Waarom krijgsgevangenen wel en onderduikers geen vergoeding? Herhalingsoefeningen uitgebreid tot maximaal 105 dagen mi Critiek op „soberheids"-circulaire aan de gemeentebesturen Gebedenboek om gebedsleven tot nieuw leven te brengen Overheidslonen 2 WOENSDAG 1 FEBRUARI 1956 KANTTEKENING RECHTSTOESTAND MILITAIREN: Tweede Kamer aanvaardde wetsonttverp (Van onze pailementsredactie) Waarom de militairen, die tijdens de bezettingsjaren in krijgsgevangenschap zijn geweest wel financieel tegemoet te komen en zij, die weigerden in krijgsgevangenschap te gaan hier van uit te sluiten? Deze vraag heeft gisteren aanleiding gegeven tot uitvoerige debatten in de Tweede Kamer, toen het wetsont werp, dat de rechtstoestand van de militairen der Kon. Landmach4 tijdens de bezettingsjaren als nog regelt, behandeld werd. Het wetsontwerp werd uiteindelijk z.h.st. aangenomen, maar de staatssecretaris van Oorlog, mr. Kranenburg heeft het zeker niet cadeau gekregen. Met name de heren Ritmeester (lib) en Scheps (soc.) kwamen met grote en naar het aanvankelijk leek schier onoverkomen- Üjke bezwaren- Wanneer zij. die in krijgsgevangen schap gingen, tegemoet gekomen wor den. dan mag men zeker de anderen, dus zij. die onderdoken om aan deze krijgsgevangenschap te ontkomen, niet vergeten, aldus de heren Ritmeester. Scheps en later ook Haken comm.). Voor deze laatste categorie voelde de staats secretaris niets, althans om ze ovei één kam met hun collega's krijgsgevan genen te scheren. Men wil dus deze ondergedoken militairen wel een goeding geven, zulks in tegenstelling met de andere onderduikers, waaronder honderden studenten, zo reageerde Kranenburg. Houdt dit wetsontwerp aan voor nader overleg, adviseerde de heer Ritmeester (lib.) bij de renlieken. Hiervoor voelde mr. Kranenburg echter niets: bovendien had hij op ideële .gronden bezwaren tegen een solitsing van de verzetslieden n.l. oud-milita'ren en zij. die vóór 4 mei 1940 niet in militaire dienst zijn geweest Motie-Ritmeester Onderscheid ..Hier maakt u onderscheid tus; groepen militairen, welke beide niet in krijgsgevangenschap z|Jn geweest, n.l. militairen, die naar Engeland w; gaan en die in het eigen land onder doken, maar de militairen in Engeland hebben hun bezoldiging genoten", aldus de heer Tilanus. die niets voelde deze motie en volkomen het standpunt van de staatssecretaris deelde. De staatssecretaris lichtte nog toe, dat er slechts enkele duizenden mili tairen in krijgsgevangenschap zijn ge raakt. maar dat er honderdduizenden zich aan deze krijgsgevangenschap heb ben onttrokken. Hiervan zijn er tallozen, die een werkkring hebben gekregen, bij de C.C.D., de brandweer of in een par ticulier bedrijf, moeten ook deze rr sen dan een vergoeding ontvangen, vroeg mr. Kranenburg <zich af. voelde er niets voor en wees de motie Ritmeester af in verband overzienbare consequenties en met de onduidelijkheid. Vooraf echter had de heer Scheps (soc.) de motie Ritmeester zodanig aangevuld, dat de regering werd uit genodigd spoedig met voorstellen te ko- Beroepingswerk NED. HERV. KERK Benoemd: tot hulpprediker te Hoorn- sterzwaag J. H. Bertelink, voorganger Herv. evangelisatie te Valthermond. Beroepbaar: Kand. H. E. Vermeulen, Valeriusstraat 148b, Amsterdam-Zuid; C. A. van Wijck Jurriaanse, voorheen pre dikant bij de Prot. Kerk in Indonesië, Emmalaan 13, Baarn. Beroepen: te Ede (toez.) J. Smit te Groot Ammers. GEREF. KERKEN Beroepen: te Hasselt (accl). kand. G. v. Halsema te Hilversum; te Molenaars graaf. kand. C. Padmos te Amsterdam Aangenomen: naar Vinkeveen. kand. W. J. Hoogenraad te Almelo, die bedank te voor Knijpe; naar Apeldoorn J. P. Haspels te Goënga, die bedankte voor Vlaardingen. GHR. GEREF. KERKEN Bedankt: voor Hilversum M. Vlietstra Eemdyk; voor Artesia (Californiël M. te Eemdijk; voor Ar Baan te Dordrecht. GEREF KERKEN ART. 31 K.O. Aan de Theologische hogeschool a Broederweg te Kampen i s geslaagd gie W. L. I GEREF. GEMEENTEN Bedankt: voor