De wedstrijd van zijn leven 1 \m mmm I PUZZLE I VAN DE WEEK M M B BA NU lü a bsb m T~)E WIND was door Noord gegaan en waaide al enige dagen straf uit het Oosten, een llinke kou met zich meeblazend. De lucht was opgeklaard en in de strakheldere sterrennachten verstijfde het water in sloten en me ren. Het werk op de boerderijen was lamgelegd en al spoedig werden de schaatsen opgezocht. Een waaghals probeerde het ys en trok de eerste strepen over de spiegelgladde vlakte. Spoedig volgden er meer, genietend van dit genoegen, dat de koude win ter hun bracht. Schipper Siebrens van de „Toe komst" hakt het ijs, dat zijn schuit dreigt te beknellen, in stukken. Het heel wat geschaatst in zijn leven, de schipper. Menige wedstrijd staat op zijn naam en de medailles, netjes opgehangen in een kastje aan de wand van de kajuit, getuigen van zijn roemrijk schaatsverleden. Hij is nu al te oud voor dergelijke kracht metingen, maar als bestuurslid van de ijsclub heeft de ïardrijderij nog steeds zijn volle belangstelling. „Kijk die kerel daar eens rijden," denkt hij, „tjonge, jonge, wat een stijl! Daar zit wat in die knaap." Met lange slagen, het lichaam wat voorovergebogen, de handen op de rug, komt de rijder naderbij. ..Geen wonder," zegt de schipper bij zich zelf, ,,'t is de zoon van Beersma." „Ha Aukeje hebt er de gang al aardig in," roept Siebrens. De jongen tempert zijn vaart, knar send trekken de schaatsen een brede streep over het ijs. „Morgen, Sie brenszegt Auke, ..prima ijs he?" „Prachtig ijs, jongen'k wou, dat ik het nog zo kon als jijik zag je aankomen, je rijdt niet slech., In een wedstrijd zou je een aardige kans maken „Wanneer is er hardrijden?" vraagt Auke. „Vanavond hebben we bestuurs vergadering," zegt Siebrens, ,,'t eind van de week zal 't er wel van komen, denk ik." „Geef me dan meteen maar op. Ik ben vast van plan om het te winnen, daarom oefen ik elke dag." „Als je nu eens in die bocht daar gaat staan, dan geef ik het startsein en dan moet je zo snel mogelijk naar me toe rijden." Nauwlettend kijkt schipper Siebrens hoe de schaatser met korte snelle bewegingen op hem af komt rijden. „Dat is goed ge daan," zegt hij, wanneer de hardrij der hijgend naast hem staat, „alleen de start kon nog wat sneller en niet te veel op zij uitslaan, naar voren je benen." Nog eens rijdt Auke het baantje. „Zo is het al beterKom vanmid dag maar terug, dan oefenen we weer verder Elke dag zijn ze met z'n tweeën op het ijs. Siebrens is een strenge leer meester, hij is niet gauw tevreden, paar dagen zegt hij: F)E VORST houdt aan en op de be- wuste zaterdag wappert de vlag van de toren. De wedstrijd gaat door! Voor het raam van de dorpsherberg zijn de prijzen uitgestald. Reeds vroeg in de morgen is men Nederland nog steeds belangrijk agrarisch gebied Iemand heeft welecns van onze vlees- en coproducenten, aijas de kippen, ge zegd, dat ze van meer betekenis zijn voor de Nederlandse economie, dan onze steenkolenmijnen. leder jaar toch produceren onze Een cijfera. dat hij daarr Parijs tot tic bedekken. Wie aan de v. twijfelen, begonnen met alles in orde te maken. De baan wordt geveegd en zo glad mogelijk gemaakt. Met touwen wordt een afzetting gevormd. Een grote tent voor de wedstrijdcommissie ver rijst en weldra is alles gereed. De eerste bestuursleden zijn al gearri veerd. Ze