ZWARTE ZWANEN
EUGD GAF ANTWOORD
KLEMMENDE VRAGEN
ER ZWEMMEN
IN WOERDEN
Kerk
gangers
ZONDAGS
BLAD
BRIEVEN AAN DE
Hieuiu? Cciterfjc (Cournnl
Het artikel over „Tsaar
Peter" in het Zondagsblad
van vorige week heeft zeer
de aandacht getrokken. Ja,
zulke bijzonderheden treft
men niet in de gewone ge-
j schiedenisboekjes aan. De
auteur heeft veel geput uit
i familie-archieven, 't Zal onze
lezers goed doen te verne-
j men, dat mevr. Nieuwenhuis
voornemens is meer derge-
1 lijke artikelen voor ons Zon-
dagsblad te schrijven.
ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1956
n\>K VA2V BETIIESDA
'erd
500
erk. Het comité h daa
dankbaar. Het bureai
landse artie Bethesda
tigd: Ned. Hen. pasto.
land (Z.) giro 58033.
BOEKEA' VAN LEWIS
gele.
hebt u niet nauwkeurig
ten, Hr. B. L. te VGr. In de
C. S. Lewis 6tond duidelijk
neld, dat de werken van deze
Engelse prnfesso,
den doi
Amsterdar
de fdrr
W. I
Hat
DOUGLAS RADER
Dat is „de held" in het fi
dat thans in ons blad v
Er wordt de laatste tijd t
deze beroemde vliegenier
ven. In onderdelen ve
deze verhalen wel eens.
juist? vragen enige Ie?
feuillete
zullen z
Badei
REMBRANDT
„MAAK JE ER GEEN WILD
VERHAAL VAN....
Zwaarwichtig zat het gemeentebestuur
van Dusseldorf bijeen. Er was een vijver
in het stadspark, en nu moest er beslist
worden over een voorstel, om deze vijver
te sieren met enkele zwanenparen. En dat
was allemaal nog zo moeilijk niet geweest,
als het maar om witte zwanen was gegaan.
Maar een van de raadsleden had het woord
„zwarte zwanen" laten vallen, en toen was
De hamerklop van de
Oberstadtdirektor, die de
raadsvergadering besloot,
was echter niet het einde
van de voorbereidingen, die
zwarte zwanen in de stads-
vijver moesten brengen.
Want waar haal je zwarte
zwanen vandaan? Via de
dierenhandel kreeg men het
adres van een in Duitsland
nog onbekende meneer in het
Hollandse Woerden. Nee,
geen oosterse koopman, die
met maharadja's zaken doet,
maar een Nederlandse me
neer, in een wit huisje
temidden van de weilanden
en sloten van Woerden.
En die Woerdense meneer, de
heer R. R. P. van der Mark, kon
zwarte zwanen leveren en de
transactie kwam tot stand, met
dat hij
voor al die gewichtig debatterende raads
leden een exotisch vérschiet opengegaan.
Zwarte zwanen zoals je die ziet in het
park van een maharadja, zoals die sierlijk
zwemmen in de vijvers van rijke kenners.
En die exotische dromerijen gaven mis
schien wel de doorslag: in Dusseldorfs
stadspark zouden zwarte zwanen zwem-
kon komen brengen." En
zo verhuisden twee zwarte zwa
nen uit het vijvertje van de
„Kweekhoeve" in Woerden naar
het stadspark in Düsseldorf, en
daar kwam heel wat bekijks aan
te pas. Want de heer Van der
Mark haalde daartoe zijn witte „keveren
sportwagentje uit de gerage, nam
de passagiersstoel eruit en reisde
zo, met die diepzwarte siervogels
in het witte sportwagentje naar
Duitsland.
nacht in touw," zegt hij zelf,
„Maar ik zou niet anders meer
willen Als een vriend gaat
hij met zijn zwanen om, en dat
kan, want de agressiviteit, die
de witte zwaan kenmerkt, bezit de
zwarte in veel mindere mate, en
ontbreekt vrijwel geheel bij de
zwarthals. Het acclimatiseren
heeft voor deze dure siervogels
geen moeilijkheden meegebracht,
en voor diefstal is de kweker niet
bang; „Je zou eens moeten zien,
wat een moeite ikzelf heb om een
zwaan te vangen
En als we dan de witte MG-
sportwagen bewonderd hebben,
staan we bij het hek van de
„Kweekhoeve." En als laatste
woorden klinken ons dan na: „Zeg
maak je er geen wild verhaal
heb-
an de
malle i
grond, die de uitgegraven zand-
gaten van De Kweekhoeve van
elkaar scheiden, zit een zwarte
nest met eieren cn "als Té
fotograaf en uw verslaggever
belangstelling tonen, schuifelt ze
even opzij om die grote eieren
EEN BELANGWEKKEND ONDERZOEK IN N. 0. OVERIJSEL
ceet de heer R.R.P.
