Krijn Verwoerd Aanvaard wat wij bedoelen X i-flnirtt a EN HET K1NU Het is de tijd niet die is we er gekomen, wij zelf staan veel te ver van ons bezit en denken nog aan lang vervlogen dromen: een Kerstfeest liefst met sneeuw, zo blinkend wit. De tijd komt niet terug wanneer vervlogen, hij slechts herinnering ons overlaat, het Kind kijkt niet naar ons met blauwe ogen, omdat het feit zich niet herhalen laat. Wij zouden graag de krib nog even voelen, en bij gebrek er aan is nu het groen, vergeef ons dit, aanvaard wat wij bedoelen: dit feest elk jaar in blijdschap overdoen. JAN STOLK. TjyAT begrijpt een stadsmens van een boer? Niet veel. En wat weet een stedeling van wat er in een boerenkop omgaat, wanneer een boer in hart en nieren, zijn veebeslag beschouwt? Niks, niemendal! Hij stond daar op de deel Breed en wijdbeens en keek de rij langs, Krijn Verwoerd, eigengeërfde boer, met vier kruisjes op zijn rug, een dikke veertig bunder best land van Gods wereld, die hij de zijne placht te noemen en met het neusje van de zalm aan vee op stal. Er groeide een grote tevredenheid in Krijn Verwoerd, terwijl-ie gedach teloos tussen de horens van een koe krauwèlde. Hij luisterde met welbe hagen naar de geluiden. Zij steunden, de dieren, staarden dom verwonderd naar hun baas, snoven, puften of neurden zacht voor zich heen. Het klonk Verwoerd als muziek in de oren; mooier dan een volmaakte symfonie. Hij liep langs de stallen, kalm, zonder haast, alsof het geen Zondagavond was en alsof in het dorp niet vele voeten zich repten om de verschillende wegen af te trappen, die naur het kerkje leidden. Bij de laatste koe bleef Krijn Verwoerd staan. Hij streelde de kop. ,,Gij gaat vertrekke Zoetje", mur melde hij. „Ge zijt immer een me- rakel beste gever gewiest, mar ge wordt te oud Niks aan te doen. Afijn, bij Japje de Krekel zul de't alevel goed hebben". Als antwoord besnuffelde het dier de mouw van zijn jas, zette haar oren wijd uit, flapperde er mee en stak vervolgens bedaard haar tong in haar neus; afwisselend van het ene gat naar het andere ..En", dacht Verwoerd, terwijl-ie verder liep, „En Zoetje brengt nog goed ^eld op ook. Ja. Japke de- Krekel heb ik lelijk te graze. Zeker vijftig gulden boven de marktwaarde. Ik ben er best mee, met dat Zoetje.. Nee zwarte, nu niet zeuren", zei-ie tegen een paard aan de andere kant van de deel, dat zacht hinnekend om wat haver bedelde. Nog een laatste blik sloeg hij in de aparte stal, waar een vaars stond, die vanmiddag gekalfd had en die hem eveneens van zijn Zondagmiddag- slaapje had afgeholpen. Krijn betast te de oren van het moederdier. Ze voelden niet koud, dus koorts zou ze niet hebben. rrOEN pas drong het tot Verwoerd 1 door, dat zijn plaats in de kerk nog steeds onbezet was. Nu kreeg hg haast, draaide de lichten uit, liep snel over de deel. Juist wilde hij het laatste lichtpunt doven, toen zijn blik viel op een rechthoekig vlakje, dat op de cemen ten deelvloor lag. Verwoerd raapte het op en bezag het ding. Een kaart. Een Zondagschoolkaartje Er klom schielijk een drift in Krijn Verwoerd omhoog, omdat Keesje die kaart zo zorgeloos verloren had, maar de voor stelling op de kaart dped zijn drift even vlug ineenschrompelen als die gekomen was. Een kribbe met het Kind, herders, dieren, een