Drtod
oxie en
fundamentalisme
-De ba lans van 10 jaar geestelijk leven-
GODSDIENSTIG
Boodschap van de presidenten
van de Wereldraad
EEN GEVAARLIJK BEROEP
De schoenen
kraakten niet
WE HADDEN WILLEN BLIJVEN
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 21 APRIL 1956
De zeven presidenten ran de
Wereldraad. Van links naar rechts:
Rev. Henry Knox Sherrill. USA.;
Juhanon Mar Thoma, India: Aarts
bisschop Michael van de Eastern
Orthodox Church in N'oord en
Zuid-Amerika: Bisschop F. K.
Otlo Dibelius, DuitslandBisschop
Santé Uberto Barbieri, Argentinië:
Rev. John Baillio. Schotland: Rev.
G. K. A. Bell, Engeland.
JOURNAAL
De kerk is in beweging. Opgeschrikt uit de letargie van voor de
borlog is het verlangen ontwaakt om weer te worden tot een spre
kende kerk. Dit geldt niet alleen voor de Ned. Herv. Kerk in ons
land, maar ook voor vele andere kerken en groeperingen. De ogen
gaan open voor de geestelijke nood van onze tijd. Niet alleen is dit
«aar in de kerk, die weer Kerk wil zijn, maar ook vele leden hebben
zich aaneengesloten om de Boodschap weer te doen klinken. Het
merkwaardige hierbij is, dat zovele naoorlogse bewegingen bogen
op een typische ortodoxe grondslag.
Jeugd en Evangelie", de beweging
inder de jongeren, die hun vrienden
roor Christus willen winnen, heeft als
[rondslag de drie formulieren van enig-
ieid. De jeugdevangelisatiebeweging
.Youth for Christ" begint haar grond-
lag met de woorden: „Wij geloven dat
e Bijbel het geïnspireerde Woord Gods
dat alleen en onfeilbaar gezag
t." Een dergelijke uitspraak ver-
racht men op het eerste gezicht niet
:n moderne beweging. Vrijwel de-
elfde grondslag hebben ook de Inter-
utional Council of Christian Leader-
hip, een geestelijke beweging onder
eidinggevende kringen, waarvan prin-
es Wilhelmina ere-presidente is; de
nternationale raad van Christelijke
[erken, de orthodoxe oecumenische be-
reging; en „Evangelische Eenheid",
een beweging die de leden der kerken
dichter bij elkaar wil brengen.
De tien jaar sinds de
aatste wereldoorlog heb-
jen ons twee oecumeni
sche raden gegeven, en
conglomeraat van
organisaties, groeperin
gen en "bewegingen. Voor
de oorlog spraken we
generaliserend van or-
todox en vrijzinnig en
daarnaast stonden dan
de secten, die de leer
stellingen van de Dordtse
Synode ook wel aanvaard-
naar tooh niet voor
werden aangezien.
Hierin is evenwei veel
verandering gekomen. De Baptisten
Vrije Evangelische Gemeenten
„kerk" geworden en worden zelden nog
ais sectes betiteld. De grotere kerkge
nootschappen hebben ontdekt dat met
deze kleinere groepen rekening gehou
den moet worden.
ORTODOXIE
De uitdrukking stamt uit het aller
eerste begin van deze eeuw, toen in
1909 in de Verenigde Staten twaalf bro
chures in een oplaag van 10 miljoen
verspreid werden onder de verzamel
naam „The Fundamentals". Zij handel
den over de „grondstellingen van het
Evangelisch Christendom" en richtten
zich speciaal tegen de vrijzinnige theo
logie en het in die jaren ontwikkelde
religieuze socialisme dat een sociaal
E"angelie predikte van: „Eerst de
maag en dan het hart. Eerst het li
chaam en dan de geest". In het begin
werd de naam Fundamentalist in het
bijzonder gebruikt voor chiliasten, de
mensen, die evenals Johannes de Heer
een „maranatha-boodschap" predikten
met sterke nadruk dus op de weder
komst van Christus en het duizendjarig
rijk. Dit is de reden dat de Christian
Reformed Church in Amerika de uit-
wel eens „grote luyden" kunnen worden
heeft de geschiedenis der kerk ons
geleerd.
