De wedstrijd van zijn leven
1
\m mmm
I PUZZLE
I VAN DE WEEK
M M B BA
NU lü
a
bsb m
T~)E WIND was door Noord gegaan
en waaide al enige dagen straf uit
het Oosten, een llinke kou met zich
meeblazend. De lucht was opgeklaard
en in de strakheldere sterrennachten
verstijfde het water in sloten en me
ren.
Het werk op de boerderijen was
lamgelegd en al spoedig werden de
schaatsen opgezocht. Een waaghals
probeerde het ys en trok de eerste
strepen over de spiegelgladde vlakte.
Spoedig volgden er meer, genietend
van dit genoegen, dat de koude win
ter hun bracht.
Schipper Siebrens van de „Toe
komst" hakt het ijs, dat zijn schuit
dreigt te beknellen, in stukken. Het
heel wat geschaatst in zijn leven, de
schipper. Menige wedstrijd staat op
zijn naam en de medailles, netjes
opgehangen in een kastje aan de
wand van de kajuit, getuigen van
zijn roemrijk schaatsverleden. Hij is
nu al te oud voor dergelijke kracht
metingen, maar als bestuurslid van
de ijsclub heeft de ïardrijderij nog
steeds zijn volle belangstelling.
„Kijk die kerel daar eens rijden,"
denkt hij, „tjonge, jonge, wat een
stijl! Daar zit wat in die knaap."
Met lange slagen, het lichaam wat
voorovergebogen, de handen op de
rug, komt de rijder naderbij. ..Geen
wonder," zegt de schipper bij zich
zelf, ,,'t is de zoon van Beersma."
„Ha Aukeje hebt er de gang
al aardig in," roept Siebrens.
De jongen tempert zijn vaart, knar
send trekken de schaatsen een brede
streep over het ijs. „Morgen, Sie
brenszegt Auke, ..prima ijs
he?"
„Prachtig ijs, jongen'k wou,
dat ik het nog zo kon als jijik
zag je aankomen, je rijdt niet slech.,
In een wedstrijd zou je een aardige
kans maken
„Wanneer is er hardrijden?"
vraagt Auke.
„Vanavond hebben we bestuurs
vergadering," zegt Siebrens, ,,'t eind
van de week zal 't er wel van komen,
denk ik."
„Geef me dan meteen maar op. Ik
ben vast van plan om het te winnen,
daarom oefen ik elke dag."
„Als je nu eens in die bocht daar
gaat staan, dan geef ik het startsein
en dan moet je zo snel mogelijk naar
me toe rijden." Nauwlettend kijkt
schipper Siebrens hoe de schaatser
met korte snelle bewegingen op hem
af komt rijden. „Dat is goed ge
daan," zegt hij, wanneer de hardrij
der hijgend naast hem staat, „alleen
de start kon nog wat sneller en niet
te veel op zij uitslaan, naar voren je
benen."
Nog eens rijdt Auke het baantje.
„Zo is het al beterKom vanmid
dag maar terug, dan oefenen we weer
verder
Elke dag zijn ze met z'n tweeën op
het ijs. Siebrens is een strenge leer
meester, hij is niet gauw tevreden,
paar dagen zegt hij:
F)E VORST houdt aan en op de be-
wuste zaterdag wappert de vlag van
de toren. De wedstrijd gaat door! Voor
het raam van de dorpsherberg zijn
de prijzen uitgestald.
Reeds vroeg in de morgen is men
Nederland nog steeds
belangrijk agrarisch gebied
Iemand heeft welecns van onze vlees-
en coproducenten, aijas de kippen, ge
zegd, dat ze van meer betekenis zijn
voor de Nederlandse economie, dan onze
steenkolenmijnen.
leder jaar toch produceren onze
Een cijfera.
dat hij daarr
Parijs tot tic
bedekken.
Wie aan de v.
twijfelen,
begonnen met alles in orde te maken.
De baan wordt geveegd en zo glad
mogelijk gemaakt. Met touwen wordt
een afzetting gevormd. Een grote
tent voor de wedstrijdcommissie ver
rijst en weldra is alles gereed. De
eerste bestuursleden zijn al gearri
veerd. Ze dragen rood-wit-blauwe ro
zetten op de revers.
Auke Beersma stapt op zijn fiets.
