De kangoeroe: symbool en plaag van Australië BOLS Mozart-muziekfeest aan de oevers van de Salzach s Een monumentale Zauberflöte en dramatisehe Don Giovanni RECLAMEPRIJSVRAAG HEEFT ONSYMPATHIEK LUCHTJE droomt ervan... JfeMS, Bij verkeersongelukken speelt soms autokleur een rol DONDERDAG 16 AUGUSTUS 1956 SALZBURGER FESTSPIELE ttet BEHOEFT GEEN BETOOG, dat in dit Mozartjaar 1956 de Salz- •11 burger Festspiele bijna uitsluitend aan het oeuvre van de grote Salz- burgse meester gewijd zijn: Hierbij wordt geen enkel gebied van dit on begrijpelijk-veelzijdige oeuvre verwaarloosd: er zijn orkestconcerten door de Wiener Philharmoniker onder diverse dirigenten, kamermuziekuitvoe ringen in het Mozarteum; de kleinere orkestwerken, divertimenti e.d. kan men tijdens de zgn. Serenaden beluisteren in de Residenz, voorts hebben kerkmuziekuitvoeringen plaats, echter niet in de Dom, daar deze nog altijd niet is hersteld. Sedert lange tijd reeds zijn de toegangskaarten voor de meeste concerten uitverkocht, zodat het de talrijke vreemdelingen, die deze verrukkelijke stad op het ogenblik bezoeken, vaak grote moeite kost nog ergens een kaart al of niet clandestien te bemachtigen. Natuurlijk gaat de belangstelling in de eerste plaats uit naar de opera-uitvoeringen, want hier ligt immers het zwaartepunt van deze Festspiele, aan de opera-uit voeringen ontlenen zij hun cachet. Men kan deze zomer aan de oevers van de Salzach alle dramatische werken uit Mozarts rijpe periode gaan zien, van „Ido- meneo" tot en met de „Zauberflöte", uit gezonderd de „Clemenza di Tito" die nog altijd onaanvaardbaar schijnt te zijn. Overigens zijn deze opera-uitvoeringeft van zeer uiteenlopende aard; ze worden niet, zoals bijv. te Bayreuth, vanuit een zelfde conceptie geregistreerd en gerea liseerd. Het meest opvallend, hoewel niet steeds het gelukkigst zijn de opvoeringen van de „Don Giovanni" en van „Die Zau berflöte" in de Felseiireitschule. Het enor me, tegen de rotswand gelegen podium van dit niet zeer geriefelijke, vrij kille theater dwingt als het ware zowel de scenische als de muzikale régie tot het nastreven van grote effekten. Daar het podium bo vendien niet beweeglijk is moet de regis seur zeer vindingrijk zijn teneinde de vaart van het dramatische gebeuren niet te schaden. Nu is het een feit, dat Mozart in de „Zauberflöte" een voor die tijd monu mentale opzet beoogde; vooral de semi- religieuze priesterscènes, de scène met de geharnaste ridders en de finale hebben een bijna romantische breedheid van toon, welke bij de architectuur van de Felsen- reitschule wel past. Dirigent Georg Solti liet dan ook niet na zijn directie op dit monumentale ele ment af te stemmen, waarbij de régie van Herbert Graf zich geheel aansloot. Naast een wat weke en zoetelijke Tami- no van Anton Dermota viel de voor treffelijk acterende Papageno van Wal ter Berry op; zjjn vocale mogelijkheden zijn zeer groot, terwijl hij zich ander zijds nooit tot gemakkelijke leutigheid laat verleiden. Zeer fraai was de Zarastro van Gottlob Frick, terwijl Elisabeth Grümmer als Pamina uitstekende momenten had. De uiterst moeilijk te realiseren partij van de Koningin van de Nacht werd op zeer verdienstelijke, doch niet in elk opzicht bevredigende wijze gezongen door Erlka Köth, een coloratuursopraan van groot formaat, doch als koningin en moeder van Pamina wat al te jeugdig. Vrij zwak was de Papagena van Annelies Rothen- berger. De decors van Oskar Kokoschka (die overigens als schilder en als dichter tij dens deze Festspiele werd geëerd bij een bijzondere plechtigheid in de Residenz en door middel