St. Annaland H. Gilst te Dirksland. krij TG„,. PSP"1 gevulde motie onaanvaardbaar achtte, kwam de heer Vermeer (soc.) met een tussenvoorstel. Laat ons stemmen oveï het aanhangige wetsontwerp en daarna in de vaste commissie voor oorlog marine overleg plegen. Nadat de vaste commissie haar rapport over dit over leg zal hebben uitgebracht, zal o\ ém motie-Ritmeester beslist kunnen den. zo adviseerde hij. Dit tussenvoorstel was zowel v< staatssecretaris als voor de Kamer aanvaardbaar, waarna het wetsontwerp de militairen, die niet in z.h.st. werd goedgekeurd- Tweede Kamer over dienstplichtwet (Van onze parlementsredactie) Gistermiddag is de Tweede Kamer De heer Ritmeester (lib.) kwam hier-1 begonnen met de behandeling van het na met een motie, waarin de Kamer wetsontwerp tijdelijke afwijking dienst- als haar oordeel uitsprak, dat de mili- plichtwet, dat de mogelijkheid opent, tairen van iedere categorie die zich dat voor 1956 de herhalingsoefening an de krijgseevaneenschap hebben ont-voor 7731 dienstplichtigen van de derde zich bu de strijdmacht in divisie met zes tot dertig dagen wordt - verlengd en dus maximaal op 105 dagen wordt gebracht De heer Ruys de Beerenbrouck (kath. v.p.) vroeg de minister duidelijk te ar gumenteren, dat het voorstel voor het op peil houden van de gevechtskracht van ons leger onmisbaar is. Hoewel spr. het wetsontwerp kon aanvaarden, wilde hij er op wijzen, dat vooral de werkstudenten door deze uitbreiding de herhalingsoefening worden troffen, omdat zij thans geen gelegen- van deze uitbreiding der herhalings oefening. Minister Staf zal vanmiddag de spre kers beantwoorden. Boek VAN DE DAG sterdam. HET kan me niet schelen" is de be schrijving van een episode uit het leven van een jonge vrouw, die als dok ter in een Amsterdams ziekenhuis werk zaam is. Dat is bepalend voor dit boek je. evenzeer als de titel het is. Het leven van die jonge vrouw wordt met doktersogen bekeken (Nel Noordzij is zelf ook arts) en de titel is typisch een uitspraak van onze tijd. We had den zo graag gewild dat het Nel Noord zij. die zulke enorme schrijversgaven heeft, wel kon schelen wat het lot van die door man en vrouw begeerde jon ge dokteres wordt. Nu is het een leeg boek geworden, waarin klinische ob servatie, psychologische analyse en li terair talent goed moeten maken wat de strekking van dit harde boekje be derft. Tegertwoordig zeggen vele schrij vers zo eerlijk te zijn. niets meer te verbloemen in huichelachtig farizeïsme. Tegen eerlijkheid hebben we geen be zwaar. wel tegen het koketteren met eerlijkheid. En dan eens lekker alles te schrijven wat een gewoon mens Nel Noordzij niet en daarom leggen haar boekje op de onderste plank van de boekenkast, waar meer stoffige lec tuur ligt die beter ongeschreven had kunnen blijven. De heer Tilanus (c.h.) was dankbaar voor het feit. dat men in dit geval aan de militair, die langer d*n 85 dagen voor herhaling in dienst moet blijven een extra vergoeding van 5.- per dag zal geven. ,,Laat de minister duidelijk zeggen, waarom deze maatregel juist in een tijd als deze met zijn tekort aan arbeids krachten nodig ls", zo vroeg mr. Roos- Jen (a.r.) de bewindsman. De a.r.- woordvoerder stond achter het wetsont werp. omdat hij van mening was, dat Nederland de toezeggingen ten aanzien van de NAVO dient na te komen. Nadat de heer Haken (comm.) zich te gen het wetsontwerp verklaard had, deelde de heer Goedhart (soc.) mede, dat zijn fractie het ontwerp zal steunen, alhoewel hij het betreurde, dat bij de voorbereiding van dit wetsontwerp niet die zorgvuldigheid betracht is. welke wel is gewenst. Tenslotte sprak de heer Korthals (lib) die evenals de heren Roosjen (a.r.1 Ruys de Beerenbrouck (kath.v.p.) duidelijke uiteenzetting van minister Staf vroeg over de noodzakelijkheid MELODIE en WOORD der Ethergolven DONDERDAG 2 FEBRUARI 1958 versum I, 402 m. AVRO: 7.00 Nws; 1 7.20 Gram. VPRO: 7.50 Dagopeni O: 8.00 Nws: 8.15 Gram; 9.00 Gym ouw; 9.10 V d huisvr; 9.15 Grs fusV. caus; 14 45 Pianorecital; 15 15 V zieken: 16.00 Gram: 16.15 Voc fi 16 45 V ri jeugd: 17.30 T t R 1 P O der Verenigde I tproblemen sproken brief 19.05 C Jeugd; taal dr 21.30): Radiojourn Nws; Hilvi 7-4* Mn. m ;r; 8.15 Hoogmis: 9.50 Gra 9.55 V d vrouw. NCRV: 10.00 Gram; 10.30 Morgendienst. KRO: 1100 V d zieken: 1145 Franse chansons ;12.00 Angelus: 12 03 Gram; 12.30 Land- en tulnb meded; 12.33 V d plat teland: 12.41 Gram; 12 55 Zonnewijzer; 13.