Hij heeft zijn ijstrui aan en een wol
len muts op zijn hoofd. Een dubbel
stel kaarsrecht geslepen schaatsen
heeft hij bij zich. Vanmorgen heeft
hij nog een baantje gereden, daarna
niet meer. Hij wil zijn krachten
sparen. Hij voelt zich in prima con
ditie en zijn hele wezen tintelt van
strijdlust. Het is nog vroeg in de mid
dag, maar hij wil tijdig op de baan
zijn om het ijs te proberen.
De zon staat bleek en ijzig aan de
hardblauwe hemel. Een koude wind
striemt over het land en doet de dor
re takken der kale bomen buigen. De
grond is hard en bonkig en in een wak
zijn wat wilde eenden kleumerig bij
eengekropen
Auke echter heeft geen last van cle
kou. Hij is het buitenleven gewend
en de wind doet hem met huiveren.
Met een kalm gangetje fietst hij ver
der. Dan. opeens, hoort hij roepen.
Hij kijkt om en ziet een man voor de
arbeiderswoning van Siebe Wellema
staan. De man wenkt met zijn hand.
„Die is zeker benieuwd of ik mee
doe." denkt Auke. Hij stapt van zijn
fiets en loopt naar het huisje. Als hij
dichterbij komt, ziet hij, dat de man
ernstig kijkt. „Wat is er?" vraagt
Auke.
„Kom gauw!" rooept de man. Auke
loopt nu snel verder en heeft spoedig
het huisje bereikt.
„Gelukkig, dat ik je zie," zegt Wel
lema en er klinkt zorg in zijn stem.
„Wat is er gebeurd?" vraagt Auke.
„M'n dochtertje is door het ijs ge
zakt; we moeten direct een dokter
hebben. Ze is bewusteloos."
„Ik ben op weg naar de wedstrijd,"
antwoordt Auke.
„Och, daar dacht ik niet bij," zegt
Siebe, „maar wat moet ik beginnen?
Ik was al zo blij, dat ik je zag. De
kortste weg naar het dorp is over 't
ijs en ik weet, dat je snel kunt nj-
Auke is inmiddels binnen gekomen.
In de kamer, op de grond, ligt het
meisje; haar gezichtje is lijkbleek
Auke ziet het kind en zijn besluit
staat vast. Hij stapt het huis weer
uit en gaat naar de sloot; daar bindt
hij zijn schaatsen onder.
„Ik zal hard rijden," zegt hij. Een
paar korte onzekere trekken en dan
heeft hij de slag te pakken. Hij
vliegt over het ijs met forse uithalen.
Hij voelt zich warm worden, maar
hij weet, dat zijn benen een nog ho
gere snelheid kunnen verdragen. Hij
gooit er nog een schepje op en geeft
zich helemaal. Hij rijdt alsof het een
korte sprint geldt en de eindstreep in
zicht is.
En wanneer dan eindelijk de wer
kelijke eindstreep, het huis van de
dokter, is bereikt, laat Auke zich te
gen de berm vallen. Hij is uitgeput
volkómen leeg.
Maar hij veert weer op; zijn taak
maakt hij zijn schaatsen los en klau
tert de kant op. Met een paar stappen
staat hij voor de deur van de dokters
woning. Hijgend en hakkelend geeft
hij de boodschap door.
„Ik ga er meteen naar toe," zegt
de dokter en grijpt zijn tas. „Rijd je
UET IS DRUK rondom de baan. De
1 mensen wachten vol spanning op
het begin van de hardrijderij. De bes
te rijders uit de omtrek zijn hier bij
een en het zal een harde strijd wor
den. Bestuursleden rijden rond met
lijsten in de hand.
Auke Beersma komt op het laatste
nippertje aan. „Kon je niet eerder
komen?" vraagt schipper Siebrens,
,.en wat hijg je, kerel, waarom heb
je niet wat kalmer aan gedaan!"
„Ikik kon niet vlugger
zegt Auke.
„Vooruit maar," zegt Siebrens, „je
bent het eerst aan de beurttegen
Jan van Makkum."
De trommelslager slaat zijn roffel.
Jan en Auke komen aan de start,
Auke weet het hij kan Jan wel
hebbenten minsteoh
hij voelt zich zo moeMaar hij
klemt zijn tanden op elkaar; een wil-
heeft nu eens berekend
ee de weg Amsterdam
meter breedte zou kun-
irheid van dit gegeven
in de praktijk de be
cijfering zou willen controleren, zou vijf
ecuwen nodig hebben, voor dit moei
zaam werk. Weshalve men het beter
geloven kan!
