DE REVOLUTIE
Prof. Jansen
„Ik gooide met een asbak
er was een muis minder
DRAAIEND
AAn 6e
RADIOKNOP
P! 1P^
l Miebei bij de massajeugd
s.o.s.
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 12 MEI 1956
stralende mor
gen, toen presi
dent Bandos door
een zacht tikken
op zijn deur
De president Bandos was onrustig, hij wist pas waarom tijdens
merheer Flen, bijna zwevend op de satijnen muil
tjes door het enorme vertrek lopend, bracht op een
zilveren blad een beker chocolademelk en een" be
schuitje. Met een deftig hoofdknikje wenste hij het
staatshoofd van de Republiek Maxtago goedenmorgen
en schoof het blad op het lage ta
feltje naast het bed.
Hoewel dit kleine tafreeltje de
herhaling was van iedere morgen,
voelde president Bandos, dat er „iets"
was. Hij had in de loop der jaren
een fijne intuïtie ontwikkeld voor
stemmingen. De zware strijd, die hem
dit hoge ambt gevoerd had, had
zijn waakzaamheid en realiteitszin
Toen de kamerheer gegaan was,
kleedde de president zich snel aan.
Hij dronk de beker en terwijl hij op
het beschuitje knabbelde, zag hij
zijn leven in snel opeenvolgende
bonte beelden weer voor zich. Daar
was de post van laag spoorwegambte
naar geweest, de strijd op de barri
cade, de vlucht in de berggrotten, het
jarenlange angstige afwachten in een-
aamheid met een handjevol getrou
wen, het intrigespel.
En in het spel der wisselende kan
en had hij het zesde zintuig ont
wikkeld, dat hem menigmaal het
leven gered had; op een wijze als het
wild in het vrije veld op verre af
stand met gespitste oren het naderen
de jager constateert.
Voorhistorisch
Het tafereeltje, dat we in de aanvang beschre
ven, speelde zich bijv. af in het Instituut voor
Infectieziekten, dat verdeeld is in een afdeling
virulogie en een afdeling bacteriologie. Econo
misch gezien is dit wel een der belangrijkste in
stituten van de faculteit, omdat hier immers be
langrijke ziekten als mond- en klauwzeer, pseu-
do-vogelpest e.d. worden bestreden.
De veterinaire faculteit (I)
Bij buitenlandse universiteiten is de
afdeling infectieziekten vaak door een
muur van de overige gebouwen der
veterinaire faculteit gescheiden om
besmetting tegen te gaan. In de eni
ge ingang zijn ondiepe bakken met
een ontsmettingsstof aangebracht,
waar mens en dier doorheen moeten
lopen. In Utrecht is deze afdeling ech
ter ondergebracht in de reeds eerder
genoemde gewezen directeurswoning,
een ruim 250 jaar oud gebouw dat
niet-geïsoleerd midden tussen de an
dere gebouwen staat. Deze woning
werd 43 jaar geleden als tijdelijk
verblijf voor dit instituut aangewe
zen. De tijdelijkheid duurt nog steeds
voort.
Prof. dr. Jac. Jansen, de directeur
van dit instituut, liet ons het gebouw
zien. Aan de eerste eis van steriliteit
in een instituut, waar steeds met ge
vaarlijke smetstoffen gewerkt wordt,
is hier onmogelijk te voldoen. De mu
ren van het oude huis zitten vol
scheuren en barsten. De mu
den er een vrolijk leven en lopen
soms bedrijvig door de directeurska
mer. ,,Kort geleden zag ik weer eer
muis lopen. Ik gooide een asbak naar
het dier toe en ving het precies on
der die bak", zo vertelde de hoogge
leerde.
Het gebouw ligt aan een drukke ver
keersweg en het stadsilawaai is zo
enorm groot, dat rustig werken moeilijk
en examineren bijna onmogelijk is. De
studenten leren belangrijke besmettelij
ke ziekten als mond- en klauwzeer en
pseudo-vogelpest alleen kennen door
middel van films en museumprepara
ten. De stallen kunnen niet voldoende
geïsoleerd worden en het is dan ook
niet verantwoord om dieren, die aan
deze ziekten lijden, op te nemen. Proe
ven met deze dieren kunnen dan ook
niet worden genomen. Proeven met an
dere ziekten mislukken vaak door de
slechte toestand van de stallen, waar
door het ene dier het andere aansteekt.