van een aan zijn werk gewijde tentoonstelling) deden het over het algemeen wel; de costuums getuigden van goede smaak Toch bleef het geheel een tikje aan de uiterlijke kant, ondanks de opmerkelijke kwaliteiten van de meeste uitvoerenden. Don Giovanni99 PROBLEMATISCHER dan deze Zauber- flöte-opvoering was evenwel de wijze waarop „Don Giovanni" .dit jaar in de Felsenreitschule werd gegeven. Dit „dramraa giocoso" biedt al sinds zijn ont staan vele moeilijkheden aan régie en directie, aangezien de tweespalt tussen buffo-elementen en pathetisch-tragische elementen slechts op het niveau van het ideëel muzikale conceptie zelf kan worden opgeheven, doch eigenlijk niet in de mate riële realisatie. Men heeft wel eens be toogd, dat de eigenlijke hoofdpersoon niet Don Giovanni is. maar de Commendatore; immers de thematiek in d mineur van de eerste finale van de tweede acte vormt tevens het begin van de ouverture, eerst daarna komt de d majeur-episode van Don Giovanni. Trouwens in diverse scè nes, vooral in die waarin Donna Anna optreedt, vindt men veie reminiscenties en De dirigent Dimitri Mitropou- los streefde kennelijk naar een pa- thetisch-romantische interpretatie, sterk geladen van dramatiek, soms niet vrij van nervositeit. De tempi waren wel eens te snel, en in de beroemde finale troffen dynamische accenten die aan Wagner herinnerden. De regie van Her- bert Graf was, ondanks goede hoedanig heden, wat teveel op het filmische af gestemd en daardoor te druk, vooral in de tweede acte. De op zichzelf mooie decors van Clemens Holzmeister leidden tot onwaarschijnlijke situaties tengevolge van het onbeweeglijke toneel (het huis van Donna Anna evenals dat van Donna Elvira bleken later op het kerkhof uit te zien waar het standbeeld van de commandeur stond en waar men tevoren gedanst had bij de bruiloft van Zerline en Masetto). Het gastmaal van de finale leidde tot merkwaardige lichtef fecten, onbegrijpelijke kreten en gebaren, terwijl ten slotte een geheel leger duivels om de boosdoener ter helle te voeren toch niet anders dan als kitsch kon wor den beschouwd. De laatste finale van de tweede acte, die reeds door Mozart te Weren? soms schijnt te zijn weggelaten, leek bij deze interpretatie en regie misplaatst en over bodig. Zuiver muzikaal gezien mocht deze opvoering zeer opmerkelijk heten, wan- men tenminste Mitropoulos' directie principes aanvaardt. zijn. Jammer van groot allure bleki was evenwel dat hij te weinig grand- seigneur was en daardoor evenals door een grote ge lijkenis van timbre met dat van Fer- rièndo Corena, moeilijk van Lepo rello te onderschei den viel; hij kreeg daardoor iets te burlesks. Fernan do Corena, wiens onvergetelijke cre atie van Verdi's Falstaff tijdens het Holland Festival ons nog vers in het geheugen ligt, was een Leporello van groot formaat, die evenals de titel held voortreffelijk acteerde. Van grootse allure was ook de Com mendatore van Gottlob Frick, die in de kerkhofscène nale een zeer diepe indruk maakte. Deze rol eist een bijzonder groot vo lume en tevens een grote distinctie, kwaliteiten die niet vaak samen gaan. I Elisabeth Grümmer creëerde een op merkelijke en temperamentvolle Donna Anna, Leopold Simoneau zong de aria's van Don Ottavio zeer fraai, Lisa Delja Casa bleef wat gekunsteld als Donna El vira, Rita Streich daarentegen gaf een uit stekende creatie van Zerline. De Masetto van Walter Berry was uitzonderlijk goed, zowel vocaal als dramatisch. De bariton Walter Berry ge no in „Die Zauberflöte" tijden'. Salzburger Festspiele. Hoewel men dus tegen deze beide op voeringen bezwaren kan hebben, moet