i POLLUX De barbaren van de 2 ZONDAGSBLAD 28 JANUARI 1956 Kort verhaal van C. Baardman IN EEN NATUURLIJKE KOM om- kranst door hoge gronden, ligt de stad Galats tussen de samenvloeiing van de drie rivieren de Seret, de Proet en de Donau. Het is voorjaar en de Donau voert grote massa's water aan. Angstig zien de bewoners van Galats naar het dreigende water. Ook de Seret en de Proet voeren grote hoeveelheden water aan, en al dat water van drie rivieren moet be neden de stad door de Donau afge voerd worden. De meren beneden de stad geraken vol en alsmaar blijven De rivieren kunnen het water niet zwelgen en zij treden buiten hun oevers. Het water stormt over de ho ge gronden heen en in" een verschrik kelijke nacht valt het met donderend geweld in de laag gelegen stad. Vele honderden zorgeloze Roemenen ver drinken in deze nacht. Bijna alle huizen bezwijken onder het geweld van het aanstormende wa ter en als het geschreeuw van hen die verdrinken gesmoord is in het kolkende water, drijven daar op het nieuw gevormde binnenmeer, op plan ken en deuren, allen die ontkomen zijn aan de greep van de dood. Doch door de hoger gelegen stra ten golft het water in snelle draaiin gen naar de diepte, waarin gisteren nog gelukkige mensen lachten en zon gen, en pas nadat de diepte geheel gevuld is kunnen de boten van de ri vier uitvaren ter redding. De officiële peiling stelt de volgen de dag vast. dat ruim twee meter water de stad bedekt Als na enkele dagen het water gaat zakken, blijft daar in het hart der stad een meer over, waarop zeesla gen geleverd zouden kunnen worden En in dat meer liggen, onder de in gestorte huizen, de lijken van ve'e P)E GETROFFEN BEWONERS bllj- ven de regering lastig vallen om hulp en bijstand. De regering belooft alles en zij overweegt het graven van een ka naal door de hoge gronden heen, maar daar haar het materiaal ont breekt zal dit kanaal met de hand gegraven moeten worden. De geestdrift om de getroffen stad te helpen zakt aanmerkelijk, want de Roemenen hebben een afkeer van al le zware arbeid. Het graafwerk kan niet doorgaan omdat de mankrachten ontbreken. De regering besluit nu het werk door het leger te laten uitvoeren, doch eer het "zover is krijgt zij van uit Braila het advies om de raad te vragen van de Hollandse schipper, die met een vreemdsoortig schip op de Donau ligt. Omstuwd door met goud beslikte en zwart gerokte autoriteiten bezoekt Wim de Groot de plaats van de ramp en zijn advies is zeer eenvoudig. Met zijn schip zal hij het gehele meer leegzuigen. Ongelovig zien de deftige heren hem aan, maar als hij zijn advies herhaalt, geloven zij aan zijn ernst en hij moet zo spoedig mogelijk be ginnen. Wim is echter een Hollander, bo vendien komt hij van de Sliedrechtse dijk, en daarom gaat hij geen water dragen in emmers die geen bodem hebben. Hij wil eerst ruggespraak houden met zijn directie. Dit kan en wel langs de snelste weg Voor de eenvoudige Sliedrechtse schipper wordt een telefonische ver binding verzorgd over de lijnen, die slechts door de regering en haar di plomaten gebruikt worden. Deze verbinding wekt verwonde ring op het kantoor van de directie en fluisterend wordt het doorgege ven: De schipper van de Pollux aan de telefoon, uit