Krijn Verwoerd
Aanvaard wat wij bedoelen
X i-flnirtt
a
EN HET K1NU
Het is de tijd niet die is we er gekomen,
wij zelf staan veel te ver van ons bezit
en denken nog aan lang vervlogen dromen:
een Kerstfeest liefst met sneeuw, zo blinkend wit.
De tijd komt niet terug wanneer vervlogen,
hij slechts herinnering ons overlaat,
het Kind kijkt niet naar ons met blauwe ogen,
omdat het feit zich niet herhalen laat.
Wij zouden graag de krib nog even voelen,
en bij gebrek er aan is nu het groen,
vergeef ons dit, aanvaard wat wij bedoelen:
dit feest elk jaar in blijdschap overdoen.
JAN STOLK.
TjyAT begrijpt een stadsmens van
een boer? Niet veel. En wat weet
een stedeling van wat er in een
boerenkop omgaat, wanneer een boer
in hart en nieren, zijn veebeslag
beschouwt? Niks, niemendal!
Hij stond daar op de deel Breed
en wijdbeens en keek de rij langs,
Krijn Verwoerd, eigengeërfde boer,
met vier kruisjes op zijn rug, een
dikke veertig bunder best land van
Gods wereld, die hij de zijne placht
te noemen en met het neusje van de
zalm aan vee op stal.
Er groeide een grote tevredenheid
in Krijn Verwoerd, terwijl-ie gedach
teloos tussen de horens van een koe
krauwèlde. Hij luisterde met welbe
hagen naar de geluiden. Zij steunden,
de dieren, staarden dom verwonderd
naar hun baas, snoven, puften of
neurden zacht voor zich heen.
Het klonk Verwoerd als muziek in
de oren; mooier dan een volmaakte
symfonie. Hij liep langs de stallen,
kalm, zonder haast, alsof het geen
Zondagavond was en alsof in het
dorp niet vele voeten zich repten om
de verschillende wegen af te trappen,
die naur het kerkje leidden.
Bij de laatste koe bleef Krijn
Verwoerd staan. Hij streelde de kop.
,,Gij gaat vertrekke Zoetje", mur
melde hij. „Ge zijt immer een me-
rakel beste gever gewiest, mar ge
wordt te oud Niks aan te doen.
Afijn, bij Japje de Krekel zul de't
alevel goed hebben".
Als antwoord besnuffelde het dier
de mouw van zijn jas, zette haar
oren wijd uit, flapperde er mee en
stak vervolgens bedaard haar tong
in haar neus; afwisselend van het
ene gat naar het andere
..En", dacht Verwoerd, terwijl-ie
verder liep, „En Zoetje brengt nog
goed ^eld op ook. Ja. Japke de-
Krekel heb ik lelijk te graze. Zeker
vijftig gulden boven de marktwaarde.
Ik ben er best mee, met dat Zoetje..
Nee zwarte, nu niet zeuren", zei-ie
tegen een paard aan de andere kant
van de deel, dat zacht hinnekend om
wat haver bedelde.
Nog een laatste blik sloeg hij in de
aparte stal, waar een vaars stond, die
vanmiddag gekalfd had en die hem
eveneens van zijn Zondagmiddag-
slaapje had afgeholpen. Krijn betast
te de oren van het moederdier. Ze
voelden niet koud, dus koorts zou ze
niet hebben.
rrOEN pas drong het tot Verwoerd
1 door, dat zijn plaats in de kerk nog
steeds onbezet was.
Nu kreeg hg haast, draaide de
lichten uit, liep snel over de deel.
Juist wilde hij het laatste lichtpunt
doven, toen zijn blik viel op een
rechthoekig vlakje, dat op de cemen
ten deelvloor lag. Verwoerd raapte
het op en bezag het ding. Een kaart.
Een Zondagschoolkaartje Er klom
schielijk een drift in Krijn Verwoerd
omhoog, omdat Keesje die kaart zo
zorgeloos verloren had, maar de voor
stelling op de kaart dped zijn drift
even vlug ineenschrompelen als die
gekomen was. Een kribbe met het
Kind, herders, dieren, een schaap,
een ezel
„Zeg Kr^jn. ben jij nu nog hier?