niet de kerkelijke leiders en theo
logen de leiding gehad, maar gewone
gemeenteleden, die zich wierpen op
werk dat lang door de kerk verw
loosd was. De grote opkomsten in
stadionsamenkomsten van Billy Gra
ham, de overweldigende interesse
de evangelisatiesamenkomsten van
Rotterdam, Haarlem, of Amersfoort
voor Christus, Youth for Christ
spreken van een verlangen naar m
samenkomsten onder de Nederlandse
kerkgangers. Over het algemeen heeft
de leiding van verschillende kerkgenoot
schappen het steeds gezocht in het
tige, kleinere persoonlijker werk en
verlangen misschien niet voldoende
derkent. Waarschijnlijk is juist daarom
werk terecht gekomen
leken en betrekkelijk
De ortodoxie
uc - de tweede
wereldoorlog werd vrijwel bepaald door
/aarden van de drie formulie-
enigheid. Hoewel bepaalde ker
kelijke leiders vlak na de bevrijding
mening waren, dat er nog maar
weinig van deze groepen en kerken zou
uitgaan, en we streven moesten naar
een „doorbraak", en het er inderdaad
jterk op leek dat ons gereformeerd
volksdeel zodanig versplinterd was dat
weinig kracht van zou kunnen uit
gaan, moet men zich toch verbazen
de gebeurtenissen van de laatste
jaren. Men hield een internationale
ijeeumenische gereformeerde synode,
slechts een paar maanden geleden
...;rrl het.Internationaal Gerefomëerd.
Verbond opgericht. Nu het Contact tus-
Hervormden en Gereformeerden
niet tot een sterk positief resultaat
heeft geleid kan men e?n nauwere
aaneensluiting van de gereformeerden
wordt naar een oplossing ge
zocht. Wij staan hier midden in een
geestelijke geschiedenis, waarvan we
de uiteindelijke resultaten niet kunnen
Naast deze innerlijke versterking van
de ortodoxie zien we echter een van
dere, volkomen nieuwe beweging ont-
m. Groepen hebben elkaar de laat-
jaren gevonden, die vroeger vrijwel
geen enkel of zeer weinig onderling con
tact hadden. Terwijl „ortodox" „juiste
betekent (en meestal wordt dan
met „juist" bedoeld „overeenkomstig de
Dordtse Synode"), zien wij nu mensen
samen in comités zitten, die vroeger el
kaar eenvoudig voorbij liepen. De sa
menkomsten van Dr. Billy Graham bijv.
werden voorbereid door Gereformeerd
Bonders en Baptisten, door Vrije Evan-
gelischen en Gereformeerden, ja door
Christelijk Gereformeerden en mensen
van het Leger des Heils.
OVERGEWAAID
Overgewaaid vanuit Amerika heefl
en nieuw woord zijn intrede gedaan:
Fundamentalisme. Tot nu toe werd het
vrijwel alleen op een schampere ma
nier gebruikt, maar dat wil niet zeg
gen dat het in de toekomst geen goede
benaming zou vormen voor een bewe
ging, die wij nu beleven. In Amerika is
oord al zo Ingeburgerd, dat men
spreekt van een tweevoudige tegenstel
ling: „FundamentalismeLiberalisme",
soals wij vroeger ortodox en vrijzinnig
tegenover elkaar plaatsten.
drukking altijd vermeden hbeft. Vooral
in de laatste jaren echter is de bena
ming heel algemeen geworden en
vat ze al de groepen en kerken di
Bijbel als woordelijk geïnspireerd
vaarden en in de maagdelijke geboorte
en lichamelijke opstanding geloven.
Vele gereformeerden hebben tot
toe in Nederland deze uitdrukking
kracht van de hand gewezen, omdat
meenden te zeer te verschillen van
ze groeperingen. Het lijkt mij echter
niet onwaarschijnlijk dat deze benaming
ook in Nederland veld zal winnen. Hoe
het ook zij: Er ontstaat in Nederland
een nieuwe ongezochte en misschien
zekere zin zelfs onbewuste samenbunde-
de toekomstige grondslag
die richting zal niet zozeer de Synode
van Dordt zijn als wel de onfeilbare
spiratie van de Bijbel. Meer en m
wordt openbaar dat de grote vraag
onze tijd is: „Hoe denkt U over Gods
Woord?' En het antwoord van velen is
..De Bijbel heeft onfeilbaar gezag.
Als de "Wetdngchap de Bijbel tegen
spreekt-zal de wetenschap op den duur
tot ander- -inzicht komen, maar de Bij
bel is de onveranderlijke". Dit hoeft
geen theologie te zijn, die alle weten
schap afwijst, maar zij beschouwt de
Bijbel als onveranderlijk, de weten
schap als veranderlijk.
