Gesprek
der volkeren EE5E
lerders waren
De
jongens
korporaa
ais
met straflijst
oe Stone
W;
H
E'
W;
H'
RERSTBIJLAGE DECEMBER 1955
J|ET zijn geen tien jaar
an vrede geweest,
HET DOEL OM TE KOMEN TOT
EEN VREEDZAME RECHTSCEMEEN
SCHAP IS EEN ZIIVER
CHRISTELIJKE GEDACHTE
enser is geworden, dan ooit te voren.
Elk jaar klinkt met liet Kerstfeest het
rede op Aarde in «luizenden kerken, in
orlogsjaren, liet is gezongen in angst 0111
wat kon:
gen zijn in de verwachting
lijk durende >rede.
Niet omdat «Ie prohleme
zijn, de tegenstellingen vc
tot machtsuitoefening gelui
staatslieden,
rek van mens tot ine
regeringen en volken
Het is deze behoefte aan het per
soonlijk gesprek, als middel om tot
wederzijds begrip te komen, die na de
eerste wereldoorlog de Volkenbond
heeft doen verrijzen. En al moge deze
een tweede wereldbrand niet hebben
verhinderd, toch kunnen wij met
dankbaarheid terugzien op deze eerste
poging tot een gesprek der volken.
Slechts met deze voorgeschiedenis
kon reeds op 26 Juni 1945 te San
Francisco het Handvest der Ver
enigde Naties getekend worden.
Wij, de volken
Het begint zo trots: ..Wij', de Volken der Ver
enigde Naties besluiten om de volgende ge
neraties te bewaren voor de gesel van de
Het is professor Anema geweest, die in de
Eerste Kamer toen de ratificatie van het
Handvest daar behandeld werd. dit trotse
..Wij de Volken" terug
voerde of misschien be-
ter gezegd opvoerde tot I h I j
inder
De senator zeide: ..Heel
het doel. dat de volkeren
zich thans stellen om te
komen tot een vreedza-
rechtsgemeenschap
zelf c
Chris
telijke gedachte'
wijst er dan op. dat de
oudheid dit bagrip niet
heeft gekend. Het zijn
de woordvoerders der
Christenheid geweest, die
als hoofdbeginsel voor een
vreedzame samenleving
dat oorlog slechts ger
rechts-executie of onmiddellijk noodzakelijke
zelfverdediging.
Professor Anema haalde hierbij als „getui
ge van onwraakbaar gezag" Hugo de Groot
aan in het citaat uit diens werk „Over het
recht van oorlog en vrede", waarin hij niet
de betere mens oproept, maar zijn bede
richt tot God. ..Die alleen daartoe bij machte
is. de heilige beginselen in de harten van hen
in wier hand het lot der volken is. te leggen.
Hij geven hun een richtig begrip van het
goddelijk en menselijk recht".
lil liet Huis \an Europa
kunnen de volken recht
streeks met elkaar spreken
Tv
len
jaar
V.N.
In het Kerstspel zingen de kinderen van de Europese school in Luxem
burgde zetel van de Hoge Autoriteit, allen in hun eigen taal gezamenlijk
het Vrede op Aarde.
werk is gegroeid. Het is niet gebleven bin
nen de cirkel van politieke belangen, het
heeft zich niet slechts op de verdediging van
rechten gericht. De stem der volkeren heeft
ook geklonken wanneer het ging om de be
scherming van zwakkeren. Wij kunnen hier
denken aan de hulp aan de minderontwik-
lielde gebieden, het Kinder Noodfonds, het
Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen.
Maar dit alles bant de mogelijkheid van
een nieuwe oorlog niet uit. Zelfs het insti-
;uut van de Veiligheidsraad zal hiertoe niet
staat zijn. Dit is door de samenstellers
van het Handvest terdege begrepen. In het
Handvest wordt dan ook reeds gesproken over
ie vorming van kleinere Statenorganisaties.