schaap, een ezel „Zeg Kr^jn. ben jij nu nog hier? De anderen zijn allang weg!" klonk plots de verbaasde stem van vrouw Verwoerd. Ze stond met een dikke das om aan de deeldeur. ..Jaja", mompelde Verwoerd, „ik ga al., tot straks en pas vooral op voor tocht!' II IJ kwam schromelgk te laat. Ge lukkig dat zijn plaats achterin was, Éodal U| zonder veel ruchtbaarheid de bank in kon schuiven. Het was behaaglijk warm in de kerk. Verwoerd's voeten zochten gre tig de buis van de centrale verwar ming. Hij keek rond. Keesje, Jan en Mient.'e zaten stil op hun plaatsen. Even bleef zijn oog rusten op Japke de Krekel twee banken schuin voor hem Een magere kop, waarover een leven van zwoegen diepe voren had getrokken. En Japke's jas werd ook kaal, zag Krijn. Geen wonder ook. 't Was maar een klein keuterboerke, dat Japke de Krekel. Een, die moest ploeteren zo lang 't dag was om het hoofd bovenlater te houden. De dienst vorderde gestadig. Ver woerd deed mee. Met z'n mond als er gezongen moest worden en met z'n hand wanneer er gecollecteerd werd. Maar zijn aandacht was er toch niet voor de volle honderd pro cent bij: Verwoerds voeten waren heerlijk warm geworden en de misge lopen middagdut sloop vanuit zijn voeten langzaam naar boven! Hij wilde niet slapen. Krijn Ver woerd. Het paste niet en wat moesten zijn drie kinderen denken als ze achterom keken? Hij wilde luisteren en keek langs een dameshoed heen naar de dominee op de kansel. Advent. Alles richtte zich op het Groot Gebeuren. Ook de preek. En toch hield Verwoerd het niet vol. Zijn aandacht verslapte. De tus senzang drong zijn slaap een eind te rug, maar toen alleen de stem van de dominee weer '-.lonk, hervatte de loomheid zijn trage, doch onweer staanbare aanval. Verwoerd lodderde wat door zijn leesbril. De vijf lampen, die tot op vier meter vanaf het kerkplafond langs dunne koorden waren afgedaald, projecteerden zich in zijn brilleglazen als sterren. Hij keek er naar met iets in zich van kinderlijk plezier. De zesde lamp ging schuil achter de dameshoed voor hem. Dit hinderde Krijn Verwoerd niet, want ook de vijf andere sterretjes waren uit zijn brilleglazen verdwenen Er voor in de plaats straalde nu één grote, heldere ster. V/REEMD, nu was ineens ook de kerk verdwenen en Krijn Verwoerd liep op zijn klompen onder de blote hemel en tuurde naar die ene ster, die nog steeds toenam in helderheid. En Krijn liep maar. Hij wist waar-ie naar toe ging. De ster stond immers boven de stal. 't Verwonder de hem daarom helemaal niet, dat er meer mensen liepen, allemaal op weg naar de stal. Nog steeds groeide het aantal aan. Hij zag er bekenden bij, die hij toch niet thuis kon bren gen. Reeds van verre zag hij dat het druk was bij de deur. Hij haastte zich nog meer, drong wat naar vo ren. Gelukkig, er was nog plaats ge noeg. Achter hem schoof Japke de Krekel naar binnen. Kleintjes, ge kromd, gewend om anderen voor te laten gaan. Krijn Verwoerd ging op zijn tenen staan om alles goed te kunnen zien. 