4 onze jeuqó-p&qin& f
Langstaart/s grote avontuur
Via NAALD en PLAAT
Vermomming en ontmaskering
6
ZONDAGSBLAD 7 JANUARI 1956
(Verrolg).
Eindelijk daar kwam zij aan. Nog een
beetje dronken van haar ontbijt van
bloemendauw.
Reeds van verre riep Langstaart haar
toe: ..Waar ben je zo lang gebleven?..
Toe. vertel me gauw. waar je bent ge
weest waar heb je geslapen? Haast
je toch
En Blauwtje begon te vertellen, toen
zij goed en wel naast haar vriend zat.
Zij had heerlijk geslapen in een gro
te rode bloem. Dat kwam zo: Zij was
er naar binnen gestapt om wat te drin
ken van de heerlijke bloemenwyn. Toen
begon haar hele slaapvertrek te wiegen.
De bloem sloot zich boven haar en de
avondwind zong een heel zacht slaap
liedje. Nou. Blauwtje had haast geen
tijd gehad, vertelde zij verder, om wat
te drinken, zó gauw was zij verhuisd
naar dromenland....
„Nu. je begrijpt, dat ijc vanmorgen
een reuzendorst had en daarom een
beetje veel bloemendauw heb gedron
ken. ik heb me zeker verslapen ook"
vervolgde Blauwtje, terwijl zij rondkeek
Het fluitje van Henk
He
i
het geluid
jouw fluitje; je fopt
Dat draait op een gevecht uit. dacht
Henk in de boom. En met een heel
diepe stem zei hij vanaf zijn hoge
latend
Kalm klom Henk even later uil
boom. nam de mand op en liep i
naar de ijverige dieren in het bos, die
allang bezig waren.
„Nou, en of je je verslapen hebt,
droomstertje", zei Langstaart verwij
tend. „De bruine en witte vlinders zijn
al zo lang op en de bijen hebben me
hun groet al toegezoemdik dacht al.
dat je me> niet gehoord had en dat je
niet meer'kwam". Schuchter vervolgde
hij: ..Zeg. luister eens. kan ik óók le
ren vliegen? Kun jij me dat leren? Ik
wil het zo graag. Dan kan ik altijd
met je mee
Hij keek haar zo smekend aan. Blauw
tje had erg met haar vriend te doen,
maar het woord „vliegen" had haar
vleugels als vanzelf aan het trillen ge
maakt en zij kon het niet meer tegen
gaan
„Kijk zó doe je het!" riep zij vanuit
de lucht en zwaaide hem met haar
blauwe vleugels toe. „Let goed op"....
zij.
1ENK kreeg met zijn verjaardag een
blikken fluitje. Zo'n conducteurs
fluitje. weet je.
Je zou zeggen, dat van al zijn speel
goed het fluitje hem het meeste ple
zier gaf. want de hele dag was hij
ermee bezig, zodat moeder erg blij was.
toen de jongen naar bed ging. Zij had
hoofdpijn van het lawaai.
Mama von< het wel goed, dat het
fluitje een plaatsje onder Henk's hoofd
kussen kreeg - als hij maar direct ging
slapen, zei zij erbij-, maar toen de
jongen de volgende dag weer met flui
ten begon werd moeder boos.
„Ga na schooltijd maar naar het bos
met je fluitje." zei moeder. „Daar kun
je je gang gaan. De vogels vliegen
wel weg als ze last van je hebben,
maar dat kan ik jammer genoeg niet.
Ik kan het niet meer uithouden."
Dus ging Henk "s middags naar het
bos. Daar floot hij aan één stuk door
totdat hij op het laatst geen adem
meer over had.
Wacht, ik klim in een boom en rust
een beetje, dacht het ventje. De tak
is mijn schip, dat op de golven deint.
gemaakt, hoorde hij beneden zich t
geen vriendjes en zij" be
gonnen zo raar te praten; Henk schoof
voorzichtig helemaal naar het begin
van de tak toe. waar hij voor de ogen
van de jongens beneden hem verborgen
was
„Seg, nou ga ik door de heg naar
het arebeienveld met m'n mand", zei
een van de jongens. „Blijf jij hier
op de uitkijk staan en fluit as je wat
hoort. Dan kom ik en delen we de buit."
Oh. die nare ondeugende jongens,
dacht Henk, ze willen papa's aardbeien
stelen en dat mag niet. Wat moet ik
doen? Als ik eraf klim en tegen hen
zeg. dat ze weg moeten gaan. gaan ze
met me vechten en natuurlijk winnen
ze het samen van me... Toen Henk op
keek was de ene jongen al door de
heg verdwenen met z'n mand. de ande-
stond onder de boom met zijn handen
zijn fluit en blies uit alle macht.