De geschiedenis heeft bewezen, dat de waar-
Je van deze kleinere organisaties, mits om
ringd door de nodige waarborgen, van grote
jetekenis kan zijn
ze landen en dus
gemeen.
In Europa heeft i
de-
het
i bij het Tractaat
Brussel, dat op 17 Maart 1948 ondertekend
werd door België. Frankrijk. Luxemburg, Ne
derland en Engeland, zulk een organisatie we
ten te scheppen. Hiervoor reeds hadden Ne
derland. België en Luxemburg elkaar gevon
den als „Beneluxlanden maar het principe
der beide organisaties verschilt zo opmer
kelijk dat we in dit kader een vergelijking
kunnen laten rusten.
Ra ad *iei
er:
rees
Misschien kan aan het Tractaat van Brus
sel verweten worden, dat het een slechte raad
gever als stimulans had: Vrees: nl. do vrees
voor het communisme en het fascisme. Maar
zelfs dan nog heeft het verdrag een positieve
waarde. Het is namelijk de uiting van het
weten dat samenbundelen noodzakelijk is,
wanneer een kwaad dreigt. Welke naam het
kwaad draagt is op zichzelf niet belangrijk.
Wel belangrijk is. dat het herkend en tegen
gegaan wordt. Het kwaad van het fascisme
in Italië, van het nationaal socialisme in
Duitsland zou nooit zijn vernietigend werk
kunnen hebben verricht, indien de demo
cratische landen te rechter tijd begrepen had
den. dat hier geen stroming binnen bepaal
de grenzen haar loop begon, maar dat deze
stroming evenmin als een bruisende zee. zich
door zwakke dijken zou doen hinderen en al-
Zo is tenslotte uit het gesprek der rege
ringen. waaraan de volken slechts deelna
men (en deelnemen) via hun staatslieden en
regeringen een instituut gegroeid, waarin
voor het eerst de volken zelf, d.w.z. hun par
lementariërs. elkaar in een rechtstreeks ge
sprek konden vinden: de Raad van Europa.
Hoe spreekt een volk
TIET gesprek van een volk, in al zijn
schakeringen, heeft in een democratisch
land plaats in het nationale parlement. Daar
vinden de groepen elkaar in hun vertegen
woordigers, gekozen in vrije verkiezingen door
de burgers. Hier spreken volk en regering en
uit hun gesprek kristalliseren zich de wetten,
waardoor de burgers beschermd worden te
gen inbreuk op hun rechtert, waardoor ook
de plichten der burgers zijn vastgelegd en
sancties mogelijk worden indien deze plich
ten niet nagekomen worden. Europa nu be
zit, als eerste in de wereldgeschiedenis een
internationaal parlement. Het zetelt in het
Huis van Europa te Straatsburg.
Hier kunnen de volken rechtstreeks met el
kaar spreken en zo gezamenlijk zich richten
tot het Comité der Ministers, waarin de re
geringen der Europese landen vertegenwoor
digd zijn.
Nu heeft de raadge-
ende vergadering van
'I lil I I i j IHi i| I I de Raad van Europa niet
de bevoegdheden van
een nationaal parlement.
De bevoegdheden beper
ken zich in hoofdzaak
tot het recht aanbeve
lingen te richten tot het
Comité der Ministers.
De leden van de Raadge
vende Vergadering zitten
HUI in de vergaderzaal vol-
lllll gens alphabetische orde,
en niet land bij land.
i grapje ontstaan, dat waard
ast elkaar zitten
de Fransman Pernot, de Italiaan Perrier en
de franse heer Plaisant. De drank pernod
kent een ieder, maar als men dan nog weet
dat Perrier het bekendste Franse mineraal
water is en de betekenis van „plaisant" kent.
dan is het wel grappig te horen, hoe men
over dit plekje in de plechtige zaal gemoe
delijk spreekt van ,.het drankhoekje
Maar ondanks defce mengeling van natio
naliteiten, blijft de groepering toch eniger
mate een nationaal karakter houden..