't Verbaasde hem niet eens, dat de stal van Bethlehem zo veel leek op zijn eigen deel. Toen zag VerNvoerd Het Kind in de kribbe! De herders er omheen, de voot, hun doorploegde gezichten om kranst met baarden. De dieren. Wa rempel daar stond Zoetje ook! Zij flapperde met haar oren en haar grote goedige oogbollen waren wijd en op het Kind gericht. Er begon iets te trillen in Ver woerd's hart. Een huiverende vreug de. Dat hij hier bij mocht zijn! Bij het Kind, Gods offer aan een wereld verloren in schuld. Nog machtiger golfde de blijdschap door hem heen. Al voller werd de schuur. ,,We moeten toch zingen", wilde Krijn zeggen, maar hij bracht geen geluid voort. Toen gebeurde het wonderlijke. Het Kind keek hem aan en schudde bijna onmerkbaar van nee. Het was of een kille hond zich om Krijns hart legde De vreugde doofde. Hij voelde zich zelfs geraakt. Hij had nog wel willen zingen! Ere zij God. Zo hoorde het immers. Plots zag-ie Japke de Krekel weer. Het mannetje was waarlijk tot vlak voor de kribbe gescharreld, zo maar met z'n versleten jas aan. Hij vouw de zijn handen, knielde eerbiedig neer, diep voorover gebogen. Ver- woerd zag duidelijk de ronding van zijn magere rug. Nu gingen ze allemaal knielen, in de stal. 't Leek of Japke het teken had moeten geven. Alleen Verwoerd stond nog. Hij wilde vlug het voor beeld volgen, maar zijn spieren luis terden niet naar zijn wil. Ze bleven strak en zijn knieën stram. De vreugde woei geheel weg bij Krijn. Iets beklemmends kwam er voor in de plaats. Nogmaals probeerde hij het, maar zijn knieën wilden niet buigen. En Krijn Verwoerd stond daar maar, terwijl iedereen gebogen lag. Hulpeloos zochten zijn ogen het Kind. Hij wilde iets vragen. Vragen waarom-ie niet kon knielen en de anderen wel, maar geen woord kwam er over zijn lippen. De wanhoop groeide, zwol., totdat het Kind zijn hand ophief en gebaar de naar de gebogen Japke de Krekel en naar Zoetje, die zacht haar kop schuurde langs de wand van de stal. Dan vingen de ogen van het Kind die van Krijn Verwoerd en Hij keek hem lang aan, lang, zolang totdat Krijn begon te begrijpen. Ja 't werd hem eensklaps glashelder. Hij knikte tegen het Kind en ervoer met blijdschap dat de stijfheid in zijn benen er niet meer was. Nu kon hij knielen. Krijn Verwoerd deed het. Hij zocht naar woorden van dank stamelde.. On verwachts was er een groot gezang., luider, luider. Iedereen in de stal ging staan, zong mee. Al duidelijker werd het lied.. Verwoerd keek in verwarring om zich heen. De kerk was terug. De mensen, de lampen. Schuin, twee banken voor hem uit, zat Japke de Krekel. Met overgave zong hij: ,,Hoe zal ik U ontvangen, hoe wilt Gij zijn ontmoet?'" Verwoerd zong niet. Hij luisterde maar De slaap soezelde nog door in zijn brein. Nietemin vond het lied weerklank in zijn hart. Naast hem in de bank werd heimelijk gegicheld. Het deerde Krijn niet. De droom werkte na. Werktuigelijk stond hij op, luis terende naar de zegen en dacht aan het Kind.. 11E AVOND sloeg donker en koud neer op Krijn, toen-ie de trap pen naai de dijk besteeg. De noordenwind verdreef het laatste restje slaap. De nuchterheid in zijn denken kwam terug. Zijn hand vond de Zondagschoolkaart van Keesje in de jaszak. „Zie je wel 't Was duide lijk Die kaart had hem door het hoofd gespeeld. Heel normaal, 't Was niets anders dan een droom". Toch was Verwoerd er zó door ver vuld. dat hij vergat om op zijn kinde ren te wachten. De kraag hoogopge- slagen, sloeg hij de weg in naar huis. „Onzin was het om overstuur te zijn van een droom!" Maar het lukte niet. De herinnering wilde niet wijken. Hij had mot kun nen knielen. Onmogelijk! Niet kun nen knielen voor Het Kind. Krijn Verwoerd stond stil. 