De jongen met de mand kwam vlug
door het gat in de heg terug en fluis
terde tegen zijn kameraad Kwam er
iemand aan? Je floot toch?"
„Welnee, ik floot helemaal niet."
„Tuurlijk floot je", zei de ander boos
„Ik hoorde het toch!"
„Ja. ik hoorde het ook. maar ik dee
het niet", zei de jongen-op-wacht. „Ga
maar weer, der komt niemand!"
De ander kroop weer door het gat
na die aanmoediging en hij kon nog
weg zijn of er klonk wéér
Henk's schelle fluitje
m een ommezien was de jongen-met-
de-mand weer terug en holde naar de
wachtpost toe. ..Wat is er. je floot
weer." nep hij buiten adem.
„Nee joh. dat dec ik niet." zei de
ander nu ook boos. Hij keek rond en
zei weifelend en nors. „Misschien was
net een vogel, weet ik veel."
Hij wou al boos weglopen toen zijn
vriend nog eens vinnig zei „En ie dee
het wel. het
onze BRievenBus
M'n beste nichten
Weet je waar ik
deze brievenbus
mee wil beginnen?
Met alle meisjes en
jongens, die mij
'n nieuwjaarskaart
stuurden, heel har
telijk te bedanken.
Van Nellie Lagen
dijk, Tineke Zijder-
veld, M°lline Oos
terhuis. Dik, Frits
en Goofke van de
Water, Hnnny Clan
cy en Teunis en
Neeltje den Otter kreeg ik
kaart en Jaap Bremmer tekende zelfs
een mooi plaatje. Erg lief hoor om
mij zo te bedenken. Het is anders
een heel poosje geleden, dat onze
brievenbus in de krant stond. De
laatste puzzle ging over die drie vis
sen, weten jullie nog wel? Nou, de
grootste vis werd gevangen door
mijnheer B. de middelste door mijn
heer C en de kleinste door mijnheer
A. De hoofdprijs werd gewonnen door
Adriaan Verspuy en de troostprijzen
zijn voor Flora Vuyk, Basje van Roon
en Tinie van der Hout.
De stapel brieven is weer erg groot
en daarom zal ic maar gauw begrn-
nen. Aan Deli Emmcnul wil ik vra
gen. of zij al een naam heeft gev<
den
de
school, die wordt
gebouwd. Dik Kraoa heeft
jaardag heel mooi postpapier 'gekre
gen. Nou ik hoop. dat je mij veel brie
ven zult schrijven. Dik. Ankie van Lceu-
nen is nog maar vier jaar en toch heeft
rij de puzzel opgelost. Knap gedaan
hoor. Ik kan me indenken, dat jij va-n
dat gordijn geschrokken bent, Marry
van der Kaaden. x^eerlijk hè Lrnie Vis
ser om zo lang vakantie te hebben. Eer
lijk gezegd wil ik best op school gaan,
zo met de Kerstdagen of in Augustus.
Bram de Boo stuurde mij een aardige
tekening. Bedankt, joh. En. is dc kin
derwagen weer gemaakt, Simon Bos?
Hier nog al een tekening en die komt
van Ineke van Herp. Leuk gedaan, zeg.
Margriet en Hiskientje Mays hadden al
le twee een mooi rapport. Goed zo.
Voordat Marja van Schothorst naar
bed gaat. mag zij altijd nog even le
zen Ik houd ook erg veel van lezen.
Marja. Dus jullie helpen allemaal een
handje Greetje en Bram Maan. Dat zal
vader wel prettig vinden. Dank je voor
je goede wensen. Ria de Wilde en ik
wens jou eveneens een goed nieuwjaar.
„Wacht even!" riep Langstaart wan
hopig. „Kan ik het ook met m'n poten,
want ik heb toch geen vleugels?!" En.
terwijl hij mompelde: „Maar als het
zó gemakkelijk- gaat als bij haar kan
ik het ook", begon hij heel hard met
zijn pootjes te slaan.
Arme Langstaart. Hij vloog wèl. maar
naar omlaag. In een ommezien lag hij
beneden op een stuk harde rots. Hij
was erg geschroken.
HET salamandertje, dat dichtbij heer
lijk in het zonnetje had zitten
soezen, vluchtte angstig weg voor wat
daar zo uit de lucht kwam vallen en
met een bons neer9cnakte.
Nieuwsgierig kwam haar kopje een
ogenblik later toch weer uit de spleet
te voorschijn om te kijken, wat dat
toch was, wat voor haar lag.