TOEKOMST
Hoe het geestelijk leven van de toe
komst eruit zal zien kan niemand voor
spellen, maar als sommige kerkelijke
leiders deze nieuwe ontwikkeling als
•met-de-tijd-meegaand willen wegcij
feren zouden zij zich wel eens lelijk
kunnen vergissen. Deze richting komt
A" de Bij
autoriteit, de autoriteit
bel; zij spreekt van geloofszekerheid
zij heeft een sterke aantrekkingskracht
op het gewone kerkpubliek, dat zich in
de wetenschap niet zozeer verdiept
heeft. Dat „kleine luyden" evenwel ook
de handen
bekende predikanten. Maar deze bewe
ging openbaart zich niet alleen in mas-
sawerk of pogingen daartoe. We schre
ven reeds over „Jeugd en Evangelie"
en de „International Council of Chris
tian Leadership". Tevens worden op het
ogenblik pogingen ondernomen om
naast de bestaande christelijke studen
tenverenigingen een nieuwe, missionai
re beweging te beginnen. In het buiten
land. vooral in Engeland en Amerika,
heeft deze „Intervarsity Fellowship" op
veel universiteiten alle andere studen
tenorganisaties
teit. Ook onder christelijke zakenmen
sen is hetzelfde streven
aan de gang. Men wil
komen tot een groepering;
die nu eens geen politiek
machtsblok vormt tegen
over de vakbeweging
maar de talenten van deze
mensen mobiliseert
de verbreiding var
Evangelie. Ons
doxe" of misschien ri
gezegd „Bijbel-gelovig"
volksdeel is in beweging
gekomen.
Het allermerkwaardigste
is dat ook groepen mee
getrokken worden, die
lang tot de aparte, enigszins geïsoleerde
groepen of kerken behoorden. Bij Billy
Graham was er een opmerkelijke be
langstelling van de jonge predikanten
uit de Gereformeerde Bond.
Ook in de Christelijk Gereformeerde
Kerken leeft er iets. Lang hebbeu zij
zich in zekere zin afzijdig gehouden van
samenwerken, zij werden daar tenmin
ste steeds weer van beschuldigd. Toen
echter de orthodoxe oecumenische raad
werd gesticht in 1948 (de I.C.C.C.). die
voor zeer fundamentalistisch uitge
scholden wordt, waren zij de enige kerk
in Nederland, die zich direct aansloot
en de overleden predikant Arie Kok,
heeft zeer veel invloed gehad in deze
beweging. Hierdoor is deze kerk in con
tact gekomen met alle mogelijke ande
groeperingen zoals Baptisten en Vrije
kerken en werkt zij met hen samen.
Wie durfde zoiets twintig jaar geleden
te dromen?
Er vormt zich naast de>iioude worto-
doxie een nieuwe, Zowel in ons land
als daarbuiten, waarvoor de toekomst
zal gaan gebrui
ken. Is het „fundamentalisme?" Nie
mand weet het. Het is evenwel hele
maal niet onwaarschijnlijk dac deze
of ,.leken"-bewegirtg buiten de
kerkelijke leiders om zal lopen. Worden
deze bewegingen door de kerken afge-
dan kon er wel eens een eigen
leider met grote organisatorische talen-
pstaan die de stichter wordt van
lieuw kerkgenootschap. Als d& ker
ken evenwel de deuren openzetten zal de-
beweging binnen de kerk zeer vruclit-
baar kunnen werken en misschien een
toe roepen aan de nog steeds
•tgaande afbrokkeling en verzwak
king.
De zeven presidenten tan de Wereldraad
hebben zich in een boodschap gericht tot
de leden van alle aangesloten kerken over
de gehele wereld, die op Pinksterzondag
voorgelezen zal worden. De boodschap her
innert aan de situatie waarin wij leven en
zegt o.a. „De krankzinnigheid der mensen
is zo groot dat wij soms tuimelen op de
rand van zelfmoord dezer wereldDe
presidenten vragen de leden te bidden om
de leiding van de Heilige Geest en de
kansen aan te grijpen, die God schenkt
i advi
regerin
land. Op drie manieren kan gehol
pen worden. In de eerste plaats moet
oproep tot bekering weerklinken. Of h\
evenwel een persoonlijke bekering bedoeld
wordt van afgoden tot de waarachtige God
is de vraag omdat er onmiddellijk
toegevoegd wordt „Conflicten moeten
gelóst worden door de rede en niet
Aantal Rooms-katholieken
in Noorwegen overschat?
