OHRISTFUJK Tijdgebrek kenmerk van een ontkerstend tijdperk Op dag van de arbeid werd Bijbeldag te Antwerpen gehouden Boek der Ethergolven H. de Mooy voorzitter van Chr. Middenstandsbond Nieuwe sociale wetenschappen 2 WOENSDAG 2 MEI 1956 KANTTEKENING Steeds meerderen trekken naar deze toogdag „Nog zijn wij weinig, maak Gij ons tot velen Met overgave zongen de Vlaamse protestanten 't Vlaamse loflied de jeugd, die de Zendingskerk vulde en de overigen in de geheel bezette Christuskerk, beide in de Bexstraat te Antwerpen. Het werk van het interkerkelijke Bijbeldagcomité wordt zichtbaar gezegend; steeds meerderen komen op ,4e dag van de arbeid" naar deze toogdag; ook vrienden uit het buitenland. Behalve uit Nederland was er ditmaal een groep Württenberger jongeren onder leiding van Pfarrer Schubert, welke met hun zangkoor en fanfare een zeer gewaardeerde medewerking verleende. In de jeugdsamenkomst bepaalde de Gentse godsdienstleraar G. Couvreur zijn gehoor by het onderwerp: „De we reld kijkt naar ons." Laten we de wereld niet willen dwingen om naar ons te kijken door met haar te flirten. Dit is een averechtse evangelisatiemethode, waarbij de grenzen worden uitgewist en wy meer naar de wereld dan zij naar ons zou kijken! Neen, God kijkt naar ons, omdat Hij ons liefheeft. En de wereld zal naar ons kijken, wan neer Christus in ons leeft en Zijn licht door ons in haar duister straalt. Terzelfder tijd bepaalde de Geref. pred. van Hoboken, ds. B. W. Ganze- voort zijn aandachtig gehoor bij „de roeping van de kerk tegenover de reld." De kerk moet niet manusje-' alles willen zijn, doch de mensen bren gen onder hfet Evangeliewoord. En haar leden hebben de roeping leder op zijn post om dit te beleven. Op pakkende wijze beschreef ds. Luteyn, pred. Belg. Evang. Zending Ichtegem, „de roeping van elk gelovige tegenover zijn naaste." Getuigen kun nen wij alleen van wat wij ondervon den hebben; het is zeer persoonlijk. Jezus zendt ons niet om te debatteren of om te theoretiseren, dooh om Zijn ge tuigen te zijn. Hebben wij zo'n getuige nis? Zo ja. berg het dan niet op; zo neen, ga eerst naar Golgotha. In de middagvergadering voerden twee bekende Rotterdammers het woord. Kolonel ds. A. T. W. de Kluis, hoofd- legerpredikant. wees er op. dat Chris tus koos wie Hij wilde. Hoopvol is, dat het initiatief van Hèm uitgaat. Twaalf kiest Hij: het getal van de volheid der gemeente, die de roeping heeft samen de dingen te doen in en door Chris tus. Jezus roept om met Hem te zijn. D.W.Z.: a) Zij moeten Hem zien, die de angel van de angst voor God weg neemt, omdat Hij ons God als Vader doet kennen; b) zij moeten elkander leren zien langs Jezus heen. Dan zien we elkaar heel anders en worden ge meenschap ondanks onze verscheiden heid. Ook de apostelen waren niet allen eender, doch wèl in Christus; moeten onszelf leren zien en hoe wij een dagelijkse vernieuwing be hoeven. Christus roept hen te zenden. Wij het' altijd met veel woc ons christen-zijn. Beroepingswerk NED. HERV. KERK lemsoord, wonènde te Zeist. Benoemd: Tot voorganger Vrijz. Her vormden te Bussum. S. Riemens, laat stelijk pred. te Willemsoord, wonende te Zeist; tot vik. te Creil (N.O.P.), J. v. d. Linde, vik. te Zeist. Tweetal: Te 's-Gravenhage (vac.