Stalen buis en nylon in de
plaats van rustiek
Cultureel
venster
Bijna elf jaar na de oorlog nog geen
subsidieregeling voor kerkbouw
Ook Zondagmorgen
werd het 1-0
LEZERS PELGRIMAGE
nieuwe leidsche couhant
de componist der Tsjechen
NIEUWE UITGAVE VAN ZIJN WERKEN
DOOR ARTIA
Het was maar een heel klein dorp, iets ten Noorden van
Praag, waar het gezin van de herbergier-slager Frantisék
Dvorak op 8 september 1841 verblijd werd met de geboorte
van een zoon, Antonin genaamd. Als knaapje genoot die Antonin
er al van als een rondtrekkende violist in de herberg van zijn
vader een snelle furiant in wisselende twee- en driekwartsmaat
speelde. En hij genoot ook als zijn vader de citer bespeelde
en een zwaarmoedige ballade, een dumka, zong. Ja, dat was
muziek waarnaar zijn hart uitging en waarnaar zijn hart immer
is uitgegaan. Ook toen Antonin al een gevierd en internatio
naal bekend componist was.
door
Corn. Basoski
.,Ik blijf maar dat
wat ik was een
eenvoudige Tsjechi
sche muzikant", zei
hU op het toppunt van
zijn roem. De muziek
wereld kan er blij om
zijn. dat Dvorak dat
gebleven is. dat hij
zich niet in eigenwaan
of in een verkeerd
gerichte roemzucht
heeft laten overhalen
tot internationale con
cessies. Hij bleef de
eenvoudige, maar gro
te Tsjechische muzi
kant. net zoals ook de
andere Tsjechische
componisten voor hem
waren gebleven en
zoals ze er thans nog
zijn.
We vergeten namelijk wel eens
wat Tsjechoslowakije ons aan
muziek heeft gebracht. Zo rond
de 17e eeuw noemde men Bohe-
men wel „het conservatorium van
Europa". Voor Dvorak waren er
componisten als Josef Myslivecek
(1737-1781), schepper van talrijke
opera's en oratoria. Jiri Antonin
Benda (1721-1795), die zangspelen,
opera's, symfonieën en pianocon
certen schiep. Leopold Kozeluh
(1752-1818), opvolger van Mozart
als keizerlijk hofcomponist te We
nen en auteur van balletten, ope
ra's. 30 symfonieën, 13 pianocon
certen. enz. Om nog een oudere
componist te noemen: Jan La-
dislav Dussek (1760-1812). die in
Bergen op Zoom organist is ge
weest en in Den Haag en Amster
dam optrad als pianist. En dan
natuurlijk Dvoraks tijdgenoot Be-
drich Smetana, vooral bekend door
zijn symfonisch gedicht ..De Mol-
Ook thans heeft Tsjechoslowa
kije nog een zeer groot aantal be
langrijke componisten, van wie ik
dit keer alleen wil noemen, naast
de reeds overleden Karei Weiss,
Karei Kovarovic, Otakar Ostrcil,
Vitezslav Novék. Rudolf Karei, Jo
sef Foerster en Leos Janacek, fi
guren als Otakar Zich, Jaroslav
Kricka, Alois Haba, Karei Horky,
Pavel Borkovec en Jan Figus-
Bystry. Bovendien zijn er in Tsje
choslowakije musicologen opge
staan als Scchter. Ambros, Guido
Ad'ler en Otakar Sourek, ban wie
de wereld veel verplicht i».
thans het
dat ooit voor Dvorak kon worden
opgericht, namelijk een volkomen
nieuwe en verantwoorde uitgave
van al zyn werken. Otakar Sourek
is bij deze nieuwe uitgave de lei
dende en verantwoordelijke man.
Open Doekjes
TAE begaafde acteur van de
•L/ Haagsche Comedie, Luc
Lutz, heeft bij Daamen N.V. in
Den Haag een goedkoop boekje
opengedaan over het toneel
(goedkoop wel te verstaan van
prijs; niet van inhoud). Hij gaf
deze vrijmoedige bekentenissen
de titel: ,,Open Doekjes". Zo
als men weet geeft de tech
nicus de term ..opendoekje"
aan het applaus, dat een acteur
tijdens het spel te beurt kan
vallen na een voortreffelijke in
dividuele prestatie. Dit boekje
verdient een dergelijke bijval
ook; of denkt u, dat het makke
lijk is: le de mensen rondom
zo scherp te observeren en: 2.
deze observaties in zo'n ge
wiekste stijl op het papier te
zetten, als Luc Lutz dit doet?
