CHRISTFUJK
Vaak heerste filosofie
over theologie
Status Ziekenfondsraad
ondeugdelijk gebleken?
H
Christenheid heeft film schandelijk
veronachtzaamd
1
Hoge uitgaven en
efficiency
2
Lustrum Chr. Geref. Studentenbond
O
Prof. v. Genderen ovef:
„Grieks en Bijbels
denken"
dat te Amsterdam cisleren is gevierd,
heeft prof. dr. J. van Genderen uit Apel
doorn de lustrum-oraUe gehouden.
Het onderwerp van de hoogleraar was
..Grieks en Bijbels denken
Als gelovigen hebben wij naar de
Bijbel te lever.. Wij hebben in or.z? we
tenschap dan oók met de wijsbegeerte
te maken, waarvan de oorsprongen lig
gen in Hellav Hier tegenover moet
worden gesteld het Bijbels denken over
God. de wereld en de mens
Machtige invloed heeft dit Griekse den
ken gehad op het Christendom. De ge
schiedenis van het Christelijk denken
over vele eeuwen is samen te vatten on
der het thema synthese en antithese
Prof Van Genderen releveerde hierbij
de gedachten over Grieks en Bijbels
denken van Augustinus. Thomas van
Aquino en de Hervormers.
Alleen door gelovig te luisteren naar
het concreet en theocentriach Bijbels
denken kan men dit verstaan.
haar tijd om de waarheid Gods uiteen
te zetten en te verdedigen, maar men
mag dit niet beschouwen als een Helle
nisering van het Christendom.
Vervolgens zette de hoogleraar uiteen,
dat het bondgenootschap van theologie
en wijsbegeerte doorgaans is ontaard
in een heerschappij van de filosofie over
de theologie. Deze zal haar vrijheid erh- 0iiw
1 d"a"^oedigh"d. die ÖvèrE
schap een bezoek aan een tentoon
stelling „Ur de Chr. Geref. historie",
georgamseeid door prof. J. Hovius
uit Apeldoorn.
Deze expositie gaf interessante
historische indrukken over
j aren der Afscheiding. Geschriften
van ds. Hendrik de Cocq en de andere
vaders der Scheiding, het handschrift
ran ds. H. P. Scholte. het portret
mr. Mauri's van Hall, de advokaat
der Afgescheidenen, roepen herinne
ringen aan deze merkwaardige periode
op. Men kin de originele uitsprak
van enige rechtbanken, die boeten
oplegden, hier zien. Wij zagen
briefje van ds. G. F. Gezeile Meer
burg, die daarin schreef, dat hij door
de rechtbanken te Amsterdam
Den Bosch op hetzelfde uur was ge
dagvaard.
Verder gaf de tentoonstelling ge
gevens over het zendingswerk der
Chr. Geref Kerken onder de Toradja'
op Celebes alsook bijzonderheden
omtrent de Theologische School en de
historie rondom 1892.
De ware oecumene
Ds. J. W de Jager schrijft in de
Utrechtse kerkbode:
Is inderdaad zó, dat de Gerefor
meerden zich voor het besef van zeer
velen het lelijke odium van een niet-
oecumenische onverdraagzaamheid op
de hals hebben gehaald. Inderdaad
moet voetstoots toegestemd worden, dat
de Gereformeerden zich niet zelden de
zeer begrijpelijke ergernis van ontelba-
ren op de hals gehaald hebben door hun
botte starheid, waarbij het niet
ging om de bewaring van de zuiv
lijdenis der Waarheid naar de Schriften
als wel om de verdediging van eenmaal
ingenomen standpunten, die
voudig niet in discussie wilde
Het ontbrak ons. Gereformeerden.
de
Ten einde ons geloof niet
Invloeden door een nlet-Bijbels denken,
zullen wij, alleen met geopende hai*- n
de Bijbel zonder onze wetenschappelijke
reserves moeten benaderen.
In de middaguren bracht het gezel-
Mensen en feiten
in de kerk nog een
sitie inneemt, mag
onze standvastigheid vóór de Waarheid
niet op de vlucht drijven.
Het komt mij voor, dat wij ons
naaste toekomst, met het oog op d
zinnigheid, in ieder geval niet mei
en wimpel zullen kunnen aansluiten bij
het oecumenische vendel. Dat neemt ech
ter niet weg. dat wij intussen wèl staan
Pro# h, w r u voor de oecumenische taak. dat wij uit
gescnirnle van de Duitse akademle 1- -1
der wissenschaftente Berlijn. Deze
commissie die voorheen ..kirchenvftter
kommiaslon" heette, is gesticht op Ini
tiatief van Adolf von Harnack.
tegenwoordig voornamell|k belai
de uitgaven van de Griekse christelijke
auteurs uit de eerste vier eeuwen.