toch wel vaststaan dat, muzikaal gezien, beide op zeer hoog niveau liggen. Cosi fan tutte9 te", waarvan we een uitvoering meemaakten op de binnenplaats Residenz onder zeer gunstige standigheden. Deze intieme speelopera, op een ondeugend en zelfs wat cynisch ge geven, werd door Karl Böhm zeer licht en gratieus gedirigeerd, terwijl ook de regie van Oskar Fritz Schuh op 18de eeuwse gratie was afgestemd. Irmgard Seefried creëerde een onver getelijke Fiordiligi, Christa Ludwig gaf eei bekoorlijke Dorabella, Lisa Otto was eer voortreffelijke en schalkse Despina. An ton Dermota daarentegen was week er slordig in de rol van Ferrando, die ongun stig afstak bij de voortreffelijke Guglielmo in Erich Kunz en de goede Don Alfonso m Paul Schöffler. Op de Figaro-uitvoering, stellig het hoogtepunt' van de Salzburger Festspiele 1956. komen we in een volgend artikel Dr. J. van der Veen. i Giovannivielen vooral op de Siepi als Don Giovanni en ich als Zerline. Wie niet waagt, die niet wint ONLANGS stond in enige grote dagbladen, ook in ons land, een annonce, die uitnodigde mee te doen aan een prijsvraag. Men moest enkele ontbrekende letters invullen van een bekend spreekwoord: „Wie niet waagt, die niet wint." Wie dit goed deed, zou een prijs winnen. De grote hoofdprijzen (een auto, buitenlandse reis, enz.) zouden worden verdeeld ten overstaan van een notaris. De oplossing moest worden gezonden naar een adres in Zürich. Vrouw viel in kelder en overleed De 88-jarige mevrouw S. Bloem-Bleze it Stadskanaal is gistermiddag, toen zij per abuis een verkeerde deur opende, in de kelder gevallen. Zij werd zo ernstig gewond, dat zij in zorgwekkende toestand het ziekenhuis van Groningen it worden opgenomen, waar zij kort inkomst is overleden. Deze advertentie werd aangeboden via een bekend buitenlands advertentiebu reau en er is ook geen reden om aan te nemen dat wat in de annonce staat niet formeel zal worden nagekomen. Echter blijkt dit te geschieden op een wijze die voor de politie in bulten- en binnenland begrijpelijke aanleiding geeft om tot grote voorzichtigheid aan te sporen. Men ontvangt namelijk een felicitatie voor het winnen van een prijs door het inzenden van de juiste oplossing. Deze prijs kan men in Zürich afhalen. Men kan hem ook laten toezenden, in weik geval men de verzendkosten moet betalen. Om daarin tegemoet te komen, wordt dan aangeboden op voordelige wijze in het bezit te komen van een reproduktie van een schilderij. Men moet dan f 5.59 over maken naar Zürich. Dan ontvangt men de prijs, en de schilderij-reproduktle. Bovendien blijft men kans behouden op één van de grote hoofdprijzen. Hierbij valt allerlei op te merken 1. Er wordt geen weg aangewezen voor het laten toezenden van de prijs zon der de reproduktie, wat niet overeen komt met de door de advertentie ge wekte verwachtingen. Dit Is eigen lijk onbehoorlijk. 2. Wat de prijs is, wordt niet vermeld. Het is zeer goed mogelijk, om niet te zeggen waarschijnlijk, dat deze reproduktie lang geen f 5.50 waard is. De naam van de notaris wordt niet vermeld. Alles blijkt er op gericht te zijn om langs een gewiekste omweg de repro- dukties aan de man te brengen. 