Vorig jaar nog werden enkele kostbare
koeien en stieren aangetast door mond
en klauwzeer dank zij de ellendige be
huizing.
We zagen een oude keuken met po
reuze en door het vocht aangetaste mu
ren, waarin zeer kostbare instrumenten
stonden opgesteld. In de gang
glazen hokje afgeschoten wa
analyste bezig was een gevaarlijk virus
te enten op eieren. Een w.c. is inge
richt als werkkamer voor een analyst
en zelfs de smerige kelder, waarin
nauwelijks rechtop kan staan, moet als
werkruimte worden benut en herbergt
een instrumentarium, dat misschien
meer waarde heeft dan dit hele verval
len gebouw.
Toch goed werk
dierenartsen, waarvan prof. Jan
sen secretaris-penningmeester is. Dage
lijks komen hier brieven binnen var
vooraanstaande figuren op veterinair
gebied over de hele wereld. Men hoopt
echter maar. dat de briefschrijvers niet
persoonlijk komen!
Het pleit zeer voor de wetenschappe
lijke staf. die onder deze omstandighe
den moet werken, dat hier ondanks dit
alles resultaten werden bereikt, die tot
ver over de grenzen de aandacht trok
ken. Prof. Jansen vond hier het vir,,c
dat de veelbesproken konijnenpest v
wekt. Hier werd het eendenpest-vn
voor het eerst gekweekt en hier werd
het eerste geval van pseudo-vogelpest
in Nederland aangetoond Men laat zich
niet ontmoedigen al valt de kalk uit
muren en plafonds soms in de reageer
buizen. maar men hoopt toch vurig op
verandering.
Hetzelfde geldt voor de Kliniek
Verloskunde en Gynaecologie,
prof. dr. F. C. van der Kaay de scep
ter zwaait. Dit is de grootste, maar
ook de slechtst behuisde kliniek op dit
gebied in heel Europa. In het afgelo
pen cursusjaar werden hier 1916 gynae
cologische „patiënten" behandeld,
van er 459 geopereerd moesten worden.
Verder werden 1181 bevallingen
richt, grotendeels bij koeien, waarbij
160 keer operatief moest worden inge-
^Koeien, paarden en andere huisdieren
uit het hele land worden naar deze kli
niek gezonden als bij een bevalling
moeilijkheden te verwachten zijn, die
door de dierenarts ter plaatse niet kun
nen worden opgelost. Ook heeft men
nog een ambulantoire kliniek, die bin
nen een straal van 10 km rond de stad
Utrecht de patiënten „aan huis" behan
delt.
Verier is aan de kliniek een groot
station voor kunstmatige inseminatie
verbonden, dat het toezicht heeft over
de K.I.-dienst van elf boerenorganisatues
op dit gebied en op het stierenstation
deze organisaties te Zeist. Door de
studenten worden voor drie dezer ver
enigingen de inseminaties verricht.
Een aardige bijzonderheid is, dat
in de kliniek sperma wordt bewaard
bij een temperatuur van 79 graden
onder nul, zodat het nu al een jaar
goed gebleven is. Uitstekende stie
ren, die thans zelf al maandenlang
Enige tijd geleden is de minister
van Onderwijs persoonlijk een kijk
je komen nemen en ongetwijfeld is
hij bij dat bezoek wel meer dan
overtuigd van de noodzaak van een
spoedige en grondige aanpak van het
behuizingsprobleem. Het is te hopen,
dat minister Cals zijn collega van
Financiën ode van deze noodzake
lijkheid weet te overtuigen. In de
hierboven genoemde instituten kan
de toestand zo niet lang meer blij
ven voortduren, zonder dat het on
derwijs en het wetenschappelijk
werk ernstig wordt geschaad. Met
plannen noch met nota's is hier iets
te bereiken, slechts met specie en
metselsteen komt men hier uit de
En ondanks de massale toejuichingen
van het volk, ondanks de buigende en
dikwijls zalvende hoogwaardigheidsbe
kleders om hem heen, de milde regen
van onderscheidingen op gezette tijden,
de snelle toename van standbeelden op
allerlei pleinen, was deze fijne besna
ring blijven bestaan. De president liep
langzaam naar een der hoge vensters
en keek naar buiten. De stad bood een
vredig beeld en de blaüwige bergketen
de Quellas in de verte scheen
rust meer dan ooit te accentueren. Wat
ook kunnen zijn?