De anderen zijn allang weg!" klonk
plots de verbaasde stem van vrouw
Verwoerd. Ze stond met een dikke
das om aan de deeldeur.
..Jaja", mompelde Verwoerd, „ik
ga al., tot straks en pas vooral op
voor tocht!'
II IJ kwam schromelgk te laat. Ge
lukkig dat zijn plaats achterin was,
Éodal U| zonder veel ruchtbaarheid
de bank in kon schuiven.
Het was behaaglijk warm in de
kerk. Verwoerd's voeten zochten gre
tig de buis van de centrale verwar
ming. Hij keek rond. Keesje, Jan en
Mient.'e zaten stil op hun plaatsen.
Even bleef zijn oog rusten op Japke
de Krekel twee banken schuin voor
hem Een magere kop, waarover een
leven van zwoegen diepe voren had
getrokken. En Japke's jas werd ook
kaal, zag Krijn. Geen wonder ook. 't
Was maar een klein keuterboerke,
dat Japke de Krekel. Een, die moest
ploeteren zo lang 't dag was om het
hoofd bovenlater te houden.
De dienst vorderde gestadig. Ver
woerd deed mee. Met z'n mond als
er gezongen moest worden en met
z'n hand wanneer er gecollecteerd
werd. Maar zijn aandacht was er
toch niet voor de volle honderd pro
cent bij: Verwoerds voeten waren
heerlijk warm geworden en de misge
lopen middagdut sloop vanuit zijn
voeten langzaam naar boven!
Hij wilde niet slapen. Krijn Ver
woerd. Het paste niet en wat moesten
zijn drie kinderen denken als ze
achterom keken?
Hij wilde luisteren en keek langs
een dameshoed heen naar de dominee
op de kansel. Advent. Alles richtte
zich op het Groot Gebeuren. Ook de
preek.
En toch hield Verwoerd het niet
vol. Zijn aandacht verslapte. De tus
senzang drong zijn slaap een eind te
rug, maar toen alleen de stem van
de dominee weer '-.lonk, hervatte de
loomheid zijn trage, doch onweer
staanbare aanval.
Verwoerd lodderde wat door zijn
leesbril. De vijf lampen, die tot op
vier meter vanaf het kerkplafond
langs dunne koorden waren afgedaald,
projecteerden zich in zijn brilleglazen
als sterren. Hij keek er naar met
iets in zich van kinderlijk plezier. De
zesde lamp ging schuil achter de
dameshoed voor hem.
Dit hinderde Krijn Verwoerd niet,
want ook de vijf andere sterretjes
waren uit zijn brilleglazen verdwenen
Er voor in de plaats straalde nu één
grote, heldere ster.
V/REEMD, nu was ineens ook de kerk
verdwenen en Krijn Verwoerd
liep op zijn klompen onder de blote
hemel en tuurde naar die ene ster,
die nog steeds toenam in helderheid.
En Krijn liep maar. Hij wist
waar-ie naar toe ging. De ster stond
immers boven de stal. 't Verwonder
de hem daarom helemaal niet, dat
er meer mensen liepen, allemaal op
weg naar de stal. Nog steeds groeide
het aantal aan. Hij zag er bekenden
bij, die hij toch niet thuis kon bren
gen.
Reeds van verre zag hij dat het
druk was bij de deur. Hij haastte
zich nog meer, drong wat naar vo
ren. Gelukkig, er was nog plaats ge
noeg. Achter hem schoof Japke de
Krekel naar binnen. Kleintjes, ge
kromd, gewend om anderen voor te
laten gaan.
Krijn Verwoerd ging op zijn tenen
staan om alles goed te kunnen zien.
't Verbaasde hem niet eens, dat de
stal van Bethlehem zo veel leek op
zijn eigen deel.
Toen zag VerNvoerd Het Kind in de
kribbe! De herders er omheen, de
voot, hun doorploegde gezichten om
kranst met baarden. De dieren. Wa
rempel daar stond Zoetje ook! Zij
flapperde met haar oren en haar
grote goedige oogbollen waren wijd
en op het Kind gericht.
Er begon iets te trillen in Ver
woerd's hart. Een huiverende vreug
de. Dat hij hier bij mocht zijn! Bij
het Kind, Gods offer aan een wereld
verloren in schuld. Nog machtiger
golfde de blijdschap door hem heen.