6. Het geheel is zeer slim in elkaar ge zet. Ten slotte zijn velen geneigd die f 5.50 maar op te sturen. Men krijgt er ln elk geval iets voor en bovendien voelen velen zich aangetrokken door de Jeans, die men dan heeft op eer der hoofdprijzen. Heel deze opzet is uiterst onsympa thiek. Geen wonder dat de politie waar schuwt. De „uitvinder" van dit moois blijkt er elders al veel geld mee ts heb ben binnengehaald Nu probeert hij het in Nederland. Ieder kan bij het ontvangen van een brief als bovenvermeld begrijpen, dat grote voorzichtigheid gewenst is. Ten overvloede hebben wij gemeend ei lezers op te moeten wijzen, dat wat voor f 5.50 ten slotte ontvangt, ver neden deze waarde kan liggen. Men late zich niet verleiden door kans op een hoofdprijzen. Want deze kans is ui gering. Grondwetswijziging Handelt het kabinet wel juist TAE EERSTE KAMER had in haar voorlopig verslag over de wets voorstellen tot wijziging van de Grondwet (tweede lezing) aan de re gering gevraagd, of het wel juist is, dat eenzelfde kabinet de wijzigings voorstellen in eerste zowel als twee de lezing verdedigt. De regering heeft ln de thans versche en memorie van antwoord een aantal voorbeelden uit de parlementaire ge schiedenis gegeven, die aantonen, dat het tihans gebeurde geen novum is. Zo- hetóelfde kabinet als een demissio-1 kabinet verdedigden herhaaldelijk voorstellen tot Grondwetswijziging in tweede lezing. Het optreden van een v kabinet in dezen is geenszins Men had in de Eerste Kamer ook be varen tegen het feit, dat de verkiezin gen uit hoofde van de Grondwetswijzi ging samenvielen met de gewone pe riodieke verkiezingen. Men meende, dat de Grondwetswijziging dan niet cte no dige aandacht van de kiezers kon heb ben. De regering meent echter, dat de bezwaren tegen deze gang van zaken gezien moeten worden tegen de achter grond, dat het hier ging om een Grond wetswijziging, die toch de aandacht van de kiezers niet vermocht te wekken. Wat betreft de memorie van antwoord op het initiatiefvoorstel van prof. Oud c.s. (tweede lezing) over het tijdstip aftreden van de leden der Staten-Gi raai, verklaart de regering, dat vau haar zijde geen behoefte bestaat voorgestelde en zij ook wel bezwaren daartegen heeft Indien verkiezingen niet tijdig kunm worden gehouden, terwijl het landsbelang vereist, dat de Sta ten-Generaal vend mandaat niet blijven functioneren of gaan functioneren, zal een noodwet gever moeten afwijken van het thanv voorgestelde positieve voorschrift, aldus de regering. Een langdurige bezetting of grote verwarring zal waarschijnlijk tc een andere gedragslijn nopen. Vrachtwagenrally in Utrecht en' Zeist Zaterdag zal voor de eerste maal in Nederland een rally van vrachtwagc worden gehouden, georganiseerd door het district Utrecht van de NOB, (beroepsgoe- derenvervoer) in samenwerking met eer uit het bedrijfsleven gevormde commissi» en met de rijks- en gemeentepolitie. De rally is bedoeld als een proef oir te zien wat voor mogelijkheden er zijr voor dit soort vrachtwagens. Gereden wordt in drie klassen: vracht auto's met en zonder aanhangwagen er ♦rekkers met oplegger Vijftig onderne mingen nemen hieraan deel met het maxi mum aantal waarvoor door de verkeers- autoriteiten toestemming is verleend. Voorafgaand aan het vertrek neemt de 'ijiksverkeerspolitie de deelnemers een verkeersexamen en een technische contro le af, waarvoor cijfers worden gegeven die meetellen voor het totaal. De lengte de rit is 38 km met het veemarkt-ter rein te Utrecht als eindpunt. De gemid- ''élde snelheid is 25 km per uur. In Zeist :n „veilig verfcëSr-parcours" uitgezet 3,3 km. Op het veemarktterrein be sluiten rijvaardigheidsproeven de rit. De winnaar komt voor één jaar in het bezit van de wisselprijs „Het zilveren stuurwiel", want het is de bedoeling, als de proef slaagt, de rally jaarlijks te doen houden. Gedenkteken voor de heer Jansen Maneschijn Het gemeentebestuur van Zwijndrecht. heeft de raad voorgesteld een gedenk teken te plaatsen op het graf van de heer J. A. J. Jansen