OHRISTFUJK
Tijdgebrek kenmerk van
een ontkerstend tijdperk
Op dag van de arbeid werd Bijbeldag
te Antwerpen gehouden
Boek
der Ethergolven
H. de Mooy voorzitter van
Chr. Middenstandsbond
Nieuwe sociale
wetenschappen
2
WOENSDAG 2 MEI 1956
KANTTEKENING
Steeds meerderen trekken naar deze toogdag
„Nog zijn wij weinig, maak Gij ons tot velen
Met overgave zongen de Vlaamse protestanten 't Vlaamse loflied
de jeugd, die de Zendingskerk vulde en de overigen in de geheel bezette
Christuskerk, beide in de Bexstraat te Antwerpen.
Het werk van het interkerkelijke Bijbeldagcomité wordt zichtbaar
gezegend; steeds meerderen komen op ,4e dag van de arbeid" naar deze
toogdag; ook vrienden uit het buitenland. Behalve uit Nederland was er
ditmaal een groep Württenberger jongeren onder leiding van Pfarrer
Schubert, welke met hun zangkoor en fanfare een zeer gewaardeerde
medewerking verleende.
In de jeugdsamenkomst bepaalde de
Gentse godsdienstleraar G. Couvreur
zijn gehoor by het onderwerp: „De we
reld kijkt naar ons." Laten we de wereld
niet willen dwingen om naar ons te
kijken door met haar te flirten. Dit is
een averechtse evangelisatiemethode,
waarbij de grenzen worden uitgewist
en wy meer naar de wereld dan zij
naar ons zou kijken! Neen, God kijkt
naar ons, omdat Hij ons liefheeft. En
de wereld zal naar ons kijken, wan
neer Christus in ons leeft en Zijn licht
door ons in haar duister straalt.
Terzelfder tijd bepaalde de Geref.
pred. van Hoboken, ds. B. W. Ganze-
voort zijn aandachtig gehoor bij „de
roeping van de kerk tegenover de
reld." De kerk moet niet manusje-'
alles willen zijn, doch de mensen bren
gen onder hfet Evangeliewoord. En
haar leden hebben de roeping leder
op zijn post om dit te beleven.
Op pakkende wijze beschreef ds.
Luteyn, pred. Belg. Evang. Zending
Ichtegem, „de roeping van elk gelovige
tegenover zijn naaste." Getuigen kun
nen wij alleen van wat wij ondervon
den hebben; het is zeer persoonlijk.
Jezus zendt ons niet om te debatteren
of om te theoretiseren, dooh om Zijn ge
tuigen te zijn. Hebben wij zo'n getuige
nis? Zo ja. berg het dan niet op; zo
neen, ga eerst naar Golgotha.
In de middagvergadering voerden
twee bekende Rotterdammers het woord.
Kolonel ds. A. T. W. de Kluis, hoofd-
legerpredikant. wees er op. dat Chris
tus koos wie Hij wilde. Hoopvol is, dat
het initiatief van Hèm uitgaat. Twaalf
kiest Hij: het getal van de volheid der
gemeente, die de roeping heeft samen
de dingen te doen in en door Chris
tus. Jezus roept om met Hem te zijn.
D.W.Z.: a) Zij moeten Hem zien, die
de angel van de angst voor God weg
neemt, omdat Hij ons God als Vader
doet kennen; b) zij moeten elkander
leren zien langs Jezus heen. Dan zien
we elkaar heel anders en worden ge
meenschap ondanks onze verscheiden
heid. Ook de apostelen waren niet allen
eender, doch wèl in Christus;
moeten onszelf leren zien en
hoe wij een dagelijkse vernieuwing be
hoeven. Christus roept hen
te zenden. Wij het'
altijd met veel woc
ons christen-zijn.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
lemsoord, wonènde te Zeist.
Benoemd: Tot voorganger Vrijz. Her
vormden te Bussum. S. Riemens, laat
stelijk pred. te Willemsoord, wonende
te Zeist; tot vik. te Creil (N.O.P.), J.
v. d. Linde, vik. te Zeist.
Tweetal: Te 's-Gravenhage (vac.-dr.
W. J. de Wilde), dr. C. P. van Andel te
Borne en P. W. Spruyt te Amsterdam.
GEREF. KERKEN
Beroepen: Te Ee (Fr.), R. J. Bekema
te Berkum; te Wetsinge-Sauwerd, K.
H. Schuring te Erica.
GEREF. GEMEENTEN IN NEDERLAND
De bekende arts P. J. F. Dupuis
aan, dat „Het moet veranderen in hu
welijk en gezin."