sche toestand was in evenwicht; de ge
nationaliseerde goud- en diamantmijnen
brachten rijke vondsten, terwijl de be
lastingen (vooral de accijnzen) onlangs
nog verlaagd waren. Er waren bespre
kingen met deputaties uit het volk en
met iedere wens werd rekening gehou
den. Zelfs de kleinsten hadden thans een
ardig bestaan zo goed had-
het nog nooit gehad. De presi
dent nam een kleine Manilla uit een
zilveren kokertje en kneep de igen half
dicht. Of zou hij zich toch vergissen'
Was dit misschien de zelfgenoegzame
redenering van een man, die ergens
blind voor was zonder het te weten?
Hij huiverde even, want hij voelde
zich onbehaaglijk hij had vanmor
gen eigenlijk ook maar weinig zin om
aan het werk te gaan. Zonder zich
scherp te realiseren, waarom hij het
deed, liep hij naar de toilettafel
de handspiegel bekeek twij
felend en speurend het eigen
gelaat met de korte volle ring
baard. De donkere ogen ston
den helder, maar toch de
wangen hadden weinig bloed
De president ging terug naar zijn
slaapvertrek en dacht na. Dit was een
hoogst vervelende geschiedenis. Hij
deed de deuren op slot en kroop in een
muurkast. Na enige tijd kwam hij er
ging onder het bed liggen.
Toen brak ineens het tumult los; het
paleis was omgeven door een woedende
menigte, wier geschreeuw als een on
stuimige zee tegen de muren sloeg. Er
klonken ontploffingen, schoten. Brekend
glas rinkelde.
Nu floten ook de kogels door de ven
sters van het slaapvertrek en deden
kalk van het plafond pulveren. Daar
lag hij nu onder het bed, bedreigd door
i buitenzinnige en bewapende menig-
iedereen en alles was tegen hem
hij had niet eens een klapperpistool-
GEEN MONOPOLIE MEER
relisw;
r lang-
9 Nu de televisietoestellen
zaam maar zeker dc huiskamers ver
overen, ligt het voor de hand, dat de
radio wat in de verdrukking komt. Men
kan verwachten, dat er minder aan de
radioknop wordt gedra
de televisieprogrammi
ondergaan.
aast de gewone radio komt in vele ge
zinnen de kvjkradio te staan. Dat betekent, I
uitbreiding
dat het in het alger
geda?
tje.
it was het einde dat kon niet
anders.
Maar ze zouden hem niet vinden als
>n lafaard; als een dier, dat angstig
zich in zijn hol verbergt, bevreesd door
de overmacht. Ze zouden hem vinden
als een held en een spotter, als iemand,
die onbevreesd en onschuldig de dood
ingaat. Ze zouden na zijn dood zeggen
ook zijn grootste tegenstanders
dat hij
Dus draaide hij de deuren weei
en nam een stoel. Opnieuw de sigaar
aanstekend, ging hij midden in het ver
trek zitten, forceerde een hautain lach
je op zijn gelaat. Zo zouden ze hem
vinden zó.
Het duurde niet lang.
In de marmeren gang, die toegang
gaf tot dit vertrek, golfde weldra het
lawaai als een lawine dichterbij. Toen
werd de deur krakend opengesmeten.
De president keek naar de -ode. ver
hitte gezichten der rebellen. Voorop
kwam generaal Culcargon, een van
trouwste commandanten.
enigszins
bloedloos. Er was de laatste
tijd ook een vreemde, ondefi
nieerbare pijn in zijn binnen
ste, die nergens een zetel scheen te
hebben, maar toch aanwezig bleef. Zijn
lijfartsen hadden hem zeer serieus on
derzocht en gemeend, dat het „zenu
wen" waren. Dit beschouwde hij bijna
als een belediging, maar hij had toch
de kalmerende middelen van de genees
heren trouw geslikt. Het gaf alles niets
de pijn bleef, even duidelijk, even
merkwaardig als voorheen.
Nu hij de spiegel neerlegde, was het
voelbaarder dan ooit; het leek wel. als
of hij inwendige brandwonden had op
gelopen. Hij zou Paraljos nog eens laten
komen; deze man was dubbel gegra
dueerd en wel de beste diagnosticus
hij was ook eerlijk en speelde niet de
wetende, wanneer hij niets wist.
