Drtod oxie en fundamentalisme -De ba lans van 10 jaar geestelijk leven- GODSDIENSTIG Boodschap van de presidenten van de Wereldraad EEN GEVAARLIJK BEROEP De schoenen kraakten niet WE HADDEN WILLEN BLIJVEN ZONDAGSBLAD ZATERDAG 21 APRIL 1956 De zeven presidenten ran de Wereldraad. Van links naar rechts: Rev. Henry Knox Sherrill. USA.; Juhanon Mar Thoma, India: Aarts bisschop Michael van de Eastern Orthodox Church in N'oord en Zuid-Amerika: Bisschop F. K. Otlo Dibelius, DuitslandBisschop Santé Uberto Barbieri, Argentinië: Rev. John Baillio. Schotland: Rev. G. K. A. Bell, Engeland. JOURNAAL De kerk is in beweging. Opgeschrikt uit de letargie van voor de borlog is het verlangen ontwaakt om weer te worden tot een spre kende kerk. Dit geldt niet alleen voor de Ned. Herv. Kerk in ons land, maar ook voor vele andere kerken en groeperingen. De ogen gaan open voor de geestelijke nood van onze tijd. Niet alleen is dit «aar in de kerk, die weer Kerk wil zijn, maar ook vele leden hebben zich aaneengesloten om de Boodschap weer te doen klinken. Het merkwaardige hierbij is, dat zovele naoorlogse bewegingen bogen op een typische ortodoxe grondslag. Jeugd en Evangelie", de beweging inder de jongeren, die hun vrienden roor Christus willen winnen, heeft als [rondslag de drie formulieren van enig- ieid. De jeugdevangelisatiebeweging .Youth for Christ" begint haar grond- lag met de woorden: „Wij geloven dat e Bijbel het geïnspireerde Woord Gods dat alleen en onfeilbaar gezag t." Een dergelijke uitspraak ver- racht men op het eerste gezicht niet :n moderne beweging. Vrijwel de- elfde grondslag hebben ook de Inter- utional Council of Christian Leader- hip, een geestelijke beweging onder eidinggevende kringen, waarvan prin- es Wilhelmina ere-presidente is; de nternationale raad van Christelijke [erken, de orthodoxe oecumenische be- reging; en „Evangelische Eenheid", een beweging die de leden der kerken dichter bij elkaar wil brengen. De tien jaar sinds de aatste wereldoorlog heb- jen ons twee oecumeni sche raden gegeven, en conglomeraat van organisaties, groeperin gen en "bewegingen. Voor de oorlog spraken we generaliserend van or- todox en vrijzinnig en daarnaast stonden dan de secten, die de leer stellingen van de Dordtse Synode ook wel aanvaard- naar tooh niet voor werden aangezien. Hierin is evenwei veel verandering gekomen. De Baptisten Vrije Evangelische Gemeenten „kerk" geworden en worden zelden nog ais sectes betiteld. De grotere kerkge nootschappen hebben ontdekt dat met deze kleinere groepen rekening gehou den moet worden. ORTODOXIE De uitdrukking stamt uit het aller eerste begin van deze eeuw, toen in 1909 in de Verenigde Staten twaalf bro chures in een oplaag van 10 miljoen verspreid werden onder de verzamel naam „The Fundamentals". Zij handel den over de „grondstellingen van het Evangelisch Christendom" en richtten zich speciaal tegen de vrijzinnige theo logie en het in die jaren ontwikkelde religieuze socialisme dat een sociaal E"angelie predikte van: „Eerst de maag en dan het hart. Eerst het li chaam en dan de geest". In het begin werd de naam Fundamentalist in het bijzonder gebruikt voor chiliasten, de mensen, die evenals Johannes de Heer een „maranatha-boodschap" predikten met sterke nadruk dus op de weder komst van Christus en het duizendjarig rijk. Dit is de reden dat de Christian Reformed Church in Amerika de uit- wel eens „grote luyden" kunnen worden heeft de geschiedenis der kerk ons geleerd. niet de kerkelijke leiders en theo logen de leiding gehad, maar gewone gemeenteleden, die zich wierpen op werk dat lang door de kerk verw loosd was. De grote opkomsten in stadionsamenkomsten van Billy Gra ham, de overweldigende