Uit Londen is gisteravond per vliegtuig
opSchlphol sangekomen mgr. Paolo Ro.
apostolisch vicaris van Seoel In Zuid-
Korea en titulair bisschop van Cohasa.
Mgr. Ro. 53 Jaar oud, is reeds In
Duitsland. Frankrijk. Ierland en Enge
land geweest en zal ook nog Zwitser
land België, Italië en Spanje bezoeken,
blijft tot zondag In ons land. HU zal
hier o.m. ontmoetingen hebben mgr.
Paolo Giobbe, pauselijk internuntius
in Den Haag, mgr. dr. B. J. Alfrlnk.
aartsbisschop van Utrecht en mgr. P.
J. Hulbers, bisschop van Haarlem.
i hart sprekend:
de wereld.
Gerhard Lozie kan
blijven vliegen
Aan de Nederlandse vlieger Gerhard
Lozie afkomstig uit Dordrecht, die ver
leden jaar betrokken is geweest bij eer
vliegtuigongeval in Canada, is thans dooi
de artsen medegedeeld, dat hij zijn beide
knieën zal kunnen behouden Eerst was
men bevreesd, dat hij beide benen tot
boven de knie zou moeten missen. Nu
zal het echter mogelijk zijn, dat hij blijft
vliegen.
MELODIE en WOORD
der Ethergolven
DONDERDAG S JANUARI
Hilversum I 402 m. AVRO:
Gym; 723 G
opening. AVRO:
9 00 Gym v d n
9.15 Gram: 9.35 Waterst. 9 40 Morgen-
jf V d
Lichte
wijding; 10.00
ter»; 1100 V
11 «5 V d
.00 Grar
VPRO: 7 50 Dag-
.15 Gram:
>uw: 910 V d hulsvr;
"lorgen-
kleu-
Mr V Duik „Het Nederlandse recht In de
wereld": 18 00 Nws: 18 15 Sportproblemen:
1825 Lichte mui: 18.55 Gesproken brief uit
Londen. 19.00 V d jeugd; 19 05 Cabaret:
1925 Orgelspel 19 45 V d jeugd: 20 00 Nws
soliste; 20.55 en
hoorsp: 2225 Muzikale
12.00 Amus
12 25
20 05 Ki
caus: 23 00 Nws: 23.15Schaken"
Nederland; 23.30—24 00
Beroepingsiverk
NED. HERV. KERK
Aangenomen: Naar Neede (toez.), J. H.
Bokhove te Rauwerd; naar Veendam
(toez.). P. E C Blom te Berkenwoude.
Bedankt: Voor Bodegraven, P. P. J.
Monster te Katwijk aan Zee: voor Papen-
drecht. J. Wieman te Oudewater.
GEREF. KERKEN
Aangenomen: Naar Delfzijl <2e pred.pl.).
J. W. Vlaanderen te Blokzijl, die bedankte
voor Veendam.
Benoemd: Tot leraar etnologie aan de
Zendingsschool te Baarn. dr. L Onvlee te
Laren iN.H.l, oud-taalgeleerde van het
Ned. Bijbelgenootschap op Soemba.
CHR. GEREF. KERKEN
Tweetal: Te Biezelinge: D. Henstra te
Oud-Beijerland en S. Wijnsma te Broek
op Langendijk.
Beroepen: Te St. Jansklooster (accl.),
A. C. Noort te Meppel.
Catechismus opzeggen
voor de prediking
In 't jaar 1903 stond in Zeist dr A. G.
Honig Elke zondagavond zei hij stee
vast na de aankondiging van de zoveel
ste zondagsafdeling van de Heidelberger-
catechismus: ..Terwijl ik Anton Busse
(of Marten Luiting) verzoek mij op de
daarin voorgestelde vragen te willen be
antwoorden".
Dan stond, zo schrijft een lezer in
het Centraal Weekblad, de bedoelde jon
gen mok wel eens een meisje) op, ter
wijl hij naast z'n ouders ergens in de
kerk zat. en zei duidelijk de antwoor
den op. Dit waren echter nog geen ca
techisanten, maar leerlingen van de zes
de klas der gereformeerde school. De
bovenmeester gaf 's Zaterdags een
briefje door aan de dominee; de be
wuste zondagsafdeling was op school ge
leerd door de hele klas en je wist wan
neer jc in de kerk een beurt kreeg.
Na dr Honigs vertrek als professor
deed de nieuwe pastor het niet meer
op die manier. Er zullen er nog ver-
scheidenen zijn. die zich dit herinneren.
Als jongens waren wij niet weinig trots
op deze prestatie, als je moeder je ten
minste niet hoefde voor te zeggen. Zelf
heb ik ook enige malen de catechismus
zondag opgezegd. Dat vergeet je nooit."
EEN
WOORD
VOOR
VAN-
DAAG
Wist ge niet?