Onze veestapel, kop-staart. op een rij
gezet, zou de halve aardbol omspan
nen, terwijl onze koeien jaarlijks
5.500.000.000 liter melk leveren.
Het aantal varkens ten onzent be
draagt 3.000.000
Voorts levert ons land jaarlijks
600 000.000 kg fruit on oen dito kwan
tum groenten. Conclusier ons land is nog
steeds een belangrijk agrarisch ge
bied, al dringt de industrialisatie al meer
en meer op.
Wintersfeer op Rotterdamse Coolsingel
de drift maakt zich van hem mees
terHij zal winnen
„Klaar?" De mannen zetten zich
•chrap. „Eentweedrie
Daar gaan ze. Jan ligt voor, zijn
start was beter, maar op de helft
van de baan heeft Auke hem al in
gehaald. Van alle kanten klinken aan
moedigingen. Dan ligt Auke aan de
kop. Nog een paar nijdige slagen en
hij is over de eindstreep
„Dat is alvast gewonnen," zegt
Siebrens, „maar dat was ook geen
sterke tegenstander
Auke geeft geen antwoord. Hij al
leen weet hoeveel moeite het hem
heeft gekostReeds is het volgen
de tweetal gestart en zo gaat het door.
Auke wint ook de volgende ronden en
dan komt het grote moment. Het gaat
om de eerste prijs. Auke Beersma
tegen Sjoerd van Bergum!
„Klaar?" Voordat de man echter
„...drie..." heeft gezegd, is Auke al
weg. Ze moeten overdoen. Nogmaals
wordt er geteld en nu vertrekken ze
precies gflijk.
Auke maakt een snelle start, maar
dan overvalt hem een hevige moeheid.
Zijn slagen worden onregelmatig en
hij verliest snelheid. Hij wordt duize
lig en kan zich slechts met de groot
ste moeite overeind houden. Sjoerd
van Bergum wint met een grote voor
sprong
UET IS VOL in het zaaltje van de
herberg. Dicht opeengepakt zitten
de mensen. Rookslierten dwarrelen
omhoog en het is een geroezemoes
van stemmen. De waard en zijn hel
pers lopen in hemdsmouwen heen en
weer om ieder te voorzien van een
warme dronk. Het bestuur zit achter
een tafel op het kleine podium.
Daar gaat de voorzitter staan.
„Dames en heren," zegt hij, „thans
is het moment aangebroken, waarop
de prijzen aan de winnaars zullen
worden uitgereikt. Nummer éen is
Sjoerd van Bergum." Een applaus
klatert op uit de zaal. Sjoerd be
treedt het podium en neemt zijn prijs
in ontvangst. „Kerel," zegt de voor
zitter, „je bent de held van deze win
terWeer wordt er in de handen
geklapt.
„Nummer twee," gaat de voorzit-
ter verder, „nummer twee is Auke
BeersmaAuke komt naar vo
ren en staat vlak voor de bestuurs
tafel. De voorzitter neemt de medail
le op en speldt die Auke op zijn jas.
Dan klinkt er plotseling een stem
achter uit de zaal: „Meneer de voor
zitter, mag ik een enkel woordje zeg
gen
De mensen kijken verbaasd om.
„Wie is dat?" vragen ze. „De don-
ter," wordt er gefluisterd, ue
dokter
De dokter is gaan staan en wuift
met zijn hand om stilte. De voorzit
ter tikt met zijn hamer. „Gaat uw
gang, dokter," zegt hij.
„Dames en heren," begint de dok
ter, „ik wil niets afdoen aan de pres
taties van Sjoerd van Bergum; Ut
weet, dat hij e'en goede rijder is. Ook
ben ik ervan overtuigd, dat er spor
tief is gereden, maar ten aanzien van
hetgeen Auke Beersma heeft gepres
teerd wil ik nog een enkele opmer
king maken. Toen deze jongeman
vanmiddag op de baan kwam, had
hij al een wedstrijd gereden. Het ging
er bij hem toen om de afstand van
het huis van Siebe Wellema naar
mijn woning in de kortst mogelijke
tijd te volbrengen en ik kan wel zeg
gen, dat alle records zijn geslagen.
Maar de prijs was dan ook hoog
Want die prijs was een mensen
leven
Het is doodstil in de zaal. De ge-
zienten staan in strakke afwachting.