Mark meer dan van
tor de fotograafmaar
ons een echt leuke
als het ware één doet zijn
met het mooie gazon, de met
kroos groengepenseelde vijvers en
de wilgen en het riet, met de
zwanenkweker zitten te praten,
doet hij over deze Düsseldorfse
transactie heel bescheiden. Een
deel van zijn werk, en dat tocht
je naar Düsseldorf „Och, ik
had er zin in, er eens uit te
zijn
Als je dit zelfde verhaal als een
toekomstvoorspelling enkele jaren
geleden aan diezelfde, jonge R. R.
P. van der Mark had verteld, had
hij je echter hartelijk uitgelachen.
Want de R. R. P. van der Mark
van toen was een Rotterdamse
omdat de bestaande kwekers en de rand van een van
handelaren bijzonder gesloten ble- vijvers, met wat zwartha/szua
ken te zijn over het financieel en eendjes op de achtergrt
hoe-en-wat van hun zaken.
Ma»r de heer Van der Mark
was voor één gat niet te vangen jong paar, van ongeveer een
goede dag besloot hij oud, kost zeker 500 gulden.
de stap te wagen. Hij bedacht het
alles goed: een lapje grond
een schuurtje en e
meertjes met goed
dat is een eerste voorwaarde voor
succesvol kweken, zoveel wist hij
er toch wel van en dan een
zwart zwanenpaar. Maar de moei
lijkheden begonnen pas, want
groot deel -»
huisje, wat
land gleed
hij gevonden
En als we het nu toch
zen hebben, is dit wel de plaats
om een andere persoon sprekend
in te voeren: de zwarthalszwaan,
een witte zwaan van bescheiden
afmetingen, met een diepzwarte
hals. Want dan mag de zwarte
zwaan al een zeldzaam personage
zijn, de zwarthals overtreft hem
zeldzaamheid en waarde
zijn toenmalige Een paar zwarthalzen van onge-
cliché i
i 'de krai
kantoorbediende, die als enig con
tact met de vogelwereld zijn in
teresse voor en bezigheden met
sierduiven had: in een hokje ach
ter zijn huis.
Hij was - nog maar piepjong,
toen hij met die sierduiven begon.
jaar kost minstens het
dubbele van een paar zwarte zwa
nen. En toen de kwekerij van de
zwarte zwanen, daar in de zand-
gaten buiten Woerden, eenmaal
goed begon te lopen, liet de heer
Van der Mark zijn oog vallen op
de zwarthals.
Zwarthalzen zijn uiterst moeilijk
te krijgen, en dat deze actieve za
kenman erin slaagde binnen de
drie jaar. dat zijn kwekerij be
stond, acht zwarthalszwanen te
hebben, is een prestatie, die bui
ten dit kleine en selecte vakgezel
schap van kwekers moeilijk de in
druk kan maken, die zij verdient.
De zwarthals wordt wel „het ge
vleugelde goud" genoemd, en
kweker Van der Mark onder
schrijft dit glimlachend.
De zwarte zwanen komen oor
spronkelijk uit Australië, maar
zijn in de handel over de gehele
wereld goed te krijgen. Met de
zwarthals is dat anders: de exem
plaren, die de-.'heer Van der Mark
heeft en levert, eijn door hemzelf
had. wat hij zocht. Telkena wat "'Vh„e'
het: het gemeentebestuur voelde g
GEESTELIJK LEVEN VAN JONGEREN DAAR,
MAATSTAF VOOR ONS LAND
„De predikanten moesten vaak iets meer mens en ietwat
minder dominee zijn", schreef een gereformeerde stof
feerder van 24 jaar op zijn invulformulier dat hem was
toegezonden op initiatief van de „Gereformeerde Stichting
voor Sociale en Culturele Arbeid in N.O. Overijsel. Zijn en
honderden andere antwoorden op een serie vragen, geven
een vrij goed overzicht van het geestelijk leven onder de
jèugd daar tussen de 16 en 24. Er moest iets gebeuren in de
kop van Overijsel Plaats voor boeren was er niet meer en
de streek rondom Hardenberg en Vriezenveen behoort dan
ook tot één van de negen „ontwikkelingsgebieden", die in-
het kader van het „Nationale Plan" voorrang moeten
hebben bij de industrialisatie van het platteland. Een
dergelijke industrialisatie brengt een geweldige structuur
verandering teweeg onder de bevolking en de gevolgen
daarvan kunnen catastrofaal zijn voor het kerkelijk leven.