Een groepering naar politieke geaardheid,
waarbij de nationale grenzen overschreden
zijn, vindt men duidelijker in het parlement
van de Europese Gemeenschap voor Kolen
en Staal. Hier heeft het parlement geen con
sultatieve taak alleen, doch ook een conlro-
In het Huis van Europa te
Straatsburg tijdens een ge
meenschappelijke vergadering
van de Raadgevende Verga
dering van de Raad van
Europa en het parlement van
de E.G.K.S. Onze landgenote
mej. dr. M. Klompé is juist
aan het woord.
dit ene gemeen hebben, dat zij de vrede zoe
ken. Waar het gesprek critisch, maar eer
lijk gevoerd wordt, kunnen harde woorden
vallen. Maar wordt het gesprek gestaakt of
ontbreekt het. dan zoekt men andere mid
delen. Men zal de vernietiging minder schu
wen. wanneer men niet door persoonlijke
banden geconfronteerd wordt met hel leed.
dat men veroorzaakt.
Straks de jongeren
De oudere generatie heeft, zoals het Hand
vest der V.N. zegt ..tweemaal de gesel van
de oorlog ondergaan". Reeds groeit een ge
neratie op. die zelfs de tweede wereldoorlog
slechts uit verhalen kent. Deze jongeren zul
len straxs net gesprek der volken voort
zetten. Zij hebben iets vóór op de oudere
en dat is, dat zij door internationale uitv
seling gemakkelijker geleerd hebben hun
demens, J bÉj
hij hun vreemd, te begrij-
gesprek, dat ln wederzijds begrip
gevoerd wordt, groeien vrienden. Wanneer
met het Kerstfeest gezongen wordt van „Vre
de op Aarde", ligt dan hierin niet naast een
bede ook een belofte?
Een belofte onder vrienden, waarvan Hugo
de Groot torn ook met hem te besluiten) zegt:
Want wat kan men zich. bij God in de He
mel. voor groter en schandelijker wandaad
denken dan het niet nakomen van wat men
zijn vrienden beloofd heeft!
lln clominé I larding zei:
Ch. P. Blaauwde Ridder
"S toen zei Joe Stone,
Denver: „Als liet nii
voegde hij er langzaa
nooit meer Kerstverlo
dliarige korporaal uit
niet kan, dan niet, maar," zo
toe: „ik hoop, elft jij
erlof zal krijgen, hoe oud je ook
wordt."' Dat laatste had Joe natuurlijk nooit moeten
zeggen, maar ik was wel blij, dat één van ons ein
delijk een mond open «leed want op «le kamer was een beklemmende stilte gevallen,
nadat de sergeant op dezelfde zangerige toon waarop hij elke morgen vroeg: ..Heb
ben de heren lekker geslapen?" bad meegedeeld: „En bet Kerstverlof gaat niet door",
u weet wel, met zo'n ondertoon van: „dal is dus lekker thuisblijven", net zo als kinde
ren tegen elkaar spreken als zij onhebbelijk willen zijn. Achteraf bezien begrijp ik nog
niet, dat wij op dat ogenblik de krijgstucht geen geweld aandeden en de sergeant er niet
Een vertelling ran H. J. Waalwijk
uitsmeten. Want hij had tegen bet z
hopt. zoals
«lat tegci
ordi<
zegg«
lerende. Namelijk ten aanzien van haar re-
rering en de Hoge Autoriteit.
Door de controlerende bevoegdheid is aan
dit. parlement gezag verleend, een gezag, dat
internationaal van invloed is en zo zich ge
transformeerd heeft tot een supernationaal
toezicht op de supernationale gang van za
ken. In de afgelopen jaren is het begrip, dat
een gesprek der volken in de meest directe
vorm het beste ontwikkeld wordt in een in
ternationaal parlement, gegroeid. Dit is dui
delijk gebleken toen de supernationale E.D.G..
waarbij ook in een parlementaire vergade
ring was voorzien, ten onder moest gaan.