dragen rood-wit-blauwe ro zetten op de revers. Auke Beersma stapt op zijn fiets. Hij heeft zijn ijstrui aan en een wol len muts op zijn hoofd. Een dubbel stel kaarsrecht geslepen schaatsen heeft hij bij zich. Vanmorgen heeft hij nog een baantje gereden, daarna niet meer. Hij wil zijn krachten sparen. Hij voelt zich in prima con ditie en zijn hele wezen tintelt van strijdlust. Het is nog vroeg in de mid dag, maar hij wil tijdig op de baan zijn om het ijs te proberen. De zon staat bleek en ijzig aan de hardblauwe hemel. Een koude wind striemt over het land en doet de dor re takken der kale bomen buigen. De grond is hard en bonkig en in een wak zijn wat wilde eenden kleumerig bij eengekropen Auke echter heeft geen last van cle kou. Hij is het buitenleven gewend en de wind doet hem met huiveren. Met een kalm gangetje fietst hij ver der. Dan. opeens, hoort hij roepen. Hij kijkt om en ziet een man voor de arbeiderswoning van Siebe Wellema staan. De man wenkt met zijn hand. „Die is zeker benieuwd of ik mee doe." denkt Auke. Hij stapt van zijn fiets en loopt naar het huisje. Als hij dichterbij komt, ziet hij, dat de man ernstig kijkt. „Wat is er?" vraagt Auke. „Kom gauw!" rooept de man. Auke loopt nu snel verder en heeft spoedig het huisje bereikt. „Gelukkig, dat ik je zie," zegt Wel lema en er klinkt zorg in zijn stem. „Wat is er gebeurd?" vraagt Auke. „M'n dochtertje is door het ijs ge zakt; we moeten direct een dokter hebben. Ze is bewusteloos." „Ik ben op weg naar de wedstrijd," antwoordt Auke. „Och, daar dacht ik niet bij," zegt Siebe, „maar wat moet ik beginnen? Ik was al zo blij, dat ik je zag. De kortste weg naar het dorp is over 't ijs en ik weet, dat je snel kunt nj- Auke is inmiddels binnen gekomen. In de kamer, op de grond, ligt het meisje; haar gezichtje is lijkbleek Auke ziet het kind en zijn besluit staat vast. Hij stapt het huis weer uit en gaat naar de sloot; daar bindt hij zijn schaatsen onder. „Ik zal hard rijden," zegt hij. Een paar korte onzekere trekken en dan heeft hij de slag te pakken. Hij vliegt over het ijs met forse uithalen. Hij voelt zich warm worden, maar hij weet, dat zijn benen een nog ho gere snelheid kunnen verdragen. Hij gooit er nog een schepje op en geeft zich helemaal. Hij rijdt alsof het een korte sprint geldt en de eindstreep in zicht is. En wanneer dan eindelijk de wer kelijke eindstreep, het huis van de dokter, is bereikt, laat Auke zich te gen de berm vallen. Hij is uitgeput volkómen leeg. Maar hij veert weer op; zijn taak maakt hij zijn schaatsen los en klau tert de kant op. Met een paar stappen staat hij voor de deur van de dokters woning. Hijgend en hakkelend geeft hij de boodschap door. „Ik ga er meteen naar toe," zegt de dokter en grijpt zijn tas. „Rijd je UET IS DRUK rondom de baan. De 1 mensen wachten vol spanning op het begin van de hardrijderij. De bes te rijders uit de omtrek zijn hier bij een en het zal een harde strijd wor den. Bestuursleden rijden rond met lijsten in de hand. Auke Beersma komt op het laatste nippertje aan. „Kon je niet eerder komen?" vraagt schipper Siebrens, ,.en wat hijg je, kerel, waarom heb je niet wat kalmer aan gedaan!" „Ikik kon niet vlugger zegt Auke. „Vooruit maar," zegt Siebrens, „je bent het eerst aan de beurttegen Jan van Makkum." De trommelslager slaat zijn roffel. Jan en