ke nadelen hieraan verbonden wa
ren. Het blijkt uit deze antwoor
den wel dat de politieke belang
stelling niet erg groot is. Het door
snee-antwoord was dan ook wel:
„Omdat mijn ouders er lid van
zijn word je eigenlijk vanzelf tot
deze partij aangetrokken." Po
litiek gezien heeft de traditie dus
nog zeer sterke bindingen in deze
streek. Ook de kerkgang onder de
Gereformeerde jeugd gaf geen som
ber beeld. Bijna 75 pet gaat iede
re zondag trouw twee maal naar
Gods Huis, en op 0.4 pet na, gaat
de rest één keer. Deze getallen
zijn dus al heel verblijdend, maar
zij zijn slechts de buitenkant.
BIJBELLEZEN
r „alweer een Avifauna",
en telkens was het: de grond was
te duur. In Woerden slaagde hij
ten langen leste, welhaast ideaal.
Want t
it op dit
buiten Woerden.
UIT AUSTRALIË
In januari 1954 startte deze on
dernemende jongeman met niets
anders dan een stukje grond
het met zoveel veel goede wil; nu. augustus 1956,
embad is hij op het gebied van zwarte
erkende
i zwarthals-z
Louter als liefhebberij, ook al
leidde dat ertoe, dat hij van die de nieuwe weg i
vogels een macht kennis vergaar- trots geopende
de en daarover verschillenden ma- lag een stukje ongerepte natuur
len opvallende publicaties deed. wat poeltjes met smalle strook- autoriteit. En zijn vele klanten?
Het bleef voorlopig bij sierdui- jes grond ertussen, een oude veen- Steden. dierentuinen, buiten
ven. en zijn werk was dat op het afgraverij van kleine allure, een landers, en particulieren. En het
kantoor van een scheepvaartmaat- stukje grond, bomen, struiken, net vele. langdurige werk. dat zo'n
schappij, en later bij een lucht- en gras. En Woerden kwam niet kwekerij meebrengt? Dat doet hij
vaartmaatschappij Inet duizend bedenkingen aandra- allemaal zelf. „Je bent dag en
gen. Woerden zag iets in die sym-
Maar de jonge Van der Mark pathieke. enthousiaste en „gewo-
liep met snode plannen rond. Van ne" jongeman, die plannen en
die liefhebberij ooit nog eens een wat geld had. Hij kocht een stuk
„business" te maken Was het van de grond, en pachtte de rest
ijdel gedroom.^ of^zat er een kans voor lange tijd. stapte naar een
architect uit de plaats, waar hij
zijn vroege jeugd met de sier-
til achter het huis
Door een diepgaande studie wil
men nu achter de toestanden ko
men om te zien, hoe en waar de
bakens verzet moeten worden.
Het woord „sociologie"' wordt een
modewoord in kerkelijke kringen.
Maar het is meer dan een mode
woord, dat blijkt uit deze studie.
Niet alleen voor N.O. Overijsel is
het rapport van belang, maar heel
het land wordt met de neus ge
drukt op bepaalde feiten die zich
voordoen in onze kerken. In an
dere plaatsen kunnen de toestan
den geheel anders liggen, maar
bepaalde facetten gelden voor het
hele land.
1 gedi
slagen in? Met sierduiven i
elk geval niet. Maar toen kwaï
ander idee. Siervogels, die duiven
i ng ge-
zeldzaam zijn en die goed geld
Zij kwamen hier in de beslotenheid
van hechte wanden en beschuttend dak,
elk uit de wilde storm van eigen strijd,
tot korte rust in 's levens ongemak.
