandt van begeren maar voor myn ouders ben ik bang. Mijn liere Tsjoeng-tsi klim niet uieer over de hofwal in de nacht je trapt de bessenstruiken neer t>oor mij, o Tsjoeng. neem je in acht wat broeders zeggen moet men eren je weet hoe ik naar je verlang en ook jouw hart brandt ran begeren maar voor mijn broeders ben ik bang. Mijn liere Tsjoeng-tsi klim niet weer de huismuur over in de nacht je trapt het spindel boompje neer voor mij, Tsjoeng. neem je toch in acht wat mensen zeggen moet men eren je weet hoe ik naar je verlang en ook jouw Hart brandt ran begeren maar voor de mensen ben ik bang. FRANK DAEN. De has Fernando Corena Scala Ie Milaan, die voor Decca een prachtige opname maakte van Cimarosa's Jl Maestro di Capella". goed bespeeld voice nu een plaat heeft uitge- ;1 of de orkest- bracht: Hans Kaart. Deze waarbij de kapelmeester telkens weer moet onderbreken, omdat de instrumenten niet goed bespeeld voice worden. Het lijkt v leden zitten te slapen, ae Kapel meester mankt zich kwaad en als _HKBVBBBBBBBBBBBHBIB de repetitie-tijd is verstreken Op kosten van de AVRO ging de J acteur Hans Kaart in Italië zang studeren, waartoe ook de bekende radio-operacommentator Leo Rie- mens was geraadpleegd. In twee jaar heeft hij zich nu zo ontwik keld, dat His Master's Voice een plaat van hem uitbracht en Leo op de hoes hem verge- de allergrootste zangers •ereld. Een andere sup porter van Hans Kaart schreef in een der Ned. dagbladen: „Einde- kunnen uik een Plaat van Hans Kaart" M'n plicht zegt me eerlijk te :ijn en noch de aanbeveling van Leo Ricmens noch het woordje .eindelijk" van de supporter te oegrijpen. Waarom niet" Heel een voudig omdat Hans Kaart nog lang niet in staat is in het open- Decca heeft dit werkje uitge bracht in een ideale vertolking van de Italiaanse bas Fernando Core- Klpn na. in ons land bekend door zijn .y/*" knappe weergave van de Falstaff- 1 partij tijdens het laatste Holland Festival '25 cm langspeelplaat LW 5112i. Men had zich werkelijk geen betere vertolking kunnen wensen: Corena zingt en speelt dc partij van de kapelmeester su bliem en het Orchestra dei Pomc riggi Musicali di Milano o.l.v Bruno Amaducci geeft voortreffe lijk spel te horen. Het is alles heel licht en heel speels gehou- 10„s JL den. Fernando Corena toont zich baar (ook de grammofoonplaat is openbaar) op te treden. Of hij dat ooit zal bereiken wil ik niet beoordelen. Dc twijfel er aan. Dat His Master's Voice deze plaat uit bracht is zakelijk gezien te begrij pen. Het geval Hans Kaart is artistieke, maar een zakelijke gelegenheid geworden en daarom zal die plaat het ook ..best doen". Mijn oordeel aan de hand van hierin niet alleen i ger. maar ook een drachtskunstenaar. natuurlijk hetzelfde. En lijk gezegd wil ik ook niet twij felen aan de spelcapaciteiten van de man van wie Hia Master's deze plaat is: Hans Kaart mist cultuur, mist zangtechniek en mist muzikaliteit. Zijn vertolkingen van aria's uit ..II Trovatore" en ..Othello" van Verdi doen me den ken aan de uitspraak van een an dere tenor: „Ik zing niet mooi. maar ontzettend hard". Dat doet Hans Kaart ook. Er is geen enke le nuance in deze stem. die boven dien de nodige ademsteun ont beert. Tevens zijn er enkele mo menten waarop Hans Kaart af grijselijk vals zingt en technisch staat hij nog ver onder de eisen, die deze partijen ste'Jen. En Leo Riemens en die supporter hebben eens Mario Lanza „afgekraakt". Ik houd ook niet van Mario Lan za. maar met Kaart vergeleken is Lanza een genie. Profeteren is mijn hobby niet. maar ik zie de toekomst van Hans Kaart als zanger niet zo erg rooskleurig. De leiding van de Ned Opera is heel verstandig dat ze Hans Kaart niet heeft geënga geerd. Ik gun Hans Kaart een bliksem-carrière, maar ik betwij fel