Mozart heeft Schwetzingen in beweging gebracht Nederland heeft nog pandhuizen drie K77 SNELPON De scheepvaart en de moedertaal SCHWETZINGER FESTSPIELE hij als 7-jarige knaap speelde ging nu zijn opera Waar ONDERWIJZERS EN MILITAIREN KUNNEN RAADSLID WORDEN VVM 9 ZATERDAG 26 HEI 1956 SCHWETZINGEN, mei 1956 TN HET PRONKVOLLE PALEIS van de Keurvorst Carl Theodor van de Pfalz te Schwetzingen (hij Heidelberg) kwam op 18 juli 1763 een vader met twee kinderen om voor de Keurvorst wat muziek te maken. De man heette Leopold Mozart en zijn kinderen waren de 7-jarige Wolfgang en de 12-jarige Nannerl. De rijke, muziekminnende Keurvorst had voor de kin deren van 5 tot 9 uur een muzikale soirée georganiseerd, daar men hem over wonderkinderen had gesproken. Met een doekje over de toetsen mc eerst Wolfgang het cembalo bespelen daarna kon hij, begeleid door zijn zusje, enkele werkjes op de viool uitvoeren. Voor de cembalo kreeg Wolfgang enkele thema's op, waarop hij moest improvise- den. De Keurvorst was zo enthousiast dat hij de jongen met 15 goudguldens beloon de. En vader Leopold schreef later: Kurfürstilichen Herrschaften hatten unbeschreibtoches Vergnügen, und alles geriet in Verwunderung. Meine Kinder habcn ganz Schwetzingen in Bewegung gesetzt!" Men kan zo'n uitlating natuurlijk met wat te veel vadertrots gekruid achten, een feit is, dat de jonge Mozort steeds vol toefde over Schwetzingen sprak en dat vele musici van het keurvorstelijk orkest (het gehele hoforkest woonde de soirée musicale bij) veel over Mozart hebben gesproken. En nu bijna 200 jaar later is Mozart nog steeds een begrip in Schwetamgen. Er is geen keurvorst meer, goudguldens zijn verdwenen, maar het paleis is er nog en ook de naam Mozart. Natuur en kunst stadje met zijn wonderlijk sohoon slotpark en zijn heerlijk rococo-theater Festspiele organiseert. Is het een wonder, dat in dit Mozartjaar het gehele festival min of meer om Mozart en zijn tijd is geconcen treerd. Mozarts muziek hoort hier net zo goed thuis als in Salzburg en wie ziih even al was het maar één dag ver diept in het schone samengaan van i a- tuur en kunst in Schwetzingen, die hoort in gedachten al de sierlijke menuetten van Haydn en Mozart En zo werd dit jaar het hoogtepunt van de Sohwetzinger Festspiele, de op voering van drie Mozart-opera's: „La Finta Semplice", werd door een jongen van 12 jaar. In dit werk herkent men al de latere componist van „Don Giovanni" en van „Cosi fan tutte". Een wonderwerk van een kind. Rococo-zinnelijkheid JJet was niemand minder den de grote A Mozartkenner prof. dr. Bernhard Paumgartner uit Salzburg, die dit werk tijdens de Schwetzimger Festspiele uit bracht. In een prachtige Duitse vertaling en in een verrukkelijke speelse geest heeft hij „La Finta Semplice" uitgevoerd met het orkest van de Camerata Acade mica des Mozarleums Salzburg en met leden van de Weense Staatsopera. Kent men dn Nederland op operagebied slechts een te zwaarwichtige (Krannhals) en een al te lollige Mozart (Krlps), Paum gartner weet de juiste middenweg te be wandelen en weet in het speelse element Dat de broers Cassandro en Polidoro beiden tot over de oren verliefd werden op de Hongaarse Rosina, was volkomen begrijpbaar. De mannelijke helft van de toeschouwers zal dat ook geworden zijn, want zoals Dorothea Siebert zong en speel de als Rosina, was in één woord heerlijk. De bas Alois Peinerstorfer was een prach tige Cassandro en de tenor August Jaresch een zeer komische Polidoro. De kQeine partij van Giacinta werd door Edith Oravez uitnemend gebracht. Jam mer dat deze prachtige stem weinig kan sen kreeg in dit werk. De soubrette Karin Küster was een overrompelend kamer meisje, met naast haar Walter Raninger als een goede Simone. Ten slotte George Maran als een knappe