-dr. W. J. de Wilde), dr. C. P. van Andel te Borne en P. W. Spruyt te Amsterdam. GEREF. KERKEN Beroepen: Te Ee (Fr.), R. J. Bekema te Berkum; te Wetsinge-Sauwerd, K. H. Schuring te Erica. GEREF. GEMEENTEN IN NEDERLAND De bekende arts P. J. F. Dupuis aan, dat „Het moet veranderen in hu welijk en gezin." Het moderne huwelijk is typisch ders dan dat van een halve eeuw gele den. Door de industrialisering (contmu- arbeid) leed het gezin aan functiever lies. School, clubs, een ontspannings industrie (z.g. 2e en 3e milieu) eisen steeds meer plaats. De lichtzijde is. dat het huwelijk nu zijn eigen en eigen lijke functie kan vervullen: wat bete kenen wij als personen voor elkaar? Dringend nodig is een goede sexuele opvoeding; om onze kinderen te helpen bij de keuze van hun levenspartner; om een recht inzicht te geven in de vraag naar de gezinsvorming. Een goea huwelijk is een vorm van evangeliseren, zij het een moeilijke. Hij, die u roept is echter getrouw die het ook doen zal. Ons geloof in Hem is orwze kracht. In de drukbezochte avondvergadering beschreef ds. J fi de imposante zaal „Majestic" sprak ranc ta ds A Pieters (Vilvoorde) uitvoerig over wat er van de wereld terecht komt. Zon der God is zij een gevangenis, doch in Christus ervaren wij Gods verlossende, bevrijdende liefde. Kernachtig bond ds. O. Vansteenberghe (Brussel de schare de vraag op het hart: „Wat komt er van U terecht?" Wanneer we er zon der God op los leven, lopen we vast en komen om. Laat u met God ve nen en gij vindt het leven. Een muziekkorps uit Goes en de ge zamenlijke Vlaamse koren gaven goe de muziek en zang te horen. Het een goede en gezegende dag. Benoemingen te Landsmeer. Benoemd tot onderwijzer(es) aan: Ds. Fortgensschool te Voorschoten, de heer R. Kop te Leiden; Wilhelminaschool te Amstelveen, de heer D. Swartsenburg te Amsterdam; Chr. Nat. school te WSe- ringerwerf, mej. H. Roosendaal te Wie- ringerwerf; Da Costaschool te Velsen- Noord, mej. A. Spruyt te Kortenhoef; Emmaschool te Driehuis-Westerveld, mej. J. H. Bulsink te Oss; Dr. A. Kuy- perschool te Groningen, de heer D. Klok man te Nes (W.D.); Rehobothschool te Hilversum, mevr A. M. Paauw-Spruit te Hilversum; San. Rotterdams Zeehos- pitum, de heer C. Keus te Leiderdorp; Geref. Uloschool te Middelburg, de heer E. Wester te Gorredijk. VRIJE EVANG. GEMEENTEN Bedankt. Voor het beroep van pred. in algem. dienst, D. W. Veldkamp te Hil- De vorig jaar opgerichte bond Evangelische Christengemeenschappen in Nederland houdt op 21 mei (2de Pinksterdag) te Velzen een Evange lische landdag op het landgoed Wee- restein. De samenkomst begint 's mor gens om half elf en wordt in eer tent met 2000 zitplaatsen gehouden. Sprekers zijn dr. H. Colijn, zoon van de bekende staatsman, de Evangelis ten J. Sevensma te Amsterdam J. Kits te Doorn, K. Haneveld te Bodegraven en Th. Dikkes te Leiden en ds J. Visser. VAN DE DAG BOEK VAN DE DAG „De verborgen fontein" door Sanne van Havelte. Uitg. Van Holkema Warendorf, Amsterdam. liefdesromans v inne van Havelt> toegevoegd, geschreven volgens hetzelfde recept als de vorige boeken. Ditmaal vormt Zuid-Afrika de entoura ge van het verhaal, waarvan de roodha rige Daan, bekend uit „Hanna's vlucht" de hoofdpersoon is. Het is een meng sel van romantiek en moraal, geschre ven in vlotte stijl, alleen hier en daar wat geforceerd en erg slordig. Een ge schiedenis naar het bekende gegeven, zoals jonge meisjes het graag willen le zen: een ondernemende en karaktervolle jongen en een lief en flink meisje. Dat dit boek het „doet" blijkt wel uit het feit, dat thans de tweede druk is versche- Advertentie Nourytien laat Uw kritieke dagen ongemerkt voorbijgaan Als er iets is, dat helpt tegen dat geregeld terugkerende gevoel van onwel zijn, dan is het NOURYTIEN. NOURYTIEN - het moderne symptomatisch werkende ge neesmiddel - 5 vermaarde componenten in één tablet. NOURYTIEN werkt veilig. Het veroorzaakt geen maagklachten. Ga ook over op NOURYTIEN. Dan zegt U mèt duizenden vrouwen: „kritieke dagen - het zou wat! NOURYTIEN knapt mij op in een ommezien!" BU alle apothekers en drogisten. Per buisje van 20 stuks 85 ct. MELODIE en WOORD DONDERDAG 3 J 7.00 Nws; 7.IC n liturg kal: ram; 9.00 V Gram; NCRV st: KRO: 11.00 spel; 12.55 Zonnewijzer; 13.00 Nws en K nws; 13.20 Cello en plano; 13.55 Gra NCRV: 14.00 Promenade ork; 14.30 Gra 14 45 V d vrouw; 15.15 Gram; 15.25 Vl< I Bijbellezing: 16.30 Lult mbel; 16.50 Gram; 17.00 V d jeugd. Puzzel Gevar progr; 21.45 Gra tenkron; 22.10 Orgelconc Avondoverdenking; 23.0C ultsl; 23.20—24.00 Gram Hilversum II, 298 m. 10.50 V d Kamerork; 12.00 Pi; 't spionnetje; 12. 