Holland in Holstein Afsmelten van de ijskappen in versneld tempo Baron treedt af in Voorschotens kerkvoogdij 4 ZONDAGSBLAD 7 JANUARI 1956 Een Nederlands stadje zonder Nederlandse namen •trkirkir Drie eeuwen geleden centrum van verdraagzaamheid 1] ik. Een stevige bries had de hemel geheel schoongeveegd. Het zonlicht weerkaatste in het water. En toen ik Friedrichstadt binnenreed, verguldde de zon de daken der huizen en spie gelde zij zich lachend in de venster ruiten. Ik had het van vrienden gehoord: daar, in het Holsteinse land, kan je een brokje van je vaderland terug vinden. Daarom ging ik er heen, naar Friedrichstadt. En inderdaad: grachten, geveltjes, sohone straten.neen, geen molens. In de Hollundse alkoof, waarvan een der wanden met Delftse tegels is bezet, wordt de bezoeker een „Hol landse borrel" geschonken. Was ik heus in Duitsland? Het zag er allemaal zo echt ouderwets Hol lands uit. Het was kort gezegd Holland in Holstein. En dit Holstein se Holland ontstond in de eerste helft der zeventiende eeuw, toen Holland se emigranten zich daar ter plaatse vestigden. Remonstranten "INDERDAAD, ook in voorbije c was er reeds sprake van vluchtelin gen en ontheemde mensen. De Nederlanders, die zich naar Hol stein begaven, waren in grote meer derheid remonstranten. Zij ondervon den in het vaderland moeilijkheden. Zij ontvingen van diverse zijden aan biedingen om naar elders te komen. Zij waren immers flinke, bekwame, practisohe en ondernemende Neder landers! De aantrekkelijkste aanbieding was die van de verdraagzame hertog Fre- derik II van Gottorp. Deze bood de Nederlanders, die zich in zijn landje vestigden, twintig jaren belastingvrij dom. Bovendien steunde hij hen bij de „wederopbouw" van hun bestaan. Aan het hof was veel tegenstand te gen de plannen van de vorst, maar Frederik zette zijn wil door. In Sep tember 1621 werd de eerste steen ge legd van de nieuwe „Hollandse" stad, die Friedrichstadt zou gaan he ten. De hertog had vérstrekkende plan nen met zijn Hollanders. Hij stuurde handelsmissies naar Spanje, Portu gal. Frankrijk, de Levant en Perzië. Hij droomde van een stad, een han delsstad, die Amsterdam, Hamburg en Londen zou overvleugelen. Van die dromen kwam in de prac- tijk weinig terecht. Heden ten dage herinnert alleen nog het grote markt plein van het stedeke aan Frederik's dromen. En dan misschien ook enige grachten. jmdt het noordelijke en zuidelijke deel van Friedrich- n deze omgeving zijn talrijke mooie oude geveltjes te bewonderen. Nederlandse boutvers 1MEDERLANDSE architecten, aan- nemers en arbeiders bouwden het stadje en gaven het zijn typisch-Ne- derlandse uiterlijk. In de loop van de dertigjarige oor log (16181648) werd dit Nederland se stadje in Duitsland tot een cen trum van verdraagzaamheid. Velen, die uit oorzaak van hun geloof een andere woonplaats zochten, kwamen naar Friedrichstadt. Joden, remon stranten, kwakers, rooms-katholicken, doopsgezinden, lutheranen en „Pool se broeders" (Socinianen) woonden er in de zeventiende eeuw vreedzaam en vriendschappelijk met elkaar. Ja, Nederlanders bouwden Fried- OPMERKELIJKE FEITEN BINNEN DE POOLCIRKEL genootschap heeft het vo rige jaar in een rapport medegedeeld, dat dc wereld- tempcratuur de laatste 30 Jaar met 0.33" C is gestegen. Deze stijging Is het meest opmerkelijk binnen dc pool cirkel. Het I'oolinstituut te Leningrad heeft bekend ge maakt, dat de oppervlakten van dc Ijsvelden dc laatste eeuw met minstens een mil- lioen ni2 zijn verminderd. Dit alles betekent meer wa ter in vloeibare toestand. GROENLAND dekt, dat er korte en langere WEER GR3EN? perioden van snelle zeespie- gelrijzingen voorkomen. Zo is OOR deze niet onbelang- het peil van de Noordzee tus- rnke