CHRISTELIJK
KANTTEKENING
Koninklijk gezin bij Lustrum
Utrechts Studenten Corps
Ontwijkend antwoord van
kardinaal Frings
Mozaïsch recht, moeilijke teksten
en sociale zekerheid
- "ëe-
Dr. Drees 70
2
r
Niet geheel bevredigende „Xerxes"
(Van een onzer verslaggevers)
SLECHTS ZELDEN kan een feestelijke gebeurtenis de immer zo
rustige burgerij tot enthousiasme brengen. Het Utrechts Studen
ten Corps kan er terecht prat op gaan. dat het dit corps iedere vijf
jaar bij zijn lustrum wel gelukt. Ook dit jaar was Utrecht om in
de stijl te blijven: Persepolis de laatste weken een kleurig en
bont geheel.
Gisteravond bereikte het Lustrum zijn climax in de gala-opvoering
van het openluchtspel Xerxes. Op vaak originele, soms ook op minder
geslaagde wijze had men weken lang voor dit stuk propaganda
gemaakt.
De praeses van de Maikeradeeom-
missie. de heer H. V. van Walsum, een
soon van Rotterdams burgemeester,
kan met recht op een geslaagde avond
terugzien. Niet alleen werd „Xerxes"
door 5000 bezoekers, waaronder Ko
ningin Juliana. Prins Bernhard en Prin
ses Beatrix, bijgewoond, maar na af
loop van het spel hadden duizenden
zich langs de route, die de nacht-mas
kerade door de stad sou volgen, opge
steld. Voor de burgerij was deze mas
kerade kennelijk hel hoogtepunt en
een ieder was na afloop vol lof over
hel door de stad trekkende Perzische
Het was tegen tienen toen op het
Veemarktterrem het Wilhelmus reeds
van verre de komst van de Konink
lijke gasten aankondigde. Bijzonder
hartelijk werden zij welkom geheten.
Naast het „leve de Koningin" klonk
ook het „leve de Prins van het U.S.C."
Prins Bernhard is erelid van de
senaat dezer vereniging alsmede het
„ieve de Prinses van de V.V.S L."
de studentenvereniging in Leiden, waar
Prinses Beatrix lid van hoopt te wor-
Het openluchtspel „Xerxes". dat een
schepping is van het corpslid W. P.
Gerritsen en geregisseerd werd door
Henk Rigters van de Nederlandse Co-
medie, gaat zoals eigenlijk vanzelf
spreekt over de grote Perzische ko
ning Xerxes 500 v. Chr.)
Xerxes. de twijfelaar, die lang zulk
ge:ie niet is als zijn vader, roept het
volk ten strijde. Het volk dat vrede
wil. gaat slechts aarzelend. In Grie
kenland lijdt de vorst bij Salamis een
grote nederlaag. Hij keert terug
dan in. welk een ellende hij o\
onderdanen heeft gebracht. Nooit zal
het meer oorlog zijn, zo zegt hij
het volk juicht. Even later komt --
echter een boodschapper me>t de tijding
dat grote delen vasi het rijk in op
stand zijn gekomen. En nu vraagt het
volk aan Xerxes de legers weer aan
te voeren. Hij wil niet. hU wil vrede,
maar moet toch.
Met zijn pogen deze moeilijke
boeiende problematiek van de oorlog
tastbaar te makèn, heeft W. P. Ger
ritsen stellig hoog gegrepen. Misschien
wel iets te hoog. want als geheel
vermocht ons het stuk stellig U
boeien, maar niet geheel te overtui
gen. De tekst was vrij vlak, mca:
bevatte ook enkele prachtige frag
menten. Verheugend was het dat de
schrijver zich er niet met een goed
kope oplossing heeft afgemaakt. In
tegendeel. Maar juist de sfeer, waar
in het stuk speelt de humanisti
sche wereld der Oudheid zal ons geen
oplossing van het oorlogsvraagstuk
kunnen geven. In deze humanistische
cultuur is dat immers onmogelijk.
Onder de bezielende regie van Henk
Rigters. die met 120 spelers benevens
een aantal dieren wel een zeer zware
taak had, heeft men het stuk over het
•algemeen goed voor het voetlicht ge
bracht.