interesse de evangelisatiesamenkomsten van Rotterdam, Haarlem, of Amersfoort voor Christus, Youth for Christ spreken van een verlangen naar m samenkomsten onder de Nederlandse kerkgangers. Over het algemeen heeft de leiding van verschillende kerkgenoot schappen het steeds gezocht in het tige, kleinere persoonlijker werk en verlangen misschien niet voldoende derkent. Waarschijnlijk is juist daarom werk terecht gekomen leken en betrekkelijk De ortodoxie uc - de tweede wereldoorlog werd vrijwel bepaald door /aarden van de drie formulie- enigheid. Hoewel bepaalde ker kelijke leiders vlak na de bevrijding mening waren, dat er nog maar weinig van deze groepen en kerken zou uitgaan, en we streven moesten naar een „doorbraak", en het er inderdaad jterk op leek dat ons gereformeerd volksdeel zodanig versplinterd was dat weinig kracht van zou kunnen uit gaan, moet men zich toch verbazen de gebeurtenissen van de laatste jaren. Men hield een internationale ijeeumenische gereformeerde synode, slechts een paar maanden geleden ...;rrl het.Internationaal Gerefomëerd. Verbond opgericht. Nu het Contact tus- Hervormden en Gereformeerden niet tot een sterk positief resultaat heeft geleid kan men e?n nauwere aaneensluiting van de gereformeerden wordt naar een oplossing ge zocht. Wij staan hier midden in een geestelijke geschiedenis, waarvan we de uiteindelijke resultaten niet kunnen Naast deze innerlijke versterking van de ortodoxie zien we echter een van dere, volkomen nieuwe beweging ont- m. Groepen hebben elkaar de laat- jaren gevonden, die vroeger vrijwel geen enkel of zeer weinig onderling con tact hadden. Terwijl „ortodox" „juiste betekent (en meestal wordt dan met „juist" bedoeld „overeenkomstig de Dordtse Synode"), zien wij nu mensen samen in comités zitten, die vroeger el kaar eenvoudig voorbij liepen. De sa menkomsten van Dr. Billy Graham bijv. werden voorbereid door Gereformeerd Bonders en Baptisten, door Vrije Evan- gelischen en Gereformeerden, ja door Christelijk Gereformeerden en mensen van het Leger des Heils. OVERGEWAAID Overgewaaid vanuit Amerika heefl en nieuw woord zijn intrede gedaan: Fundamentalisme. Tot nu toe werd het vrijwel alleen op een schampere ma nier gebruikt, maar dat wil niet zeg gen dat het in de toekomst geen goede benaming zou vormen voor een bewe ging, die wij nu beleven. In Amerika is oord al zo Ingeburgerd, dat men spreekt van een tweevoudige tegenstel ling: „FundamentalismeLiberalisme", soals wij vroeger ortodox en vrijzinnig tegenover elkaar plaatsten. drukking altijd vermeden hbeft. Vooral in de laatste jaren echter is de bena ming heel algemeen geworden en vat ze al de groepen en kerken di Bijbel als woordelijk geïnspireerd vaarden en in de maagdelijke geboorte en lichamelijke opstanding geloven. Vele gereformeerden hebben tot toe in Nederland deze uitdrukking kracht van de hand gewezen, omdat meenden te zeer te verschillen van ze groeperingen. Het lijkt mij echter niet onwaarschijnlijk dat deze benaming ook in Nederland veld zal winnen. Hoe het ook zij: Er ontstaat in Nederland een nieuwe ongezochte en misschien zekere zin zelfs onbewuste samenbunde- de toekomstige grondslag die richting zal niet zozeer de Synode van Dordt zijn als wel de onfeilbare spiratie van de Bijbel. Meer en m wordt openbaar dat de grote vraag onze tijd is: „Hoe denkt U over Gods Woord?' En het antwoord van velen is ..De Bijbel heeft onfeilbaar gezag. Als de "Wetdngchap de Bijbel tegen spreekt-zal de wetenschap op den duur tot ander- -inzicht komen, maar de Bij bel is de onveranderlijke". Dit hoeft geen theologie te zijn, die alle weten schap afwijst, maar zij beschouwt de Bijbel als onveranderlijk, de weten schap als