Het lijkt of Lucas er in zijn
eerste twee hoofdstukken op uit
is ons Maria te tekenen: eerst het
meisje dat de blijde boodschap
kreeg en dat een lofzang dichtte
en daarna de jonge moeder in de
stal. Soms blij, soms stil en na
denkend bezig met het wonder
dat over haar is gekomen.
Dan komt het
slot van Lucas 2
en het is als een
dissonant. Haar
zo begrijpelijke
ongerustheid over
de 12-jarige Je
zus wordt te
recht gewezen
met de opmer-
king: „Wist ge
niet dat ik bezig moet zijn met
de dingen mijns Vaders?"
In Johannes 2 zien we iets de.-
gelijks: haar trots over haar zoon
wordt teruggewezen met het ant
woord: „Vrouw, wat heb ik met
U van node?"
Hoe begrijpelijk ook w-» moe
ten leren dat Jezus niet „van ons"
is, op de menselijke wijze beke
ken. Weet ge het niet dat Zijn
wegen hoger zijn dan de onze?
Niet dwingengeloven en
vertrouwen.
Onderscheiding voor
de heer C. Korevaar
Tijdens een receptie belegd door de
Streekvereniging van de Zondagsschool
,.Lek en Merwe" werd de heer C. Ko
revaar. die 40 jaar leider van de Ned.
Herv. zondagsschool is geweest, onder
scheiden. op voordracht van de minis
ter van Justitie. De burgemeester, die
de jubilaris hartelijk toesprak, sprak
zijn dank uit voor het werk dat de
heer Korevaar deze veertig jaar in
dienst van Gods Koninkrijk heeft ver
richt. Na zijn toespraak reikte de bur
gemeester de versierselen behorend bij
de ere-medaille, verbonden aan de Or
de van Oranje Nassau in zilver uit.
Door de schoolstreek vereniging
werd een prachtige asbak van glas
overhandigd.
Een maatschappelijk, maar ook
een overheidsorgaan
:t achter ons liggende
conflict huisartsenZieken
fondsraad heeft meer dan
één dagblad en tijdschrift aan
leiding gegeven de status van de
Ziekenfondsraad eens meer nauw
keurig te bezien. Hiervoor is zeker
alle reden, want inderdaad be
staat er in brede kringen onrust
omtrent de gang van zaken in de
Ziekenfondsraad. Ook met het oog
op de komende Ziekenfondswet
waarnaar reikhalzend wordt uit
gezien, is het nuttig ons in deze
materie te verdiepen. Het is daar
om niet ondienstig de verschillen
de voorstellen, welke gelanceerd
zijn om de status van de Zieken
fondsraad te verbeteren, eens wat
nader te bekijken.
Allereerst dan heeft men voorgesteld
de positie van de Ziekenfondsraad dui
delijker te bepalen en af te grenzen.
Momenteel toch hebben wij te doen met
een tweeslachtig orgaan: enerzijds een
Overheidsorgaan, omdat de Raad het
toezicht uitoefent over het ziekenfonds
wezen en anderzijds een maatschappe
lijk orgaan, omdat de Raad de bevoegd
heid heeft op te treden als besturend col
lege van het ziekenfondswezen.
Deze tweeslachtigheid is oorzaak, dat
de Raad niet kan fungeren als een ..eigen
orgaan" van het ziekenfondswezen en
terecht vraagt men zich af. of men hier
weer niet getracht heeft te mengen.
toch niet gemengd kan worden.
Destijds, bij de behandeling van d
wet op de Ziekenfondsraad, is in d
Tweede Kamer ook op dit euvel gewe-
i. Men was niet gerust op de plaats,
welke de Ziekenfondsraad in het bestel
der Gezondheidszorg zou innemen en
drong er op aan, het karakter van de
raad zodanig te bepalen, dat concreet
tot uitdrukking zou komen, dat deze „een
maatschappelijk orgaan is ter uitvoering
van de gemeenschapstaak onder toezicht
van de overheid en geen overheidsor
gaan".
De minister wilde hierop helaas niet
ingaan en bleef vasthouden aan het
plocnschap
icven caus: 1300 Nws; 13 15 Meded o
«ram: 13 20 Metropol* ork; 13 55 Beursber;
14 00 Gram; 14 15 „Mag ik mij even
stellen? Mijn naam la Cox!", hoorsp;
Strijktrio, mannenkoor en koperkwart;
V <1 rieken: 16 00 Gram: 18.15 Voordr;
Pianospel. 18 45 V d Jeugd; 17.30 Lichte
1745 Rcgertrigsultz Nederland en de we
II 298 m. KRO: 700 Nwi
igebed en liturg kal: 8.00
-"ifd vrouw;
10.30 Mor-
KRO: 11.00 V d zieken; 11.43
12 00 Angelus; 12.03 Lunch-
Gram: 7.45 M<
Nws en weerbs
NCRV: 10.