Auke komen aan de start, Auke weet het hij kan Jan wel hebbenten minsteoh hij voelt zich zo moeMaar hij klemt zijn tanden op elkaar; een wil- heeft nu eens berekend ee de weg Amsterdam meter breedte zou kun- irheid van dit gegeven in de praktijk de be cijfering zou willen controleren, zou vijf ecuwen nodig hebben, voor dit moei zaam werk. Weshalve men het beter geloven kan! Onze veestapel, kop-staart. op een rij gezet, zou de halve aardbol omspan nen, terwijl onze koeien jaarlijks 5.500.000.000 liter melk leveren. Het aantal varkens ten onzent be draagt 3.000.000 Voorts levert ons land jaarlijks 600 000.000 kg fruit on oen dito kwan tum groenten. Conclusier ons land is nog steeds een belangrijk agrarisch ge bied, al dringt de industrialisatie al meer en meer op. Wintersfeer op Rotterdamse Coolsingel de drift maakt zich van hem mees terHij zal winnen „Klaar?" De mannen zetten zich •chrap. „Eentweedrie Daar gaan ze. Jan ligt voor, zijn start was beter, maar op de helft van de baan heeft Auke hem al in gehaald. Van alle kanten klinken aan moedigingen. Dan ligt Auke aan de kop. Nog een paar nijdige slagen en hij is over de eindstreep „Dat is alvast gewonnen," zegt Siebrens, „maar dat was ook geen sterke tegenstander Auke geeft geen antwoord. Hij al leen weet hoeveel moeite het hem heeft gekostReeds is het volgen de tweetal gestart en zo gaat het door. Auke wint ook de volgende ronden en dan komt het grote moment. Het gaat om de eerste prijs. Auke Beersma tegen Sjoerd van Bergum! „Klaar?" Voordat de man echter „...drie..." heeft gezegd, is Auke al weg. Ze moeten overdoen. Nogmaals wordt er geteld en nu vertrekken ze precies gflijk. Auke maakt een snelle start, maar dan overvalt hem een hevige moeheid. Zijn slagen worden onregelmatig en hij verliest snelheid. Hij wordt duize lig en kan zich slechts met de groot ste moeite overeind houden. Sjoerd van Bergum wint met een grote voor sprong UET IS VOL in het zaaltje van de herberg. Dicht opeengepakt zitten de mensen. Rookslierten dwarrelen omhoog en het is een geroezemoes van stemmen. De waard en zijn hel pers lopen in hemdsmouwen heen en weer om ieder te voorzien van een warme dronk. Het bestuur zit achter een tafel op het kleine podium. Daar gaat de voorzitter staan. „Dames en heren," zegt hij, „thans is het moment aangebroken, waarop de prijzen aan de winnaars zullen worden uitgereikt. Nummer éen is Sjoerd van Bergum." Een applaus klatert op uit de zaal. Sjoerd be treedt het podium en neemt zijn prijs in ontvangst. „Kerel," zegt de voor zitter, „je bent de held van deze win terWeer wordt er in de handen geklapt. „Nummer twee," gaat de voorzit- ter verder, „nummer twee is Auke BeersmaAuke komt naar vo ren en staat vlak voor de bestuurs tafel. De voorzitter neemt de medail le op en speldt die Auke op zijn jas. Dan klinkt er plotseling een stem achter uit de zaal: „Meneer de voor zitter, mag ik een enkel woordje zeg gen De mensen kijken verbaasd om. „Wie is dat?" vragen ze. „De don- ter," wordt er gefluisterd, ue dokter De dokter is gaan staan en wuift met zijn hand om stilte. De voorzit ter tikt met zijn hamer. „Gaat uw gang, dokter," zegt hij. „Dames en heren," begint de dok ter, „ik wil niets afdoen aan de pres taties van Sjoerd van Bergum; Ut weet, dat hij e'en goede rijder is. Ook ben ik ervan overtuigd, dat