Nieuwbouw heeft aan alle
misère eind gemaakt
Jong Noors meisje kocht een
sloopauto voor f1430
Steek 'n "PIRATE
Leiden zal industriek ern kunnen worden
Dr. H. Brunsting benoemd tot
hoogleraar aan V.U.
M.T.S. IN LEIDEN GEEN
DRINGENDE EIS
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
3
VRIJDAG 1 JUNI 1956
Uitbreiding Praeventieve Geneeskunde
Vandaag geopende vleugel vier
maal zo groot
F AANWEZIGHEID van een groot aantal genodigden, onder wie afge
vaardigden van rijk en gemeente, specialisten op het gebied der ge
zondheidszorg en talrijke medici, is vanmiddag het nieuwe gebouw van
het Nederlands Instituut voor Preventieve Geneeskunde aan de Wasse-
naarseweg te Leiden door minister Suurhof geopend. Het nieuwe gebouw,
dat in feite een vleugel is van het oude, is van zoveel grotere afmetingen,
dat het laatste letterlijk door het eerste is overvleugeld.
Op initiatief van twee Leidse hoog
leraren, prof. dr. E. Gorter en prof. dr.
J. van der Hoeve, werd in 1929 een stich
ting opgericht met als het doel het ont
wikkelen van de preventieve genees
kunde. In de eerste jaren werden enkele
huurpanden in Leiden voor laboratorium
studies benut, doch het eerste werkelijke
instituut dateert van 1941, dat gebouwd
en ingericht werd door het Prophylaxe-
ronds, later Preventiefonds. Door de
voortdurenj.e uitbreiding van het ar
beidsterrein werd het gebouw al gauw te
klein en moest voor een deel elders on
derdak worden gezocht. De bouw van de
nieuwe vleugel, die thans in gereedheid
is gekomen, heeft aan alle misère voor
lange tijd een eind gemaakt,
Het nieuwe gebouw
Wil I
en een indruk hebben van de
uitbreiding, die het oorspronke
lijke gebouw door de hieuwe vleugel
heeft ondergaan, dan bedenke men, dat
de oude vleugel een vloeroppervlak had
van 1150 vierkante meter, tegen 4000
het nieuwe gedeelte. De verhouding ge
bruikte baksteen: 200.000800.000, het aan
tal telefoontoestellen: 1580. Globaal ge
sproken kan men zeggen, dat de nieuwe
vleugel viermaal zo groot is als de oude.
In het oude gebouv. zijn gelijkvloers de
bacteriologie en de kantine gehuisvest,
terwijl op de hogere verdiepingen zich
het auditorium en een expositieruimte
i bevinden. Gelijkvloers in de nieuwe vleu
gel bevinden zich de bibliotheek, de ad
ministratie, vertrekken voor directie
secretariaat en de medische eenheid. Op
de bovenste etage bevinden zich de afde
ling geestelijke gezondheid en het insti-
tuut voor sociale geneeskunde. Apart, op
Ieen meter of twintig afstand, is een ge
luidskamer gebouwd, waar men alle mo
gelijke geluiden, ook wat intensiteit be
treft, kan produceren en bestuderen-
Rede profBurger
In het prachtige nieuwe auditorium,
van allerlei moderne snufjes ls voorz:
I sprak de voorzitter van het Institi
prof. dr. G. C. E. Burger, de welkomst-'
rede uit, waajin hij allereerst dank bra<
aan allen, die het hunne hebben bij;
dragen aan de totstandkoming van 1
nieuwe gebouw. In het bijzonder wend
hij zich tot mevr. Gorter, de weduwe v
een der initiatiefnemers, en mevroi
Remmelts, de echtgenote van de laat:
directeur, die om gezondheidsreden
diet aanwezig kon zijn en aan wie
deze zelfde reden eervol ontslag is v<
Hierna ontwikkelde hij enige gedachten
over het geneeskundig wetenschappelijk
onderzoek in deze tijd en in het algemeen
en op het gebied van de preventieve ge
neeskunde in het bijzonder. Hij
hierbij op de onbegrensdheid van hel
derzoekterein en de begrensdheid
de keuze van onderzoek. Voor een
dèrn geneeskundig wetenschappelijk
6tituut is het noodzaak, dat het uitgerust
is tot het op verantwoorde wijze gebrui
ken van exacte kennis. Om dit te kunnen
doen, is niet alleen gedegen vakkennis
nodig, doch evenzeer een moderne tech
nische uitrusting. Het Instituut is thans
op weg om een personele en materiële
uitrusting te verwerven, die het mogelijk
maak:, op een breed front te opereren.