veranderlijk. TOEKOMST Hoe het geestelijk leven van de toe komst eruit zal zien kan niemand voor spellen, maar als sommige kerkelijke leiders deze nieuwe ontwikkeling als •met-de-tijd-meegaand willen wegcij feren zouden zij zich wel eens lelijk kunnen vergissen. Deze richting komt A" de Bij autoriteit, de autoriteit bel; zij spreekt van geloofszekerheid zij heeft een sterke aantrekkingskracht op het gewone kerkpubliek, dat zich in de wetenschap niet zozeer verdiept heeft. Dat „kleine luyden" evenwel ook de handen bekende predikanten. Maar deze bewe ging openbaart zich niet alleen in mas- sawerk of pogingen daartoe. We schre ven reeds over „Jeugd en Evangelie" en de „International Council of Chris tian Leadership". Tevens worden op het ogenblik pogingen ondernomen om naast de bestaande christelijke studen tenverenigingen een nieuwe, missionai re beweging te beginnen. In het buiten land. vooral in Engeland en Amerika, heeft deze „Intervarsity Fellowship" op veel universiteiten alle andere studen tenorganisaties teit. Ook onder christelijke zakenmen sen is hetzelfde streven aan de gang. Men wil komen tot een groepering; die nu eens geen politiek machtsblok vormt tegen over de vakbeweging maar de talenten van deze mensen mobiliseert de verbreiding var Evangelie. Ons doxe" of misschien ri gezegd „Bijbel-gelovig" volksdeel is in beweging gekomen. Het allermerkwaardigste is dat ook groepen mee getrokken worden, die lang tot de aparte, enigszins geïsoleerde groepen of kerken behoorden. Bij Billy Graham was er een opmerkelijke be langstelling van de jonge predikanten uit de Gereformeerde Bond. Ook in de Christelijk Gereformeerde Kerken leeft er iets. Lang hebbeu zij zich in zekere zin afzijdig gehouden van samenwerken, zij werden daar tenmin ste steeds weer van beschuldigd. Toen echter de orthodoxe oecumenische raad werd gesticht in 1948 (de I.C.C.C.). die voor zeer fundamentalistisch uitge scholden wordt, waren zij de enige kerk in Nederland, die zich direct aansloot en de overleden predikant Arie Kok, heeft zeer veel invloed gehad in deze beweging. Hierdoor is deze kerk in con tact gekomen met alle mogelijke ande groeperingen zoals Baptisten en Vrije kerken en werkt zij met hen samen. Wie durfde zoiets twintig jaar geleden te dromen? Er vormt zich naast de>iioude worto- doxie een nieuwe, Zowel in ons land als daarbuiten, waarvoor de toekomst zal gaan gebrui ken. Is het „fundamentalisme?" Nie mand weet het. Het is evenwel hele maal niet onwaarschijnlijk dac deze of ,.leken"-bewegirtg buiten de kerkelijke leiders om zal lopen. Worden deze bewegingen door de kerken afge- dan kon er wel eens een eigen leider met grote organisatorische talen- pstaan die de stichter wordt van lieuw kerkgenootschap. Als d& ker ken evenwel de deuren openzetten zal de- beweging binnen de kerk zeer vruclit- baar kunnen werken en misschien een toe roepen aan de nog steeds •tgaande afbrokkeling en verzwak king. De zeven presidenten tan de Wereldraad hebben zich in een boodschap gericht tot de leden van alle aangesloten kerken over de gehele wereld, die op Pinksterzondag voorgelezen zal worden. De boodschap her innert aan de situatie waarin wij leven en zegt o.a. „De krankzinnigheid der mensen is zo groot dat wij soms tuimelen op de rand van zelfmoord dezer wereldDe presidenten vragen de leden te bidden om de leiding van de Heilige Geest en de kansen aan te grijpen, die God schenkt i advi regerin land. Op drie manieren kan gehol pen worden. In de eerste plaats moet oproep tot bekering weerklinken. Of h\ evenwel een persoonlijke bekering bedoeld wordt van afgoden tot de waarachtige God is de vraag omdat er onmiddellijk toegevoegd wordt „Conflicten moeten