Al voller werd de schuur.
,,We moeten toch zingen", wilde
Krijn zeggen, maar hij bracht geen
geluid voort.
Toen gebeurde het wonderlijke. Het
Kind keek hem aan en schudde bijna
onmerkbaar van nee.
Het was of een kille hond zich om
Krijns hart legde De vreugde doofde.
Hij voelde zich zelfs geraakt. Hij had
nog wel willen zingen! Ere zij God.
Zo hoorde het immers.
Plots zag-ie Japke de Krekel weer.
Het mannetje was waarlijk tot vlak
voor de kribbe gescharreld, zo maar
met z'n versleten jas aan. Hij vouw
de zijn handen, knielde eerbiedig
neer, diep voorover gebogen. Ver-
woerd zag duidelijk de ronding van
zijn magere rug.
Nu gingen ze allemaal knielen, in
de stal. 't Leek of Japke het teken
had moeten geven. Alleen Verwoerd
stond nog. Hij wilde vlug het voor
beeld volgen, maar zijn spieren luis
terden niet naar zijn wil. Ze bleven
strak en zijn knieën stram. De
vreugde woei geheel weg bij Krijn.
Iets beklemmends kwam er voor in
de plaats. Nogmaals probeerde hij
het, maar zijn knieën wilden niet
buigen. En Krijn Verwoerd stond
daar maar, terwijl iedereen gebogen
lag. Hulpeloos zochten zijn ogen het
Kind. Hij wilde iets vragen. Vragen
waarom-ie niet kon knielen en de
anderen wel, maar geen woord kwam
er over zijn lippen.
De wanhoop groeide, zwol., totdat
het Kind zijn hand ophief en gebaar
de naar de gebogen Japke de Krekel
en naar Zoetje, die zacht haar kop
schuurde langs de wand van de stal.
Dan vingen de ogen van het Kind die
van Krijn Verwoerd en Hij keek hem
lang aan, lang, zolang totdat Krijn
begon te begrijpen. Ja 't werd hem
eensklaps glashelder. Hij knikte tegen
het Kind en ervoer met blijdschap
dat de stijfheid in zijn benen er niet
meer was. Nu kon hij knielen. Krijn
Verwoerd deed het. Hij zocht naar
woorden van dank stamelde.. On
verwachts was er een groot gezang.,
luider, luider. Iedereen in de stal
ging staan, zong mee. Al duidelijker
werd het lied..
Verwoerd keek in verwarring om
zich heen. De kerk was terug. De
mensen, de lampen. Schuin, twee
banken voor hem uit, zat Japke de
Krekel. Met overgave zong hij: ,,Hoe
zal ik U ontvangen, hoe wilt Gij zijn
ontmoet?'"
Verwoerd zong niet. Hij luisterde
maar De slaap soezelde nog door in
zijn brein. Nietemin vond het lied
weerklank in zijn hart. Naast hem in
de bank werd heimelijk gegicheld. Het
deerde Krijn niet. De droom werkte
na. Werktuigelijk stond hij op, luis
terende naar de zegen en dacht aan
het Kind..
11E AVOND sloeg donker en koud
neer op Krijn, toen-ie de trap
pen naai de dijk besteeg. De
noordenwind verdreef het laatste
restje slaap. De nuchterheid in zijn
denken kwam terug. Zijn hand vond
de Zondagschoolkaart van Keesje in
de jaszak. „Zie je wel 't Was duide
lijk Die kaart had hem door het
hoofd gespeeld. Heel normaal, 't Was
niets anders dan een droom".
Toch was Verwoerd er zó door ver
vuld. dat hij vergat om op zijn kinde
ren te wachten. De kraag hoogopge-
slagen, sloeg hij de weg in naar huis.
„Onzin was het om overstuur te zijn
van een droom!"
Maar het lukte niet. De herinnering
wilde niet wijken. Hij had mot kun
nen knielen. Onmogelijk! Niet kun
nen knielen voor Het Kind.
Krijn Verwoerd stond stil. 't Was
alsof hij de ogen van Het Kind we
derom op zich voelde, toen hij terug
keerde op zijn schreden en opmerk
zaam het voorbijgaande kerkvolk
monsterde.