en verliefde Hon gaarse hoofdman. De jeugdopera van Mozart heeft „heel Schyetzinger in be- Keurvorst Carl Theodor, voor wie de 7-jarige Mozart in Schwetzingen de cembalo en de viool moest bespelen in 1763. weging gebracht", om een woord van va der Leopold Mozart te gebruiken. Maar er is nog meer in Schwetzinger. Daarover later. Corn. Basoski (Van c parlementsredactie) Leerkrachten bij het bijzonder en open baar lager en middelbaar onderwijs zul len voortaan lid van de gemeenteraad mogen z(jn. De ministers Bccl en Cals be palen dit in een wetsontwerp, dat zU thans bij de Tweede Kamer hebben inge diend en dat een wijziging beoogt van de gemeentewet en van enige onderwijswet ten. Ongemerkt stapelen de premies zich op tot een grote som, de sleutel die Uw kinderen de wereld opent. Sluit een studie- of uitzetverzekering bij de V.V.M. N.V. VERENIGDE VERZEKERING MAATSCHAPPIJEN I V.V.M.) Maliebaan 50, Utrecht het karakter te bewaren. Hij is de ideah Mozart-interpreet, die "zélf intens geniet maar dit met wijsheid doet. Elk detail uit Mozarts muziek' weet hij op de juif wijze te belichten en nergens zal hij i< muzikaal of geestelijk vertekenen. Nu moet u zich eens even indenken dit ;rrukkelijke werk te horen en be zien in •n even verrukkelijk klein theater, waar in elk detail even verleidelijk is als de „Cosi fan tutite". Naast Salzburg zal ook vrouwtjes in Mozarts opera. De Het prachtige intieme rococo-theater in het slot te Schwetzingen, waar Mozarts opera „La Finta Semplice" werd o.pgevoerd. Schwetzingen - later meer zijn kracht in deze periode moeten zoeken. Hier past geen ^.Fidelio" van Beethoven, geen „Piqué Dame" van Tschaikowsky, geen „Elektra" van chard Strauss. De zgn. Spieloppr hoort hier thuis b.v. een „Telephone" van Me- notti, een „Carmina Bu-ana" van Orff of een „Let us make an oper" van Britten. Nimmer heb ik. naast Salzburg, zoveel vreugde beleefd aan Mozarts muziek als hier in Schwetzingen en nimmer ook zal ik na de opvoering hier de jeugdopera „La Finta Semplice" van Mozart ver geten. Dat dank ik aan Schwetzingen. Het sluwe meisje TF/"as Keurvorst Carl Theodor de Mae- cenas voor Mozart in Schwetzing» i, Keizer Joseph II gaf Mozart de stimulans voor Wenen een opera te schrijven. Dat was in 1768. dus toen Wolfgang nog maar 12 jaar was. Mozart kon er 100 dukaten mee verdienen en als libretto werd ge kozen „La Finta Semplice" van Carlo Goldonl. Het gaat over de list en de sluwheid van de vrouw, die het altijd van de man winnen. Er zijn twee verliefde paren en er is een vrouwtje, dat met twee broers speelt. Natuurlijk blijft de domkop alleen over. De Hongaarse hoofdman Fracasso is verliefd op Donna Giacinta, zijn serge ant Simone op het kamermeisje Ninetta en zijn zuster Rosina speelt twee rijke broeders tegen elkaar uit Don Cassandro en Don Polidoro. Een echte vrolijke, soms ondeugende „commedia dell' arte", door de 12-jarige Mozart met meesterhand neergeschreven. Wel een wonder is hier eigenlijk door deze knaap verricht, hoe geniaal heeft hij hier de typen getekend en de stijl van de Italiaanse opera buffa aangevoeld, deze kostelijk vermengd met de Oosten rijkse sfeer Welk een verrukkelijke s - nes heeft deze opera, al veel vrijer ge componeerd dan hel vorige zangspel „Bastlen und Basbienne". Men kan zich nauwelijks Indenken dat dit geschreven het slot en het park zinnelijkheid van hpt theater past Opletten de boodschap Goed van vertrouwen als U is, let V soms niet op, of U Uw MAÏZENA DU RYE A - die U toch nadrukkelijk vraagt - ook werkelijk krijgt. Ja. thuis, in het gebruik dan merkt U het verschil gauw genoeg. Want er bestaat geen beter bindmiddel voor groenten, soepen en sau sen dan de echte MAÏZENA DURYEA. Niet zonder reden wereldvermaard. Vraag dus niet alleen MAÏZENA