B
ZONDAGS
BLAD
Bij ïlew]oundland vangen kerels kabeljauw
aesiheiisch, iechnischmaar
sociaal
Zondagmorgen
BR/EVEN AAN DE
stóeiuur Cci!tscl)c (üoiimnt
ZATERDAG 21 JULI 1956
Laurencinha werkt in een roeiboot
op de oceaan
■ui ni uil ui nil iiniini iib hi hi hi an
f =s>.
„THE CANADIAN"
Door GLAZEN koepel
woeste schoonheid
Het zal zo'n dikke honderd jaar geleden zijn, dat
een man op een paard „along the trail" reed. Hij was
op weg naai het westen van Canada. Hij genoot van
de onbedorven, woeste schoonheid van dit landschap:
de majestueuze bergen van de Rocky Mountains.
Die man reed niet zomaar.
Hij onderzocht voor de heren
uit de grote stad de mogelijk
heid een spoorweg te leggen
door dit keiharde land. Hij
was een pionier. En waar de
ze ruiter kwam, verschenen
enkele maanden later de ploe
gen arbeiders, die de spoor
rails steeds verder West
waarts legden. Zo ontstond
de legendarische, 'wereldbe
roemde Canadian Pacific. Een
treinreis van Atlantische-
naar Zuidzeekust was moge
lijk geworden.
Sedert die tijd is er nogal
het een en ander veranderd.
De schoonheid van het in
drukwekkende landschap
bleef gelijk, maar de treinen
die er door reden werden
ieder jaar moderner.
En nu heeft de Canadian
Pacific Railways, of kortweg
de C.P.R. een ware sprook-
jestrein in de vaart gebracht.
De naam is kortweg „The
Canadian". Als een enorme
slang van glinsterend metaal,
gelrokken door een snelle,
sterke Diesellocomotief snelt
die trein door de „Rockies"
van het Canadese Westen.
Het ontbreekt de reizigers
aan weinig of niets en wie
het geld er voor heeft, kan
met toeslag een plaats krij
gen in de verhoogde „cock
pit", een glazen koepel met
een uitzicht, dat onvergete
lijk is.
Het loopt storm bij de
C.P.R.. want zo'n reis in de
koepel (of Scenic Dome, zo
als de Canadezen zeggen) is
een extra trekpleister voor
fotografen, en voor reizigers,
die alleen maar een schitte
rend uitzicht willen hebben.
Reserveringen voor deze 48
speciale plaatsen in deze spe
ciale trein moeten op dit
ogenblik al maanden tevoren
u-orden gemaakt. Dus wie nog
mee wil, haaste zich.
Vorige week brachten wij
een reportage over de toe
stand in de verschillende
Ambonezenkampen die ons
land „rijk" is. Wij hebben
daar enkele brieven over
ontvangen uit onze lezers
kring. Zo schreef onze Rot
terdamse lezer W. H. van D.:
INSTRUCTIEF
G IRON I'M.MER
By het gironummer S8Ó33 van
Cent/aal Comité Bethesda in
Nederland vergat n een nadere
aanduiding te plaatsen. Kan dit
nog?
B. Chr.
Heer Chr., u hebt gelijk
en op de bladzij Geestelijk
Leven haasten wij ons deze
fout goed te maken.
vruchtenbowl. Juist in"? souer
kan dit by een feestelijke ge
legenheid zo'n verfrissende drank
zun.
Mevr. H. M. de K.—van A.
Ten slotte nog dit,
lezer! Bij u in uw omgeving
gebeurt misschien wel eens
iets, waarvan u denkt: „Dat
zou een verhaal voor het
Zondagsblad kunnen zijn".
Als dét zo is, schrijft u ons
dan eens en u kunt zeker
zijn van een verhaal.
REDACTIE
PORTUGESE VISSERS 3200 KILOMETER VAN HUIS:
De wereld geeft iedere dag twee milliard
gulden uit aan bouwen, iedere week in
vesteert de wereld veertienduizend mil
joen gulden in de bouw van huizen, ker
ken, scholen, ziekenhuizen, en huizen,
huizen, huizen. En toch heeft maar één
van de tien gezinnen een werkelijk goed
huis. Is het dan overdreven, om te zeggen,
dat we die twee miljard per dag niet goed
besteden?