Het persbureau van de Ned. Hervorm
de Kerk vestigt er de aandacht op, dat
door verhoogde activiteit in de afgelopen
jaren, zoals het instellen van twee bis
dommen. de bouw van nieuwe kerken
toeneming van het aantal priesters rr
wel eens dacht, dat het Katholicisme
zich in Noorwegen snel uitbreidde. Prof.
Johs Hygen heeft hiernaar een onder
zoek ingesteld dat in „Morgenbladet" ge
publiceerd werd. Bij de volkstelling var
en er 4905 R. Katholieken. In
het getal gedaald tot 4753.
Volgens het blad Vart Land is het ge-
:ces van de Katholieken niet al-
te schrijven aan het voortgaan
de secularisatieproces, maar ook
het feit dat de Evangelische funda:
ten dieper verankerd zijn in het volk
eens wordt aangenomen.
Nieuive catacomben
ontdekt
De Osservatore Romano, het blad van
het Vatikaan. deelt mede dat in Rome
een nieuwe catacombe ontdekt is aan
de Via Latina, waarin men schilderijen
en voorstellingen uit de eerste Christen
tijden van grote archeologische waarde
heeft aangetroffen.
wapengeweld". In de tweede plaats nu
de naties der wereld worden opgeroepen
om niet hun rechten te zoeken maai
rechtvaardigheid te leven. En in de derde
plaats moeten de kerken de tolkerei
de wereld verlangt naar vrede.
Batakse Protestantse
kerk
Onder leiding van dr. J. Sihombing
kwamen enkele weken geleden on
geveer 120 afgevaardigden van de
Batakse Kerk uit Midden- en
Noord-Sumatra in Synode bijeen,
meldt het Evangelisch Luthers
Weekblad. Het zielental van deze
kerk bedraagt 670.000, georgani
seerd in ruim 930 plaatselijke ker
ken. 112 predikanten dienen de ge
meenten, terwijl er op het ogenblik
99 jongelui in opleiding zijn. Deze
kerken bezitten een uitgebreid
schoolsysteem, eigen drukkerij en
uitgeverij, een blindeninrichiing
Hephata en een wezeninrichting
Elim, een eigen jeugdwerk en zie
kenhuiswezen, terwijl bovendien
zending gevoerd wordt op de Men-
tawei-eilanden.
DE VROUW IN
HET AMBT
De discussie over de vrouw in
ambt is nog steeds gaande, niet al
leen in Nederland, maar ook ii
meeste Scandinavische landen. Toen
in" Denemarken een vrouwelijke
hulppredikante aangesteld werd,
weigerde de bisschop van Viborg op
grond van Gods Woord haar te er
kennen, hoewel de Deense Rijksdag,
die ook over kerkelijke zaken kan
beslissen, de weg voor de vrouw tot
het ambt geopend had. Bisschop
Baun werd fel aangevallen en men
gebruikte zelfs woorden: „onchris
telijk" en „onmenselijk" in de po
lemiek.
Prof. Prenter is hem nu in de naam
van de kerk te hulp gekomen met
de mededeling, dat de Rijksdag
schien wel de staatkundige wetge
ver der kerk kan zijn, maar nimme
de hoogste autoriteit over geeste
lijke zaken. Als dat waar was, zot
men in de leer van het nationaal-
socialisme vervaVen. Geen geeste
lijke. die naar beste geweten de
Heilige Schrift wil volgen, mag vol
gens Prof. Prenter. beschimpt 1
den als ziin opvatting dwars tegen
een toevallige meerderheid van de
Riiksdag ingaat.
fn alle landen gaat het gesvrek over
de vrouw in het ambt door. De con
eludes "in evenwel vaak teoenge
steld. TerwHl de Presbyteriaansi
kerken in Amerika de vrouw toe
lieten, werd zij juist in de aiooin
pen maand op grond van de B»ib*I
in Nonrweaen aevjeiaerd Het einde
van het theologisch probleem
dus nog nief in zicht.
ZENDINGSWERK IN
INDIA
Het zendingswerk in India wordt ei
niet eenvoudiger op. De regering
van het land dringt er op aan,
de Indiase kerken zelf het werk ter
hand nemen en iedere buitenlandse
invloed zoveel mogelijk wordt te
gengegaan. Slechts zendelingen, die
een diploma bezitten als leraar,
arts of sociaal werker krijgen een
visum. Volgens een onlangs afgeleg
de verklaring van de minister van
binnenlandse zaken in het parle
ment gelden deze beperkende voor
waarden niet voor zendelingen van
landen van het Britse Gemenebest.