„En ik kan tot mijn grote vreugd*
zeggen," vervolgt de dokter, „dat de
prijs is gewonnen! Het dochtertje van
öieue Wellema is van de verdrin
kingsdood gered, omdat de man, di*
u daar voor u ziet, enkele minuten
nadat het meisje onder het ys van
daan was gehaald, na een uiterst snelle
rit, die al zijn krachten opeiste, bij
mij voor de deur stond om mij te waar
schuwen. Was hy later gekomen, dan
zou het kind zeker zijn gestorven.
Daarom is Auke voor my de held van
De dokter gaat zitten. Even is er
nog een zwijgen onder de menses,
maar dan springt Sjoerd van Bergujn
op. Hij is de eerste, die reageert.
los.
De voorzitter neemt weer hel
woord: „Ik dank de dokter heel har
telijk voor zijn woorden," zegt hij,
„en ik ben blij, dat er vandaag een
prestatie is geleverd, niet om een
medaille of lauwerkrans, noch om de
eer, maar om een medemens te het-
pen."
Als Auke Beersma de herberg heeft
verlaten en naar huis gaat, moet hi)
telkens denken aan vanmiddag, aan
dat kind daar op de vloer met dat
bleke gezichtjeEn nu hij weet,
dat de kleur op die wangen is terug
gekomen en het meisje nu, warm in
gepakt, in haar bedje ligt, door
stroomt hem een vreemd blij geluk,
want dit was dé wedstrijd van zijn
leven en hij heeft die gewonnen...—
Correspondentie en oplossingen
aan de heer H. J. J. Slavckoorde,
Goudreinetstraat 123, Den Haag.
Correspondentieschaak
van wereldklasse
IEDEREEN weet tegenwoordig wat cor
respondentieschaak is. Zo goed is dit
begrip verbreid althans onder de
schakers dat het niet meer nodig is
er een definitie ot een beschrijving van
te geven. Velen weten ook wel dat men
m tal van landen organisaties heeft ge
schapen waarvan de leden uitsluitend
het schaken per correspondentie beoefe
nen. In tal van gevallen bieden derge
lijke organisaties uitkomst aan de
schaakliefhebbers die, door welke oor
zaak dan ook. niet de gelegenheid heb
ben zich bij een gewone schaakclub aan
te sluiten dan wel hiervoor eenvoudig
niet gevoelen. Zelfs landelijke kampioen
schappen voor het schaken per brief,
zoals deze vorm van schaken ook wel
wordt genoemd zyn tegenwoordig een
heel eenvoudige zaak.
Het is begrijpelijk, dat de minnaars
van het correspondentieschaken hierbij
niet zijn blijven stilstaan. In hun ge-
dachtengang was het alleszins begrijpe
lijk dat er ook een wereldkampioenschap
moest komen. Maar een dergelijk veel
omvattend project is gemakkelijker op
papier gesteld dan uitgevoerd.
Het is zeker niet onze bedoeling in
dit opstel te gaan beschrijven hoe het
eerste wereldkampioenschap voor cor
respondentieschakers is tot stand geko
men. We willen er slechts aan herinne
ren, dat het werd gewonnen door de be
kende Australische schaakspeler C J.
S. Purdy. en dat de Zweed Malmgren
en de Italiaan Napolitano hem op de
voet volgden.
Deze drie waren het die zich hierdoor
het recht verzekerden van deelneming
aan de eerstvolgende wedstrijd om het
wereldkampioenschap. Deze nieuwe wed
strijd nu, het tweede wereldkampioen
schap dus, is kort geleden (om precies
te zijn: op 1 januari jl.) in zijn beslis
sende fase getreden. Niet minder dan
nl. ondergebracht in 10
groepen van 7 spelers. Uit elke groep
wordt no 1 tot de finale toegelaten. Al
dus ontstaan 10 finalisten, waaraan,
zoals wij reeds opmerkten, de eerder
genoemde nos 13 1
de vorige kaun-
gd. Het
B- tikel de
eindstanden der 10 voorgroepen gedetail
leerd te vermelden. Doch wij noemen
wel de namen der 10 winnaars. Het
zijn: Dr. Balogh (Hongarije) die even
veel punten behaalde als Batik (Tsje-
chosl», en B. Koch (Oost-Duitsland),
voorts Jezek tTsj.Sl.). Borsony (Tsj.