DURYEA, maar zie toe dat U het ook krijgt. De naam DURYEA staat op ieder pak. o-hele rr.aal bij dit liefdesspel op het toneel. Ei Paumgarlrer als echte Salzburgei voelt dat meer dan wie ook aan. Hij i: man van het „savoir vivre" en hij weet dat Mozart hierin naast hem 3tond. Een verrukking T1TET KLINKT natuurlijk overdreven ik weet het maar de opvoering was van begin tot eind een verrukking. Naast Paumgartner was dat ook te dan ken aan regisseur Geza Rech en aan de heerlijke rococo-toneelaankleding i Heinz B. Gallée. Maar naast hen t< bovenal aan de zangeressen en zang Mevr. Fatmawati Sukarno De eerste tegenwoordige echtgenote var president Sukarno, mevrouw Fatmawati Sukarno, wil zich laten inschrijven i studente aan de letterkundige faculteit Djakarta. Zij wil En'geils studeren. PROMOTIES DELFT 25 mei Gepromoveerd tot doctor in de technische wetenschap op proefschrift: Het onderzoek van koolwaterstoffen met be hulp van de voortplantingssnelheid van ultra-sonore trillingen ir. H. Geelen. Gepromoveerd tot Furstner, geb te höfischen Minne", cn natuurkunde C nlngen op pi GRONINGEN, 25 ■ijsbegeerte H menoaal op procf- doctor in de wis- >stma, geb. be Gro- „Enige reacties van •aebhy nylverbmcMngen UTRECHT, 25 mei. Gepromoveerd: W B oflee te Bllthoven tot doctor in de lette- :n en wijsbegeerte, op proefschrift „Sad- imsabrahmana-' en <±rs J Linsohoten te Hollandse Rading op proefschrift „Struktur- nalyse der binokularren tiefenwahrneh- nung" (cum laude). Broeksma. Holwerd (Fr AMSTERDAM. G.U25 r GRONINGEN. Geslaagd voor het Antsexa e mej A A C Bossers te I eer F S^K Scholl te Schei J P Scherft t te Leiden. Geslaagd v Franse taai- Haag. C P amer, U.S.A W Vochtelo< De bepaling in de gemeentewet (1851), dat de „onderwijzer van het lager of mid delbaar onderwijs" uitgesloten is van het lidmaatschap van de laad, heeft volgens de ministers in de praktijk tot onlogische konsequenties en dient daarom geschrapt te worden. Zo men al een enkel geval kan construeren, waarin het wenselijk is, dat een raadslid-onderwijzer bij het bij zonder onderwijs zich van medestemmen onthoudt, dan zou dit toch niet voldoende zijn hem daarom het raadslidmaatschap te ontzeggen. Wel zal de onderwijzer aan de bijzondere lagere school voor het bekleden van dit raadslidmaatschap de toestemming van Gedeputeerde Staten behoeven, maar aangenomen mag worden, dat het onder- wijsbelang zich in de regel niet tegen het verlenen daarvan zal verzetten. Voor on derwijzers bij het openbaar onderwijs ligt de zaak iets moeilijker, omdat zij in feite gemeente-ambtenaren zijn, welke categorie de toegang tot de gemeenteraad is ontzegd. De regering heeft echter be sloten voor de leerkrachten bij het open baar onderwijs een uitzondering te maken, ook omdat anders een ongewenste discre pantie zou ontstaan tussen beide groepen an onderwijzend personeel. Behalve de onderwijzer zal voortaan ooi de „krijgsman in werkelijke dienst" lie de gemeenteraad mogen z(jn, evenals remcentc-ambtenaar, die als vrijwil llger, niet als beroep, hulpdiensten ver richt. Deze laatste bepaling heeft betrek king op de vrijwllligeis by de politie e in het algemeen bü de organen der bui gerlüke verdediging. Hun getal groeit nog steeds en da; In de strikte zin van het woord geen gemeente-ambtenaren zijn, zou hun uit sluiting van het raadslidmaatschap ir de praktijk tot grote moeilijkheden kun- leiden. Een novum is ook, dat artsen 'roedvrouwen, met de armenpraktijk belast, geen raadslid mogen zijn. Voor deze groep wordt in de gemeentewet nog uitzondering gemaakt. Deze komt thans te vervallen. n het raadslidmaatschap uitgesloten blijven: hoofden van een departement van neen bestuur, commissarissen van de Koningin in de provincie, leden van Ge deputeerde Staten, griffiers der