temncratuurstiunno. Cl.n 1700 kap. die op Groenland plaat selijk nog een dikte van dan 2000 meter heeft, smelten. t dit smeltwater, dat (lëkjls"ïdwel' 1850 vrijwel niet het peil ook van de Noordzeel) lang zaam maar zeker doet stij- tonen. Enkele Amerikaanse ge leerden hebben al beweerd, 15.000 j; middelde temperatuurverloop dat na het midden van de vorige eeuw (zie beide gra fiekjes!) zowel te Stockholm als te Berlijn een niet onbe langrijke stijging is gaan ver- Volgens dr. ir. Bennema moeten wij tot omstreeks het jaar 2050 met een doorga; 2050 tenminste 22 terug hoogste 55 cm betekenen, geweest en terwijl daarna enkele ecu wen met een zeer geringe stijging zouden aanbreken. gaan stijgen, nog niets gebeuren maar geen zwa Het zwart getekende deel van Groenland, een ijskap van meer dan 15 keer zo groot als Nederland, is sedert 1906 door de tem peratuurstijging in het pool gebied afgesmolten. In het jaar 1890 werden in de Noordelijke IJszee metin gen gedaan betreffende de dikte van de koude water- laag, die toen ruim 200 me ter bedroeg en momenteel al tot beneden de 100 meter is teruggelopen. De kabeljauw, die In het Jaar 1920 aan dc zuidpunt van Giocnland nog een zeldzaam voorkomende vi$ was, wordt nu al binnen de poolcirkel gevangen. geen ijs meer zal zijn kennen, zoals dat voor enkele 100 duizenden j ook het geval is bijv. Groenland werkelijk „groenland" was. Nu heeft het weinig zin om reeds rekening te gaan houden met hetgeen er over meer dan 10.000 jaar wel eens kan gebeuren. Wij moeten voor onze en de eerstkomende generaties zor gen, voorzover dit in ons ver mogen ligt. De bodemdaling, waarover wij vorige keer schreven, is minder belangrijk dan de rij zing van de zeespiegel. Een bodemdaling van ongeveer 10 cm per eeuw is door ge stadige dijkverhoging nog ge ruime tijd bij te benen, maar wanneer daar in versneld tempo een zeespiegelrijzing van 40 50 cm per eeuw bij komt. wordt het hoog tijd, dat Nederland waakzaam blfjft. De zwa'c noordwester- stormen van 1 februari 1953 en 23 december 1954 kunnen een ^waarschuwing zijn ge- PERIODIEKE SCHOMMELINGEN 1UU is het niet zo, dat gelcer- De gemiddelde temperatuur n den- ingenieurs en ook de te Berlijn en Stockholm regering een afwachtende 1ftn houding is gaan aannemen. de laatste 100 jaar Verre van dat! niet onbelangrijke 8t\j- Dr. ir. Bennema heeft ont- ging te zien. Het zwart getekende deel stijging op dit kaartje van Neder land geeft aan welk deel nu al onder het zeewater zou komen, wanneer wij geen zeedijken meer hadden. 53- i77onFSnterïr^irTS~Tt™i5w7 170o 1«M 1*4» u 60 Zo 40 durige noordvesterstormen gingen opsteken. Een Amerikaanse hoogle raar verwacht, dat de toe nemende stijging van de tem peratuur op het nooidelljke halfrond een groter aantal zware stormen met zich mee gaat brengen. Ook is geble ken, dat de warme golf stroom een geleidelijk hoge re temperatuur heeft gekre gen, waarmee steeds warmer water naai het hoge noorden wordt getransporteerd. Nu kan men gissingen, voorspellingen en verwach tingen maken, maar hoe het de komende tientallen jaren, halve of meer eeuwen zal verlopen, kan niemand met zekerheid zeggen. Zoals wij in het vorige artikel reeds schreven, is er ook voor de kustbewoners heus geen re den om in een alarmtoestand te komen, maar wel verdie nen de hier omschreven meteorologische veranderin gen of schommelingen de volle aandacht van alle lage landen, die achter hoge dij ken de strijd tegen het wa ter onverminderd dienen voort te zetten. richstadt en voor Nederlanders werd het stadje gebouwd. Toen ik er was, zocht ik er echter vergeefs naar Nederlandse namen. De ruim 3500 inwoners hebben met elkaar niet één naam, die herinnert aan de eerste inwoners van het stad je. En