Stalen buis en nylon in de plaats van rustiek Cultureel venster Bijna elf jaar na de oorlog nog geen subsidieregeling voor kerkbouw Ook Zondagmorgen werd het 1-0 LEZERS PELGRIMAGE nieuwe leidsche couhant de componist der Tsjechen NIEUWE UITGAVE VAN ZIJN WERKEN DOOR ARTIA Het was maar een heel klein dorp, iets ten Noorden van Praag, waar het gezin van de herbergier-slager Frantisék Dvorak op 8 september 1841 verblijd werd met de geboorte van een zoon, Antonin genaamd. Als knaapje genoot die Antonin er al van als een rondtrekkende violist in de herberg van zijn vader een snelle furiant in wisselende twee- en driekwartsmaat speelde. En hij genoot ook als zijn vader de citer bespeelde en een zwaarmoedige ballade, een dumka, zong. Ja, dat was muziek waarnaar zijn hart uitging en waarnaar zijn hart immer is uitgegaan. Ook toen Antonin al een gevierd en internatio naal bekend componist was. door Corn. Basoski .,Ik blijf maar dat wat ik was een eenvoudige Tsjechi sche muzikant", zei hU op het toppunt van zijn roem. De muziek wereld kan er blij om zijn. dat Dvorak dat gebleven is. dat hij zich niet in eigenwaan of in een verkeerd gerichte roemzucht heeft laten overhalen tot internationale con cessies. Hij bleef de eenvoudige, maar gro te Tsjechische muzi kant. net zoals ook de andere Tsjechische componisten voor hem waren gebleven en zoals ze er thans nog zijn. We vergeten namelijk wel eens wat Tsjechoslowakije ons aan muziek heeft gebracht. Zo rond de 17e eeuw noemde men Bohe- men wel „het conservatorium van Europa". Voor Dvorak waren er componisten als Josef Myslivecek (1737-1781), schepper van talrijke opera's en oratoria. Jiri Antonin Benda (1721-1795), die zangspelen, opera's, symfonieën en pianocon certen schiep. Leopold Kozeluh (1752-1818), opvolger van Mozart als keizerlijk hofcomponist te We nen en auteur van balletten, ope ra's. 30 symfonieën, 13 pianocon certen. enz. Om nog een oudere componist te noemen: Jan La- dislav Dussek (1760-1812). die in Bergen op Zoom organist is ge weest en in Den Haag en Amster dam optrad als pianist. En dan natuurlijk Dvoraks tijdgenoot Be- drich Smetana, vooral bekend door zijn symfonisch gedicht ..De Mol- Ook thans heeft Tsjechoslowa kije nog een zeer groot aantal be langrijke componisten, van wie ik dit keer alleen wil noemen, naast de reeds overleden Karei Weiss, Karei Kovarovic, Otakar Ostrcil, Vitezslav Novék. Rudolf Karei, Jo sef Foerster en Leos Janacek, fi guren als Otakar Zich, Jaroslav Kricka, Alois Haba, Karei Horky, Pavel Borkovec en Jan Figus- Bystry. Bovendien zijn er in Tsje choslowakije musicologen opge staan als Scchter. Ambros, Guido Ad'ler en Otakar Sourek, ban wie de wereld veel verplicht i». thans het dat ooit voor Dvorak kon worden opgericht, namelijk een volkomen nieuwe en verantwoorde uitgave van al zyn werken. Otakar Sourek is bij deze nieuwe uitgave de lei dende en verantwoordelijke man. Open Doekjes TAE begaafde acteur van de •L/ Haagsche Comedie, Luc Lutz, heeft bij Daamen N.V. in Den Haag een goedkoop boekje opengedaan over het toneel (goedkoop wel te verstaan van prijs; niet van inhoud). Hij gaf deze vrijmoedige bekentenissen de titel: ,,Open Doekjes". Zo als men weet geeft de tech nicus de term ..opendoekje" aan het applaus, dat een acteur tijdens het spel te beurt kan vallen na een voortreffelijke in dividuele prestatie. Dit boekje verdient een dergelijke bijval ook; of denkt u, dat het