Staten en ambtenaren, die in dienst der gemeente rbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn Ambtenaren van de burgerlijke stand zijn niet uitgesloten. Nieuwe moeilijkheden om Twaalf Provinciën reorganisatie van het gebouw De Twaalf Provinciën in Rotterdam stuit op nieuwe moeilijkheden. Is het geschil met de onwi'ldige huurders geregeld, thans is tussen de directeur, B. van der Meulen, en de eigenaresse verschd van mening ontstaan over de basis van samenwerking met de middenstand, die zaken in het centrum zal krijgen en over de verbete ringen. die in het gebouw moeten worden aangebracht. Indien de directeur geen bevoegdheid krijgt zijn reorganisatieplannen door voeren, zou een groep middenstanders overwegen een eis tot schadeloosstelling in te dienen tegen de eigenaresse. De reorganisatieplannen zijn sedert maart gereed, doch dreigen thans op nieuw ernstig In gevaar te worden Nazaten der Lombarden aan het uitsterven zijn (Van een onzer verslaggevers) GOED MET OME JAN. Hij is ei, na dood. Het zal misschien nog een jaar of tien aanlopen, maar wat i tien jaren voor iemand, die reeds een rumoerig, veelbesproken leven 1 achter de rug had voordat het buskruit was uitgevonden? De tijd is rijp voor het opmaken van de balans over een periode, die reeds begon in de dagen dat Ome Jan nog een rijke, maar alom geachte Lombard was. In de vijfde eeuw voor Chr. leefden Atjiene al de „trapezites", een soort w selaars en pandhuishouders. Het oude Rome kende reeds de geldhandelaren, bij wie de Romeinen aQles konden verpanden tot slaven, vrouw en kinderen toe Tijdens de kruistochten werden Joodse geldschieters in Europa als ongelovigen vervolgd en soms bij duizenden vërban- of omgebracht. En in het begii 3e eeuw zo vertelt de heer J. Melles ,Het Huys van Leeninge", de geschie- is van de oude lombarden delijke bank van lening te Rotterdam trokken Italiaanse en Joodse geldhande laren mee met de pauselijke afgezanten, bij bisschoppen en abten de kerkelijke schattingen gingen innen. Zo zwaar waren die door de pauzen opgelegde belastingen, dat de bisschoppen en abten er sflechts konden voldoen door de schatten kerken en kloosters te verpanden. Geleidelijk vestigden deze handelaren zich permanent ln de Westerse landen. Lombarden werden ze genoemd. Zij maak ten zich vooral gehaat door hun woeker- methoden. Ze werden herhaaldelijk ver jaagd, maar aangezien zelfs de vorsten geregeld-in geldnood verkeerden, kwamen ook altijd weer terug. Niet zelden a ze zelfs de financiële raadgevers graven en hertogen. Moord in de kerk 'n product van CET A-BE VER Voor zover bekend is, was Utrecht de eerste Nederlandse stad, waar zich lom barden vestigden. Drie van deze geüd- ters kregen in 1260 een toelatings- brief tot het houden van een „leentafel". De eerste vier jaren mochten ze een tarief hebben van86 2/z pot per jaar daarna „slechts" 65 pet, „De houders dezer bisschoppelijke concessie waren u schijnlijk dezelfde „longobardos eau sinos". die in 1268 in de Utrechtse Dom bij het hoogaltaar werden doodgeslagen door een troep rebelse boeren", veronder stelt de heer Melles in zijn boek. Reeds enkele jaren later moet vrijwel elke stad van enige betekenis een lom bardtafel hebben gehad. Arm en rijk kwamen er. in voortdurende geldnood, hun bezittingen belenen. „Het volk" ver pandde kleding en huisgerei, de koop man zijn handelsvoorraden, de edelman en de vorst Juwelen, goud en zulv Moest Prins Willem van Oranje niet all lei juwelen en andere kostbaarheden waarschijnlijk zelfs de keizerskroon van Otto III aan „bankiers" in Frankfort en Antwerpen verpanden om de opstand tegen Alva te kunnen financieren? Zo zijn er. daarvoor en daarna, nog vele oor logen met geld van Lombarden gevoerd. De woekeraars woekerden voort, hoe wel hun