Was in het begin de hoofdrolspeler,
J. Th. Kapelle. wat zwak in de loop
an de avond groeide hij naar een
eer aanvaardbare creatie met het slot
an het laatste bedrijf oL als hoogte
punt. De verteller H. W. Both, die
de bedrijven en taferelen inleidde, had
goede dictie. De vrouwelijke
hoofdrolspeelster, mej. E.A.Th, de
Lestrieux Hendrixs, speelde de rol
van de Perzische koningin-moeder uit
stekend. De nar, E. Waivisz, die een
moeilijke maar schone tekst had, speel
de deze op een zeer bevredigende wij
ze. Uit de bijrollen noemen we nog
de goede Thebaan van J. P. Cornelis
en de Spartaanse koning Leonidas,
die door B. Teunissen goed vertolkt
De massaregie leverde wel eens
moeilijkheden en in het begin kleine
haperingen op. maar als geheel ver
liep de voorstelling vlot. Wel vonden
hem wel eens te statisch.
Maskerade
T~)uizenden mensen stonden na afloop
-L' geduldig in de regen op de komst
de Maskerade te wachten. Inmid
dels werden de Koninklijke gasten op
het rijk maar lelijk versierde stadhuis
door het gemeentebestuur ontvangen.
In een geestige speech bracht burge
meester C. J. A. de Ranitz, die zelf in
Leiden. Nederlands oudste universiteit
gestudeerd heeft, de verhouding tussen
deze en Utrechts universiteit ter spra
ke.
De Prins repliceerde hierop, dat bij
een eventuele hereniging van Europa
Boulogne in Frankrijk, onze oudste
universiteit zou zijn. Dan zal het ech
ter wel te duur zijn, aldus de Prins,
om op een zelfde intensieve wijze als
Boulogne kon-
Vervolgens zagen de Prins en de
Kroonprinses Koningin Juliana
was inmiddels naar Soestdijk ver
trokken de maskerade aan zich
voorbij trekken. Keer op keer stopte
de stoet. het regende nog steeds
en burgemeester De Ranitz hield
trouw een parapluie boven het hoofd
van prinses Beatrix voor de gas
ten en bracht een hulde. Koning
Xerxes zelf bood de prinses een havik
aan en klonk met de Prins. In de
kleurrijke optocht, die de overtocht
van het Perzische leger van de Hel
lespont de tegenwoordige Darda-
nellen voorstelde, liepen tal
dieren mee. Olifanten, een gekooide
leeuw, dromedarissen en kamelen
maakten van het geheel een bont
schouwspel.
Meer dan een uur duurde het i
bijtrekken van de stoet. Het was
kwart over twee toen de Koninklijk)
gasten weer naar huis vertrokken.
Utrechts burgerij en studenten z
het feest tot vroeg in de ochtend
voort.
Melodie en woord
der Ethergolven
DONDERDAG 5 JULI
Een scene- uit het openluchtspel
Xerxes, dat door het Utrechts Stu
dentencorps gisteren werd opge
voerd.
Jezus verzocht om
heen te gaan
De inwoners van Sichar ver
zochten Jezus bij hen te blijven;
en Hij bleef daar twee dagen.
(Joh. 4 40). Maar 't kan ook
anders. Dp Gerasénen drongen er
bij Jezus op aan, dat Hij uit hun
gebied zou weggaan. En Hij ging
weg (Mark. 5 1720). Aan
beide verzoeken werd dus door de
Heiland voldaan.
r zijn geen
grenzen aan Je-
macht. Dat
zien we bij Si
char. Maar ook
lezen we: Hij
deed daar niet
vele krachten
wegens hun on
geloof. (Matth.
13 58). Dus
tóch
De Gerasénen hadden alle reden
om Jezus erg dankbaar te zijn.
Een krankzinnige, die lange tijd
omgeving onveilig had
maakt, was door de Heiland ge
nezen. De man was nu weer ge
kleed en goed bij zijn verstand.
Maar - dit heerlijke wonder had
de Gerasénen tweeduizend zwij
nen gekost. De onreine geest was
uit de man en in de zwijnen
gevaren; de dieren waren van de
helling in zee gestort en verdron
ken. Die eerste kennismaking met
Jezus had dus veel geld gekost.
EEN
WOORD
VOOR
VAN
DAAG
De kerkvervolging in Spanje
..De katholieke bisschoppen in Spanje
>rmen in geen enkel opzicht een hin
derpaal op de weg. die leiden moet
naar vrede tussen Protestanten en
Katholieken - Zij zijn gebonden aan hun
plicht tot tolerantie zo schrijft de
aartsbisschop van Keulen, Joseph kar
dinaal Frings. die tevens voorzitter is
van de Duitse r.k. bisschoppenconfe
rentie. aan de voorzitter van de Raad
der Evangelische Kerk in Duitsland, dr.