Het heeft tot taak het wetenschappelijk
onderzoek op het gebied der preventieve
geneeskunde, hetgeen een duidelijke be
grenzing van zijn arbeidsterrein inhoudt.
Ondanks de grote mate van verheu
genis over de uitbreiding van het In
stituut is er ook reden tot zorg. Daar
Is bijvoorbeeld de moeilijkheid om in
de toekomst kundige jonge weten
schappelijke werkers als vaste en tij
delijke medewerkers aan te trekken.
Hiervoor zijn nodig mensen met crea
tieve visie, knobbelaars, specialisten
en breed-geïnteresseerde wetenschaps
mensen. Helaas verloopt echter het
selectieproces voor geneeskundige we
tenschappelijke werkers in ons land
op een voor de geneeskunde bijzonder
onvoordelige manier. Door volslagen
onbekendheid met de mogelijkheden
en perspectieven van de geneeskun
dige research vindt reeds bij de eind-
examinandi der pre-academische scho
len een afroming plaats, die kwalita
tief grotendeels ten nadele van de
geneeskunde uitvalt.
Wil Nederland niet achterblijven op dit
voor ons volksbestaan zo belangrijke ge
bied, dan zullen maatregelen genomen
moeten worden om een betere selectie te
bereiken en tijdens de opleiding de zin
voor wetenschappelijk onderzoek syste
matisch aan te wakkeren.
Hierna hield minister Suurhof zijn ope
ningsrede, waarop wij morgen terugko
men, evenals op de toespraak van de
voorzitter van het Preventiefonds. dr. C
Banning, die na de minister sprak.
Functie van instituut
Vervolgens werd het woord gevoerd
door de waarnemend directeur h.t.. dr. J.
T. Buma, die een uitvoerig overzicht gaf
van de maatschappelijke functie van het
instituut, is het een fabriek, waarin aan
de lopende band pre-fabricated happiness,
in de vorm van gezondheid, wordt ge
maakt? Of, om het met Oscar Wilde te
z«ggen, zijn ze daar bezig met een „ge
deeltelijke realisatie van Utopia's"? Neen.
Het instituut heeft enkele duidelijke op
gaven; die zijn: het beoefenen van een
aantal noodzakelijk geachte wetenschap
ben, het toepassen van deze kennis op
een aantal vraagstukken, de gezondheids
zorg betreffende, en het geven van voor
lichting en onderwijs.
Nadat spr. ten ogenblik had stilge-
staabij het begrip „preventieve genees
kunde" (in tegenstelling met de cura
tieve; de eerste tracht te voorkomen, de
tweede te genezen), gaf hij een overzicht
van de vordering der preventie, voorna
melijk ten opzichte der infectieziekten. De
klinische geneeskunde ontdekte een aan-
lal specifieke uitwendige ziekte-oorzaken,
zoals bacterieën en virussen, tekorten aan
vitaminen en andere voor de gezondheid
onmisbare voedingsstoffen, en voorts al-
ltrlei toxische stoffen in het beroep en
daarbuiten, de preventieve geneeskunde
maakte van deze ontdekkingen gebruik
om zoveel mogelijk ziekten te voorko-
Dr. Buma wees voorts op het grote be
lang der bedrijfsgeneeskunde en schetste
het belang van een diepgaande studie
omtrent de totale situatie, waarin een
ziektebeeld optreedt, en van de ontwik
kelingsgeschiedenis van de stoornissen in
de gezondheid van het zieke individu.