er spor tief is gereden, maar ten aanzien van hetgeen Auke Beersma heeft gepres teerd wil ik nog een enkele opmer king maken. Toen deze jongeman vanmiddag op de baan kwam, had hij al een wedstrijd gereden. Het ging er bij hem toen om de afstand van het huis van Siebe Wellema naar mijn woning in de kortst mogelijke tijd te volbrengen en ik kan wel zeg gen, dat alle records zijn geslagen. Maar de prijs was dan ook hoog Want die prijs was een mensen leven Het is doodstil in de zaal. De ge- zienten staan in strakke afwachting. „En ik kan tot mijn grote vreugd* zeggen," vervolgt de dokter, „dat de prijs is gewonnen! Het dochtertje van öieue Wellema is van de verdrin kingsdood gered, omdat de man, di* u daar voor u ziet, enkele minuten nadat het meisje onder het ys van daan was gehaald, na een uiterst snelle rit, die al zijn krachten opeiste, bij mij voor de deur stond om mij te waar schuwen. Was hy later gekomen, dan zou het kind zeker zijn gestorven. Daarom is Auke voor my de held van De dokter gaat zitten. Even is er nog een zwijgen onder de menses, maar dan springt Sjoerd van Bergujn op. Hij is de eerste, die reageert. los. De voorzitter neemt weer hel woord: „Ik dank de dokter heel har telijk voor zijn woorden," zegt hij, „en ik ben blij, dat er vandaag een prestatie is geleverd, niet om een medaille of lauwerkrans, noch om de eer, maar om een medemens te het- pen." Als Auke Beersma de herberg heeft verlaten en naar huis gaat, moet hi) telkens denken aan vanmiddag, aan dat kind daar op de vloer met dat bleke gezichtjeEn nu hij weet, dat de kleur op die wangen is terug gekomen en het meisje nu, warm in gepakt, in haar bedje ligt, door stroomt hem een vreemd blij geluk, want dit was dé wedstrijd van zijn leven en hij heeft die gewonnen...— Correspondentie en oplossingen aan de heer H. J. J. Slavckoorde, Goudreinetstraat 123, Den Haag. Correspondentieschaak van wereldklasse IEDEREEN weet tegenwoordig wat cor respondentieschaak is. Zo goed is dit begrip verbreid althans onder de schakers dat het niet meer nodig is er een definitie ot een beschrijving van te geven. Velen weten ook wel dat men m tal van landen organisaties heeft ge schapen waarvan de leden uitsluitend het schaken per correspondentie beoefe nen. In tal van gevallen bieden derge lijke organisaties uitkomst aan de schaakliefhebbers die, door welke oor zaak dan ook. niet de gelegenheid heb ben zich bij een gewone schaakclub aan te sluiten dan wel hiervoor eenvoudig niet gevoelen. Zelfs landelijke kampioen schappen voor het schaken per brief, zoals deze vorm van schaken ook wel wordt genoemd zyn tegenwoordig een heel eenvoudige zaak. Het is begrijpelijk, dat de minnaars van het correspondentieschaken hierbij niet zijn blijven stilstaan. In hun ge- dachtengang was het alleszins begrijpe lijk dat er ook een wereldkampioenschap moest komen. Maar een dergelijk veel omvattend project is gemakkelijker op papier gesteld dan uitgevoerd. Het is zeker niet onze bedoeling in dit opstel te gaan beschrijven hoe het eerste wereldkampioenschap voor cor respondentieschakers is tot stand geko men. We willen er slechts aan herinne ren, dat het werd gewonnen door de be kende Australische schaakspeler C J. S. Purdy. en dat de Zweed Malmgren en de Italiaan Napolitano hem op de voet volgden. Deze drie waren het