12.35 LlclT Land- 12.5C Dagope- m; 9.0( d hulsvr; 11. zang; 12.25 li „Uit 3.15 Mee PUZZLE NO 403 KRUISWOORDRAADSEL HORIZONTAAL; 2 Bekwaam. 7 vis- senskelet. 8 kuisheid. 10 rivier in Italië. 11 verpakking, 14 plant. 15 maat, 17 veerkracht. 19 langzaam. 20 laag VERTIKAAL; 1 Oppassend. 2 vogel. 3 grondtoon. 4 lidwoord, 5 boom, 0 hoe veelheid. 9 boom, 12 rustbank. 13 grote heuvel. 16 watering. 18 afstandsmaat. 19 voorzetsel. OPLOSSING PUZZLE NO 402 HORIZONTAAL; 3 Vlag. 7 sloep. 8 ore. 10 A.D.. 11 vergiet, 12 is. 13 al. 14 bijstand. 15 in. 17 eed. 19 lunet. 20 roer. VERTIKAAL; 1 Vlees, 2 vergrijp. 4 LO 5 ara, 6 geduld, 9 bestuur, 11 vi zier,' 13 anker, 16 neo, 18 de. ■■■PHHL13.00 Ni S-am; 13 20 Dansmuz; 13.5J ram; 14.20 Cabaret; 14.45 Altviool no; 15.15 V d zieken; 16.00 Van vijf; 17.00 V d Jeugd; 17.45 Regeringsultz; 18.00 Nws: 18.15 Sportproblemen; 18.25 Llch te muz; 18.55 Gesproken brief uit Londen 19.00 V d kleuters; 19.05 Cowboylicdjes 19.30 Jazzmuz; 20.00 Nws; 20.05 Omr orl en solist; 20.50 Volk ln boeien, documentai: hoorsp; 22.10 Gevar muz: 22.40 Act; 22.50 -portact; 23.00 Nws; 23.15 Act of gram; 3.2524.00 Gra felevlsleprogr Home Service, 330 m. 12 00 V d arb; 12.55 Weerbei Mededed: 13.20 Amus mui 13.55 Sport; 14.00 V d scholen; 15.00 Grarr ïx.w Hoorsp; 17.00 V d kind; 17.55 Weerber. rs: 18.15 Comm: 18.25 Sport; ue-ork; 19.00 Caus; 19.15 Strljkkwar Caus; 20.30 Twintig vragen; 21.00 21.15 Klankb; 22.15 Volksmuz: 22 45 -"13.0823.13 Koersen oer. 1500 en 247 m. Orkestconc; 13.00 Filmmuz: 13.45 V d kit 14.00 v d WWHBHOT muz; 15.45 Amus muz; 16.15 Mrs Dale's dag boek; 16.30 Caus; 16.45 Orgelspel; 17.15 Or kestconc; 18.00 Sport; 18.35 Lichte muz; 18 45 Hoorsp; 19.00 Nws; 19.25 Sport: 19.30 Hoorsp: 20.00 Verz progr: 20.30 Any answers?; 21.00 Door het gelooi Het geloof we praten er zoveel over en soms begrijpen we slecht wat het betekent. Natuurlijk kennen we de prach tige definitie uit Hebreeën 11: „Het geloof is de zekerheid der dingen die men hoopt en het bewiis der dingen die men niet ziet." Maar wat zegt het ons in ons dagelijks leven? Waarom is dat geloof als het goed is zo'n kracht in ons? Op die defini tie volgt de „ga lerij van ge loofshelden". Maar er staat nog één vers tussen: „Door het geloof verstaan wij dat de wereld door het woord Gods tot stand is ge bracht, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneem bare." Dat vers is moeilijk te be grijpen, want het zegt dat wij door het geloof „verstaan" dat is begrijpen. Ja, we willen geloven dat God hemel en aarde uit niet geschapen heeft maar het be grijpen, neen! Óf neen? Ja, toch wel: als we maar willen begrijpen dat God de macht heeft het zichtbare tevoorschijn te roepen uit wat we niet kunnen waarnemen. En dat kunnen we begrijpen als we maar willen. Kijk om u heen. Kunt u begrij pen waarom de narcis bloeit en waarom de boomtak uitspruit? Gevaar van opeenhoping van macht aan zijde van fabrikanten (Van onze sociale redacteur) MET 127 van de 170 uitgebrachte stemmen werd gisteren in de bondsraadsvergadering van de Christelijke Middenstandsbond bij eerste vrije stemming tot voorzitter gekozen, de heer H. de Mooy, te Rijnsburg. Met luid applaus begroette de vergadering deze overtuigende verkiezing. De heer De Mooy is gekozen in de plaats van de heer Joh. de Jong (Rotteruam), die zijn functie ter beschik king had gesteld. De heer P. Renkema (Appingedam), die, bij af wezigheid van de heer De Jong, deze vergadering