Zij krijgen allen hun beurt:
de première-pauwen, de laatko
mers, de souffleur, de acteurs
(de actrices voorop), de critici,
de regisseur, de figuranten, de
kellners van de foyer, de to
neelschoolmeesters, de auteurs,
de interviewers en wat er zich
meer voor, op of achter het to
neel moge bewegen. Allemaal
geestige portretjes, eerlijk en
scherp genomen (nooit echter té
scherp, want de auteur is een
echte mensenvriend). Tussen
elk der 16 hoofdstukjes is een
originele toneelmop opgenomen.
Het toneel (eerste lering uit dit
geschrift) is een schone zaak
en (tweede lering) geeft het
mensdom veel vermaak. Een
beminnelijk boekje van een be
minnelijk persoon. EV. G.
ANTONIN DVORAK
die nauwkeurig de manuscripten
van de meester bestudeert en de
muziek zuivert van alle door vroe
gere uitgevers gemaakte slordig
heden. ook wat betreft de chrono
logische volgorde en de nummering
van Dvoraks werken. De uitge
verij ARTIA in Praag, die voor
ons land vertegenwoordigd wordt
door de Alkor-Edition te Kassei
(Did), heeft de verzorging op zich
genomen van dit uitzonderlijk be
langrijke werk. waardoor eindelijk
én Dvorak én Tsjechoslowakije de
juiste eer wordt gegeven. Reeds
verschenen er bij Artia 25 grote
en 15 zakpartituren van de werken
van Dvorak, o.m. de beide series
Slavische Dansen Op. 46 en Op.
72. de Negende Symfonie (dat is
de symfonie met de toevoeging
..Uit de nieuwe wereld", die altijd
als de vijfde wordt genoemd, doch
in werkelijkheid de negende is.
De eerste twee symfonieën van
Dvorak bleven tot heden in ma
nuscript), het Strijkkwartet in As-
dur. Op 15, de „Biblické Pisne"
(Bijbelse liederen), de
Viool-sonatine Op. 100,
etc. Zeldzaam mooi en
duidelijk uitgegeven niet
alleen, maar wat nog be
langrijker is volstrekt
betrouwbaar. Wie in deze
uitgave de volledige wer
ken van Dvorak bezit,
heeft een onbetaalbare
schat in zijn muziekbi
bliotheek.
En hij zal er nog meer
door verrijkt zijn als hij
ook de studieboeken, die
Otakar Sourek schreef
er bij heeft. Deze uitzon
derlijk begaafde musico
loog schreef in de nieuwe Dvorak -
uitgave twee werkalysen. nl. van
Dvoraks orkestwerken en van zijn
kamermuziek. Als ik ooit ergens
uit zal putten om het werk van
Dvorak nader te verklaren, dan
zal het uitsluitend uit deze prach
tig uitgegeven en rijk geïllustreer
de studiewerken van Sourek zijn.
Binnen tien jaren verwacht men
de nieuwe Dvorik-uitgave com
pleet te hebben.
En waarom nu plotseling die
nieuwe uitgave? zal men vragen.
Allereerst om Dvorak recht te la
ten wedervaren en tevens iets te
doen bij de herdenking van zijn
50ste sterfdag. Op 1 mei 1905 stierf
Dvorék in Praag aan een beroerte.
Vorig jaar besloot men dan ook
deze datum te bepalen als het be
gin van een nieuwe uitgave. Een
nationale daad is daarmee verricht
en een nationale plicht. Het een-
zijdig-nationale van Dvoraks mu
ziek verhoudt zich tot de muzikale
kunst gelijk het dialect tot de taal.
Het volkseigene dezer muziek is
wel terdege typisch Tsjechisch, al
zijn er dan Duitse invloeden in
bouw en bewerking. Melodiek en
ritmiek hebben al het gepronon
ceerde en geaccentueerde van de:
taak in haar oorspronkelijke vorm.1
Daarom kan iedereen deze muziek
verstaan, zowel de onontwikkelde
Tsjechische landman als de ge
leerde uit Praag.