Daar kwam Japke de Krekel al.
Krijn liep gelijk met hem op. Zwij
gend eerst, dan: „Japke. ik weet dat
't niet de gewoonte is om op Zon
dag over handel te prate".
„Nee. waarachtig nie." viel het
manneke hem onmiddellijk bg.
„Maar vandaag doe ik 't toch,
Japke. Als ge morgen Zoetje komt
halen, breng dan zestig guide minder
„Wa.. wablief?" stotterde Japke de
Krekel. „Zestig guide minder, mar
mar we ware ommers geakkordeerd
„Ja, ik weet 't. M.jr doe wat ik
oe gevraagd heb, Japke. Ge bewijst
er mij een grote dienst mee", zei Ver
woerd zacht en beende snel weg.
Japke de Krekel ging ook zijna
weegs, blij, maar niet begrijpend.
Och, Japke kon ook onmogelijk we
ten dat Krijn Verwoerd deze avond
Het Kind ontmoet had.
SS6I aaawaDsa li aviasyvuNoz
rAHNi»AtiMH,Ai» 17 DECEMBER 1^55
Correspondentie en oplossingen
aan de heer H. J. J. Slavekoorde,
Goudrcinctstraat 125, Den Haag.
Titelraatch Donner-Ëiuve
1N de laatste week van December (27
t/m 30) en de eerste week van Januari
<2 t/m 7) zullen Jan Hein Donner en Dr.
Max Euwe een tweekamp van 10 par
tijen spelen, waarvan de inzet zal zijn de
titel persoonlijk kampioen van Neder-
Er bestaat alle reden aan deze match
bijzondere aandacht te wijden. Reeds de
volgorde waarin de namen worden ge
noemd is belangwekkend. Want voor het
eerst sedert 1921 het jaar waarin Dr.
Euwe voor het eerst de nationale titel
verwierf moet de ex-wereldkampioen
proberen de titel te herwinnen, na ver
slagen te zijn.
Men zal zich stellig nog wel herinne
ren, dat Euwe in 1954 de titel verloor
aan Donner, maar deze nederlaag gaf
hem, als verslagen kampioen, het recht
na een jaar een titelmatch met de nieuwe
kampioen te spelen. Hoewel Dr. Euwe,
onmiddellijk na afloop van het kam-
pioenstournooi, verklaarde dat hij er
niet aan dacht van dit recht gebruik te
maken, is hij toch op deze beslissing te
rug gekomen.
Als nationaal kampioen heeft Dr. Euwe
een carrière welke uniek is Hieronder
geven wij een lijstje van de tournooien
en matches waarin hij om de titel heeft
gespeeld.
Nijmegen 1921: 1. Euwe 54 uit 7; 2.
man 74.
Amsterdam 1929: 1. Euwe 84 uit 9;
2/3. I^andau en Weenink 7.
Den Haag 1933: 1. Euwe 8 uit 9; 2.
Van den Bosch 7.
Rotterdam 1938: 1 Landau 74 uit 9;
2. Van Doeeburgh 6. In dit jaar verde
digde Dr. Euwe zijn titel niet. Hij was
toen wereldkampioen.
Amsterdam 1938: 1 Euwe 9 uit 11; 2.
Cortlever 8.
Na deze periode van tournooien volgde
een tijdperk van matches. Men was van
oordeel dat het krachtsverschil tussen
Euwe en de overige Nederlandse spelers
zó groot was. dat t beter was hem een
match te laten spelen met- de nó hem
sterkst geachte Nederlandse speler Zo
hebben er dus na 1938 een aantal voor-
wedstrijden plaats gevonden, waarvan
dc winnaar een titelmatch met Dr. Euwe
mocht spelen. Deze matches verliepen
1939: EuweLandau 74—24.
1942: Euwe—Van Hoek 8—2.
1917: F.uwe—Van Scheltinga 54—24.
1949: EuwePrins (niet gespeeld;
Prins trok zich terug).