Roemenië. Ja je weet wel, dat is die grapjas, die zoveel geld maakt met een zandhan- del. De directeur neemt zelf de hoorn en als Wim de toestand uiteen gezet heeft, ziet de grote baas nooit ge dachte mogelijkheden in het ver schiet. Een rechtstreekse relatie met de Roemeense regering is goud waard en geeft altijd een voorsprong op concurrenten Ja, de schipper moet het werk aan nemen en uitvoeren, met die zandbe- weging heeft hij bewezen, dat het hem wel toevertrouwd is. Hij heeft daarom de vrije hand, al moet hij zorgen er alles uit te halen wat er in tit. En Wim haalt er meer uit dan de firma op redelijke gronden mag ver wachten. De regering accepteert al zijn eisen en hij kan beginnen mei het leegzuigen van het meer midden in de stad. Onder het Roemeense volk groeit de eenvoudige hopper uit tot een zee monster, welker aanblik een verre reis waard is. De belangstelling wordt tenslotte zo hinderlijk, dat de schipper de re gering moet vragen om beschermings maatregelen, daar zijn - bemanning niet bij machte is de vele en al te nieuwsgierige bezoekers van boord te houden. Prompt zendt de regering een detachement matrozen en onder mi litaire bewaking werken de Sliedrech- tenaren verder. Ontelbaar zijn de foto's die van het schip gemaakt worden en elke foto graaf tracht de schipper voor de lens te krijgen. De winkels in Boekarest maken goede zaken met deze foto's en in vele deftige huizen komt de beeltenis van Wim de Groot, de een voudige Sliedrechtse schipper, aan de wand te hangen. Als het werk ten einde is komt de gehele Roemeense regering aan boord van de Pollux. De kapitein krijgt een orde opgespeld en als Roe meens ridder zal Wim de Groot naar zijn gezin weerkeren. Dit werk brengt hem ook directe winst, want een dag na het bezoek van de ministers ontvangt hij een concessie voor het zandzuigen op de Donau Geheel vrij in zijn handelingen, wordt hij de grootste zandleverancier van Roemenië en de firma vaart daar wèl bij. "pN DAN KOMT de uitvoerder aan boord: de man, die vanuit Constanza tammq rapporten aan de directie zendt, maar die slechts zel den een voet aan boord van een schip zet. OUWERKERKSE BOER Hij schoof zijn stoel luidkrassend van het vuur. Er was een onrust over hem gekomen en bij de deur heeft hij zijn pet genomen, kwam op het erf in 9t middernacht'lijk uur. De heemhond gromde slechts voor korte duur, want fluisterend heeft hij zijn naam vernomen. De boer ging verder tot voorbij de bomen, slorul roerloos in de slapende natuur. Toen het geraas der golven was te horen, kroop er een glimlach om zijn moede mond: De dijk is dicht en sterker dan tevoren ISog bleef hij wachten alsof hem iets bond, stoer als een eik. Zijn akker is herboren Dan boog zijn knie op de herwonnen grond. D. VAN BOXEL JR. Hij komt de dank van de directie overbrengen en bij die gelegenheid houdt hij een redevoering. Met de borst vooruit staat hij te genover de jongens en zijn stem druipt van zelfgenoegzaamheid. Mannen, zegt hij, we heb ben weer een aardig staaltje van Hollands kunnen weggegeven we hebben de wereld weer eens getoond, dat in Sliedrecht de overwinnaars van het water wonen Onze vrouwen zullen trots zijn en onze kinderen zul len zeggen: Vader was daar ook bij! Een van de dekknechts