Oh. nu trappelde ..het" heel hard met
precies dezelfde pootjes...*, ja, het had
precies dezelfde staartneen, maar,
het was een salamander, net als zij!
Zij schoof onhoorbaar naderbij en on
derwijl was Langstaart weer op zijn
pootjes terecht gekomen.
De twee soortgenootjes keken elkaar
heel verbaasd aan. „Wie ben jij?" vroeg
Langstaart.
„Ik ben Liesje Kwiktong", antwoord
de zij vlug en zij vervolgde meteen:
..Hoe gaat het? Ik wou net gaan kijken
wat eraan scheelde, toen jij zos met je
poten begon te slaan. Toen werd ik
bang... maar nu niet meer", voegde zij
Langstaart knikte begrijpend en zei
na een kleine pauze: „Zie je. Liesje.
achteraf ben ik eigenlijk blij dat ik zo
gevallen ben al deed het ook wel zeer.
Nu heb ik tenminste jou leren kennen.
Wil je mijn vriendinnetje zijn? Jij vliegt
niet weg net als Blauwtje, hè?"
En toen Liesje heel verwonderd keek.
vervolgde Langstaart: „Ja. dat is een
heel verhaal, dat zal ik je straks ver
tellen. antwoord eerst even op mijn
vraag, zullen we vrienden zijn?"
Natuurlijk zei Liesje ja. Langstaart
vertelde haar zijn verhaal en Liesje
Op deze tekening staat een flink
dorp afgebeeld. Je ziet een kerk,
een school en verder een heleboel
huizen. In de rechter benedenhoek
zie je ook een hotel. Als er nu een
reiziger is, die het dorp binnen
komt bij de pijl in de hoek links bo
ven, hoe moet hij dan lopen om
het hotel te bereiken? Je moet de
weg met een lijn aangeven. Schrijf
duidelijk je naam en je volledig
adres onder aan je brief en stuur
deze vóór dinsdag 10 januari in.
moest van harte lachen omdat hij had
willen vliegen zonder vleugels. Lang
staart lachte maar mee en dat was het
beste wat hij kon doen.
Moeder zou opkijken vai
haal. Zijn fluitje had toch
aardbeien gered.
En tegen Nellie Lagendijk zou ik hetzelf
de willen zeggen. Teunis den Otter is
gezellig een week-end weggeweest. Wil
je tegen Neeltje, zeggen, dat ik haar
brief ook met plezier heb gelezen? Ik
ben wel eens in Vuren geweest, Arie
van Houweling. Woont jouw oom aan
die lange dijk? En, hoe is het met jouw
rapport afgelopen, Piëta Damstecgt?
Dat moet je me toch eens schrijven.
Hoe ik jouw- postpapier vind. Kees
Voorberg? Heel mooi hoor. Die negen
voor taal. Willy Nell, moet je proberen
te houden, zeg. Je had een keurige lijst.
Dat lijkt me leuk, zo op zondagmiddag
met z'n allen te spelen Corrie Stuip.
Ben jij de oudste? Hier een getikte brief
en die komt van Tini Terlaak. Wat een
werk zullen jullie gehad hebben aan die
kokerij. Fijn, dat moeder weer thuis is,
Genric Fossen. Jij hebt anders een ge
zellige, lange brief geschreven. En is
de nieuwe onderwijzer al op school Mar
tha Breimer? Wat sneu voor Leo, dat
hij niet naar het Kerstfeest kon gaan.
Peter den Ouden. Zo'n meester zou ik
ook wel willen hebben, Betty Oosterdijk,
eentje, die vergeet huisweric op te ge
ven. Zoais je gezien zult hebben RU
Grootveld, was er inderdaad met de
Kerst geen brievenbus, maar die puzzel
was ook leuk hè? Tegen Loes Middel
koop wil ik zeggen, dat de brieven heus
niet later ingestuurd kunnen worden.
Weet je, dat noemen wij heel deftig
„om technische redenen," maar zonder
malligheid, tante Jos heeft ze graag
precies op tijd, weet je Of jij in de
krant komt te staan, Evert van der
Made? Nou, bij deze dan. Jij had het
maar druk. Wim Benord, toch prettig,
dat je me nog een brief hebt gestuurd
En. Nellie van der Heide, is er nog
een kerstboom gekometf? Als je het leuk
vindt, Ada Rosenbrand, Han mag je me
de poëzie-alibum best eens sturen. Dan
zal ik er wat inschrijven. Jullie zullen
wel met extra veel plezier naar al die
mooie lichtjes hebbcci gekeken. Jannie
Struik. Paula en Nellie Donkers hebben
een klein zusje gekregen. Jullie hebben
zeker voor in de kerk gezeten. En hoe
is het met het zingen gegaan.