remonstranten? Die zijn er nog wel, maar niet veel. Omstreeks honderd, vernam ik ten stadhuize. Wel zijn er nog oude huizen in Hol landse stijl. Ongeveer veertig huizen met trapgevels hebben de tand des tijds en het oorlogsgeweld weten te weerstaan. De mooiste rij vindt men aan de westelijke kant van het Marktplein, het plein dus, dat hertog Frederik II had willen maken tot het middelpunt van een grote han delsstad. De apotheek vooral is een echt museum-stuk, zo typisch is zijn bouw en zo mooi is het interieur. Ik heb een speurtocht ondernomen in het stadje. Ik kwam in een huis op de Mittelburgwall (oud-Nederland se naam: Middenburgwal). Een fraaie alcoof, versierd met Delftse tegels, riep vaderlandse herinnerin gen wakker. De bewoonster had zich zo goed en zo kwaad als het ging aan de Hollandse oorsprong van haar huis aangepast. Een gezellige theepot met wit-blauwe porceleinen kopjes.... en op tafel als pronkstuk ken twee kruiken („ook van Delfts blauw" vernam ik). Vol trots vertel de de bewoonster mij, dat in de ene kruik jenever en in de andere kruikoude klare zat! Toen kon ik niet nalaten te glimlachen. In ie der geval bleek uit dit onderscheid, dat de trotse bewoonster zelf niet uit beide kruiken placht te snoepen. Oud allerlei T)E MIDDAGZON scheen over stra ten en grachten. Op sommige gevels zag ik fraaie en 'orkwaardi- ge „huismerken", die dateerden uit de dagen, toen er nog geen huisnum mers bestonden. Het oudste huis merk bevindt zich in r<p voorgevel van een huis aan de Westersielzug. Het is een witte duif (met een olijf- Op het remonstrantse kerkhof van Friedrichs'adt zijn op vele graf- stenen Nederlandse namen te lezen. ZONDAGSBLAD 7 JANUARI 1956 Een eeuwenoude band verbroken NU W. A. A. J. baron Schimmelpen- ninck van der Oye te Voorschoten wegens zijn leeftijd heeft besloten, zich niet herkiesbaar te stellen als ouderling-kerkvoogd van de Her vormde gemeente aldaar, betekent dit in menig opzicht een verandering in het kerkelijke leven van deze ge meente. De functie van president kerkvoogd heeft de baron al op 23- jarige leeftijd aanvaard en geduren de 43 jaar vervuld. De baron zal geen president-kerkvoogd, geen lid van de centrale kerkeraad en geen lid van de kerkeraad van de wijkgemeente Zuid meer zijn. W. A. A. J. baron Schimmelpen- ninck van der Oye voor de poort van zijn kasteel Duivenvoorde. In de middeleeuwen ontstond op grond van de heerlijke rechten de band tussen de heer van Duivenvoor de en de plaatselijke kerk. Die wordt nu verbroken. Die band vindt zijn begin in het patronaats- recht, dat ontstond in het grijze ver leden van de Christelijke kerk in de Nederlanden. De oudste kerken werden veelal opgericht door de grondheren, op het eigen goed. De opbrengst van een deel van de landerijen werd bestemd tak in de snavel) op blauwe grond. „Anno 1622" staat er onder. In de huismerken komt ook vaak de (heral dische) figuur van de Hollandse leeuw voor, die de remonstranten dus medebrachten uit het vaderland. Het Paludanus-huis heeft ook zo'n „leeuwen-steen". Het staat in de Prinzenstrasse en wordt thans be woond door een arts. Het dankt zijn naam aan Godefridus Paludanus, een hoog in aanzien staand predikant, die later echter wegens ketterij werd ontzet uit zijn ambt en zich toen „terugtrok" in de wijnhandel, die hem tot een rijk en aanzienlijk koop man maakte. Ik zag voorts de Oude Munt, mis schien wel het fraaiste bouwwerk in Friedrichstadt. Dan de Mennonieten- kerk met het „kamertje" (de Holstei- ners gebruiken dit woord nog hedvn ten dage!) voor de predikant. Het raadhuis, eveneens een Nederlandse schepping, viel in 1850 aan verwoes ting ten prooi, doch werd nadien ge heel in oude stijl herbouwd. Ln de eerste jaren na de oorlog