ZWARTE ZWANEN EUGD GAF ANTWOORD KLEMMENDE VRAGEN ER ZWEMMEN IN WOERDEN Kerk gangers ZONDAGS BLAD BRIEVEN AAN DE Hieuiu? Cciterfjc (Cournnl Het artikel over „Tsaar Peter" in het Zondagsblad van vorige week heeft zeer de aandacht getrokken. Ja, zulke bijzonderheden treft men niet in de gewone ge- j schiedenisboekjes aan. De auteur heeft veel geput uit i familie-archieven, 't Zal onze lezers goed doen te verne- j men, dat mevr. Nieuwenhuis voornemens is meer derge- 1 lijke artikelen voor ons Zon- dagsblad te schrijven. ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1956 n\>K VA2V BETIIESDA 'erd 500 erk. Het comité h daa dankbaar. Het bureai landse artie Bethesda tigd: Ned. Hen. pasto. land (Z.) giro 58033. BOEKEA' VAN LEWIS gele. hebt u niet nauwkeurig ten, Hr. B. L. te VGr. In de C. S. Lewis 6tond duidelijk neld, dat de werken van deze Engelse prnfesso, den doi Amsterdar de fdrr W. I Hat DOUGLAS RADER Dat is „de held" in het fi dat thans in ons blad v Er wordt de laatste tijd t deze beroemde vliegenier ven. In onderdelen ve deze verhalen wel eens. juist? vragen enige Ie? feuillete zullen z Badei REMBRANDT „MAAK JE ER GEEN WILD VERHAAL VAN.... Zwaarwichtig zat het gemeentebestuur van Dusseldorf bijeen. Er was een vijver in het stadspark, en nu moest er beslist worden over een voorstel, om deze vijver te sieren met enkele zwanenparen. En dat was allemaal nog zo moeilijk niet geweest, als het maar om witte zwanen was gegaan. Maar een van de raadsleden had het woord „zwarte zwanen" laten vallen, en toen was De hamerklop van de Oberstadtdirektor, die de raadsvergadering besloot, was echter niet het einde van de voorbereidingen, die zwarte zwanen in de stads- vijver moesten brengen. Want waar haal je zwarte zwanen vandaan? Via de dierenhandel kreeg men het adres van een in Duitsland nog onbekende meneer in het Hollandse Woerden. Nee, geen oosterse koopman, die met maharadja's zaken doet, maar een Nederlandse me neer, in een wit huisje temidden van de weilanden en sloten van Woerden. En die Woerdense meneer, de heer R. R. P. van der Mark, kon zwarte zwanen leveren en de transactie kwam tot stand, met dat hij voor al die gewichtig debatterende raads leden een exotisch vérschiet opengegaan. Zwarte zwanen zoals je die ziet in het park van een maharadja, zoals die sierlijk zwemmen in de vijvers van rijke kenners. En die exotische dromerijen gaven mis schien wel de doorslag: in Dusseldorfs stadspark zouden zwarte zwanen zwem- kon komen brengen." En zo verhuisden twee zwarte zwa nen uit het vijvertje van de „Kweekhoeve" in Woerden naar het stadspark in Düsseldorf, en daar kwam heel wat bekijks aan te pas. Want de heer Van der Mark haalde daartoe zijn witte „keveren sportwagentje uit de gerage, nam de passagiersstoel eruit en reisde zo, met die diepzwarte siervogels in het witte sportwagentje naar Duitsland. nacht in touw," zegt hij zelf, „Maar ik zou niet anders meer willen Als een vriend gaat hij met zijn zwanen om, en dat kan, want de agressiviteit, die de witte zwaan kenmerkt, bezit de zwarte in veel mindere mate, en ontbreekt vrijwel geheel bij de zwarthals. Het acclimatiseren heeft voor deze dure siervogels geen moeilijkheden meegebracht, en voor diefstal is de kweker niet bang; „Je zou eens moeten zien, wat een moeite ikzelf heb om een zwaan te vangen En als we dan de witte MG- sportwagen bewonderd hebben, staan we bij het hek van de „Kweekhoeve." En als laatste woorden klinken ons dan na: „Zeg maak je er geen wild verhaal heb- an de malle i grond, die de uitgegraven zand- gaten van De Kweekhoeve van