WU. Greet en EUnneke Faber? Ifelga
Spanjaard moest haar huiswerk maken,
en daarom werd het niert zo'n lange
brief. Geeft niets hoor, Helga. Thea Ge-
leynse heeft een mooi boek gekregen
tijdens het Kerstfeest. Hoe heet het?
Je hoeft geen postzegel op te sturen,
hoor Dikkie van den Eykel. Marijke Sa-
lomons vindt de breuken op school nog
al moeilijk. Dat kan ik me indenkèn,
maar daarom toch dapper volhouden,
hoor. Ria den Hollander is naar de
tandarts geweest. Goed zo. ik durf niet
altijd, maar ja. hel moet toch gebeuren,
hè Hennie Hobo zou zo graag eens een
keertje in de brievenbus staan. Goed
hoor, dat is dan nu gebeurd. Dat wa
ren dus gezellige dagen voor jou. Mar
jan Voorbij. Waar. woont jullie nichtje,
Kilde en Selma Smit? Ik ben de jong
ste ende liefste", schrijft Remmie
Schaafsma. Ben jü dan nooit eens één
keertje stout? Pieter Jan Grondel teken
de drie vissers op zijn brief. Aardig
gedaan hoor. Ik vind het fijn. dat jij
zo graag de puzzels oplost, Hansje Sol-
leveld. Nee maar, wat ben jij verwend,
Lenie Vernée. Wat een enig verhaal
heeft jullie hoofdonderwijzer verteld.
Elsje Schotman. Dick Schotman heeft
mij een heel poosje in de steek gelaten,
maar nu is hij gelukkig weer present.
Ook Piet, Suae en Clara Eerland schre
ven alle drie een lange brief. Ik vond,
dat Ans van Daalen heel erg haar best
heeft gedaan op de puzzel Een pluim
op je muts, Ans. Al ben ik dan een beet
je laat. nog wel gefeliciteerd met je
verjaardag, Wim Ameling. Wat heb jij
thuis voor handwerken moeten maken.
Betsy 't Hart? Die vissers zullen het
zeker wel koud gehad hebben. Pietje
Kleppe, of nou ja, het was maar
een plaatje. Ook Elly van Os wil ik
nog van harte feliciteren met haar ver
jaardag. Fijn, dat moeder nog beter
was voor de Kerstdagen. Jopie Hor
dijk. Bedankt voor je twee brieven,
Hansje van Es, jij hebt me flink vcr-
twend. Wat had jij je brief aardig
versierd. Willie van Dijk. Of ik ook
Kerstvakantie heb, vraagt WÜIy den Ot
ter. Jammer genoeg niet, Willy. Klaas
Bakker wist helemaal niet wat hij schrij
ven moest. Dat kan de beste gebeuren,
hoor. Natuurlijk Jos Wildeman, mag je
mij schrijven. Dan heb ik er een naam
genootje bij. De vakantie zit er zeker
al weer op. Thea Smallenburg. Ook
Marinus en Teus de Groot hadden een
goed rapport en zij hadden op school
hun best gedaan. Zo mag ik het horen,
jongens. Marijke Visser zou best wil
len. dat het vroor, want dan kon zij gaan
schaatsen. Het is wel fijn over het ijs
te zwieren, maar ik vind dit weer toch
wei heerlijk hoor. Ik denk, Paula en
Willie van Alphen, dat jullie nichtje dat
wandelwagentje best mooi heeft gevon
den. Hier nogal zo'n met tekeningen ver
sierde brief. Eens kijken. Simon dc Ko
ning is de afzender. Jij zult het wel
prettig vinden in zo'n nieuw gebouw op
school te gaan. Rietje Stam. Hier heb
ik een lange brief (twee kantjes) op
mooi postpapier, maar laat het nichtje
nou vergeten zijn haar naam er onder
te schrijven Wat heb jij veel ca
deautjes gekregen voor je verjaardag,
Adri van Dijk. Nog mijn gelukwensen.
Afgesproken Ank Oudshoorn, ik krijg
gauw jouw poëzic-album. Hartelijk be
dankt voor je moo»e kaart. Corrie Bok
horst, fijn van dat rapport. Ik zal er
niets over zeggen, maar je begrijpt
wel. wat ik bedoeL Hoe is het met jou.
Henny Clancy. Ik hoop van harte, dat
je prettige dagen hebt gehad.