presideerde, bracht aan de afgetreden voorzit! er onder warme instemming der vergadering hartelijk dank voor het vele, dat hij een reeks van jaren, waarvan de laatste 7 jaar als voorzitter, onder moeilijke om standigheden voor de CMB heeft gedaan. Hij gaf zich met volle toewijding en de CMB mag dankbaar zijn voor wat God in hem aan de Christelijke middenstand gegeven heeft. De vergadering kenmerkte zich door ;n goede geest en een sfeer van ver trouwen en bereidheid tot opbouw. De heer Renkema vroeg als vice- voorzitter in zijn openingswoord aan dacht voor de algemene middenstands- problematiek. Hy zette uiteen, dat de middenstander," ongeacht, of hij in het ambacht, de distributte, of de dienst- U kunt er misschien een biolo gische verhandeling over geven maai men begrijpt het alleen als men weet van Gods liefde voor Zijn schepping. Die wetenschap dat is het geloof. En dat is de rijkste troost die wij hebben in ons leven. Opmerkelij k boek van Duits predikant ONS levensrhythme is een wisseling van arbeid en rust, want onze krachten zijn begrensd. De op tredende moeheid na een dag of ook een le ven van bezigheid ver vuld, .is daarvan een teken. Wie dit negeert en zich met behulp van narcotica of op wekkende middelen op de been houdt en niet de nodige rust wenst te nemen, richt zich zelf te gronde. Ver moeidheid op zichzelf is dus een normaal verschijnsel, dat ons waarschuwt om de no dige rust te nemen. Momenteel beleven wij echter een periode van cultuurpessimisme, waar in de moeheid zich der mate condenseert, dat zij zelfs tot de kern van een wereldbeschouwing wordf gemaakt. Aldus de Han- r.overse predikant en ra diospreker H. J. Baden die hierover opmerkt, dat het aan onszelf ligt, of we dit vermoeidheidsin termezzo leren zien als een fase in het tegen woordige ontwikkelings stadium van onze bescha ving, dan wel of we iedereen èn onszelf wil len aanpraten, dat we voor het einde staan. Er zijn verschillende typen van beschavings criticasters: de romanti ci, die vluchten in het verleden (tot zelfs in de De mens is te moe om lief te hebben voorhistorie)de utopis ten, die de horizon bldk- keren met hun ontwerpen voor een geseculariseerd hemels Jeruzalem. Het ,,nu" wordt opgeofferd op het altaar van een toe komst, waarvan alles nog onzeker is, behalve dan de teleurstellingen, die zij zal brengen. Sinds de mens auto noom over zichzelf ging beschikken (welke zelfbe schikking tot zelfhandha ving leidde, en deze op haar beurt tot zelfvernie tiging), is alles wat wij tegenwoordig met de term „crisis" plegen aan te duiden, een uitvloeisel van deze zelfvernietiging, die plaats heeft in een toestand van ontzettende uitputting. Toch bestaat er kans op een nieuw begin. In de terminologie van Berdjajew verwacht Baden „Nieuwe Middel eeuwen" een periode van een intens godsdien stig karakter: „Zij zal in het teken van het Gods rijk staan een theo cratie dus of zij zal als satanocratie door de Antichrist worden be heerst." Typerend voor onze eeuw is. dat wij geen juist gebruik weten te maken van onze tijd. Wij hebben afwisselend teveel of te weinig tijd, zodat we geslingerd worden tus sen verveling en gejaagd heid. „Iemand, die sou- verein beschikt over zijn tijd die niet alleen stipt op tijd is met alles wat hij doet, maar ook nog tijd heeft voor ande re mensen behoorde in onze dagen werkelijk als een held te worden ge vierd". 