elkaar scheiden, zit een zwarte nest met eieren cn "als Té fotograaf en uw verslaggever belangstelling tonen, schuifelt ze even opzij om die grote eieren EEN BELANGWEKKEND ONDERZOEK IN N. 0. OVERIJSEL ceet de heer R.R.P. Mark meer dan van tor de fotograafmaar ons een echt leuke als het ware één doet zijn met het mooie gazon, de met kroos groengepenseelde vijvers en de wilgen en het riet, met de zwanenkweker zitten te praten, doet hij over deze Düsseldorfse transactie heel bescheiden. Een deel van zijn werk, en dat tocht je naar Düsseldorf „Och, ik had er zin in, er eens uit te zijn Als je dit zelfde verhaal als een toekomstvoorspelling enkele jaren geleden aan diezelfde, jonge R. R. P. van der Mark had verteld, had hij je echter hartelijk uitgelachen. Want de R. R. P. van der Mark van toen was een Rotterdamse omdat de bestaande kwekers en de rand van een van handelaren bijzonder gesloten ble- vijvers, met wat zwartha/szua ken te zijn over het financieel en eendjes op de achtergrt hoe-en-wat van hun zaken. Ma»r de heer Van der Mark was voor één gat niet te vangen jong paar, van ongeveer een goede dag besloot hij oud, kost zeker 500 gulden. de stap te wagen. Hij bedacht het alles goed: een lapje grond een schuurtje en e meertjes met goed dat is een eerste voorwaarde voor succesvol kweken, zoveel wist hij er toch wel van en dan een zwart zwanenpaar. Maar de moei lijkheden begonnen pas, want groot deel -» huisje, wat land gleed hij gevonden En als we het nu toch zen hebben, is dit wel de plaats om een andere persoon sprekend in te voeren: de zwarthalszwaan, een witte zwaan van bescheiden afmetingen, met een diepzwarte hals. Want dan mag de zwarte zwaan al een zeldzaam personage zijn, de zwarthals overtreft hem zeldzaamheid en waarde zijn toenmalige Een paar zwarthalzen van onge- cliché i i 'de krai kantoorbediende, die als enig con tact met de vogelwereld zijn in teresse voor en bezigheden met sierduiven had: in een hokje ach ter zijn huis. Hij was - nog maar piepjong, toen hij met die sierduiven begon. jaar kost minstens het dubbele van een paar zwarte zwa nen. En toen de kwekerij van de zwarte zwanen, daar in de zand- gaten buiten Woerden, eenmaal goed begon te lopen, liet de heer Van der Mark zijn oog vallen op de zwarthals. Zwarthalzen zijn uiterst moeilijk te krijgen, en dat deze actieve za kenman erin slaagde binnen de drie jaar. dat zijn kwekerij be stond, acht zwarthalszwanen te hebben, is een prestatie, die bui ten dit kleine en selecte vakgezel schap van kwekers moeilijk de in druk kan maken, die zij verdient. De zwarthals wordt wel „het ge vleugelde goud" genoemd, en kweker Van der Mark onder schrijft dit glimlachend. De zwarte zwanen komen oor spronkelijk uit Australië, maar zijn in de handel over de gehele wereld goed te krijgen. Met de zwarthals is dat anders: de exem plaren, die de-.'heer Van der Mark heeft en levert, eijn door hemzelf had. wat hij zocht. Telkena wat "'Vh„e' het: het gemeentebestuur voelde g GEESTELIJK LEVEN VAN JONGEREN DAAR, MAATSTAF VOOR ONS LAND „De predikanten moesten vaak iets meer mens en ietwat minder dominee zijn", schreef een gereformeerde stof feerder van 24 jaar op zijn invulformulier dat hem was toegezonden op initiatief van de „Gereformeerde Stichting voor Sociale en Culturele Arbeid in N.O. Overijsel. Zijn en honderden andere antwoorden op een serie vragen, geven een vrij goed overzicht van het geestelijk leven onder de jèugd daar tussen de 16 en 24. Er moest iets gebeuren in de kop van Overijsel Plaats voor boeren was er niet meer en de streek rondom