gelóst worden door de rede en niet Aantal Rooms-katholieken in Noorwegen overschat? Het persbureau van de Ned. Hervorm de Kerk vestigt er de aandacht op, dat door verhoogde activiteit in de afgelopen jaren, zoals het instellen van twee bis dommen. de bouw van nieuwe kerken toeneming van het aantal priesters rr wel eens dacht, dat het Katholicisme zich in Noorwegen snel uitbreidde. Prof. Johs Hygen heeft hiernaar een onder zoek ingesteld dat in „Morgenbladet" ge publiceerd werd. Bij de volkstelling var en er 4905 R. Katholieken. In het getal gedaald tot 4753. Volgens het blad Vart Land is het ge- :ces van de Katholieken niet al- te schrijven aan het voortgaan de secularisatieproces, maar ook het feit dat de Evangelische funda: ten dieper verankerd zijn in het volk eens wordt aangenomen. Nieuive catacomben ontdekt De Osservatore Romano, het blad van het Vatikaan. deelt mede dat in Rome een nieuwe catacombe ontdekt is aan de Via Latina, waarin men schilderijen en voorstellingen uit de eerste Christen tijden van grote archeologische waarde heeft aangetroffen. wapengeweld". In de tweede plaats nu de naties der wereld worden opgeroepen om niet hun rechten te zoeken maai rechtvaardigheid te leven. En in de derde plaats moeten de kerken de tolkerei de wereld verlangt naar vrede. Batakse Protestantse kerk Onder leiding van dr. J. Sihombing kwamen enkele weken geleden on geveer 120 afgevaardigden van de Batakse Kerk uit Midden- en Noord-Sumatra in Synode bijeen, meldt het Evangelisch Luthers Weekblad. Het zielental van deze kerk bedraagt 670.000, georgani seerd in ruim 930 plaatselijke ker ken. 112 predikanten dienen de ge meenten, terwijl er op het ogenblik 99 jongelui in opleiding zijn. Deze kerken bezitten een uitgebreid schoolsysteem, eigen drukkerij en uitgeverij, een blindeninrichiing Hephata en een wezeninrichting Elim, een eigen jeugdwerk en zie kenhuiswezen, terwijl bovendien zending gevoerd wordt op de Men- tawei-eilanden. DE VROUW IN HET AMBT De discussie over de vrouw in ambt is nog steeds gaande, niet al leen in Nederland, maar ook ii meeste Scandinavische landen. Toen in" Denemarken een vrouwelijke hulppredikante aangesteld werd, weigerde de bisschop van Viborg op grond van Gods Woord haar te er kennen, hoewel de Deense Rijksdag, die ook over kerkelijke zaken kan beslissen, de weg voor de vrouw tot het ambt geopend had. Bisschop Baun werd fel aangevallen en men gebruikte zelfs woorden: „onchris telijk" en „onmenselijk" in de po lemiek. Prof. Prenter is hem nu in de naam van de kerk te hulp gekomen met de mededeling, dat de Rijksdag schien wel de staatkundige wetge ver der kerk kan zijn, maar nimme de hoogste autoriteit over geeste lijke zaken. Als dat waar was, zot men in de leer van het nationaal- socialisme vervaVen. Geen geeste lijke. die naar beste geweten de Heilige Schrift wil volgen, mag vol gens Prof. Prenter. beschimpt 1 den als ziin opvatting dwars tegen een toevallige meerderheid van de Riiksdag ingaat. fn alle landen gaat het gesvrek over de vrouw in het ambt door. De con eludes "in evenwel vaak teoenge steld. TerwHl de Presbyteriaansi kerken in Amerika de vrouw toe lieten, werd zij juist in de aiooin pen maand op grond van de B»ib*I in Nonrweaen aevjeiaerd Het einde van het theologisch probleem dus nog nief in zicht. ZENDINGSWERK IN INDIA Het zendingswerk in India wordt ei niet eenvoudiger op. De regering van het land dringt er op aan, de Indiase kerken zelf het werk ter hand nemen en iedere buitenlandse invloed zoveel mogelijk wordt te gengegaan. Slechts zendelingen, die een diploma bezitten als leraar, arts of sociaal werker krijgen een visum. Volgens een onlangs afgeleg de verklaring van de