<X Nws en Kath nws; 13.20 Fluitrecltal; 13.4J Gram. NCRV: 14.00 Metropole ork: 14.45 V -a00 bijbellezing; 16.30 Jeugd; 17.30 Gi 20.20 Geva gramma: 21.45 Gram; 22.00 Tijdschrlftenkr 22.10 Orgelconc TELEVISIEPRÓGR NTS: 16.00—17.30 Olympische Winterspelen 20 00 Journ en weerber; VPRO: 20 15 Vrage- beantw; 20 24 „Maski -23.30 Olympische Engeland. BBC H< V d scholenWW Nws: 14.10 V d scholen; 16.30 Hoorsp; 18.00 V d kind; i Lichte r 16.30 H< 19.00 Nw; Noem Mara EEN WOORD VOOR VAN- DAAG Soms zijn er in een mensenleven zoveel tegenslagen dat men er bitter door wordt. Ziekte, huise lijke moeilijkheden, het gevoel soms dat wat men verricht bij de handen wordt afgebroken er is zoveel, dat tot bitterheid kan stemmen. Dat het hart in opstand kan doen komen. Dat verbittering wekt jegens God en de medemen sen. En dat dan dikwijls tot on redelijkheid leidt. Dit alles is niets nieuws. Lees er het ver- haal van Naomi maar op na, die zich bij haar te rugkeer uit Moab niet langer Naomi wilde laten noemen, maar zich de naam Mara gaf: de ver bitterde. „Want zei zij d» Almachtige heeft mij bitterheid aangedaan. Vol ben ik heengegaan maar leeg heeft mij de Here deen terugkeren!" Mara maar haar klacht heeft haar geloof en vertrouwen in God en in Zijn liefde toch niet verdon kerd. En nergens lezen we dat haar medemensen onder die stem ming hebben moeten lijden Inte gendeel: in de laatste verzen van het boek Ruth zien we haar als een gelukkige oude vrouw, die bij haar kennissen bijzonder geliefd .s. Het mag ons tot voorbeeld zijn! Aan de Rijksuhiversitelt te Utrecht pro moveerde de heer W. G. Haye uit Zeist tot doctor in de wis- en tuurkunde op een proefschrift tlteld; „Röntgenografische bepaling van de Kristalstructuren van misch en optisch actief a-hexachloor- cyclohexaan". Prof. dr. J. M. Bijvoet trad op als prómotor. Eerste Kamer over binnenlandse zaken: C.H.-fractievoorzitter mr. Kolff: „Geen rijksfilialen" (Van onze par.ementsredactie) De Eerste Kamer heefi gisteren de begroting van binnenlandse zaken in behandeling genomen. De discussies daarover plegen se dert jaar en dag in het teken te staan van een vurig pleidooi (met de jaren gaat het vuur er wel af) voor verbetering van de arbeids voorwaarden voor het overheidspersoneel. Daar bestond ditmaal wel een bijzondere aanleiding toe, ge-oen de publikatie van het door de commissie vanloondeskundigen uitgebrachte rapport. De meeste afgevaardigden voelden zich eefcuer niet geroepen thans reeds een oordeel te vellen over een materie die eigenlijk nog te jong ïs om ér iets degelijks van te zeggen. en verschil moeten in het georgantseerti overleg onderzocht worden. Het zou beslist niet van een goed beleid getui gen, wanneer de overheid zich door de verbetering in het bedrijfsleven in een dwangpositie zou laten manoeuvreren. De heer Schipper betreurde het ten zeerste, dat door de huidige methode van behandeling de kwestie van de ambtenarensalarissen steeds meer wordt verschoven van het georganiseerd over leg naar de Staten-Generaal. De a.r afgevaardigde bepleitte verder eer spoedige behandeling van de kwestie van de gehuwde en huwende ambte nares in het kabinet en het georgani seerd overleg. Voor het overige heeft de Kamer minister Beel niet bepaald voor onover komelijke problemen geplaatst. De vraagstukken op dit gebied blijven trouwens elk jaar zichzelf gelijk. Even als hun confraters in de Tweede Kamer oefenden enkele senatoren critiek uit op de circulaire, die de minister op 3 oktober jl. aan