makke lijk is: le de mensen rondom zo scherp te observeren en: 2. deze observaties in zo'n ge wiekste stijl op het papier te zetten, als Luc Lutz dit doet? Zij krijgen allen hun beurt: de première-pauwen, de laatko mers, de souffleur, de acteurs (de actrices voorop), de critici, de regisseur, de figuranten, de kellners van de foyer, de to neelschoolmeesters, de auteurs, de interviewers en wat er zich meer voor, op of achter het to neel moge bewegen. Allemaal geestige portretjes, eerlijk en scherp genomen (nooit echter té scherp, want de auteur is een echte mensenvriend). Tussen elk der 16 hoofdstukjes is een originele toneelmop opgenomen. Het toneel (eerste lering uit dit geschrift) is een schone zaak en (tweede lering) geeft het mensdom veel vermaak. Een beminnelijk boekje van een be minnelijk persoon. EV. G. ANTONIN DVORAK die nauwkeurig de manuscripten van de meester bestudeert en de muziek zuivert van alle door vroe gere uitgevers gemaakte slordig heden. ook wat betreft de chrono logische volgorde en de nummering van Dvoraks werken. De uitge verij ARTIA in Praag, die voor ons land vertegenwoordigd wordt door de Alkor-Edition te Kassei (Did), heeft de verzorging op zich genomen van dit uitzonderlijk be langrijke werk. waardoor eindelijk én Dvorak én Tsjechoslowakije de juiste eer wordt gegeven. Reeds verschenen er bij Artia 25 grote en 15 zakpartituren van de werken van Dvorak, o.m. de beide series Slavische Dansen Op. 46 en Op. 72. de Negende Symfonie (dat is de symfonie met de toevoeging ..Uit de nieuwe wereld", die altijd als de vijfde wordt genoemd, doch in werkelijkheid de negende is. De eerste twee symfonieën van Dvorak bleven tot heden in ma nuscript), het Strijkkwartet in As- dur. Op 15, de „Biblické Pisne" (Bijbelse liederen), de Viool-sonatine Op. 100, etc. Zeldzaam mooi en duidelijk uitgegeven niet alleen, maar wat nog be langrijker is volstrekt betrouwbaar. Wie in deze uitgave de volledige wer ken van Dvorak bezit, heeft een onbetaalbare schat in zijn muziekbi bliotheek. En hij zal er nog meer door verrijkt zijn als hij ook de studieboeken, die Otakar Sourek schreef er bij heeft. Deze uitzon derlijk begaafde musico loog schreef in de nieuwe Dvorak - uitgave twee werkalysen. nl. van Dvoraks orkestwerken en van zijn kamermuziek. Als ik ooit ergens uit zal putten om het werk van Dvorak nader te verklaren, dan zal het uitsluitend uit deze prach tig uitgegeven en rijk geïllustreer de studiewerken van Sourek zijn. Binnen tien jaren verwacht men de nieuwe Dvorik-uitgave com pleet te hebben. En waarom nu plotseling die nieuwe uitgave? zal men vragen. Allereerst om Dvorak recht te la ten wedervaren en tevens iets te doen bij de herdenking van zijn 50ste sterfdag. Op 1 mei 1905 stierf Dvorék in Praag aan een beroerte. Vorig jaar besloot men dan ook deze datum te bepalen als het be gin van een nieuwe uitgave. Een nationale daad is daarmee verricht en een nationale plicht. Het een- zijdig-nationale van Dvoraks mu ziek verhoudt zich tot de muzikale kunst gelijk het dialect tot de taal. Het volkseigene dezer muziek is wel terdege typisch Tsjechisch, al zijn er dan Duitse invloeden in bouw en bewerking. Melodiek en ritmiek hebben al het gepronon ceerde en geaccentueerde van de: taak in haar oorspronkelijke vorm.1 Daarom kan iedereen deze muziek verstaan, zowel de onontwikkelde Tsjechische landman als de ge leerde uit Praag. Dvorék is het bezit van het ge