't Lijkt zo gewichtig, dat menigeen tijd te kort komt, doch het is alleen maar kenmerkend voor een ontkerstend tijdperk. De mensen („tijdgeno ten" nog wel!) glijden elkaar voorbij, het niets in. En de oorzaak? Men heeft geen weet meer van de plaats, waar dc tijd vervuld wordt en de kairos (het ogenblik, dat vervuld en zwanger van mogelijkheden is) in de geschiedenis zichtbaar wordt; waar de eeuwig heid in de tijd neerdaalt. Deze kairos ligt steeds in het hier en het nu. Vlucht in het verleden baat niet; terecht zegt Ranke: „iedere generatie staat direct voor God." „Wanneer men de vol heid van de tijd mist, die haar historische onver gankelijke belichaming in Christus heeft beleefd, mist men de tijd als zo danig, en stroomt het zand daarvan in sneltrein tempo door de zandlo per." In Christus is dus de genezing van de ver moeidheid gegeven; Hem verwachten betekent ver nieuwing van krachten. Men kan tegen sommi ge uitlatingen en beschou wingen in dit frisse boek bezwaar gevoelen. Is Adam een mythische fi guur? Voor Paulus (1 Cor. 15) zeer zeker niet. Het 5de hoofdstuk achten wij theologisch niet sterk (o.a. het spreken over een zich herhalende vlees wording van het Woord). Doch weldadig doet Ba- dens besliste belijdenis van Christus als de vol komen Verlosser aan. Niets toch is ongelukki ger dan de mens tot zijn .eigen heiland te willen maken. Telkens worden wij getroffen door merk waar dig-juiste uitspra ken: b.v. „wij zijn te moe om lief te hebben en laten het bij een paar tot niets verplich tende schone gebaren. In de Zoon van God evenwel ontspringt de bron .der liefde, die nimmer opdroogt." Volgens Gottfried Benn zijn onze- neuro sen het enig bezit dat ons blijft. Een triest woord. In deze sfeer kan Badens boek de mens- van-nu wijzen op Hem, die vermoeiden nodigt om bij Hem rust te vinden. Hans Jürgen Baden, „De mVeldVeid"?"239 blz. Ultg. W. ten Have, Amsterdam. verlening werkt, mede-arbeider Gods moet zijn en oog moeten hebben voor de dienende plaats, die hij in onze Ne derlandse volksgemeenschap heeft. Ook al is er sinds de Vestigingswet van 1937 een veel sterkere relatie tussen mid denstand en overheid (aan wie de mid denstand om ruimte moet vragen om zijn functie uit te oefenen en niet in de eerste plaats om hulp) toch moet de middenstand vooral aandacht hou- 'oor de zelfstandigheid van zijn In de wisselende situatie is dat niet altijd eenvoudig. De methode van be- 1 wijzigt zich in vele branches. Bij de snelle ontwikkeling in de produktie wordt de mankracht steeds duurder. Wanneer de produktie achter blijft bij de concurrentie, komt men achterop. Daarom moeten de zelfstandige onder nemers zich intensief bezig houden met de produktiviteitsvermeerdering. De zelfstandige ondernemers moeten \n het volk tonen, dat zij hun plaats waard zijn. Daarom moeten zij ook onder elkaar solidair zijn. Naast de goede verhouding tussen werkgever werknemer, waarop veler aandacht geconcentreerd is, is van even groot belang de goede verhouding tussen detailhandelaar, groothandelaar en fabrikant. Er dreigt gevaar voor op eenhoping van macht aan de zijde der fabrikanten, die eenzijdig de prijzen ook de winstmarges voor de win kelier vaststellen. In het belang van het gehele volk is er plaats voor een overlegorgaan op dit gebied. Er zijn oorzaken aan te wijzen, waar door de middenstander door de con sument verkeerd wordt bekeken. Hier ligt een taak, om door voorlichting juist begrip voor de positie van de middenstander te wekken. De handels margebeschikking heeft de onjuiste indruk versterkt. Het Ned. Consumen- tenverbond sprak in zijn jaarvergade' ring wel over de winstmarge van de handelaar, maar niet over die van de fabrikant. Ook die moet in het gehele verband in ogenschouw genomen wor den om tot juiste verhoudingen te ko- Blj alles staat echter vast, dat de mid denstand niet conservatief ln zyn onder nemingsleven moet vasthouden aan ,iwat altijd zo geweest is", verandering moet aandurven, maar vooral in het oog moet honden zijn dienende functie aan het publiek. Voorzitter De Mooy De heer H. de Mooy, die gis teren tot voorzitter van de CMB gekozen werd. heeft in korte tijd sterk