het. Dit in weerwil van alle Riemens-verklaringen. suppor- ters-enthousiasme of business-mo- gelijkheden. De grammofoon-maat schappij zou ik willen vragen nu ook van de goede Ned. zangers en zangeressen eens platen te ma ken. mensen die al jaren op een dergelijke kans wachten. En twij felaars zou ik willen uitnodigen eens bij mij die plaat van Hans Kaart te komen beluisteren. Dat kost niets. Wel enthousiast ben ik over de mezzo-sopraan Caroline Raitt, die op deze plaat in de duetten uit de Verdi-opera ,.11 Trovatore" meezingt. Dat is een uitstekende stem. Het orkestspel van het Or- chestre du Théatre National de l'Opéra o.l.v. Robert Blot is ook niet zo bijzonder fraai. (25 cm langspeelplaat FBLP 1083). De vele Kaart-bewonderaars zullen niettemin van deze plaat genieten en ik gun Kaart nog een heleboel opnamen, al om t.z.t. me gen. TOT slot geen plaat, maar een boek en wel de nieuwe catalo gus van de Deutsche Grammophon Gesellschaft voor 1957. Dat is veer een heel boekwerk gewor den van 615 bladzijden, alle klas sieke platen van de D.G.G. bevat tend. ook de Archiv-Produktion Alfabetisch gerangschikt naar componisten, naar kunstenaars en naar titels. Bovendien voorzien van foto's en korte levensschetsen van 49 voor de D.G.G. werkende kunstenaars. Ter inleiding is op genomen een uitstekend artikel .Kleine Geschichte der neueren MusikEen waardevolle en voor elke platenbezitter onmisbare uit gave. die opnieuw prachtig is ver- Z°rgd CORN. BASOSKI. genezingen Wij steken de oceaan, terug, weer over en komen in Engeland. Daar heeft de commissie van 10 personen. 2 jaar geleden op ver zoek van de aartsbisschop van Canterbury (Engelse Staatskerk) ingesteld door het Britse Medische Genootschap, ter onderzoeking van de wonderbaarlijke genezin gen, in haar thans uitgebrachte rapport uitgesproken, dat welis waar grote waarde moet worden gehecht aan de godsdienstige hulp bij de medische behandeling, maar zij heeft aan de andere kant „slechts zeer weinig gevallen van spontane en medische niet ver klaarbare genezingen kunnen ont dekken". De gevallen, die zij ont dekte „kunnen niet als een be wijs voor een rechtstreeks godde lijk ingrijpen dienen". De com missie wil evenwel niet bestrijden, dat een godsdienstige bekering het gemoedsleven van een zieke totaal kan veranderen en dat hierdoor verschillende ziektevormen. zoals neurose, alcoholisme en bepaalde functionele storingen kunnen wor den opgeheven, wanneer zij een godsdienstige achtergrond hebben Ledikant in bi waarvan de buis in de kleuren zwart, grijs of lichtblauw en de plaat in gebroken wit of groen. Naar ontwerp van A. R. Corde- meyer. Fabrikant: Auping. Foto Archief Instituut voor Industriële Vormgeving.) Een leven in vogelvlucht De uitgevers van de literaire novellenreeks De Boekvink (Ar beiderspers) delen mede, dat Pszisko Jacobs met zijn novelle „Theodoor Jonkheer" debuteert. De stijl van Jacobs herinnert ech ter aan die van vóór 1940, zodat ik vermoed, dat deze auteur niet meer tot de jongeren behoort. Zijn proza is goed en wars van enig gewild experiment. Origineel is de opzet om de lezer in twaalf korte episoden van tien minuten het leven van Theodoor Jonkheer (1876—1954) voor ogen te stellen. Deze opzet verraadt zeker de in vloed van de radio. Dezelfde stof leverde enige tientallen jaren ge leden steevast een dikke roman op. De opzet is niettemin geslaagd, want na het lezen van deze 69 bladzijden heeft de lezer het be sef een complete roman te heb ben gelezen. Geen geringe ver dienste, die de schrijver dankt aan zijn scherpe observatie en bewonderenswaardige, beheerste beknoptheid. Het gaat hier om een dichter lijk aangelegd jongetje dat op groeit in de tijd. dat de tachti gers nog twintigers waren. Er is een straffe