De president doorkruiste het vertrek
en nam de telefooit Maar de vertrouw
de zoemtoon bleef uit. Na enkele keren
gedraaid te hebben, opende hij de deur,
die toegang gaf tot het vertrek van
kamerheer Flen. Daar was geen mens.
Hm, vreemd hoogst vreemd.
Hij liep daarna door meerdere ver
trekken van zijn paleis, drukte op bel
knoppen, greep naar de telefoons. Maar
alles en iedereen was verdwenen Be
halve portier Entil deze zat met een
nuchter gezicht in zijn loge en kauwde
een boterham.
„Wat is er aan de hand?" snauwde
de president hem aan.
Entil at eerst zijn mond leeg en zei
toen: „Mijnheer de president. Er is re
volutie."
„Alweer?"
„Ja."
„Waar is mijn lijfwacht? Waar zijn
„Weg mijnheer. Allemaal weg."
„En mijn leger?"
„Ook weg, mijnheer."
ben jij er dan nog?"
r moet ik heen? Ik ben
een nota v«
cfaap iStigter*
Er steeg een vreugdegeloei op. Daar
zat hij eindelijk. Men was al bang,
dat Bandos tijdig onraad had bemerkt
en gevlucht was.
Culcargon draaide zich om en stak
beide handen omhoog.
„Niets doen. Hij kan ons ni
ontgaan. Even kalm blijven," riep hij
met stemverheffing.
Langzaam liep Culcargon naar voren
en bleef met de handen in de zij voor
de president staan.
„U ziet, mijnheer Bandos hier is
geen uitweg meer. We hebben de macht
in handen. De radiostations en sleutel
posities zijn allen bezet. We zullen het
kort maken Maar vooraf wil ik mijn
grote hart tonen: Hebt ge nog een
wens? Kan ik nog iets voor u doen?
Ge zult niet met het besef de dood in
gaan, met beestmensen te doen gehad
hebben. Een goed maal, een fles
wijn noem maar op."
De president dacht na.
Toen zei hij: „Ik verlang niets mate
rieels meer, want dit zou me wellicht
niet meer zo smaken. Maar ik wens iets
anders."
„En dat is?" vroeg Culcargon hautain.
„Het is een vraag."
„Oh zo. Nu, dat is toegestaan."
„Zeg mij," aldus de president, „zeg
mij waarom deze revolutie?"
Culcargon barstte in lachen uit.
Toen draaide hij zich om en zei met
een zwaaiende arm achteruit op de re
bellen wijzend: „Zij allen, die hier zijn,
kunnen het u stuk voor stuk vertellen.
Zeg vrienden, vertelt u het de president
waarom deze revolutie?"
Men keek elkaar aan en toen Culcar
gon zijn vraag herhaalde, ontstond er
een onbeschrijflijke verwarring, want
niemand wist het antwoord. De onzeker
heid sloeg ook op de commandant over
en eindelijk bracht hij er moeilijk uit:
„President het was zulk mooi weer.,
echt weer voor een revolutie."
Toen de rebellen schaamtevol afge
trokken waren, trok president Bandos
zich in zijn werkkamer terug en weende
bitter. Want nu wist hij ook. wat die
geheimzinnige pijn in zijn binnenste
was: het was het leed om niet meer
te kunnen revolteren om president te
worden, omdat hij al president
opolie van de radio. Maar boven
dien zal by de meeste programma's de
knop van het televisietoestel meer in
trek z;jn dan de radioknop.
EIGEN FUNCTIE
Correspondentie betreffende deze
rubriek aan de heer W. Jurg,
Jan Luykenlaan 12, Den Haag.
Na de onderbreking van de vorige
keer gaan we nu verder met de
zeventiende serie van de ladderwed
strijd. De hier volgende problemen
doen in schoonheid en in moeilijkheid
weinig voor elkaar onder. No. 360
staat echter op de laatste plaats om
dat dit vraagstuk op een kort eind
spel dam plus schijf tegen drie
schijven uitloopt, dat moet worden
aangegeven, zodat het voor de B-klas-
sers wellicht minder geschikt is. Toch
proberen!
Voor de beginners hebben we van de
veelzijdige v. Prooijen ook nog wat in
't vet voor de naaste toekomst. De
motiefbewerking van v. Meggelen en
Schrijer in no. 358 is wel bizonder fraai.
Het middelste vraagstuk van Pranger
is wel meer ingewikkeld en karakte
ristiek voor de auteur.