„Ober het algemeen wordt -het
wérk'van een dominee niet zwaar ge
acht. Het publiek meent dat zij een
gemakkelijke „baan" hebben. Daarin
vergist het publiek zich, zoals in vele
andere dingen," schrijft H. J. J. in
De Reformatie. In dit artikel wordt
met bedoeld het levensgevaar of ziek
te gevaar verbonden aan dit beroep,
maar wel zijn er andere gevaren, die
een leek zo licht over het hoofd ziet.
Schrijver noemt er ver. 4 lillendeDaar
is bijv. het gevaar van moedeloosheid.
De predikant merkt weinig vrucht op
zijn werk; krijgt het gevoel dat hij op
rotsen ploegt. De gemeente zwijgt in
alle talen. Dan kan de dominee het
gevoel krijgen alleen te staan, vooral
als hii met niemand eens over zijn
moeilijkheden kan praten. Bovendien
A/WWWWWV>A/WWVA
0 In een Afrikaans dorp begaf een
neger, lid der plaatselijke christen
gemeente, zich naar een schoen
maker om een paar nieuwe schoenen
te kopen. Met een uitstekend zittend
paar schoenen onder de arm ging hij
gelukkig huiswaarts. Enige weken
later bracht hij de schoenen terug.
Pasten zij niet goed? vroeg de koop
man. O ja! Deugt de kwaliteit dan
niet? O ja! Waarom breng je ze
dan terug? Het antwoord luidde:
Omdat ze niet kraken. Het bleek dat
de man schoenen wilde hebben die
kraakten als hij er 's Zondags mee
door de kerk liep. Hij wilde iets
hebben dat de aandacht vestigde op
zijn persoon.
(Het Zoeklicht) 3^
door
DOROTHY S. MCCAMMOIS
6. De Bevrijders komen
Terwijl het werk langzaam maar zeker
groeide, vermeerderden zich ook de geruchten
over de komst van de communistische legers.
Ze wonnen terrein. De Nationalistische rege
ring verhuisde naar Chengtu; mensen begon
nen te vluchten en van 's morgens vroeg tot
's avonds laat trok een tragische stoet van
angstigen langs ons huis. Op 2 december 1949
viel de dichtsbijzijnde stad Peipei. Het werd
duidelijk dat de Nationalisten geen kans meer
hadden. Steeds meer troepen trokken zich te
rug; de aanval op onze stad was niet ver meer
af. Bang voor beschietingen gingen ook wij on
ze koffers pakken. Om beurten wilden we wa
ken. maar eigenlijk waren we te slaperig door
het gebrek aan voldoende nachtrust. We aten
alles op wat nog in onze provisiekast aanwezig
was, meer uit zenuwachtigheid dan honger.
De nacht was vol spanning. Een doodse stilte
daalde over de donkere stad de honden blaften
zelfs niet. Een paar scherpe schoten wekten
ons uit een nerveuze sluimer, maar we konden
niet ontdekken wat er aan de hand was. Om twee
uur stond Don op omdat hij toch niet meer slapen
kon. Nog steeds trokken rijen mensen de stad uit.
Vaag weerklonken uit de verte geweerschoten. Om
elf uur kwam iedereen weer terug hollen. De vuur
werkwinkel deed goede zaken en toen de commu
nistische soldaten de stad binnentrokken, kregen
ze een daverend welkom. De bakens werden ver
zet. De machtsovername geschiedde heel rustig.
De Nationalisten hadden nog net op tijd kans ge
zien om te verdwijnen hoewel sommigen wel hard
moesten lopen om niet gezien te worden. Alles
gebeurde zo snel dat plunderaars geen kans kre
gen om de huizen leeg te halen. De zon scheen
helder op de „bevrijde" stad. Volgens de eerste
berichten trokken 20.000 nationalisten zich terug
om plaats te maken voor 300 communisten.
Het werk veranderde onmiddellijk van karakter.