gehate bedrijf steeds scherper veroordeeld. Ze leefden als konin- over. En van deze vier wordt er binnen kort nog één opgeheven, want het ge meentebestuur van Utrecht heeft onlangs tot liquidatie van het stedelijk pandhuis besloten. Alleen Amsterdam en Den Haag hebben nog een bank van enige betekenis; ook Haarlem heeft nog een lommerd, waar echter slechts zeer weinig wordt omgezet. En ook deze laatste drie banken zullen eerlang wel verdwijnen, want Ome Jan loopt in ons land op zijn laatste benen. Veel behoefte aan pandbelening is er eigenlük niet meer, vertelde de heer J. W. Segaar, directeur van de Stadskrediet- bank voor roerende zaken (de officiële benaming van de lommerd). „In 1955 had den we nog 84.000 beleningen voor een totaal bedrag van bfjna 3,5 miljoen gul den, maar dat is toch weinig vergeleken met ons topjaar 1913: meer dan VA mil joen beleningen voor ln totaal büna 6 miljoen gulden". Er zal wel omzet blijven zolang pand- belening mogelijk Is. Het gaat ermee als met de snoepwinkel: zo lang ze er zijn zullen er kinderen snoep komen kopen en wie er het er dichtst bij woont het meest. Maar er zijn momenteel zoveel andere mogelijkheden om leningen te slui- of kredieten te krijgen, dat de pand- belening alleen nog werkelijk zin heeft die heel kleine groep van mensen, die op een gegeven moment dringend voor Hebt gij noch geld. noch goed? ga deze deur voorbij. Hebt gij het laatste, en mist gü 't eerstekomt bü mij: Geef pand, ik geef U geld, waar- opi zoude ik U borgen? Of is het niet genoeg, dat gij van 't mijne teert Maar eischt ge uw pand terug; zo dient ge in tijds te zorgen Dat mij mijn hoofdsom, met de renten, wederkeert. Zo help ik U en mij; en toon. aan de onderzoekers Van mijn geheimen, 't graf des eervergeeten woekert. Met deze woorden worden de be zoekers van de Amsterdamse bank van lening verwelkomd. Het nogal onvriendelijke vers, waarvan de tekst in 1740 boven de hoofdingang werd aangebracht, is van de taal geleerde Balthazar Huydecoper en niet van Vondel. zoaQs velen menen. Wel is Joost van den Von del van 1658 tot 1668 suppoost van het Huys van Leentnge geweest. Op 71-jarige leeftijd kreeg hij zijn aanstelling. Salaris: 650 gulden per jaar. Twee lakenkopers stortten de vereiste borgtocht van vierduizend gulden. Op 82-jarige leeftijd werd Vondel „emeritus" verklaard, met behoud van traktement. —weliswaar nog altijd niet te versmaden partijtje sieraden etc. ter waarde van ongeveer 13.000 gulden. Daar is een briljant van 8000 gulden bij. Maar hoofd bankhouder J. J. Weydom heeft in 45 jaar in deze branche wel zoveel kennis ver gaard van alles, wat voor belening in aan merking komt, dat hij zich niet gauw meer vergist. Ook met de „weekbelening" loopt het af en „pakjesgoed" wordt in het geheel niet meer aanvaard. Het pakjesgoed is nog slechts een herinnering aan die zeer trieste tijd, toen het schering en inslag was dat honderden vrouwen geregeld met korte tijd geld nodig hebben, niet vol doende kredietwaardig zijn, maar wel be- schikken over goederen die als pand kun- dienen. Door opheffing van alle ban ken zouden deze mensen misschien in handen van woekeraars worden gejaagd. „Toch willen we ook hier een eind maken, al zal dat zeer geleidelijk zegt de heer Segaar. „Met ee of tien zal het wel bekeken zijn' Gestolen goed De huidige klantenkring van de Amster damse Leenbank varieert nogal. Er zijn gelegenheidskooplui. die tegen Kerstmis en handeltje in kerstbomen of -ver- ieringen op willen zetten; er zijn huis die bij de bakker niets meer gen, staken zich in schulden en ruïneer den ten slotte meestal hun slachtoffers soms ook zichzelf. Maar in 1614 begoi de kentering: de gemeente Amsterdan richtte „tot soulagement der Armen ei de weeringe van alle andere onbehoor licke