Zo, dat was de brievenbus weer. Niet
alle meisjes en jongens kregen een
beurt, maar dan moet je maar denken
een ander keertje. Ik wil besluiten met
de nieuwelingen en vind het leuk, dat
Willy Bruin, Marie Voois. Marga Frede-
rikscn, Hans Botermans, Taeke de Jong,
Wim van der Windt, B.-a Butter, Gijs-
bert van Houwelingen, Wim Roos en
Klaasje Slappendel met ons mee gaan
puzzelen. Dag kinders, tot de volgende
weefc, jullie
ZONDAGSBLAD 7 JANUARI 1956
3
Twee werken voor cello
en maskerade-muziek
DE eerste aflevering van deze rubriek
in het nieuwe jaar wil ik beginnen
met een woord van dank aan de trouwe
lezers, van wie ik telkens weer reac
ties, of vragen, of ook wel aanwijzin
gen ontving in het afgelopen jaar. Zo
iets stimuleert en bewijst ook de inte
resse voor goede muziek op de gramo-
foonplaat. In dit opzicht komt ook een
woord van hulde toe aan de gramo-
foomndustrie, die tal van belangrijke
werken niet alleen uit het verleden
maar ook uit het heden op de zwarte
schijf vastlegde. Met elkaar hopen we
op een goed gramofoonplatenjaar en op
een goede onderlinge samenwerking.
Twee tijdgenoten uit het begin van de
18e eeuw vragen nu de aandacht: de
Italiaan Antonio Vivaldi en de Frans
man Francais Couperin. Wie Vivaldi
zegt denkt onherroepelijk ook aan Bach.
De Thomascantor heeft heel wat te dan
ken gehad aan zijn collega uit Venetië,
zowel wat betreft de vorm als de melo
die Zes Vioolconcerten van Vivaldi be
werkte Bach als Pianoconcert en Bachs
befaamde „Konzert fuer vier Klaviere"
in a-moll was oorspronkelijk door Vi
valdi geschreven in h-moll voor vie«-
De dirigent van het bekende
Kamerorkest van Stuttgart.
Karl Münchinger.
Antonio Vivaldi werd zo ongeveer 1678
in Venetië geboren. De juiste datum is
nog steeds niet bekend. Wel is er. door
;en dodenboek in de Stefansdom te We
nen, meer bekend geworden over het
sterfjaar. Men neemt thans aan dat
Miebei bij de massajeugd
Uit de
VOLKSWIJK
De Arcadiastraat
IN dit nieuwe jaar nog wel
gelukgewenst en beleefd aan-
berelend.' begin ik met een
nieuw onderwerp. Ik vermoed
dat het ons een aardig tijdje be
zig zal houden, en ik heb óók de
indruk dat ik wel enkele verras
sende onthullingen zal kunnen
doen. Al direct in dit eerste stuk
je, waarin ik u in kennis breng
met de straat waarover ik ga
schrijven: de Arcadia-straat.
Ik heb me eerst raak afgevraagd
hoe deze straat aan haar naam ge
komen was. Het was me toen trou
wens een volledig raadsel wie in
het algemeen straatnamen ontdekt.
Want dat is in onze groeiende ste
den nog niet zo eenvoudig. In de
eerste plaats moet zo'n naam toch
ergens enige zin hebben. Je kunt
wel alle dorpen en gehuchten in
Nederland gaan vernoemen, maar
het is weinig duidelijk waarom je
nu bijvoorbeeld in hartje Rotter
dam of Den Haag een Ferwerder-
straat zou krijgen. Gezien het feit
dat Ferwerd boven in Friesland
zijn oude toren over de zeedijk
laat gluren. Evenmin is het duide-
lyfc wanneer men in Rotterdam
een Rotterdamsestraat bezit of in
Den Haag een Haagselaan. Mis
schien moeten we dus op de duur
wel het Amerikaanse voorbeeld
volgen en de straten doodleuk
nummers geven, al voel je je dan
dunkt me wel op en top mas
samens: zoveelste straat, zoveelste
blok, zoveelste verdieping, zoveel
ste flat, brrrrrl
Ondertussen weet ik dat tegen
woordig die naamgeving een zaak
van toegewijd onderzoek is: bloe
metjes bij elkaar; beestjes bij el
kaar; dichtertjes en schildertjes
op een kluitje. Het is nog gemak
kelijk ook. want wanneer je Poot
zoekt en je ontdekt Vondel, dan
schiet je al aardig in de richting.