Maneschijn, oud-burge meester van Zwijndrecht, oud-wethouder van Dordrecht en destijds lid van het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. De overledene, die een voor-aanstaande figuur in de anti-revolutionaire partij was, heeft gedurende zijn burgemeesters- periode van 1929 tot 1946 veel tot de ont wikkeling van Zwijndrecht bijgedragen. Zijn naam is reeds verbonden aan een straat in het dorp. Indonesische industriëlen. Een gezel schap van 15 personen onder leiding van de voorzitter der organisatie van Indo nesische industrieën. Omar T'isln, zal eind augustus West-Berlijn bezoeken en in West-Duitsland de economische betrek kingen bespreken VN— uroaam Een troetelkind, maar een bokser en een zeer gevreesd eter D (Van onze correspondent in Australië, Leo 't Hart) e engeilse schrijver g. k. Chesterton, vermeldt in één t l zijn boeken het gezegde van Australisohe aboriginals: „God moet bepaalde dieren juist voor de grap hebben geschapen; hoe kun je anders het bestaan van de kangoeroe verklaren?" Want, grappig is hij, de kangoeroe, die het troetelkind, de plaag en het symbool van Australië is. Het troetelkind vanwege de grappigheid van het beestje; een plaag omdat er minstens vijftien miljoen ervan rond huppelen en het symbool, door zijn geschie denis met het land verbonden. He Australische kangoeroe heeft v schijnlijk méér publiciteit aan land bezorgd, dan de schrijvers Ned Kelly en Donald Bradman samen. Trouwens, iedere postzegel draagt het beeld va kangoeroe, daardoor lot het nationale dier Er mogen nog zoveel kwade woorden over de kangoeroe worden gezegd, vooral door de boer, die z'n oogst door de tende horde zag vernield, tóch vindt hij altijd vriendelijke verdedigers en stelt men de kangoeroe-plaag niet op gelijke lijn met bijv. die van het konijn. Hoewel het de vraag is, welke plaag het ergste is. Juist: kangoeroe JN AUSTRALlë leeft nog steeds ir sterke mate de taal van de aborigi nals, de zwarte en oorspronkelijke be woners van dit land. De geschiedschrij vers verhalen, dat toen in 1770 de man nen van kapitein Cook voor het eerst li dit land kwamen, zij een heel vreemd soortig dier zagen, hetwelk toen ner gens ter wereld bekend was. Zij informeerden by de aboriginale naar de naam. „Kangoeroe", mompelden zij, hetgeen ln hun taal ioveel betekent als: „Dat kunnen we je niet verklaren". En daardoor blééf het juist: „kangoe- ie" voor dat dier. Misschien is het nog wel een juiste aam óók, .want het is moeilijk om te zeggen wat de kangoeroe nu eigenlijk hem t| denken. Daar is de combinatie van een sierlijk geschapen kop echt dierlijke nek; gracieus ge bouwd opperdeel van het lijf doch zwaar gespierd achtergedeelte als van een over voerd paard. De grote zachte ogen. kleine neus en lippen als van een konijn; welhaast men selijke „handen", dikke, viet voet lange de merkwaardige pouch, waarin de moeder vier maanden lang haar jong 'oert. De zoölogisten vonden uit, dat miljoenen Jaren geleden dit soort dier vrijwel overal in de wereld had gewoond, doch was verdwenen en slechts in Austra lië zich had gehandhaafd, waarschijnlijk omdat hij op dit „eiland" van zijn vijan- "ïn was afgesneden. Hoe dan ook, zelfs de meest geplaagde boer ziet wel graag nog enkele kangoe- de buurt, al is dat alleen maar uit •oor de grap Doch neem het gebied in het zuiden van de staat Nieuw-Zuid-Wales, waar een oppervlakte bestemd voor twintigduizend schapen, óók kangoeroes zich hebben te voeden Eén kangoeroe eet nét zoveel als twee schapen. ZctcAtfy tyjtodi pittig Toch is het zo HET BEGIN DEM ZIEKENHUIZEN 714) In de prille jaren van de West- Europese