SI I, Kjellainder (Zweden i. Lundquist
(Zweden). Arnlind (Zweden), Laustsen
(Denemarken). Dr. Bergraser (Frank
rijk) met evenveel punten als Lothar
Schmid West-Duitsland). Endzelins
(Australië) en Kaliwoda (OostenrijkAl
deze spelers zijn tot de finale toegela
ten Daarentegen zullen Purdy en Malm
gren met van hun recht gebruik ma
ken in de finale uit te komen, terwijl
de F.I.D E. grootmeester Ragosin tot
de eindstrijd heeft toegelaten zonder
voorwedstrijden te spelen.
Het zal u stellig getroffen hebben, dat
de bezetting der finale maar heel wei
nig ..bekende" namen bevat. Dat wil
gen: men vi
Iers die hun
bekendheid ontlenen
den vinden wij toch wel enkele beken
de namen. Zo kon in groep 3 de beken
de Joegoslaaf Milic het niet tot de le
plaats brengen Zo ging het ook de
Franse kampioen Boutteville in groep
10 cn de Belgische kampioen Gobert in
groep 7 Interessant, hoewel stellig niet
verblijdend, is dat zich onder de uitge-
«chakelden ook een aantal Nederlanders
bevindt: in groep 3 Ir. Mondria, in groep
6 Van Scheltinga. in groep 7 Mulder van
Leens Dijkstra, in groep 8 P van 't
Veer en in groep 9 de reeds jaren in
Indonesië verblijvende Henncberke.
Het is misschien goed er even de na
druk op te leggen, dat men correspon
dentieschakers en „gewone" schakers
niet over één kam mag scheren. Suc
ces aan het schaakbord garandeert al
lerminst goede resultaten bij het corres
pondentieschaken. En de prima „briet-
schaker" kan. spelende aan het bord,
gemakkelijk falen. Dit moet men wel
bijzonder goed in het oog houden indien
men zich al te snel een denigrerend
oordeel zou willen vormen over de eer
der genoemde lijst der onbekenden
Rekening houdend met de omstandig
heid dat correspondentieschakers onder
geheel andere voorwaarden schaken dan
„gewone" schakers de eerstgenoem-
den beschikken immers in zekere zin
over onbeperkte bedenktijd, kunnen
bronnen raadplegen zoveel zij willen,
hun varianten op papier uitwerken, enz.,
enz. mag men verwachten dat de se
rieuze en bekwame correspondentiescha
ker tot gemiddeld veel betere presta
ties in staat is dan de schaker die in
de tamelijk beperkte bedenktijd achter
het bord, zonder hulpmiddelen, welke
dan ook, m-iar moet zien hoe hij er in
2V4 uur tijd 40 k 50 zetten uitperst.
Onder de al te schaars gepubliceerde
soort van partijen zo zelden gepubli
ceerd wordt vindt zijn verklaring in de
omstandigheid dat slechts weinig com
mentatoren zich er aan wagen deze par
tijen te analyseren. En dat is begrijpe
lijk, want de spelers zélf hebben als
regel zoveel tijd en energie aan hun zet
ten kunnen besteden, dat een commen
tator die niet deksels op zijn hoede is
gemakkelijk bij het analyseren allerlei
blunders kan maken. Dit soort par
tijen kan eigenlijk slechts naar behoren
door de spelers zelf geanalyseerd wor-
Het verheugt ons dat wij in het twee
maal per maand verschijnende schaak
tijdschrift „Schach" zulk een juweeltje
aantroffen. Het is de partij tussen de nos.
1 en 2 uit voorgrocp 3, de Tsjech Bor
sony en de Joegoslaaf Milic. De partij
dus, welke Milic zijn plaats in de fina
le kostte. Wij nemen de partij met
de aantekeningen v'an de winnaar uit
het genoemde blad over. Wij zullen haar
in deze rubriek met kunnen voltooien
en zullen haar dus op een geschikt mo
ment onderbreken om haar in de eerst
volgende rubriek te beëindigen. Wij ho-
pen dat onze iezers het met ons eens
zullen zijn dat het de moeite waard is
deze partij, met de analyses, onder ogen
te krijgen.
Wit: Ing. Borsony (Tsjechoslowakije).
Zwart: Boris Milic (Joegoslavië).
Siciliaanse partij.
1. e4 c5; 2. Pc3 Pc6; 3. g3 gfi; 4. Lg2
Lc": 5. d3 d6.
Meer gebruikelijk en ook wel juister
is 5e6 om het komngspaard gun
stig naar e7 te kunnen ontwikkelen.
6. f4!7 In een kleine groep, waar
slechts no. 1 iets bereikt, is het nodig
scherpe varianten te kiezen. Voorzich
tige naturen kiezen daarom eerst het
ontwikkelen der stukken door Pge2 of
Le3. De door wit gespeelde zet is bekend
uit de partij SmyslovIliw
in de 22e kampïoenswedstr
Unie, 1952.