stapt naai voren Met lijzige stem vraagt hij: Wat zullen jouw kinderen zeggen? De uitvoerder valt in de kuil, hij antwoordt: Mijn kinderen zullen hun vrienden vertellen: De kerels van mijn vader hebben daar in Roe menië een heel volk in beroering gebracht omdat zij iets deden wat nog nooit vertoond is. Zo... zozullen zij dat ver tellen maar zullen zij er dan ook bij zeggen, dat die kerels hun vader niet gezien hebben bij dat karwei? Ja maar Piet Niks te jamaren, waar was jjj eigenlijk toen wij hier op de Donau overhoop lagen met een heel leger van gendarmen? Was jij toen aan boord of zat je in Constanza prachti ge brieven te schrijven, die moesten bewijzen hoe onmisbaar je wel bent? En nou sta je daar je eigen wel op je borst te slaan en te zeggen: Dat hebben wij, maar nou zal ik je eens vertellen hoe wij over al die poeha denken. We zijn er misselijk van.... de schipper heeft een blikkie op zijn jas en dat gunnen we hem van harte, maar als jij zegt „we hebben" dan motten we wat doen.... wat denk je er van jongens, motten we nog lan ger naar dat gezever luisteren? Over boord met die vent, rie pen een paar stemmen. Niet zo dringen jongens, zei de eerste spreker, we motten alles net jes doen en met overleg maar ik ben het met ie eens als je zegt dat deze meneer zijn mond eens goed moet omspoelen na al die zoete woorden., zullen we dat dan maar doen? Hoera! riep de bemanning van de Pollux. Voor een grap waren zij altijd te vinden. Gezamenlijk hesen zij de uitvoesder op en langs het boord van de hopper lieten zij hem in het water van de Donau zakken. Hij zwom naar de wal en hij nam zich voor een vernietigend rapport te schrijven over deze barbaren. De jongens van de Pollux grin nikten voldaan: We motten het slikken, dat de kranten hier doen als of wij mirakels wat gedaan hebben. Lekker zit urfc dat niet, maar de lui hier zijn niet wijzer. Zo'n uitvoer der, die niks doet als rapportjes schrijven, mot ons echter niet aan de kop komen zeuren.... voor los, Zr.igclingcnbureaus beschermende handen rond uw Kind volg van pao l) vaak een hechtere band te bespeuren tussen de inwoners en zo'n bureau, bestaat er in zekere zin een grotere verbondenheid tussen de dorpelingen zl,'n" enerzijds en de zuster en dokter ari* derzijds. Typisch is dat dit ook in het spraakgebruik tot uiting komt. De dorpeling gaat naar „de wijk", in de stad gaat de moeder naar het „consultatiebureau". Dat hier de C.B.'s vaak voor een zeer moeilijke taak staan valt te be grijpen. Immers, niet alle moeders denken er eender ever. De één juicht dit toe, een ander vindt het onzin, ter wijl men ook met plaatselijke om standigheden rekening zal moeten houden De mentaliteit van de plat telandsbevolking bijvoorbeeld is nu eenmaal heel anders dan die der gro te steden, wat ook in de verhouding C.B.