Hierna is men weer teruggekeerd tot
het systeem der tournooien. Hiervoor be
stonden deugdelijke redenen. Allereerst
was de invloed van Euwe op de toplaag
der Nederlandse schaakgemeenschap dui
delijk merkbaar geworden. Er had zich
zo langzamerhand een hele reeks van
sterke jonge spelers ontwikkeld, die
weliswaar niet van dezelfde speelkracht
als Euwe waren, maar toch merkbaar
minder ver van hem afstonden dan 10 of
15 jaar tevoren het geval was. Het is
begrijpelijk, dat deze opkomende krach
ten er prijs op stelden hun krachten in
een direct gevecht met Euwe te meten.
Daarnevens werd het argument gehan
teerd. dat het juist voor deze jongeren
van eminent belang was zich eenmaal
in de twee jaar met Dr. Euwe te kun
nen meten. Aan zijn ervaring en speel
kracht zouden zfj zich kunnen optrek
ken. Er waren ook minder vriendelijke
stemmen. Men beweerde dat het niet
Juist was Dr. Euwe een „beschermde"
positie te geven door hem niet bloot te
stollen aan het titel-tournooispel. met
alle wisselvalligheden daaraan verbon-
Hoe dit ook zg. het Bestuur van de
K N S B. overlegde de zaak met Dr. Euwe
en deze, sportief als steeds, stemde er
mede in. dat in den vervolge de utel
weer in een tournool zou worden be
twist.
Men moet zich realiseren, dat Dr.
Euwe hiermede inderdaad een aantal
nadelen op de koop toe nam Afgezien
nog van de omstandigheid; dat het
malchspel Euwe beter ligt dan het tour-
nooispel, is het een onbetwistbaar feit,
dat het spelen in een toumooi altijd fac
toren kent, welke in het matchspcl af
wezig zijn.
Indien er in een toumooi twee kans
hebbers zijn, dan kan het gebeuren dat
de een sommige tegenstanders in bijzon
der goede vorm ontmoet en van hen
bijzonier zware tegenstand ondervindt,
terwijl de andere cancHdaat zo fortuin
lijk is diezelfde tegenstanders in minder
goede conditie te ontmoeten en daarom
wat gemakkelgker van hen kan win
nen Deelnemers die zeer wisselvallige
resultaten hebben kunnen de resultaten
van anderen vaak op zeer ongewenste
wijze beïnvloeden. Wil men het anders
formuleren: een match is een zuiverder
krachtmeting dan een toumooi.
Voor Euwe gold bovendien dat hij
roods zo lang de onbetwiste titelhouder
was. Zó lang. dat men op grond van de
waarschijnlijkheidsrekening ging rede
neren eens moet er toch een eind aan
zijn overwicht komen; waarom zou dat
moment nu niet gekomen zijn; Daarom
werd de strijd van jaar tot jaar moei
lijker voor Euwe. Begrijpelijkerwijze
gingen de concurrenten zich meer en
meer op hèm concentreren. Het winnen
van Euwe werd belangrijker dan het
behalen van de titel.
En Euwe wordt er niet jonger op, al
zal men hem zijn 54 jaren nauwelijks
geven. Ook hierin schuilt een toenemen
de handicap voor Euwe. Zijn tegenstan
ders zijn jonger, soms veel jonger, dan
hij. Zij hebben een groter uithoudings
vermogen en een grotere veerkracht. Zij
herstellen zich sneller van een ver
moeiende partij. Zij kunnen zich wat
sparen op de dag voorafgaande aan hun
partij tegen Euwe. Maar Euwe kan dit
niet doen. want iedere deelnemer stelt
er een -eer in juist tegen Euwe zo goed
mogelijk voor de dag' tc komen.
En dan ten slotte: Dr. Euwe heeft me
nigmaal om de kampioenstitel gespeeld
eigenlijk: moeten spelen terwijl hij
daarnevens zijn normale dagtaak als
leraar vervulde. Onmiddellijk zg erkend,
dat ook andere deelnemers aan de kam
pioenswedstrijd wel hun gewone dag
taak bleven vervullen. Maar toevallig
gold dit nu juist niet voor de zwaarste
concurrenten. Deze konden tijdens het
kampioenstournooi de hele dag uitrusten
en zich degelijk voorbereiden, terwijl
Euwe voor de klas stond en zich na af
loop der lessen op een holletje naar het
speellokaal pi oost spoeden.