O. Dibelius. Dr. Dibelius had in een
schrijven de medewerking van de kar
dinaal verzocht, opdat de Duits Rooms-
katholieken mee zouden protesteren
tegen de kerkvervolging in Spanje.
Over de recente maatregelen tegen
de Protestanten merkt kardinaal Frings
op, dat deze uitsluitend zijn uitgegaan
van de regering en dat geen enkele
kerkelijke instantie daarmee bemoeie-
'5 heeft gehad. Hij wijst voorts op de
rklaring der Spaanse bisschoppen
ar aanleiding van de sluiting van het
Stel je voor, dat die rabbi van
Nazareth nog langer bij hen
bleef
Verschrikkelijke houding van
deze mensen vindt u ook niet?
Maar horen, voelen we de aan
klacht? De arbeid van kerk, zen
ding, evangelisatie enz. enz. vraagt
ons gebed, maar ook ons geld. En
onze bereidheid tot offeren ver
tolkt onze bede of Jezus bij ons
blijven wil öf demonstreert ons
verzoek of Hij maar van ons wil
heengaan
V.U.-dagen te Haarlem
VANDAAG en morgen
worden op verschillende
plaatsen in Haarlem de
V.U.-dagen 1956 gehouden.
De eerste dag was voorna
melijk gewijd aan drie refe
raten, die reeds van tevo
ren in druk verschenen wa
ren en vandaag uitvoerig
werden besproken. Referen
ten waren prof. mr. P. J.
Verdam te Amsterdam, dr.
H. M. Matter te Rotterdam
en dr. A. C. Drogendijk te
Dordrecht, die resp. behan
delden het onderwerp: Toe
passing en bestudering
van Mozaisch recht in de
loop der eeuwen, Enkele on
opgeloste problemen in Ro-
De drie onderwerpen op
de eerste V.U.-dag
v.. yu De keer
zijde van de sociale verze
keringswetten.
Prof. Verdam sneed in
zijn referaat de moderne
Bijbelcritiek aan en zag de
ze als een verscherping van
de historische studie van
het Mozaisch recht, een
studie, zich vooral bewe
gen gaat in rechtsvergelij
kende richting. Zo heeft de
jongste ontwikkeling op het
gebied der antieke rechts
geschiedenis met nadruk
naar voren gebracht, hoe
ver onze begripsmogelijk
heid van deze oude rechts
stelsels en dus ook van het
Mozaisch recht verwijderd
is en hoe voorzichtig men
met beweringen over oude
rechtsstelsels moet zijn. Dit
inzicht maakt de studie van
het Mozaisch recht welis
waar eerder moeilijker dan
gemakkelijker, maar. teza
men met de rechtvergelij-
kende methode bevordert
het het verstaan van de
diepe betekenis van het
recht in het Oude Testa-
EEN VAN de onopgeloste
problemen uit de Ro
meinenbrief, die dr. H. M.
Matter aan de orde stelde.
Is de kwestie algemene of
bijzondere genade, naar
aanleiding van Romeinen
2: 4 (Of veracht gij de rijk
dom Zijner goedertieren-
lield en verdraagzaamheid
en lankmoedigheid, niet we
tende, dat de goedertieren
heid Gods U tot bekering
leidt? St. Vert.).
Hier kan geen tweedeling
Ingevoerd worden, aldus dr.
Matter, alsof Gods gunstige
gezindheden zich alleen zou
den uitstrekken tot het crea-
tuurlijke in de mens en ni«t
tot het zondige in hem.
Dr. Matter betoogde, dat
Paulus de mens wil aan
spreken en waarmee zou
Paulus dat anders doen dan
met het Evangelie van Je
zus Christus. Deze mens
moet hiernaar luisteren,
moet daar antwoord op ge
ven en hem wordt niet ge
vraagd zich moe te den
ken over de dubbele uitver
kiezing en haar rechtvaar
diging. Paulus wil komen
tot de ..mens", wie hij ook
is, en deze mens wijzen op
de aparte voorrechten, die
hij temidden van zijn zon
den geniet, en aan die
mens. besneden of onbesne
den, heiden of Christen,
zeggen, dat hij deze voor
rechten mag (en moet) zien
als de blijken van godde
lijke goedertierenheid, ver
draagzaamheid en lankmoe
digheid. Hij mag (en moet)
deze dingen, die op zichzelf
ongekwalificeerd en onkwa-
lificeerbaar zijn. interprete
ren als een tot hem persoon
lijk gericht ..ernstig ge
meend" aanbod van Gods
zoekende barmhartigheid in
Christus Niet anders dan
in hoofdstuk 9: 22. Farao is
een ..gebruiksvoorwerp"
van „toorn", en tegelijk
een object van lankmoedig
heid om de eenvoudige re
den. dat Farao subjectief en
existentieel iedere levens
dag en iedere levensgave
en iedere roep tot bekering
had mogen (en moeten) in
terpreteren als klemmende
bewijzen van Gods barm
hartigheid. Moeten we hier
depreciërend spreken van
een „algemene" genade,
wel te onderscheiden van
de „zaligmakende" gena
de? We moeten hier alleen,
maar dan ook met volle
klem, spreken van het
Evangelie van Jezus Chris
tus, een kracht Gods tot za
ligheid. In Romeinen 2 4
is niets beschouwend en con
structief en raisonnerend,
maar alles voor honderd
procent soteriologisch.