Het moderne huwelijk is typisch
ders dan dat van een halve eeuw gele
den. Door de industrialisering (contmu-
arbeid) leed het gezin aan functiever
lies. School, clubs, een ontspannings
industrie (z.g. 2e en 3e milieu) eisen
steeds meer plaats. De lichtzijde is. dat
het huwelijk nu zijn eigen en eigen
lijke functie kan vervullen: wat bete
kenen wij als personen voor elkaar?
Dringend nodig is een goede sexuele
opvoeding; om onze kinderen te helpen
bij de keuze van hun levenspartner;
om een recht inzicht te geven in de
vraag naar de gezinsvorming. Een goea
huwelijk is een vorm van evangeliseren,
zij het een moeilijke. Hij, die u roept
is echter getrouw die het ook doen zal.
Ons geloof in Hem is orwze kracht.
In de drukbezochte avondvergadering
beschreef ds. J fi de imposante zaal „Majestic" sprak
ranc ta ds A Pieters (Vilvoorde) uitvoerig over
wat er van de wereld terecht komt. Zon
der God is zij een gevangenis, doch in
Christus ervaren wij Gods verlossende,
bevrijdende liefde. Kernachtig bond ds.
O. Vansteenberghe (Brussel de schare
de vraag op het hart: „Wat komt er
van U terecht?" Wanneer we er zon
der God op los leven, lopen we vast
en komen om. Laat u met God ve
nen en gij vindt het leven.
Een muziekkorps uit Goes en de ge
zamenlijke Vlaamse koren gaven goe
de muziek en zang te horen. Het
een goede en gezegende dag.
Benoemingen
te Landsmeer.
Benoemd tot onderwijzer(es) aan: Ds.
Fortgensschool te Voorschoten, de heer
R. Kop te Leiden; Wilhelminaschool te
Amstelveen, de heer D. Swartsenburg te
Amsterdam; Chr. Nat. school te WSe-
ringerwerf, mej. H. Roosendaal te Wie-
ringerwerf; Da Costaschool te Velsen-
Noord, mej. A. Spruyt te Kortenhoef;
Emmaschool te Driehuis-Westerveld,
mej. J. H. Bulsink te Oss; Dr. A. Kuy-
perschool te Groningen, de heer D. Klok
man te Nes (W.D.); Rehobothschool te
Hilversum, mevr A. M. Paauw-Spruit
te Hilversum; San. Rotterdams Zeehos-
pitum, de heer C. Keus te Leiderdorp;
Geref. Uloschool te Middelburg, de heer
E. Wester te Gorredijk.
VRIJE EVANG. GEMEENTEN
Bedankt. Voor het beroep van pred. in
algem. dienst, D. W. Veldkamp te Hil-
De vorig jaar opgerichte bond
Evangelische Christengemeenschappen
in Nederland houdt op 21 mei (2de
Pinksterdag) te Velzen een Evange
lische landdag op het landgoed Wee-
restein. De samenkomst begint 's mor
gens om half elf en wordt in eer
tent met 2000 zitplaatsen gehouden.
Sprekers zijn dr. H. Colijn, zoon van
de bekende staatsman, de Evangelis
ten J. Sevensma te Amsterdam
J. Kits te Doorn, K. Haneveld te
Bodegraven en Th. Dikkes te Leiden
en ds J. Visser.
VAN DE DAG
BOEK VAN DE DAG
„De verborgen fontein" door Sanne
van Havelte. Uitg. Van Holkema
Warendorf, Amsterdam.
liefdesromans v
inne van Havelt>
toegevoegd, geschreven volgens
hetzelfde recept als de vorige boeken.
Ditmaal vormt Zuid-Afrika de entoura
ge van het verhaal, waarvan de roodha
rige Daan, bekend uit „Hanna's vlucht"
de hoofdpersoon is. Het is een meng
sel van romantiek en moraal, geschre
ven in vlotte stijl, alleen hier en daar
wat geforceerd en erg slordig. Een ge
schiedenis naar het bekende gegeven,
zoals jonge meisjes het graag willen le
zen: een ondernemende en karaktervolle
jongen en een lief en flink meisje. Dat
dit boek het „doet" blijkt wel uit het
feit, dat thans de tweede druk is versche-
Advertentie
Nourytien
laat Uw kritieke dagen
ongemerkt voorbijgaan
Als er iets is, dat helpt tegen dat geregeld
terugkerende gevoel van onwel zijn, dan
is het NOURYTIEN. NOURYTIEN - het
moderne symptomatisch werkende ge
neesmiddel - 5 vermaarde componenten
in één tablet. NOURYTIEN werkt veilig.
Het veroorzaakt geen maagklachten. Ga
ook over op NOURYTIEN. Dan zegt U
mèt duizenden vrouwen: „kritieke dagen
- het zou wat! NOURYTIEN knapt mij
op in een ommezien!" BU alle apothekers
en drogisten. Per buisje van 20 stuks 85 ct.