woonden in een aantal van die oude Hollandse huizen vluchtelingen uit Oost-Duitsland. Thans hebben zij weer „normale" bewoners. En de sporen van de Duits-Deense oorlog (1850) in de vorm van ijzeren ka nonskogels zijn nu beter te zden dan de sporen van de laatste wereldoor log. Er is, in de remonstrantse kerk, zelfs weer een dominee (uit Holland afkomstig), die echter in het Duits preekt. En er bevindt zich in die kerk ook een prachtige oud-Holland se statenbijbel. Zo zag ik en ik zag er nog veel meer Friedrichstadt, het Holland se stedeke in het wijde Holsteinse land. voor het onderhoud van de kerk en voor het levensonderhoud van de priesters. De stichter van zo'n kerk behiéld dan twee rechten, samen het patronaatsrecht genoemd. Zij hadden een beslissende stem in het beheer van de kerkelijke goederen en daaren boven hadden zij het recht, een com petent priester tot pastoor van de kerk bij de bisschop voor te dragen. MA het ontzet van Leiden in 1574 kwam de oude parochiekerk te Voorschoten in gebruik bij de her vormden. Ten laste van de kerkelij ke goederen werd in 1584 het schip van de grote kerk voor de hervorm de eredienst hersteld. Het herstel van de toren werd in 1598 gedeeltelijk op kosten van het kerkfonds, gedeeltelijk uit een door de Staten van Holland aan de ingeze tenen. van Voorschoten terugbetaalde oorlogslening voltooid. De commissa rissen, belast met het beheer van de in beslag genomen Wassenaarse goe deren (het patronaat van de kerk van Voorschoten was in handen van de heer van Wassenaar, die reeds om streeks 1280 de ambachtsheerlijkheid in Voorschoten van de graaf van Hol land in leen had), hielden de touw tjes van het patronaatsrecht stevig in handen; hun taak werd in 1615 door de heer van Duivenvoorde met vaste hand overgenomen. De eerste daad van de nieuwe am bachtsheer deed niet veel goeds ver moeden, zo schrijft de heer J. L. v. d. Gouw in de extra editie van „De Kerkklok" (der Herv. gemeente te Voorschoten en Veur). die ter gele genheid van het aftreden van de ba ron is ve/schenen. Vanouds bestond in de kerk van Voorschoten een aantal vicariën, fondsen voor het onderhoud van priesters en voor verschillende alta ren. Jan van Duivenvoorde, die zelf namens de ridderschap lid van het college van gecommitteerde raden van Holland was, verkreeg in 1619 van de Staten van Holland machtiging om de omvangrijke vicariegoederen van het O.L.V.-altaar in de Voorschoten- se kerk als zijn vrij eigendom te be schouwen, onder het motief dat hij zich voor de koop van de heerlijk heid zulke grote kosten had moeten getroosten. Een jaar later kwalifi ceert jonker Jan zich als „patroon en gifter der kereke van Voorschoten" Kasteel Duivenvoorde. in een acte, waarbij aan de kerk meester vergunning wordt gegeven de kerkelijke goederen te bezwaren met twee erfrenten, om het kapitaal te gebruiken tot herstel van het ker- Heer was de patroon alleszins. De kerkmeesters waren hém alleen verantwoording schuldig. Geen be langrijke beheersdaad konden zij uit voeren zonder zijn schriftelijke machtiging. Toen in 1661 ene S. A. van Leeuwen tot kerkmeester was ge kozen en meende, het ambt niet te moeten aanvaarden, dreigde de heer van Duivenvoorde hem met gijzeling. De predikant werd door de heer be noemd. Soms blijkt uit desbetreffen de stukken dat de heer zelf als „hoorcommissie" had gefungeerd. Eens verliet een predikant de ge meente betrekkelijk kort nadat hij er zijn intree had gedaan. De heer van Duivenvoorde achtte toen. dat de kosten van de beroepingen te hoog werden, en bepaalde dat elke predi kant zich bij de aanvaarding van een beroep verplichtte, bij zijn vertrek de beroepingskosten terug te betalen. Het patronaat werd geheel een attri buut van