minister van binnenlandse zaken in het parle ment gelden deze beperkende voor waarden niet voor zendelingen van landen van het Britse Gemenebest. „Ober het algemeen wordt -het wérk'van een dominee niet zwaar ge acht. Het publiek meent dat zij een gemakkelijke „baan" hebben. Daarin vergist het publiek zich, zoals in vele andere dingen," schrijft H. J. J. in De Reformatie. In dit artikel wordt met bedoeld het levensgevaar of ziek te gevaar verbonden aan dit beroep, maar wel zijn er andere gevaren, die een leek zo licht over het hoofd ziet. Schrijver noemt er ver. 4 lillendeDaar is bijv. het gevaar van moedeloosheid. De predikant merkt weinig vrucht op zijn werk; krijgt het gevoel dat hij op rotsen ploegt. De gemeente zwijgt in alle talen. Dan kan de dominee het gevoel krijgen alleen te staan, vooral als hii met niemand eens over zijn moeilijkheden kan praten. Bovendien A/WWWWWV>A/WWVA 0 In een Afrikaans dorp begaf een neger, lid der plaatselijke christen gemeente, zich naar een schoen maker om een paar nieuwe schoenen te kopen. Met een uitstekend zittend paar schoenen onder de arm ging hij gelukkig huiswaarts. Enige weken later bracht hij de schoenen terug. Pasten zij niet goed? vroeg de koop man. O ja! Deugt de kwaliteit dan niet? O ja! Waarom breng je ze dan terug? Het antwoord luidde: Omdat ze niet kraken. Het bleek dat de man schoenen wilde hebben die kraakten als hij er 's Zondags mee door de kerk liep. Hij wilde iets hebben dat de aandacht vestigde op zijn persoon. (Het Zoeklicht) 3^ door DOROTHY S. MCCAMMOIS 6. De Bevrijders komen Terwijl het werk langzaam maar zeker groeide, vermeerderden zich ook de geruchten over de komst van de communistische legers. Ze wonnen terrein. De Nationalistische rege ring verhuisde naar Chengtu; mensen begon nen te vluchten en van 's morgens vroeg tot 's avonds laat trok een tragische stoet van angstigen langs ons huis. Op 2 december 1949 viel de dichtsbijzijnde stad Peipei. Het werd duidelijk dat de Nationalisten geen kans meer hadden. Steeds meer troepen trokken zich te rug; de aanval op onze stad was niet ver meer af. Bang voor beschietingen gingen ook wij on ze koffers pakken. Om beurten wilden we wa ken. maar eigenlijk waren we te slaperig door het gebrek aan voldoende nachtrust. We aten alles op wat nog in onze provisiekast aanwezig was, meer uit zenuwachtigheid dan honger. De nacht was vol spanning. Een doodse stilte daalde over de donkere stad de honden blaften zelfs niet. Een paar scherpe schoten wekten ons uit een nerveuze sluimer, maar we konden niet ontdekken wat er aan de hand was. Om twee uur stond Don op omdat hij toch niet meer slapen kon. Nog steeds trokken rijen mensen de stad uit. Vaag weerklonken uit de verte geweerschoten. Om elf uur kwam iedereen weer terug hollen. De vuur werkwinkel deed goede zaken en toen de commu nistische soldaten de stad binnentrokken, kregen ze een daverend welkom. De bakens werden ver zet. De machtsovername geschiedde heel rustig. De Nationalisten hadden nog net op tijd kans ge zien om te verdwijnen hoewel sommigen wel hard moesten lopen om niet gezien te worden. Alles gebeurde zo snel dat plunderaars geen kans kre gen om de huizen leeg te halen. De zon scheen helder op de „bevrijde" stad. Volgens de eerste berichten trokken 20.000 nationalisten zich terug om plaats te maken voor 300 communisten. Het werk veranderde onmiddellijk van karakter. De Engelse Bijbelklas kon niet doorgaan, omdat niemand kwam opdagen. De kerkdienst van de eerste zondag had een vrij goede opkomst, maar aan de preek kwamen we eenvoudig niet toe. De dienst werd in gebed doorgebracht. Wel moesten we in een extra-dienst spreken. Mevrouw Li. een van onze lidmaten was