Een vrede stilt hun woelende gedachten,
die nu, ontspannen, zwerven her en der
rondom de poort van het beschroomd verwachten.
Nog is de aarde na, de hemel ver.
Zacht dringt muziek de eerste deur opzij
naar zonvervuld witmarmeren portaal.
Een gouden trap ontstijgt aan aarde blij
in glans omhoog als orgelend koraal.
Tot opgang naar het hemels licht vergaderd
in reine stilten van gemeen gebed,
zijn allen weldra tot de poort genaderd.
Licht huivert nog de echo van de wet.
Doch eerst wanneer het Woord klinkt komt de kracht
die schuldig schromen juichend overwint.
Geloof, er is vergeving! En hij lacht,
die zo de opgang naar de trans begint.
Zie. engelen uit 's hemels tuinen dalen
op Gods bevel de vromen tegemoet.
Zij zien het licht van Jacobs Bethel stralen
en horen 't koel gesuis aan Horebs voet.
O God. Gij die Uw Zoon geofferd hebt,
wiens bloed ontsloot de springaar hunner kracht,
om hun bestaan, ten dode toe verlept,
te doen herbloesemen in pure pracht,
zij heengaan, nog niet scheiden,
het niet genoeg geweest,
v heiligheid ontwijdden
Vader, Zoon en Geest.
KO HAAK.
Gij wilt,
en geeft, als ivac
de zondaars die
de zegen mee va
had doorgebracht: Amersfoort,
en gaf hem een vreemde bood
schap. „Daar en daar staat een
huis, dat ik mooi vind. Ga er
eens kijken en ontwerp voor mij
iets dergelijks in het klein." De
architect deed het en toen werd
„De Kweekhoeve" gebouwd: een
wit huisje onder een dik rieten
dak, in moderne Engelse landhuis
stijl. Er kwamen hekken, er kwa
men afrasteringen, er kwam een
pad en een schuur, en toen kon
de nieuwbakken kweker beginnen.
De omstandigheden waren ideaal:
een mooi huis. grond en water
van een uitstekende kwaliteit, dat
bovendien in open verbinding met
de Rijn stond. En het eerste zwa
nenpaar kwam er, en nog een,
van de laatste restjes van het
geld, dat hij in deze kwekerij ge
stoken had. Bij de handel eerst,
maar later bij de Rotterdamse
Diergaarde Blij-Dorp. die hem
„een prachtig paar zwanen ver
kocht, voor niet al te veel geld,"
zoals hij het zelf zegt. Over de
medewerking van Blij-Dorp is hij
best te spreken: met raad e
stonden ze hem terzijde.
BELEGGING
Nu lijkt het uit het verhaal van
de heer Van der Mark wel net,
of die aankoop van de levende
have het laatste was. waar hij
aan dacht bij de opzet van zijn
kwekerij, maar dat is natuurlijk
atertjes rond De kweek
in de IVoerdense heer
van drr Mark. Neder-
iert op het gebied van
in en praktijk met deze
dure en sierlijke
watervogels.
Het heeft geen zin om allerlei
statistieken te gaan overnemen.
Als U die wilt weten kunt u zelf
het rapport bestellen bij de Stich
ting Gereformeerd Sociologisch
Instituut, Honthorststraat 6 te
Amsterdam. Het gaat hier hoofd
zakelijk om het geestelijk leven
onder de jongeren dat uit dit rap
port bleek. Een van hen schreef
over de verhoudingen in het ge
zin: „De sfeer is bij ons in huis
nooit prettig, doordat vader en
V*' 'v
r .'i
A
niet
de
arte
die
hij kocht, waren de bekroning
van al zijn voorbereidingen. Ni
moet men over zulk een aankoop
niet te licht denken, immers,
zwarte zwanen zijn duur. Een
moeder zijn ingetrouwd bij de
ouders van vader. Moeder kan he
lemaal niet met vaders moeder
opschieten.. U begrijpt dat er dan
als de kinderen groot zijn, gewel
dige moeilijkheden komen. Ze had
den dit veel eerder moeten inzien
en hadden moeten besluiten apart
te gaan wonen. Want nu liggen de
verhoudingen tussen ons en vader
en moeder ook ver van elkaar."
Onmiddellijk staan we hier voor
één van de moeilijkste kwesties in
de gezinnen: het bij elkaar inwo
nen. In de streken waar de oud
ste van de familie vroeger het
hoofd van het gezin was, bracht
dit geen moeilijkheden met zich
mee. Ook in het oude Israël was
het een gewoonte dat de oudsten
de regels van het huis gaven.