Immers toen in de plaats hiervan niet een
supernationale, maar een zuiver intergouver
nementele. Westeuropese Unie kwam. heeft
men toch ook daar weer een parlementaire
vergadering gesteld naast de Raad der Mi-
Wegen worden gezocht
Zo worden voortdurend wegen gezocht en
draden geweven, waarlangs de volken elkaar
zullen kunnen leren kennen en begrijpen. Zo
komen ook steeds nieuwe initiatieven naar
voren. Een voorbeeld hiervan is het contact,
dat de parlementariërs der N.A.V.O.-landen
hebben weten te bereiken. Hier was geen
sprake van een tractaat. dat een parlement
in het leven riep. Hier kwam het initiatief
uit eigen kring en na de eerste bijeenkomst
bleek het gesprek zo vruchtdragend te kun
nen zijn. dat op de ingeslagen weg voort
kan worden gegaan.
De Scandinavische landen hebben in de
Noorse Unie hun internationaal parlement,
terwijl een Beneluxparlement in de naaste
toekomst verwezenlijkt zal worden.
Maar ook buiten de volksvertegenwoordi
gingen hebben particulieren initiatieven geno
men om het gesprek, het contact der volken
door het gesprek, het toetsen van eikaars
gedachten, te bevorderen Men denke slechts
aan de V.I.R.O. (Vereniging van Internatio
nale Rechtsorde', de Atlantische Commissie
en (in ons-land) de Nederlandse Raad der
Europese Beweging, de B.E.F.. de Econo
mische Liga van Europese Samenwerking e a
die internationaal met de zusterorganisaties
nauw samenwerken.
Dit internationale gesprek brengt de per
soonlijke sfeer tussen de bewoners van al
deze landen, die allen, hoe verschillend van
aard, van ras, van taal en gewoonten ook.
Kijk. de zaak zat zo. Officieus hadden we
gehoord, dat ons bataljon in het voorjaar van
'43 zou verkassen, waarheen wisten we niet.
maar dat we Engeland voor een tijdje de
rug zouden toekeren was zo vast als twee
maal twee vier is. Het zouden dus onze laat
ste Kerstdagen in Engeland zijn en dat wil
de zo veel zeggen als met vijf vrije dagen
naar huis. Daarop hadden we van begin af
aan gerekend, ook al omdat Bill, een neef
van Joe. die als korporaal-schrijver op het
hoofdkwartier zat. ons onder geheimhouding
had verteld, dat de orders al klaar lagen en
er slechts op wachtten om verzonden te wor
den. Nu weet ik niet of u in militaire dienst
bent geweest, maar is dat het geval, dan
weet u ook uit ervaring, dat al zijn de or
ders verzonden, het toch nog wel even kan
duren voordat de troep er precies van op de
hoogte is van wat het hoofdkwartier heeft
uitgedokterd. En het is meestal zo. dat na
het afkomen van de orders de uitvoering in
:en haast-je rep-je tempo moet gebeuren. En
daarom waren we maar vast begonnen alles
klaar te maken voor het Kerstverlof.
DAAR ZATEN we dan die Maandag
avond, een week voor Kerstmis, op de
kamer. Joe Stone, die we de Amerikaan
noemden, omdat hij jarenlang in Den
ver Denver, Colorado, zei hij altijd had
gewerkt en kort voor het uitbreken van de
oorlog holderdebolder naar Engeland was
teruggekeerd, wat jongens uit Londen, naar
wier Cockney Engels we altijd met plezier
luisterden, vooral als ze ruzie hadden en ik.
die de Hollander wérd genoemd, omdat ik een
Hollandse moeder had en in Rotterdam op
een scheepvaartkantoor werkzaam was ge-
mars gelo-
i het geheel
ronden, een velddienst, die te klein
was om van een oefening te spreken, n.aar
nog groot genoeg om ons bek-af te maken.