De Engelse Bijbelklas kon niet doorgaan, omdat
niemand kwam opdagen. De kerkdienst van de
eerste zondag had een vrij goede opkomst, maar
aan de preek kwamen we eenvoudig niet toe. De
dienst werd in gebed doorgebracht. Wel moesten
we in een extra-dienst spreken. Mevrouw Li. een
van onze lidmaten was door een granaatscherf ge
dood en haar man vroeg ons de begrafenis te ver
zorgen. De gehele dienst werd tussen 300 commu
nistische soldaten gehouden, die het huis en het
erf voor een paar dagen hadden „geleend". Ze
verdrongen zich om ons en luisterden aandachtig.
Ze keken zelfs over onze schouders mee in het
gezangboek, toen we zongen. Er was werkelijk
moed voor nodig om ons onder deze omstandig
heden te vragen. We bewonderden er mijnheer L'
laten bouwen, maar voor het helemaal af
hij naar een andere plaats vertrokken
mand had er naar omgekeken. We wa
blij geweest, want het staat bijna bovenop
eigen huis. Toen ik utJ r"
Ook in het stadsleven we
gen gekomen. Goed geklede
se kieren wérden met mee
die gewoonlijk i
zorgvuldig met modder ingesmeerde
nen schoenen aan „Ik geloof dat de bevrijders
mijn andere kleren niet graag zien", merk-
ochtend uit 'onze kamer
kwam, staken er tientallen soldatenhoofden uit de
bovenramen en riepen me hello" en „Good
morning" toe. Zo lang ze hun klassen of oefenin
gen hadden, werden we met rust gelaten, maar
als ze thuis kwamen was het met onze vrede uit.
Ik heb wel eens gedacht dat ze speciaal in dat
huis ingekwartierd werden om te zingen. Zo hard
ze konden brulden ze het ene lied na het andere.
Zondags luisterden ze naar ons, als we voor de
deur van de kerk zongen en de mensen voor de
dienst uitnodigden, en de gehele verdere week
kregen we onze liederen in een niet zo nette her
ziene berijming te horen.
Natuurlijk kregen we al gauw een brochure,
waarin een groot aantal vragen stond ter beant
woording voor vreemdelingen. Dit was een voor
lopige registratie. Don en een paar Chinese vrien
den besteedden heel wat uurtjes aan de beant
woording van de talloze vragen over onze leeftijd,
geschiedenis, achtergrond, familieleden, vrienden
en weet ik wat al niet. Toen we ons echter bij
het regeringskantoor meldden, vonden zij het veel
te beknopt en moesten we weer helemaal opnieuw
beginnen. De -man die ons interviewde was vrij
zakelijk en zeker redelijk. We konden bijna ons
n grote verandenn- lachen niet inhouden toen hij zijn meerdere heel
ensen en buitenland- ernstig vroeg, of hij zijn pen wel even aan ons
gezien. Een vriend mocht uitlenen, zodat wij de vereiste handteke-
Amerikaans leger- ningen zouden kunnen zetten. De laatste medede-
j --de rode Hng van deze kameraad hield in, dat zij ons wil-
en met den beschermen en dat het daarom beter
hebben vele predikanten vooral op
platteland financiële - zorgen, vooral als
er opgroeiende kinderen zijn, die lange
reizen moeten maken om naar school
te gaan. Daarom geeft H. J. J. de raad:
..Heeft een preek u getroost? Laat het
dan eens merken. Heeft een preek u
van zonde weerhouden of voor een
kwaad bewaard? Zeg dat bij gelegen
heid dan eensLaat er toch ook
voor de dienaar des Woord gebeden
worden.
Er is nog
dominee niet
werk Ee dominee behoeft
alles en nog wat te doen. Maar voor
alles is hy Evangeliedienaar. Niet alleen
op de stoel maar vooral ook aan de
huizenLaat men ook toezien, dat
men door allerlei gemeenschapsplichten
niet van zijn werk wordt afgehouden
Recepties zijn aardig als men er van
houdt. Maar niet altijd noodzakelijk."
Daar is dan ook het derde gevaar.
„Een dominee kan het vreselijk druk
hebben en toch niets doen. Niets doen
van hetgeen tot zyn eigenlijke taak be
hoort. Hij heeft een gevaarlijk beroep
Ook hierom, omdat niemand hem
eigenlijk kan controleren. Hij kan „lui"
worden omdat hij te weinig te doen
heeft. Hij kai| „lui" worden omdat hij
teveel te doen heeft. Als men het ge
voel heeft „Ik kom er toch nooit door,
dan kan het zover komen dat men er
ook niet aan begint."