Dvorék is het bezit van het ge
hele Tsjechische volk en door zijn
universaliteit, zijn zuiverheid en
zijn geestelijke grootheid het bezit
van de gehele beschaafde wereld
Te zijner tijd hoop ik nog eens op
enkele bijzonderheden terug te ko
men, omdat voortaan bij alle uit
voerende musici de Dvorak-werker
in deze Artia-uitgave zullen moe
ten liggen. Binnenkort iets over de
oude Tsjechische componisten,
door Artia bijeengebracht in een
nieuwe uitgave onder de titel
„Musica Antiqua Bohemica".
Bij het zien van de hierbij gereproduceerde stoel, welke
belangrijk genoeg is, om onder de aandacht te worden gebracht,
vond ik het jammer deze niet in kleur te kunnen laten afdrukken.
Meer nog »m de kleuren, die nogal intensief -ijn, dan om de
vormgeving, zal men een dergelijk product niet licht in huis
accepteren. Ook als voorstander van het practische, moderne
meubel zijn wij toch in hoofdzaak nog afgestemd op een min of
meer stemmig mat gehouden kleurengamma, terwijl hier een
glimmend zwart van het stalen buisframe en een nog meer
glimmend rood, geel of naturel van de bekle. ing, welke uit
P.V.C.-draad (soort nylon of plastic draad) vervaardigd is, wel
heel sterk spreekt-
Ik kan het echter met de tegen
standers van een dergelijk meubel
niet eens zijn. Men hecht mijns in
ziens in het interieur teveel aan
het meublement, dus een serie van
dezelfde of aan elkaar verwante
stoelen met bijpassende tafel e.d.
Een meubelstuk kan ook door zijn
ruimtelijke vorm, dus als plastiek,
als eenling of in combinatie met
andere meubels zijn eigen plaats
en een sprekend moment
Als zodanig is deze stoel
in het interieur niet alleen accep
tabel, maar zelfs goed en aan
bevelenswaardig.
argumenten liggen ter be
strijding van de veel geziene, naar
rustiek gaande, tuinmeubelen, wel
ke zo heerlijk bij het dennen
stammetje passen en ten voordele
van dit industriële product. Im
mers ons tuinmeublement is niet
gelijk te stellen aan een in het
wild levend diertje, dat een schut
kleur nodig heeft ter bescherming
van zichzelf. Het tuinmeubel mag
zeker zijn bijdrage leveren tot
de fleurigheid van terras of gras
gazon met de omringende bomen
en bloemen. Dan is deze
strakke vormgeving,
waarbij de logische en
luchtig aandoende con
structie, welke toch een
zekere speelsheid in
houdt, een prachtig con
trast tot de beweeglijke
zien geeft. Het vrolijke
en frisse accent van deze
hoogglanzende. kleuren
nodigen buiten als van
zelf uit tot een prettig
bij elkaar zitten.
Nog anders ligt het
deze stoel zien als tuinmeubel,
welke associatie zeker aan dit ont
werp ten grondslag gelegen zal
hebben. Zo bezien kan ik me zeker
geen beter gevormd model denken.
zelfs uitstekend zijn, besef-
'e eerst goed. wanneer we
is een vergelijking maken
tussen deze kleuren en de matte
rimpellak kleuren, die men aan
treft op schrijfmachines e.a. kan-
iSkakeópeare o l C\Ylariow& 1
Wat gebeurde er 30 mei 1593
in een herberg te Deptford
Het is niet de eerste maal en
het zal ongetwijfeld ook de
laatste keer niet zijn, dat men
door een krantebericht er aan
wordt herinnerd, dat er nog zo
iets is als een Shakespeare-pro-
bleem.
Iedereen wil wel buigen voor
het genie dat de beroemde toneel
stukken en sonnetten schreef,
maar niet iedereen heeft kunnen
geloven, dat de man uit Stratford
on-Avon, de geniale schepper zou
kunnen zijn. Hoe kon deze jonge
man. die naar Londen vluchtte
vanwege een aanklacht welke Sir
Thomas Lucy had ingediend, om
dat William zonder toestemming
op het landgoed op herten had ge
schoten, hoe kon deze jonge man
in staat zijn zulk werk te schrij
ven? In de loop der jaren zijn
verschillende namen genoemd
Shakespeare gebruikt zouden(kun-
nen) hebben om hun werk te pu
bliceren.