Het instituut mag zich gelukkig prijzen
met een groot aantal specialisten, dat het
in staat stelt tot een brede aanpak der
genoemde vraagstukken. Hij zei in dit
verband, dat het noodzakelijk zal zijn, in
de komende jaren te komen tot een
teamsgewijze aanval op de grote, voor
preventie toegankelijke volksgezondheids-
vraagstukken. Zal diit niet gelukken, dan
zal het ernstig gevaar lopen uiteen te
vallen in een aantal universitaire afda-
Als sluitstuk van de verantwoordelijk
heid van het instituut zag dr. Buma de
realisatiemogelijkheden van zijn arbeid
in de maatschappij, het teruggeven aan
haar van wat het door onderzoek aan mo
gelijkheden meent te zien. Hierbij zal
bredere voorlichting kunnen medewer
ken. Als voorbeeld hiervan sprak dr.
Buma van het komen tot integratie van
de curatief en de preventief werkende or
ganen in een dorpsgemeenschap, een
integratie die in ons land, en ook daar
buiten, nog veel te wensen overlaat.
Soortgelijke taken liggen er binnen het
bedrijfsgeneeskundige werk en op het
gebied van de schoolpsyehologie. Ook het
constructieve werk ter verbetering van
Na de plechtigheid was er gelegen
heid voor de aanwezigen het gehele
gebouw onder deskundige leiding te
bezichtigen, waarbij in de verschillen
de afdelingen talrijke demonstraties
werden gegeven; hierdoor werd een
nog duidelijker beeld verkregen van
de onmisbare arbeid, die het instituut
verricht tot heil van de mensheid.
Daags tevoren was de gehele Neder
landse pers gelegenheid gegeven ken
nis te nemen van het werk van het
Instituut, waarbij eveneens bezichti
ging van het gebouw plaats had,
geïllustreerd met demonstraties.
Onderzoek
Ook bij de officiële opening sprak de
voorzitter van het bestuur, prof. dr. G. C.
Burger uit Eindhoven, die enige ge
dachten ontwikkelde over het geneeskun
dig-wetenschappelijk onderzoek in het al
gemeen, en op het gebied van de preven
tieve geneeskunde in het bijzonder. Minis
ter Suurhoff, die hierna de opening
richtte, had zeer veel waardering
bouw en inrichting van het ndeuwe ge
bouw en sprak in het kort over de bete
kenis der preventie in de geneeskunde.
Hij zag nog een belangrijke taak wegge
legd voor het instituut. Voorts spraken
nog dr. C. Banning, voorzitter van
preventiefonds en de waarnemend direc
teur. dr. J. T. Buma.
Na afloop van de plechtigheid werd het
nieuwe gebouw bezichtigd.
Vrijwilligerskorsp Herv.
Gemeente 35 jaar
Donderdag 7 juni viert het vrijwilligers
korps van de Leidse Hervormde Ge
meente zijn zevende lustrumfeest. 's-Mid-
dags om 3 uur is er in de Burcht een
officiële bijeenkomst, om 6 uur gevolgd
door een maaltijd en om 8 uur door een
feestavond.
vereniging
AGENDA VOOR LEIDEN
Vrijdag
Lakenhal, 8-10 uur: voorbezichtüiging
tentoonstefllldng „Rembrandt ails leermees
ter" voor genodigden.
Schouwburg, 8.15 uur: lustrumopvoe
ring Toneelclub van Vrouwelijke Studen
ten, Marlborough s'en va-t-en guerre.
Ambachtsschool, 7-9 uur: tentoonstel
ling van werkstukken.
Zaterdag
Station, 13.49 u
Oud-Leiden naar Delft.
Ambachtsschool, 24 uur: tentoonstel
ling van werkstukken.
Stationsplein, 2 uur: excursie Kon. Ned.
Natuurhistorische Vereniging naar Nieuw
Leeuwenhorst bij Noordwijk-Binnen.
Station, 2.10 uur: Ned. Ohr.
ging, excursie naar de Seringenberg.
Burcht, half 4: grote openbare vergade
ring van C.-H. jongeren in Zuid-Holland
(zes sprekers).
Rehoboth, half 8: grote openbare
gadering van C.-H. jongeren in Zuid-
Holland, mr. dr. K. de Vries over Chris
ten-zijn in het Nederlandse politieke
Foyer stadsgehoorzaal, 8 uur: toneel
groep Euripides, gezellige avond.
Maandag
Gouda, Haven, half 11: vertrek „Kasteel
Staverden" voor boottocht met Leidse
invaliden.