beschaving gaven de Christe nen het aanzijn aan toevlurhten voor daklozen, reizigers en zieken, aanvan kelijk in de huizen der bisschoppen, later in daaraan gebouwde vleugels en galerijen, waar een zeer grote gastvrij heid werd aangekweekt en onderhouden. Aldus ontstonden hier de eerste zieken huizen, waarvan het Hótel-Dieu te Parjjs, dat uit omstreeks 650 dagtekent, een van de oudste is. hult dat de patiënten om en om weden gelegd, dus om beurten met het hoofd, resp. de voeten aan het hoofdeind. Hot meest ongelooflijke, althans voor tegen woordige begrippen, was echter nog hel feil, dat alles door elkaar lag, on- nearht leeftijd en geslacht, ongeacht ook de ziekten die de pat In een paar weken tijds verwoesten zij enige hectaren tarwe Geen wonder dat de boeren in deze „kangoeroe-hoek", de plaag nog erger vinden dan die der ko- Sterk en slim T"\e kangoeroe is sterk én slim. Hoé sterk? Er wordt aangenomen dat een „kwaje" kangoeroe in staat Is een Jack Dempsy of Joe Louis gemakkelijk „knock out" te slaan, want hij deelt harde klappen uit met zijn voorpoten. DEHALVE MET behulp van de honden, wordt de stijd tegen de kangoeroe ge voerd met het geweer. Doch de kangoeroe is hoe wonderlijk het misschien moge klinken een beschermd dier. Slechts gedurende enkele maanden van het Jaar wordt de jacht vrijgegeven, be houdens dan in een enkel district, waar de plaag tè erg is, zoals op het ogenblik ln de buurt van Glen Innes (N.S.W.) waar het wintergraan met verwoesting door de kangoeroes wordt bedreigd. De eigenaar van een schapenfarm te Nowra vertelde mij, dat vier jagers op zijn bedrijf in twee weken tijds bijna vierduizend kangoeroes hadden geschoten. Er werd mij een grote schaal kangoeroe- staartsoep voorgezet, welke uitstekend smaakte. Doch behalve de staat voor soep, benevens de huid waarvan tasjes en der- gelijken wordt gemaakt, vaflt er met de dode kangoeroe weinig te beginnen. Amerika informeerde onlangs naar de mogelijkheid om bevroren of ingeblikt kangoeroe vlees te ontvangen voor hon denvoer,* doch verder dan informatie is het tot nog toe niet gekomen. Voor een kangoeroe-huid wordt vijf tot tien gulden per stuk betaald. Alleen de wilde honden zijn de natuurlijke belagers van de kangoeroes, doch waar die even eens groot gevaar zijn voor de schapen, Dat ondervond onlangs een autobestuur der, die des avonds op een eenzame weg tegen een kangoeroe-jong reed en toen hij uit z'n auto stapte, door de moeder werd aangevallen. In een minuut lag de man iet een gebroken been op de weg Op de wegen in het binnenland van ustralië moet men vooral des avonds heel voorzichtig zijn, om niet in botsing te komen met kangoeroes waarbij je auto lelijke duw kan oplopen! Er zijn exemplaren, zoals bijv. de „Old Man", of .Man of the Woods", die de lengte en het gewicht van een man bereiken. Doch daar zijn ook de „Pademelons", die nog geen halve meter groot zijn. Behalve stérk, is de kangoeroe ook slim Dat ondervinden de boeren, die probe- •n hun terrein te beschermen middels elektrische draden. De kangoeroe graaft een gat in de grond, hierbij ook vaak gebruik makend konijnenholen, en kruipt dan onder de draad door. Een ander voorbeeld van zyn bereke- ling is, dat hij bij achtervolging door en hond naar de rand van een afgrond ent. Dan grijpt hU de hond met zijn krachtige voorpoten en slingert het dier in de diepte. Men ondervond dat een kangoeroe kans ziet het tegen vier vijf honden iegelijk op •men. met uitzondering dan de spe- oiaal getrainde „kangoeroe-hond", die echter dan nog een harde strijd heeft te >n en vaak nog het onderspit