6. Pf6. Deze zo natuurlijke ont-
wikkelingszet moet hier toch gecritiseerd
worden, omdat ze de mogelijkheid van
de tegenstoot f7f5 moeilijker maakt.
Daarom is 6Ph6 beter, maar ook
6e6 kwam in aanmerking.
7. Pf3 0—0; 8. 0—0 Tb8. Iliwitzky speel
de hier 8 Pe8 In plaats van na 9
h3 in het centrum tot tegenoperaties
over te gaan speelde hij zeer passief 9.
Pc7; 10 Lc3 b6; 11. Dd2 Lb7 en ge
raakte na 12. f5! snel m beslissend na
deel. Ook m de onderhavige partij ge
draagt zwart zich aanvankelijk terughou
dend in het centrum, doch met de zojuist
gespeelde zet bereidt bij actief tegenspel
op de damevleugel voor.
9. h3 Pr8; 10. Le3 Pd4; II. Dd2 b5; 12
Pdi b4; 13. Ph4!
Deze zet beneemt de tegenstander de
mogelykheid tot afruil, en dreigt na
het verjagen van Paard d4 te gele
gener tyd met de opmars f4f5 actief
te worden.
13f5; 14. c3 bxc3; 15. bxc3 Pb5;
16. TbI (dreigt 17. a4) Ld7; 17. exf5 gxf5;
18. Lf2
Voorbereiding voor het spel langs de
e-lijn. Niet byv. 18. Pf3 of 18 Lf3. waar
door zwart de gelegenheid zou krygen
door 18Pd4! en 19Pxf3+ zyn
ongunstig geposteerd paard kwijt te ra
ken
18Tb6. Een grove fout zou 18.
eö geweest zijn wegens 19. Ld6t Kh8;
20. fxe5 Lxe5; 21. Pg6t enz.
19. Tel e6; 20. Tel Om 21. Pf3 te
kunnen spelen. De toren staat overigens
op de c-lyn later zeer gunstig. 20
Ta6; 21. Pf3 Da5; 22. Tc2 Pf6; 23. Pe3 Pa3.
De zwartspeier kan r.iet goed 24. Pc4
toelaten, maar heeft anderzijds een ge
rechtvaardigd wantrouwen tegen de zet
d6d5, welke hem grote zwakten op de
zwarte velden zou bezorgen. Wit zou in
dat geval eenvoudig weer Pdl spelen.
24. g4?!
Wederom zeer scherp gespeeld. Zie de
opmerking bij de 6e zet van wit. Nu
zwart een groot deel van zijn strijdmacht
op de damevleugel heeft samengetrok
ken wil wit de beslissing op de konings
vleugel forceren Na 24. c4 blijft het
zwarte paard weliswaar een tijdlang
buiten spel, maar het is zeer de vraag
of dit voor wit voldoende is om te wrn-
24fxg4; 25. hxg4 o4!
Een geestige riposte! Wit kan zich
nóch op 26. Pxc4 Pxc4 27 dxc4 Pxg4,
nóch op 26. dxc4 Pe4 inlaten.
26. Pd4 e5; 27. fxe5 (27. Pdfö exf4; 28.
Pxg7 fxe3; 29. Lxe3 Pxg4 30. Lh6 Tf6'i;
dxeS; 28. Pdf5 cxd3 (28. Lxf5; 29.
Pxf5 Pxg4? 30. DgS!>; 29. Dxd3 Lxf5;
30. Dxf5
Nu zou op 30. Pxf5 volgen 30.
Pxg4. en nog erger zou zijn 30. gxf5?7
wegens 30Td8!
30. Pe8; 31. Dd3 Td6; 32. Pd5 Kh8:
33. c4 Pc7.
Stelling na 33.
Pc7.
A li A
H. A
Im m t.
|V|
het allesbehalve gemakkelijk zijn dit te
bewijzen.
Het eerste deel der partij, een zware
positionele stryd met vele tactische fi
nesses. zowel voor als achter de coulis
sen. is voorbij. Het volgende deel. dat
vooral boeiend zal zijn voor degenen die
van grote en kleine combinaties houden,
doet als een (opzettelijk gecomponeerde
middenspel-studie aan.
(Wij geven hiervan nog enkele zetten,
om dan in de volgende rubriek de par
ty te voltooien. Red.)