Stadsgehoorzaal, 8 uur: B.B.-bindings-
Kleine Burcht. 8 uur: club van vogel
liefhebbers „Avibus", filmavond.
Tentoonstellingen
Prentenkabinet, 25 uur: Het Parijs
an Jean Marot (tot 16 Juni)
Atelier wijlen Lode Sengers (Pesthuis
laan 6, 10—6 uur: expositie schilder- en
tekenwerk en grafiek (tot 17 juni).
Boerhaavezalen, Lange Vrouwenkerk
steeg 12, 2—5 en 7—9 uur: Leids Kunst
centrum (tot 9 juni).
Lakenhal, 10—12 en 25 uur: „Rem
brandt als leermeester'* (tot 3 september)
Rijksmuseum voor volkenkunde, 10—12
1 2—5 uur: „Van klei tot pot" (tot 1
oktober).
Nachtdienst apotheken
Apotheek Van Driesum, Mare 110, tel.
20406, en de Zuiderapotheek, Lammeii-
schansweg 4, tel. 23553.
PUZZEL-PROMINENTEN
1. J. M. Huiiseir, Pa-. Hendrikstiraa".
17a, Leidieai; 2. J. F. Vitters, Evert-
senstiraa't 2, AOphen aan den Rijn;
3. C. J. van Duijvenvoorde, Rotter
dams Zeehospiitium, Katwijk aan
Zee.
E. T. I. over industriële ontwikkeling
MAAR HET IS NODIG, ACTIEVE
POLITIEK TE VOEREN
VERSCHENEN is vandaag het rapport „De industriële ontwikkeling van
Leiden", een rapport yan het Economisch-Technologisch Instituut
Zuid-Holland, dat in opdracht van het gemeentebestuur werd opge
steld. In dit rapport wordt gesteld, dat de verhoudingen binnen de rand
stad Holland ertoe leiden, dat aan Leiden zeer duidelijk de taak van
industriekern toevalt.
De vraag doet zich daarbij voor, In
welke richting deze industrialisatie zal
plaats hebben en welke voorzieningen
moeten worden getroflen. Om op deze
vragen een antwoord te vinden wordt
allereerst de ontwikkeling in het verle
den geanalyseerd tegen de achtergrond
van de gang van zaken in het land als
geheel, waarna aan de hand van een
daartoe ingestelde enquête enkele aspec
ten van de huidige positie van de Leids»
industrie nader worden belicht.
Opgemerkt wordt aan de hand van het
historische overzicht, dat de metaalnij
verheid in Leiden tussen 1930 en 1950 tot
de belangrijkste tak van nijverheid is ge
worden, terwijl de voedings- en genot
middelenindustrie en de textielnijverheid
het tweede plan werden verdrongen.
Voor de gehele Leidse agglomeratie kan
Maar hij blijft conservator aan het Rijks
museum van Oudheden te Leiden
DIRECTEUREN van de Vrije Universiteit te Amsterdam hebben benoemd
tot buitengewoon hoogleraar om onderwijs te geven in de klassieke
archeologie en de pre-historie dr. H. Brunsting, conservator van het Rijks
museum van Oudheden te Leiden. Tot dusver bestond aan de Vrije Uni
versiteit deze studiemogelijkheid niet. Archeologie behooit thuis in de fa
culteit der Letteren en Wijsbegeerte.
Dr. H. Brunsting werd op 1 maart
geboren te Bedum als zoon van de heer
A. Brunsting, hoofd der Chr. school te
Bierum, later te Pernis. Hij studeerde
Scheur van dertig centimeter in cilinderblok
Kirsti Begby zit (in Leids hotel)
in de pu t
T/" IRSTI BEGBY, een aardig blond meiske van twintig lentes, zit heel erg
in de put. Vlotte jongelui, die zich erg aardig aan deze jonge en oner
varen Noorse studente voordeden, hebben het bestaan haar voor f 1430 een
gebruikte auto te verkopen, waarvoor nauwelijks nog een sloper belangstel
ling heeft en waarvan de waarde door deskundigen op ten hoogste f 400
wordt geschat. Kirsti heeft de wagen in Leiden gekocht om haar ouders in
Fredrikstad te verrassen, maar de Pontiac 1947 zal wel nooit in Scan
dinavië komen. Want reeds twee dagen na de verkoop weigerde hij verder
alle dienst: het cilinderblok bleek ruim dertig centimeter te zijn gescheurd!