Men probeerde het. meer of
minder scherpzinnig, uit de wer
ken te bewijzen. Ver kwam men
er niet mee en na verloop van
tijd spatten al de mooie theorie-
en als zeepbellen uit elkaar.
KERSTMIS 1955
Omstreeks Kerstmis 1955 was
er in het kerkje van Chislehurst.
in Kent. een deftig gezelschap
van gepruikte heren bij elkaar.
Calvin Hoffman, die niet aanwe
zig, maar toch de centrale figuur
was, heeft nl. met zijn boek: ..De
man. die Shakespeare was", het
vuurtje weer opgerakeld. De titel
klink nogal detectiveachtig.
Van Hoffmans standpunt bekeken
terecht. Hij deed speurderswerk!
Volgens hem ligt in dit dorps
kerkje begraven Christopher
Marlowe, de grote tijdgenoot en
als dichter in zeker opzicht
de voorganger van Shakespea-
Een wonderlijk mens. die
een voorname plaats inneemt. De
invloed van Marlowe op Sha
kespeare is in verschillende
stukken aanwijsbaar. Zelfs zó, dat
men wel aanneemt, dat hele ge
deelten door Marlowe geschreven
zijn. Iets wat in die tijd niet zo
buitengewoon was, als het nu
lijkt.
30 MEI 1593
Deze Marlowe fiu had 30 mei
1593 met drie kennissen in een
herberg te Deptford gegeten. Wat
er toen na afloop precies gebeurd
is, blijft in de schemer, maar het
eind was. dat Marlowe dood op
een bank lag en begraven werd in
de kerk van St. Nicholas te Dept
ford. Dat staat tenminste te le
zen in de registers van de. kerk.
Het wonderlijke is evenwel dat
zijn graf niet te vinden is. De heer
Hoffman nu meent te hebben ont
dekt, dat Marlowe niet gedood is.
Nog vele jaren zou hij ondergedo
ken zijn geweest op de bezitting
van beschermer Sir Thomas Wal-
singham en dan misschien begra
ven in het kerkje van Chislehurst
waar al die gepruikte heren, om
streeks Kerstmis bij elkaar wa
ren. Ze hebben daar een uiteen
zetting van Hoffmans denkbeelden
aangehoord, want en dat is nu de
kern van de zaak, in de jaren,
die Marlowe op het buiten van
zijn beschermer doorbracht, heeft
hij de werken geschreven, die nu
op naam van Shakespeare staan.
Welnu de leden van het Ge
rechtshof hebben hun toestem
ming gegeven de graftombe te
openenHet resultaat? Och,
geeft dat zoveel? Ver boven de
personen Shakespeare en Marlo
we gaat het geniale kunstwerk
bij welks gratie hun naam voort
leeft.
A. C. BOUWMAN
Fauteuil model Stalon, omwerp en
fabrikaat Rohé fabrieken - Noord-
wolde. Een stoel, welke als enke-
toorartikelen. Zijn deze verven
voor die artikelen het best, nl.
rustig en niet afleidend, hoe mis
troostig zouden zij niet aandoen
Ook technisch bezien is dit meu
bel uitermate geschikt voor onze
tuinen. Het buisframe is geheel
gelast, en vormt daardoor een
uiterst sterk, doch vrij licht ge
heel; de uiteinden van de buizen
zijn afgedicht en de stoel is met
een goed bestendige lak afgewerkt.
Ook de bekleding is uitermate
tegen weersinvloeden bestand en
biedt een zeer elastische zitting
en rugsteun, welke naar ik bij
demonstratie zag, ook plaatselijk
enorme lasten kan dragen, om ver
volgens weer geheel in zijn oor
spronkelijke vorm terug te komen.