-publiek heel duidelijk naar vo ren komt. In de dorpen valt er ook IJ ET welzijn van het kind begint bij de praenatale zorg en dat dit van niet te onderschatten belang is. blijkt wel uit de oprichting van talrijke praenatale bureaus. Naast het nor male routine-ondefzoek van deze bu- gynaecolo- Ondcr ot hoogtezon. Moet uw kindje op voorschrift van de arts een dergelijke kuur ondergaan, dan kunt u daarvoor bij een C.B. terecht, want ook dit ressorteert onder zuigelingenzorg. gen zitting hebben met betrekking tot bloedgroep-onderzoekingen in ver band met de rhesusfatflor, omvat deze zorg tevens de controle op de gezondheidstoestand der aanstaande mcfeder in de meest ruime zin. d.w.z. doorlichting, röntgen-, bekken- en urineonderzoek. Dit is vanzelfsprekend van primai re betekenis in die gevallen, waarin een aanstaande moeder haar éérste kindje verwacht Is alles in orde. dan zal zij verder normaal onder behan deling der vroedvrouw of verloskun dige kunnen blijven. Een merkwaardigheid is helaas een bepaald vooroordeel, wat bij sommige groepen van ons volk be staat tegen een vroedvrouw. Of mis schien is dit iets te sterk uitgedrukt. Er zijn namelijk jonge aanstaande moeders die pertinent weigeren om wanneer het zover is door een vroedvrouw geholpen te worden en die de hulp van een arts inroepen. Verhalen uit de „goede" oude tijd, oververteld van geslacht op geslacht, zullen hieraan wel niet geheel vreemd Tot geruststellihg van deze moe ders zij echter opgemerkt, dat het tegenwoordig juist de in verschillen de plaatsen van ons land gevestigde opleidingsinstituten voor verloskundi gen zijn, waar vele jonge doktoren, vaak onder leiding van ervaren vroedvrouwen, hun opleiding voltooi en. Wellicht zal deze wetenschap er mede toe bijdragen, dat men wat meer waardering voor hun werk krijgt ln de liefde tot haar kind zal iedere moeder instinctmatig trachten het beste te zoexen en de natuurlijke ont wikkeling der baby zoveel mogelijk bevorderen. Beseft zij dit, dan zal zij ook, als het zover is, de weg naar het C.B. wel vinden m het weten, dat daar alles in het werk gesteld zal worden, haar kind door de eerste moeilijke tijd zogoed mogelijk heen te helpen. Uw kind zal er u later dankbaar ANTON KOOIJMAN. 7 Correspondentie en oplossingen aan de heer H. J. J. Slavekoorde, Goudreinetstraat 125, Den Haag. Stahlberg en Pilnik HET onlangs beëindigde tornooi te Beverwijk heeft weer eens dc aan dacht gevestigd op Stahlberg en Pilnik. die in dit tournooi de eerste 2 plaatsen bezetten. Met Matanovic vormden zij het trio grootmeesters waartegen onze landgenoten en enkele goede internalio nalc meesters het moesten opnemen. Laten wij eerlijk toegeven, dat de bui tenlanders het onze landgenoten ditmaal bijzonder lastig hebben gemaakt Het behoort bijna tot de tradities van Bever wijk, dat de Nederlanders daar altijd bijzonder goed voor de dag komen, on geacht de sterkte van het contingent der buitenlanders. Maar dit jaar is radicaal met de tra ditie gebroken. Men kent de eindstand: de eerste plaatsen voor de buitenlander* en Bouwmeester was dé eerste Neder lander, die zich met „slechts" 50 pet tussen de buitenlanders kon wringen. Grootmeester Matanovic heeft ons in tussen aardig teleurgesteld. Indien wij de uitslag van dit tournooi hadden moe ten voorspellen, zouden wij de jonge Joe- goslaviër zeker de eerste plaats, en op z'n minst een gedeelde eerste e/i tweede plaats hebben toegedacht. Hoe wij Stahlberg en Pilnik zouden hebben geklasseerd in onze voorspel ling laten wij nu maar in het midden, maar wij willen wel bekennen, dai wij de enige niet zijn die Stahlberg niet he lemaal meer als grootmeester van