In het Leidse hotel, waar de Noorse
momenteel logeert, hebben we geruime'
tijd met haar over deze zaak gesproken.
In oktober van het vorige,jaar naar. onze
stad gekomen om medicijnen te studeren,
ontmoette zij een twintigjarige vertegen
woordiger, die aan een Amerikaanse gast
dit hotel voor zijn werkgever een
we auto verkocht. Kirsti zou ook wel
graag een goede auto hebben en deze
maand kwam de jongeman weer bij haar
vertelde een vriend te hebben, die
„car" voor haar had. Het meisje was
enthousiast en al maakte de tweedehands
wagen een beetje vreemd geluid tijdens
de proefrit, de heren wuifden alle bezwa-
weg. Nadat nog een tochtje was ge
maakt, werd tot de koop besloten en
Kirsti kwam over de brug
De verkoper gin? tevreden met het
geld op zak naar huis, maar het
Noorse meisje bleef met de brokken
zitten. Reeds na een paar dagen was
namelijk geen beweging meer in haar
nieuw verworven bezit te krijgen. De
verkoper en zijn vriend werden er bij
geroepen. Die beweerden evenwel, dat
er vrijwel niets met de wagen aan de
hand was en dat slechts voor een
nieuwe „pakking" moest worden ge
zorgd. De kosten hiervan zouden nau
welijks een tientje bedragen.
En toen
scheurde cilinderblok met een of ander
chemisch produkt was gerepareerd. Een
dergelijke reparatie is in de regel maar
tijdelijk en dient In noodgevallen om de
automobilist in staat te stellen bij panne
zonder dadelijk grote kosten zijn be
stemming nog te kunnen bereiken. Of en
hoeverre de verkoper en zijn vriend
i het gebrek aan de wagen op de hoog-
zijn geweest, is thans nog niet te be
oordelen. Maar wel staat vast, dat her
kan de als deugdelijk verkochte Pon
tiac op zijn minst een dikke f 500 zal gaan
kosten, zodat het Noorse meisje ruim
f 1800 zal moeten betalen alvorens zij
profijt kan trekken van de auto, waarvan
de werkelijke verkoopwaarde slechts één-
vierde deel van deze som bedïteagt.
Kirsti heeft natuurlijk onverstan-
dig gehandeld. Zij is niet voorzichtig
geweest en volkomen afgegaan op
haar eerste indrukken van de Pon
tiac. Het meisje ziet nu wél in, dat
het onverantwoord is zomaar op
eigen houtje een auto te kopen, voor
al daar zij helemaal geen verstand
van motoren heeft en zelfs niet eens
kan autorijden. Nadat het kalf was
verdronken, werd de A.N.W.B. inge
schakeld, die voorlopig weinig an
ders kon doen dan de Noorse te wij
zen op zijn expertise-dienst. Had zij
die voor de aankoop van de wagen
ingeschakeld, dan zou ze tijdig voor
alle mankementen zijn gewaar
schuwd en was ook de werkelijke
handelswaarde van de Pontiac be
kend geworden.
Dure les
Helaas is deze dure les nodig geweest
om een buitenlands meisje dit alles bij te
brengen. De verkoper voelt er niets voor
het teveel betaalde geld terug te betalen,
ook al worden momenteel pogingen in het
werk gesteld, hem daartoe te dwingen.
Kirsti Begby is namelijk nog minderjarig
en op haar verzoek kan de verkoopover
eenkomst daarom n'etig worden ver
klaard. Of het geld nog aanwezig is en
ooit weer bij haar zal terugkomen is even
wel een vraag, waarmee het in de fuik
gelopen Noorse meisje nog wel geruime
tijd bezig zal zijn
het Marnixgymnasium in Rotterdam
later aan de Vrije Universiteit te Am
sterdam, en wel klassieke letteren. Op
7 juli 1937 promoveerde hij bij prof. dr.