Het gemeentebestuur van Keulen bracht
een bezoek aan Rotterdam, en zag het Rot
terdamse Bouwcentrum. Terug in hun stad,
staken de vroede vaderen de hoofden hij
een, en het gevolg was. dat de gemeente
Keulen 20.000 vierkante meter grond be
schikbaar stelde voor de stichting van een
Bouwcentrum.
In Washington werd met veel feestelijk
heid en plechtigheid een nieuw Housing
Centre geopend, en toen ir. J. van Ettin-
gcr, directeur van het Rotterdamse Bouw
centrum. daar eens rondkeek, kon hij de
Washingtonse collega's zoveel goede raad
geven, dat men er daar een beetje stil van
werd.
Het Bouwcentrum
te Rotterdam
geuijd heeft, omdat
■li in in in uil in ui in in mi in ui
waarschijnlijk de zwaarste en
moeilijkste van onze tijd. Op het
dek van de Argus waren zestig
kleine vletten gestapeld, die ge
reed stonden om straks de beman
ning hun gevecht met vis en At
lantische Oceaan te laten leveren.
Het was een grauwe, koude dag,
toen het eigenlijke vissen begon.
De vissers stonden in de rij, om
hun rantsoen aas uit de koelka-
mers te ontvangen en al spoedig
verdween scheepje na scheepje in
de duisternis van de wel heel
vroege morgen. Er waren twintig
duizend stukjes haring gebruikt
voor aas, want elke man, die
daar wegvoer met zijn scheepje,
dat nu een miniatuurzeil had gehe
sen, had de beschikking over een
lijn met zo'n zeshonderd tot dui
zend haakjes en die lange draad
van meer dan vijfhonderd meter
werd te water gelaten. Als dat ge
beurd was. begon vletterman
zelf ook te vissen. Niet voor tijd
verdrijf, maar om aan de weet te
komen of er voldoende vis zou zijn
om het aas aan de lijn te be
machtigen. De Portugese vissers
zien kans om drie maal daags
zo'n lijn binnen te halen (met vis)
en dat ze per vlet een drie ton
kabeljauw op één dag vangen is
heus geen zeldzaamheid.
DERDE TON
door de
ter, maar hij bracht zijn derde
ton kabeljauw binnen. En omdat
er per gewicht betaald werd, had
hij een goede dag. Zijn bootje
kwam nog maar nauwelijks boven
water uit en hij moest uiterst be
hendig manoeuvreren om niet tot
zinken gebracht te worden door
een niet eens zo grote overslaan
de golf.
Zo'n
van de Argus begon Laurencinha
de vis in een neergelaten emmer
te scheppen, geen gemakkelijke
taak. want er waren knapen van
20 pond bij.
En toen alle vletten terug wa
ren van hun dag op de banken,
begon de avondmaaltijd, bestaan
de uit kabeljauw: gekookt, ge
stoofd, gebakken in olijfolie, ton
gen, harten, alles kabeljauw wat
het menu bood. Dagenlang, maan
denlang.
WEER WERK
Na de maaltijd begon het werk
aan boord. Die dag was er 40 ton
gevangen. Al die vis moest schoon
gemaakt en gepekeld worden. Ook
dat was een hard karwei, dat in
snel, ja, in moordend tempo werd
verricht. Pas diep in de nacht ging
de laatste kabeljauw door de han
den van de vissers, die ze enkele
uren tevoren hadden gevangen.
Morgenochtend zou het om 4 uur
weer dag zijn. En dat gaat dan
zo het hele seizoen door. Het lijkt
arbeid uit een ander tijdperk, sla
venwerk en toch willen deze men
sen niet anders. Zij trotseren de
zee, de vis, het weer en de soms
hoge golven, de mistbanken, die
het moeilijk maken het moeder
schip terug te vinden. Hun baken
voor terugkeer is dan slechts dc
naargeestig loeiende misthoorn.
Wie wel eens over dc Grand
Banks bij Newfoundland voer,
weet hoe de mist daar plotseling
kan komen opzetten en hoe die
dikke nevel dagenlang kan blijven
hangen. De Portugezen vissen
door. Elke minuut telt en thuis
wachten de vrouwen, de kinderen
op het geld, dat met de vangst
wordt verdiend. Ze zoeken het ver.
maar ze vinden het. Avontuur,
een hard leven, een leven voor
een kerel. En kerels zijn ze."