Het nieuwe drietal
Zwart: 4,10,13,19,2<
iH ju
m
«i /Aw&
Wrn. ISi
zelfs een smerige kelder
«n nauwelijks rechtop kan
trden benut als werkruim
Uit de
VOLKSWIJK
Wit: 30.31,35,36,38,41.42.45,4®.
No. 35®. B. J. Pranger, Den Haag.
Zwart: 6,9,17/20,25,36,39.
dood zijn, zorgen dus vi
vries-sperma toch nog
voor nakomelingschap.
Welnu, deze zeer belangrijke kliniek
heeft in het gebouw voor administratie
onderzoek geen museum, geen bi
bliotheek, geen kamer voor de staf en
zelfs geen eipen practicum. De college-
NOOIT MEER - OF -
WEER OPNIEUW!
/RAMPEN komen en kampen
gaan. We hebben het eerste
jongenskamp achter de rug
tafel hun vingertjes er by
F een oude krant vond ik een
artikel dat vermeldde hoe de
helft der Nederlandse kinderen
met vacantie hun stad mogelijk
de hoogte steken, maar als je dan zelfs hun straat niet uitkomen,
naar hen kijkt, zitten ze met dat Erg is dat. Moordend voor de
prikvingertje in de lucht peinzend kinderziel, die nooit nieuwe in-
zich uit te staren, en denken drukken opdoet.
verdere uitwijdingen. Hun tegenwoordig vaak
v... w„ °pen zijn dromend in de verte ge-
zitten al weer vrolijk 'met'''twee richt; hun bordje blijft onaange-,
dozijn meisjes opgescheept. In dit roerd; ze zijn als helderzienden -
bijzondere geval zijn die meisjes trance. Als ze eindelijk weer
een stuk jonger dan hun directe hun positieven zijn, kijken ze stom-
voorgangertjes en laat ik het verwonderd rond zich heen, en
daaraan toeschrijven èn aan een zeggen opnieuw „Juhu
zekere groeiende vermoeidheid, J-fET is duidelijk dat de overgang
waar het plotselinge zomerweer van de straat naar het bos
niet onschuldig aan isdat me eigenlijk wel erg ingrijpend is.
de verandering geen verbetering Alleen de beide peuters, die ver
schijnt te zijn. leden jaar óók meegingen reageren ^+"*'0
m rj. De jongens waren druk. Ze positiever. Ze kennen het huis. Ze
J! maakten hahaal Ze zwierven wet y de iingenzoehn ^'Jj'JZlingen volhoud,.
Overal vrijbuiterend rond het moet. Ze treden op als padvind- „a,nr,x __i,
no mrisies daarenteaen Ctortio* en nidsen Daaruit hliikt l00f 00.fc °flt een me"S' dte
hopeloos verouderd en veel te
klein. Tot dusver was er slechts een
zaal. die dienen moest voor operatieka-
practicum, verloskunde en polikli
niek De eigenaars van de patiënten
moesten buiten in weer en wind wach
ten. tot ze aan de beurt waren. Hierin
-dt thans verbetering gebracht door
de aanbouw van een ndeuw gedeelte.
Het Instituut
wat behuizing betreft een aanfluiting
nor een land. dat kort geleden nog tot g
de eerste koloniale mogendheden ter we- 5
reld behoorde. Maar we hebben al ge- c
noeg voorbeelden gegeven. De vraag j*
dringt zich op. of er nu geen plannen
worden gemaakt om aan deze akelige
toestanden een einde te maken. <t
Plannen, plannen
aan plannen heeft het nooit ont- 5
broken. Het curatorium van de univer- 4*
siteit heeft altijd alles gedaan, wat mo- r
gelijk was om tot een goede behuizing
voor deze faculteit te komen. Er waren
gedetailleerde plannen in 1935, in 1939,
in 1949 en in 1952. Het laatste plan was
grootscheeps opgezet en voorzag in een 5
nieuw, modern en voortreffelijk gebou- d
wencomplex voor de gehele faculteit.