vader, een bewon derende moeder, een toegewijde dienstbare en dan zijn er (na tuurlijk) enige vrouwen. In „Theo door Jonkheer" heeft de auteur een scherp beeld getekend van het type Nederlandse letterkun dige van de tweede rang, de man die zich „kunstenaar" voelt en niettemin genoodzaakt is tegen wil en dank zijn leven op een kan toor te slijten. Eerst met snor en baard, later alleen nog met een klein snorretje; zo echt een artiest die zich wat miskend voelt en voor het feit dat hij zijn eigen lijke carrière is misgelopen ver goeding zoekt in de vrije liefde. Hier is dan sprake van „een veeg bestaan" waarover de dichter Jac. Bloem onlangs in het tijdschrift Maatstaf een opmerkelijk triest vers schreef dat eindigt met: „En wat blijft den machteloozen tussen straks en nu en toen? 't Onaanvaardbare te aanvaarden en het zwijgen ertoe te doen." Ook Jacobs blijft, zonder cy nisch te worden tot het einde toe eerlijk. In het eerste hoofd stukje is Theo nog een jongetje dat in bed een gesprek heeft met zijn gedroomd vriendje Belu. Op de laatste bladzijde is Theodoor Jonkheer een kindse man van vierentachtig jaar, die in bed ligt met een van zijn gedichten- burideltjes, helemaal in de war over het aantal vrouwen dat hij heeft bemind. Wemig opwekken de lectuür. Inderdaad. Maar het spiegelbeeld liegt niet. P. J. R. i op het geloof in God. J7EN bijzonder gegeven is ver werkt in het boek van Aya Zikken „De vrijwilliger". Een andere vraag is of de schrijfster dit gegeven ook beheerste. De vrijwilliger in dit boek is een jonge man, die zijn puberteit nauwelijks is ontgroeid en die de typische behoefte heeft, om achter de uiterlijke verschijning van de mensen hun werkelijke gestalte te ontdekken. Hij doet dat eigenlijk op de meest ordi- naire manier, nl. door de figu ren die hem belang inboezemen te begluren uit donkere hoeken, achter gordijnen en heggen. Doch dit geeft de schrijfster wel een prachtige gelegenheid de mens te tekenen zonder front naar buiten, zonder opmaak of b&wuste houding. Typische te genstellingen ontmoet men dan. Dit gegeven is op zichzelf geniaal gevonden. Zo hier en daar wordt de goede en aandachtige lezer een spiegel voorgehouden, waar van hij zich misschien in schrik afwendt om zoveel lelijkheid en levende inconsequenties! Overigens moeten we die typische eigenschap van de vrij williger maar laten voor wat zij is. De schrijfster confronteert ons er mede zonder enige ver klaring of inleiding. Hij speelt het „alziend oog" in dienst van de almacht, zegt de flap. Dat moet dan de - titel verklaren, maar ik denk dat dit almacht, hier zonder hoofdletter aange duid, een brouwseltje van de schrijfster zelf is en dat die al macht dat oog van deze puber niet nodig heeft. het maakt van Richard, de dominee in dit boek, een paskwil. Wat de schrijfster hem laat den ken en zeggen op de kansel bijv. is baarlijke onzin. Zij vergrijpt zich waarschijnlijk hier aan een stof die zij niet beheerst. Voorts zijn de resultaten die de vrij williger boekt nogal onvrucht baar. Wat weet hij met zijn ontdekkingen te doen? Wat heb je aan zulk constateren? Als een mens het geluk heeft levens wijs te worden weet hij toch wel dat we met twee en meer aangezichten rondlopen. Het leidt allemaal tot niets als dit weten niet medewerkt tot geeste lijke opbouw. De zgn. ironie van het slot, door de uitgever hoog geroemd, nl. de dood van de oude me vrouw na een val van de trap en dezelfde val later van de vrijwilliger kunnen we niet an ders dan als triest en bitter aanduiden. Niettemin bevat dit boek belangwekkende bladzij den, die de bijzondere aandacht waard zijn. Het is een goed verzorgde uitgave van de Arbeiderspers te Amsterdam. HERM. STEGGERDA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 18