uioeckerüen" zelf een Hups vai Leeninge op, welk voorbeeld in 1635 door Rotterdam en later ook door andere den werd gevolgd. Toch hebben tc de tweede wereldoorlog naast de ge meentelijke banken nog tal van particu liere pandhuizen bestaan. En daar ging het gewoonlijk minder scrupuleus toe. Als snoepwinkels Men kan iemand aan boord klampen midden in een stad, ver van alle schepen verwijderd en toch heeft natuurlijk de uitdrukking haar ontstaan aan de zeevaart te danken. Ook kan men iemand a f- schepen zonder dat er een schip in de buurt is. Hier ligt echter de samenhang niet zo voor de hand als bij de vorige uitdrukking. Men dient echter te we ten dat afschepen oorspronkelijk betekende goederen inschepen en wegzenden, soms ook werd het van per sonen gebruikt. Men zond dus weg wat men graag kwijt wilde zijn en zo ontstond de tegenwoordige be tekenis. Zo is eveneens het woord aftakelen aan de scheepvaart ontleend. Het betekent: een schip van takelage ontdoen. Het was dus een gedeelte van iets afnemen, het in omvang en belang doen verminderen, vandaar dat men het toepaste op een mens, wiens krachten afnamen. Het tegengestelde woord is toe takelen, dat echter een geheel andere betekenis richting is Ingegaan. Het was oorspronkelijk het schip datgene geven, wat het nodig had om zee te kiezen. De ironie heeft zich van dit woord meester gemaakt en zo werd het iemand geducht afranselen of hem zelfs wonden. Het is merkwaardig dat het woord havenen in betekeniswijziging langs dezelfde lijnen is gegaan. Havenen beduidde namelijk vroeger: ln orde brengen, voorzien van wat men nodig had. Van daar dan ook dat Hooft, die dolgraag elk vreemd woord door een Nederlands wilde vervangen, het woord conciërge door stadhuishavenaar wenste te ver talen Daar ln zijn tijd alleen de stadhuizen con ciërges hadden, gaf het de betekenis van het vreemde woord aardig weer. Het nadeel was. dat het te lang en onhandig voor dagelijks gebruik bleef, waardoor het geen kans heeft gemaakt, evenmin als het woord ver- nufteling dat Hooft voor ingenieur wilde bezigen. het daar thuis. Want eigenlijk is het op zeeschepen de buitennok van de bezaans- of brikzeilsboom door mid del van de dirken in de hoogte halen ook wel de giek ophijsen door middel van de lopende dirk (dit bij bin nenvaartuigen en bij de vissersvloot). Vandaar, even als bij optakelen en optuigen: aankleden, mooi maken. Meer voor de hand ligt de uitdrukking overstuur raken, d.w.z. geheel in de war zijn. Want feitelijk betekent de zegswijze: buiten het stuur zijn, het stuur kwijt zijn. En dit is inderdaad het geval in figuurlijke zin, zodra men overstuur is. Ook de uitdrukking „naar de barrebiesjes gaan (zijn)" zou niet gebruikt worden, indien de zeelieden ze ons niet gebracht hadden In Friesland staat ze ge lijk met om zeep gaan, ln Zeeland gebruikt men ze ook voor dingen, die kapot en dus niet meer van dienst zijn. Eigenlijk moest ze lulden naar Berbice, het land waar de peper groeit. Het Is een deel van Zuid- Amerika dat bekend is om zijn moordend klimaat. En had u ooit gedacht, dat u een zeemansuitdruk king bezigt, wanneer u zegt dat iets hand over hand toeneemt? Toch is dit zo. Men noemt hand over hand hijsen of halen dit niet doen met twee handen gelijk aan het touw, maar terwijl men de handen beurtelings over elkander aan het touw slaat en altijd met één hand daaraan trekt, zodat de beweging ge lijkmatig en gewoonlijk tamelijk vlug voortgang vindt Hieruit volgt de figuurlijke betekenis duidelijk. ooit helder geworden waarom dit nu juist op dronken lieden wordt toegepast? Dit komt zo: Men had vroeger (ln de goede oude tijd der zeilschepen) de gewoonte de zeilen te begieten, wanneer men tegen de wind op moest, ze vingen dan meer wind, zodat het laveren gemakkelijker