de bovenste plank beschouwen. En groot meester Pilnik, die tot onze verrassing tegenwoordig een aardig ten goed ve>- staanbaari woordje Nederlands spreekt kan heel sterk schaken al# hi er maai voldoende toe wordt geprikkeld. En dat laatste gebeurt niet zo heel vaak. Om op Stahlberg terug te komen We kennen zijn naam natuurlijk heel goed in Nederland. We hebben hem zelfs bij herhaling in ons land gezien. En toch weet men hier niet al te veel van hem af. Daarom hebben wij kort geleden met belangstelling een korte biografische schets over Stahlberg gelezen van de hand van de Engelse publicist Golom- bek, als slothoofdstuk opgenomen in de Engelse vertaling van Stahlberg"» boek „Schaken en schaakmeesters". Golombck schrijft o.a. het volgende: „Evenals Najdorf begon Stahlberg voor bet eerst ccn wereldreputatie tc krij gen toen hij bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog achterbleef in Zuid Amerika. Dit betekent niet dat hij voor dien geen successen van betekenis had geboekt. Zo had hij bijv. zowel Spielmann als Nimzowitsch in matches vcrslageo en had hij in 1938 tegen Keres 44 ge speeld. In Zuid-Amerika nam hij aan tal van tournooien deel, waarin Najdorf zijn grote concurrent was. Najdorf won het tournooi meestal, hoewel niet altijd. In 1948 keerde hij naar Europa terug en kwalificeerde zich voor het Candida- tentournooi In dat Candidatentournooi behaalde hij een redelijk secces: de 7e plaats. Ivi de volgende jaren behaalde hij een flink aantal internationale suc cessen, hoewel hij nooit een eerste prijs won. Dit had hij laatstelijk gedaan te Tnanske Tcplice in 1949. Maar hij was steeds een gevaarlijke concurrent voor de eerste plaats. Zo weid hij te Amster dam in 1950 derde en bij het Staunton tournooi 1951 tweede. Te Boedapest (1952' had hij lang de leiding, doch viel te-gen het eind wat terug en moest ge noegen nemen met een gedeelde derde plaats, welke hij deelde met niemand minder dan Botwinnik en Smyslow! In 1952 klasseerde hij zich opnieuw voor het Candidatentournooi. maar in laatstgenoemd best orde angst meer helemaal de oude geweest en het is dus eigenlijk -niet te verwonderen, dat men hem niet helemaal meer beschouwt als een grootmeester van de eerste rang Het grote publiek vergeet immers suc cessen maar al te spoedig. Golombek vervolgt: „De bovenge noemde feiten geven de loopbaan van Stahlberg zonder meer. Maar ziin wer kelijke grootheid als schaakspeler ligt in de kwaliteit van zijn partijen Nie mand onder de levende spelers heeft zulk een elegance van stijl als Stahl berg op z'n "best. Het is waar: hij is niet constant. Ten dele wordt dit ver oorzaakt door zijn wisselvallige gezond heid, en voor een ander deel omdat hij niet zozeer op punten uit is als wel op spelen van mooie partijen Hij is een groot eindspelkenner en heeft de theorie met name het damegambiet en de Franse partij menigmaal verrijkt." Golombek geeft dan enkele partijen uit Stahlbergs Zuid-Amerikaanse tijd, waar van wij dc volgende overnemen Wit: Stahlberg. Zwart: Michel. Geweigerd damegambiet. I. d4 d5: 2. c4 c6; 3. Pf3 Pf6; 4 e3-e€; 5. Pbd2 a6? Puur tijdverlies, als gevolg waarvan wit het initiatief heeft. 6. b3 Pbd7: 7. Ld3 Da5. Het begin van een afruilmanoeuvrc. 