Twee miljard gulden per
dag toch nog maar één
op de tien gezinnen een
werkelijk goed huis. Wat
moet daaraan gebeuren?
Bouwen lijkt zo gemakkelijk,
gemakkelijker dan atoom-
splitsen. Maar het blijkt on
eindig veel moeilijker te zijn,
omdat de bouwactiviteit zich
versnippert over tienduizen
den bouwplaatsen en omdat
tienduizenden mannen, vrou
wen, firma's en bedrijven er
bij te pas komen. En om het
werk op al die bouwplaatsen
beter te doen, moeten al die
tienduizenden belanghebben
den weten, wat ze beter moe
ten doen.
Elke industrie kent haar
research, ieder bedrijf heeft
technische en economische
onderzoekingen. Maar in de
bouwwereld is aan research
nog maar weinig gedaan. En
elke dag: twee miljard gulden
en nog maar één van de tien
gezinnen.
WAAROM EN HOE
Nu is het niet precies zo, dst
er over de verbetering van dat
bouwen nooit is nagedacht. Er is
geen terrein ter wereld, waar zo
veel prototypen opgedoken en ver
dwenen zijn als in de bouwnijver
heid en er is ook geen terrein ter
wereld, waar de begrippen nóg
steeds zo verward en weinig hel
der zijn. Wat is de weg? Ir van
Ettinger, directeur van het Bouw
centrum te Rotterdam, formuleert
het ..Waarom en Hoe?" op de vol
gende manier.
,.We moeten ons eerst bewust
worden, waarom we bouwen. Ie
der huis en ieder gebouw heeft
een gebruiksdeel. en dat moet
voorop staan. Daarom komt het
ontwikkelen van het functionele
denken op de eerste plaats, iets
waaraan nog maar weinig is ge
daan. maar waarin het Bouwcen
trum een pionier is.
In de tweede plaats moeten we
het technisch-wetenschappelijk
denken bevorderen, onder te ver
delen in: Analytisch (materiaal
eigenschappen, constructiemetho
den!. synthetisch (wanden, daken,
huizen, protptypes) en industrieel
(transport, opzet). Het Bouwcen
trum schenkt aan al deze punten
aandacht en in dat kader is zo
juist besloten, dat wij met het
TNO nauw gaan samenwerken."
Het woord Bouwcentrum is nu
al verscheidene malen gevallen.
En hoeveel Nederlanders kennen
dit instituut eigenlijk? Weinigen,
buiten de bouwwereld. En toch is
dit instituut voor ons gehele volk
van groot belang, niet omdat iede
re bouwer er alle soorten vloer
bedekking. wandbekleding en met
seltechnieken kan zien en vergelij
ken, maar omdat het door studies
en opdrachten stug werkt in die
ene richting: Twee miljard per
dag. en nog maar één van dc tien
gezinnen het bouwen moet be-
Want en dat is misschien het
theoretische kernpunt van de he
le zaak maar al te veel heb
ben wij bij het bouwen twee pun
ten in het oog gehouden: het tech
nische en het esthetische aspect.
Maar bouwen is nog iets meer,
bouwen is sociaal, maatschappe
lijk. De architect kan trots op
zijn ontwerp wijzen maar be
langrijker is. dat de huisvrouw,
die in de keuken moet koken, de
verpleegster die in het ziekenhuis
moet werken, de onderwijzer, die
in de klasselokalen les moet ge
ven, de kantoorbediende en de ar
beider. die in het kantoor, de fa
briek moeten werken dat al de
ze mensen tevreden en gelukkig
zijn. De tijd, dat we huizen bouw
den, die op kasteeltjes icken,
maar waarin geen behoorlijke
trap en behoorlijke bergkast te
vinden was. de tijd. dat we kan
toren als Romeinse tempels bouw
den. zonder dat er behoorlijke ra
men voor licht en lucht in zaten,
is voorbij. Een huis is om in te
wonen, een kantoor om in te wer
ken. Het lijkt zo simpel, maar het
blijkt zo moeilijk te zijn. Moei
lijker dan atoomsplitsen. Want
herinnert u maar: Twee miljard
per dag, en één van de tien ge-
thuis werken, de kinderen heb
ben hun sommen, htm huiswerk
en hun speelgoed. Kort gezegd:
het huis moet worden inge
richt. En ook de woninginrich
ting in ons land is onderwerp
van vele verwarde begrippen
Het feit, dat een stoel hoe
simpel dient om op te zit
ten, en een kast om iets in op
te bergen, is nog verloren in
een woud van balpoten en old
finish, en de wetenschap dat
kleuren en lijnen in het inte
rieur kunnen bijdragen tot een
evenwichtig gezinsleven, zweeft
onzichtbaar te midden van de
smook van gothiek en klooster
tafels.