Hardenberg en Vriezenveen behoort dan ook tot één van de negen „ontwikkelingsgebieden", die in- het kader van het „Nationale Plan" voorrang moeten hebben bij de industrialisatie van het platteland. Een dergelijke industrialisatie brengt een geweldige structuur verandering teweeg onder de bevolking en de gevolgen daarvan kunnen catastrofaal zijn voor het kerkelijk leven. ke nadelen hieraan verbonden wa ren. Het blijkt uit deze antwoor den wel dat de politieke belang stelling niet erg groot is. Het door snee-antwoord was dan ook wel: „Omdat mijn ouders er lid van zijn word je eigenlijk vanzelf tot deze partij aangetrokken." Po litiek gezien heeft de traditie dus nog zeer sterke bindingen in deze streek. Ook de kerkgang onder de Gereformeerde jeugd gaf geen som ber beeld. Bijna 75 pet gaat iede re zondag trouw twee maal naar Gods Huis, en op 0.4 pet na, gaat de rest één keer. Deze getallen zijn dus al heel verblijdend, maar zij zijn slechts de buitenkant. BIJBELLEZEN r „alweer een Avifauna", en telkens was het: de grond was te duur. In Woerden slaagde hij ten langen leste, welhaast ideaal. Want t it op dit buiten Woerden. UIT AUSTRALIË In januari 1954 startte deze on dernemende jongeman met niets anders dan een stukje grond het met zoveel veel goede wil; nu. augustus 1956, embad is hij op het gebied van zwarte erkende i zwarthals-z Louter als liefhebberij, ook al leidde dat ertoe, dat hij van die de nieuwe weg i vogels een macht kennis vergaar- trots geopende de en daarover verschillenden ma- lag een stukje ongerepte natuur len opvallende publicaties deed. wat poeltjes met smalle strook- autoriteit. En zijn vele klanten? Het bleef voorlopig bij sierdui- jes grond ertussen, een oude veen- Steden. dierentuinen, buiten ven. en zijn werk was dat op het afgraverij van kleine allure, een landers, en particulieren. En het kantoor van een scheepvaartmaat- stukje grond, bomen, struiken, net vele. langdurige werk. dat zo'n schappij, en later bij een lucht- en gras. En Woerden kwam niet kwekerij meebrengt? Dat doet hij vaartmaatschappij Inet duizend bedenkingen aandra- allemaal zelf. „Je bent dag en gen. Woerden zag iets in die sym- Maar de jonge Van der Mark pathieke. enthousiaste en „gewo- liep met snode plannen rond. Van ne" jongeman, die plannen en die liefhebberij ooit nog eens een wat geld had. Hij kocht een stuk „business" te maken Was het van de grond, en pachtte de rest ijdel gedroom.^ of^zat er een kans voor lange tijd. stapte naar een architect uit de plaats, waar hij zijn vroege jeugd met de sier- til achter het huis Door een diepgaande studie wil men nu achter de toestanden ko men om te zien, hoe en waar de bakens verzet moeten worden. Het woord „sociologie"' wordt een modewoord in kerkelijke kringen. Maar het is meer dan een mode woord, dat blijkt uit deze studie. Niet alleen voor N.O. Overijsel is het rapport van belang, maar heel het land wordt met de neus ge drukt op bepaalde feiten die zich voordoen in onze kerken. In an dere plaatsen kunnen de toestan den geheel anders liggen, maar bepaalde facetten gelden voor het hele land. 1 gedi slagen in? Met sierduiven i elk geval niet. Maar toen kwaï ander idee. Siervogels, die duiven i ng ge- zeldzaam zijn en die goed geld Zij kwamen hier in de beslotenheid van hechte wanden en beschuttend dak, elk uit de wilde storm van eigen strijd, tot korte rust in 's levens ongemak. Een vrede stilt hun woelende gedachten, die nu, ontspannen, zwerven her en der rondom de poort van het beschroomd verwachten. Nog is de aarde na, de hemel ver. Zacht dringt muziek de