8. Dc2 La3; 9. Lxa3 Dxa3; 10. 0—0 Dd6. De beste verdediging. Na 10 0-0; 11. Pe5, gevolgd door f4 en Tf3 krijgt wit een sterke aanval. II. Tael 0—0; 12. c5 Hierdoor bemoeilijkt wit de ontwikke ling van de zwarte damevleugel. 12. Dc7; 13. r4 dxc4; 14. Pxe4 h6. Of 14. Pxe4; 15. Txe4 met de dreiging Th4, 15. Pd6 Pe8: 16. Pc4! Wit houdt de zwarte tiamcvlcugel on der druk en bereidt gelijktijdig een aanval op de koningsvleugel voor 16. Pdf6; 17. Pb6 lb8; 18. Te3! Ld7. Na 18Pd5; 19. Pxd5 heeft wit een duidelijk positioneel overwicht. Mi chel probeert tegenspel te krijgen door de witte damepion aan te vallen 19. Pe5 Td8; 20. Tg3 Lc8; 21 Dd2 Indirecte verdediging van pion d4 en directe aanval op pion h6 21. Kh8; 22. Df4 De voorbereiding van een lange com binatie. Indien nu 22 Ph5 dan 23. Pg6t Kg8; 24. Dxc7 Pxc7; 25. Pe71 Kh8; 26. Pexcö Pxg3; 27 fxg3 Txc8; 28. Pxc8 Txc8; 29. Txf7 met gewonnen spel voor wit. 22De7; 23. Tg6! Ph7. Wat zou wit gespeeld hebben op 23. Kg8? Hij zou gespeeld hebben: 24. Pxc8! Txc8; 25. Dxh6! fxg«: 26. Dh8t! Kxh8; 27. Pxgöt Kg8; 28 Pxe71 gevolgd door Pxc8. 24. Txh6! Tegen dit offer heeft zwart geen be vredigende verdediging. 24txh6; 25. Dxh6 Pf6; 26. Pg4 Pe4. De enige kans. Na 26Kg8 wint wit door 27 Pxf6t Pxf6; 28. Dg5' Kh8; 29. Tel' Pg8; 30. Dh5t Kg7; 31. D!i7 i Kf6; 32 Dh8t Kg5; 33. Dg7enz. 27. Lxe4 f5; 28. Pe5 Tf6 (de dreiging Pg6+ moest gepareerd worden i; 29. Dh4 Dg7; 30. Ld3 Dg5; 31. Dxg5 (het eindspel is gemakkelijk voor wit gewonnen) Pxg5; 32. Tel Pf7; 33. Pf3 Kg7; 34. Lc4 Kf8; 35. h4! Ke7; 36 d5 Th6; 37. Pxc8t Txc8; 38. dxc6 Pd8; 39. Pd4 Tf6; 40. Tc5 b5; 41. cxb6 en passant. Zwart gaf het op. Stelling na 28. c4 Eeuwfeest der walvissen Nadat dc walvisvangst enkele eeuwen had stil gelegen, togen stoere mannen, nu, ongeveer een eeuw geleden, op nieuw ter visserij uit. Helaas, groot waren de vangsten niet en teleurstellend was het bericht, van slechts 2000 exemplaren, die rond het jaar 1900 aan wal werden gebracht Doch in de jaren vlak voor dc wereld oorlog. waren de vangsten snel in stij gende lijn geklommen tot 550.000 per vis- seizoen toe! Gedurende een eeuw zijn er nu niet minder dan 1.200.000 zeemonsters tot traan, enz verwerkt. Nu bestaat de kans van uitsterven de zer „visjes", weshalve men aandringt op drastische maatregelen tot beteugc- Merk waardig vogpltransport bouwt de houtsnip zijn droog bodemgedeeltc en niet in bomen. Zijn de eieren uitgekomen en de jon gen nog te klein om te vliegen, dan zullen dc ouders, bij naderend gevaar, de kuikens met beide poten omklem men en zo in veiligheid brengen. Deze manier van transport komt zel den of nooit voor in de vogelwereld. |Jlllllllllllllllllllllllllllllll|||||||||||||||||||||||NIIII||||||||||||||||||Uj PUZZLE I VAN DE VA/EEK ïüiiiilliiliiliiiiiiiiliii!iliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii hui immuun min Hirp Kruiswoordraadsel Juist op het ogenblik dat Pilnik zijn passieve houding wil opgeven verrast zijn tegenstander hem met een goed voorbereide tegenstoot. 28g4l; 29. fxg4 Lxg3!; 30. Pxg3 Nog droeviger wordt de situatie wan neer de witte koning op g3 neemt. Dan volgt Dh4t. 30Txh3! Dit is de fraaie pointe der combinatie. Na Kxh3 volgt mat in twee zetten. 