G. A. S. Snijder op'een proefschrift, ge-
Een zeer opvallende conclusie ls,
dat in de Leidse industrie, ondanks
de verdergaande industrialisatie van
ons land, in de afgelopen vjjf jaar
geen uitbreiding van de werkgelegen
heid heeft plaats gehad. De plaatse
lijke industrie heeft van 1950 op 1951
een ernstige teruggang doorgemaakt,
die eerst na oktober 1952 gedeeltelijk
ongedaan ls gemaakt. Bij de metaal
nijverheid ziet men een gestage groei
over de gehele periode, bij de textiel
nijverheid daarentegen een sterke
teruggang van 1950 op 1951 en daarna
een licht herstel.
De toeneming van het aantal personen
werkzaam in de Leidse industrie bleef
zowel in de periode 1900 tot 1930 als in
de jaren 1930—1950 vrij aanzienlijk bij
het landsgemiddelde ten achter. Dit ach
terblijven werd voor een belangrijk deel
veroorzaakt door een ongunstige gang
van zaken bij de textielindustrie en door
de omstandigheid, dat de grafische In
dustrie en de voedings- en genotmiddelen-
Industrie, die slechts langzaam in perso
neelsaantal toenemen, in Leiden een
langrijke plaats innemen. De huidige
beidstekorten zijn met uitzondering
van de metaalnijverheid ontstaan
enerzijds door conjuncturele oorzaken,
:ijds doordat een deel der arbeids
krachten is afgevloeid naar buiten Leiden.
De samenstellers van het rapport zijn
in mening, dat Leiden nog aan verschil
lende bedrijven van metaalnijverheid een
plaats zal kunnen bieden. Voor een te
sterke ontwikkeling van de industrie in
bepaalde richting behoeft men niet
beducht te zijn.
Leiden zal in de eerstvolgende jaren
niet aan een extra vraag naar vrouwen
meisjes voor fabrieksarbeid kunnen
voldoen, zodat vestiging van voedings-
genotmiddelenbedrijven en kleding- en
textielindustrie alleen op langere termijn
kan worden aanbevolen. Onze stad zit de
laatste jaren met. een vertrekoverschot.
Zou dit zich doorzetten, dan is de toe
neming van de beroepsbevolking aan
merkelijk minder dan wel wojdt aange
geven.
Actieve politiek
Eén van de voornaamste gevolgtrekkin
gen waartoe de analyse van de huidige
structuur van de Leidse industrie en haar
ontwikkeling in het verleden heeft ge
voerd, ls, dat het noodzakelijk zal zijn in
de toekomst een actieve industrialisatie-
politiek te voeren, wil Lelden zijn taak
ten aanzien van de uitbreiding van de in
dustriële werkgelegenheid In ons land
Kirsti Begby bij haar Pontiac, die er van buiten nogal gaaf. uitziet,
maar een lelijke inwendige wond heeft: een scheur van ruim dertig
centimeter in het cilinderblok.
Foto N. van der Horst.
iteld „Het grafveld onder Hees bij Nij-
ïegen, een bijdrage tot de kennis van
llpia Noviomagus''. Voorts studeerde dr.
Brunsting nog aan de universiteiten van
Groningen en Leiden.
Na zijn promotie was hij eerst assistent
in de stedelijke universiteit van Amster
dam bij de klassieke archeologie (Allard
Piersonstichting). Van 1 maart 1938 tot 1
maart 1946 was hij assistent, later conser
vator bij prof. Van Giffen aan de Gro
ningse universiteit. Sinds die laatste
datum is dr. Brunsting als conservator
verbonden aan het Rijksmuseum ven Oud
heden in Leiden voor de Nederlandse en
pre-historische afdeling.
Dr. Brunsting maakte verscheidene stu
diereizen naar Italië en Griekenland en
werkte mee aan opgravingen in Grieken
land en op Kreta, alsmede aan opgravin-
in de meeste Nederlandse pro-
es. Hij is lid van enige wetenschap
pelijke genootschappen en heeft een groot
aantal publikaties in tijdschriften op zijn
Dr. Brunsting hoopt zijn ambt in het
ajaar te aanvaarden, maar hij blijft
-gelijk conservator in Leiden.
Burgerlijke stand van
Leiden
GEBORENrLeonard A. zn v H. H. L.
Roos van Raadshoven en J. C. Monfls;
Jacobus A. zn v J. T. Tiims en P. M. v. d.