't Was alsof hij de ogen van Het Kind we derom op zich voelde, toen hij terug keerde op zijn schreden en opmerk zaam het voorbijgaande kerkvolk monsterde. Daar kwam Japke de Krekel al. Krijn liep gelijk met hem op. Zwij gend eerst, dan: „Japke. ik weet dat 't niet de gewoonte is om op Zon dag over handel te prate". „Nee. waarachtig nie." viel het manneke hem onmiddellijk bg. „Maar vandaag doe ik 't toch, Japke. Als ge morgen Zoetje komt halen, breng dan zestig guide minder „Wa.. wablief?" stotterde Japke de Krekel. „Zestig guide minder, mar mar we ware ommers geakkordeerd „Ja, ik weet 't. M.jr doe wat ik oe gevraagd heb, Japke. Ge bewijst er mij een grote dienst mee", zei Ver woerd zacht en beende snel weg. Japke de Krekel ging ook zijna weegs, blij, maar niet begrijpend. Och, Japke kon ook onmogelijk we ten dat Krijn Verwoerd deze avond Het Kind ontmoet had. SS6I aaawaDsa li aviasyvuNoz rAHNi»AtiMH,Ai» 17 DECEMBER 1^55 Correspondentie en oplossingen aan de heer H. J. J. Slavekoorde, Goudrcinctstraat 125, Den Haag. Titelraatch Donner-Ëiuve 1N de laatste week van December (27 t/m 30) en de eerste week van Januari <2 t/m 7) zullen Jan Hein Donner en Dr. Max Euwe een tweekamp van 10 par tijen spelen, waarvan de inzet zal zijn de titel persoonlijk kampioen van Neder- Er bestaat alle reden aan deze match bijzondere aandacht te wijden. Reeds de volgorde waarin de namen worden ge noemd is belangwekkend. Want voor het eerst sedert 1921 het jaar waarin Dr. Euwe voor het eerst de nationale titel verwierf moet de ex-wereldkampioen proberen de titel te herwinnen, na ver slagen te zijn. Men zal zich stellig nog wel herinne ren, dat Euwe in 1954 de titel verloor aan Donner, maar deze nederlaag gaf hem, als verslagen kampioen, het recht na een jaar een titelmatch met de nieuwe kampioen te spelen. Hoewel Dr. Euwe, onmiddellijk na afloop van het kam- pioenstournooi, verklaarde dat hij er niet aan dacht van dit recht gebruik te maken, is hij toch op deze beslissing te rug gekomen. Als nationaal kampioen heeft Dr. Euwe een carrière welke uniek is Hieronder geven wij een lijstje van de tournooien en matches waarin hij om de titel heeft gespeeld. Nijmegen 1921: 1. Euwe 54 uit 7; 2. man 74. Amsterdam 1929: 1. Euwe 84 uit 9; 2/3. I^andau en Weenink 7. Den Haag 1933: 1. Euwe 8 uit 9; 2. Van den Bosch 7. Rotterdam 1938: 1 Landau 74 uit 9; 2. Van Doeeburgh 6. In dit jaar verde digde Dr. Euwe zijn titel niet. Hij was toen wereldkampioen. Amsterdam 1938: 1 Euwe 9 uit 11; 2. Cortlever 8. Na deze periode van tournooien volgde een tijdperk van matches. Men was van oordeel dat het krachtsverschil tussen Euwe en de overige Nederlandse spelers zó groot was. dat t beter was hem een match te laten spelen met- de nó hem sterkst geachte Nederlandse speler Zo hebben er dus na 1938 een aantal voor- wedstrijden plaats gevonden, waarvan dc winnaar een titelmatch met Dr. Euwe mocht spelen. Deze matches verliepen 1939: EuweLandau 74—24. 1942: Euwe—Van Hoek 8—2. 1917: F.uwe—Van Scheltinga 54—24. 