viel. Daar nu een dronken man ook over de straat laveert, zegi men van hem. dat hij met een nat zeil loopt. Stoett geeft als bewijs hiervoor, dat op een grote drinkhoren van het schippersgilde te Nijmegen stond: Met natte seylen ist goet laveere, Die mij veel drinckt salt oock wel leeren. En nu we toch bij de zeilen zijn aangeland, moeten we tegelijk maar spreken over de uitdrukking: met een opgestreken zeil naar iemand toekomen. Dit betekent: naar iemand gaan om zijn hart eens t« luchten, hem zijn boosheid te laten voelen. Het werd oorspronkelijk gezegd van oorlogssohepen, die de be doeling hadden een ander aan te vallen en dat met volle kracht wilden doen, waarom ze de zeilen op streken. waarschijnlijk een woord dat gevormd is in tegenstelling met strijken (neerlaten). Vroeger dan de 18de eeuw zei men dan ook „met een opgetogen, opgeset, opgehaelt, opgericht, opstaend, staend zeil" naar iemand komen. Wanneer men met zijn zeilen in hun volledige capa citeit bij de vijand was aangekomen, gaf men hem de volle laag. (d.w.z. een gehele rij kanonnen op een oorlogsschip). Deze schoot men dan tegelijk af. Wie thans een ander de volle laag geeft, doet ongeveer hetzelfde: hij geeft hem er van langs, zoveel hij 1I1EN MOET echter niet menen, dat alleen de zeevaart onze taal verrijkte. Ook de vaart op onze rivieren deed daaraan mee. Denk maar eens aan: Langzaam aan, dan breekt de lijn niet. Dit gezegde is ontleend aan de trekschuit, hèt vervoermiddel voordat de spoorwegen hun Intrede deden. Dat kunt u in de „Camera Obscura" op vele bladzijden lezen, inzon derheid in die schone geschiedenis van burgemeester Dlkkerdak, die zijn huisknecht een gunst wou bewij zen door hem buurtschipper te maken. In een tijd dat men duizenden kolen en duizenden geiten moet sparen om het regeringsschip drijvende te houden (mooie beeldspraak!) is er veel zeemanschap nodig om dit te bereiken. Met andere woorden: schipperen is tot een hoge kunst geworden. Een oud spreekwoordenboek zegt- ,,'t Is overgenomen van schippers, die in een hevige storm, of diergelijke ge- vaaren, zich niet stiptelijk binden aan hunnen last brief. maar doen 't geen zij ter behoudenis om dien toestand te raade te worden", 't Kon gisteren ge schreven zijn, afgezien dan van de spelling. Dr. F. C. Dominions op de pof kunnen krijgen zolang ze 1 oude schuld niet aflossen; er zijn m sen, die betere dagen gekend hebben een periode van acuut geldgebrek pro beren te overlappen door geërfde s den te belenen; en zo nu en dan probeert een inbreker, die 's nachts een kraakje heeft gezet, 's morgens in alle vroegte zijn buit aan de bank van lening te slij ten. Dan moet hü wel erg snel Zijn, want de directie krijgt van de recherche ge regeld lijsten van gestolen voorwerpen. Als die lijst er eerder is dan de dief, loopt hij bij Ome Jan prompt tegen de De bank loopt er overigens niet dikwijls in. De grootste schadepost werd haar, omstreeks 1870, bezorgd doorleden van het eigen personeel, die een partij valse edelstenen beleenden. Maar zelfs de slim merds, die een in huurkoop gekochte of radio willen verpanden, komen meestal van een kouwe kermis thuis. Het lijkt zo gemakkelijk: je kunt bij de bank »rs zelfs een valse naam opgeven;! controle is er niet. Maar op huurkoop irdt streng gelet; zo nodig wordt een kwitantie als bewijs voor gehele betaling gevraagd. Zondagse pak De gulden tijd voor de nazaten der lombarden Is voorbij. Het is zeker al weer dertig jaar geleden, dat bij de bank dn Am sterdam een gezant een ambtsketen kwam belenen. Dde ambtsketen is overigens door de gezant teruggekocht, dus de bank had geen strop aan zoals de Rotterdamse lommerd drie eeuwen eerder aan de En gelse kroonjuwelen had. Het leek een voordelig zaakje: Karei I kreeg 400.000 caroli