door een granaatscherf ge dood en haar man vroeg ons de begrafenis te ver zorgen. De gehele dienst werd tussen 300 commu nistische soldaten gehouden, die het huis en het erf voor een paar dagen hadden „geleend". Ze verdrongen zich om ons en luisterden aandachtig. Ze keken zelfs over onze schouders mee in het gezangboek, toen we zongen. Er was werkelijk moed voor nodig om ons onder deze omstandig heden te vragen. We bewonderden er mijnheer L' laten bouwen, maar voor het helemaal af hij naar een andere plaats vertrokken mand had er naar omgekeken. We wa blij geweest, want het staat bijna bovenop eigen huis. Toen ik utJ r" Ook in het stadsleven we gen gekomen. Goed geklede se kieren wérden met mee die gewoonlijk i zorgvuldig met modder ingesmeerde nen schoenen aan „Ik geloof dat de bevrijders mijn andere kleren niet graag zien", merk- ochtend uit 'onze kamer kwam, staken er tientallen soldatenhoofden uit de bovenramen en riepen me hello" en „Good morning" toe. Zo lang ze hun klassen of oefenin gen hadden, werden we met rust gelaten, maar als ze thuis kwamen was het met onze vrede uit. Ik heb wel eens gedacht dat ze speciaal in dat huis ingekwartierd werden om te zingen. Zo hard ze konden brulden ze het ene lied na het andere. Zondags luisterden ze naar ons, als we voor de deur van de kerk zongen en de mensen voor de dienst uitnodigden, en de gehele verdere week kregen we onze liederen in een niet zo nette her ziene berijming te horen. Natuurlijk kregen we al gauw een brochure, waarin een groot aantal vragen stond ter beant woording voor vreemdelingen. Dit was een voor lopige registratie. Don en een paar Chinese vrien den besteedden heel wat uurtjes aan de beant woording van de talloze vragen over onze leeftijd, geschiedenis, achtergrond, familieleden, vrienden en weet ik wat al niet. Toen we ons echter bij het regeringskantoor meldden, vonden zij het veel te beknopt en moesten we weer helemaal opnieuw beginnen. De -man die ons interviewde was vrij zakelijk en zeker redelijk. We konden bijna ons n grote verandenn- lachen niet inhouden toen hij zijn meerdere heel ensen en buitenland- ernstig vroeg, of hij zijn pen wel even aan ons gezien. Een vriend mocht uitlenen, zodat wij de vereiste handteke- Amerikaans leger- ningen zouden kunnen zetten. De laatste medede- j --de rode Hng van deze kameraad hield in, dat zij ons wil- en met den beschermen en dat het daarom beter hebben vele predikanten vooral op platteland financiële - zorgen, vooral als er opgroeiende kinderen zijn, die lange reizen moeten maken om naar school te gaan. Daarom geeft H. J. J. de raad: ..Heeft een preek u getroost? Laat het dan eens merken. Heeft een preek u van zonde weerhouden of voor een kwaad bewaard? Zeg dat bij gelegen heid dan eensLaat er toch ook voor de dienaar des Woord gebeden worden. Er is nog dominee niet werk Ee dominee behoeft alles en nog wat te doen. Maar voor alles is hy Evangeliedienaar. Niet alleen op de stoel maar vooral ook aan de huizenLaat men ook toezien, dat men door allerlei gemeenschapsplichten niet van zijn werk wordt afgehouden Recepties zijn aardig als men er van houdt. Maar niet altijd noodzakelijk." Daar is dan ook het derde gevaar. „Een dominee kan het vreselijk druk hebben en toch niets doen. Niets doen van hetgeen tot zyn eigenlijke taak be hoort. Hij heeft een gevaarlijk beroep Ook hierom, omdat niemand hem eigenlijk kan controleren. Hij kan „lui" worden omdat hij te weinig te doen heeft. Hij kai| „lui" worden omdat hij teveel te doen heeft. Als men het ge voel heeft „Ik kom er toch nooit door, dan kan het zover komen dat men er ook niet aan begint." De schrijver eindigt dan zijn artikel met de woorden: ..Laten