G^er; Jacoba A. dr v C. Snoep en P. J
den Herder; Hendrik A. zn v J. C. d»
Vogel en A A. van Egmond.
ONDERTROUWD: G. H. Struik en A.
M. Bonda; J. F. M. Jonigmans en M. A. T.
Bergers; B. W. Piket en M. A. de Boer;
B. van Vliet en M. Wlllemsen; P. Kuiper
en J. J. Nieboer; H. Selier en E. Bouman;
H. R. van Os en A. C. M. Cornellsee;
A. F. 3'. Knul en J. Ligt voet; H Heus en
J. C. Selier; P. de Water en E. M. Koe
voet; H. Gobtmer en C. J. Meijere; C. P
Rozier en A. G. M. Mooij.
OVERLEDEN: T. Pijnnaken, wed. van
Da Gunst, 81 jr.
naar behoren kunnen vervullen. Voor
een snellere ontwikkeling In de toekomst
zal aantrekking van nieuwe bedrijven
essentieel zijn.
De industrialisatie van Nederland in de
komende jaren zal zeer sterk georiën
teerd zijn op de metaalnijverheid, waar
naast ook in de kleding- en de voedings-
en genotmiddelenindustrie de werkge
legenheid aanzienlijk kan toenemen.
Hoewel ook de chemische Industrie naar
alle waarschijnlijkheid een sterke uitbrei
ding zal ondergaan, zijn hiermede in ab
solute zin slechts betrekkelijk weinig per
il betrokken,
aanwas van het arbeidsaanbod In de
Industriële sector kan. globaal genomen,
tot 1970 worden gesteld op 3500. waar-
rvan is uitgegaan, dat in Leiden geen
vertrekoverschot zal optreden en dat de
Leidse industrie ook een deel van het ar-
beidsoverschot van de bevolking uit de
omgeving tot zich zal trekken.
Teneinde het gestelde doel te bereiken
ïl, naast hetgeen thans nog aanwezig is,
bruto ca. 30 ha aan industrieterrein in
gereedheid moeten worden gebracht. Ge
zien de omstandigheid, dat een aantal be
staande bedrijven ln oude panden is ge
vestigd, zal wellicht een deel van dit ter
rein bestemd moeten worden voor over
plaatsing van deze ondernemingen.
De belangstelling: In Leiden en in
de omgeving van deze stad voor de
verschillende vormen van technisch
onderwijs moet zowel ten opzichte
van het gemiddelde voor de gehele
provincie als in vergelijking met an
dere industriegebieden als te gering
worden beschouwd. Aangezien mag
worden aangenomen, dat ook ln de
toekomst de eisen, welke aan de soort
van geschooldheid der Industriële ar
beidskrachten worden gesteld, zeker
niet zullen afnemen, verdient dit
vraagstuk de grootst mogelijke aan
dacht
Conclusies
Op grond van de verwachtingen vpor
het land als geheel, alsook van de huidige
structuur van de Leidse Industrie, kwam
het E.T.I. van onze stad tot de volgende
conclusies betreffende de richting van de
toekomstige industrialisatie'
ondanks de reeds bestaande concen
tratie in de metaalnijverheid lenen
enkele sectoren van deze bedrijfs-
klasse zich zeer goed voor uitbrei
ding, zoals de elektrotechnische in
dustrie, de transportmiddelenindus
trie en de fijnmechanische industrie;
voorts bieden de kleding- en de
voedings- en genotmiddelenindustrie
goede mogelijkheden. Voorzover ech
ter deze bedrijven in belangrijke
mate een beroep zouden doen op de
vrouwelijke arbeidsmarkt, moet met
de aantrekking der bedrijven in de
eerstkomende 8 10 jaar grote voor
zichtigheid worden betracht;
ook in andere sectoren, onder andere
die van de chemische en de hout-
Industrie. kan een uitbreiding van
de werkgelegenheid gerealiseerd
worden, zij het dat de mogelijkheden
hier, kwantitatief gezien, van be
perkter aard zijn.
Rapport van E. T. I.
WENSELIJKHEID ZOU WELLICHT
TE VERDEDIGEN ZIJN
TN OPDRACHT van het gemeentebestuur van Leiden heeft het Econo-
miseh-Technologisch Instituut voor Zuid-Holland een ondenoek in
gesteld naar de behoefte aan een middelbaar technisehe school in Leiden.