1949: EuwePrins (niet gespeeld; Prins trok zich terug). Hierna is men weer teruggekeerd tot het systeem der tournooien. Hiervoor be stonden deugdelijke redenen. Allereerst was de invloed van Euwe op de toplaag der Nederlandse schaakgemeenschap dui delijk merkbaar geworden. Er had zich zo langzamerhand een hele reeks van sterke jonge spelers ontwikkeld, die weliswaar niet van dezelfde speelkracht als Euwe waren, maar toch merkbaar minder ver van hem afstonden dan 10 of 15 jaar tevoren het geval was. Het is begrijpelijk, dat deze opkomende krach ten er prijs op stelden hun krachten in een direct gevecht met Euwe te meten. Daarnevens werd het argument gehan teerd. dat het juist voor deze jongeren van eminent belang was zich eenmaal in de twee jaar met Dr. Euwe te kun nen meten. Aan zijn ervaring en speel kracht zouden zfj zich kunnen optrek ken. Er waren ook minder vriendelijke stemmen. Men beweerde dat het niet Juist was Dr. Euwe een „beschermde" positie te geven door hem niet bloot te stollen aan het titel-tournooispel. met alle wisselvalligheden daaraan verbon- Hoe dit ook zg. het Bestuur van de K N S B. overlegde de zaak met Dr. Euwe en deze, sportief als steeds, stemde er mede in. dat in den vervolge de utel weer in een tournool zou worden be twist. Men moet zich realiseren, dat Dr. Euwe hiermede inderdaad een aantal nadelen op de koop toe nam Afgezien nog van de omstandigheid; dat het malchspel Euwe beter ligt dan het tour- nooispel, is het een onbetwistbaar feit, dat het spelen in een toumooi altijd fac toren kent, welke in het matchspcl af wezig zijn. Indien er in een toumooi twee kans hebbers zijn, dan kan het gebeuren dat de een sommige tegenstanders in bijzon der goede vorm ontmoet en van hen bijzonier zware tegenstand ondervindt, terwijl de andere cancHdaat zo fortuin lijk is diezelfde tegenstanders in minder goede conditie te ontmoeten en daarom wat gemakkelgker van hen kan win nen Deelnemers die zeer wisselvallige resultaten hebben kunnen de resultaten van anderen vaak op zeer ongewenste wijze beïnvloeden. Wil men het anders formuleren: een match is een zuiverder krachtmeting dan een toumooi. Voor Euwe gold bovendien dat hij roods zo lang de onbetwiste titelhouder was. Zó lang. dat men op grond van de waarschijnlijkheidsrekening ging rede neren eens moet er toch een eind aan zijn overwicht komen; waarom zou dat moment nu niet gekomen zijn; Daarom werd de strijd van jaar tot jaar moei lijker voor Euwe. Begrijpelijkerwijze gingen de concurrenten zich meer en meer op hèm concentreren. Het winnen van Euwe werd belangrijker dan het behalen van de titel. En Euwe wordt er niet jonger op, al zal men hem zijn 54 jaren nauwelijks geven. Ook hierin schuilt een toenemen de handicap voor Euwe. Zijn tegenstan ders zijn jonger, soms veel jonger, dan hij. Zij hebben een groter uithoudings vermogen en een grotere veerkracht. Zij herstellen zich sneller van een ver moeiende partij. Zij kunnen zich wat sparen op de dag voorafgaande aan hun partij tegen Euwe. Maar Euwe kan dit niet doen. want iedere deelnemer stelt er een -eer in juist tegen Euwe zo goed mogelijk voor de dag' tc komen. En dan ten slotte: Dr. Euwe heeft me nigmaal om de kampioenstitel gespeeld eigenlijk: moeten spelen terwijl hij daarnevens zijn normale dagtaak als leraar vervulde. Onmiddellijk zg erkend, dat ook andere