allen, die een oncontroleerbaar beroep hebben, toch dicht bij de Heere leven en wandelen voor zijn aangezicht." ok de s hun bescherming te hij lakoniek op. Ik herkende zelfs één bestgeklede vrouwen van de stad niet, toen kwam vertellen dat haar huis geplunderd Zonder make-up, juwelen en zijde een gewone boerenvrouw. Na enkele dagen bereikte de hoofdmacht var het leger de stad. Een legerafdeling zorgde vooi eigen inkwartiering in onze straat. Een stel kwarr °°k ons erf op. maar toen ik naar buiten kwam en zij mijn buitenlandse gelaatstrekken zagen, zei den ze dat ze zich vergist hadden en verdwener ze weer. Niet lang liet men ons echter alleen Geregeld kwamen soldaten ons een bezoek bren- durfden ?en om iets te mogen lenen. We scheepten ze ech toch. ondanks al ter steeds weer af met de mededeling dat het ons echt niet schikte. We waren bang. dat ze de hel' hand zouden nemen als we hen slechts een vinger- slechts zeer voorlopig was en dat de echte de gistra tie nog zou komen. ins Langzaam vergingen de dagen en weken. Ons werk ging in aantal achteruit. De zondagsschool slechts had nog slechts 8 leerlingen van de oorspronke lijke 250 over. Van de drie zondagsschool-onder wijzeressen ging er één dienst nemen in het rode leger, terwijl de tweede eenvoudig niet meer kwam opdagen. Anderen die misschien in hun hart graag trouw hadden willen zijn, konden de moed niet opbrengen om trouw de diensten te bezoeken uit angst dat ze voor spionnenhelpers zouden wor den aangezien. Slechts enkelen bleven trouw. We dingen aan te halen, maar :e strijd en moeilijkheden merkten we dat God ons niet verlaten had. Onze ezigheid in China had nog altijd waarde. kootje zouden geven. In februari kregen 1 ter nieuwe buren, een troep meisjes van het Vrouwelijk Hulp Korps. Het waren allemaal leer lingen van middelbare scholen die dienst geno men hadden, en het leek meer op een meisjes kostschool dan een leger. Een maand later werd het nimmer geheel afgebouwde huis aan de an- '•"•e kant in beslag genomen Iemand had het altijd nog per- VOLGENDE WEEK: Een zwaar besluit Een nieuw hart Ik zat enige dagen geleden ergens in een restaurant toen plotseling aan een tafeltje naast mij een vrouwenstem uit schoot: „In geen geval heeft ze een goed hart!" Ik wilde niet luisteren naar een gesprek dat mij niet aanging, maar deze woorden bleven zich vasthaken in mijn geheugen. Enkele dagen later zat ik te genover een keurig geklede dame, die na een spreekbeurt naar mij toe kwam en vroeg: „Mijnheer, kunt U mij het geloof van mijn vader teruggeven?" Het was een trieste geschiedenis van een braaf en goed leven, zonder rust, zonder vre de. Het is gemakkelijk om van een an der te zeggen: Geen goed hart, het was moeilijk voor deze dame. het is moei lijk voor iedereen om te erkennen. „Arg listig is het hart boven alles." (Jere- mia 17:9a>. Ons hart is zo arglistig, dat het de zonden van anderen vergroot, maar eigen gebreken goed praat onder het mom van: Zo ben ik nu eenmaal, dat heb ik in mijn karakter meegekre gen, daar kan ik niets aan doen. Het eigenaardige is dat het hart met die laatste woorden nog gelijk heeft ook, alleen zegt het hart er (on)wijselijk niet achter dat God zegt: „Een nieuw hart zal ik U geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees geven." (Ezechiël 36:26U Illllllllllllllllllllllllllllll' In de schaduw van de dood Op mijn bureau ligt een rouwkaart. Een bekend geestelijk leider is gestor ven en ik zal zijn familie een condo- leantie moeten sturen. Welke woorden te vinden als troost? Ze klinken vaak zo hol en zo leeg. Terwijl ik over deze dingen nadenk blader ik door een En gels tijdschrift en valt mijn oog op de laatste brief, geschreven door