die zich hierdoor het recht verzekerden van deelneming aan de eerstvolgende wedstrijd om het wereldkampioenschap. Deze nieuwe wed strijd nu, het tweede wereldkampioen schap dus, is kort geleden (om precies te zijn: op 1 januari jl.) in zijn beslis sende fase getreden. Niet minder dan nl. ondergebracht in 10 groepen van 7 spelers. Uit elke groep wordt no 1 tot de finale toegelaten. Al dus ontstaan 10 finalisten, waaraan, zoals wij reeds opmerkten, de eerder genoemde nos 13 1 de vorige kaun- gd. Het B- tikel de eindstanden der 10 voorgroepen gedetail leerd te vermelden. Doch wij noemen wel de namen der 10 winnaars. Het zijn: Dr. Balogh (Hongarije) die even veel punten behaalde als Batik (Tsje- chosl», en B. Koch (Oost-Duitsland), voorts Jezek tTsj.Sl.). Borsony (Tsj. SI I, Kjellainder (Zweden i. Lundquist (Zweden). Arnlind (Zweden), Laustsen (Denemarken). Dr. Bergraser (Frank rijk) met evenveel punten als Lothar Schmid West-Duitsland). Endzelins (Australië) en Kaliwoda (OostenrijkAl deze spelers zijn tot de finale toegela ten Daarentegen zullen Purdy en Malm gren met van hun recht gebruik ma ken in de finale uit te komen, terwijl de F.I.D E. grootmeester Ragosin tot de eindstrijd heeft toegelaten zonder voorwedstrijden te spelen. Het zal u stellig getroffen hebben, dat de bezetting der finale maar heel wei nig ..bekende" namen bevat. Dat wil gen: men vi Iers die hun bekendheid ontlenen den vinden wij toch wel enkele beken de namen. Zo kon in groep 3 de beken de Joegoslaaf Milic het niet tot de le plaats brengen Zo ging het ook de Franse kampioen Boutteville in groep 10 cn de Belgische kampioen Gobert in groep 7 Interessant, hoewel stellig niet verblijdend, is dat zich onder de uitge- «chakelden ook een aantal Nederlanders bevindt: in groep 3 Ir. Mondria, in groep 6 Van Scheltinga. in groep 7 Mulder van Leens Dijkstra, in groep 8 P van 't Veer en in groep 9 de reeds jaren in Indonesië verblijvende Henncberke. Het is misschien goed er even de na druk op te leggen, dat men correspon dentieschakers en „gewone" schakers niet over één kam mag scheren. Suc ces aan het schaakbord garandeert al lerminst goede resultaten bij het corres pondentieschaken. En de prima „briet- schaker" kan. spelende aan het bord, gemakkelijk falen. Dit moet men wel bijzonder goed in het oog houden indien men zich al te snel een denigrerend oordeel zou willen vormen over de eer der genoemde lijst der onbekenden Rekening houdend met de omstandig heid dat correspondentieschakers onder geheel andere voorwaarden schaken dan „gewone" schakers de eerstgenoem- den beschikken immers in zekere zin over onbeperkte bedenktijd, kunnen bronnen raadplegen zoveel zij willen, hun varianten op papier uitwerken, enz., enz. mag men verwachten dat de se rieuze en bekwame correspondentiescha ker tot gemiddeld veel betere presta ties in staat is dan de schaker die in de tamelijk beperkte bedenktijd achter het bord, zonder hulpmiddelen, welke dan ook, m-iar moet zien hoe hij er in 2V4 uur tijd 40 k 50 zetten uitperst. Onder de al te schaars gepubliceerde soort van partijen zo zelden gepubli ceerd wordt vindt zijn verklaring in de omstandigheid dat slechts weinig com mentatoren zich er aan wagen deze par tijen te analyseren. En dat is begrijpe lijk, want de spelers zélf hebben als regel zoveel tijd en