eerste deur opzij naar zonvervuld witmarmeren portaal. Een gouden trap ontstijgt aan aarde blij in glans omhoog als orgelend koraal. Tot opgang naar het hemels licht vergaderd in reine stilten van gemeen gebed, zijn allen weldra tot de poort genaderd. Licht huivert nog de echo van de wet. Doch eerst wanneer het Woord klinkt komt de kracht die schuldig schromen juichend overwint. Geloof, er is vergeving! En hij lacht, die zo de opgang naar de trans begint. Zie. engelen uit 's hemels tuinen dalen op Gods bevel de vromen tegemoet. Zij zien het licht van Jacobs Bethel stralen en horen 't koel gesuis aan Horebs voet. O God. Gij die Uw Zoon geofferd hebt, wiens bloed ontsloot de springaar hunner kracht, om hun bestaan, ten dode toe verlept, te doen herbloesemen in pure pracht, zij heengaan, nog niet scheiden, het niet genoeg geweest, v heiligheid ontwijdden Vader, Zoon en Geest. KO HAAK. Gij wilt, en geeft, als ivac de zondaars die de zegen mee va had doorgebracht: Amersfoort, en gaf hem een vreemde bood schap. „Daar en daar staat een huis, dat ik mooi vind. Ga er eens kijken en ontwerp voor mij iets dergelijks in het klein." De architect deed het en toen werd „De Kweekhoeve" gebouwd: een wit huisje onder een dik rieten dak, in moderne Engelse landhuis stijl. Er kwamen hekken, er kwa men afrasteringen, er kwam een pad en een schuur, en toen kon de nieuwbakken kweker beginnen. De omstandigheden waren ideaal: een mooi huis. grond en water van een uitstekende kwaliteit, dat bovendien in open verbinding met de Rijn stond. En het eerste zwa nenpaar kwam er, en nog een, van de laatste restjes van het geld, dat hij in deze kwekerij ge stoken had. Bij de handel eerst, maar later bij de Rotterdamse Diergaarde Blij-Dorp. die hem „een prachtig paar zwanen ver kocht, voor niet al te veel geld," zoals hij het zelf zegt. Over de medewerking van Blij-Dorp is hij best te spreken: met raad e stonden ze hem terzijde. BELEGGING Nu lijkt het uit het verhaal van de heer Van der Mark wel net, of die aankoop van de levende have het laatste was. waar hij aan dacht bij de opzet van zijn kwekerij, maar dat is natuurlijk atertjes rond De kweek in de IVoerdense heer van drr Mark. Neder- iert op het gebied van in en praktijk met deze dure en sierlijke watervogels. Het heeft geen zin om allerlei statistieken te gaan overnemen. Als U die wilt weten kunt u zelf het rapport bestellen bij de Stich ting Gereformeerd Sociologisch Instituut, Honthorststraat 6 te Amsterdam. Het gaat hier hoofd zakelijk om het geestelijk leven onder de jongeren dat uit dit rap port bleek. Een van hen schreef over de verhoudingen in het ge zin: „De sfeer is bij ons in huis nooit prettig, doordat vader en V*' 'v r .'i A niet de arte die hij kocht, waren de bekroning van al zijn voorbereidingen. Ni moet men over zulk een aankoop niet te licht denken, immers, zwarte zwanen zijn duur. Een moeder zijn ingetrouwd bij de ouders van vader. Moeder kan he lemaal niet met vaders moeder opschieten.. U begrijpt dat er dan als de kinderen groot zijn, gewel dige moeilijkheden komen. Ze had den dit veel eerder moeten inzien en hadden moeten besluiten apart te gaan wonen. Want nu liggen de verhoudingen tussen ons en vader en moeder ook ver van elkaar." Onmiddellijk staan we hier voor één van de moeilijkste kwesties in de gezinnen: het bij elkaar inwo nen. In de streken waar de oud ste van de familie vroeger het hoofd van het gezin was, bracht dit geen moeilijkheden met zich mee. Ook in het oude Israël was het een gewoonte dat de oudsten de regels van het huis gaven. Maar de