alle gemeentebesturen heeft doen toekomen. Daarin wordt op soberheid aangedrongen. het personeel Men hield zich dus min of meer op de vlakte, met uitzondering van de communist Brandenburg, die een leger gemeenplaatsen liet aanrukken om duidelijk te maken, dat er een hemels breed verschil is tussen de salariëring van het overheidspersoneel en die van oneel in de particuliere sector. Gou (kath.v.) hield een rustig betoog, waarin hij o.m. opmerkte, dat de gang van zaken in het georganiseerd overleg stroef is en wel voornamelijk, omdat de regeringsdelegatie aan strakke richtlijnen gebonden is. Verder be treurde hij het verschijnen van de door de minister verspreide circulaire, waar in het geven van kerstgratificaties aan gemeentepersoneel feitelijk wordt ver boden. Hij hoopte, dat diengaande de houding van zijn ministeriële partijge noot in de toekomst wat soepeler zal worden. Naar verbetering van de se cundaire arbeidsvoorwaarden wordt vooral in industrieplaatsen volgens hem reikhalzend uitgezien, zulks in verband met zuigkracht, die het bedrijfsleven uitoefent op het gemeentepersoneel Tenslotte bepleitte mr De Gou een definitieve salarisregeling voor gemeen tesecretarissen, gemeenteontvangers en directeuren van gemeentelijke diensten. Nic( te lang De heer Schipper (a.r.) zeide. met de verbetering van de secun» arbeidsvoorwaarden voor het c heidspersoneel niet te lang meer moet worden gewacht. De voorwaarden hier voor zijn niet dezelfde als die in hel particuliere bedrijfsleven; overeenkomst Niet rooms, maar reformatorisch N vrijwel alle kerken A wordt geklaagd over een ingezonkenheid van het geestelijk leven. Niettegenstaande de vele activiteiten en or ganisatorische initiatie ven 5 blijft' het geloofs leven bij de kerkleden getuigen van slechts geringe diepgang. Het ingezonken geeste lijk leven is ongetwijfed nauw verbonden met de allerwege te constateren slordige kerkgang en het daaruit weer voort vloeiende ongeregelde gebedsleven. Ds. L Brink. Ned. Herv. predikant te Velsen. schrijft in het weekblad De Waag schaal over de nood van het geestelijk leven in het gezin en legt de vinger op vele wondeplekken. Ds. Brink zou niet graag willen pleiten voor een van hogerhand verplichte kerk gang. maar toch blijkt een straffere leiding van boven af veelal behoudend te wer ken. zo meent ds. Brink. De predikanten roepen zo krachtig mogelijk op tot ge trouwheid in de kerkgang, maar het ambt wordt niet als gezaghebbend gezien Ouderlingen en predikanten kunnen er wel toe oproepen maar nu ja. daar zijn ze ambtsdragers voor; ieder een mag zelf weten, wat hij met die oproep doet, hoe hij die beantwoordt. Als een tweede zwakke punt noemt ds. Brink het Bijbellezen. Er wordt wel een Bijbel uitgereikt, maar er wordt niet bij gezegd (tenminste niet met gezag) hoe dit boek eebruikt moet worden. De één beveelt de- Nood van het geestelijk leven in het gezin Slechts persoonlijke mede delingen worden gedaan. Velen stranden op de Oud- Testamentische offerwetten en voorschriften uit Exo dus, Leviticus. Numeri of Deuteronomium. op de pro feten (wier prediking im mers zwaar om te verstaan is) of op de brieven van Paulus met hun vaak zo moeilijke taal. Weer een ander punt is het individualistisch karak ter van het geestelijk le ven. Dit is gedeeltelijk nog een erfenis van de Renais sance met zijn opwekking tot vrij onderzoek; het ra tionalisme heeft dit nog in grote mate versterkt. Ieder moet zelf zijn koers maar bepalen; iedereen heeft ieder ander maar te eer biedigen. Er wordt een ze ker gezag gemist- Ook lijdt het geestelijk leven schade door gebrek aan tijd. Ieder wordt vrij heid gelaten voor daginde ling. gebedsleven en kerk gang. maar zo komt er niet veel van terecht. Al te spoe dig is er geen tijd voor ge bed en kerk en men vindt het niet eens zo belangrijk. Een gemeentelid van ds. Brink heeft de proef op de som genomen. Een jaar lang heeft hij niet in de Bijbel gelezen en is hij niet naar de