de aandacht tot zich ge trokken door de welsprekende wijze, waarop hij de middenstands- problemen in allerlei kring naar voren bracht. Hij is woonachtig in Rijnsburg, waar hij in het pand, waarin hij hij 45 jaar geleden geboren werd, het slagersbedrijf van zijn vader door goede service tot grote bloei bracht. Reeds voor de oorlog was hij lid van de toenmalige Christelijke Bond van Slagerspatroons. Deze keerde aanvankelijk na de oorlog niet terug, omdat men meende, een principiële groep in de algemene bond te kunnen vormen. Het bleek echter niet mogelijk. Toen de heer De Mooy, na de heropr richting van de Christelijke Bond, ook tot dit inzicht kwam, gaf hij zich geheel aan de propaganda voor de Christelijke organisatie. In 1952 werd hij tot voorzitter van de CSB gekozen. Thans neemt hij in het slagersambacht een zeer vooraanstaande plaats in. Doch de laatste jaren ook in de CMB. Bekend is zijn principiële verdedi ging van de Christelijke organisa tie in de rede „Ondernemer en organisatie", die ruim een jaar geleden door de CMB in druk werd uitgegeven. Brussel, 324 m. 12.00 Ork Veerber; 12.34 Weei en); 13.00 Nws; 13.15 Oi 'Ispel; 14.( 13 15 liram; 1430 Franse 15.00 Kamermuz; 16 00 Koen 16.30 Koorzang; 16.50 Gr )5Engef- üs; 14.45 derllederen; 18.30 V d sol< Rep 19.40 Gram; 19.50 Pol caus 20.10 Moderne tijden; 20.40 Ver 1 kind; 18.15 Kin Gram; 13.00 »pcrn15.50 Gram; 16.05 Kinderliederen '7.00 Nws; 17.15 Kinderliederen; 19.30 Nws 20.00 Hoorsp; 22.00 Nws; 22.15 Mozartprogr 6. In 1925 was Douglas meer dan ooit door de sport bezeten en als gevolg daarvan onrustiger dan ooit in de klas. Het was moeilijk hem te bestraffen, want zonder zich in te spannen blonk hij uit in Latijn en Grieks, hij had veel belang stelling voor geschiedenis en verdiepte zich met kennelijk genoegen in de poëzie. Wiskunde was zijn zwakke punt; hij haatte deze vakken en deed er geen moeite voor, met het gevolg dat hij herhaaldelijk door de nieuwe housemaster, A. F. Yorke, op het matje werd geroepen. „Bader, je spant je niet in." „Het spijt me, meneer. Volgende week zal ik proberen beter m'n best te doen." „Dat heb je me verleden week óók al gezegd." Maar dan werd de jongen zo ontwapenend vriendelijk, bekende hij z'n tekortkomingen zó royaal om tenslotte voor te stellen dat mr Yor ke hem er maar met de stok van langs moest geven, dat de leraar het nooit over z'n hart kon krijgen hem een pak rammel te geven. Yorke kwam tot de conclusie, dat Bader een scherpe en gevoelige geest had, maar nu eenmaal niel de moeite wilde nemen zich in te spannen. Klei ne vergrijpen als binnenshuis voetballen en stoeien, brachten hem ook nogal eens in con flict met de directeur, de heer H. E. Kendall een stoere, opgewekte geestelijke, die van het standpunt uitging dat jongens het recht hebber „redelijk ondeugend" te zijn. De straffen die hij uitdeelde waren doorgaans honderd regels van dit of dat, want Kendall was van mening dat Douglas slechts door overreding en niet door straf tot gehoorzaamheid kon worden ge In de zomervacantie wist Derick Jessie te be wegen de windbuksen weer vrij te geven en de jon-gens profiteerden daarvan om te gaan stro pen. waarbij ze zorgvuldig uitkeken naar Scott. d<- koddebeier Douglas was een ware scherp- j s"hutter en slaagde er zelf* een keer in Pen I patrijs in de vlucht te raken, wat met een wind- DAN MAAR ZO! buks een bijzondere prestatie is. Ze werden niet éénmaal op heterdaad betrapt, ofschoon Frank lin, de dorpsveldwachter, en Scott meermalen met klachten op de stoep van de pastorie kwa men. Jessie klaagde dat het gedrag van haar zoons haar positie van predikantsvrouw ondermijnde. Douglas vond dat hoogst komisch en dat maak te zijn moeder nog bozer. De jongens waren in middels goede vrienden geworden en