De schrijver eindigt dan zijn artikel
met de woorden: ..Laten allen, die een
oncontroleerbaar beroep hebben, toch
dicht bij de Heere leven en wandelen
voor zijn aangezicht."
ok de s
hun bescherming
te hij lakoniek op. Ik herkende zelfs één
bestgeklede vrouwen van de stad niet, toen
kwam vertellen dat haar huis geplunderd
Zonder make-up, juwelen en zijde
een gewone boerenvrouw.
Na enkele dagen bereikte de hoofdmacht var
het leger de stad. Een legerafdeling zorgde vooi
eigen inkwartiering in onze straat. Een stel kwarr
°°k ons erf op. maar toen ik naar buiten kwam
en zij mijn buitenlandse gelaatstrekken zagen, zei
den ze dat ze zich vergist hadden en verdwener
ze weer. Niet lang liet men ons echter alleen
Geregeld kwamen soldaten ons een bezoek bren- durfden
?en om iets te mogen lenen. We scheepten ze ech toch. ondanks al
ter steeds weer af met de mededeling dat het ons
echt niet schikte. We waren bang. dat ze de hel'
hand zouden nemen als we hen slechts een vinger-
slechts zeer voorlopig was en dat de echte
de gistra tie nog zou komen.
ins Langzaam vergingen de dagen en weken. Ons
werk ging in aantal achteruit. De zondagsschool
slechts had nog slechts 8 leerlingen van de oorspronke
lijke 250 over. Van de drie zondagsschool-onder
wijzeressen ging er één dienst nemen in het rode
leger, terwijl de tweede eenvoudig niet meer
kwam opdagen. Anderen die misschien in hun hart
graag trouw hadden willen zijn, konden de moed
niet opbrengen om trouw de diensten te bezoeken
uit angst dat ze voor spionnenhelpers zouden wor
den aangezien. Slechts enkelen bleven trouw. We
dingen aan te halen, maar
:e strijd en moeilijkheden
merkten we dat God ons niet verlaten had. Onze
ezigheid in China had nog altijd waarde.
kootje zouden geven. In februari kregen 1
ter nieuwe buren, een troep meisjes van het
Vrouwelijk Hulp Korps. Het waren allemaal leer
lingen van middelbare scholen die dienst geno
men hadden, en het leek meer op een meisjes
kostschool dan een leger. Een maand later werd
het nimmer geheel afgebouwde huis aan de an-
'•"•e kant in beslag genomen Iemand had het
altijd nog per-
VOLGENDE WEEK:
Een zwaar besluit
Een nieuw hart
Ik zat enige dagen geleden ergens in
een restaurant toen plotseling aan een
tafeltje naast mij een vrouwenstem uit
schoot: „In geen geval heeft ze een goed
hart!" Ik wilde niet luisteren naar een
gesprek dat mij niet aanging, maar deze
woorden bleven zich vasthaken in mijn
geheugen. Enkele dagen later zat ik te
genover een keurig geklede dame, die na
een spreekbeurt naar mij toe kwam en
vroeg: „Mijnheer, kunt U mij het geloof
van mijn vader teruggeven?" Het was
een trieste geschiedenis van een braaf
en goed leven, zonder rust, zonder vre
de. Het is gemakkelijk om van een an
der te zeggen: Geen goed hart, het was
moeilijk voor deze dame. het is moei
lijk voor iedereen om te erkennen. „Arg
listig is het hart boven alles." (Jere-
mia 17:9a>. Ons hart is zo arglistig, dat
het de zonden van anderen vergroot,
maar eigen gebreken goed praat onder
het mom van: Zo ben ik nu eenmaal,
dat heb ik in mijn karakter meegekre
gen, daar kan ik niets aan doen. Het
eigenaardige is dat het hart met die
laatste woorden nog gelijk heeft ook,
alleen zegt het hart er (on)wijselijk niet
achter dat God zegt: „Een nieuw hart
zal ik U geven en een nieuwe geest in
uw binnenste; het hart van steen zal
ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal
u een hart van vlees geven." (Ezechiël
36:26U
Illllllllllllllllllllllllllllll'
In de schaduw
van de dood
Op mijn bureau ligt een rouwkaart.