Het is begrgpelijk dat dc spanningen
welke uit het vorenstaande konden ont
staan en ontstaan zijn, eenmaal tot een
mislukking moesten leiden. En deze mis
lukking kwam in 1954. Het lijstje na de
periode der matches luidt als volgt:
Amsterdam 1950: 1. Euwe 94 uit 11;
2. Van Scheltinga 74
Amsterdam 1954: l. Donner 8 uit 11;
2/3. Cortlever en Euwe 7.
En zo staan we dan nu aan de voor
avond van de match DonnerEuwe. de
match waarin Euwe zal beproeven re
vanche te nemen voor de teleurstelling
van Amsterdam 1954. Voor de eerste
maal sinds 1921 krijgen we een titelmatch
waarin de verslagen kampioen moet
trachten het verloren terrein te her-
De kansen? Och, wij houden het on
voorwaardelijk op Eiiwe en we zijn hier
in de enige niet. Euwe mag dan de titel
verloren hebben, men beschouwt hem in
Nederland (en daarbuiten) toch altijd
nog als de sterkste speler van ons land.
Maar een mening helpt thans niet Nu
moet aangeland worden wie de sterkste
is. En daarbij geven wij. zoals wg zei
den. Euwe de beste kans. De winstmar
ge zal misschien niet groot zijn: 2 of 3
punten wellicht. Als Donner het hoofd
koel houdt zal hg waarschijnlijk het me
rendeel der partgen wel remise kunnen
houden. Men mag niet vergeten, dat
Donner nog nooit een partij van Euwe
heeft gewonnen, al hebben zij samen
reeds 16 partijen gespeeld.
Er is aan deze match nóg een merk
waardigheid Men zal hierin nl. geen af
gebroken partijen te zien krijgen. De
spelers zijn overeengekomen dat in elke
partij zal worden doorgespeeld totdat zij
ten einde is. Weliswaar zal na 5 uur, na
7 uur, enz. spelen een rustpauze worden
ingeschakeld, doch dit is geen afbreken
ing. Zg die deze rubriek gen
geld lezen zullen weten, dat het ons
steeds hindert, dat tijdens de periode
dat afgebroken partijen „hangen", beide
spelers naar hartelust de bijstand van
anderen kunnen inroepen. Het helpt
niet dat men dit onsportief noemt Het
gebeurt tóch en zelfs officieel Want in
de grote internationale tournooien ko
men de apelers niet alléén, doch verge
zeld van een secondant, wiens taak het
o.a. is mede te helpen bij het analyseren
van hangpartgen.
JHHH
n-handicap op zich. want hg is
het, die de vermoeienissen van het lang
doorspelen het zwaarst zal gevoelen.
Maar het bewustzijn een zo zuiver mo
gelijke krachtmeting te bevorderen, en
de zekere wetenschap, dat hij elke nacht
rustig zal kunnen slapen, niet gehinderd
door dc problemen van oen afgebroken
partg, zullen by hem stellig dc doorslag
gegeven hebben.
Voor degene, die er aan mocht twgfe-
len of Dr. Euwe wel de beste kans op
de overwinning heeft, wijzen wij er op
Euwe speelt ditmaal geheel In de vacan-
tie Hij zal «lus vrij zijn van de handicap
van het dagelgks werk. en dus ook in
dit opzicht dezelfde kansen hebben als
zgn tegenstander.
De speejdata noemden wij reeds. De
match vindt plaats m Den Haag. in het
Sïbouw van dagblad „Het Binnenhof',
age 1 ijks wordt gespeeld van 17.30 uur
af. Slechts op Zaterdag 7 Januari wordt
rcMïds om 14 30 uur begonnen. De match
zal worden geleid door de heer G. W.
J Zittersteyn.