hele Tsjechische volk en door zijn universaliteit, zijn zuiverheid en zijn geestelijke grootheid het bezit van de gehele beschaafde wereld Te zijner tijd hoop ik nog eens op enkele bijzonderheden terug te ko men, omdat voortaan bij alle uit voerende musici de Dvorak-werker in deze Artia-uitgave zullen moe ten liggen. Binnenkort iets over de oude Tsjechische componisten, door Artia bijeengebracht in een nieuwe uitgave onder de titel „Musica Antiqua Bohemica". Bij het zien van de hierbij gereproduceerde stoel, welke belangrijk genoeg is, om onder de aandacht te worden gebracht, vond ik het jammer deze niet in kleur te kunnen laten afdrukken. Meer nog »m de kleuren, die nogal intensief -ijn, dan om de vormgeving, zal men een dergelijk product niet licht in huis accepteren. Ook als voorstander van het practische, moderne meubel zijn wij toch in hoofdzaak nog afgestemd op een min of meer stemmig mat gehouden kleurengamma, terwijl hier een glimmend zwart van het stalen buisframe en een nog meer glimmend rood, geel of naturel van de bekle. ing, welke uit P.V.C.-draad (soort nylon of plastic draad) vervaardigd is, wel heel sterk spreekt- Ik kan het echter met de tegen standers van een dergelijk meubel niet eens zijn. Men hecht mijns in ziens in het interieur teveel aan het meublement, dus een serie van dezelfde of aan elkaar verwante stoelen met bijpassende tafel e.d. Een meubelstuk kan ook door zijn ruimtelijke vorm, dus als plastiek, als eenling of in combinatie met andere meubels zijn eigen plaats en een sprekend moment Als zodanig is deze stoel in het interieur niet alleen accep tabel, maar zelfs goed en aan bevelenswaardig. argumenten liggen ter be strijding van de veel geziene, naar rustiek gaande, tuinmeubelen, wel ke zo heerlijk bij het dennen stammetje passen en ten voordele van dit industriële product. Im mers ons tuinmeublement is niet gelijk te stellen aan een in het wild levend diertje, dat een schut kleur nodig heeft ter bescherming van zichzelf. Het tuinmeubel mag zeker zijn bijdrage leveren tot de fleurigheid van terras of gras gazon met de omringende bomen en bloemen. Dan is deze strakke vormgeving, waarbij de logische en luchtig aandoende con structie, welke toch een zekere speelsheid in houdt, een prachtig con trast tot de beweeglijke zien geeft. Het vrolijke en frisse accent van deze hoogglanzende. kleuren nodigen buiten als van zelf uit tot een prettig bij elkaar zitten. Nog anders ligt het deze stoel zien als tuinmeubel, welke associatie zeker aan dit ont werp ten grondslag gelegen zal hebben. Zo bezien kan ik me zeker geen beter gevormd model denken. zelfs uitstekend zijn, besef- 'e eerst goed. wanneer we is een vergelijking maken tussen deze kleuren en de matte rimpellak kleuren, die men aan treft op schrijfmachines e.a. kan- iSkakeópeare o l C\Ylariow& 1 Wat gebeurde er 30 mei 1593 in een herberg te Deptford Het is niet de eerste maal en het zal ongetwijfeld ook de laatste keer niet zijn, dat men door een krantebericht er aan wordt herinnerd, dat er nog zo iets is als een Shakespeare-pro- bleem. Iedereen wil wel buigen voor het genie dat de beroemde toneel stukken en sonnetten schreef, maar niet iedereen heeft kunnen geloven, dat de man uit Stratford on-Avon, de geniale schepper zou kunnen zijn. Hoe kon deze jonge man. die naar Londen vluchtte vanwege een aanklacht welke Sir Thomas Lucy had ingediend, om dat William zonder toestemming