tijden zijn veranderd. Niet alleen heeft de techniek veel veranderingen gebracht, de groot ste moeilijkheden doen zich daar voor waar de kinderen noodge dwongen tot een ander beroep moeten overgaan. De fabriek kweekt een andere mentaliteit dan het aardappelveld of de koestal. Zij eist andere le vensgewoonten en het blijkt dat ook in Gereformeerde gezinnen en in Christelijke gezinnen in het al gemeen, de verhoudingen tussen ouders en kinderen vaak in een slechte zin beïnvloed worden door deze omstandigheden. EENHEID EN BAND Dit zou over het algemeen niet zo heel erg zijn, als er oprechte eenheid in het gezin heerste en er een band was, die allen samen- bond. de band van het gemeen schappelijk geloof. Uiterlijk lijkt dit nog heel goed in orde in de gereformeerde gezinnen. In 80 pet van de ondervraagde gezinnen (500 formulieren werden ingevuld) wordt na elke maaltijd gelezen, in 18.8 pet wordt één keer per dag gelezen. Bovendien werd in 63,6 pet. van de gezinnen naast de Bij bel tevens gebruik gemaakt van het Bijbels dagboek of de kalen der. Politiek waren de gerefor meerden in deze plaatsen goed A. R. Op een vraag naar de „door braak" meende één jonge man, dat de vrijmaking van Gerefor meerde Kerken onder art. 31 be doeld werd, want hij schreef: „Ik vind het fout. Waarom moet er weer een kerk bij komen." Een ander dacht in de eerste plaats aan een onklaar geraakte afras tering en beschreef omstandig wei- Wordt er in de meeste gezin nen regelmatig in de Bijbel gele zen na tafel, van het persoonlijk Bijbellezen komt niet veei terecht. 9,4 pet leest regelmatig zelf in de Bijbel. Nog geen tien procent leeft dus persoonlijk uit de kracht van Gods Woord. Het na tafel le zen kan een sleur, zelfs vormen dienst worden. Uit het persoon lijk lezen, waar Calvijn reeds zo de nadruk op legde blijkt hoe le vend ons geloof is. Dit getal doet schrikken omdat het een blik werpt in het hart van de gelovi gen. Zij zegt dat er geen, of maar heel weinig behoefte is aan echte gemeenschap met de Heer van het Heelal, die wij Vader mogen noe- Velen gingen regelmatig naar de kerk. maar het oordeel over de preek was vaak niet mals. „Ik vind het vaak moeilijk om de pre diking te begrijpen." „Ben nog nooit geheel door de preek ge boeid. 3 a 4 maal misschien en dan nog steeds half en dan ge durende hoogstens tien minuten." „Het gebed van onze dominee is vaak sleur." Velen echter kwa men er ook voor uit. dat het lang niet alleen de dominee is: „Het ligt wel eens aan de preek, maar ook aan jezelf." 78.4 pet verkoos de Bijbelse prediking boven de ca- techismuspreek, maar op latere leeftijd (na 22) kwam er wat meer belangstelling voor de leerstof. De grootsté critiek werd evenwel geuit oê de vereniging en het huis bezoek. 35 pet van de leden en een veel groter percentage van de ex-bestuursleden voelen, dat de J. V. en M.V. niet meer aan hun doel beantwoorden. Er moet verande ring komen, al weet men zelf meestal niet precies wat er dan wel moet veranderen. Vaak is er een verlangen naar meer ont spanning. maar meestal blijkt toch wel dat de leiding niet vol doende stevig is. GEZEUR Men klaagt telkens weer over „theologisch gezeur", „gezwam in de ruimte", of „uitpluizen van dc Bijbel zonder een werkelijke liefr de Eén schreef er: „Zij pluizen het onderwerp te veel uit. Eens zei er een dat het boek (het Hoog lied) slaat op de tegenwoordige kerk. Ze waren het er ook mee eens. Ik geloof eerder dat de man, die het schreef verliefd was." Al met al blijkt dat de topleiding zeer ernstig naar wegen en mid delen zal moeten zoeken om ver andering