8 15 Gra
13 00 Nws en kath nws;
NCRV. 14 00 ..L* Nozze dl Fle
(le acte): 14.45 V d vrouw; 15
18 00 Bijbellezing:
I jeugd; 17.30 Gram: 17.4
Gram 19 Ou Nws cn wcerber: 19
19.20 Sociaal perspectief: 19 3 Gi
ogr: 2145 Gi
10 Gl
perspectief: 193 Gram; 20.00
naaioKrani: 20.20 Gevar
22 00 Tijdschriftcnkron; L
Gram; 22.43 Avondoverdenking; 23.0 Nws;
23.15 SportuiUl; 23.20—24 0 Gram.
TELEVISIE
KRO: 20 00 Jnurn en weerber; 20.15 Facet-
ind, BBC Hom
18.3 Hoorsp;
er: 1900 Nws;
2.00 ..Troi-
19.13
..Troi-
opera; 20.50 Caus. 21.5
1, £)E CHRISTENHEID
der wereld heeft de
1 mogelijkheden, die de
film biedt, schandelijk
1 veronachtzaamd. Als wij
als Christenen de handen
1 ineensloegen, zouden we
r ->
Filmmagnaat Arthur Rank
is een oprecht
Christen
brieken. Maar meer dan
het witte meel is hem het
witte doek. Rank steunde
een kleine methodistische
groep, die zich ten doel
stelde films te maken van
een ander gehalte, dan Hol- I
lywood of de onbelangrijke
filmindustrie kon bieden.
Bijzondere belangstelling
Wij mogen het film-me
dium niet aan zijn lot
overlaten, maar moeten
1 het doordringen met de
zuurdesem van ons geloof
in Jezus als de Zaligma
ker en redder der wereld.
Dat is de reden, waarom
ik het maken van films
als mijn levensroeping
heb gezien.
Dit zei mr J. Arthur
Rank. Engeland's meest be
kende filmmagnaat tot on-
Het gesprek duurde een ders op dan zelf bioscope
jur en in deze tijd heb ik, zij hun kinderen met ee
0 merkt de correspondent gerust hart er naar toe kun
3P. veel geleerd van een nen sturen. Dat is echter nie
?root man, die tevens een voldoende.
>precht Christen is en zich Wij moeten door mldde
aarvoor niet schaamt Wat van de film ook getuigen
1e heer Rank zeide, vat hij hoe heerlijk het Is bi Chris
ls volgt samen: tus te geloven en Ik moe
eerlijk bekennen, dat lk e
rK WAS 45 JAAR OUD. nog niet in geslaagd bei
toen ik tot de overtuiging een lange speelfilm te ver
cwam dat er iets mis was vaardigen, die deze bood
net het bioscoopwezen. De schap in de juiste cinema
rieeste films waren van een tografische vorm brengt,
ehalte. dat voor een Chris- Maar ik geloof, dat d
en ten enenmale niet aan- Heilige Geest, als wij er oir
aardbaar was. Maar het vragen, »»ns In alle waar
taire film over de vissers-
dorpen in Yorkshire, zijn J
geboorteland, die in 1935
uitkwam onder de titel
„The turn of the Tide", de
keer van het getij. Deze
film verwierf in Venetië op
de internationale filmten-
toonstelling de derde prijs.
De grote filmdistributie-
concerns waren niet te be
wegen de film te distribue
ren, omdat zij er niets in L
zagen. Toen waagde Rank
het zelf en hij kocht een
groot theater in Londen. 1
Weldra volgden er meer.
Toen hij eigen theaters be-
toen hij werd geïnterviewd de: Ik heb ;e veel geld ge- cr vast van overtuigd da
vo?r d® NC.r.v. geven. Wat doe je met dat God ons ook hier de wei
Mr. Rank is een multi- geld om Mijn geboden ook wil wijzen. Als wij niet or
millionnair maar ook een in de filmwereld te doen Zijn Woord vertrouwen, wa
overtuigd Methodist en el- doordringen? Je hebt cri- Is ons geloof dan waard?
ke Zondag leidt hij een tiek op de film, maar mag Doch Ik heb ervaren, da
Zondagsschooldienst. je met je critiek afzijdig vele Christenen mij hlerir
Onze correspondent legde blijven staan? alleen laten staan,
hem de volgende vraag Ik was reeds begonnen Tot zover Arthur Rank.
1 voor: met het maken van evan-
Mr. Rank. U bent een be- gelisatiefilms voor verto-
lijdend Christen en over- ning in Zondagsscholen. 7ijn LEVENSLOOP is we
tuigd Methodist. U bezit Maar dat was niet genoeg, Li zeer merkwaardig. Ar
meer dan 500 bioscopen, dus ging ik ook speelfilms thur's vader bezat een oude
waaronder ook enkele in Ne- maken en ^ik^legde in deze korenmolen, die hij liet mo
sende films zorgen. Zo ont- li
stond een hele industrie, die
zo'n vlucht nam, dat de '1
Rank-combinatie thans de
Britse filmindustrie, die 1
zich gunstig onderscheidt 1,
van de Amerikaanse, be
heerst.