31. gxf5 Meer tegenstand had wit kunnen bie den met 31. Ph5. Zwart heeft dan niet veel beter dan Dh4. waarop zou kunnen volgen 32. Lxf5 gxh5; 33. Le6t PxeO; 34. Dg6t Pg7; 35. gxh5. 3L Pf4t; 32. Kf3 Dh4; 33. Lf2 Niet beter is 33 Tg2 wegens Ph7; 34 Lf2 Pg5+ enz. 33. Ph7; 34. Tgl Pg5t; 35. Ke3 Te8t; 36. Kd2 Pf3t; 37. Kc3 Pxe2t; 38. Pxe2 DxfZ; 39. Txg6t Kh8; 40. Del Te3; 41. Pf4 Tel rn wit gaf het op. Op 42 Dc2 volgt Dxd4 t enz. Dc oplossingen Ook over Pilnik hebben wjj wat te be richten. Hij kwam naar Beverwijk kers vers afkomstig uit IJsland, waar hij heel wat geschaakt heeft. Hij won er een klein tornooi met 8 deelnemers, speelde in een tweekampje tegen Johansson met 11 gelijk cn kreeg van Olafsson in een tweekampeen flink pak slaag. Met niet minder dan 51 werd groot meester Pilnik geslagen. Dit nu is typerend voor Pilnik. We schreven reeds, dat hij heel goed kan schaken, maar dat hij een grote stimu lans nodig heeft om tot goede resultaten te komen. Zijn talenten openbaren zich vooral in de defensie en in zijn enorme uithoudingsvermogen. Hij speelt langer door dan wie ook, weet zich in slechte stellingen eindeloos lang te handhaven en wordt nimmer ongeduldig als het er om gaat een minuscuul voordeeltje te benut- Let wel, zo kón Pilnik spelen. Maar hij doet het slechts als hij er zin in heeft. Verleden jaar (of was het in 1953' liet hij het er te Beverwijk lelijk bij liggen Hij eindigde toen op de voorlaatste plaats. Maar dit jaar had hij er te Be verwijk echt zin in. Zou dit de reactie zijn geweest op het ongezouten pak slaag dat hij zo juist van Olafsson in ontvangst had moeten nemen? Wie zal het zeggen. Intussen vatte men het vorenstaande niet op als "een verkleining van de ver diensten van Olafsson, die inderdaad een zeer sterk meester is cn die, onmiddel lijk na zijn zege op Pilnik, naar Hastings reisde en daar met grootmeester Kuren, noi de eerste prijs in het beroemde tor nooi van die naam deelde. Ziehier hoe Pilnik in de 3e party van de tweekamp verloor. Wit: Pilnik. Zwart: Olafmon. Russische partij. 1. e4 e5; 2. Pf3 Pf6; 3. Pxe5 d6; 4. Pf3 Pxc4; 5. «14 d5; 6. Ld3 Le7; 7. 0—0 0—0; 8. Tel Pd6; 9. Pc3 c6; 10. Lf4 Lg4; 11. h3 Lh5; 12. LU f5; 13. Pe2 Dit paard wil via f4 naar e6. Pilnik is zelfs bereid hiervoor een dubbclpion op f3 op de koop toe te nemen. Maar noch het een noch het ander geschiedt. 13. K5'; 14. Pg3 Lg6; 15. Pr5 Pd7; 16. Pxg6 hxg6; 17. Dc2 Tf7; 18. PfJ Pe4; 19. f3 Pd6; 20. c3 Pf8; 21. Dc2 Pe8; 22. Te2 Ld6. Zeer juist. De witte loper op h2. die sterk is in verband met dc zwakten van wit op de zwarte velden, moet afgeruild worden. 23. e3 Pg7; 24. Tael Df6; 25. Kg2 Pge6; 26. Lgl rd8; 27. Tdl Th7; 28. c4 was een eindspelstudie van de beroem de Russische componist Grigoriew. Dc oplossing berust op een manoeuvre wel ke iedere gevorderde schaakspeler toch eigenlijk moet beheersen. Na de inlei ding L Ta7t Kb4; 2. b7 Tb6 gaat het er om de witte koning in het gevecht te betrekken. Voor de hand liggend maar slecht ware 3, Kd5? wegens Kb5! en wit heeft geen afwachtende zet. Daarom 3. Kd4! hoewel de koning onmiddellijk weer door 3Td6f verdreven worden kan en moet. Want anders beslist 4 Ta'l! direct. Derhalve 4. Ke5 Tb6 en nu ten slotte toch 5. Tal! met als gedwongen gevolg 5Kc3; 6. Telt Kb2; 7. Tc7 Kb3. Deze manoeuvre dient uitsluitend om de witte koning dichter bij te bren gen. Dus 8. Kd5 Kb4. Nu nog eens de zelfde manoeuvre: 9. Tel! Ka3; 10. Talt Kb2; 11. Ta7 Kb3; 12. Kc5! en wint De tweede opgave tpartystelling Dri- merCiocaltea) is eigenlijk helemaal niet moeilijk. De partij is natuurlijk niet remise na 1Tg8? 