Maar na het eten gingen we weer blijmoe
dig aan het werk. Er viel zo nog wel een cn
ander te doen voordat we met verlof konden
gaan, want we wilden er piekfijn uitzien
Niet dat we verwaand waren, o nee. dat
zijn de jongens van de infanterie nooit ge
weest. Maar ach, hoe gaat dat, die lui van
de marine en de luchtmacht trokken door
hun uniform toch al zo de aanda-ht en we
wilden niet, dat onze vrouwen en meisjes
met ons een slecht figuur zouden slaan als
we gingen wandelen of ergens gingen zitten.
We persten dus onze eerste battle-dress. dat
het een lieve lust was. In de rug van het
jasje legden we strakke plooien, heel wat
netter dan die infanteristen van tegenwoor
dig dat doen. en de vouw in de pantalon
werd mes-scherp, we zetten alle knopen ex
tra vast. we poetsten al het koper- cn leer
werk om te voorkomen, dat we bij de inspec
tie een drukker zouden krijgen en daardoor
ons Kerstverlof zouden verspelen.
En intussen praatten we honderd-uit over
wat we zouden gaan doen. De Cockney-jon
gens hadden het hoogste woord. Uit hun op
gewonden gesprekken kon je de conclusie
trekken, dat ze heel Londen op stelten zou
den zetten, pub in pub uit en iedereen ver
tellen hoe ze over Hitler en zijn kornuiten en
over de oorlog dachten. Nee. ze zouden wel
eens eventjes. Joe Stone ging naar Birming
ham. naar zijn schoonouders, bij wie zijn
vrouw logeerde. En ik ging naar Londen,
naar Gladys, mijn meisje, zoals u wel zult
begrijpen. Ze was verpleegster in een Lon-
dens ziekenhuis en ze had twee volle dagen
Kerstverlof, had ze me geschreven, en de
vinden, wel? Nou. wat is je antwoord Een
mooie jongen ben jij. Waarom wou jij fei
telijk Kerstfeest vieren. Om die lange straf
lijst van jou schoon te krijgen? Dat zal je
nooit lukken, die raak jij nooit meer kwijt."
Joc zei niets. Zijn gezicht was wit wegge
trokken en hij wipte wat heen en weer, van
zijn tenen op zijn hakken en van zijn hak
ken op zijn tenen. Hij had zijn handen diep
in zijn broekzakken en hij keek alsmaar naar
de sergeant.
Plotseling liep hij de kamer af. De ser
geant keek ons één voor één aan en het was
net alsof hij iets wou zeggen. En daar wacht
ten we ook op. Wij wachtten op: „Sorry jon
gens. ik kan er ook niets aan doen. De hoge
omes hebben het zo beslist. Zie er wat van
te maken". Maar er kwam niets, geen
woord. Zonder nog een mond open te doen,
verdween de sergeant.
dag
het
?rlof
klaar. Dat was dus dik in orde.
Zo hadden we allemaal onze pleziertjes-in-
het-vooruit. En één ding stond bij iedereen
op het programma: de eerste verlofdag sla
pen, een gat in de dag. Slapen in zo'n heer
lijk zacht bed als alleen burgers kennen en
waaraan we, de maanden, dat we 'onder
dienst waren, met heimwee hadden gedacht.
Ja. slapen en dan niet gewekt worden door
En daar zaten we dan die Maandagavond
op de kamer, toen de sergeant binnenkwam
cn daarover waren we het allemaal eens
cynisch zei: „Houd maar op met al dat
gepoets. het Kerstverlof gaat niet door." De
stilte, die toen viel. was beklemmender dan
die later aan het front in Frankrijk, voor
afgaande aan het hevige trommelvuur op
Duitse stellingen.