op het landgoed op herten had ge schoten, hoe kon deze jonge man in staat zijn zulk werk te schrij ven? In de loop der jaren zijn verschillende namen genoemd Shakespeare gebruikt zouden(kun- nen) hebben om hun werk te pu bliceren. Men probeerde het. meer of minder scherpzinnig, uit de wer ken te bewijzen. Ver kwam men er niet mee en na verloop van tijd spatten al de mooie theorie- en als zeepbellen uit elkaar. KERSTMIS 1955 Omstreeks Kerstmis 1955 was er in het kerkje van Chislehurst. in Kent. een deftig gezelschap van gepruikte heren bij elkaar. Calvin Hoffman, die niet aanwe zig, maar toch de centrale figuur was, heeft nl. met zijn boek: ..De man. die Shakespeare was", het vuurtje weer opgerakeld. De titel klink nogal detectiveachtig. Van Hoffmans standpunt bekeken terecht. Hij deed speurderswerk! Volgens hem ligt in dit dorps kerkje begraven Christopher Marlowe, de grote tijdgenoot en als dichter in zeker opzicht de voorganger van Shakespea- Een wonderlijk mens. die een voorname plaats inneemt. De invloed van Marlowe op Sha kespeare is in verschillende stukken aanwijsbaar. Zelfs zó, dat men wel aanneemt, dat hele ge deelten door Marlowe geschreven zijn. Iets wat in die tijd niet zo buitengewoon was, als het nu lijkt. 30 MEI 1593 Deze Marlowe fiu had 30 mei 1593 met drie kennissen in een herberg te Deptford gegeten. Wat er toen na afloop precies gebeurd is, blijft in de schemer, maar het eind was. dat Marlowe dood op een bank lag en begraven werd in de kerk van St. Nicholas te Dept ford. Dat staat tenminste te le zen in de registers van de. kerk. Het wonderlijke is evenwel dat zijn graf niet te vinden is. De heer Hoffman nu meent te hebben ont dekt, dat Marlowe niet gedood is. Nog vele jaren zou hij ondergedo ken zijn geweest op de bezitting van beschermer Sir Thomas Wal- singham en dan misschien begra ven in het kerkje van Chislehurst waar al die gepruikte heren, om streeks Kerstmis bij elkaar wa ren. Ze hebben daar een uiteen zetting van Hoffmans denkbeelden aangehoord, want en dat is nu de kern van de zaak, in de jaren, die Marlowe op het buiten van zijn beschermer doorbracht, heeft hij de werken geschreven, die nu op naam van Shakespeare staan. Welnu de leden van het Ge rechtshof hebben hun toestem ming gegeven de graftombe te openenHet resultaat? Och, geeft dat zoveel? Ver boven de personen Shakespeare en Marlo we gaat het geniale kunstwerk bij welks gratie hun naam voort leeft. A. C. BOUWMAN Fauteuil model Stalon, omwerp en fabrikaat Rohé fabrieken - Noord- wolde. Een stoel, welke als enke- toorartikelen. Zijn deze verven voor die artikelen het best, nl. rustig en niet afleidend, hoe mis troostig zouden zij niet aandoen Ook technisch bezien is dit meu bel uitermate geschikt voor onze tuinen. Het buisframe is geheel gelast, en vormt daardoor een uiterst sterk, doch vrij licht ge heel; de uiteinden van de buizen zijn afgedicht en de stoel is met een goed bestendige lak afgewerkt. Ook de bekleding is uitermate tegen weersinvloeden bestand en biedt een zeer elastische zitting en rugsteun, welke naar ik bij demonstratie zag, ook plaatselijk enorme lasten kan dragen, om ver volgens weer geheel in zijn oor spronkelijke vorm terug te komen. ARIE VERMEER HUGO CLAUS Hugo Claus, geboren in 1929 te Brugge, is een Vlaams dichter en romanschrijver, die als een der belangrijkste Vlaamse jongeren wordt beschouwd. Zijn romans De Metsiers (1951) en De Honds dagen (1952) hebben, althans in de letterkundige wereld, de aan dacht getrokken. De stijl daarvan vertoont invloed van het surrea lisme en de daarin getekende levenshouding is die van de na oorlogse en aan niets gebonden mens. Aan verzenbundels schreef hij o.a. Tancredo Infrasonic (1952) en Het huis dat tussen nacht en morgen staat (1953). Dezer dagen komt hij de aandacht vragen voor twee nieuwe bundels: De Oostakkerse Gedichten (uitg. De Bezige Bij, Amsterdam) en Paal en Perk, bij tekeningen van Corneille (uitg. Daamen. Den Haag). Men kan deze poëzie zien als in wezen romantisch-somber, doch zich uitend in de zg. expe rimentele vormen, die de laatste vijf jaren zo in de mode gekomen zijn. Er is een sterke verwant schap met een modern soort schil derkunst, waarin de werkelijkheid nog herkenbaar is, maar die moeilijk ademt in een zwaar en brandend coloriet. Zo althans de Oostakkerse gedichten; de ver zen bij de tekeningen van Corneil le zijn abstracter, maar ook hier voelt en denkt de dichter in kleu ren, getuige „Landschap". In, on der of ondanks de zonderlinge woordverbindingen overtuigt de dichter ons op een of andere wijze van de echtheid van zijn talent: er is iets als een grootse visie, vrucht van het radicaal aanvaar den van een bepaalde levenshou ding. die, behoeft het nog gezegd te worden, verwant is aan de mo derne existentie-filosofie. Wel een commissie, maar geen beslissing zich in een bepaalde wijk voldoende leden i kerk gevestigd hadden. Er moet echter een kerkelijk NED. HERV. KERK HOOPT OP BOUW VAN 25 KERKEN IN 1956 'PAL VAN KERKVOOGDIJEN en commissies van beheer der x Nederlandse kerken wachten in spanning op een beslissing van minister Beel over de subsidieverlening voor kerkbouw. De minister heeft indertijd een commissie hiervoor benoemd dus mogen binnenkort ook richtlijnen verwacht worden. Op het ogenblik is de gang verloren gegaan, omdat men van zaken zo, dat burgerlijke met kerkbouw steeds wachtte gemeenten die in het verleden 1 ,J~ ook reeds subsidie verleenden J^eJ voor kerkbouw hiermee door gaan; gemeenten, die hiertoe ceVrumLij" v^rdat'de^ wijk nog niet overgingen, nemen heel bewoond is, want in déze een afwachtende houding aan, tijd heeft de kerk de beste kan vooral gemeenten, die geen S€n. sluitende begroting hebben. Men gaat namelijk van de ver- De Ned. Herv. kerk heeft hier- onderstelling uit, dat in de toe- 5? ^l"en voorz,en do?T ?e, T k°mStk "kh subsid,evel"'!nlnS tarkbSuJT UU dl* llnil voor kerkbouw nauw zal sa- „„a de van 20 kerk„ menhangen met het al of niet reeds gesteund, sluitend zijn van de gemeen- Van deze 20 zijn er thans 2 telijke begroting. gereed, namelijk in Den Haag Het wachten op richtlijnen voor en Vlissingen. de subsidieregeling betekent ech- Met de bouw van de Haagse ter in tal van gemeenten een kerk, die staat in de woonwijk groot ongerief. In vele snel Morgenstond, werd reeds begon- groeiende dorpen en in talrijke nen toen daar de eerste wonin- nieuwe stadswijken zijn grote be- gen juist betrokken waren. Er volkingsgroepen voor de kerk woonden toen 8 Hervormde ge- Een brede, gelukkige glimlach van achter de katheder man met veel gevoel humor van het leven. Kort ge- "HE volgende morgen zit ik vlak leden heeft hij op een zaterdag- -'--'vooraan in de vreemde kerk, middag en een zondagmorgen te loenzen naar de deur van de enige kostelijke ervaringen op- kerkeraadskamer, die eindelijk gedaan, waarvan hij melding