2. Txg8 h2. Wit wint heel eenvoudig als volgt: 3. Kg3! Kgl; 4. Kh3t Khl; 5. Ta8 enz Onze opgaven Onze opgaven liggen deze week weer eens in het combinatoire vlak. Het is verbazingwekkend hoeveel voorbeelden de schaakliteratuur hiervan bevat. Be kende wendingen komen telkens weer in een nieuw gewaad te voorschijn, zó nieuw, dat men soms moeite heeft het bekende in het rieuwe te ontdekken. Nieuw betekent hier allerminst: recent. Onze voorbeelden zijn resp. uit 1898, 1934 en 1942 afkomstig. Horizonl&al: l Vergezicht, b Be zeten, 7 Gezinslid. 8 Slede, 9 Maand, 11 Boom, 13 Stremsel, 15 Onderdeel van een uurwerk. 17 Weefsel. 19 Be staat, 20 Zangnool, 21 Volk, 23 Ver pakking, 25 Vogel, 26 Stengel. 27 Slotwoord, 29 Bosiand, 30 Kippenloop, 31 Violoncel, 33 Zijn, 34 Zangnoot, 35 Vreemde munt, 37 Stempelmerk, 39 Steenafval, 40 Kleefstof, 42 Knaag dier, 44 Term in de bokssport, 45 Zangnoot, 46 Oude heer, 48 Opschud ding. Vertikaal: 1 Rivier in Itaiië, 2 Hoog gelegen weide, 3 Mening, 4 Rondhout, 5 Vermoeid, 6 Zware slag, 8 Zang stem, 10 Verlaagde toon. 11 Pers voornaamwoord, 12 Meetk. lichaam. 14 Branden, gloeien, 16 Boom, 18 Voedsel, 20 Soort vis, 22 Dierenroep, 23 Apenbroodboom. 24 Vissoort, 26 Stuk, 28 Snijgereedschap, 29 Berg plaats, 31 Aromatisch, 32 Heideplant, 34 Zangnoot, 36 Courantenjongen, 37 Afstandsmaat, 38 Rondhout, 41 Ly risch gedicht. 43 Inhoudsmaat. 45 Pers. voornaamwoord, 47 Godsdienst. Inzendingen per briefkaart voor a.s. donderdag aan bureau van dit blad. In de linkerbovenhoek aan de adreszijde vermelden: „Puzzle-oplossing". Oplossing kruiswoord raadsel 21 januari s. 20 era, 21 aard, 24 na, 25 ieder 28 belet. 30 E.K.. 32 eens. 34 pok. 36 el. 37 aap, 39 ima-go, 41 spar. 42 Ina. 43 Po. 44 re, 45 pet, 46 duet, 48 geiser. Vertikaal: 2 Af 3 raak. 4 mal. 5 ys. 6 katern, 7 cape, 9 tube. 11 tiras. 13 pu. 15 ega. 16 as. 17 taal. 19 edel, 22 riek, 23 vete. 26 deel. 27 kepi, 29 tsaar. 31 ko miek, 33 nap. 35 kant. 36 e.o.. 38 pret, 40 ga, 41 soes. 43 pui. 46 de. 47 te. Als e«'n dominee intrede deed Bij de intrede van een nieuwe predi kant heeft men over belangstelling ge woonlijk niet te klagen. Nu, een drietal eeuwen geleden, was dit ook het ge val, maar... dan speelde er vaak nog een andere faktor een rol, nl. het cu- lianirc motief. Het was toch gewoonte bij zulke gelegenheden de magen eens goed op de leest te zetten en de kerk rekeningen zijn er. om te bewijzen, dat de belangstellenden het zich, na de in- trede-ceremonu- goed lieten smaken. Zo zou in 1655 een zeJCere predikant Thomas Noë tc Dantumawoude beves tigd worden en zou hij daarna zijn in trede houden. De heer Heilke Klazes. kastelein te Dokkum was er erg goed mee. Hij kon de Dantumawoudsc ge meente een rekening presenteren van 98. als „derde part van dc onkosten, getallen over de introductie" van ge noemde predikant!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 12