MEER van maatschappe
lijke aard was het
referaat van dr. Drogen
dijk, die de nadelen liet
zien van de sociale verze
keringswetten. In de eerste
plaats noemde hij de vlucht
in de ziekte. De patiënt
grijpt geheel onbewust de
welkome gelegenheid van
het ongeval aan om zich te
hunnen verzekeren van de
belangstelling, de liefde, de
zorg der omgeving, bm zich
belangrijkheid te verschaf
fen, om zich te wapenen
tegen de noden van de
oude dag, of tegen een ge
voel van afkeer, dat bepaal
de arbeid in een vijandig
gevoelde omgeving oproept.
Ook poogt men zo de moei
lijkheden en spanningen
van elke dag te ontlopen.
Anders zijn de gevallen
weer van hen, die zich na
een ongeluk ziek houden,
omdat zij niet willen wer
ken met het oog op de uit
kering van de verzekerings
wetgeving. Hun kwaal is in
de grond van de zaak een
geldkwestie.
Deze vormen van ziekten
worden samengevat onder
de naam traumatische neu
rose. Dr. Drogendijk was
van mening, dat de wet hier
zeker niet de oorzaak is,
maar wel aanleiding tot
ziekte bij hen, die door een
ziekelijke functie' van het
zenuwstelsel hiertoe van na
ture een aanleg hebben.
Voor eventuele uitkeringen
voor ziekten na ongeval be
ziet de Rijksverzekerings
bank dan ook elk geval af
zonderlijk.
Als maatregelen ter voor
koming van de traumati
sche neurose noemde dr.
Drogendijk morele en gees
telijke verheffing van de fa
brieksarbeider, betere socia
le scholing van het bedrljfs-
kader, nascholing van me
dici en een betere sfeer tus
sen ongevalspatiënten en
controlerend geneesheer.
TN DE TWEEDE plaats
T noemde dr. Drogendijk de
verwennende, verleidende
en gemakzuchtige invloed
van de sociale
gen. In een groot Ameri
kaans industrieel bedrijf
van 40.000 arbeiders steeg
het verzuim na invoering
van een ziekengeldregeling
van 2,6 pet. tot 6.1 pet. per
jaar. Ook is gebleken, dat
hoe beter de getroffen voor
zieningen zijn des te ster
ker het ziekteverzuim toe
neemt. Het veelvuldiger
raadplegen van de arts door
fondspatiënten dan door
particulieren speelt hier een
grote rol. De hoogconjunc
tuur met zijn geringe kans
op ontslag (er is gebrek aan
arbeiders) is tevens debet
meldingen is aan het begin
van de week veel groter dan
aan het eind, omdat men
het vrije weekend niet wil
Voor het platteland geldt
dit alles in mindere mate.
Om in deze toestand wij
ziging te brengen beval
dr. Drogendijk aan uitbrei
ding van d,e medische staf
en dus sneller werken, in
stellen van bedrijfsgenees
kundige diensten, verbete
ring van werkomstandighe
den en ook opvoering van
het moreel door het ver-
verstrekken van een goede
gezinsverzorging.
De slotconclusie was ech
ter, dat sociale zekerheid al
leen dan goed is, indien ze
niet uitsluitend stoelt
op gemeenschapsverant
woordelijkheid. maar ook en
vooral op individuele ver
antwoordelijkheid. Het ge
voel van materiële zeker
heid moet een geestelijke
basis hebben, wil het leiden
tot permanent geluk.
Op deze eerste V.U.-dag
kwamen 's middags de le
den van Vrouwen V.U.-Hulp
in het St. Bavo-gebouw te
Haarlem bijeen onder voor
zitterschap van mevrouw J.