guldens voor een partij parels, diamanten en robijnen, waarvan de waar de op meer dan het dubbele was ge taxeerd. Maar toen Karei I op het schavot B en de bank na veel moeite alle kroonjuwelen had verkocht, bleek de bank ïim 12.000 gulden aan te hebben ver- Kroonjuwelen en ambtsketens worden tegenwoordig niet meer beleend. Het duurste pand, dat momenteel in de klui- zan de Amsterdamse bank ligt, is een een pakje linnengoed naar het pandhuis moesten, omdat hun mannen het weekgeld hadden verbrast. Zelfs gebruikt bedde- goed en lijfgoed werden als pand aanvaard de enige voorwaarde was, dat het eerst gewassen werd. Gewoonte'aelenlngen komen nog wel voor. Er zijn nog steeds vrouwen, die 's maandags het zondagse pak van hun man naar de lommerd komen brengen en het 's zaterdags, als de man zijn weekloon ontvangen heeft, weer inlossen. Vader kan dan het pak 's zondags aan en de volgende dag komt het weer terug bij Ome Jan. De particuliere pandhuizen en de beruchte „leenvrouwen" hebben aan die weekbeleningen schatten gelds ver diend en er menig gezin mee te gronde gericht. Maar ook de weekbelening is een afQopende zaak, nu de bank voor zo'n pak elke week iets minder geeft en be neden drie gulden niet meer befleent. Toeristen als klant Tegenwoordig worden naast nog steeds gebruikelijke dingen als juwelen, snuisterijen, tapijten, serviezen, glaswerk, kleding, huisraad, fototoestellen en schrijfmachines vooral veel horloges en vulpennen beleend. Lauwerkransen blij ken ook een gangbaar artikel te zijn. Zomers neemt steevast het aantal ra diotoestellen en winterjassen toe en nters zijn er nogal wat fietsen bij. In Den Haag hebben handige lieden zelfs de bank van lening een tijd lang als winter stalling voor hun fietsen gebruikt. Dat kwam hun namelijk goedkoper uit dan „gewone" stallingMaar daar is in middels een stokje voor gestoken. Ten slotte: zelfs het toerisme biyict een ron van klanten tc 7.tyn. In de rondvaart bootjes wüst een gids zün „varensgasten" altijd op de fraaie gevel van het ruim eeuwen oude gebouw aan de O.Z. Voorburgwal. Plichtmatig luistert ieder- lan naar het verhaal van de lommerd, eens Vondel heeft gewerkt. En nu er bezoekers, zowel uit binnen- als buitenland, die zich de andere morgen ir nog één ding van herinneren: dat er Amsterdam een pandhuis is. Dat kan i heel belangryke wetenschap *yn, ir Iemand die 's nachts in Mokum zó stap Is geweest, dat hy niet weet hoe hy zyn terugreis moet betalen Tabaksexperiment is mislukt Het tabaksexperiment, dat door de ka- ler van koophandel en fabrieken van Nij megen, met steun van het ministerie van economische zaken ln het Land van Maas 1 Waal werd opgezet, is mislukt. Dit is ten dele te wijten aan onvoldoen- 2 medewerking van c'e verbouwers, die pruimtabak wensten te verbouwen, welke meer gewild is. Men zal trachten het tekort van f 15.000 dat ten laste van de kamer komt, te dekken met een rijkssub- die uit de landbouwfondsen. Britse vissers mogen Rusland dicht naderen Engelse treilers mogen wissen tot op drie mijil van de Russische kusten. Dit Is vastgesteld in een nieuw contract, dat jaar geldig blijft. Voor vissers van andere landen blijft gelden, dal ze op twaalf mijil van het land moeten blijven. nover deze Russische concessie staan volgens de Sowjets geen Britse toezeg- (advertentië) R.R.R. voetenvegers zijn wel doelmatiger R.R.R. Fabrikaat leveren wij in elke maat. In een dag of een paar dagen, dat kunt U Uw collega's vragen. Zend ons de benodigde maten of tekening toe, van de duizend en'één verschillende maten, welke u zou kunnen wensen, deze worden in de R.R.R. Fabriek in een wip gereed gemaakt en verzonden. R.R.R. Industriepark 61 te Wijchen (bij Nijmegen) TELEFOON K 8894—293

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 9