Elke Zondag vertelt Rank
de kinderen ln het dorp
Reigate in het graafschap
Surrey, waar hij een prach
tig buiten bewoont, uit de 1
Bijbel en zingt Christelijke
liederen met hen.
maken van films Uw levens- de bioscoop-eigenaren wil- millioenen verdiende. Vai
roeping gemaakt. In Neder- den mijn films niet verto- alle meel. dat in Engelan<
land echter mijden vele nen. dus zat er niets an- wordt gebruikt, kwam der
Christenen de bioscoop en ders op dan zelf bioscopen tig procent uit het bedrij
1 staat men sceptisch tegen- aan te schaffen. Door onze van de Ranks. Op 17-jarige
over de film, althans de films hebben wij een onbe- leeftijd kwam Arthur met
speelfilm als vermaaksmid- rekenbare invloed uitgeoe- zijn broer in de zaak van
del. Zoudt U Uw houding fend op de kwaliteit van zijn vader. En nog besteedt
principieel willen verkla- veel film-programma's. Wij hij een halve dag per week
ren? zijn nu zo ver, dat de ou- aan de florerende meelfa-
zegt bij. „voor God en voor
mijn vaderland". Dat werk,
zijn levenswerk ls de film. li
Het zou voor Nederland
te wensen zijn, dat een der-
gelijke, kapitaalkrachtige
figuur zich inzette om de 1
achterstand op het gebied li
van de Christelijke film in
te halen. 1
idee, dat de Ziekenfondsraad zou
den een college van advies en bijstand
voor de regering en tevens een bestu
rend college voor het ziekenfondrwezen
met een meerderheid uit de maatschap
pelijke organen.
U wij door de loop van de geschie
denis geleerd hebben, dat dit hin
ken op twee gedachten funest is voor
een goede gang van zaken, zou hel
alleszins aanbeveling verdienen. zc
niet direct, dan toch zeker voor dc
toekomst, het karakter van de Zie
kenfondsraad zodanig te wijzigen, dat
de raad een zuiver maatschappelijk
orgaan wordt ten dienste van het
kenfonds wezen.
Daarnaast, maar dus scherp er var
scheiden, zou dan het Staatstoezicht
op het ziekenfondswezen kunnen fun
geren. Deze figuur zou ook meer ir
overeenstemming zijn met het karak
ter van het ziekenfondswezen, dat toch
in wezen privaatrechtelijk en niet pu
bliekrechtelijk is.
Nauw met het voorgaande samenhan
gend is de kwestie van de samenstel
ling van de Ziekenfondsraad. Het zit
ting nemen in deze raad van verze
kerden en medewerkers spreekt voor
zich zelf; zij zijn immers de direct-
betrokkenen, de onmiddellijk belang
hebbenden.
Ook is het duidelijk, dat in de raad het
bedrijfsleven zitting heeft, omdat het
bedrijfsleven een sociaal-economisch
belang heeft bij een goed werkend
ziekenfondswezen. Bovendien is het be
drijfsleven financieel geïnteresseerd
bij het ziekenfondswezen, omdat de
werkgever de helft van de premie be
taalt.
Minder duidelijk is echter het zitting ne
men van de Overheid in de raad. voor
al als men dit instituut wil zien als
een zuiver maatschappelijk orgaan.
Niettemin zou het o.i. aanbeveling ver
dienen de ambtenaren niet uit de zie
kenfondsraad te verwijderen. Officieel
zitten ze daar als deskundigen, resp.
op het gebied der volksgezondheid, der
sociale verzekering en der particuliere
verzekering.
Aangezien nu het ziekenfonds niet al
leen een orgaan van volksgezondheids
zorg is, maar ook een element van
sociale verzekering in zich bergt, is
het verdedigbaar, deze deskundigen in
de raad te houden, te meer daar de
ziekenfondsraad toch verbinding dient
te hebben met het departement
LLEEN lijkt het ons niet juist ze ook
volledig stemrecht te geven; "beter
ware het ze een adviserende stem te
geven, overeenkomstig hun positie van
raadgevende deskundigen. Hierdoor zou
tevens voorkomen worden het meespe
len van de overheid op twee nivestix.
èn in de raad èn door middel van de
Kroon (het zgn. veto- en schorsings-
recht) hetgeen terrecht zoveel critiek
>eft uitgelokt.
Zouden wij dan kwalitatief de raad
iet willen wijzigen, kwantitatief is er
in dit opzicht zeker iets te doen. Een
groot lichaam werkt altijd wat stroef,
al was het alleen maar door de omstan-
iveel
verbaast het, dat het
voorontwerp ziekenfondswet 1951 het aan
tal leden van de ziekenfondsraad ge-
wracht heeft van 36 op 47.