Commentaar van lowm
De goedmoedige uitdaging welke wg
onze lezers in dc rubriek van 19 No
vember Jl voorzotten., heeft betrekkeiyk
weinig oplossingen maar des te meer
commentaar opgeleverd Stellen wg
voorop, dat alrchts één lezer, de beer
J. van Viegen uit Zwijndrecht alle drie
de oplossingen volledig en overeen
komstig de bedoelingen heeft inge
zonden. Maar verscheidene anderen, die
afwijkende oplossingen hadden ingezon
den. laten het er niet bij zitten. Of Uw
redacteur maar zo vriendeiyk wil zyn
aan tc tonen dat zij ongeiyk hebben En
daar zit Uw redacteur met een hoeveel
heid „problemen", groter cn Ingewikkel
der dan hy ln dit drukke seizoen ge
bruiken en verwerken kan
De critiek op de eerste opgave (Schap-
per -N N 1 is gemakkelijk te beant
woorden. Verscheidene oplossers hebben
luidde „Wit
betekent dus, dat men moet trachten
te vinden hoe die partijstelling in wer-
kelijklu-id verder is afgewikkeld. Dit
hehoeft niet noodzakelijkerwijze te be
tekenen, dat de verliezende partij steeds
de allersterkste voortzetting heeft geko
zen. In het onderhavige geval had
zwart zich na 1. f4 inderdaad sterker
kunnen verweren met 1Pxe4. Het
gaat er in dit soort opgaven gewoonlijk
om dat men ontdekt welke dreiging de
winnende party heeft en hoe die (ver
moedelijk) geëffectueerd is. Wij erken
nen intussen gaarne, dat het minder
prettig is indien men tot de conclusie
moet komen dat de verliezende party
de dans had kunnen ontspringen.
Hot probleem van G. Ernst heeft ern
stiger critiek te verduren gehad. Waar-
om. zo schrgven enkele lezers, die lange
weg met de loper over a6, e8. a7 en a4
naar c2? Waarom niet: 1 Kf7 Dbl; 2
Lc2 Dd3; 3. Ldl Dbl: 4 Lc2 onv.; 5 Pb5
of Pxf5 mat. zoals o.a. de heer A. Bak
ker uit Slikkerveer en S. v. d. Marck
uit Scheveningen vragen. En waarom
niet 1. Kg5 Dbl; 2. Tc3 Dd3; 3. Pxd7
Dbl; 4. Pc5 onv.; 5. Pb5 of Pe6 mat.
voegt de heer Bakker er nog aan toe.
En waarom niet 1. Tc6 Dbl; 2 Tc3 Db6,
3. PcCt Dxc6; 4 Txc6 dxc«; 5. Pb7 c5;
8. Pd8 c4; 7. Pe6 mat, vraagt de heer v
d. Marck en voegt er nog enkele varian
ten aan toe. De heer Seg&ar uit Leiden
komt voor de dag met 1 Tel Dbl; 2. Tc3
Db6; 3. Pc6t DxcC; 4. Txc6 dxc6; 5. Pb7
c5; 6. Pd8 c4; 7 Pe6 mat, eigenlgk dus
hetzelfde idee als dat van dc heer v d.
Wc zijn verbluft over het v?rnuft van
onze lezers. En de bron waaraan wg du
probleem ontleenden helpt ons ook al
r.iet. In de spaarzame tijd welke wg aar.
hot Lc:tuderen van dezncvenflplossin-
gen konden besteden hebben wij geen
weerlegging kunnen vinden. Betekent
dit, dat de heren Bakker, v. d. Marck en
Segaar gelijk hebben? Het ziet er naar
uit, maar wij twijfelen nog. Wie van on
ze lezers helpt mee naar het zoeken van
weerleggingen?
De stelling van dit probleem was als
volgt;
Wit Kf6, Tc7, Lfl. Pd6, Pe5 pionnen
d2. f3 en f4 (8..
Zwart: Kd4, Dd3. pionnen d6. d7 en
lossingen goedgekeurd moeten worden
De derde opgave (Eindspel van Di-
drichson) heeft geen moeilgkheden op
geleverd.
Al met al waren de op 5 November
gepubliceerde opgaven nu niet bepaald
dc meest geschikte om een aantal pien
tere oplossers mee uit te dagen. Maar
één voldoening hebben wg toch Degenen
voor wie de uitdaging in werkelijkheid
bestemd was. hebben gezwegen!
Onze tweede opgave uit de rubriek
van 19 September jl (Partijstcllmg
SpasskyKorchnoi) heeft eveneens vele
pennen in beweging gebracht. Terecht
wijst men er op. dat 1 Dh2ü niet wint
maar dat het antwoord 1 Dxelt 2
Lxel Tflt; 3. Dgl Txglt; 4 Kf7 een heel
ander beeld, misschien zelfs wel winst
voor zwart, te zien zou hebben gegeven.