kerk gegaan en.hij heeft het geloof behouden. Kerkgang en Bijbellezen achtte hij toen goed voor zwakke zielen. En hoe staat het met het geestelijk leven van de pre dikant? Hier staat het niet te best mee, zo meent ds. Brink. Een dominee loopt hét ontzaglijke gévaar met de Bijbel om te springen zo als een timmerman met zijn hamer en zoals de bak ker met zijn brood. Een predikant verzekerde on langs ds. Brink, dat in zijn gezin de Bijbel vrijwel nooit gelezen wordt, ten eerste door gebrek aan tijd, ten tweede door de -onregel matigheid van de maaltij den en ten derde omdat de predikant de Bijbel al zo vaak bij andere gelegenhe den open moet hebben. W7ELKE wapenen moeten W nu gesmeed worden te gen deze gevaren, die het geestelijk leven dreigen te smoren. Ds. Brink vraagt van de Kerk, dat zij duidelijke richtlijnen geeft voor het le zen van de Bijbel. Dit wordt nog te veel aan het inzicht van de dominee overgelaten, behalve dan "wanneer deze zich zo uit spreekt dat zijn getuigenis de fundamenten der Kerk aantast. Daarom weet men in het gezin vaak geen raad met de Bijbel. Om het gebedsleven te verlevendigen zou een ge bedenboekje goede diensten kunnen bewijzen, zo gelooft ds Brink. Voorbeden voor noden, waar men in het ge wone leven niet aan denkt, worden zo onder de aan moet bidden, wat men moet bidden en hoe vaak men moet bidden. Er wordt nog wel gebeden: voor en na het eten. bij het naar bed gaan en het opstaan, maar waar is de voorbede voor alle no- kritiek bevroedt tegen zijn voorgestelde gebedenbundel voert aan dat hierin niets rooms steekt. Het boek ..Ge beden van Calvijn" is toch niet rooms, aldus ds. Brink. Is het bekende boekje ..Ge beden" van dr. O. Norel rooms? En als u nog een goed oud kerkboek hebt. zijn die gebeden daar ach terin, ontstaan in de tijd der Reformatie, rooms? Wie dat beweert heeft geen ziertje van de hele Kerkher vorming begrepen! Dan is het dienstboek van de Ned. Herv. Kerk zeker ook rooms, want daarin vindt u ook een keur van gebeden. Ja, dan is het hele Bijbel se Psalmboek rooms. Want het Psalmboek is het ge bedenboek van Oud-Israël, aldus ds. Brink- Uit het Psalmboek blijkt zelfs, dat het bij de gods dienstige Joden gebruikelijk was zeven maal per dag te bidden. In de eerste eeuwen na Christus werden in de kerk en in het gezinsleven de Psalmenveel gebeden (niet gelezen als stichtelij ke lectuur, maar: gebeden). Benedictus van Nurcia stel de in de zesde eeuw het Psalmbidden verplicht voor zijn kloosterorde, de Bene dictijnen. Helaas had het kloostergebruik tot gevolg, dat het gebed nu weggroei- de uit de gemeente en het gezin. En het is juist één der schatten der Reforma tie, dat de Bijbel en het gebed aan de gemeente werden teruggeven. Ds. Brink besluit zijn ar tikel met de wens uit te spreken, dat een eventuele leiding in het gebed ge paard zal gaan met een lei ding in het Bijbellezen. Wanneer dit alles gevoed en gestimuleerd zou worden door de Kerk zelf, dan zou er wellicht nog eens een vermindering van nood te verwachten zijn voor het geestelijk leven in het ge- gevaardigden verschilden op dit punt weinig of nietmet hem van mening, maar algemeen vond men. dat de cir culaire te laat gekomen is. De heer Tjalma (a.r.) veroordeelde het. dat de gemeenten lange tijd de noodzake lijke middelen zijn onthouden, terwijl het Rijk zijn uitgaven steeds hoger op voert. Voor enkele leden was de circu lairekwestie een aanleiding om dieper in te gaan op de financiële verhouding tussen Rijk en gemeente. „Geen rijhsfilialen" De c.h. fractievoorzitter mr. Kolff heeft hier behartigenswaardige dingen over gezegd. Er moet volgens hem zeer spoedig een wettelijke regeling van deze verhouding komen. Komt ze niet spoe dig. dan. zullen de gemeenten „rijks- filialen" worden. Hoe langer men wacht, hoe moeilijker een oplossing wordt. De huidige verhouding oefenteen veel te generaliserende Invloed uit op de gemeenten. Ze ondermijnt de finan ciële verantwoordelijkheid omdat