De VIS.
symbool der oude christenen
Adventsgedachten
De Sinjorenstad ANTWERPEN
6
ZONDAGSBLAD 3 DECEMBER 1955
Een aardige
Sinterklaas-verrassing
(Slot)
O, het zou een prettige avond wor
den. Moeder wilde tarte Greet vragen
de avond met hen allen door te bren
gen. Tante Greet was een tante van
vader, dus een oud-'.tnte van de kin
deren Ze woonde maar helemaal al
leen. want haar man was gestorven
en haar kinderen woonden alle drie
helemaal in Canada.
„Tante Greet komt bij ons Sinter
klaas vieren" vertelde moeder aan
Jan.
Jan's gezicht betrok. Hij vond het
helemaal niet leuk. O: Sinterklaas
moest je pret kunnen maken, echt
lachen om alle aardigheden en leukj
verzen. En Tante Greet was altijd zo
stil.
Saai hoor. Jan wilde maar, dat ze
wegbleef Maar dat durfde hij aan
moeder niet te zeggen.
FÉN voor één verliepen de dagen en
eindelijk was de lang verwachte
avond aangebroken. In de gezellige
huiskamer zaten allen bijeen. De
kachel brandde lekker en regenvla
gen joegen tegen de ruiten.
Het was echt weer voor het „heer
lijk avondje", en de kinderen popel
den van verlangen. Wat zou Sinter
klaas hun brengen? En hoe zouden
hun eigen verrassingen ontvangen
worden?
Mieke had voor moeder een bood
schappentas gemaakt met mooi ge
borduurde randen en Suusje had een
prachtige pannelap gebreid en die
met wel twintig papieren tot een reu-
zenpak gemaakt.
Ook Jan en Kees waren vol span
ning en te midden va" de kinderen
zat Tante Greet en dacht aan de tijd
toen haar eigen' kinderen nog alle
maal thuis waren.
Juist zou het feest beginnen, toen
er gebeld werd.
„Dat zal de Sint zélf zijn", lachte
vader en liep meteen de gang in En
dat leek er heus wel op, want vader
kwam met een groot pak weer bin
nen. Midden op tafel zette hij het
neer en nu konden ze allen zien, dat
het door een grote winkel uit de
stad verzonden was
Vader knoopte het touw los, waar
mee het pak was dichtgebonden, en
allen keken gespannen toe Een grote
doos kwam te voorschijn, tot de rand
toe gevuld met houtwol en pakketjes
Vader had het eerste pakje al in
handen Hij wikkelde het papier af.
en daar kwam een prachtige leren
aktentas te voorschijn, juist zo een,
als vader al zo lang had willen heb
ben.
„Oóóóch", zuchtte Kees. „Een
schooltas."
„Een aktentas, sufferd", verbeterde
Mieke
**A*****A**A****AA*****AAAA<
Sint Nieolaas-avond
Jonge Hans zat stil te wachten
bij de kachel op de grond
tot Sint Nicolaas zou komen
en het hooi in 't klompje vond.
Moeder zat een kous te breien
voor haar kleine lieveling.
Vader was zojuist vertrokken,
vóst naar een vergadering.
Maar... inplaats t>an Zwarte Pieten
mét de goede bisschop, kwam
méér en meer de slaap bij Hansje,
die hem mee naar droomland nam.
Doch... zo tussen waak' en dromen
vroeg hij treurig: .JLieve moe.
komt de Sint en zijn twee Pieten
nu niet naar óns huisje toe?"
„Och, mijn jongen", sprak zijn
moeder.
„even zag ik straks de Sint.
Hij was druk zijn muts aan 't zoeken,
plots verloren in de wind.."
's Morgens vond de knaap zijn
klompje
vol met heerlijk suikergoed
En op 't tuinpad b'j het huisje
vond hij ook Sint Niklaas' hoed.