Als iemand een huis gaat
bouwen, kan hij bij het bouw
centrum terecht voor volledige
informatie. Informatie over
materialen, vormen, proto
typen, afmetingen en prijzen.
Maar als iemand een huis gaat
inrichten, koopt hij, wat de
buurman heeft. Ook op dat ge
bied is het Bouwcentrum com
pleet met de ingebruikne
ming van de grote uitbreidings-
EEN UNICUM
De gemeente Rotterdam igaf
een folder uit over de aantrekke
lijkheden en bijzonderheden van
de stad maar vergat het Bouw
centrum. Vreemdelingen en toe
risten bekijken onze gebouwen en
havens maar vergeten het
Bouwcentrum. En dat bouwcen
trum is niet alleen even belang
rijk als de haven en het stadhuis,
het is bovendien vrijwel een uni
cum, waar ons land veel trotser
op zou moeten zijn dan het nu
blijk geeft te zijn. Tweehonderd
specialisten plus nog een groot
aantal medewerkers in werkgroe
pen staan daar klaar om alles te
doen om dat bouwen beter te krij
gen en de resultaten zijn er:
het houtrijke huis, dat in twee
maanden gebouwd kan worden,
zonder dat er (schaarse) metse
laars eA stucadoors aan te pas
komen, dat net zo duur en net zo.
goed is als ons conventionele huis.
en waarvan een gemakkelijk te
verwezenlijken aantal van 5000
per jaar de woningnood op be
langrijke wijze kan helpen be
strijden, onderzoekingen, weten
schappelijke aanpak, documenta
tie, voorlichting en last but not
least: kennisoverdracht door cur
sussen, lessen etc.
DE PRAKTIJK
Het lijkt alles zo zwevend,
zo super-technisch maar het
is het niet. Het bouwen is een
probleem, dat midden in de
praktijk van ons dagelijkse le
ven staat. Want met het bou
wen van het functionele huis
alleen is men er niet. Er komt
een gezin in, .man, vrouw en
kinderen, en die krijgen elk
hun kamer, hun stoel, hun ta
fel. En de huisvrouw moet ko
ken, de vader moet 's avonds
Wilt in natuursteen bouwen
Het Bouwcentrum heeft alle
soorten in een aardig blokken-
mozaïek voor u tentoongesteld
slechts een onderdeel van de
enorme collectie.
vleugel aan het typische, ronde
gebouw in het Rotterdamse
centrum heeft een meubel-afde
ling (om het maar eens simpel
te zeggen), ruimte en gestalte
gekregen.
En het is verheugend, dat ook
de particulieren de weg naar
het Bouwcentrum weten te vin
den- Buiten de beurzen en an
dere vakbijeenkomsten in het
gebouw, krijgt men dagelijks
250 bezoekers, die ,,zo maar
eens komen rondneuzen". En
dat kan, in dit instituut, dat
het „verdienen en dienen" zo
goed tegen elkaar weet af te
wegen. Voor informaties kunt
u in dit door de BNA en het be
drijfsleven opgezette centrum
altijd terecht. Wjlt u iets be
studeerd of nagevraagd hebben,
iets uitgerekend of ontwor
pen ja, dan betaalt u natuur
lijk de kosten daarvan.
In het hart van een stad die
bouwt, staat het bouwcentrum.
En het staat er in zekere zin
als een waarschuwing. Want het
functionele denken in de bouw
blijkt vlak naast en om dit
centrum, waar men deze din
gen propageert en onderwijst,
in het hart van het nieuwe Rot
terdam nogal eens vergeten te
worden.