deelnemers aan de kam pioenswedstrijd wel hun gewone dag taak bleven vervullen. Maar toevallig gold dit nu juist niet voor de zwaarste concurrenten. Deze konden tijdens het kampioenstournooi de hele dag uitrusten en zich degelijk voorbereiden, terwijl Euwe voor de klas stond en zich na af loop der lessen op een holletje naar het speellokaal pi oost spoeden. Het is begrgpelijk dat dc spanningen welke uit het vorenstaande konden ont staan en ontstaan zijn, eenmaal tot een mislukking moesten leiden. En deze mis lukking kwam in 1954. Het lijstje na de periode der matches luidt als volgt: Amsterdam 1950: 1. Euwe 94 uit 11; 2. Van Scheltinga 74 Amsterdam 1954: l. Donner 8 uit 11; 2/3. Cortlever en Euwe 7. En zo staan we dan nu aan de voor avond van de match DonnerEuwe. de match waarin Euwe zal beproeven re vanche te nemen voor de teleurstelling van Amsterdam 1954. Voor de eerste maal sinds 1921 krijgen we een titelmatch waarin de verslagen kampioen moet trachten het verloren terrein te her- De kansen? Och, wij houden het on voorwaardelijk op Eiiwe en we zijn hier in de enige niet. Euwe mag dan de titel verloren hebben, men beschouwt hem in Nederland (en daarbuiten) toch altijd nog als de sterkste speler van ons land. Maar een mening helpt thans niet Nu moet aangeland worden wie de sterkste is. En daarbij geven wij. zoals wg zei den. Euwe de beste kans. De winstmar ge zal misschien niet groot zijn: 2 of 3 punten wellicht. Als Donner het hoofd koel houdt zal hg waarschijnlijk het me rendeel der partgen wel remise kunnen houden. Men mag niet vergeten, dat Donner nog nooit een partij van Euwe heeft gewonnen, al hebben zij samen reeds 16 partijen gespeeld. Er is aan deze match nóg een merk waardigheid Men zal hierin nl. geen af gebroken partijen te zien krijgen. De spelers zijn overeengekomen dat in elke partij zal worden doorgespeeld totdat zij ten einde is. Weliswaar zal na 5 uur, na 7 uur, enz. spelen een rustpauze worden ingeschakeld, doch dit is geen afbreken ing. Zg die deze rubriek gen geld lezen zullen weten, dat het ons steeds hindert, dat tijdens de periode dat afgebroken partijen „hangen", beide spelers naar hartelust de bijstand van anderen kunnen inroepen. Het helpt niet dat men dit onsportief noemt Het gebeurt tóch en zelfs officieel Want in de grote internationale tournooien ko men de apelers niet alléén, doch verge zeld van een secondant, wiens taak het o.a. is mede te helpen bij het analyseren van hangpartgen. JHHH n-handicap op zich. want hg is het, die de vermoeienissen van het lang doorspelen het zwaarst zal gevoelen. Maar het bewustzijn een zo zuiver mo gelijke krachtmeting te bevorderen, en de zekere wetenschap, dat hij elke nacht rustig zal kunnen slapen, niet gehinderd door dc problemen van oen afgebroken partg, zullen by hem stellig dc doorslag gegeven hebben. Voor degene, die er aan mocht twgfe- len of Dr. Euwe wel de beste kans op de overwinning heeft, wijzen wij er op Euwe speelt ditmaal geheel In de vacan- tie Hij zal «lus vrij zijn van de handicap van het dagelgks werk. en dus ook in dit opzicht dezelfde kansen hebben als zgn tegenstander. De speejdata noemden wij reeds. De match vindt plaats m Den Haag. in het Sïbouw van dagblad „Het Binnenhof', age 1 ijks wordt gespeeld van 