De tekeningen van deze toekomstdroom
hangen in de collegezaal van het Insti-
tuut vo
Het ministerie van Wederopbouw had
zelfs haar goedkeuring al aan dit plan
gehecht, maar toen kwam Financiën
weer roet in het eten gooien. Er was
een meningsverschil tussen dit departe-
ment en de universiteit over het aan-
tal studenten, dat in de toekomst te
wachten is. Het fiat kwam niet af 1
nu wacht men maar weer.
heid van de moderne werknemers,
vooral over dit verschijnsel bij de
jonge arbeiders en arbeidsters. In
by dit kamp begin ik dergelijke din
gen beter te begrijpen. Ik zie hoe
de kinderen eigenlijk tenminste
vijf dagen nodig hebben om een
beetje aan hun omgeving te wen
nen. Dan resten er nog ten hoogste
twee dagen om er zich thuis te
voelen. En dan nemen ze voorgoed
afscheid van al dit heerlijks om
Ik ge-
bestaan
kamphuis. De meisjes daarentegen stertjes en gidsen. Daaruit blijkt -
n rustig op het gedweeë af en trouwens meteen dat ze verleden
blijven vlak by honk. En toch jaar ondanks hun schijnbare dro-
LK. unjvtn uiurv ----- JUUI Uiiuuiuvo - -Jaroev
heb je met de jongens veel min- merighèid wel degelijk opgelet jater
een vreemde plek 1
te passen, dat ook op
der 'te stellen dan met dit volg- hebben. Maar daaruit blijkt ook 71. Z:1
zame, zoete stelletje. Ik ben in dat het met kampen is als met
deze dagen het bijbelse begrip paaseieren: één kamp, geen kamp; _,.m. enorme hinten inter, hevtnnn
ÏVZZ. ^srsnsss
hangen gewoon aan je rokken; kampen, echt kamp. Jammer dat ,,,aro,Jh„r„ar
slepen je overal by>' ze vinden Ze nooit van huns levens dagen wor(jen
het nodig je op elk gelegen en aan drie kampen kunnen toekomen,
ongelegen moment hun belevenis- Omdat we daarvoor eerstens zou- fjet ,-s e
sen mee te delen; ze dringen zich den moeten beschikken over een
liefdevol op; ze laten je geen eigen kamphuis en tweedens over
seconde met rust. Als je even meer krachten en geld.
ergens zit uit te blazen, tot in het Zo tussen de meisjes in heb ik
zal kunnen
Het is even over tien als ik dit
schrijf. Zo dadelijk zullen we 24
hummels even moeten opnemen
op alles voorbereid te zijn. Ze
zich be-
dromen
van bossen en zon. Die ze voor
streng verboden domein van de vanmiddag overdacht hoe ik daar zullen Juf fluisteren
opperste stafkamer toe, daar een jaar geleden in deze rubriek hogelijk omdraaien
piept een deur, en kijkt een bleek lansen voor heb proberen
snoetje naar binnen: ,Jehuf?!" breken. En ik heb eens héél wiis het eerst èn voor het laatst in hun
„Juf" voor en „Juf" na. Automa- gezucht. Ik heb gedacht: „We volle glorie zien. Maar hoeveel
tisch gewoon. Het is niet eens moesten een plaat opnemen van
nodig om dan op te letten en be- deze „juf-blatende kinderschaar,
langstellend hun mededelingen af En die plaat moest elke dag voor
te wachten. Waarschijnlijk zijn ze de radio worden gedraaid. Net seriand, of
die dit lezen, gaan
de zomer 'WEER' naar dat pen-
Zwit-
Spanje? NOOIT
die reeds vergeten op hun kruis- zolang totdat slaperig Nederland MEER en WEER daar ligt een
tocht naar Juf toe. Het kan ze wakker geworden is en kamp- afgrond ttissen
overkomen dat ze ,Jufroepen, huizen weggeeft!
5 het 1
ar, dat het radio-
9 Gelukkig i
toestel het veld moet ruimen voor nei
televisietoestel. Want de radio zal haar
typische eigen functie blijven behouden,
haar eigen taak hebben voor de luiste
raar. En de televisie heeft ook haar eigen
haar diensten speciaal tc be
de Iuisi
1 de kyker
1 de kijker zijn
opzicht werken 1
zelfde terrein,
groot belang, dal
In velerlei
visie op het-
de radio zich veel r
GEEN TEKST
Helaas krijg ik de indruk, dat de radio
mensen van de omroepverenigingen dit
nog niet voldoende inzien, en nog niet
voldoende rekening houden met de toe
komstige ontwikkeling.
)m een klein voorbeeld te noemen. In het
nationaal programma werd vorige week
vrijdagavond de herdenkingshymne 1940
—1945 van Oscar van Hemel ter gelegen
heid in de onthulling van het Nationale
Monument uitgezonden. De gedragen j
muziek liet niet na indruk te maken.