MELODIE en WOORD
DONDERDAG 3 J
7.00 Nws; 7.IC
n liturg kal:
ram; 9.00 V
Gram; NCRV
st: KRO: 11.00
spel; 12.55 Zonnewijzer; 13.00 Nws en K
nws; 13.20 Cello en plano; 13.55 Gra
NCRV: 14.00 Promenade ork; 14.30 Gra
14 45 V d vrouw; 15.15 Gram; 15.25 Vl<
I Bijbellezing: 16.30 Lult
mbel; 16.50 Gram; 17.00 V d jeugd.
Puzzel
Gevar progr; 21.45 Gra
tenkron; 22.10 Orgelconc
Avondoverdenking; 23.0C
ultsl; 23.20—24.00 Gram
Hilversum II, 298 m.
10.50 V d
Kamerork; 12.00 Pi;
't spionnetje; 12.
12.35 LlclT
Land-
12.5C
Dagope-
m; 9.0(
d hulsvr; 11.
zang; 12.25 li
„Uit
3.15 Mee
PUZZLE NO 403
KRUISWOORDRAADSEL
HORIZONTAAL; 2 Bekwaam. 7 vis-
senskelet. 8 kuisheid. 10 rivier in Italië.
11 verpakking, 14 plant. 15 maat, 17
veerkracht. 19 langzaam. 20 laag
VERTIKAAL; 1 Oppassend. 2 vogel.
3 grondtoon. 4 lidwoord, 5 boom, 0 hoe
veelheid. 9 boom, 12 rustbank. 13 grote
heuvel. 16 watering. 18 afstandsmaat.
19 voorzetsel.
OPLOSSING PUZZLE NO 402
HORIZONTAAL; 3 Vlag. 7 sloep. 8
ore. 10 A.D.. 11 vergiet, 12 is. 13 al. 14
bijstand. 15 in. 17 eed. 19 lunet. 20 roer.
VERTIKAAL; 1 Vlees, 2 vergrijp. 4
LO 5 ara, 6 geduld, 9 bestuur, 11 vi
zier,' 13 anker, 16 neo, 18 de.
■■■PHHL13.00 Ni
S-am; 13 20 Dansmuz; 13.5J
ram; 14.20 Cabaret; 14.45 Altviool
no; 15.15 V d zieken; 16.00 Van
vijf; 17.00 V d Jeugd; 17.45 Regeringsultz;
18.00 Nws: 18.15 Sportproblemen; 18.25 Llch
te muz; 18.55 Gesproken brief uit Londen
19.00 V d kleuters; 19.05 Cowboylicdjes
19.30 Jazzmuz; 20.00 Nws; 20.05 Omr orl
en solist; 20.50 Volk ln boeien, documentai:
hoorsp; 22.10 Gevar muz: 22.40 Act; 22.50
-portact; 23.00 Nws; 23.15 Act of gram;
3.2524.00 Gra
felevlsleprogr
Home Service, 330 m. 12 00
V d arb; 12.55 Weerbei
Mededed: 13.20 Amus mui
13.55 Sport; 14.00 V d scholen; 15.00 Grarr
ïx.w Hoorsp; 17.00 V d kind; 17.55 Weerber.
rs: 18.15 Comm: 18.25 Sport;
ue-ork; 19.00 Caus; 19.15 Strljkkwar
Caus; 20.30 Twintig vragen; 21.00
21.15 Klankb; 22.15 Volksmuz: 22 45
-"13.0823.13 Koersen
oer. 1500 en 247 m.
Orkestconc; 13.00
Filmmuz: 13.45 V d kit
14.00 v d WWHBHOT
muz; 15.45 Amus muz; 16.15 Mrs Dale's dag
boek; 16.30 Caus; 16.45 Orgelspel; 17.15 Or
kestconc; 18.00 Sport; 18.35 Lichte muz; 18 45
Hoorsp; 19.00 Nws; 19.25 Sport: 19.30 Hoorsp:
20.00 Verz progr: 20.30 Any answers?; 21.00
Door het gelooi
Het geloof we praten er
zoveel over en soms begrijpen we
slecht wat het betekent.
Natuurlijk kennen we de prach
tige definitie uit Hebreeën 11:
„Het geloof is de zekerheid der
dingen die men hoopt en het
bewiis der dingen die men niet
ziet." Maar wat
zegt het ons in
ons dagelijks
leven? Waarom
is dat geloof
als het goed is
zo'n kracht
in ons?
Op die defini
tie volgt de „ga
lerij van ge
loofshelden". Maar er staat nog
één vers tussen: „Door het geloof
verstaan wij dat de wereld door
het woord Gods tot stand is ge
bracht, zodat het zichtbare niet
ontstaan is uit het waarneem
bare." Dat vers is moeilijk te be
grijpen, want het zegt dat wij door
het geloof „verstaan" dat is
begrijpen. Ja, we willen geloven
dat God hemel en aarde uit niet
geschapen heeft maar het be
grijpen, neen!