Het thans uitgebrachte rapport over dit ondenoek komt tot de conclusie,
M T S. in Leiden geen dringende noodzaak is, maar dat de wense-
iijkheid van vestiging wellicht te verdedigen zou zijn.
Het is enigszins opmerkelijk, zo zegt het
rapport, dat Leiden, ofschoon het een
ter zielental heeft dan verscheidene
dere gemeenten in de randstad Holland
met een uitgesproken industrieel karak
ter, geen M.T.S. heeft, terwijl bijvoor
beeld Dordt en Hilversum er wél een
hebben. Als in het westen van ons land
het aantal M.T.S.'en moet worden uitge
breid, dan dient in de eerste plaats
Leiden te worden gedacht. Leiden is
typische Industriegemeente. De aanwe
zigheid van een M.T.S. zou zonder twijfel
gunstige invloed hebben op het aan-
van middelbare technici in onze stad.
Het spreekt vanzelf, dat de toekomstige
industrialisatie van Leiden hiermee
'lechts gediend zou worden. Niet alleen
zoor Leiden, ook voor de omgeving zou
»en M.T.S. van betekenis zijn. Leiden
heeft nu eenmaal een streekfunctie.
Uit de wenselijkheid komt echter nog
niet de dringende eis naar voren. In een
bijlage van het rapport ls een opstelling
gegeven van het aantal leerlingen, dat
1 januari 1953 middelbaar-technisch
onderwijs volgde, verdeeld over die ge
meenten waaruit een Leidse M.T.S. even
tueel haar leerlingen zou betrekken. Op
dit tijdstip bleken de meeste M.T.S.'ers te
n te Lelden, Wassenaar, Oegstgeest,
Voorschoten, Noordwijk en Alphen aan
den Rijn (te zamen 159 leerlingen of 65
procent van het totaal). De dichtst-bij-
zijnde scholen zijn resp. te Den Haag eD
Haarlem.
De conclusie ls, dat weliswaar de reis
tijden voor het bezoeken van een dezer
scholen wat te lang zijn, maar dat deze
tijden voor een zeer groot deel van de
M.T.S.'ers nog alleszins aanvaardbaar zijn
Verkorting van de reistijd zou wenselijk
zijn, maar hieruit alleen kan een drin
gende noodzaak tot oprichting van een
Leidse M.T.S. niet worden afgeleid.
Concurrentie
In het rapport worden ook de mogelijk
heden voor vestiging nagegaan. Een aan
tal gemeenten zou zich, gezien de reis
tijden. blijven oriënteren op andere
M.T.S.'en. Genoemd worden Woerden,
Rietveld, Zoetermeer en Barwoutswaar-
der. Onder de andere gemeenten Is er een
aantal, dat zich, gezien de reistijd, deels
op de Leidse en deels op andere M.T.S.'en
zou richten, zoals Hillegom. Benthuizen.
Zwammerdam en Nieuwveen.
Op grond van bepaalde berekeningen
zou men in eerste opzet mogen aannemen,
dat een Leidse M.T.S. op een aantal van
ongeveer 260 leerlingen zou kunnen reke
nen. Maar dit aantal is te hoog, le omdat
de gemeenten met een standaard-M.T.S.
(met opleidingen in werktuigbouwkunde,
bouwkunde, weg- en waterbouwkunde en
elektrotechniek) meer M.T.S.'ers afstaan
apn andere M.T.S.-gemeenten dan zij
hieruit aantrekken en omdat ten tweede
niet alle M.T.S.'en kwalitatief gelijkwaar
dig zijn.
Wanneer men veronderstelt, dat te Lei
den een standaard-M T.S. zou worden op
gericht. een school dus zonder specialisa-
n die haar reputatie nog geheel moet
opbouwen, dan valt te verwachten, dat
'an de andere scholen een hevige con-
entie zou ondervinden. Daarom zal
«fen aantal van ongeveer 180 leerlingen
en uiterst maximum moéten worden
beschouwd. Eerst een aanzienlijk groter
aantal leerlingen zou het bestaan van een
M.T.S. te Leiden mogelijk maken.