Maar in de vorige eeuw. toen ze
onze volkswijk bouwden waren ze
nog niet zo ver. Toen was het be-
noemrecht voorbehouden aan de
grondeigenaren, de fabrieksdirecties
en de bouwheren. En vandaar dat
we juist in ons stroopgebied opge
scheept zitten met de merkwaar
digste namen. Getuige: de Arca
diastraatDie loopt van die andere
straat, die de gedachtenis levendig
houdt aan de broer van een nichtje
van de eerste exploitant, nagr nog
maals een andere straat, die zowaar
zijn peetouders mag zoeken in de
binnenlanden van Indonesië,' waar
anno I860 een bepaalde plantage
zulke vriendelijke dividenden af
wierp dat de dankbare aandeel
houders het nodig vonden om de
naam voor h^t nageslacht te be
waren. Daar dus vinden we de
Arcadiastraat.
Nu hoop ik maar dat die naam
Arcadia u net zo toespreekt als
mij, want anders mist u echt iets
piekants. Wie tegen mij Arcadia
zegt, krijgt ten antwoord Hooft.
Op een verrassende wijze hen ik
dat destijds bij mijn eindexamen
HBS te pas kunnen brengen en
zo iets vergeet je je leven lang
niet meer. Want Arcadia is dé
technische term voor \et meest
idyllische landschap van de oud
heid, waarin herdertjes huppelend
lopen te dansen terwijl ze al maar
erg schalkse dingen tegen lieftal
lige herderinnetjes zeggen, terwijl
vrolijke vogeltjes met uitge.aten
zang het stille woud ontrusten en
nachtegalen rice versa allerlei
veelbelovende afspraakjes over-
Vivaldi 26 of 27 juli 1741 in Wenen is
gestorven. Volgens dat dodenboek zou
hij 60 jaar zijn geworden. Maar dat
klopt niet helemaal met het geboorte
jaar. Bovendien had Vivaldi compositie
les gehad van Giovanni Legrenzi, die op
26 mei 1690 in Venetië overleed. Volgens
het „Registro Delle Sacre Ordinazioni"
van het bisdom Venetië kreeg Vivaldi in
1693 al de tonsuur, hetgeen bij een ge
boortedatum 1681 wel wat vroeg is.
Uit het laatste blijkt dus dat Vivaldi
priester was en omdat hij rode haren
had werd hij „il prete rosso" genoemd.
Geruime tijd was hij kapelmeester aan
de San Marco te Venetië, hofkapel-
meester in Mantua en directeur van een
meisjes-conservatorium. Er zijn heel
wat praatjes gegaan over de priester
Vivaldi en zijn meisjesleerlingen, in het
bijzonder ten aanzien van de charmante
zangeres Giroud, die vaak in Vivaldi's
onera's optrad. Boze tongen hebben
zelfs beweerd dat Vivaldi met haar ge
trouwd was. maar dat is een gerucht
Zij begeleidde hem veel op zijn reizen
en zoiets gaf natuurlijk aanleiding tot
vele praatjes en later tot pikante ver
haaltjes
Antonio Vivaldi is niet alleen een der
grootste violisten maar ook een der
grootste vioolcomponisten geweest Al
leen voor viool schreef hij al ruim hon
derd werken. Daarnaast nog bijna 40
opera's, sonates, etc. Verscheidene Cel
loconcerten schreef Vivaldi ook, zelfs
een Mandolineconcert. En voor mijn ge
voel is het „Concert voor cello en strijk
orkest in e" een der rijpste werken
van Vivaldi Een breed en plechtstatig
Largo waarin de cello echt de leidende
partij heeft, wordt gevolgd door een
sierlijk barok Allegro, met heel speel
se intervalsprongen en een grote vir
tuositeit In een zeer expressief, wel
haast smekend Lento zingt de cello
zich in smachtend verlangen uit. welk
verlangen in het snelle bevrijdende Vivo
als vervuld schijnt.
De andere componist die ik noemde,
Frangois Couperin, is een der leden van
een Franse componistendynastie en wel
het beroemdste lid, daarom genoemd
„Couperin le Grand" Hij leefde in Pa
rijs waar hij op 10 november 1668 werd
geboren en op 12 september 1733 over
leed. Couperin was cembalist aan het
Franse hof. leraar van de prinsen en
organist van de St Gervais. Is hij voor
al bekend geworden als cembalist cn
als componist voor cembalo, ook als
organist moet hij grote verdiensten heb
ben gehad. Zijn dochters Marianne en
Marguerite Antoinette heeft hij tot in
dertijd beroemde organisten gemaakt.
Voor Lodewijk XIV schreef Couperin
vele zgn. „Concerts royaux" in de oude
Italiaanse stijl. Aan het Hof te Ver
sailles zijn de meeste stukken van
Couperin „ten doop gehouden".