ARIE VERMEER
HUGO CLAUS
Hugo Claus, geboren in 1929 te
Brugge, is een Vlaams dichter en
romanschrijver, die als een der
belangrijkste Vlaamse jongeren
wordt beschouwd. Zijn romans
De Metsiers (1951) en De Honds
dagen (1952) hebben, althans in
de letterkundige wereld, de aan
dacht getrokken. De stijl daarvan
vertoont invloed van het surrea
lisme en de daarin getekende
levenshouding is die van de na
oorlogse en aan niets gebonden
mens. Aan verzenbundels schreef
hij o.a. Tancredo Infrasonic
(1952) en Het huis dat tussen
nacht en morgen staat (1953).
Dezer dagen komt hij de aandacht
vragen voor twee nieuwe bundels:
De Oostakkerse Gedichten (uitg.
De Bezige Bij, Amsterdam) en
Paal en Perk, bij tekeningen van
Corneille (uitg. Daamen. Den
Haag). Men kan deze poëzie zien
als in wezen romantisch-somber,
doch zich uitend in de zg. expe
rimentele vormen, die de laatste
vijf jaren zo in de mode gekomen
zijn. Er is een sterke verwant
schap met een modern soort schil
derkunst, waarin de werkelijkheid
nog herkenbaar is, maar die
moeilijk ademt in een zwaar en
brandend coloriet. Zo althans de
Oostakkerse gedichten; de ver
zen bij de tekeningen van Corneil
le zijn abstracter, maar ook hier
voelt en denkt de dichter in kleu
ren, getuige „Landschap". In, on
der of ondanks de zonderlinge
woordverbindingen overtuigt de
dichter ons op een of andere wijze
van de echtheid van zijn talent:
er is iets als een grootse visie,
vrucht van het radicaal aanvaar
den van een bepaalde levenshou
ding. die, behoeft het nog gezegd
te worden, verwant is aan de mo
derne existentie-filosofie.
Wel een commissie, maar geen beslissing
zich in een bepaalde
wijk voldoende leden
i kerk gevestigd hadden.
Er moet echter een kerkelijk
NED. HERV. KERK HOOPT OP
BOUW VAN 25 KERKEN IN 1956
'PAL VAN KERKVOOGDIJEN en commissies van beheer der
x Nederlandse kerken wachten in spanning op een beslissing
van minister Beel over de subsidieverlening voor kerkbouw.
De minister heeft indertijd een commissie hiervoor benoemd
dus mogen binnenkort ook richtlijnen verwacht worden.
Op het ogenblik is de gang verloren gegaan, omdat men
van zaken zo, dat burgerlijke met kerkbouw steeds wachtte
gemeenten die in het verleden 1 ,J~
ook reeds subsidie verleenden J^eJ
voor kerkbouw hiermee door
gaan; gemeenten, die hiertoe ceVrumLij" v^rdat'de^ wijk
nog niet overgingen, nemen heel bewoond is, want in déze
een afwachtende houding aan, tijd heeft de kerk de beste kan
vooral gemeenten, die geen S€n.
sluitende begroting hebben.
Men gaat namelijk van de ver- De Ned. Herv. kerk heeft hier-
onderstelling uit, dat in de toe- 5? ^l"en voorz,en do?T ?e, T
k°mStk "kh subsid,evel"'!nlnS tarkbSuJT UU dl* llnil
voor kerkbouw nauw zal sa- „„a de van 20 kerk„
menhangen met het al of niet reeds gesteund,
sluitend zijn van de gemeen- Van deze 20 zijn er thans 2
telijke begroting. gereed, namelijk in Den Haag
Het wachten op richtlijnen voor en Vlissingen.
de subsidieregeling betekent ech- Met de bouw van de Haagse
ter in tal van gemeenten een kerk, die staat in de woonwijk
groot ongerief. In vele snel Morgenstond, werd reeds begon-
groeiende dorpen en in talrijke nen toen daar de eerste wonin-
nieuwe stadswijken zijn grote be- gen juist betrokken waren. Er
volkingsgroepen voor de kerk woonden toen 8 Hervormde ge-
Een brede, gelukkige glimlach
van achter de katheder
man met veel gevoel
humor van het leven. Kort ge- "HE volgende morgen zit ik vlak
leden heeft hij op een zaterdag- -'--'vooraan in de vreemde kerk,
middag en een zondagmorgen te loenzen naar de deur van de
enige kostelijke ervaringen op- kerkeraadskamer, die eindelijk
gedaan, waarvan hij melding opengaat.
maakt in de Leidse Kerkbode. Voorop gaat een stevige boer,
Wij menen onze lezers deze pen- merkwaardigerwijze het even-
nevrucht niet te mogen onthou-
beeld van de man die ik
i laten haar hieronder vol- trein ontmoet 'eb. Stel je
Hij stevent statig
den
gen:
7ATERDAGMIDDAG 5
Voor mijn doen ben ik
de
lezerskatheder. Hij ziet mij,
denkt een seconde na, knipoogt
en glimlacht breed en gelukkig.