Zwart-de Jong uit Andijk.
Prof. dr. P. Groen hield
tuurwetenschappen vroeger
de Bondt-Le Cointre uit Den
Haag over „Steeds actief
blijven", In de Wilhelmina-
kerk te Amsterdam leidde
ds. G. R. Visser 's avonds
een bidstond.
Circa 300 bezoekers van de
V U -dagen namen daarna
nog deel aan een ontvangst
ten gemeentehuize van Haar-
protestantse seminarie, waarin dezen
uitdrukkelijk elke verantwoordelijkheid
het gebeuren afwijzen.
Spaanse bisschoppen ontkennen
niet het recht der Protestanten om
krachtens hun godsdienstige overtuiging
te leven, aldus kardinaal Frings.
Ook de inbeslagneming van een groot
aantal bijbels (de kardinaal spreekt
van „protestantse" Bijbels) is een rege
ringsmaatregel geweest, gebaseerd op
de cënsuurwet, waartegen de R.-Katho
lieken zelf herhaaldelijk geprotesteerd
hebben Overigens, zo merkt de kardi
naal op, zijn er meer Bijbels in beslag
genomen dan er Protestanten in Spanje
zijn Hieruit heeft de Spaanse regering
blijkbaar de conclusie getrokken, dat
deze Bijbels niet uitsluitend ten behoeve
ar. de P-otestanten bedoeld waren.
Kardinaal Frings besluit zijn schrij
ven met de woorden: De vrede tussen
de godsdiensten is een hoog goed, diz
nog noodzakelijker is geworden door
hun gezamenlijke strijd tegen hei
practische materialisme in ons mid
den en tegen het dialectisch mate
rialisme. Het zou deze vrede dienen,
indien gij, heer bisschop, mede e
bijdragen, dat de beschuldiging
tegen de leidende instanties der kerk
Spanje wordt ingetrokken.
Beroepingsiverk
Beroepen te Papendrecht: C. Vos te
Westbroek; te Amsterdam-West (Sloter-
-Geuzenveld): W. M. Maas te Vlis-
singen.
Aangenomen naar Marrum en Wester-
Nijkerk: K. M. de Bruijn te Nes en
Wierum (Fr.); naar Loosduinen (als
voorganger der veren, voor vrijzinnige
Hervormden): C. A. Schenk te Scheemda,
die binnenkort met emeritaat gaat.
Aanvaard de benoeming tot hulppred.
te Hoornaar: kand. C. Broere te Oegst-
geest, die voor dergelijke benoemingen
te s-Gravenmoer, Langerak, Leerbroek,
Nieuwpoort, Ter Aa en Wilsum bedankte.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Heerjansdam: R. van Ree-
sn te Capelle aan den IJssel; te Alphen
in den Rijn: T. Spilker te Maassluis.
Aangenomen naar Kampen: dr. D. van
Swigchem te Oude en Nieuwe Wetering.
Tweetal te Amsterdam (vac.-P. Veen-
huizen): K. M. R. van der Beek te Arn
hem en W. van der Linden te Rotter
dam-Kralingen.
REMONSTRANTSE BROEDERSCHAP
Beroepen te Leiden: J. Th. Mackenzie
te Doesburg.
Boek VAN DE DAG
Nimboran mag een naam zijn, die
men in een encyclopedie sems niet
vindt, doch desniettemin van interna
tionaal belang. Dit district op 80 km
afstand van Hollandia in Nederlands
Nieuw-Guinea is het terrein van een
plan tot gemeenschapsontwikkeling met
steun van de commissie voor het zuiden
van de Stille Oceaan, hetwelk tot voor-
veeld moet dienen voor de ontwikke
ling van het Zuidzeegebied. Tot voor
enkele jaren was het een afgelegen
land. waar zending en bestuur reeds
tientallen jaren aan het werk waren en
waar de Japanners en Amerikanen
eveneens zijn verschenen. Dr. J.
Baal schreef hierover indertijd
studie. Het is bijzonder belangwekkend,
dat over Nimboran een proefschrift
verschenen met de titel N i m b o r a
tudy of
elo
nt in
i Ne
de heer W. J H Kouwen-
hoven, geboren te Noordwijk, die hier
op vandaag aan de Leidse universiteit
promoveerde, promotor prof. dr. G. W.