IN 1724 kwam Couperin uit met een
bundel suites, die hij noemde „Les
Goute-réunis" en waarin hij Italiaanse
en Franse stijl combineerde. Het zijn
suites voor viola da gamba (voorloper
van de cello) met becijferde basbegelei-
ding (boven de baspartij staan cijfers
waaruit de bovenliggende harmonie kan
worden afgelezen). In Couperins tijd
was men echter nog niet zo zeer aan
een bepaald instrument gebonden cn de
uitwerking van deze suites voor andere
instrumenten is dan ook heus niet zo
bezwaarlijk. Paul Bazelaire bewerkte
een suite tot „Pièces en concert" voor
cello en strijkorkest en hij behield de
geest van Couperins muziek. Naast twee
stukjes in Italiaanse stijl (Sicilienne
en La Tromba) bevat deze suite ook
twee stukjes in Franse stijl (Plainte
en Air de Diable). Het werk wordt ge
opend met een brede schier Bachse Pré
lude. Dan volgen achtereenvolgens een
Sicilienne als een rustig voortstromend
beekje (een Siciliano is een Siciliaanse
landelijke dans in matige beweging»
een Tromba als een vrolijk, snel en
geestig „geblazen" dansje (het woord
trompet), een Plainte (klacht) als een
stille meditatie en ten slotte een Air de
Diable (duivels-aria). waarin solo
instrument en orkestviolen als het ware
een dreigend tikkertje" spelen.
DECCA heeft op één langspeelplaat
(LW 5196» beide werken opgenomen in
een welhaast ideale uitvoering De
Franse cellist Pierre Fournier sneelt zo
wel het concert van Vivaldi als de suite
van Couperin met het Stuttearter Kam-
"^erorchester o.l.v. Karl Münchinger.
Over solist en orkest heb ik in deze ru
briek al meer de loftromoet gnsU'ken
en ik doe het ook nu weer. Dat is
zulk gaaf en stijlvol musiceren (boven
dien prachtig vastgelegd op de nlaat)
dat men er telkens we°r naar zal grij
pen. De beide verrukkelijke werken vin
den een even verrukkelijke vertolking.
■yOOR de liefhebber van wel tempera
mentvolle maar wat oppervlakkiger
muziek hier nog een opname, nl de
Maskerade-Suite van Aram Hjitsj
Chatschaturjan. de op 6 mei 1904 in Ti-
flis (Rusland* geboren componist. In de
Pierre Fournier, die met het
Kamerorkest van Stuttgart cello-
compos i fes speelt van Vivaldi
en Couperin.
Sowjet-Unie kreeg hij al enkele onder
scheidingen. naast enkele berispingen.
Zijn muziek zou namelijk iets te veel
Westeurcpees zijn. In de Maskerade-
Suite uit 1941 (bedoeld als toneelmuziek
bij het stuk „Gemaskerd bal" van Ler-
montov) is dat inderdaad wel het geval.
Het is een pure romantische lyriek die
Chatschaturjan hier geeft, waarin het
Franse impressionisme herkenbaar is.
speciaal in Nocturne, Mazurka en Ro
mance. Het openingsdeel is de befaam
de Wals. bekend door de radio-uitzen
dingen van de KRO met „De gewone
man", en het slotdeel een daverende
Polka Een ongecompliceerd stuk mu
ziek. geniaal vertolkt door l'Orchestre
de la Société des Concerts du Conser
vatoire de Paris o.l.v. Richard Blareau
(DECCA LW 5088).
CORN. BASOSKI
robeam, waarom stelt gij u dus vreemd
aan? Want ik ben tot u gekomen mei
een harde boodschap."
1 Kon. 14 8b.
DE vrouw van koning Jerobeam gaat
vermomd naar de profeet Ahia.
God zal denken dat ze een ander is
dan degene, die ze is. Het masker
wordt echter afgenomen. Kom bin
nen, vrouw van Jerobeam. Ahia's
ogen zijn blind, maar alleen blind
voor de aardse dingen. Zijn ogen wor
den nooit blind voor de eeuwige din
gen, want in dit opzicht zijn het ogen
verlicht door de H. Geest. Daar staat
dan de huisvrouw van Jerobeam, ge
maskerd of niet gemaskerd dat maakt
voor God niets uit.
Zo gaat her in de ontmoeting tus-
brengen. Dat is Arcadia. Duizend
maal in steeds heviger clichés be
zongen door onze vaderlandse
dichters uit de 17e en 18e eeuw.
Duizendmaal ook afgebeeld op
schilderijen, die zo ze tn de
bioscoop hingen nadrukkelijk
voorzien dienden te worden met
het predicaat: alleen voor volwas
senen. En laat nu juist deze straat
in het verveloze hartje van de
volkswijk gelegen zijn!
Het is om te gillen van het
lachen of van het huilen' Arcadia
straat. Gedachten aan hoofse zan
gers en veelvervirge schilders. Ge
dachten aan de innigste pastorales.