Maar voor mij zou deze uitzending af
geweest zijn, als ik ergens in een oraroep-
gids de tekst had aangetroffen van de
verzetspoëzie, waaromheen dit werk is i
gecomponeerd en waarop de bewogen I
muziek van Oscar van Hemel is ge- I
inspireerd. Zo uitgebreid was die tekst i
WINST
9 Een dergelijke kleine nalatigheid zal bij j
de verdere doorvoering van de televisie
steeds meer opvallen.
Zij die meewerken aan de totstandkoming
van de radioprogramma's moeten op hun 1
qui vive zijn. Waar dat mogelijk is, moet
het terrein tussen radio en televise wor- I
den afgebakend. Men dient te weten waar
de radio de televisie kan* aanvullen. I
Nodig is daarom een nieuwe bezinning op
het wezen van de radio. Wanneer dit I
gedaan wordt, zal de komst van de tele
visie zelfs winst kunnen betekenen voor 1
het gehalte van de radioprograma's.
9 In Nederland ia men nog niet op het
idee gekomen om na te gaan of de S.O.S.-
berichten, die geregeld voor de radio
worden omgeroepen veel resultaat hebben.
In Engeland is bijv. bekend, dat 218 keer
is gereageerd op de 445 S.O.S.-berichten,
die in 1955 zijn omgeroepen door de
B.B.C. De Nederlandse Radio Unie heeft j
nu aan de omroepverenigingen gevraagd
de opdrachtgevers van een S.O.S.-bericht
te verzoeken mee te delen wat het rcsul-
DERTIG JAAR V.P.R.O.
9 Tweede Pinksterdag, 21 mei, zal
V.P.R.O. in Rotterdam haar dertigjarig
bestaan vieren. Deze viering begint met
een kerkdienst in de Remonstrantse kerk
te Rotterdam, waarin ds. H. J. Kater, Ned.
Herv. predikant in Amsterdam zal v<
gaan. De dag zal worden besloten i
een jubileummanifestatie in het Aboy-
gebouw. Uitgevoerd wordt dan o.a. de
première van „Het lied van de lever
adem" van Guillaume van der Graft
Anton van der Horst.
R. A. Dio.
Ollllllllllllllllllllllllllllllll
ietóenjubilea
Dé entree van de fiets betekende
hele omwenteling op verkeersgebied. Zo
wel voor utiliteitsdoeleinden als voor
ontspanning werd het rijwiel hoe lan
ger, hoe meer gebruikt.
Zestig jaar geleden verscheen er x
het eerst een motorfiets in de straten
van onze residentie, terwijl in datzelf
de jaar de eerste openbare fietsenberg
plaats werd gebouwd.
Zestig jaar geleden, diss in 1896, werd
het eerste fietsslot gebruikt, teneinde
diefstal te voorkomen.
Voor alle drie luidt de opgave: wit be
gint en wint. Oplossingen binnen drie
weken na plaatsing in te zenden.
Oplossingen
No. 351. (Th. v. Prooyen). Zwart: 8,14,
19 26,29,36,37. Wit: 15,23,27,28,34,35,43,47.
Opl.: 47—42, 35+2, 15—10!!, 2—19, (18—
23 de enige, daar 2631 wordt weerlegd
door 2722, 1914 en als zwart dan op
de lange lijn gaat staan met één der
schijven 31 of 36 volgt 28—22 met winst)
192, 216! Een leuk slot voor rie ee-
routineerden en leerzaam voor de be
ginners.
No. 352 (Hans Rotteveel). Zwart:
7/10,12,15,17.18.22,26. Wit: 20,24,28,32/34;
37/39, 42. 48. Opl.: 28—23. 39—34, 33—28,
3731, 4237, 22+4, 4+8 wint op tempo.
In economisch opzicht laat dit probleem
nog wel wat te wensen over, maar
geheel doet toch niet onaardig aan
de rondslag is wel spectaculair.
No. 353. (B. J. Pranger). Zwart: 8,11,
12.14,18.19.22/24,28,31,35. Wit: 25,26,30,33,
34,37 40 44.47,49. Opl.: 26—21. 21—17,
34—29! 47+7, 7—1, 1+39! 49—44, 36—24.
25+43. Zeldzaam fraai en verrassendl