Óf neen? Ja, toch wel: als we
maar willen begrijpen dat God
de macht heeft het zichtbare
tevoorschijn te roepen uit wat we
niet kunnen waarnemen. En dat
kunnen we begrijpen als we maar
willen.
Kijk om u heen. Kunt u begrij
pen waarom de narcis bloeit en
waarom de boomtak uitspruit?
Gevaar van opeenhoping van macht
aan zijde van fabrikanten
(Van onze sociale redacteur)
MET 127 van de 170 uitgebrachte stemmen werd gisteren in de
bondsraadsvergadering van de Christelijke Middenstandsbond
bij eerste vrije stemming tot voorzitter gekozen, de heer H. de
Mooy, te Rijnsburg. Met luid applaus begroette de vergadering deze
overtuigende verkiezing. De heer De Mooy is gekozen in de plaats
van de heer Joh. de Jong (Rotteruam), die zijn functie ter beschik
king had gesteld. De heer P. Renkema (Appingedam), die, bij af
wezigheid van de heer De Jong, deze vergadering presideerde,
bracht aan de afgetreden voorzit! er onder warme instemming der
vergadering hartelijk dank voor het vele, dat hij een reeks van
jaren, waarvan de laatste 7 jaar als voorzitter, onder moeilijke om
standigheden voor de CMB heeft gedaan. Hij gaf zich met volle
toewijding en de CMB mag dankbaar zijn voor wat God in hem
aan de Christelijke middenstand gegeven heeft.
De vergadering kenmerkte zich door
;n goede geest en een sfeer van ver
trouwen en bereidheid tot opbouw.
De heer Renkema vroeg als vice-
voorzitter in zijn openingswoord aan
dacht voor de algemene middenstands-
problematiek. Hy zette uiteen, dat de
middenstander," ongeacht, of hij in het
ambacht, de distributte, of de dienst-
U kunt er misschien een biolo
gische verhandeling over geven
maai men begrijpt het alleen als
men weet van Gods liefde voor
Zijn schepping. Die wetenschap
dat is het geloof. En dat is de
rijkste troost die wij hebben in
ons leven.
Opmerkelij k boek van Duits predikant
ONS levensrhythme
is een wisseling
van arbeid en rust,
want onze krachten
zijn begrensd. De op
tredende moeheid na
een dag of ook een le
ven van bezigheid ver
vuld, .is daarvan een
teken. Wie dit negeert
en zich met behulp
van narcotica of op
wekkende middelen op
de been houdt en niet
de nodige rust wenst
te nemen, richt zich
zelf te gronde. Ver
moeidheid op zichzelf
is dus een normaal
verschijnsel, dat ons
waarschuwt om de no
dige rust te nemen.
Momenteel beleven wij
echter een periode van
cultuurpessimisme, waar
in de moeheid zich der
mate condenseert, dat zij
zelfs tot de kern van een
wereldbeschouwing wordf
gemaakt. Aldus de Han-
r.overse predikant en ra
diospreker H. J. Baden
die hierover opmerkt, dat
het aan onszelf ligt, of
we dit vermoeidheidsin
termezzo leren zien als
een fase in het tegen
woordige ontwikkelings
stadium van onze bescha
ving, dan wel of we
iedereen èn onszelf wil
len aanpraten, dat we
voor het einde staan.
Er zijn verschillende
typen van beschavings
criticasters: de romanti
ci, die vluchten in het
verleden (tot zelfs in de
De mens is te moe om
lief te hebben
voorhistorie)de utopis
ten, die de horizon bldk-
keren met hun ontwerpen
voor een geseculariseerd
hemels Jeruzalem. Het
,,nu" wordt opgeofferd op
het altaar van een toe
komst, waarvan alles nog
onzeker is, behalve dan
de teleurstellingen, die zij
zal brengen.
Sinds de mens auto
noom over zichzelf ging
beschikken (welke zelfbe
schikking tot zelfhandha
ving leidde, en deze op
haar beurt tot zelfvernie
tiging), is alles wat wij
tegenwoordig met de
term „crisis" plegen aan
te duiden, een uitvloeisel
van deze zelfvernietiging,
die plaats heeft in een
toestand van ontzettende
uitputting. Toch bestaat
er kans op een nieuw
begin. In de terminologie
van Berdjajew verwacht
Baden „Nieuwe Middel
eeuwen" een periode
van een intens godsdien
stig karakter: „Zij zal in
het teken van het Gods
rijk staan een theo
cratie dus of zij zal
als satanocratie door de
Antichrist worden be
heerst."