Maar het Bouwcentrum is er.
En niet voor niets
Portugal is een wat vergeten land, dat daar door Spanje
omkapseld, maar een beetje dromend aan de Atlantische
Oceaan schijnt te liggen. We weten nog vaag, dat die Por
tugezen heel vroeger daverende dingen op zee hebben
gedaan, maar thans denken we maar al te vaak (als we er
aan denken), dat de Portugezen van thans alleen maar
dromen van die vroegere gloriedagen. Weinigen weten, dat
de inwoners van dat prachtige land in Zuid-Europa nog
altijd (af en toe) de meest ervaren vissersmannen in hun
midden hebben.
5oto linkó
5Toto beneden
Af en toe" Ja, want zes maan
den van het jaar zwalken die Por
tugese vissers ergens op de Atlan
tische Oceaan, ongeveer 3200 kilo
meter van hun kustdorpen verwij
derd. Waarom ze het zover zoe
ken? Er zit daar in de buurt van
Newfoundland, dus bijna bij de
Amerikaanse kust, een grote hoe
veelheid kabeljauw. En die Portu
gezen hebben er hun levenswerk
van gemaakt die kabeljauw te
vangen. Alan Villiers vertelt daar
over het volgende verhaal:
„Het was middernacht en de
wacht aan boord van de viermast-
schoener Argus werd afgelost. Het
schip was onderweg van Lissabon
(Portugal) naar de Grand Banks
bij Newfoundland. Het was een
tocht van 3200 kilometer. Een ru
we. ongeschoren Portugese zee
man liep door het gangboord en
hij zong een nogal vreemd liedje,
dat bestemd was voor de slapers
beneden. Dat gezingzegde liedje
ging zo: „Oh. prijs de Hee
Hem altijd. Gezegend z
op
Spoedig daarna verschenen men
sen aan dek. In dc duisternis le
ken het meer schaduwen. Een
nieuwe roerganger tikte tegen zijn
pet en zei: „Geloofd zij God en
Jezus Christus". Daarna nam hij
het stuurwiel over om de Argus
verder te leiden door de sombere
maartnacht.
Ik vond het moeilijk te geloven,
dat wij in de jaren 1950 leefden,
want wat ik gehoord had, leek e
Ieder geluid kunnen wij nu verstaan,
zodat we langzaam in de tijdskring groeien
en duizend dingen uit ons leven vloeien,
waardoor wij open in de morgen staan.
En uit het ritme van de tijd getild
moeten wij eerst aan onze handen wennen,
voordat wij in hun rust de dag herkennen
die Uw genade voor ons heeft gewild.
Want elke zondag grijpt ons dit weer aan,
wanneer wij in de kringloop van de dagen
de onrust uit ons leven mogen dragen,
wat U ons zondaars tegemoet doet gaan.
i behoorden tot
een groep, die door de eeuwen
heen ook niet van beroep veran
derd is en die evenmin de manier,
waarop dit beroep wordt uitgeoe
fend, gewijzigd heeft.
IN KLEINE ROEI
BOOTJES
Nu waren ze nog aan boord van
de schoener, maar als ze eenmaal
de banken bij Newfoundland be
reikt zouden hebben, moesten ze
(weer of geen weer) in kleine hou
ten roeibootjes op jacht naar de
Overal ter wereld wordt de vis
vangst in deze moderne tijd met
moderne materialen beoefend, gro
te netten, die door treilers over
dc zeebodem worden gesleept.
Maar de Portugezen, die behoren
tot het Gilde der Kabeljauwen-
schepeneigenaars (opgericht
het
zou L-,
ders kunnen, want de i
den over die rotsachtige bodem al
spoedig stukgescheurd worden. En
al lijkt het primitief, er wordt goed
gevangen. Meer dan 5000 gezinnen
in vijftig Portugese dorpen leven
van die visvangst.
ZEILSCHIP
De Argus behoorde tot een vloot
van 63 vaartuigen, die gedurende
de zomer zes maanden lang bij
Newfoundland werkten. Ofschoon
het een zeilschip was, was de uit
rusting zeer modern: electrische
verlichting, koeling, echopeiling,
radiotelefonie en wat niet al.