Locher. De stellingen wijzen op de
noodzaak om bij ontwikkeling van een
district ook aandacht te geven aan de
naar de steden weggetrokken bevolking,
de onvoldoendheid van een ontwikke
ling, die zich tot het economische be
paalt. Zij betreffen voorts de mechani
satie, het dieet, onttrekking van arbeids
krachten, agrarische wetgeving, hel
Nederlands, de dienstplicht, academi
sche opleiding van bestuursambtenaren
en het tekort aan arbeidskrachten. Het
proefschrift is een uitvoerige studie,
uitgegeven door uitgeverij J. N Voor
hoeve, van 200 bladzijden met 40 pagi
na's bijlagen, woordenlijsten, litera
tuuropgave enz. Na een uitvoerige stu
die betreffende de oorspronkelijke cul
tuur. worden de verschillende aanra
kingen met het westen (zending, be
stuur. Japanners, Amerikanen! enz.
gegeven, met de daaruit voortvloeiende
invloeden en veranderingen, vervolgens
de invoering van het plan en de daarop
volgende ontwikkeling. Ieder, die
Nieuw-Guinea thuis wil raken, ook al
is hij leek. kan in het wetenschappelijk
betoog en materiaal studie maken van
de vele moeilijkheden, de honderden
aspecten, de dikwijls verrassende
ties van een samenleving, die in
raking komt met een volkomen vr
de wereld en die door een moeizame
naar de juiste wegen zoekende arbeid"
moet worden aangepast en opgevoed,
beschermd en weerbaar gemaakt. Tel
kens staat men voor de moeilijkheid
van de innerlijke verwerking, die een
langdurige en niet overhaaste ontwik
keling eist, de kans op verkeerd begrip,
verlangen naar onmiddellijk nut zonde:
vermogen in de toekomst te zien, op
leving van oud bijgeloof in nieuwe
vormen. Dit is slechts een greep uit het
vele, dat dit boek heeft te bieden.
PUZZEL No. 454
Horizontaal: 1 Granietsoort, 6 dieren
verblijf, 8 bevlieging, 11 uitroep, 13 ver
langen, 15 graafgereedschap, 16 plant.
18 telwoord. 20 kleur. 22 zangnoot. 24
stukje. 25 knol. 28 flinke knikker.
Vertikaal: 1 Bediende, 2 kledingstuk,
3 bestaat, 4 naaldtekening. 5 rondhout,
7 koepon stof. 9 rivier, 10 boomschors,
12 buideldier, 14 drinkschaal, 15 li
chaamsdeel van het dier. 17 oudt. bede
laarsgereedschap, 19 kuisheid. 21
rings reglement. 23 slaghout, 26 spil. 27
Chin, maat
Oplossing puzzel no. 453
GLAS. gaas, haas, haat, hart, HARD.
58.
Langer dan zeven jaar had hij niet meer ge
vlogen en alles zou hem dus even stroef afgaan,
maar pas toen hij naar Upavon reed kwam de
verontrustende gedachte bij hem op, dat er toch
altijd nog een kans was dat hij voor de test
zou falen. Hij probeerde dat uit z'n hoofd te zet
ten, maar het lukte hem niet.
Het was vreemd om in grijs flanellen broek
en sportjasje het stenen mess-gebouw binnen te
gaan, terwijl ieder ander zo behaaglijk in uni
form rondliep Hij voelde zich niet op z'n ge
mak, tot hij Joe Cox tegen het lijf liep en de
dikke, genoeglijke Rupert Leigh, die hij in Cran-
well het laatst had gezien, toen Leigh nog eer
ste jaars cadet was.
„Jou zal ik te grazen nemen," zei Leigh drei
gend. „Ik ben hier de maestro van de herha
lingscursus en ik moet jou beoordelen Ik sta er
op dat je beleefd tegen me zult zijn."
Toen was die verraderlijke vrees plotseling
verdwenen. Nu hij weer bij „ouwe vrindjes
was, kon hem niets gebeuren tenzij hij een on
gelooflijke blunder zou begaan.
Na de lunch nam Leigh hem mee naar een
Harvard trainingstoestel yoor gevorderden, dat
op het golvend grasveld stond. Dit was heel wat
anders dan de oude Bulldog, want de Harvard
was een stevige eendekker met zo'n honderd in
strumenten en knoppen in de cockpit, terwijl de
Bulldog er maar 'n stuk of twintig had. Het
toestel bezat allerlei moderne dingen, die hij
nog nooit eerder had meegemaakt: landings-
kleppen, propellor met constante snelheid, in
trekbaar landingsgestel en remmen. Remmen!