Typerend voor onze
eeuw is. dat wij geen
juist gebruik weten te
maken van onze tijd. Wij
hebben afwisselend teveel
of te weinig tijd, zodat
we geslingerd worden tus
sen verveling en gejaagd
heid. „Iemand, die sou-
verein beschikt over zijn
tijd die niet alleen
stipt op tijd is met alles
wat hij doet, maar ook
nog tijd heeft voor ande
re mensen behoorde in
onze dagen werkelijk als
een held te worden ge
vierd".
't Lijkt zo gewichtig,
dat menigeen tijd te kort
komt, doch het is alleen
maar kenmerkend voor
een ontkerstend tijdperk.
De mensen („tijdgeno
ten" nog wel!) glijden
elkaar voorbij, het niets
in. En de oorzaak? Men
heeft geen weet meer
van de plaats, waar dc
tijd vervuld wordt en de
kairos (het ogenblik, dat
vervuld en zwanger van
mogelijkheden is) in de
geschiedenis zichtbaar
wordt; waar de eeuwig
heid in de tijd neerdaalt.
Deze kairos ligt steeds in
het hier en het nu. Vlucht
in het verleden baat niet;
terecht zegt Ranke:
„iedere generatie staat
direct voor God."
„Wanneer men de vol
heid van de tijd mist, die
haar historische onver
gankelijke belichaming in
Christus heeft beleefd,
mist men de tijd als zo
danig, en stroomt het
zand daarvan in sneltrein
tempo door de zandlo
per."
In Christus is dus de
genezing van de ver
moeidheid gegeven; Hem
verwachten betekent ver
nieuwing van krachten.
Men kan tegen sommi
ge uitlatingen en beschou
wingen in dit frisse boek
bezwaar gevoelen. Is
Adam een mythische fi
guur? Voor Paulus (1
Cor. 15) zeer zeker niet.
Het 5de hoofdstuk achten
wij theologisch niet sterk
(o.a. het spreken over
een zich herhalende vlees
wording van het Woord).
Doch weldadig doet Ba-
dens besliste belijdenis
van Christus als de vol
komen Verlosser aan.
Niets toch is ongelukki
ger dan de mens tot zijn
.eigen heiland te willen
maken.
Telkens worden wij
getroffen door merk
waar dig-juiste uitspra
ken: b.v. „wij zijn te
moe om lief te hebben
en laten het bij een
paar tot niets verplich
tende schone gebaren.
In de Zoon van God
evenwel ontspringt de
bron .der liefde, die
nimmer opdroogt."
Volgens Gottfried
Benn zijn onze- neuro
sen het enig bezit dat
ons blijft. Een triest
woord.
In deze sfeer kan
Badens boek de mens-
van-nu wijzen op Hem,
die vermoeiden nodigt
om bij Hem rust te
vinden.
Hans Jürgen Baden, „De
mVeldVeid"?"239 blz. Ultg.
W. ten Have, Amsterdam.
verlening werkt, mede-arbeider Gods
moet zijn en oog moeten hebben voor
de dienende plaats, die hij in onze Ne
derlandse volksgemeenschap heeft. Ook
al is er sinds de Vestigingswet van 1937
een veel sterkere relatie tussen mid
denstand en overheid (aan wie de mid
denstand om ruimte moet vragen om
zijn functie uit te oefenen en niet in
de eerste plaats om hulp) toch moet
de middenstand vooral aandacht hou-
'oor de zelfstandigheid van zijn
In de wisselende situatie is dat niet
altijd eenvoudig. De methode van be-
1 wijzigt zich in vele branches. Bij
de snelle ontwikkeling in de produktie
wordt de mankracht steeds duurder.
Wanneer de produktie achter blijft bij
de concurrentie, komt men achterop.
Daarom moeten de zelfstandige onder
nemers zich intensief bezig houden met
de produktiviteitsvermeerdering.
De zelfstandige ondernemers moeten
\n het volk tonen, dat zij hun plaats
waard zijn. Daarom moeten zij ook
onder elkaar solidair zijn. Naast de
goede verhouding tussen werkgever
werknemer, waarop veler aandacht
geconcentreerd is, is van even groot
belang de goede verhouding tussen
detailhandelaar, groothandelaar en
fabrikant. Er dreigt gevaar voor op
eenhoping van macht aan de zijde der
fabrikanten, die eenzijdig de prijzen
ook de winstmarges voor de win
kelier vaststellen. In het belang van
het gehele volk is er plaats voor een
overlegorgaan op dit gebied.