£T WAS mij alsof mijn adem werd af
gesneden. De Cockney-jortgens stonden
vis versteend. Hoe lang we daar zo be
wegingloos stonden weet ik niet. Het
scheen mij uren toe. Ik dacht: gebeurde
er maar wat. werd er maar luchtalarm ge
maakt. dan zouden we allemaal weghollen
naar de schuilkelders en was de spanning
gebroken. En toen. ineens, sprak Joo Stone,
de roodharige korporaal uit Denver, de woor
den. die hij ik herhaal het nooit had
moeten spreken: „Ik hoop, sergeant, dat jij
nooit meer Kerstverlof zal krijgen, hoe oud
je ook zal worden." Ik gilde: „Joe. houd je
mond. zeg niets meer." Maar het kwaad was
al gebeurd. De sergeant, die met zijn rug
naai Joc had gestaan, keerde zich langzaam
om. keek Joe recht in het gezicht, liep een
paar stappen naar hem toe en zei: „Zo. Joe
Stone, hoop jij dat. hm? Zo. zo. Is dat jouw
Kerstwens. Erg vriendelijk kan ik hem niet
rE WAREN natuurlijk allemaal op de
hand van Joe. Zo is dat nu een
maal. Nergens ter wereld ondervindt
het gezag, als het optreedt, steun. In
onze woede op de sergeant gingen we
Joe anders zien dan hij was. Nou ja, Joe
was wat de dienst betreft, wel niet zo'n bes
te. hij had een respectabele straflijst, met
een paar keer op het nippertje de krijgsraad
ontsprongen, maar hij had het toch maar
durven zeggen tegen de sergeant. En hij had
feitelijk op zijn manier vertolkt, wat we al
lemaal dachten, toen we hoorden dat het ver
lof niet doorging. Er was er geen, die dacht:
..Gunst, wat jammer!" De Cockney-jongens
waren het eerst over hun teleurstelling heen.
Twee dagen later vertelden ze tegen ieder
een. die maar wilde luisteren, dat Kerstver-
lof het ergste verlof is. dat je kan hebben
Niets aan, zeiden ze. wat moet je nu vijf'
dagen in Londen doen, om je dood te ver
velen. En wat gebeurt er dan? Je gaat pub
in pub uit. je raakt al je centen kwijt en
als het verlof om is. denk je: ..k Had beter
in het kamp kunnen blijven", zeiden de Cock
ney-jongens luidruchtig.
Ik schreef een lange brief naar Gladys,
schold op de legerleiding, op de Duitsers, op
de hele wereld en beklaagde mezelf van de
eerste tot de laatste regel. Maar als u ge
trouwd bent, weet u hoe meisjes zijn. ik
kreeg de kous op mijn kop. Ik heb de brief
van Gladys nog liggen bij al mijn spullen
uit de dienst en toen ik dit verhaal ging
schrijven heb ik hem nog eens overgelezen.
Het was van dik hout zaagt men planken.
..Jullie moesten je schamenschreef ze.
„Kennen jullie dan geen zelfbeheersing? Zijn
jullie al over je toeren als- het Kerstverlnf
wordt ingetrokken" Waar gaan we heen. Ik
vind het erg, dat jullie niet met de Kerstda
gen thuis kunnen zijn. Maar dat is alleen
nodig zo zie ik het met mijn vrouwenver
stand om er voor te zorgen, dat een vol
gend geslacht Kerstfeest kan vieren. Ik denk
aan jullie, ik hoop. dat jullie goede Kerst
dagen zullen hebben Die lieverd.
hadden goede Kerstdagen, beter
ve hadden durven hopen, na het
er een week tevoren was voor
gevallen. Drie dagen na die Maandag
avond was de stemming weer als voorheen.