Hiermede hebben wijgdan de belang
rijkste opmerkingen van de laatste we
ken dc revue laten passeren. Aan alle
schrgvers hartelijk dank voor de be
toonde belangstelling. We hopen nu nog
op een aantal critische beschouwingen
anlciding van het probleem van
VAN A TOT Z
De oplossingen
luiden. Elk woord begint steeds 1
laatste letter van het voorgaande
woord. Tussen haakjes is aangegeven
uit hoeveel letters het gevraagde
woord bestaat. Bg goede oplossing
vormen de letters in het midden van
boven naar beneden gelezen een muzi
kant.
Afbeelding van een persoon 7
energie die een machine oplevert <9>,
loterijspel met voorwerpen als prijzen
(7). kaartenboek (5). soort pruim (7),
gaping (61, oprecht (6), mank <7ver
wonding 16', werkschuw mens <7
donker (7). halfronde toren (7fig.
grote neerstorting (6». weldra (7). knus
18alledaags (6>. rijgsnoer <61, leuk
(61, roofvogel (4), vierkantje (4)
Inzendingen per briefkaart voor a.s.
Donderdag aan bureau van dit blad ln
de linkerbovenhoek aan dc adres/ijde
vermelden: „Pnzzle-oplossing".
Er zijn drie pi ijzen; 1 5 -; 2 2,50;
3 2 50
Oplossing kruiswoord
raadsel 10 December
Horizontaal: 1 Kaliber. 7 Dec. 8 do.
9 grof. 11 kom. 13 MO. 14 damp. 15
om. 17 loon. 19 mee, 21 eel. 22 tobbe.
23 ara. 24 loo. 26 lord. 29 tc. 30 drop.
32 ra. 34 aan. 35 most. 37 N N 38 duo
39 oogglas
Verticaal: 2 Ara. 3 idool. 4 bef. 5
Ee. 6 pompelmoes. 8 dom. 10 RM 11
kancel. 12 commandant (kommandant),
14 do. 16 me. 18 omber. 20 etalon. 25
OT„ 27 op. 28 droog. 31 Ran. 33 as.
35 mug. 36 tra. 38 do
Hieronder volgen dc oplossingen der
opgaven, gepubliceerd in onze rubriek
van 3 December jl.
1. Partystelling TeschnrrFlad: 1. Pf5!
en zwart gaf het op. want het paard kan
wegens Dg5t niet geslagen worden. An
derzijds dreigt niet alleen Ph6 mat doch
ook Dh6. De enige verdediging is 1.
f8. maar dan wint wit door 2. Pxe7t
de kwaliteit en een pion.
2. Partij!, telling Sigmund—Eret: L
Pxg3ü Hierna krijgt men een hele reeks
matbcelden, bgv. 2. hxg3 Txg3t of 2. f3
Pxflt. enz. De hoofdvariant luidt: t.
I.xdS Pr4t 3. Khl Pxf2t! 4. Txf2 Txdlt
5. TT1 Tdxfl mat. Dit zgn pas 5 zetten
zult U zeggen, maar wit kan één zet uit
stel krggen door 2. Dxg7t!
3. Partystelling SplelmannWahle: L
Txe7Ü Dxe7 2. I»f3 Kg7 3. Pce4 dxe4 4.
Pxe4 De€ 5. I.xfKf KgK 6. Df4 Eerst
deze laatste zet recht van rctigt de com
binatie. omdat er geen verdediging is
tegen 7. Dh6. Zwart gaf het dan ook op.
Onze opgaven
De opgaven van deze week ontlenen
wij aan een nieuw boek ,1001 brilliant
chess sacrifices and combinations". Niet
al tc moeilijk maar juist moeilijk genoeg
om niet al te ervaren schakers aange
naam bezig te houden.
Stelling 1
*1
AA tAA
A A>
m
RÜ SÜ B
ia A
At*- m m1
V
t: wint
Stelling 3.
A A
AA AA
A
BABA» m
m ha0
AK B B 73
u m 1
Stelling 4.
X
toxBij; AA
omn m n
AA
mwm ARA
BAH