Gedachten aan mensen tn een
staat, dicht grenzend aan die van
een vermeend gans onschul
dige natuur. Een schaterende vreug
de, die gezien het Hollandse kli
maat weliswaar alleen in de ge
dachten kan bestaan hebben, -naar
die op een enkele zwoele zomer
avond toch misschien wel eens ge
klonken heeft door de laan'jes van
een of ander lustoord aan de
Vecht. Eens. om nooit weer ver
geten te worden. En die \ertnne-
ring wordt thans bewaard aoor
een der grauwste en ellendigste
straten die ik ken!
Ik mag slechts raden hoe aie
straat zo genoemd werd. Ik heb
er geen bewijzen voor. Maar ik
vermoed dat toen hier zestig
jaar geleden de stadsgrens was.
de melkmuilige zoon des bouwers
er een herdersuurtje gesmaakt
heeft en daarna tot zijn vader zet:
„Pa, ik weet een mooie naam:
Arcadiastraat!" Want zoonlief had
hier de zon zien ondergaan over
de verre velden, en hij was echt
een beetje dichterlijk geworarn.
En Pa heeft „Goed!" gezegd. En
nu ligt die arme Arcadiastraat tn-
gekneld tussen vele andere stra
ten, midden in de volkswijk. En ts
een nare straat geworden!
miebel.
sen God en mens. Dit toevlucht ne
men tot een masker vinden we reeds
bij het eerste mensenpaar. Adam en
Eva probeerden door het masker van
de verontschuldiging nog te redden
wat er te redden was. Adam wierp
ae schuld op zijn vrouw (eigenlijk
op God) en ac vrouw wierp de schuld
op de slang. Zo ts heet de wereldge
schiedenis geworden één reusachtige
maskerade, een grote clownerie.
Men ontmoet soms mensen, die over
tuigd zijn van de waarheid der chris
telijke belijdenis en met alle bewust
heid gelooft men daarin. Men is ook
bereid die waarheid te verdedigen en
er grote offers voor te brengen. En
toch kan het zijn, het behoeft niet al
tijd zo, maar het kan zijn, dal men er
in de grond van de zaak toch niet
uit leeft en vaak zonder dat men er
zichzelf van bewust is.
Het is echter levensgevaarlijk met
onze vermommingen door te gaan.
We zien het aan de vrouw van Jero-
beam! Het ondermijnt op de lange
duur ons geestelijke leven. Denk er
eens aan hoevelen er in onze moderne
wereld rondlopen met verdrongen of
weggetogen schuld. En omdat de
schuld jegens God en de mensen zich
niet laat verdringen, komt ze terug
vanuit de kelders van ons onderbe
wustzijn. De schuld en gespletenheid
van hart en leven uit zich in inner
lijke verwarring, angst, zenuwachtig
heid, ja soms in een catastrofe. Ons
hart wordt als een spookhuis. Een
zenuwarts kan slechts gedeeltelijk
redding brengen, maar geen defini
tieve. Immers de diepste oorzaak is
de onberuuwde en onbeleden schula.
Zo kunnen ue lang voortleven Toch
komt eenmaal de grote ontmaskering.
Mensenkind, houdt gij nu noq aan
uw vermomming vast? Ik vraag het
u met grote ernst en nadruk wilt u
daarmede wachten, totdat alle ver-
mommingskledij er met geweld af
gaat? Ook at schitteren uw jasje: en
pakjes nog zc van het gouddraad van
bijbelteksten en dierbare psalmen en
geestelijke liedekens. Denkt aan de
mantels van de schriftgeleerden en
farizeeën; er is niets uau overgeble
ven. Of wilt u zich door Gods wet en
evangelie steeds meer laten ontmas
keren? Wilt u komen als een arm
mens, om u door Zijn genade rijk te
laten maken
De vrouw van Jerobeam vond. toen
ze thuiskwam, haar kind dood. Aan
Jerobeam en zijn vrouw werd het
oordeel van Gods heilige liefde vol
trokken. Voor u en voor my zai het
ook in 1956 zijn: óf.... óf.... Ot het
evenbeeld van Jerobeam en zijn
vrouw. Dan gaat u als het zo blijft
voor eeuwig verloren. Of.... een zon
daar, een verloste, o Heer', en nu in
en door Christus geen zondaa- meer!
Tegelijk zondaar en tegelijk geen zon
daar, tegelijk een rechtvaardigz en
tegelijk een zondaar. Zalig degene,
die dit kan vatten! Het zal één van
beiden zijn: óf.... óf.... Een tussenweg
is er niet! DS. C. A. HELMS