34. Db3ü Dit is tot op zekere 'hoogte
de sleutelzet welke het voordeel van wit
demostreert. Wit's voordeel bestaat uit
Een sterke vrijpion, het loperpaar en de
slechte stand van het zwarte paard op
a3. Hier volgen nog andere mogelijk
heden voor de witspeler:
1) 34. Tc3 Pxc4; 35. Dxc4 Pxd5; 36. Lc5
Pxc3;
2) 34. Dc3 Dxc3; 35. Txc3 Pxd6. 36.
Lxd5 Pb5;
3) 34. Te3 (om 34. Lh6? uit te
lokken: 35. Txe5 Lxcl; 36. Te7 Tg6,
37 Ld4Kg8; 38. Dxg6+! enz.) Maar
zwart speelt: 34Pxc4; 36. Th3 h6;
36 Dxc4 Pxd5.
Op dit moment van de strijd was de
situatie zodanig geworden, dat de wit
speler bepaald moest winnen om zich
voor de finale te kwalificeren, terwijl
de zwartspeier zich met remise kon ver
genoegen
34. Pxd5.
Ook 34 Pe6; 35. c5 Tdd8; 36. Pe7
was met meer voldoende voor gelijk
spel, en op 34Pxc4 volgt natuur
lijk nu 35. Pxc7!
35. cxd5! Ta6.
Hier kon zwart proberen of wit na
ken
36. Lc5 Op dit moment kan ook
zeer goed d6 gespeeld worden, bijv
li 36 Td8; 37. d7! Txd7! Txd7!,
38. Tc8t Td8; 39. Lel, enz.
2) 36Td8; 37. d7! Lf6; 38 Df7
Db5; 39. Tc8 Dbl 40. Tel Dg6; 41. Td8+
Lxd8, 42. De8t Dg8, 43. LÖ5. enz.
3i 36. e4; 37. d7 Td6; 38. Lc5
Ld4+; 39. Ld4+ Txd4; 40. Tc« Kg7; 41.
Txf8 Kxf8; 42. Tf2t Ke7; 43. TH' Kd6;
44. Dxa3f. enz.
Zeer fraaie varianten, maar wit wilde
een verdere vereenvoudiging van het
spel door 36Txf2 vermijden. Met
het beschikbare materiaal moet immers
nog een vol punt veroverd worden en
elke verkleining van het materiaal maakt
de kans hierop geringer.
(Wordt
■volgd).
De oplossingen
Andere mogelijkheden zijn:
li 33Pf6; 34. Txe5 Pxg4; 35.
Th5 Ph6; 36. Ld4! met de dreiging 37.
Pf6 en damewinst. Op 36Da6 volgt
37 Lc5 of ook 37. Th3.
2) 33Tf4; 34. Pxf4! Txd3; 35.
Pxd3 Het voordeel van wit zou toerei
kend voor de winst moeten zijn, al zou
X v
A A
A. W A A
A A X
M BAB
ÜAB&H BW
A M
^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^
FiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiNimmiiiiiMiimHir
Hieronder volgen de oplossingen der
opgaven, gepubliceerd in onze rubriek
van 28 januari jL
le stelling (TietzJudd): Wit zou na
tuurlijk graag willen mat zetten door
middel van Le5t en Ph6 mat. Maar op
Le5t zou Txe5 volgen en zwart blijft
met drie pionnen tegen de kwaliteit in
de meerderheid. Wit weet op zeer leer
rijke wijze de gTote diagonaal te verove-
ril. Txb5ü cxb5 (beter h5. waarop wit
het best met 2. Pe5 dreigt Pf7 en
Txb7 kan antwoorden); 2. Tc8ü Dd5!
(Zwart mocht de toren niet slaan wegens
Dd4t of Dalt, maar nu dreigt hij zelf
mat te geven en het ziet er naar uit
dat wit verloren is, omdat ook 3 Pf6
wegens Dxg2t niet helpt.) 3. Daltü
(Een nieuw mat duikt op: 3. Txal;
4. Txf81 Kg7; 5. Lh6 mat. Wit heeft nu
zijn doel bereikt); 3. e5; 4. LxeSt
Dxe5. (Op Txe5 volgt eenvoudig 5
Txa8); 5. Txf8t! Kg7? (Natuurlyk had
Txf8 op den duur ook verloren, maar
nu ia het in eens uit) 6. Tf7t! (De laat
ste pointe. Wit krijgt de dame met
schaak. Zwart gaf het op).