delft. Maar: de kangoeroe blijft ?n vrij leventje in dit Sand kan leiden. Bovendien doorstaat hij bijna alle ziek- ?n en de kangoeroe-kindertjes zijn kern gezond en blijven allen in het leven. In het noorden van Zuid-Australië, springen naar schatting twee miljoen kangoeroes rond; in het westen van Nieuw-Zuid-Wales leiden minstens zes miljoen van deze dieren een onbe zorgd leven en over heel Australië' zijn er ver over de tien miljoen. Soms zie je hele horden kangoeroes over de vlakten rennenschapen en lammeren moge sterven van honger en dorstdoch de kangoeroe weet zich te handhaven. Het is door dit lange verleden, het speciaal plaatsje dat de kangoeroe ondanks alle ondeugden, toch in het Australische leven heejt gekregen, dat hij voorkomt in het nationale em bleem. Resultaat politie-onderzoek Blijkens bevindingen van de Nederlandse politie is bij son ge verkeersongelukken aantoonbaar, dat de kleur van automobielen een rol kan spelen bij het veroorzaken er van. Herhaaldelijk is gebleken, dat personenauto's „niet zijn gezien", omdat de kleur van de carrosserie niet contrasteerde met de omgeving. Een lichte (b.v. grijswitte) wagen te gen een besneeuwde achtergrond, een groene wagen in een polderland schap of een roestbruine wagen op een klinkerweg kunnen zeer bedrieg lijk zijn voor mede-weggebruikers. Daarom wordt overwogen het gebruik ï-n bepaalde kleuren voor koetswerken te gaan ontraden; Een belangrijke factor is ook de ge zichtshoek van het oog. Juist in het grensgebied van niet en wel zien zullen contrasterende kleuren beter spreken dan ineewv loeiende Een Engels bedrijf heeft vele jaren een onderzoek ingesteld naar driehonderd /brokkenmakers" uit een groep van 6460 naar het uiterlijk geldjkwaardógen. Aan vankelijk werd aangenomen, dat de brok ken werden gemaakt door oververmoeid heid of nervositeit. Laber bleek, echter dat al'le driehonderd brokkenmakers ln meerdere of mindere mate aan maagizwe- ileden, diie bij eerder medisch onder zoek niet waren ontdekt, Amerikaanse deskundigen ©telden bil :n grote transportfirma een diepgaand onderzoek in naar psychologisch over heersende kenmerken van de het meest bij ongelukken betrokken chauffeurs. Bij de goede rijders bleek, dat zij emo tioneel stabiel en zelfverzekerd zijn en voorts, dat zl| In evenwicht waren in de verhouding tot de omgeving en technisch inzicht hadden. Behoudens het laatste punt bleek, dat de brokkenmakers van de firma niet aan een of meer der drie eerste voorwaarden voldeden. De psychologische dienst van de Neder landse P.T.T. voemt ook dergelijke onder zoekingen op nog diepgaander wijze uit. Men traoht langs deze weg te komen tot een nog ©chenper ©electie van chauffeurs voor de RijksautomobleJcewtnade. Men deelt in verband hiermee chauffeurs in groepen in en wel zodanig, dat men de eigenschappen van hen, die geen schade maken, scheldt Hoewel de grootste om maken 6cheidt Hoewel de grootste om zichtigheid bij dit onderzoek in acht wordt genomen is wel duidelijk geworden dat de resultaten ervan bij het aanstellien van nieuwe chauffeurs goed zijn. Men kan, althans in grove lijnen, een aantal goede en minder goede eigenschappen bij het psychologische onderzoek ontdekken, waardoor men met vrij grote zekerheid kan vaststéMen of een man zeer, matig iet geschikt is voor het chauffeurs- beroep. Men blijft echter voorzichtig met deze resultaten, omdat (latere) levensom standigheden zeker een nol bij het gebeu- van ongelukken kunnen spellen, zo- kwesties van persoonlijke emotes of gezondheid van de betrokken man.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 5