Er zijn oorzaken aan te wijzen, waar
door de middenstander door de con
sument verkeerd wordt bekeken. Hier
ligt een taak, om door voorlichting
juist begrip voor de positie van de
middenstander te wekken. De handels
margebeschikking heeft de onjuiste
indruk versterkt. Het Ned. Consumen-
tenverbond sprak in zijn jaarvergade'
ring wel over de winstmarge van de
handelaar, maar niet over die van de
fabrikant. Ook die moet in het gehele
verband in ogenschouw genomen wor
den om tot juiste verhoudingen te ko-
Blj alles staat echter vast, dat de mid
denstand niet conservatief ln zyn onder
nemingsleven moet vasthouden aan
,iwat altijd zo geweest is", verandering
moet aandurven, maar vooral in het oog
moet honden zijn dienende functie aan
het publiek.
Voorzitter De Mooy
De heer H. de Mooy, die gis
teren tot voorzitter van de CMB
gekozen werd. heeft in korte tijd
sterk de aandacht tot zich ge
trokken door de welsprekende
wijze, waarop hij de middenstands-
problemen in allerlei kring naar
voren bracht.
Hij is woonachtig in Rijnsburg,
waar hij in het pand, waarin hij
hij 45 jaar geleden geboren werd,
het slagersbedrijf van zijn vader
door goede service tot grote bloei
bracht.
Reeds voor de oorlog was hij
lid van de toenmalige Christelijke
Bond van Slagerspatroons. Deze
keerde aanvankelijk na de oorlog
niet terug, omdat men meende, een
principiële groep in de algemene
bond te kunnen vormen. Het
bleek echter niet mogelijk. Toen
de heer De Mooy, na de heropr
richting van de Christelijke Bond,
ook tot dit inzicht kwam, gaf hij
zich geheel aan de propaganda
voor de Christelijke organisatie.
In 1952 werd hij tot voorzitter van
de CSB gekozen. Thans neemt hij
in het slagersambacht een zeer
vooraanstaande plaats in. Doch
de laatste jaren ook in de CMB.
Bekend is zijn principiële verdedi
ging van de Christelijke organisa
tie in de rede „Ondernemer en
organisatie", die ruim een jaar
geleden door de CMB in druk
werd uitgegeven.
Brussel, 324 m. 12.00 Ork
Veerber; 12.34 Weei
en); 13.00 Nws; 13.15 Oi
'Ispel; 14.(
13 15 liram; 1430 Franse
15.00 Kamermuz; 16 00 Koen
16.30 Koorzang; 16.50 Gr
)5Engef-
üs; 14.45
derllederen; 18.30 V d sol<
Rep 19.40 Gram; 19.50 Pol caus
20.10 Moderne tijden; 20.40 Ver
1 kind; 18.15 Kin
Gram; 13.00
»pcrn15.50 Gram; 16.05 Kinderliederen
'7.00 Nws; 17.15 Kinderliederen; 19.30 Nws
20.00 Hoorsp; 22.00 Nws; 22.15 Mozartprogr
6.
In 1925 was Douglas meer dan ooit door de
sport bezeten en als gevolg daarvan onrustiger
dan ooit in de klas. Het was moeilijk hem te
bestraffen, want zonder zich in te spannen blonk
hij uit in Latijn en Grieks, hij had veel belang
stelling voor geschiedenis en verdiepte zich met
kennelijk genoegen in de poëzie. Wiskunde was
zijn zwakke punt; hij haatte deze vakken en
deed er geen moeite voor, met het gevolg dat
hij herhaaldelijk door de nieuwe housemaster,
A. F. Yorke, op het matje werd geroepen.
„Bader, je spant je niet in."
„Het spijt me, meneer. Volgende week zal ik
proberen beter m'n best te doen."
„Dat heb je me verleden week óók al gezegd."
Maar dan werd de jongen zo ontwapenend
vriendelijk, bekende hij z'n tekortkomingen zó
royaal om tenslotte voor te stellen dat mr Yor
ke hem er maar met de stok van langs moest
geven, dat de leraar het nooit over z'n hart kon
krijgen hem een pak rammel te geven. Yorke
kwam tot de conclusie, dat Bader een scherpe
en gevoelige geest had, maar nu eenmaal niel
de moeite wilde nemen zich in te spannen. Klei
ne vergrijpen als binnenshuis voetballen en
stoeien, brachten hem ook nogal eens in con
flict met de directeur, de heer H. E. Kendall
een stoere, opgewekte geestelijke, die van het
standpunt uitging dat jongens het recht hebber
„redelijk ondeugend" te zijn. De straffen die
hij uitdeelde waren doorgaans honderd regels
van dit of dat, want Kendall was van mening
dat Douglas slechts door overreding en niet
door straf tot gehoorzaamheid kon worden ge
In de zomervacantie wist Derick Jessie te be
wegen de windbuksen weer vrij te geven en de
jon-gens profiteerden daarvan om te gaan stro
pen. waarbij ze zorgvuldig uitkeken naar Scott.
d<- koddebeier Douglas was een ware scherp-
j s"hutter en slaagde er zelf* een keer in Pen
I patrijs in de vlucht te raken, wat met een wind-
DAN
MAAR ZO!
buks een bijzondere prestatie is. Ze werden niet
éénmaal op heterdaad betrapt, ofschoon Frank
lin, de dorpsveldwachter, en Scott meermalen
met klachten op de stoep van de pastorie kwa
men.