opengaat. maakt in de Leidse Kerkbode. Voorop gaat een stevige boer, Wij menen onze lezers deze pen- merkwaardigerwijze het even- nevrucht niet te mogen onthou- beeld van de man die ik i laten haar hieronder vol- trein ontmoet 'eb. Stel je Hij stevent statig den gen: 7ATERDAGMIDDAG 5 Voor mijn doen ben ik de lezerskatheder. Hij ziet mij, denkt een seconde na, knipoogt en glimlacht breed en gelukkig. Voor mijn doen ben ik ver van huis. Al voor de vijfde maal ia 11Cfc heeft het boemeltje stotterend en venvacht dat hij ook nog zuchtend aangelegd. 2ijn duim zal opsteken. Maar hij Alsdeteatste der mohikanen heeft het te druk met het op- ben ik alleen in de coupé ach- siaan van Exodus 20. tergebleven. Bij gebrek aan een v andere bezigheid ga ik in mij •<?an. Y"1 1?e,n ?og jdagea zelf zitten praten. In dit uit on- J n me* leu8^ mee- geduld geboren onedele gedoe word ik, nog zinnen. Bij de ingebruikneming van de kerk, 16 maanden later, telde de wijk reeds 800 Her vormde gezinnen. De verwach ting is, dat, wanneer de wijk Morgenstond voltooid is, er cir ca 2000 Hervormde gezinnen zul len wonen. Naar schatting zullen in 1956 over het gehele land 25 Her vormde kerken worden gebouwd. In de volgende jaren zal er jaar lijks nog ongeveer een zelfde aantal nodig zijn. En dit zijn dan nog maar de plannen van één kerkformatie. Vanzelfsprekend eist dit van de kerken enorme bedragen. In sommige gevallen is alleen voor de grondaankoop voor een kerk al ƒ300.000 nodig. De grondprijs varieert van 10 per m2 in een stad als Amersfoort tot 100 per m2 in de grote steden. Vroeger kreeg de kerk nog wel een stuk grond van particu lieren cadeau, wat op het ogen blik vrijwel niet meer voorkomt, omdat de grond veelal eigendom van de burgerlijke gemeenten is. Daar staat echter tegenover, dat de offervaardigheid na de oorlog sterk is toegenomen. De bouw van een kerk inclu sief bijgebouwen, pastorie, in ventaris en orgel kost op het ogenblik ongeveer 1000 per zit^ plaats. Zonder hoge grondprijzen en uitgebreide bijgebouwen komt men in de kleine gemeenten wel klaar met ƒ400 per zitplaats. Toch blijven deze bedragen bijzonder hoog en kunnen de kerkelijke gemeenten ze veelal niet opbrengen. In de meeste steden in het zuiden van het land wordt voor kerkbouw door de gemeentelijke overheid een subsidie verstrekt van 15 tot 20 pet. van de bouw kosten. In Bussum gaat men zelfs tot 25 pet. met een maxi mum van ƒ50.000. Amsterdam verleent steun door een lagere grondprijs te bedingen en Den Haag denkt ernstig over subsi diëring. Met spanning blijft mlten even wel uitzien naar de landelijke subsidieregeling voor kerkbouw, die bij de regering in voorberei ding is. Wanneer men zou beslui ten tot een subsidieverlening van 20 pet., zou dit betekenen, dat op de 5 kerken er dan zes ge bouwd kunnen worden, voor ze ker een belangrijk winstpunt in de strijd tegen het tekort aan kerkgebouwen. Hij is klaar en schuift in de ouderlingenbank. Onder de preek neem ik hem een paar keer op. Hij heeft geen last van slaap en Bescherming van de dienstweigeraar trek naar de volgende aanleg, gestoord door het openzwaaien van de loodzware deur. De ge zonde kop van een inboorling verrijst boven de kim. Nog voor v den, zijn wij vrienden. Voetbal vrienden. Hij komt net van een wedstrijd. Maar die vriendschap komt aanvankelijk maar van één kant. In zijn opgewondenheid ontgaat hem dat. Hij moet het kwijt. Nèt voor het eind, mijn