aan te brengen in de gang van zaken. De jeugd van vandaag verlangt nog wel degelijk naar echte Bijbelstudie, maar dan moet zij aansluiten op de prak tijk van iedere dag en een ant woord geven op de vragen van het persoonlijk leven. Om een be spreking van werkelijk hoog peil te krijgen zal er een leider moe ten zijn, die zelf door een persoon lijk geloofsleven dc Bijbel kent en leiding kan geven in de bespre king. Deze mensen zullen moeten worden opgeleid. Men kan niet van blinden verwachten, dat zij blin den zullen leiden en een brochure of een boek is niet voldoende, blechts mensen met liefde voor de jeugd, die zelf nog jong zijn, maar levenservaring bezitten, kunnen een dergelijke bespreking tot een succes maken. In zijn adviezen gaat het rapport ook in deze rich ting, als het aanbeveelt, dat er jeugdleiders aangesteld worden of, nogelijk HUISBEZOEK Ook het huisbezoek door de ambtsdragers komt er zeer be- kaaid af. Terwijl de meeste ee- lovigen in de meeste kerken kl,. er nooit een ouderling komt, klagen in dit rapport veel jonge mensen dat het ouderlingen bezoek zoals het gebeurt volko- i is: Een 22"->arige kan toorbediende schrijft: „Ze menen het goed maar praten over koet jes en kalfjes en komen tegen het eind van het bezoek met alge meenheden." Als in koor roept de jeugd: „Praat minder oppervlak kig en meer op de man af. Pro beer de problemen van de jeugd te begrijpen. Scherm niet zoveel met teksten en gebruik niet zulke uitgedoofde woorden." Veel van de moeilijkheden blijken hier ook in het gezin te liggen. Waar geen vrij geestelijk gesprek onder de gezinsleden is, komt ook geen diep geestelijk gesprek met de ouderlin gen. Maar ook de ouderlingen zelf zijn niet vrij te pleiten. De grote klacht is: „De ambtsdragers moe ten meer studeren." Uit het on derzoek is bovendien gebleken, dat de ambtsdragers de toestanden in de gemeenten onder de jeugd over het algemeen veel te rooskleurig zagen. Zij zullen niet alleen op de hoogte moeten zijn van de dog matiek, maar ook van de werke lijke toestanden van de jeugd. De ze studie moet ^chter leiding heb ben, anders komt er weinig van terecht. In België ontmoetten wij eens een jong predikant, die zijn ouderlingen stuk voor stuk op per soonlijke „catechisatie" liet komen en met hun alle gesprekken door nam, die ze gevoerd hadden. De gemeente heeft er de vruchten van geplukt. CONCLUSIE De conclusie van het rapport is het overdenken wel waard: Het werk voor de jeugd heeft eerst dan enige kans van slagen, indien het methodisch verricht wordt en nauw aansluit bij de levens- en in teressesfeer van de jongeren. En men hoede zich voor overdrijving. Sportjeugd en instuifjeugd zijn even ongewenst als straatjeugd.. Verschillende keren bleken sport en instuifwerk een averechtse uit werking te hebben op de jeugd, die tenminste nog vaak in de ge zinskring verkeerde. Deze werd door de nieuwe attracties ook uit het ouderlijk huis gelokt.Voorop sta nog altijd de poging om het ge zinsleven op peil te brengen, zo danig dat de jeugd zich meer aan huis gebonden voelt en minder be hoefte heeft om elders de vrije tijd door te brengen." Deze laatste visie trekt het probleem „jeugd" in zijn juiste sfeer. Zo gezien zal dus niet alleen de jeugd bereikt moeten worden, maar ook de ou ders en de grote nadruk zal moe ten liggen op het bereiken 'en ver stevigen van het gezinsverband. Als de kerk dat gaat zien, wordt zij bevrijd van een hoop losbol lige kolder, die tegenwoordig door gaat onder het mom van evange lisatie of apostolaat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 13