Voor mijn doen ben ik ver
van huis. Al voor de vijfde maal ia 11Cfc
heeft het boemeltje stotterend en venvacht dat hij ook nog
zuchtend aangelegd. 2ijn duim zal opsteken. Maar hij
Alsdeteatste der mohikanen heeft het te druk met het op-
ben ik alleen in de coupé ach- siaan van Exodus 20.
tergebleven. Bij gebrek aan een v
andere bezigheid ga ik in mij •<?an. Y"1 1?e,n ?og jdagea
zelf zitten praten. In dit uit on- J n me* leu8^ mee-
geduld geboren onedele gedoe
word ik, nog
zinnen. Bij de ingebruikneming
van de kerk, 16 maanden later,
telde de wijk reeds 800 Her
vormde gezinnen. De verwach
ting is, dat, wanneer de wijk
Morgenstond voltooid is, er cir
ca 2000 Hervormde gezinnen zul
len wonen.
Naar schatting zullen in 1956
over het gehele land 25 Her
vormde kerken worden gebouwd.
In de volgende jaren zal er jaar
lijks nog ongeveer een zelfde
aantal nodig zijn. En dit zijn
dan nog maar de plannen van
één kerkformatie.
Vanzelfsprekend eist dit van
de kerken enorme bedragen. In
sommige gevallen is alleen voor
de grondaankoop voor een kerk
al ƒ300.000 nodig. De grondprijs
varieert van 10 per m2 in een
stad als Amersfoort tot 100 per
m2 in de grote steden.
Vroeger kreeg de kerk nog
wel een stuk grond van particu
lieren cadeau, wat op het ogen
blik vrijwel niet meer voorkomt,
omdat de grond veelal eigendom
van de burgerlijke gemeenten is.
Daar staat echter tegenover,
dat de offervaardigheid na de
oorlog sterk is toegenomen.
De bouw van een kerk inclu
sief bijgebouwen, pastorie, in
ventaris en orgel kost op het
ogenblik ongeveer 1000 per zit^
plaats. Zonder hoge grondprijzen
en uitgebreide bijgebouwen komt
men in de kleine gemeenten wel
klaar met ƒ400 per zitplaats.
Toch blijven deze bedragen
bijzonder hoog en kunnen de
kerkelijke gemeenten ze veelal
niet opbrengen.
In de meeste steden in het
zuiden van het land wordt voor
kerkbouw door de gemeentelijke
overheid een subsidie verstrekt
van 15 tot 20 pet. van de bouw
kosten. In Bussum gaat men
zelfs tot 25 pet. met een maxi
mum van ƒ50.000. Amsterdam
verleent steun door een lagere
grondprijs te bedingen en Den
Haag denkt ernstig over subsi
diëring.
Met spanning blijft mlten even
wel uitzien naar de landelijke
subsidieregeling voor kerkbouw,
die bij de regering in voorberei
ding is. Wanneer men zou beslui
ten tot een subsidieverlening van
20 pet., zou dit betekenen, dat
op de 5 kerken er dan zes ge
bouwd kunnen worden, voor ze
ker een belangrijk winstpunt in
de strijd tegen het tekort aan
kerkgebouwen.
Hij is klaar en schuift in de
ouderlingenbank. Onder de preek
neem ik hem een paar keer op.
Hij heeft geen last van slaap en
Bescherming van
de dienstweigeraar
trek naar de volgende aanleg,
gestoord door het openzwaaien
van de loodzware deur. De ge
zonde kop van een inboorling
verrijst boven de kim.