Toen hij in de cockpi' klom. bemerkte hij tot
zijn ontsteltenis dat de Harvard vopfremmen
had en dat het voor hem onmogelijk was deze
DAN
C PAUL BRICKHILL
MAAR ZO!
da pilooi zondei
even nauwkeurig en geleidelijk te bedienen als
de roerpedalen. Maar Leigh stelde hem gerust
„Maak je niet bezorgd over die remmen. Die
bedien ik wel. En voor de toekomst hoef je je
helemaal geen zorgen te maken, want de Har
vard is het enige toestel van de luchtmacht dat
nog geen handrem op de stuurknuppel heeft."
Leigh verklaarde hem het instrumentenbord,
klom in de achterste cockpit en startte de mo
tor. „Ik draai eerst een rondje," zei hij, „en
dan probeer jij het maar eens."
Met een aanzwellend, prettig klinkend gebrul
van de Harvard bracht Leigh het toestel de lucht
in, waarbij hij Bader voortdurend uitlegde wat
hij deed. Na de landing taxiede hij naar het
einde van het vliegveld. „Ga je gang maar,"
zei hij toen.
Bader was te zeer op het vliegen geconcen
treerd om er aan te denken dat dit nu het grote
ogenblik was. Hij verrichtte de voorgeschreven
controle in de cockpit, draaide de Harvard op
de wind, gaf gas en toen het toestel brullend
voorwaarts schoot en de staart omhoog kwam,
was er geen spoor van onzekerhf rt aan de koers
te bespeuren De eerste minuten voelde alles een
beetje vreemd aan, maar teen hij een kwartier
terug, werd het laatste beetje onzekerheid
weggevaagd en maakte een onuitsprekelijke
vreugde zich van hem meester. Terwijl Leigh
hem aanwijzingen gaf betreffende spoed, lan
dingsgestel en afremkleppen, draaide hij op de
wind voor de landing. Het toestel was zwaarder
dan hij had gedacht en kwam wat te vroeg
maar hij bracht het met een beetje mee
over de afrastering, om vervolgens voorzichtig
neer te komen, geleidelijk gas wegnemend tot
de toevoer geheel was opgehouden en het toestel
op zijn staart zakte- De Harvard kwam zonder
stoten neer en rolde zonder slingeren verder.
Verrast dat het toestel zo gemakkelijk kon wor
den gevlogen, steeg hij weer op om het volgend
uur nog twee landingen te doen en weer op te
stijgen voor een rol en een loop alvorens opge
wonden te dalen.
Toen ze naar de hangar waren getaxied
uit het toestel klommen, was het eerste wat
Leigh zei: „Die lui lijken wel mal om mij te
vragen of je kunt vliegen! Maar goed, ik zal
te vrind houden en hun aanbevelen je weer
de kudde toe te laten en hier te detacheren voor
een volledige herhalingscursus.
Als een gelukkig mens ging hij naar de Lens-
bury Club terug, maar een wild ongeduld maak
te zich van hem meester toen dagen en daarna
weken voorbij gingen zonder dat hij iets naders
hoorde. Prompt begon hij Stephenson en Hut
chinson het leven weer zuur te maken.
Hij kreeg bericht dsft Harry Day, zijn oude
eskadrille-commandant, niet was teruggekeerd
van een aan zelfmoord grenzende verkennings
vlucht boven Duitsland bij daglicht, en hij was
er diep van onder de indruk.
(WOKÜ1 VERVOLGD)'
J.JET IS geen ongelukkig land, waar
in de degelijke burgerlijkheid nog
in ere is. En nu onze minister-presi
dent dr. Drees morgen zijn 70ste ver
jaardag vieren mag, is het zijn dege
lijke burgerlijkheid, waaraan men als
onwillekeurig het eerste denkt. Ook
daarin is hij een typische Nederlander
en vertegenwoordigt hij ook als
minister-president zijn volk.
Dr. Drees is van jongsaf een over
tuigd socialist geweest en toch heb
ben wij vandaag enige moeite, hem
ons voor te stellen als lid van de
vooroorlogse S.D.A.P. Hij is geen pro
fetisch omhoogrijzende figuur, heeft
zijn partijgenoot ir. Vos van hem ge
tuigd, geen constant drijvende kracht
als Vorrink was, en hij mist de orato
rische gaven die Albarda had.