Voor een vruchtbare tn doeltreffende
incfiónering van het geheel verdient
et aanbeveling het aantal leden zo
klein mogelijk te houden. Dit bekort de
discussies, terwijl het geen schade doet
de belangen van de diverse groe-
welke er bij betrokken zijn. Om die
reden hadden wij ons de samenstelling
tegenwoordigers van het bedrijfsleven en
ambtenaren.
Tenslotte heeft ook de besluitvorming
;rkers) en indirect-betrokkenen
sleven en overheid) zuiverder,
men anderzijds niet bevreesd be-
1 zijn. dat de besluitvorming bij
meerderheid van stemmen ten
en doorzetten.
.1 1..
Immers het veto- en schorsingsrecht
lijft gehandhaafd en zowel vertegen-
'oordigers van het bedrijfsleven als die
an de overheid kunnen ten allen tijde
e minister verzoeken het gewraakte
luit voor schorsing of vernietiging
e Kroon voor te dragen.
DR. A. C. DROGENDIJK
1 Vet gedrukte woorden van ons. Red.
24.
„Nu wat is het nu geweest? Ether of ver
beelding?"
„Ik weet het niet", zei ik op vaste toon. „Ik
vertel u eenvoudig wat er gebeurd is. Ik weet
dat het vreemd klinkt maar gisternacht was
alles vreemd. Dat dinertje bij Corole en alles",
besloot ik gedachteloos.
„Het dinertje bij Corole? Dat is juffVouw Le-
theny?"
„Ja."
„Was dokter Letheny daarbij?"
„Ja."
HOie nant kei
ind Cresiida". opera
PUZZLE NO. 305
Horizontaal: 1. Verkleedpartij. 8. elk.
9 zangnoot, 11 boom. 12. Chin. maat.
13. baan voor balspel. 14 dier, 16. mis
dadig. 18 deel van dc mond; 20 voor
zetsel. 21. deel van het oor. 23 berg
plaats. 24 hoeveelheid. 26 boordsel.
Vertikaal: 1 Nevel. 2 zangnoot. 3.
steen. 4 hoogstaand. 5. vlaskam. 6. sle
de. 7. tijdperk. 10. naam van een onzer
prinsessen. 12 oogappel. 15. reuzen
beeld. 16. dop. 17. aanw voornaam
woord. 19 stuk. 22. kleefstof. 24. domi-
OPLOSSING PUZZLE NO. 304
Horlioniaal1 Regenboog. 2 arei
op. pa. 3 mand. adept; 4 mijter.
AP; 5 Eiim. opa. si; fl. LK. Ai-
ie" R.$!;
kade; 3. gentianen; 4 endemie,
5. naar. odeur; fl. bode, paria; 7. ope
ra. bots; 8. oppas, amen; 9. gat, pisang.
„BC Light Programme. 1500 en
12 00 Mr* Dale s Dagboek. 12 15
12 3 Ork conc; 13.00 Idem; 14.00
iz; 14 45 V d kind: 15 00 V d vrouw;
tem mui: 16 45 Lichte muz: 17.15
17.45 Orgel -
„Nog iemand anders?"
„Ja. Zuster Day, dokter Balman. dokter Ha-
22 20"CTroUus^ek en een vriend van dokter Letheny een
li); 23 15 Dis- mijnheer Gainsay. Hij is ingenieur en heeft een
paar^ dagen bij hem gelogeerd."
en juffrouw Letheny?"
Dale s Dagb. 17.30 Cai
spel18.15 Ork
0 Licdet
45 Hoorsp; 20 0 Nw
Sport; 20 30 Hoorsp met
21 0 Gevar prógr; 21.30 V:
Gevar muz. 23 on Nws:
„Ja.'
13.15 Or-!
„U gaf daarmee te verstaan dat het vreemd
was „vreemd" is, meen ik. het woord dat
u gebruikt hebt. In welk opzicht was het
vreemd?"
„O dat kan ik niet goed zeggen. Het was
erg warm en drukkend, ziet u echt de soort
van atmosfeer vóór een donderbui."
..Was. afgescheiden vanehde electri-
citeit in de lucht, alles precies zoals anders?"
14.30' Ik wachtte een poos lang vóór ik antwoordde.
Pianokwar- „Neen", zei ik openhartig. „Ik geloof dat wij
17 15 vd een beetJe zenuwachtig en slecht op ons gemak
Uederen: 18 30 v d sold: -varen vanwege de hitte en de benauwdheid. Dat
0 Nws Pr"m- Vnr wil zeggen, ik was dat. En dokter Letheny...
zu,t«r D»r
0 Nws j 1 „Maar niet de anderen?"
Nw."*?3liA4rriï;-lïi«0ise?d.m^0ifMnl:vm^! "Nl1 het w*s moeilijk om die merkwaar
ork 1*5 43 Gr»m 185 Lichte muz.i7.oodigc spanning, die ik de hele avond en nacht
Nws. i7i5 Gnm, 130 idem, m05 „uwj in de lucht had gevoeld, te omschrijven. „Nie-
2T'ü Mfci* r ifltalrcpnB mwV n?and ,eek miJ volkomen natuurlijk Het kan
17.4618.13 Nw« Feiten v d d»g'Engelse ui ziJn dat ik alleen wat zenuwachtig was. Ik kan
teratuurgescbedenis (Op 224 en 49 mi |u werkelijk niets stelligs erover zeggen".