Nog voor v
den, zijn wij vrienden. Voetbal
vrienden. Hij komt net van een
wedstrijd. Maar die vriendschap
komt aanvankelijk maar van één
kant. In zijn opgewondenheid
ontgaat hem dat. Hij moet het
kwijt. Nèt voor het eind, mijn
heer! Een loeier! Niet te hou-e!
Onze Jaap, 10. ónze Jaap, een
prachtbal!
UET ZOU onmenselijk geweest Tv-m WEST-DUITSLAND weer
zijn, om dit vurig enthou- 1een leger opbouwt, komt daar
siasme te laten uitsissen in een ook de positie van mogelijke
effen en koelbloedig zo-zo en dienstweigeraars aan de orde.
ja-ja. De Raad van de Evangelische
Voorzichtig doe ik een paar Kerk heeft dienaangaande zijn
vragen, met het risico dat mijn standpunt bepaald en aan de
ondeskundigheid hem teleur zal regering te Bonn kenbaar ge
stellen. maakt.
vanaf De dienstweigeraar dient niet
ïïk r£MSt£aTd ^VP^eslhIrminynteO0hib?
Inkb"r S?-S,t,b7S^S.bt{uS
iemand gevonden te hebben aan genen wier geweten hun thans
luk kan Uitventen verworven ge" reedsverbiedt aan militaire op-
En ?k ben ër niet ongevoelig le!£ini e" dienSt dC?} te nemen,
voor dat hij mij voor sportiever regering wordt gevraagd
aanziet, dan waarvoor ik bij mij- grenzen der geldige motie
fiets in de duisternis Tan %ën tair® autoriteiten, maar door
landweg. onafhankelijke instanties wor-
De herinnering aan dit onder- c^en beoordeeld. Als alternatie-
houd tussen twee ongelijke part- Y?n van "e gewapende dienst
dienen zowel ongewapende mili
taire dienst als volkomen bur
gerlijke dienst te gelden. Er zal
volgens de kerk van geen en
kele burgerlijke of staatsburger
lijke discriminatie of maat
schappelijke achteruitstelling
God heeft grenzen gesteld aan
wat wij kunnen zien, maar zelfs
in die begrenzing toont Hij zijn
genade: Hij schept een hori
zon, als iets moois, iets aesthe-
tisch bevredigends. De kim op
zee is bij bepaalde weersom
standigheden als de laatste tril
ling van een harptoon (zag de
kleine Johannes het niet onge
veer zo?); bergen en bossen in
de verte zijn blauw en wazig.
Er is tederheid in het gebaar,
waarmee God ons onze be
grensdheid bewust maakt, en
meteen suggereert Hij ons dat
achter die kimlijn iets heerlijks
en begerenswaardigs ligt. Zo
wordt onze horizon meteen een
herinnering aan het eeuwige,
onbegrensde, waarnaar het
mensenhart blijft verlangen.
Ook ons leven heeft een ho
rizon. Het kind ziet zijn vol
wassenheid als die tere harp
toon, als die blauwende bossen
en bergen: het land van belofte
En de oude man of vrouw,
terugblikkend op hun i-~upd.
ondergaat een verwante illusie:
de afstand vermooit wal zij als
kind hebben beleefd en kleurt
gebeurtenissen en toestanden
met het wazige blauw: het ver
loren paradijs van hun kinds
heid. Zo gaan begrensdheid en
illusie hand in hand.
Het schijnt wel dat de mens
zonder illusie niet leven kan.
Neem bijv. de opkomst van het
socialisme en lees de heilsver
wachtingen in proza en poëzie
uit de eerste jaren van onze
eeuw. Ik weet het: het was een
pseudo-religie, die het afgelegde
christendom moest vervangen.
Maar bij de echte idealisten
zonder wie geen enkele bewe
ging bestaan kap,, want ook het
communisme leeft bij de gratie
van éen idealistische minder
heid) heeft de illusie van „het
gevonden te hebben" tot grote
krachtsinspanningen in staat ge
steld. Het élan van de Franse
revolutionaire legers met als
Horizon, Illusie
exponent Napoleon is evenmin
verklaarbaar zonder die „illusie
van het begin".
De illusie is een soort ont
spoord geloof en zo hangen
begrenzingen en religie op
merkwaardige wijze met elkaar
samen. God stelt ons een grens,
maar heeft ons meteen op het
onbegrensde aangelegd. Het
echte geloof wordt door het
besef van de menselijke be
grensdheid te sterker tot de
Onbegrensde uitgedreven: wie
God heeft is volmaakt tevreden
binnen de engste begrenzing.