energie aan hun zet ten kunnen besteden, dat een commen tator die niet deksels op zijn hoede is gemakkelijk bij het analyseren allerlei blunders kan maken. Dit soort par tijen kan eigenlijk slechts naar behoren door de spelers zelf geanalyseerd wor- Het verheugt ons dat wij in het twee maal per maand verschijnende schaak tijdschrift „Schach" zulk een juweeltje aantroffen. Het is de partij tussen de nos. 1 en 2 uit voorgrocp 3, de Tsjech Bor sony en de Joegoslaaf Milic. De partij dus, welke Milic zijn plaats in de fina le kostte. Wij nemen de partij met de aantekeningen v'an de winnaar uit het genoemde blad over. Wij zullen haar in deze rubriek met kunnen voltooien en zullen haar dus op een geschikt mo ment onderbreken om haar in de eerst volgende rubriek te beëindigen. Wij ho- pen dat onze iezers het met ons eens zullen zijn dat het de moeite waard is deze partij, met de analyses, onder ogen te krijgen. Wit: Ing. Borsony (Tsjechoslowakije). Zwart: Boris Milic (Joegoslavië). Siciliaanse partij. 1. e4 c5; 2. Pc3 Pc6; 3. g3 gfi; 4. Lg2 Lc": 5. d3 d6. Meer gebruikelijk en ook wel juister is 5e6 om het komngspaard gun stig naar e7 te kunnen ontwikkelen. 6. f4!7 In een kleine groep, waar slechts no. 1 iets bereikt, is het nodig scherpe varianten te kiezen. Voorzich tige naturen kiezen daarom eerst het ontwikkelen der stukken door Pge2 of Le3. De door wit gespeelde zet is bekend uit de partij SmyslovIliw in de 22e kampïoenswedstr Unie, 1952. 6. Pf6. Deze zo natuurlijke ont- wikkelingszet moet hier toch gecritiseerd worden, omdat ze de mogelijkheid van de tegenstoot f7f5 moeilijker maakt. Daarom is 6Ph6 beter, maar ook 6e6 kwam in aanmerking. 7. Pf3 0—0; 8. 0—0 Tb8. Iliwitzky speel de hier 8 Pe8 In plaats van na 9 h3 in het centrum tot tegenoperaties over te gaan speelde hij zeer passief 9. Pc7; 10 Lc3 b6; 11. Dd2 Lb7 en ge raakte na 12. f5! snel m beslissend na deel. Ook m de onderhavige partij ge draagt zwart zich aanvankelijk terughou dend in het centrum, doch met de zojuist gespeelde zet bereidt bij actief tegenspel op de damevleugel voor. 9. h3 Pr8; 10. Le3 Pd4; II. Dd2 b5; 12 Pdi b4; 13. Ph4! Deze zet beneemt de tegenstander de mogelykheid tot afruil, en dreigt na het verjagen van Paard d4 te gele gener tyd met de opmars f4f5 actief te worden. 13f5; 14. c3 bxc3; 15. bxc3 Pb5; 16. TbI (dreigt 17. a4) Ld7; 17. exf5 gxf5; 18. Lf2 Voorbereiding voor het spel langs de e-lijn. Niet byv. 18. Pf3 of 18 Lf3. waar door zwart de gelegenheid zou krygen door 18Pd4! en 19Pxf3+ zyn ongunstig geposteerd paard kwijt te ra ken 18Tb6. Een grove fout zou 18. eö geweest zijn wegens 19. Ld6t Kh8; 20. fxe5 Lxe5; 21. Pg6t enz. 19. Tel e6; 20. Tel Om 21. Pf3 te kunnen spelen. De toren staat overigens op de c-lyn later zeer gunstig. 20 Ta6; 21. Pf3 Da5; 22. Tc2 Pf6; 23. Pe3 Pa3. De zwartspeier kan r.iet goed 24. Pc4 toelaten, maar heeft anderzijds een ge rechtvaardigd wantrouwen tegen de zet d6d5, welke hem grote zwakten op de zwarte velden zou bezorgen. Wit zou in dat geval eenvoudig weer Pdl spelen. 24. g4?! Wederom zeer scherp gespeeld. Zie de opmerking bij de 6e zet van wit. Nu zwart een groot deel van zijn strijdmacht op de damevleugel heeft samengetrok ken wil wit de beslissing op de konings vleugel forceren Na 24. c4 blijft het zwarte paard weliswaar een tijdlang buiten spel, maar het is zeer de vraag of dit voor wit voldoende is om te wrn- 24fxg4; 25. hxg4 o4! Een geestige riposte! Wit kan zich nóch op 26. Pxc4 Pxc4 27 dxc4 Pxg4, nóch op 26. dxc4 Pe4 inlaten. 