We spraken niet meer over het voorval. Alleen
Joe Stone leefde nadien teruggetrokken. Hij
giing zijn eigen gang en bemoeide zich niet
met ons. Hij was ook wat veranderd, hij was.
hoe zal ik het zeggen, niet meer die branie
schopper, die hij voordien was. Maar we
vroegen ons wel af of hij ook op het Kerst
feest zou verschijnen. Toen het Kerstverlof
was ingetrokken organiseerden de dominee cn
de pater onmiddellijk een Kerstfeest, waarop
het hele bataljon compagnie-gcwijs was uit
genodigd. Iedereen zou gaan, dat wisten wc
van tevoren. Maar Joe was een vraagteken.
En we durfden er met hem niet over beginnen.
Maar Joe kwam! Toen ik de cantine bin
nentrad zag ik hem staan. Hij stond er wat
onverschillig bij. maar onverschilligheid hoor
de nu eenmaal bij hem. Vlak achter een
reusachtige Kerstboom, zo'n beetje aan het
oog onttrokken, had hij een plaats gevonden.
De dominee, die de dienst zou leiden was
dominee Harding, een reus van een vent,
die door het bataljon op de handen werd
gedragen nadat hij eens met één klap twee.
naar later bleek, spionnen tegen de grond
had geslagen Harding is de gehele oorlog
bij ons bataljon gebleven en na Churchill von
den we hem de grootste man. die de wereld
ooit heeft voortgebracht. Hij was het. die
in het Ardennen-offensief maar nee, dat
is een ander verhaal.
[-ARDING BEGON de dienst op z'n
Hardings. dat wil zeggen, bü psep
de koe direct bij de horens. Hij zei:
Ja. jullie denken natuurlijk, die
Harding kan met zijn verhaal naar de pomp
lopen, we zitten hier lekker warm cn wc
krijgen dadelijk alles gratis en dat is het
voornaamste. Ik zou precies zo denken als
ik in jullie vetleren laarzen stond. Ik geloof
zelfs, dat als ze mijn verlof hadden ingetrok
ken. ik met mijn kop tegen de muur was
gelopen van narigheid. Jonge, jonge, wat is
er toch een narigheid in de wereld, daar
kunnen wij, soldaten, over meespreken. Of
heb ik het mis? Natuurlijk heb ik het niet
mis. En je zou zo zeggen: wc komen cr niet
uit. Of komen we cr wel uit? Nou wat is
f;
jullie antwoord?" „Nee", brulde de hele can
tine, „nee". „Daar heb je het nou", vervolg
de Harding, „jullie schreeuwen nee. maar
ik zeg ja, ja, ja en nog eens ja. En dat
haal ik hieruit." Met beide handen pakte hij
de Bijbel, die op de lessenaar voor hem lag
en met beide handen hief hij hem hoog boven
het hoofd. „Zien jullie het goed?" vroeg hij,
„kijk er maar eens naar. Dat ik in alle narig
heid nooit met mijn kop tegen de muur zal
lopen, is omdat ik dat ene verhaal goed ken.
het verhaal ook geloof en het voortdurend
maar lees. En dat verhaal ga ik jullie ver
tellen. Luister goed. Het is de grootste Leger
order aller tijden". Hij legde de Bijbel weer
neer op de lessenaar en keek de cantine rond.
Een van de Cockney-jongens, die naast me
zat, fluisterde: „Nou zal er wat komen" en
hij lachte breed. Ik zag om me heen. Har
ding had de jongens te pakken. De gehele
cantine hing aan zijn lippen, was gespannen
naar wat er zou volgen.
Harding vertelde het verhaal over de Kerst
nacht. U kent het wel en ik hoef er dus
niet over uit te wijden. Toen kwam hij bij
de herders in het veld.
"AT WAREN dat nou voor jongens, die
herders," zei hij. „Jullie kent nog wel
vart vroeger dat liedje: „De herdertjes
lagen bij nachte" en dat woord herder
tjes veronderstelt iets heel moois, iets onge
schondens. Maar was dat nou wel zo. Wel nee.
laat je niets wijs maken. Die herders waren
helemaal niet van die brave jongens, integen
deel. dat waren van die ruwe. onverschillige
bonken, voor wie je beter uit de weg kon
gaan. Dat waren vechtersbazen, jongens, die
grove wóórden gebruikten en die. als ze nou
in deze tijd in dienst waren een straflijst
zouden hebben om van te rillen. Begrijpen
jullie me?"