Paulus en Silas zongen in de
kerkenacht lofzangen op God.
John Bunyan dichtte in de ge
vangenis: „Gelukkig hij, die in
zijn kerkehol, de Christus heeft
tot mee-gevangene."
In het leven van de christen
is er de voortdurende spanning
tussen illusie en geloof. Voort
durend moet God onze mense
lijke, soms al te menselijke
illusies corrigeren en louteren
tot geloof. De grenzen van ons
leuen zijn bewegelijk, de hori
zon golft: dan is er een wijd,
een „verklaard" (in de zin van:
verhelderd) uitzicht, dan weer
komen de grenzen op ons toe,
sneeuwen de horizonnen dicht,
zodat we nauwelijks een hand
voor de ogen kunnen zien. Wie
denkt hier niet aan de sneeuw-
periode januari 1945? Misschien
is God dan juist bezig ons ge
loof intensiever te maken. De
psalmen zijn een geïnspireerd en
dichterlijk verslag van die be
weging der grenzen: nu eens
benauwenis, dan een panorama,
met de voeten op een rots.
Christus heeft aan de illusie
haar misleidend karakter ontno
men en de stoutste verwachtin
gen, door wélke horizon ook in
het mensenhart verwekt, met
zijn Persoon en werk overtrof
fen. Hij is de grote Waarborg
ervoor, dat harptoon en blau
wende bossen niet liegen. Hij
voert onze voeten uit het net,
uit de mist, naar zijn onbegrensd
Rijk.
C. R.
Catechismus-kennis
beneden peil
Middag-kerkdienst
wordt slecht bezocht
TN gereformeerde kring komt
J- de laatste tijd telkens weer
het vraagstuk van de ware zon
dags-viering aan de orde. Zo
schrijft ds. H. Veldkamp in het
„Veluws Kerkblad":
„Zo is dan de zondag een
vreemde dag. Want eerlijk ge
zegd zitten we niet alleen met
de zondagmorgen, maar met
heel de dag wat in de knoop.
Onze kinderen hebben niets om
handen en wij moeten er toch
voor zorgen, dat het voor hen
geen oervervelende dag wordt.
Het middel om dat te voorko
men, hebben we nog niet ge
vonden. Wat geen wonder is,
omdat we er zelf nog niet mee
klaar zijn...."
Daar is bijv. het probleem van
de dubbele kerkgang: 's ochtends
en 's middags (of 's avonds)
naar de kerk. Dat wil blijkbaar
niet meer zo
„Voor sommigen heeft de
tweede kerkgang ongeveer de
waarde van een blindedarm.
Men kan blijkbaar evengoed
zonder blindedarm als mèt blin
dedarm leven. Vandaar dat
sommigen dat lastige aanhang
sel van de tweede kerkgang
hebben laten wegnemen.
In enkele kerken is blijkens
de pers de vraag aan de orde,
of de tweede dienst niet kan
worden vervangen door een
soort gesprekskring.
Men is hier blijkbaar van me
ning, dat de catechismus, die
volgens de Kerkenorde in de
namiddag (avond)dienst ver
klaard dient te worden, ge
noegzaam bekend is. Mijn er
varingen hierover zijn minder
gunstig. Zelfs theologische can-
didaten schijnen met de kennis
van de catechismus nog op
sprake hoogst gespannen voet te le-
Ruim vijftig jaar ge
leden op 13 maart 1904,
werd op één der hoog
ste toppen van het An-
desgebergte op de grens
van Argentinië en Chili
een Christusbeeld van
enorme afmetingen ont
huld mét een inscriptie
die als een eedzwering
klinkt: „Eerder zullen
deze rotsen tot stof ver
pulveren dan dat ooit de
broedervolken van Ar
gentinië en Chili de
wapens tegen elkaar zul
len opnemen" Het beeld
werd gegoten uit 't
schroot van kanonnen.
Dit monument geldt ook
als symbool voor de
Vrouwen-Wereldgebeds
dag, die dit jaar op 17
februari a.s. gehouden
wordt.