26. Pd4 e5; 27. fxe5 (27. Pdfö exf4; 28. Pxg7 fxe3; 29. Lxe3 Pxg4 30. Lh6 Tf6'i; dxeS; 28. Pdf5 cxd3 (28. Lxf5; 29. Pxf5 Pxg4? 30. DgS!>; 29. Dxd3 Lxf5; 30. Dxf5 Nu zou op 30. Pxf5 volgen 30. Pxg4. en nog erger zou zijn 30. gxf5?7 wegens 30Td8! 30. Pe8; 31. Dd3 Td6; 32. Pd5 Kh8: 33. c4 Pc7. Stelling na 33. Pc7. A li A H. A Im m t. |V| het allesbehalve gemakkelijk zijn dit te bewijzen. Het eerste deel der partij, een zware positionele stryd met vele tactische fi nesses. zowel voor als achter de coulis sen. is voorbij. Het volgende deel. dat vooral boeiend zal zijn voor degenen die van grote en kleine combinaties houden, doet als een (opzettelijk gecomponeerde middenspel-studie aan. (Wij geven hiervan nog enkele zetten, om dan in de volgende rubriek de par ty te voltooien. Red.) 34. Db3ü Dit is tot op zekere 'hoogte de sleutelzet welke het voordeel van wit demostreert. Wit's voordeel bestaat uit Een sterke vrijpion, het loperpaar en de slechte stand van het zwarte paard op a3. Hier volgen nog andere mogelijk heden voor de witspeler: 1) 34. Tc3 Pxc4; 35. Dxc4 Pxd5; 36. Lc5 Pxc3; 2) 34. Dc3 Dxc3; 35. Txc3 Pxd6. 36. Lxd5 Pb5; 3) 34. Te3 (om 34. Lh6? uit te lokken: 35. Txe5 Lxcl; 36. Te7 Tg6, 37 Ld4Kg8; 38. Dxg6+! enz.) Maar zwart speelt: 34Pxc4; 36. Th3 h6; 36 Dxc4 Pxd5. Op dit moment van de strijd was de situatie zodanig geworden, dat de wit speler bepaald moest winnen om zich voor de finale te kwalificeren, terwijl de zwartspeier zich met remise kon ver genoegen 34. Pxd5. Ook 34 Pe6; 35. c5 Tdd8; 36. Pe7 was met meer voldoende voor gelijk spel, en op 34Pxc4 volgt natuur lijk nu 35. Pxc7! 35. cxd5! Ta6. Hier kon zwart proberen of wit na ken 36. Lc5 Op dit moment kan ook zeer goed d6 gespeeld worden, bijv li 36 Td8; 37. d7! Txd7! Txd7!, 38. Tc8t Td8; 39. Lel, enz. 2) 36Td8; 37. d7! Lf6; 38 Df7 Db5; 39. Tc8 Dbl 40. Tel Dg6; 41. Td8+ Lxd8, 42. De8t Dg8, 43. LÖ5. enz. 3i 36. e4; 37. d7 Td6; 38. Lc5 Ld4+; 39. Ld4+ Txd4; 40. Tc« Kg7; 41. Txf8 Kxf8; 42. Tf2t Ke7; 43. TH' Kd6; 44. Dxa3f. enz. Zeer fraaie varianten, maar wit wilde een verdere vereenvoudiging van het spel door 36Txf2 vermijden. Met het beschikbare materiaal moet immers nog een vol punt veroverd worden en elke verkleining van het materiaal maakt de kans hierop geringer. (Wordt ■volgd). De oplossingen Andere mogelijkheden zijn: li 33Pf6; 34. Txe5 Pxg4; 35. Th5 Ph6; 36. Ld4! met de dreiging 37. Pf6 en damewinst. Op 36Da6 volgt 37 Lc5 of ook 37. Th3. 2) 33Tf4; 34. Pxf4! Txd3; 35. Pxd3 Het voordeel van wit zou toerei kend voor de winst moeten zijn, al zou X v A A A. W A A A A X M BAB ÜAB&H BW A M ^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^ FiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiNimmiiiiiMiimHir Hieronder volgen de oplossingen der opgaven, gepubliceerd in onze rubriek van 28 januari jL le stelling (TietzJudd): Wit zou na tuurlijk graag willen mat zetten door middel van Le5t en Ph6 mat. Maar op Le5t zou Txe5 volgen en zwart blijft met drie pionnen tegen de kwaliteit in de meerderheid. Wit weet op zeer leer rijke wijze de gTote diagonaal te verove- ril. Txb5ü cxb5 (beter h5. waarop wit het best met 2. Pe5 dreigt Pf7 en Txb7 kan antwoorden); 2. Tc8ü Dd5! (Zwart mocht de toren niet slaan wegens Dd4t of Dalt, maar nu dreigt hij zelf mat te geven en het ziet er naar uit dat wit verloren is, omdat ook 3 Pf6 wegens Dxg2t niet helpt.) 