één van Engelands grootste predikers van de vo rige generatie dr. F. B. Meyer. Een paar dagen voor zijn dood schreef hij aan een paar van zijn beste vrienden: Beste Ik heb net tot mijn verba zing gehoord, dat ik nog maar een paar dagen te leven heb. Misschien heb ik, voor je deze brief zelfs maar ontvangt, het paleis betreden. Schrijf me maar niet. We ontmoeten elkaar in de mor genstond. Met veel liefde, je toegenegen F. B. Meyer. Op zulk een ogenblik schuift men de Koning der Verschrik king niet zo eenvoudig terzijde. Slechts als we weten werkelijk in Christus ge borgen te zijn, kunnen we zeker zijn dat er een „morgenstond" is. Men beweert wel eens in kerkelijke kringen, dat we niet zoveel over de hemel moeten pra ten. dat zou irreëel zijn, we moeten meer over de aarde spreken, want daar is ons leven. Maar als we het kleine mootje tijd van ons leven plaatsen naast die geweldig grote eeuwigheid, lijkt het me toch heel reëel orh te mogen weten dat die eeuwigheid een „morgenstond" is waar Christus de Morgenster is. •iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiur Kunstmaan voor atheïstische propaganda De Oostduitse communisten hebben een nieuwe propagandastunt ontdekt in de vorm van de komende kunstmanen. Een dagblad in Stalinstadt, dat com mentaar gaf op het rapport uit de Sow- jetufiie. dat een kunstmaan nog dit jaar zal wórden afgeschoten, schreef: „We zijn er van overtuigd dat deze satelliet, die volgens het geloof van de kerk he melse sferen zal doorklieven, eindelijk de legendarische figuur God van Zijn troon zal stoten." Hoewel ik mij niet graag overgeef aan toekomstvoorspel- :n', moest ik toch denken aan twee onen uit de Bijbel, die iets derge lijks verkondigden: Nebukadnezar zei, „Is dit niet het grote Babel, dat ik ge bouwd heb tot een huis des koninkrijks, door de sterkte mijner macht, en ter ere mijner heerlijkheid." en niet lang daarna was hij krankzinnig. De tweede is koning Herodes uit het Nieuwe Testament, die het volk toesprak en met genoegen luisterde naar de woorden van het dwaze volk, „Een stem van God, en niet van mensen!" Van dat ogenblik af werd hij door de wormen gegeten en stierf onder helse pijnen. Nergens in de Bijbel staat dat de kunstmanen tot mis lukking gedoemd zijn, maar wel staat i de Bijbel: „Een naijverig God en wreker is de HERE en vol van grimmigheid, een wreker is de HERE zijn tegenstanders. Veertig Griekse vluchtelingenkinderen uit Albanië kregen onderdak in het Jannina Dagklcuterhuis in Epirus. Deze groep komt uil een barakkenkamp waar 240 gezinnen in de erbarmelijkste om standigheden verkeren. Zij zijn het slacht offer tan de moderne politiek. Omdat zij uit streken komen, die de Grieken voor zichzelf opeisen van Albanië, val len ze niet onder de vluchtelingenuet- geving en vluchtelingenhulp. Deze kleuterschool wordt in stand gehouden door gaten van kerken aangesloten bij de Wereldraad. ra-trtrtrtrir<rtrair{rti&<rCrtc{i-£rir£rtc{rttir-Cri'r(rtrtrCctrtrtcirtr& Nieuwe ontdekkingen bij de Dode Zee Reeds sinds enige tijd zijn er bij de Dode Zee opgravingen aan de gang en is men gestoten op de resten van het arsenaal van Koning Herodes en het levensmiddelen- magazijn van de oude Joodse vesting Massada, meldt de evangelische Pressc Dienst uit Jeruzalem. Volgens dr. Johanan Aharoni heeft men de wapenkamer in brand gestoken bij de komst van de Romeinse strijdkrachten. De vesting Massada viel in liet jaar 73 voor Christus in handen van de Romeinen. De 960 man bezetting die tot de Sicarri-secte behoorde moet by de aanval een massale zelfmoord gepleegd hebben. By 1 PapyruB, die veel lijkt op de geschriften die in do i zyn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 17