ze de gemeentebesturen geen eigen belasting- mogelijkheden biedt. Daarom stellen vooral de kleinere gemeenten zich op het standpunt: het Rijk betaalt wel. Dat er op die manier met geld gesmeten wordt, behoeft geen betoog. De heer De Vos van Steenwijk (lib.) kon zich hierbij aansluiten en wees er op, dat de grotere gemeenten de zaak vaak voor de kleinere bederven. Beide categorieën dienen op gelijke voet be handeld te worden. Het is onjuist om de grote gemeenten de vrije hand te laten. Deze spreker was weinig gepor teerd voor de invoering van een w plaatsbelasting. Volgens hem zal dit fnuikend zijn voor het financieel antwoordelijkheidsgèvoel van de meentebesturen. Gelijksoortige bezwaren had de heer Tjalma. Hij zette uiteen, dat men met de woonplaatsbelasting weer een ver schillend belastingpeil krijgt. Het leek hem beter, het volledige rapport va commissie-Oud af te wachten. Gemeentegrenzen Min of meer uitvoerig is overigens gesproken over het vraagstuk van de streekplannen en gemeentegrenzen. De heer Kolff betreurde het. dat de m' ter geen oplossing heeft weten te den voor de abnormale groei vai grotere gemeenten. De heer De Loor (soc.). burgemeester van Delit. was van mening, dat het aaneengroeien van ge meenten niet voldoende is gestuit. Vol gens hem dient de annexatie-procedure versneld te worden. De Haagse agglo meratie groeit snel en de gemeente Delft heeft nog maar 5 ha grond over voor recreatie. De uitbreiding van Den Haag kan alleen doeltreffend worden opgevangen door annexatie, aldus de heer De Loor. Hij sprak de hoop uit, dat de vorige week ingediende wet op de ruimtelijke ordening een snellere ver wezenlijking van de uitbreidingsplannen mogelijk zal maken. Tot RUksgecommltteerde bij de In 1956 te houden eindexamens van het Am sterdams Conservatorium te Amster dam, het Toonkunst Conservatorium te Rotterdam en het Conservatorium van de afdeling Utrecht van Maatschappij tot bevordering Toonkunst te Utrecht is benpemd dr. C. L. Walther Boer te 's-Gravenhage. 48. 24.00 Nw: PUZZEL NO. 329 Horizontaal: 1 Aanraking, afk. gentel de uwe. 2. nakomeling, grof. slede.. 3. spellet- ding half 4 hoestmiddel, ontkenning, ri vier in Italic. 5 onbep. voornaamwoord, wennen. 6- afk. de naam onbekend, bestaat, vaartuig, water In Friesland. 7 Jaarbo» kje. boomloot. 8. tijdperk, planeet. 9. afk laatst leden. handelsgoed. Vertikaal: 1. Fraaie vogel. 2. voorzetsel, bovenaards wezen. 3. handel, rondhout, 4. uitstapje, spil. grappenmaker Ind. gewoonten J 13.00 Pari 1.00 Dansmuz; rouw; 16.00 Ge' 17.15 Mrs. Dale Orgelspel; 18.15 J jeugd; 19 4: Sport: 20.30 Hoe llng. lldw tijdperk, stre- weefsel. gebouw. 8 gedwee, wortel, ord. 9 drietal, keurig, maat. OPLOSSING PUZZEL NO. 328 Vertikaal: 1. Praal. 2. s ss. 10. pi. 11. loods, 12. i 50 Weerver; 0 55—1 00 N' Brussel 324 m 1145 00 Amus muz: 12 30 W _.00 Nws; 13.15 Orgeln 13.45 Orgelrecital: 14-00 45 V d kind; 15.00 V d muz; 16.45 Lichte muz; )agt>; 17.30 Caus; 17.45 conc; 19.00 ram: 19.30 ioorsp; 20.00 Nws; 20.25 met muz; 21.00 Gevar beantw; 22 00 Ork conc: 23 20 Lichte muz; 24.00 0.45 Progr. overz; deren: 16.15 Koorzang; 16.30 Nws: 17.10 Gram; 17.15 V d kir 18.30 V d sold; 19.00 Nws; 1? Gram: 19.50 Pol caus; 20.00 Gi Verz progr: 21.30 Jazzmuz: 22 00 Gewijde muz: 22 55—23.00 Nws. Brussel 484 m. 12 00 Gram: 13 00 Nws; 14.15 Gram; 15.00 Ork Gram: 17 00 Nws; 17.15 Gram: spelen: 22 00 Nws: 22 15 Klankb; Na het licht in de apotheek leek de lange gang eigenaardig donker en beschaduwd en het groe ne licht boven de lessenaar was mijlen ver. Het was helemaal niet bij mij opgekomen om hulp té roepen, en wij repten ons voort naar dat don kere einde van de vleugel, waarvoor wij om goede redenen 20 bang waren. De deur van ka mer 18 stond wagenwijd 'open! Zij was, voor zover ik wist, niet open geweest, nadat de politie die kamer verlaten had. Alle verpleegsters hadden haar geschuwd. Wie had haar opengedaan? Wie zou haar hebben durven openen? Wie was er in