Een bekend geestelijk leider is gestor
ven en ik zal zijn familie een condo-
leantie moeten sturen. Welke woorden
te vinden als troost? Ze klinken vaak
zo hol en zo leeg. Terwijl ik over deze
dingen nadenk blader ik door een En
gels tijdschrift en valt mijn oog op de
laatste brief, geschreven door één van
Engelands grootste predikers van de vo
rige generatie dr. F. B. Meyer. Een
paar dagen voor zijn dood schreef hij
aan een paar van zijn beste vrienden:
Beste Ik heb net tot mijn verba
zing gehoord, dat ik nog maar een paar
dagen te leven heb. Misschien heb ik,
voor je deze brief zelfs maar ontvangt,
het paleis betreden. Schrijf me maar
niet. We ontmoeten elkaar in de mor
genstond. Met veel liefde, je toegenegen
F. B. Meyer. Op zulk een ogenblik
schuift men de Koning der Verschrik
king niet zo eenvoudig terzijde. Slechts
als we weten werkelijk in Christus ge
borgen te zijn, kunnen we zeker zijn dat
er een „morgenstond" is. Men beweert
wel eens in kerkelijke kringen, dat we
niet zoveel over de hemel moeten pra
ten. dat zou irreëel zijn, we moeten
meer over de aarde spreken, want daar
is ons leven. Maar als we het kleine
mootje tijd van ons leven plaatsen naast
die geweldig grote eeuwigheid, lijkt het
me toch heel reëel orh te mogen weten
dat die eeuwigheid een „morgenstond"
is waar Christus de Morgenster is.
•iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiur
Kunstmaan voor
atheïstische
propaganda
De Oostduitse communisten hebben
een nieuwe propagandastunt ontdekt in
de vorm van de komende kunstmanen.
Een dagblad in Stalinstadt, dat com
mentaar gaf op het rapport uit de Sow-
jetufiie. dat een kunstmaan nog dit jaar
zal wórden afgeschoten, schreef: „We
zijn er van overtuigd dat deze satelliet,
die volgens het geloof van de kerk he
melse sferen zal doorklieven, eindelijk
de legendarische figuur God van Zijn
troon zal stoten." Hoewel ik mij niet
graag overgeef aan toekomstvoorspel-
:n', moest ik toch denken aan twee
onen uit de Bijbel, die iets derge
lijks verkondigden: Nebukadnezar zei,
„Is dit niet het grote Babel, dat ik ge
bouwd heb tot een huis des koninkrijks,
door de sterkte mijner macht, en ter
ere mijner heerlijkheid." en niet lang
daarna was hij krankzinnig. De tweede
is koning Herodes uit het Nieuwe
Testament, die het volk toesprak en met
genoegen luisterde naar de woorden van
het dwaze volk, „Een stem van God,
en niet van mensen!" Van dat ogenblik
af werd hij door de wormen gegeten en
stierf onder helse pijnen. Nergens in de
Bijbel staat dat de kunstmanen tot mis
lukking gedoemd zijn, maar wel staat
i de Bijbel: „Een naijverig God en
wreker is de HERE en vol van
grimmigheid, een wreker is de HERE
zijn tegenstanders.
Veertig Griekse vluchtelingenkinderen
uit Albanië kregen onderdak in het
Jannina Dagklcuterhuis in Epirus. Deze
groep komt uil een barakkenkamp waar
240 gezinnen in de erbarmelijkste om
standigheden verkeren. Zij zijn het slacht
offer tan de moderne politiek. Omdat
zij uit streken komen, die de Grieken
voor zichzelf opeisen van Albanië, val
len ze niet onder de vluchtelingenuet-
geving en vluchtelingenhulp. Deze
kleuterschool wordt in stand gehouden
door gaten van kerken aangesloten bij
de Wereldraad.
ra-trtrtrtrir<rtrair{rti&<rCrtc{i-£rir£rtc{rttir-Cri'r(rtrtrCctrtrtcirtr&
Nieuwe ontdekkingen bij de Dode Zee
Reeds sinds enige tijd zijn er bij de Dode Zee opgravingen aan de gang en is men
gestoten op de resten van het arsenaal van Koning Herodes en het levensmiddelen-
magazijn van de oude Joodse vesting Massada, meldt de evangelische Pressc Dienst
uit Jeruzalem. Volgens dr. Johanan Aharoni heeft men de wapenkamer in brand
gestoken bij de komst van de Romeinse strijdkrachten. De vesting Massada viel in liet
jaar 73 voor Christus in handen van de Romeinen. De 960 man bezetting die tot de
Sicarri-secte behoorde moet by de aanval een massale zelfmoord gepleegd hebben. By
1 PapyruB, die veel lijkt op de geschriften die in do
i zyn.