Pro gr over»; 050 Weerber en po
Brussel. 124 m. 1146 Omroep 0
Weerber. 12 34 Gra'm; 13 00 N«s
fels pel. 140 Eng ies: 14.15 Gl
ranse les. 14 43 Gram. 15 00
tet; 18 0 Koersen, 16 02 Svmp
Gram: 17 00 Nw*. 17.10 Gram:
Idnd; 18 15 Vlai
19 4
2000 Syrnrh ork
00 Nws: 22 15 Muz
„Waarom hebt u met dat al toegegeven dat
dokter Letheny en zuster Day zichzelf niet
leken?"
„Dokter Letheny is iemand die zich tamelijk
gemakkelijk laat gaan wanneer u hem leert
kennen, zult u begrijpen wat ik bedoel. Hij leeft
op zijn zenuwen, is vol temperament en geëx
alteerd. Hij scheen gisteravond vooral explosief.
En zuster Day was een beetje verstrooid, ver
moeid, denk ik."
„U hebt zeker gepraat een beetje muziek
gemaakt?"
„Ja. Van alles wat."
„Liep het gesprek over bepaalde onderwer
pen?"
„Neen
Hij merkte de onzekerheid in mijn stem.
..Was er geen sprake van radium?"
„Nu ja. Maar alleen in het algemeen."
„Is er niet over gesproken dat het gebruikt
erd? Dat het uit de kluis gehaald was?"
„Ja," gaf ik weerstrevend toe.
„Werd er niet gezegd voor welke patiënt het
ebruikt werd? In welke kamer?"
„Ja. Maar slechts terloops Ik vertelde hem
iat dokter Letheny mij verzocht had de deur op
het zuiden niet op slot te doen.
„Nog iets anders?"
„Niets bepaalds. Wij spraken eenvoudig over
koetjes en kalfjes."
„Zoals bijvoorbeeld?" herhaalde hij.
Ik keek hem ongeduldig aan.
„Zoals bijvoorbeeld?" herhaalde hij
..O hoe warm het was en dat iedereen
snakt naar iets dat voor geld te koop is en dat
ons ziekenhuis voorzien is van radio's en dure
ziekenauto's en een heel gram radium en dat zul
ke dingen veel geld kosten en toen heeft dok
ter Letheny piano gespeeld en daarna zijn
Maida, zuster Day en ik samen door de boom
gaard naar het ziekenhuis terug gegaan en heb
ben wij ons verpleegsterscostuum aangetrokken
en zijn wij in dienst gegaan."
„U hebt over geld gesproken en over ieders
verlangen naar iets wat voor geld te krijgen is.'
zeide O'Leary peinzend. En toen voegde hij e
met een griezelige intuïtie bij: „Zeker hebben
verscheidenen van u erkend dat zij heel graag
geld wilden hebben?"
„Iedereen van ons," bekende ik. „Dat wil zeg
gen, behalve dokter Hajek. Hij luisterde alleen
en scheen er schik in te hebben."
Hij glimlachte. „Maak u maar niet ongerust
over zulk een erkenning. Het betekent niets dat
u allemaal graag geld zoudt willen hebben.
Maar als u mij nu eens, woord voor woord
alles wilde vertellen wat u zich van het gesprek
herinnert. Wees u niet bang dat u daardoor ie
mand in deze zaak zult betrekken, zuster Keate.
Ik doe alleen maar dit verzoek omdat ik graag
een zo duidelijk mogelijk denkbeeld van de om
geving wil hebben." Hij glimlachte weer. Hij had
een buitengewoon innemende glimlach. Zijn ge
hele gezicht blonk ervan, hoewel hij zo kort duur
de: en ik merkte dat ik onder de invloed ervan
begon te ontdooien.
Daar ik niet inzag dat ik iemand bij mogelijk
heid er kwaad mee kon doen, vertelde ik alles
wat ik mij herinnerde van het gesprek en daar
ik een heel goed geheugen heb, liet ik zeer wei
nig ervan onvermeld.
(Wordt vervolgd
regering studeert op het ogenblik
over de vraag, of er een nieuw
orgaan kan worden geschapen, dat de
Tweede Kamer zal kunnen helpen bij
het toezicht op het financieel beheer.
Dit is wel een der belangrijkste mede
delingen in de memorie, die minister
Van de Kieft juist vóór de jaarwisse
ling aan de Eerste Kamer heeft doen
toekomen.