Jessie klaagde dat het gedrag van haar zoons
haar positie van predikantsvrouw ondermijnde.
Douglas vond dat hoogst komisch en dat maak
te zijn moeder nog bozer. De jongens waren in
middels goede vrienden geworden en trokken nu
één lijn tegen het „gezag", ofschoon ze steeds
meer sympathie begonnen te voelen voor „Bill"
Hobbs, de vriendelijke predikant, die gelaten
van hun misdrijven kennis nam en zich niet te
hoog voelde om nu en dan z'n witte predikants
boordje op te bergen en naar de races te gaan.
Toen hij weer op school terugkwam, werd
Douglas in het vertegenwoordigend cricketteam
'an St. Andrew's gekozen, ofschoon hij met z'r
ijftien jaren de jongste van de ploeg was
Hoogmoed komt voor de val Toen het rugbj
team in een Jan Plezier van een uitwedstrijd
terugkeerde, viel hij en stootte hevig zijn hoofd
tegen een zitbank. Het verhaal ging dat hij een
oudere jongen een grote mond had gegeven en
dat die hem toen had geduwd, maar Bader zelf
beweerde dat hij was gestruikeld. Zes weken
moest hij in het ziekenzaaltje blijven om van
een hersenschudding te herstellen. Toen pas kon
hij weer aan sport gaan denken De jongens te-
g-pn wjp ^ij c- -He var-i "ltMrt m-*- - former,
zodat hij altijd de hardste opstoppers te verdu
ren kreeg, hetgeen overigens zijn felheid slechts
scheen aan te wakkeren.
Met Pasen zei zijn moeder hem, dat ze waar
schijnlijk niet in staat zou zijn hem na het vol
gende kwartaal nog langer naar St. Edward's
te laten gaan. Het inkomen van een predikant
liet dat nu eenmaal niet toe. Wel kwam Derick
van school en had Douglas' studiebeurs de kos
ten aanzienlijk verlicht, maar toch was er nog
altijd zo'n honderd pond per jaar nodig om hem
op St. Edward's te houden. Ofschoon de school
het enige was dat hem interesseerde, trok de
jonge Bader het zich niet zo heel erg aan. Hij
bezat de merkwaardige eigenschap zich van on
aangename dingen te isoleren tot hij ze onder
ogen móést zien (wiskunde was er een van!)
en hij genoot te zeer van het heden om zich
zorgen te maken over de toekomst.
Halverwege het volgende kwartaal riep Wal
ter Dingwall, de leraar in geschiedenis, die ook
als administrateur van de school optrad, hem
bij zich en zei: „Het spijt me verschrikkelijk
Badeh, maar ik heb hier een brief van je moe
der en ze schrijft me dat je het volgende kwar
taal van school moet."
Een paar minuten lang stond Douglas van aan
gezicht tot aangezicht met de harde werkelijk
heid.
„Maak je maar niet ongerust," zei Dingwall.
,Ik zou het jammer vinden als je hier vandaan
nu moeten. Ik zal zien wat er aan gedaan kan
worden."
Een week later had Bader alle nare gedach
ten uit z'n hoofd gezet. Hij speelde weer met
het eerste team, bokste en kwam voor Cowell's
House uit in een veldloop. Weer ging hij met
vacantie en toen er thuis geen woord werd ge
zegd over het afbreken van zijn studie, keerde
hij na de vacantie weer naar St. Andrew's te
rug. Hij was een stuk groter geworden en kon
nu bij rugby even goed opdoffers uitdelen als
ontvangen.
(WORDT VERVOLGD)
£)E tijd waarin wij leven kent een
aantal nieuwe en dus jonge weten
schappen. Dat laat zich verstaan. Naar
de mate waarin het leven zich ont
wikkelt en zich ontplooit, grijpt het
ineen en valt het uiteen. Dan, ontstaan
nieuwe terreinen van onderzoek en de
bestudering ervan leidt spoedig tot het
ontstaan van een nieuwe wetenschap.
Nieuwe wetenschappen ontstaan ook,
de noodzaak blijkt van af
splitsing van reeds bestaande weten
schappen.
Zulk een jonge wetenschap is vaak
uitzonderlijk interessant. Meer nog dan
bij de oude wetenschappen voelt de
man van wetenschap zich een pionier,
een padvinder, die zich nieuwe wegen
moet banen, en al studerende, valt hij
in de ene verrassing in de andere.