2e stelling (LachmannMuller): 1.
Pf6tü gxf6; 2. Dxf6 d4; 3. Txd4! cxd4;
4. Lxid4 Kh7; 5. g4ü en zwart gaf het op
lelijke val gelopen zijn, indien hij
eerst 5. Dh8t? Kgfl en eerste daarna 6
g4 gespeeld zou hebben. Daarop volgt
nl. 6Dxh2t; 7. Kxh2 Ld6+ gevolgd
door Txh8 en zwart wint.
3e stelling (Devos—Franok):
<Pxh4" Ph3 mat) Pxf3t; 4. Kg2 Peltt;
5. Kg3 Tg6t; 6. Kf4. Zwart kan nu zoela
hij wil mat m twee zetten geven: 6
Tg41 benevens Pf3 of Pc6 mat; of: 6
Pg2t gevolgd door d6 of Pe6 mat.
Onze opgaven
Niet zo moeilijk, wél leerzaam, zou het
motto van deze week kunnen zyn. Er
bestaat weinig aanleiding om bij elke
opgave een apart commentaar te geven.
We zullen ze dus maar zonder meer
HORIZONTAAL i Zuilengang. 4
Vervallen overblijfsel, 8. Been, 11. Vis
soort. 12. Begroten, 14. Chin, maat, 15.
Ongeveer, 16. Landbouwgereedschap,
18. Vreemde munt. 20. Delfstof, 22
Echtgenoot. 24. Boom, 25. Zangnoot,
26 Ras, 29. Snoeperij, 30. Uitroep, 31
Eiland Nieuw-Guinee, 32. Worstvlecs,
33. Ongeveer. 34. Volksoverlevering.
35. Getijde. 36. Bevel, 37. Zangnoot, 39.
Keer., wending, 41. Gevangeniskamer,
43 Couranten jongen. 44. Plaats in
Noord-Holland. 45. Deel van ten wiel
VERTIKAAL: 2. Uitkering, 3 Ma
nillahennep, 5 Rondhout, 6 Dier. 7
Klont. 9 Oude dame. 10 Voorzetsel, i3
Gehucht, 17 Bezoeker. 18 Algebaken-
de ruimte. 19. Rondhout, 21 Amster
dams peil. 23. Hemellichaam. 26 Kleine
metworst, 27. Lyrisch gedicht, 2R.
Maat, 29. Beknopt, 30. Sierplant, 31
Chin. maat. 32. Gezinslid, 33. Tover-
nimf, 34. Ontvangkamer, 36. Dwaas.
38 Gelofte, 40. Gezinslid. 42 Zangnoot.
Inzendingen per briefkaart voor a s.
donderdag aan bureau van dit blad In
de linkerbovenhoek aan de adreszijdc
vermelden: „Puzzle-oplossing"
Er zijn drie prijzen: 1/5. 2 2.50;
3/250
Oplossing kruiswoord
raadsel 4 februari
HORIZONTAAL: 1 Afzonderen. 2.
Poes; Oase; do. 3. Peseta; Piel. 4
Azijn; Ase; Sla. 5. Resident; al, 6 TL;
Agent; Was, 7 Edam; kool, re, 8. Ma,
Nardus; K.M., 9. Erg; Sier; Tos. 10.
Niet; Bras; Em, 11. Ton; Rek; Gala,
12. On; Ais; Eer; Al, 13. Opa; Eer,
Adat, 14 Kommandant.
VERTIKAAL: 1. Appartement; Oe
2. Foezel; Dar; Ion; Po, 3 Zes. IJs;
Aangenaam, 4. Os; Enigma; Striem, 5.
Nota; Dek; Ribes; E.a., 6. Daas; En;
Oder, Kern, 7. Esp; Entourage, A D.,
8. Reis; Twist; Sar; Da. 9 Edel; Aar;
Koe; Laan, 10. Nor; Alsem; Smal;
T.T.
X*
m m m
m m m
i#'X:
A
Zwart heeft de aanval, doch dc punten
d4, f4 en g5 zijn bedreigd; damerui) is
eventueel mogelijk. Wat zoudt U (zwart
aan zet) gespeeld hebben?
Zwart aan zet speelde i
op. Wat speelde zwart e
wit het op?
Zwart staat hier verloren. Na 1 I>xe7!
zou zwart vermoedelijk de strijd ge
staakt hebben. Wit echter speelde L
Txo7? en nu won zwart Hoe?