dat donkere vertrek? Een lange huiverende zucht kwam uit Maida's mond naast mij en ik voelde haar koude hand mijn pols vastgrijpen. De aanraking bracht mij van streek en ik deed iets wat, naar ik later be sefte, heel mal was. Ik deed een paar stappen vooruit, liep naar de deur van die griezelkamer, stak een bevende arm door de open deur, tastte naar het knopje van het electrisch licht en draaide het om. Van de koude witte koepel van het plafond stroomde het licht de kamer binnen. Er was niets bijzonders te zien. Daar stonden het eenvoudige dressoir, het tafel tje bij het ledikant, twee stoelen, het tocht- scherm en het hoge. smalle ledikant niets an ders. ccne'^iSMI kreeg een brok in mijn keel toen ik een blik 2000Hoor- naar het bed en naar de kastdeuren wierp. 22.55 Nws. I „De kast! fluisterde Maida naast mij. Agelse7'ut71 zu^ rï'e toc^ niet opGn doen!" toen ik 3 m.) een beslister stap verder in de kamer deed. Het Cl0ic Door HJ6HÖH 6. EBERHART het lerber; 12.34 Gram; cltal; 13.30 Gram Engelse les; was niet gemakkelijk om zo iets te doen, want ik wist heel goed dat de ondiepe kasten toch groot genoeg waren om iets te bevatten wat een ervan had bevat.- Zij waren ditmaal geen van beide op slot. En er was niets in! Ik keerde mij naar Maida toe, wier bleke ge zicht tijdens het ogenblik van vreselijke span ning naast mij geweest was. Zonder een woord te zeggen, gingen wij naar ae gang terug. „Weet je zeker dat je iets gezien hebt?" vroeg ik, met hese stem. „Ik weet het stellig." fluisterde Maida. „Je moet weten dat ik juist naar Veertien ging om dat die zijn seinlicht had opgedraaid, waardoor ik tamelijk dicht bij Achttien kwam. Ik kwam uit de deur en wilde naar de lessenaar toe gaan toen iets ik weet niet wat een geritsel of ander geluid misschien mij om deed kijken, met het gezicht deze kant uit. zodat ik de deur op het zuiden kon zien. En ik was juist bij tijds om een soort van beweging bij de deur van Achttien te zien." Haar handen gingen naar haar keel toe, toen zij sprak en ik voelde mij zelf niet erg op mijn gemak. „Kan het niet een van de patiënten geweest zijn?" zei ik zacht. „Neen! Niet een van hen ik in staat om te lo pen." „Wie kan dan „Of wat zei Maida. Een restje gezond verstand behoedde mij, ge loof ik, voor doodsangst; ik kreeg mijn verbeel ding onder bedwang. „Onzin." zei ik beslist, maar nog altijd om de een of andere reden op fluisterende toon. „Er zijn immers geen Ik wil zeggen, dat de schim die jij gezien hebt of een gezichtsbedrog of een levend mens die adem haalt geweest moet zijn." „Zeker," beaamde Maida en zij voegde e consekwent aan toe: „Ik begrijp niet hoe een levend mens langs ons heen gekomen kan zijn door die lange gang, zonder dat een van ons hem het gezien heeft." Mijn ogen vielen op de deur op het zuiden vlak bij ons; de kleine ruiten zagen mij zwart aan toen ik er naar toe liep, de geelkoperen knop beetpakte en trok. De deur ging langzaam open en er kwam een koude, met mist beladen tocht naar binnen. „Nu, zie je wel?" zei ik tot Maida. ..Alleen een stoffelijk schepsel heeft een deur nodig om binnen of buiten te komen." „Ik zie niet in. dat wij daar veel vérder mee komen," zei zij. „Ik heb die deur vanavond zelf op slot gedaan. Het bewijst alleen dat hier wer kelijk iemand geweest is, dat de moordenaar nog altijd in het ziekenhuis rondloopt." (Wordt vervolgd) JJET rapport van de Commissie Loondeskundigen over de vraag, of de salariëring van het lagere rijkspersoneel ongunstig afsteekt bij dat van overeenkomstige functiona rissen in het particuliere bedrijfsleven, heeft ons niet direct vervuld met de zekerheid: zo is het.' Integendeel, wjj hadden na de lezing en de bestude ring een onbevredigde indruk: hier is op vrij onzekere gronden een oor deel uitgesproken, waardoor de con clusie getrokken kon worden: de overheidslonen zijn zo ongeveer gelijk aan die in het vrije bedrijf. Nu richt zich dit verwijt maar in betrekkelijke zin tegen de commissie. Zij