trokken nu één lijn tegen het „gezag", ofschoon ze steeds meer sympathie begonnen te voelen voor „Bill" Hobbs, de vriendelijke predikant, die gelaten van hun misdrijven kennis nam en zich niet te hoog voelde om nu en dan z'n witte predikants boordje op te bergen en naar de races te gaan. Toen hij weer op school terugkwam, werd Douglas in het vertegenwoordigend cricketteam 'an St. Andrew's gekozen, ofschoon hij met z'r ijftien jaren de jongste van de ploeg was Hoogmoed komt voor de val Toen het rugbj team in een Jan Plezier van een uitwedstrijd terugkeerde, viel hij en stootte hevig zijn hoofd tegen een zitbank. Het verhaal ging dat hij een oudere jongen een grote mond had gegeven en dat die hem toen had geduwd, maar Bader zelf beweerde dat hij was gestruikeld. Zes weken moest hij in het ziekenzaaltje blijven om van een hersenschudding te herstellen. Toen pas kon hij weer aan sport gaan denken De jongens te- g-pn wjp ^ij c- -He var-i "ltMrt m-*- - former, zodat hij altijd de hardste opstoppers te verdu ren kreeg, hetgeen overigens zijn felheid slechts scheen aan te wakkeren. Met Pasen zei zijn moeder hem, dat ze waar schijnlijk niet in staat zou zijn hem na het vol gende kwartaal nog langer naar St. Edward's te laten gaan. Het inkomen van een predikant liet dat nu eenmaal niet toe. Wel kwam Derick van school en had Douglas' studiebeurs de kos ten aanzienlijk verlicht, maar toch was er nog altijd zo'n honderd pond per jaar nodig om hem op St. Edward's te houden. Ofschoon de school het enige was dat hem interesseerde, trok de jonge Bader het zich niet zo heel erg aan. Hij bezat de merkwaardige eigenschap zich van on aangename dingen te isoleren tot hij ze onder ogen móést zien (wiskunde was er een van!) en hij genoot te zeer van het heden om zich zorgen te maken over de toekomst. Halverwege het volgende kwartaal riep Wal ter Dingwall, de leraar in geschiedenis, die ook als administrateur van de school optrad, hem bij zich en zei: „Het spijt me verschrikkelijk Badeh, maar ik heb hier een brief van je moe der en ze schrijft me dat je het volgende kwar taal van school moet." Een paar minuten lang stond Douglas van aan gezicht tot aangezicht met de harde werkelijk heid. „Maak je maar niet ongerust," zei Dingwall. ,Ik zou het jammer vinden als je hier vandaan nu moeten. Ik zal zien wat er aan gedaan kan worden." Een week later had Bader alle nare gedach ten uit z'n hoofd gezet. Hij speelde weer met het eerste team, bokste en kwam voor Cowell's House uit in een veldloop. Weer ging hij met vacantie en toen er thuis geen woord werd ge zegd over het afbreken van zijn studie, keerde hij na de vacantie weer naar St. Andrew's te rug. Hij was een stuk groter geworden en kon nu bij rugby even goed opdoffers uitdelen als ontvangen. (WORDT VERVOLGD) £)E tijd waarin wij leven kent een aantal nieuwe en dus jonge weten schappen. Dat laat zich verstaan. Naar de mate waarin het leven zich ont wikkelt en zich ontplooit, grijpt het ineen en valt het uiteen. Dan, ontstaan nieuwe terreinen van onderzoek en de bestudering ervan leidt spoedig tot het ontstaan van een nieuwe wetenschap. Nieuwe wetenschappen ontstaan ook, de noodzaak blijkt van af splitsing van reeds bestaande weten schappen. Zulk een jonge wetenschap is vaak uitzonderlijk interessant. Meer nog dan bij de oude wetenschappen voelt de man van wetenschap zich een pionier, een padvinder, die zich nieuwe wegen moet banen, en al studerende, valt hij in de ene verrassing in de andere. Van deze jonge wetenschappen vindt en er verscheidene op het gebied van het sociale. Dat is wel een bij uitstek boeiend terrein. En de nog prille ont wikkeling van de jonge sociale weten schappen zou op zichzelf al een inte ressant onderwerp kunnen zijn voor een wetenschappelijk