Het is de degelijke burgerlijkheid,
e ons in hem treft en die op-zichzelf
reeds in staat is. in brede kring ver
trouwen te wekken. Zo iemand, dan
was Drees wel in staat om bij vele
aarzelende en schuchtere Nederlan
ders de schroom voor het socialisme
te overwinnen. Maar dat was dan niet
het revolutionaire socialisme, het was
het revisionistische, weer moeten wij
zeggen: het burgerlijke socialisme van
Drees.
f)IT SOCIALISME heeft vele van
zijn partijgenoten weieens tot on
geduld geprikkeld. Had dit zoeken
naar een compromis, dit wikken en
dit wegen, deze bedachtzaamheid, had
het nog wel iets uitstaande met het
vuur en de geest, die onder de ver
drukten de krachten ontwaken deden?
Drees echter is de man van het
socialisme anno 1956. Drees is de man
n het naoorlogse socialisme. En bij
daarbij de man van het socialisme,
zoals het in staat was, ook in Neder
land velen voor zich te werven.
Drees is een der mannen geworden
van de P.v.d.A., deze merkwaardige
partij, die valt en bestaat bij de gratie
van het compromis, van zoals de
socialist Vos het zelfs eens heeft uit
gedrukt het compromis als uit
gangspunt.
Van dit overwegend burgerlijke
socialisme kon Drees een drager en
voorman zijn. Het waren dezelfde
eigenschappen, die hem gedurende
zovele jaren in staat stelden, de hoge
post te bekleden van minister-presi
dent.
"yERGISSEN wij ons toch niet. Drees
mag dan geen profetisch omhoog-
rijzende figuur zijn, geen constant
drijvende kracht, geen man van grote
oratorische gaven, het was een andere
kwaliteit, die zijn partijgenoot Vos
hem toeschreef, en dit op even goede
gronden als waarop hij hem de an
dere kwaliteiten i ntzegde: Drees heeft
zich in stad, in provincie en in land
betoond een bestuurder bij uitstek,
regent van goeden stempel, wijs,
integer, een man die vertrouwen
vraagt, nadat hij op basis van een
bereikt compromis ook vertrouwen
heeft geschonken.
De man van het compromis, maar
tegelijk de man die zijn mening en
overtuiging vasthoudt. Zijn helaas
ontslapen partijgenoot Vorrink, naar
wie morgen de gedachten van dr.
Drees stellig zullen uitgaan er
verscheen juist dezer dagen bij de
P.v.d.A. een tot weemoed stemmend
herinneringsgeschrift Vorrink heeft
van Droes eens een merkwaardig
woord neergeschreven. Drees, aldus
Vorrink, is „een-mens van bijna Cal
vinistische beginselvastheid".-
Nu zouden wij. ook op zijn 70ste
verjaardag, wanneer men aan goede
wensen gemakkelijk toekomt, Drees
gaarne nog iets meer van het Calvi
nisme toedenken. Maar dat hij er
althans de beginselvastheid mee ge
meen heeft het mag op zijn feest
dag van morgen zeker worden getuigd.
J-JEIVt is het, die wij ons veroorloven
voor morgen onze eerbiedige ge
lukwens aan te bieden. Wij doen dat
als aan een der hoogste gezagsdragers
in den lande, die aanspraak mag ma
ken op onze dank voor de toewijding,
waarmee hij zich, zichzelf niet ont
ziende, aan 's lands belang heeft wil
len geven.
Wij doen dat aan de man, die wij,
hoezeer bij vele gelegenheden een
tegenstander, gaarne beschouwen te
zijn een groot Nederlander, die aan
de herrijzing van land en volk in
deze naoorlogse jaren een zeer be
langrijk aandeel heeft gehad.
Wij doen dat ook aan de man als
mens, een mens die wellicht na dit
bezette leven wel eens uitziet naar
verpozing en naar rust, maar wie het
werk nog op de schouders liggen
blijft.
Hij moge onze goede wensen aan
vaarden. Hij moge het ons in elk
geval ten goede houden, dat wij dit
bescheiden „Dreesitatief" hebben aan
geheven.
In Afrika zijn thans volgens de pause-
Hike congregatie voor de voorberei
ding des (r.k.) geloofs in totaal 44
mlllloen Christenen, in midden-Afrika
ongeveer 40 niillioen en vier mlllloen
in Noord- en Zuld-Afrika. Twee mll
lloen Afrikanen zijn Roomskatholiek,
11 millioen behoren tot de Oosterse
kerken en 114 millioen zjjn protes
tanten, waaronder de congregatie
alles verstaat wat niet Rooms of
Oosters-orthodox is. Verder zyn er 85
millioen Mohammedanen in Afrika
en 80 millioen beidenen, maar het
aantal van de laatsten neemt snel af.