De verdere lezing van deze memorie
stelt wel teleur. Het laat zich dan ook
aanzien, dat de mondelinge behande
ling in de Eerste Kamer van de te
voeren financiële politiek straks van
de kant der regering nauwelijks nog
nieuwe gezichtspunten zal opleveren.
Het gaat in deze financiële politiek
met name om twee vragen. De eerste
is, of er geen beperking dient te wor
den aangebracht in de wel zeer opge
lopen rijksuitgaven. De tweede is, of
in de rijksuitgaven, hoog of minder
hoog. wel de nodige efficiency wordt
betracht. Deze twee vragen staan
naast elkaar, al is het duidelijk, dat
efficiency des te noodzakelijker is
naarmate de rijksuitgaven hoger zijn.
J)AT de rijksuitgaven in onze tijd
bijzonder hoog zijn, is onmisken
baar. Wij zijn bereid te erkennen, dat
dit voor een belangrijk deel onver
mijdelijk is. Al willen wij de eersten
te beklemtonen, dat de staats
bemoeiingen zo beperkt mogelijk be
horen te worden gehouden, zo hebben
wij voldoende werkelijkheidsbesef om
toe te geven, dat er ook dan nog voor
de staat heel wat te doen overblijft.
Maar wij leven in een periode van
hoogconjunctuur. En zulk een periode
is de eerstaangewezene, waarin naar
beperking van de staatsbemoeiingen
behoort te worden gestreefd. Indien
niet onder een hoogconjunctuur, wan
neer dan wèl? Daarbij komt nog, dat
de hoogconjunctuur mèt haar onmis
kenbare gevaren juist ook door een
uitgebreid overheidsapparaat sterk
wordt bevorderd.
Dat de jongste financiële begroting
de hoogste is die ons land ooit heeft
gehad, zou al te denken moeten geven.
Zorgelijker is nog, dat dfe rijksuitgaven
de laatste vier jaar met niet minder
dan 36 procent zijn gestegen, een stij
ging dus welke die van ons bevol
kingscijfer verre overtreft.
^AT nu in deze memorie van de
minister van financiën opnieuw
teleurstelt is, dat de minister metter
daad tc weinig van zins blijkt, hieruit
de hand liggende consequen
ties te trekken.
De minister beperkt zich naar ons
besef nog te zeer tot de mededeling,
dat alles zo bescheiden mogelijk is
gehouden. Daarnaast kaatst hij de bal
van het verwijt terug door de simpele
constatering, dat het vaak de volks
vertegenwoordiging zelf is, die op
grotere uitgaven aandringt.
Nu moet weer worden toegegeven,
dat dit laatste ook meermalen het ge
val is. Wij hebben al eens de gedachte
bepleit, dat iedere Kamerfractie, van
welke partij ook, behoort te zorgen
voor een bekwaam „minister van fi
nanciën" in haar midden, die gekend
dient te worden in alle verlangens
van de fractie. Zoals van elk departe
ment de geldelijke verlangens lopen
over de minister van financiën, zo
diende iets dergelijks het geval te zfjn
bij de partijen.
£)IT kan dus worden toegegeven: De
volksvertegenwoordiging, die bij
de regering op matiging aandringt,
behoort de regering niet te spoedig
tot meer uitgaven te verleiden.
Maar wij hebben de indruk, dat de
minister zich van dit argument weer
net iets tè gemakkelijk bedient. Waar
bij dan nog komt, dat de rijksbegro
ting de laatste jaren toch al meer het
karakter heeft gekregen van een glo
bale prognose. Er hebben zich de
laatste jaren immers nogal aanzien
lijke verschillen geopenbaard tussen
de aanvankelijke ramingen en de defi
nitieve opbrengsten. Dit moet leiden
tot de vraag, in hoeverre een ernstige
behandeling van de begroting nog
waarde heeft.
Wij mogen niet voorbijzien hieraan,
dat de financiële begroting nog altijd
het karakter draagt van een wet, en
wel een wet waarbij de Staten-Gene-
raal aan de regering de nodige kre
dieten verlenen. Dat vereist reeds een
zekere eerbied in de behandeling, van
de kant van de volksvertegenwoordi
ging, maar niet minder van de kant
van de regering.
J^JIT alles betreft dan dc hoogte van
de staatsuitgaven. Het andere
raagstuk, dat van de efficiency,
speelt daar doorheen. Een Kamerlid
mening zijn, dat voor een be
paald doel een bedrag behoort te
worden uitgetrokken en dat dit ook
mogelijk is, mits in heel het financiële
beleid meer dan thans de efficiency
wordt betracht.
Het schijnt ons toe, dat de minister,
wanneer hij de bal van het verwijt
der hoge staatsuitgaven naar de volks
vertegenwoordiging terugkaatst, dit
laatste nog wel eens spoedig uit het
oog verliest.