Maar de tijden zijn veranderd.
Niet alleen heeft de techniek veel
veranderingen gebracht, de groot
ste moeilijkheden doen zich daar
voor waar de kinderen noodge
dwongen tot een ander beroep
moeten overgaan.
De fabriek kweekt een andere
mentaliteit dan het aardappelveld
of de koestal. Zij eist andere le
vensgewoonten en het blijkt dat
ook in Gereformeerde gezinnen en
in Christelijke gezinnen in het al
gemeen, de verhoudingen tussen
ouders en kinderen vaak in een
slechte zin beïnvloed worden door
deze omstandigheden.
EENHEID EN BAND
Dit zou over het algemeen niet
zo heel erg zijn, als er oprechte
eenheid in het gezin heerste en er
een band was, die allen samen-
bond. de band van het gemeen
schappelijk geloof. Uiterlijk lijkt
dit nog heel goed in orde in de
gereformeerde gezinnen. In 80 pet
van de ondervraagde gezinnen
(500 formulieren werden ingevuld)
wordt na elke maaltijd gelezen, in
18.8 pet wordt één keer per dag
gelezen. Bovendien werd in 63,6
pet. van de gezinnen naast de Bij
bel tevens gebruik gemaakt van
het Bijbels dagboek of de kalen
der. Politiek waren de gerefor
meerden in deze plaatsen goed A.
R. Op een vraag naar de „door
braak" meende één jonge man,
dat de vrijmaking van Gerefor
meerde Kerken onder art. 31 be
doeld werd, want hij schreef: „Ik
vind het fout. Waarom moet er
weer een kerk bij komen." Een
ander dacht in de eerste plaats
aan een onklaar geraakte afras
tering en beschreef omstandig wei-
Wordt er in de meeste gezin
nen regelmatig in de Bijbel gele
zen na tafel, van het persoonlijk
Bijbellezen komt niet veei terecht.
9,4 pet leest regelmatig zelf in de
Bijbel. Nog geen tien procent
leeft dus persoonlijk uit de kracht
van Gods Woord. Het na tafel le
zen kan een sleur, zelfs vormen
dienst worden. Uit het persoon
lijk lezen, waar Calvijn reeds zo
de nadruk op legde blijkt hoe le
vend ons geloof is. Dit getal doet
schrikken omdat het een blik
werpt in het hart van de gelovi
gen. Zij zegt dat er geen, of maar
heel weinig behoefte is aan echte
gemeenschap met de Heer van het
Heelal, die wij Vader mogen noe-
Velen gingen regelmatig naar
de kerk. maar het oordeel over
de preek was vaak niet mals. „Ik
vind het vaak moeilijk om de pre
diking te begrijpen." „Ben nog
nooit geheel door de preek ge
boeid. 3 a 4 maal misschien en
dan nog steeds half en dan ge
durende hoogstens tien minuten."
„Het gebed van onze dominee is
vaak sleur." Velen echter kwa
men er ook voor uit. dat het lang
niet alleen de dominee is: „Het
ligt wel eens aan de preek, maar
ook aan jezelf." 78.4 pet verkoos
de Bijbelse prediking boven de ca-
techismuspreek, maar op latere
leeftijd (na 22) kwam er wat meer
belangstelling voor de leerstof.
De grootsté critiek werd evenwel
geuit oê de vereniging en het huis
bezoek. 35 pet van de leden en
een veel groter percentage van de
ex-bestuursleden voelen, dat de J.
V. en M.V. niet meer aan hun doel
beantwoorden. Er moet verande
ring komen, al weet men zelf
meestal niet precies wat er dan
wel moet veranderen. Vaak is
er een verlangen naar meer ont
spanning. maar meestal blijkt
toch wel dat de leiding niet vol
doende stevig is.