onderzoek. jy/JEN zou dan ontdekken, hoe die jonge wetenschappen aanvanke lijk nog verbijzonderingen zijn van reeds bestaande wetenschappen. De namen zeggen in dit opzicht al iets. Men spreekt dan van sociaal-economen, van sociaal-geografen, van sociaal historici, van sociale wijsbegeerte, van sociale statistiek, van sociale psycho logie. Dan is het sociale dus nog over wegend een verbijzondering van het algemene. Maar die verbijzonderingen gaan al steeds meer uitgroeien tot geheel zelf standige wetenschappen met eigen wetenschappelijke methoden. En dit ligt voor de hand. Het ligt vooral voor de hand, omdat het hier sociale weten schappen betreft. Onze tijd toch is een tijd, waarin het sociale, het gemeen schappelijke, datgene wat een groep tot een groep maakt, sterk in het mid delpunt van de belangstelling staat. We hebben nu langzamerhand wel allen ontdekt, dat we niet alleen op de wereld leven. Er leven er op deze wereld nog enkelen meer en dan leven we op deze wereld niet slechts als individuen naast elkaar, maar er zijn talloze verbanden en vervlechtingen verhoudingen. Ze zijn er in het gezin, in het bedrijf, in het maatschap pelijk leven, in het onderwijs, in de politiek. Het één werkt dadr voort durend op het ander in en het één ondergaat onafgebroken de invloed van het ander. Q^EEN wonder, dat aan alle univer siteiten, ook ln ons land, alsmede verscheidene hogescholen, aan deze sociale wetenschappen veel aan dacht wordt geschonken, hetzij dat ze thans nog zijn ondergebracht bij ver wante faculteiten, hetzij dat ze reeds tot een zelfstandige faculteit zijn uit gegroeid. Wat daarbij aangenaam treft, is, dat er tussen de wetenschappelijke be oefenaren een hartelijke samenwer king bestaat. Niet dat het onder hen koekoek-één-zang is. Er is onder hen ook verscheidenheid van opvatting, die in de meeste gevallen ook samenhangt met het onderscheid in uitgangspunt en met de principiële instelling. Maar het aantrekkelijke is, dat men daar deze verscheidenheid in princi piële instelling ook geheel en al van elkander aanvaardt. Men betwist niet het wetenschappelijke gehalte van eens anders kijk. Men erkent daar, dat ook de wetenschap niet los te maken is van bepaalde vooronderstellingen, die op zichzelf van buitenwetenschappelijk of zelfs van bovenwetenschappelijk ka rakter zijn. En wanneer men tot deze erkenning gekomen is, is er ook onder linge waardering en samenwerking mogelijk. Er is voor al deze mensen van wetenschap op de ontzaglijk uitge breide terreinen, die zich nu gaan openen, trouwens meer dan werk ge noeg en men zal vaak zijn aangewezen op samenwerking en op het profiteren v^n door anderen bereikte resultaten. 'yOT deze gedachten kwamen we na lezing van een zo juist verschenen „Wegwijzer voor de studie in de sociale wetenschappen", op initiatief en onder auspiciën van de Sociale Interacade miale samengesteld door E. Vercruijsse, soc. drs. (uitgave Van Gorcum en Comp. N.V., G. II. Hak en dr. H. J. Prakkc, Assen). Wie overweegt om voor zijn studie de sociale wetenschappen te kiezen, zal van deze wegwijzer veel profijt kunnen hebben. Men son en feiten Dr. Chr. J. Bouwkamp, die benoemd is tot buitengewoon hoogleraar in de faculteit der wis- en natuurkunde aan de rijksuniversiteit te Utrecht en on derwijs zal geven in de toegepaste wiskunde, zal op maandag 7 mei in het groot-auditorium zijn ambt aan vaarden. Prof. dr. G. Holst die, in verband met zijn leeftijd, is afgetreden als curator van de Technische Hogeschool te Delft, heeft gistermiddag in de aula afscheid genomen. Bij dit afscheid, dat door ve len werd bijgewoond, werden de grote verdiensten van prof. Holst voor het technisch hoger onderwijs wel duide lijk in het licht gesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 2