17.30 uur af. Slechts op Zaterdag 7 Januari wordt rcMïds om 14 30 uur begonnen. De match zal worden geleid door de heer G. W. J Zittersteyn. Commentaar van lowm De goedmoedige uitdaging welke wg onze lezers in dc rubriek van 19 No vember Jl voorzotten., heeft betrekkeiyk weinig oplossingen maar des te meer commentaar opgeleverd Stellen wg voorop, dat alrchts één lezer, de beer J. van Viegen uit Zwijndrecht alle drie de oplossingen volledig en overeen komstig de bedoelingen heeft inge zonden. Maar verscheidene anderen, die afwijkende oplossingen hadden ingezon den. laten het er niet bij zitten. Of Uw redacteur maar zo vriendeiyk wil zyn aan tc tonen dat zij ongeiyk hebben En daar zit Uw redacteur met een hoeveel heid „problemen", groter cn Ingewikkel der dan hy ln dit drukke seizoen ge bruiken en verwerken kan De critiek op de eerste opgave (Schap- per -N N 1 is gemakkelijk te beant woorden. Verscheidene oplossers hebben luidde „Wit betekent dus, dat men moet trachten te vinden hoe die partijstelling in wer- kelijklu-id verder is afgewikkeld. Dit hehoeft niet noodzakelijkerwijze te be tekenen, dat de verliezende partij steeds de allersterkste voortzetting heeft geko zen. In het onderhavige geval had zwart zich na 1. f4 inderdaad sterker kunnen verweren met 1Pxe4. Het gaat er in dit soort opgaven gewoonlijk om dat men ontdekt welke dreiging de winnende party heeft en hoe die (ver moedelijk) geëffectueerd is. Wij erken nen intussen gaarne, dat het minder prettig is indien men tot de conclusie moet komen dat de verliezende party de dans had kunnen ontspringen. Hot probleem van G. Ernst heeft ern stiger critiek te verduren gehad. Waar- om. zo schrgven enkele lezers, die lange weg met de loper over a6, e8. a7 en a4 naar c2? Waarom niet: 1 Kf7 Dbl; 2 Lc2 Dd3; 3. Ldl Dbl: 4 Lc2 onv.; 5 Pb5 of Pxf5 mat. zoals o.a. de heer A. Bak ker uit Slikkerveer en S. v. d. Marck uit Scheveningen vragen. En waarom niet 1. Kg5 Dbl; 2. Tc3 Dd3; 3. Pxd7 Dbl; 4. Pc5 onv.; 5. Pb5 of Pe6 mat. voegt de heer Bakker er nog aan toe. En waarom niet 1. Tc6 Dbl; 2 Tc3 Db6, 3. PcCt Dxc6; 4 Txc6 dxc«; 5. Pb7 c5; 8. Pd8 c4; 7. Pe6 mat, vraagt de heer v d. Marck en voegt er nog enkele varian ten aan toe. De heer Seg&ar uit Leiden komt voor de dag met 1 Tel Dbl; 2. Tc3 Db6; 3. Pc6t DxcC; 4. Txc6 dxc6; 5. Pb7 c5; 6. Pd8 c4; 7 Pe6 mat, eigenlgk dus hetzelfde idee als dat van dc heer v d. Wc zijn verbluft over het v?rnuft van onze lezers. En de bron waaraan wg du probleem ontleenden helpt ons ook al r.iet. In de spaarzame tijd welke wg aar. hot Lc:tuderen van dezncvenflplossin- gen konden besteden hebben wij geen weerlegging kunnen vinden. Betekent dit, dat de heren Bakker, v. d. Marck en Segaar gelijk hebben? Het ziet er naar uit, maar wij twijfelen nog. Wie van on ze lezers helpt mee naar het zoeken van weerleggingen? De stelling van dit probleem was als volgt; Wit Kf6, Tc7, Lfl. Pd6, Pe5 pionnen d2. f3 en f4 (8.. Zwart: Kd4, Dd3. pionnen d6. d7 en lossingen goedgekeurd moeten worden De derde opgave (Eindspel van Di- drichson) heeft geen moeilgkheden op geleverd. Al met al waren de op 5 November gepubliceerde opgaven nu niet bepaald dc meest geschikte om een aantal pien tere oplossers mee uit te dagen. Maar één voldoening hebben wg toch