GEZEUR
Men klaagt telkens weer over
„theologisch gezeur", „gezwam in
de ruimte", of „uitpluizen van dc
Bijbel zonder een werkelijke liefr
de Eén schreef er: „Zij pluizen
het onderwerp te veel uit. Eens
zei er een dat het boek (het Hoog
lied) slaat op de tegenwoordige
kerk. Ze waren het er ook mee
eens. Ik geloof eerder dat de man,
die het schreef verliefd was." Al
met al blijkt dat de topleiding
zeer ernstig naar wegen en mid
delen zal moeten zoeken om ver
andering aan te brengen in de
gang van zaken. De jeugd van
vandaag verlangt nog wel degelijk
naar echte Bijbelstudie, maar dan
moet zij aansluiten op de prak
tijk van iedere dag en een ant
woord geven op de vragen van
het persoonlijk leven. Om een be
spreking van werkelijk hoog peil
te krijgen zal er een leider moe
ten zijn, die zelf door een persoon
lijk geloofsleven dc Bijbel kent en
leiding kan geven in de bespre
king. Deze mensen zullen moeten
worden opgeleid. Men kan niet van
blinden verwachten, dat zij blin
den zullen leiden en een brochure
of een boek is niet voldoende,
blechts mensen met liefde voor de
jeugd, die zelf nog jong zijn, maar
levenservaring bezitten, kunnen
een dergelijke bespreking tot een
succes maken. In zijn adviezen
gaat het rapport ook in deze rich
ting, als het aanbeveelt, dat er
jeugdleiders aangesteld worden of,
nogelijk
HUISBEZOEK
Ook het huisbezoek door de
ambtsdragers komt er zeer be-
kaaid af. Terwijl de meeste ee-
lovigen in de meeste kerken kl,.
er nooit een ouderling
komt, klagen in dit rapport veel
jonge mensen dat het ouderlingen
bezoek zoals het gebeurt volko-
i is: Een 22"->arige kan
toorbediende schrijft: „Ze menen
het goed maar praten over koet
jes en kalfjes en komen tegen het
eind van het bezoek met alge
meenheden." Als in koor roept de
jeugd: „Praat minder oppervlak
kig en meer op de man af. Pro
beer de problemen van de jeugd
te begrijpen. Scherm niet zoveel
met teksten en gebruik niet zulke
uitgedoofde woorden." Veel van de
moeilijkheden blijken hier ook
in het gezin te liggen. Waar geen
vrij geestelijk gesprek onder de
gezinsleden is, komt ook geen diep
geestelijk gesprek met de ouderlin
gen. Maar ook de ouderlingen zelf
zijn niet vrij te pleiten. De grote
klacht is: „De ambtsdragers moe
ten meer studeren." Uit het on
derzoek is bovendien gebleken, dat
de ambtsdragers de toestanden in
de gemeenten onder de jeugd over
het algemeen veel te rooskleurig
zagen. Zij zullen niet alleen op de
hoogte moeten zijn van de dog
matiek, maar ook van de werke
lijke toestanden van de jeugd. De
ze studie moet ^chter leiding heb
ben, anders komt er weinig van
terecht. In België ontmoetten wij
eens een jong predikant, die zijn
ouderlingen stuk voor stuk op per
soonlijke „catechisatie" liet komen
en met hun alle gesprekken door
nam, die ze gevoerd hadden. De
gemeente heeft er de vruchten van
geplukt.
CONCLUSIE
De conclusie van het rapport is
het overdenken wel waard: Het
werk voor de jeugd heeft eerst
dan enige kans van slagen, indien
het methodisch verricht wordt en
nauw aansluit bij de levens- en in
teressesfeer van de jongeren. En
men hoede zich voor overdrijving.
Sportjeugd en instuifjeugd zijn
even ongewenst als straatjeugd..
Verschillende keren bleken sport
en instuifwerk een averechtse uit
werking te hebben op de jeugd,
die tenminste nog vaak in de ge
zinskring verkeerde. Deze werd
door de nieuwe attracties ook uit
het ouderlijk huis gelokt.Voorop
sta nog altijd de poging om het ge
zinsleven op peil te brengen, zo
danig dat de jeugd zich meer aan
huis gebonden voelt en minder be
hoefte heeft om elders de vrije
tijd door te brengen." Deze laatste
visie trekt het probleem „jeugd"
in zijn juiste sfeer. Zo gezien zal
dus niet alleen de jeugd bereikt
moeten worden, maar ook de ou
ders en de grote nadruk zal moe
ten liggen op het bereiken 'en ver
stevigen van het gezinsverband.
Als de kerk dat gaat zien, wordt
zij bevrijd van een hoop losbol
lige kolder, die tegenwoordig door
gaat onder het mom van evange
lisatie of apostolaat