heer! Een loeier! Niet te hou-e! Onze Jaap, 10. ónze Jaap, een prachtbal! UET ZOU onmenselijk geweest Tv-m WEST-DUITSLAND weer zijn, om dit vurig enthou- 1een leger opbouwt, komt daar siasme te laten uitsissen in een ook de positie van mogelijke effen en koelbloedig zo-zo en dienstweigeraars aan de orde. ja-ja. De Raad van de Evangelische Voorzichtig doe ik een paar Kerk heeft dienaangaande zijn vragen, met het risico dat mijn standpunt bepaald en aan de ondeskundigheid hem teleur zal regering te Bonn kenbaar ge stellen. maakt. vanaf De dienstweigeraar dient niet ïïk r£MSt£aTd ^VP^eslhIrminynteO0hib? Inkb"r S?-S,t,b7S^S.bt{uS iemand gevonden te hebben aan genen wier geweten hun thans luk kan Uitventen verworven ge" reedsverbiedt aan militaire op- En ?k ben ër niet ongevoelig le!£ini e" dienSt dC?} te nemen, voor dat hij mij voor sportiever regering wordt gevraagd aanziet, dan waarvoor ik bij mij- grenzen der geldige motie fiets in de duisternis Tan %ën tair® autoriteiten, maar door landweg. onafhankelijke instanties wor- De herinnering aan dit onder- c^en beoordeeld. Als alternatie- houd tussen twee ongelijke part- Y?n van "e gewapende dienst dienen zowel ongewapende mili taire dienst als volkomen bur gerlijke dienst te gelden. Er zal volgens de kerk van geen en kele burgerlijke of staatsburger lijke discriminatie of maat schappelijke achteruitstelling God heeft grenzen gesteld aan wat wij kunnen zien, maar zelfs in die begrenzing toont Hij zijn genade: Hij schept een hori zon, als iets moois, iets aesthe- tisch bevredigends. De kim op zee is bij bepaalde weersom standigheden als de laatste tril ling van een harptoon (zag de kleine Johannes het niet onge veer zo?); bergen en bossen in de verte zijn blauw en wazig. Er is tederheid in het gebaar, waarmee God ons onze be grensdheid bewust maakt, en meteen suggereert Hij ons dat achter die kimlijn iets heerlijks en begerenswaardigs ligt. Zo wordt onze horizon meteen een herinnering aan het eeuwige, onbegrensde, waarnaar het mensenhart blijft verlangen. Ook ons leven heeft een ho rizon. Het kind ziet zijn vol wassenheid als die tere harp toon, als die blauwende bossen en bergen: het land van belofte En de oude man of vrouw, terugblikkend op hun i-~upd. ondergaat een verwante illusie: de afstand vermooit wal zij als kind hebben beleefd en kleurt gebeurtenissen en toestanden met het wazige blauw: het ver loren paradijs van hun kinds heid. Zo gaan begrensdheid en illusie hand in hand. Het schijnt wel dat de mens zonder illusie niet leven kan. Neem bijv. de opkomst van het socialisme en lees de heilsver wachtingen in proza en poëzie uit de eerste jaren van onze eeuw. Ik weet het: het was een pseudo-religie, die het afgelegde christendom moest vervangen. Maar bij de echte idealisten zonder wie geen enkele bewe ging bestaan kap,, want ook het communisme leeft bij de gratie van éen idealistische minder heid) heeft de illusie van „het gevonden te hebben" tot grote krachtsinspanningen in staat ge steld. Het élan van de Franse revolutionaire legers met als Horizon, Illusie exponent Napoleon is evenmin verklaarbaar zonder die „illusie van het begin". De illusie is een soort ont spoord geloof en zo hangen begrenzingen en religie op merkwaardige wijze met elkaar samen. God stelt ons een grens, maar heeft ons meteen op het onbegrensde aangelegd. Het echte geloof wordt door het besef van de menselijke be grensdheid te sterker