Degenen voor wie de uitdaging in werkelijkheid bestemd was. hebben gezwegen! Onze tweede opgave uit de rubriek van 19 September jl (Partijstcllmg SpasskyKorchnoi) heeft eveneens vele pennen in beweging gebracht. Terecht wijst men er op. dat 1 Dh2ü niet wint maar dat het antwoord 1 Dxelt 2 Lxel Tflt; 3. Dgl Txglt; 4 Kf7 een heel ander beeld, misschien zelfs wel winst voor zwart, te zien zou hebben gegeven. Hiermede hebben wijgdan de belang rijkste opmerkingen van de laatste we ken dc revue laten passeren. Aan alle schrgvers hartelijk dank voor de be toonde belangstelling. We hopen nu nog op een aantal critische beschouwingen anlciding van het probleem van VAN A TOT Z De oplossingen luiden. Elk woord begint steeds 1 laatste letter van het voorgaande woord. Tussen haakjes is aangegeven uit hoeveel letters het gevraagde woord bestaat. Bg goede oplossing vormen de letters in het midden van boven naar beneden gelezen een muzi kant. Afbeelding van een persoon 7 energie die een machine oplevert <9>, loterijspel met voorwerpen als prijzen (7). kaartenboek (5). soort pruim (7), gaping (61, oprecht (6), mank <7ver wonding 16', werkschuw mens <7 donker (7). halfronde toren (7fig. grote neerstorting (6». weldra (7). knus 18alledaags (6>. rijgsnoer <61, leuk (61, roofvogel (4), vierkantje (4) Inzendingen per briefkaart voor a.s. Donderdag aan bureau van dit blad ln de linkerbovenhoek aan dc adres/ijde vermelden: „Pnzzle-oplossing". Er zijn drie pi ijzen; 1 5 -; 2 2,50; 3 2 50 Oplossing kruiswoord raadsel 10 December Horizontaal: 1 Kaliber. 7 Dec. 8 do. 9 grof. 11 kom. 13 MO. 14 damp. 15 om. 17 loon. 19 mee, 21 eel. 22 tobbe. 23 ara. 24 loo. 26 lord. 29 tc. 30 drop. 32 ra. 34 aan. 35 most. 37 N N 38 duo 39 oogglas Verticaal: 2 Ara. 3 idool. 4 bef. 5 Ee. 6 pompelmoes. 8 dom. 10 RM 11 kancel. 12 commandant (kommandant), 14 do. 16 me. 18 omber. 20 etalon. 25 OT„ 27 op. 28 droog. 31 Ran. 33 as. 35 mug. 36 tra. 38 do Hieronder volgen dc oplossingen der opgaven, gepubliceerd in onze rubriek van 3 December jl. 1. Partystelling TeschnrrFlad: 1. Pf5! en zwart gaf het op. want het paard kan wegens Dg5t niet geslagen worden. An derzijds dreigt niet alleen Ph6 mat doch ook Dh6. De enige verdediging is 1. f8. maar dan wint wit door 2. Pxe7t de kwaliteit en een pion. 2. Partij!, telling Sigmund—Eret: L Pxg3ü Hierna krijgt men een hele reeks matbcelden, bgv. 2. hxg3 Txg3t of 2. f3 Pxflt. enz. De hoofdvariant luidt: t. I.xdS Pr4t 3. Khl Pxf2t! 4. Txf2 Txdlt 5. TT1 Tdxfl mat. Dit zgn pas 5 zetten zult U zeggen, maar wit kan één zet uit stel krggen door 2. Dxg7t! 3. Partystelling SplelmannWahle: L Txe7Ü Dxe7 2. I»f3 Kg7 3. Pce4 dxe4 4. Pxe4 De€ 5. I.xfKf KgK 6. Df4 Eerst deze laatste zet recht van rctigt de com binatie. omdat er geen verdediging is tegen 7. Dh6. Zwart gaf het dan ook op. Onze opgaven De opgaven van deze week ontlenen wij aan een nieuw boek ,1001 brilliant chess sacrifices and combinations". Niet al tc moeilijk maar juist moeilijk genoeg om niet al te ervaren schakers aange naam bezig te houden. Stelling 1 *1 AA tAA A A> m RÜ SÜ B ia A At*- m m1 V t: wint Stelling 3. A A AA AA A BABA» m m ha0 AK B B 73 u m 1 Stelling 4. X toxBij; AA omn m n AA mwm ARA BAH

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 8