Van deze jonge wetenschappen vindt
en er verscheidene op het gebied van
het sociale. Dat is wel een bij uitstek
boeiend terrein. En de nog prille ont
wikkeling van de jonge sociale weten
schappen zou op zichzelf al een inte
ressant onderwerp kunnen zijn voor
een wetenschappelijk onderzoek.
jy/JEN zou dan ontdekken, hoe die
jonge wetenschappen aanvanke
lijk nog verbijzonderingen zijn van
reeds bestaande wetenschappen. De
namen zeggen in dit opzicht al iets.
Men spreekt dan van sociaal-economen,
van sociaal-geografen, van sociaal
historici, van sociale wijsbegeerte, van
sociale statistiek, van sociale psycho
logie. Dan is het sociale dus nog over
wegend een verbijzondering van het
algemene.
Maar die verbijzonderingen gaan al
steeds meer uitgroeien tot geheel zelf
standige wetenschappen met eigen
wetenschappelijke methoden. En dit
ligt voor de hand. Het ligt vooral voor
de hand, omdat het hier sociale weten
schappen betreft. Onze tijd toch is een
tijd, waarin het sociale, het gemeen
schappelijke, datgene wat een groep
tot een groep maakt, sterk in het mid
delpunt van de belangstelling staat.
We hebben nu langzamerhand wel
allen ontdekt, dat we niet alleen op
de wereld leven. Er leven er op deze
wereld nog enkelen meer en dan leven
we op deze wereld niet slechts als
individuen naast elkaar, maar er zijn
talloze verbanden en vervlechtingen
verhoudingen. Ze zijn er in het
gezin, in het bedrijf, in het maatschap
pelijk leven, in het onderwijs, in de
politiek. Het één werkt dadr voort
durend op het ander in en het één
ondergaat onafgebroken de invloed van
het ander.
Q^EEN wonder, dat aan alle univer
siteiten, ook ln ons land, alsmede
verscheidene hogescholen, aan
deze sociale wetenschappen veel aan
dacht wordt geschonken, hetzij dat ze
thans nog zijn ondergebracht bij ver
wante faculteiten, hetzij dat ze reeds
tot een zelfstandige faculteit zijn uit
gegroeid.
Wat daarbij aangenaam treft, is, dat
er tussen de wetenschappelijke be
oefenaren een hartelijke samenwer
king bestaat. Niet dat het onder hen
koekoek-één-zang is. Er is onder hen
ook verscheidenheid van opvatting, die
in de meeste gevallen ook samenhangt
met het onderscheid in uitgangspunt
en met de principiële instelling.
Maar het aantrekkelijke is, dat men
daar deze verscheidenheid in princi
piële instelling ook geheel en al van
elkander aanvaardt. Men betwist niet
het wetenschappelijke gehalte van eens
anders kijk. Men erkent daar, dat ook
de wetenschap niet los te maken is van
bepaalde vooronderstellingen, die op
zichzelf van buitenwetenschappelijk of
zelfs van bovenwetenschappelijk ka
rakter zijn. En wanneer men tot deze
erkenning gekomen is, is er ook onder
linge waardering en samenwerking
mogelijk.
Er is voor al deze mensen van
wetenschap op de ontzaglijk uitge
breide terreinen, die zich nu gaan
openen, trouwens meer dan werk ge
noeg en men zal vaak zijn aangewezen
op samenwerking en op het profiteren
v^n door anderen bereikte resultaten.
'yOT deze gedachten kwamen we na
lezing van een zo juist verschenen
„Wegwijzer voor de studie in de sociale
wetenschappen", op initiatief en onder
auspiciën van de Sociale Interacade
miale samengesteld door E. Vercruijsse,
soc. drs. (uitgave Van Gorcum en
Comp. N.V., G. II. Hak en dr. H. J.
Prakkc, Assen).
Wie overweegt om voor zijn studie
de sociale wetenschappen te kiezen,
zal van deze wegwijzer veel profijt
kunnen hebben.
Men son en feiten
Dr. Chr. J. Bouwkamp, die benoemd
is tot buitengewoon hoogleraar in de
faculteit der wis- en natuurkunde aan
de rijksuniversiteit te Utrecht en on
derwijs zal geven in de toegepaste
wiskunde, zal op maandag 7 mei in
het groot-auditorium zijn ambt aan
vaarden.
Prof. dr. G. Holst die, in verband met
zijn leeftijd, is afgetreden als curator
van de Technische Hogeschool te Delft,
heeft gistermiddag in de aula afscheid
genomen. Bij dit afscheid, dat door ve
len werd bijgewoond, werden de grote
verdiensten van prof. Holst voor het
technisch hoger onderwijs wel duide
lijk in het licht gesteld.