tot de Onbegrensde uitgedreven: wie God heeft is volmaakt tevreden binnen de engste begrenzing. Paulus en Silas zongen in de kerkenacht lofzangen op God. John Bunyan dichtte in de ge vangenis: „Gelukkig hij, die in zijn kerkehol, de Christus heeft tot mee-gevangene." In het leven van de christen is er de voortdurende spanning tussen illusie en geloof. Voort durend moet God onze mense lijke, soms al te menselijke illusies corrigeren en louteren tot geloof. De grenzen van ons leuen zijn bewegelijk, de hori zon golft: dan is er een wijd, een „verklaard" (in de zin van: verhelderd) uitzicht, dan weer komen de grenzen op ons toe, sneeuwen de horizonnen dicht, zodat we nauwelijks een hand voor de ogen kunnen zien. Wie denkt hier niet aan de sneeuw- periode januari 1945? Misschien is God dan juist bezig ons ge loof intensiever te maken. De psalmen zijn een geïnspireerd en dichterlijk verslag van die be weging der grenzen: nu eens benauwenis, dan een panorama, met de voeten op een rots. Christus heeft aan de illusie haar misleidend karakter ontno men en de stoutste verwachtin gen, door wélke horizon ook in het mensenhart verwekt, met zijn Persoon en werk overtrof fen. Hij is de grote Waarborg ervoor, dat harptoon en blau wende bossen niet liegen. Hij voert onze voeten uit het net, uit de mist, naar zijn onbegrensd Rijk. C. R. Catechismus-kennis beneden peil Middag-kerkdienst wordt slecht bezocht TN gereformeerde kring komt J- de laatste tijd telkens weer het vraagstuk van de ware zon dags-viering aan de orde. Zo schrijft ds. H. Veldkamp in het „Veluws Kerkblad": „Zo is dan de zondag een vreemde dag. Want eerlijk ge zegd zitten we niet alleen met de zondagmorgen, maar met heel de dag wat in de knoop. Onze kinderen hebben niets om handen en wij moeten er toch voor zorgen, dat het voor hen geen oervervelende dag wordt. Het middel om dat te voorko men, hebben we nog niet ge vonden. Wat geen wonder is, omdat we er zelf nog niet mee klaar zijn...." Daar is bijv. het probleem van de dubbele kerkgang: 's ochtends en 's middags (of 's avonds) naar de kerk. Dat wil blijkbaar niet meer zo „Voor sommigen heeft de tweede kerkgang ongeveer de waarde van een blindedarm. Men kan blijkbaar evengoed zonder blindedarm als mèt blin dedarm leven. Vandaar dat sommigen dat lastige aanhang sel van de tweede kerkgang hebben laten wegnemen. In enkele kerken is blijkens de pers de vraag aan de orde, of de tweede dienst niet kan worden vervangen door een soort gesprekskring. Men is hier blijkbaar van me ning, dat de catechismus, die volgens de Kerkenorde in de namiddag (avond)dienst ver klaard dient te worden, ge noegzaam bekend is. Mijn er varingen hierover zijn minder gunstig. Zelfs theologische can- didaten schijnen met de kennis van de catechismus nog op sprake hoogst gespannen voet te le- Ruim vijftig jaar ge leden op 13 maart 1904, werd op één der hoog ste toppen van het An- desgebergte op de grens van Argentinië en Chili een Christusbeeld van enorme afmetingen ont huld mét een inscriptie die als een eedzwering klinkt: „Eerder zullen deze rotsen tot stof ver pulveren dan dat ooit de broedervolken van Ar gentinië en Chili de wapens tegen elkaar zul len opnemen" Het beeld werd gegoten uit 't schroot van kanonnen. Dit monument geldt ook als symbool voor de Vrouwen-Wereldgebeds dag, die dit jaar op 17 februari a.s. gehouden wordt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 6