stond in feite voor een onmoge lijke opdracht. Zij moest twee groot heden gaan vergelijken: de overheids lonen en die in het particuliere be drijf, welke in wezen onvergelijkbaar zijn. Eenmaal de opdracht aanvaard, is zij gaan vergelijken met materiaal, dat maar zeer betrekkelijke waarde had. Daarbij kwam dan nog de spoed, waarmee gewerkt moest worden. Op 2 juni werd haar de opdracht verstrekt, in december was zij met haar arbeid gereed. Uit het feit, dat één harer leden reeds in september naar de Verenigde Staten vertrok, kan afge leid worden, dat toen reeds de hoofd lijnen van het rapport gereed waren en dat nog slechts de nadere uit- en afwerking moesten volgen. TAEZE tijd nu was veel te kort. Voor het trekken van meer zekerheid biedènde conclusies zouden nog wel een dubbel aantal maanden van be rekeningen nodig geweest zijn. De commissie erkent zelf trouwens op verscheidene plaatsen in haar rap port, dat haar gegevens slechts betrekkelijke waarde hebben. Daar komt nog iets bij. De com missie heeft bij haar vergelijking met de lonen in enkele bedrijfstakken verschillende factoren buiten beschou wing gelaten. Dat zij geen „zwarte lonen" in aanmerking nam, kunnen wij billijken. Dat zij echter ook winstdeling (die in de metaalindustrie vrijwel algemeen is) en ook de in vloed van tariefionen buiten beschou wing liet, is o.i. minder juist. Maakt door deze dingen het rapport een zwakke indruk, er is iets anders, dat ons nog meer bezwaart. J}E algemene tendens van het rap port is: de overheidslonen zijn vrijwel gelijk aan de lonen in het particuliere bedrijf. Aan het slot van haar rapport schrijft de commissie dan nog, dat voordelen, die vroeger de overheidsdienst aantrekkelijk maakten, als pensioen, vakantie e.d., hoe langer hoe minder als het spe ciaal privilege van het overheidsper soneel gelden, waardoor men bereid was, in overheidsdienst te treden, ook als dit dezelfde of zelfs iets lagere salariëring gaf. Wij hebben ons altijd thuis gevoeld in de stelling, dat de overheid als werkgeefster een voorbeeld moest zijn. Die stelling is zeer zeker niet de ach tergrond van dit rapport. Integendeel, het zet uiteen; de lonen zijn nagenoeg gelijk. De conclusie is dan: ze kunnen dus zo blijven en het enige, dat ge daan moet worden, om psychologische redenen: geef ook wat van de „verfij ningen", die het particulier bedrijf kent, als toeslagen in allerlei vorm, aan het overheidspersoneel en de zaak is gered. pjIERMEE is het „voorbeeld-stand- punt" geheel verlaten. Wij menen, dat op deze wijze alle aantrekkelijkheid om een functie bij de overheid te gaan vervullen zal ver dwijnen. Zal dit de oorzaak zijn, dat er op de duur een aantal maatregelen moet worden genomen, inmiddels blijven zij, die thans in overheids dienst zijn, een aantal jaren in de beperkte positie zitten. Want zelfs de „verfijning", die men wil, kan maar niet van vandaag op morgen worden ingevoerd. Het uit werken van een volledige werkclassi- ficatie voor het overheidspersoneel bijv. zal zeker geruime tijd vergen. Dus, als wij het geheel van dit rap port overzien, begrijpen wij niet, waarom het compromis-voorstel, dat vorig jaar o.m. door de Christelijké Centrale van Overheidspersoneel werd ingediend, toen niet aanvaard is en waarom niet in overweging worlt gegeven, thans nog in deze richting te gaan. De onbevredigdheid, die er bij het overheidspersoneel heerst, ls ons in het licht van dit rapport in fe'.te duidelijker geworden. Terwijl het rapport bedoelt aan te tonen: daar voor is geen aanleiding. C.P.N. wil minister Mansholt interpelleren (Van onze parlementsredactie) In de gistermiddag gehouden verga dering van de Tweede Kamer heeft de heer Haken (comm) verlof gevraagd minister Mansholt te mogen interpelle ren over de wijze, waarop de hoogte van de garantieprijs voor de melk is vastgesteld. Vanmiddag zal over deze interpella tie-aanvraag worden beslist.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 2