het heerlijk recht. Ondanks de klachten van de predikant liet de heer de Jezuïten ook te Voorschoten hun gang maar gaan. Hadden zij het al te bont gemaakt of was de bal juw platzak, dan werd eens een priester gepakt om hem tegen een flink bedrag weer vrij te laten. Het strenge toezicht van de heer op de kerkelijke goederen heeft evenwel tot gevolg gehad, dat het rij ke kerkfonds niet door allerlei kwan- selarijen werd opgesoupeerd. Aan het eind van de achttiende eeuw bedroeg het kapitaal 13.700. Bij alle gele genheden, dat grote offers voor de kerk moesten worden gebracht, kwam het grootste deel van de heer. Zelden werd op Duivenvoorde een testament gemaakt zonder dat daar bij de kerk of de diaconie werd be- De vermeerdering van het predi kantstraktement uit de eigen middelen van de heer maakte Voorschoten tot een begeerde predikantsplaats. De he ren van Duivenvoorde stonden welis waar op hun rechten, maar de ken nisneming van de geschiedenis leidt zeker niet tot de conclusie, dat zij de kerk te Voorschoten hebben geti ranniseerd. F)E heerlijke rechten werden in 1798 (Franse tijd) vernietigd In 1797 had de voogd van de toen malige heer van Duivenvoorde nog een predikant beroepen, maar bij de volgende vacature blijkt dit niet meer. De kerkeraad bracht toen de beroepen uit. In de plaats van d y kerkmeesters kwam een gemeente- De grote schat, die 't oude jaar hun bracht In 1825 (na de Franse tijd) blijkt een mengsel van de oude instellingen en die van de Franse tijd te zijn ont staan. In de kerkeraad zit de rent meester van Duivenvoorde als ge machtigde voor de diaconierekening. Verandering in de samenstelling van de kerkeraad behoeft de goedkeuring van de heer der heerlijkheden Voor schoten en Veur. De heer doet zich in de gemeentecommissie vertegen woordigen door zijn rentmeester. Het benoemen van de koster, de or ganist en de orgeltrapper is ter com petentie van de heer. In 1836 wordt de jonkheer van Duivenvoorde zelf lid van de ge meentecommissie in plaats van zijn rentmeester, die secretaris zonder stem blijft. Terstond wijst men hem als voorzitter aan. En zo blijft de heer van Duivenvoorde voortdurend president-kerkvoogd, ook al moet hij later gekozen worden. Deze toestand kan verklaard worden uit de onop houdelijk betoonde werkelijke be langstelling voor de kerk, ook toen door de opheffing van de heerlijke rechten op publiekrechtelijk terrein bij de grondwet van 1848 de term „Heer van Voorschoten" een loze be titeling was geworden. De heer blijft collator van de pre dikantsplaats. Hij kiest uit een door de kerkeraad aangeboden tweetal. Ds. H. P. Fortgens, thans emeri tus-predikant, is de laatste predikant van Voorschoten en Veur geweest die op deze wijze werd beroepen. De grondwet van 1922 bepaalde: „De heerlijke rechten betreffende voordracht of aanstelling van perso nen tot openbare of kerkelijke be trekkingen zijn afgeschaft." De kerkpatroon in juridische zin ver dween in de loop van de tijd, maar de persoonlijke banden zijn gebleven. Ook baron Schimmelpenninck van der Oye heeft er naar gestreefd, in broe derlijke samenwerking een dienst aan de kerk te vervullen. Hem is een bijzonder exemplaar van de extra editie, waaraan wij de gegevens voor dit artikel hebben ont leend, aangeboden. „Als een tast baar bewijs van de grote erkentelijk heid en dankbaarheid die in de ker keraad, de kerkvoogdij en de ge meente leeft jegens hem en zijn voor gangers. Maar dan toch wel in het bij zonder jegens baron Schimmel penninck van der Oye zelf, die op *o prettige, broederlijke en integere wij ze al deze jaren aan de kerkelijke ar beid in de Hervormde gemeente van Voorschoten en Veur wilde deelne-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 14