3. Daltü (Een nieuw mat duikt op: 3. Txal; 4. Txf81 Kg7; 5. Lh6 mat. Wit heeft nu zijn doel bereikt); 3. e5; 4. LxeSt Dxe5. (Op Txe5 volgt eenvoudig 5 Txa8); 5. Txf8t! Kg7? (Natuurlyk had Txf8 op den duur ook verloren, maar nu ia het in eens uit) 6. Tf7t! (De laat ste pointe. Wit krijgt de dame met schaak. Zwart gaf het op). 2e stelling (LachmannMuller): 1. Pf6tü gxf6; 2. Dxf6 d4; 3. Txd4! cxd4; 4. Lxid4 Kh7; 5. g4ü en zwart gaf het op lelijke val gelopen zijn, indien hij eerst 5. Dh8t? Kgfl en eerste daarna 6 g4 gespeeld zou hebben. Daarop volgt nl. 6Dxh2t; 7. Kxh2 Ld6+ gevolgd door Txh8 en zwart wint. 3e stelling (Devos—Franok): <Pxh4" Ph3 mat) Pxf3t; 4. Kg2 Peltt; 5. Kg3 Tg6t; 6. Kf4. Zwart kan nu zoela hij wil mat m twee zetten geven: 6 Tg41 benevens Pf3 of Pc6 mat; of: 6 Pg2t gevolgd door d6 of Pe6 mat. Onze opgaven Niet zo moeilijk, wél leerzaam, zou het motto van deze week kunnen zyn. Er bestaat weinig aanleiding om bij elke opgave een apart commentaar te geven. We zullen ze dus maar zonder meer HORIZONTAAL i Zuilengang. 4 Vervallen overblijfsel, 8. Been, 11. Vis soort. 12. Begroten, 14. Chin, maat, 15. Ongeveer, 16. Landbouwgereedschap, 18. Vreemde munt. 20. Delfstof, 22 Echtgenoot. 24. Boom, 25. Zangnoot, 26 Ras, 29. Snoeperij, 30. Uitroep, 31 Eiland Nieuw-Guinee, 32. Worstvlecs, 33. Ongeveer. 34. Volksoverlevering. 35. Getijde. 36. Bevel, 37. Zangnoot, 39. Keer., wending, 41. Gevangeniskamer, 43 Couranten jongen. 44. Plaats in Noord-Holland. 45. Deel van ten wiel VERTIKAAL: 2. Uitkering, 3 Ma nillahennep, 5 Rondhout, 6 Dier. 7 Klont. 9 Oude dame. 10 Voorzetsel, i3 Gehucht, 17 Bezoeker. 18 Algebaken- de ruimte. 19. Rondhout, 21 Amster dams peil. 23. Hemellichaam. 26 Kleine metworst, 27. Lyrisch gedicht, 2R. Maat, 29. Beknopt, 30. Sierplant, 31 Chin. maat. 32. Gezinslid, 33. Tover- nimf, 34. Ontvangkamer, 36. Dwaas. 38 Gelofte, 40. Gezinslid. 42 Zangnoot. Inzendingen per briefkaart voor a s. donderdag aan bureau van dit blad In de linkerbovenhoek aan de adreszijdc vermelden: „Puzzle-oplossing" Er zijn drie prijzen: 1/5. 2 2.50; 3/250 Oplossing kruiswoord raadsel 4 februari HORIZONTAAL: 1 Afzonderen. 2. Poes; Oase; do. 3. Peseta; Piel. 4 Azijn; Ase; Sla. 5. Resident; al, 6 TL; Agent; Was, 7 Edam; kool, re, 8. Ma, Nardus; K.M., 9. Erg; Sier; Tos. 10. Niet; Bras; Em, 11. Ton; Rek; Gala, 12. On; Ais; Eer; Al, 13. Opa; Eer, Adat, 14 Kommandant. VERTIKAAL: 1. Appartement; Oe 2. Foezel; Dar; Ion; Po, 3 Zes. IJs; Aangenaam, 4. Os; Enigma; Striem, 5. Nota; Dek; Ribes; E.a., 6. Daas; En; Oder, Kern, 7. Esp; Entourage, A D., 8. Reis; Twist; Sar; Da. 9 Edel; Aar; Koe; Laan, 10. Nor; Alsem; Smal; T.T. X* m m m m m m i#'X: A Zwart heeft de aanval, doch dc punten d4, f4 en g5 zijn bedreigd; damerui) is eventueel mogelijk. Wat zoudt U (zwart aan zet) gespeeld hebben? Zwart aan zet speelde i op. Wat speelde zwart e wit het op? Zwart staat hier verloren. Na 1 I>xe7! zou zwart vermoedelijk de strijd ge staakt hebben. Wit echter speelde L Txo7? en nu won zwart Hoe?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 8