De Cockney-jongen naast me kneep me in
de arm. Harding keek nog eens op zijn ge
mak de cantine rond. Ineens bleef zijn blik
op één punt gericht en hij lachte. De gehele
cantine keek in die richting. Daar stond Joe
Stone. „Ha. die Joe", riep Harding. „Blij dat
je er bent. Ik heb je nodig. Ik moet de
jongens hier duidelijk maken wat cr verder
gebeurde, want zij zijn niet zoals wij in Ame
rika geweest, dus ze begrijpen alles niet even
vlug. Jij bent ook een jongen, die niet gauw
op zijn tenen is getrapt en daar bof ik bij.
Ik ga nou zeggen, dat een van die herders
Joe Stone heette, dat is natuurlijk niet zo.
maar ik neem jou als voorbeeld om het hun
duidelijk te maken. Voel je 'm?" Joe Stone
zei niets cn Harding vervolgde: „Daar zit
dus die herder Joe Stone in het veld, mis
schien in de stilte van de nacht te overden
ken wat voor kwaad hij heeft uitgehaald in
zijn leven, misschien ook een plannetje uit
te broeden om een vent, die hij niet kan
zetten, een loer te draaien, en daar ver
schijnt ineens een engel en die zegt ook te
gen die Joe Stonc: Zie, ik verkondig u grote
blijdschap, die al de volken wezen zal. dat u
heden geboren is de Heiland, die is Christus
de Heer. En luister nou goed: een boodschap
voor alle volken wordt niet het eerst verteld
tegen de ministers, of tegen de generaals,
nee tegen Joe Stone, die als hij met jullie
zou dienen, een straflijst zou hebben om van
le rillen. Dat hoort nou die Joe Stone. Van
de Heiland wist hij wel iets. Zijn moeder
had hem daarover verteld. Hij was het al
leen vergeten, omdat hij dacht dat er ande
re dingen waren in het leven, die hij beter
kon onthouden. In die nacht zag hij zijn fout
in. Toen vielen hem de schellen van de ogen.
En toen wist hij nok. dat dat slechte leven
van hem in een beter leven kon overgaan.
Dat er veranderingen op komst waren, die
ook op hem invloed konden hebben. Dat hij
MSB "**i. vechtersbaas een goed mens kon
'AT ER TOEN GEBEURDE, weet ik
liet meer precies. Het gebeurde alle-
naal te snel. Ik hoorde iemand hard
lopen cn ineens zag ik Joe Stone naast
Harding staan en ik hoorde hem zeggen:
„En die herder Joe Stone wist toen ook.
dat al had hij een straflijst om van te rillen,
die straflijst weer schoon zou worden als
had er geen straf opgestaan."
„Juist, Joc!" riep Harding en hij sloeg zijn
fs"hetH^m!",e'S schouders' '-i"'51- jongen, dat
„Is de sergeant hier." riep Joe Stone.
k'onk het van achter uit de cantine.
„Heb je het gehoord van de straflijst?"
„Ja. Joe. gelukkig voor je."
Nog eenmaal interrumpeerde Joe voordat
Harding zijn preek kon vervolgen. Hij lach
te. toen hij wel zacht, maar toch voor ieder
een hoorbaar zei: „Niet bij de minister of
bij de generaal, maar de boodschap het eerst
Het
land teruggekeerd. Ik' ben af jaren getrouwd,
maar altijd als het Kerstfeest gaat worden
en ik lees Gladys het Kerstevangelie voor
dan lees ik nooit de herders, maar»altijd:'
en in dezelfde landstreek waren Gladys
en John, die zich ophielden in het veld
en een engel zeide tot hen: Vrees niet, wanj
ik verkondig u grote blijdschap.