Aan zijn moeder vroeg het ventje
of hij die óók houden mocht
Maar ryn moeder zei..Gelukkig,
ik heb al zo lang gezocht
Gis te ra rond was je vader
hélemaal met in r<jn sas
toen de wind Sint plots kwa plagen
en de hoed verdwenen was
Niet omdat de mijter duur is.
ook al klinkt het dan wat vreemd
maar omdat hy hem van btitirman
voor één avond had geleend
M. W. H. DE WEERD.
„Prachtig", vond moeder en keek
eens in de grote doos, of er nog meer
mooie dingen in zaten. „En nu kom ik
zeker aan de beurt?"
„Wie weet?" en vader grabbelde
opnieuw in de houtwol. „Hier komt
nog iets, o, dat is zeker voor de
meisjes."
Even later sprongen Mieke en Suus
opgewonden de kamer rond, de één
met een rood. de ander met een groen
tasje. Allebei hadden ze er een spie
geltje in en een aardig portemon-
neetje.
„Dat is nu alles goed en wel", be
gon moeder een beetje ongerust,
„maar wie kan ons zoiets sturen? Is
die doos nu nog niet leeg?"
„Geen sprake van. Daar komt iets
voor jou."
„Hoe is het mogelijk," zei moeder
verbluft, toen ze een prachtige grote
theepot uitpakte. „Hoe kan die Sint
dat nu bedenken? Als dat maar in
Maar niemand luisterde. Vader had
een kleurige doos in de hand en uit
die doos kwam een trein met een lo
comotief, drie wagens en een heleboel
„Voor mij, voor mij!" juichte Kees,
stralend van vreugde. „Mag ik hem
dadelijk laten rijden?"
Nu aarzelde vader toch even. „Ik
weet niet. of het geen vergissing is",
zei hij een beetje bedenkelijk. „En
daar komt nog een pak, ja dat
zal voor onze Jan zijn. Prachtige
Friese schaatsen. Jongen, wat heeft
die Sint jou goed bedacht. Maar wat
scheelt er aan?" vervolgde hij. „Je
kijkt zo sip. Ben je niet blij?"
Ja. óf Jan sip keek. Hij wist wel,
hoe al dat moois in huis gekomen
was. De briefkaart, dacht hij maar
steeds, de briefkaart, die hij voor de
grap had ingevuld. Die was zeker bij
vergissing naar de post gebracht. En
toen herinnerde hy zich ineens weer
die middag, toen hij beneden zijn
huiswerk had gemaakt en hoorde in
gedachten moeder zeggen: „Toe, Kees
breng jij even de brieven naar de
blHÖ<
moest dat nu^ Zo'n warenhuis
onze BRievenBus
leuke puzzle, de
vorige keer, hè?
Er kwam uit een
haan, die op een
stok zat. Adriaan
Verspuij maakte er
een rijmpje van,
luister maar: .Jiier
heb ik een parman
tige, deftige haan,
Hij staat bij al de
kippetjes bovenaan,
's Morgeus vroeg
kraait hij vlug op
stok. En dan roept
hij alle kippetjes weer uit het hok".
Leuk hi? Gcrnt en Henny van Hou-
weltngen delen samen de hoofdprijs
en de troostprijzen zijn voor Aartina
Mourik, Netty Meyer en Hanneke
Brums. Hartelijk gefeliciteerd alle-
De opa cn oma van Wim Benard zijn
wezen logeren, da* was zeker wel erg
f.jn, hè W.m? Fijn. dat je broertje
weer terug is uit het ziekenhuis. Anne
ke Oudshoorn. Hebben jullie al ken
nis gemaakt met de nieuwe meester,
Willie van Dijk? Dat was zeker maar
wat fijn Jaspert Nicuwland, dat Sinter
klaas op pad vindei ij kwam. Hans
van Bemmei vertelt over de trouwpar
tij van ziin schooljuffrouw, ze had een
mooie jurk aan, schrijft hij. Dat is
flink, RU Vroomhout, dat jij moeder
helpt met boodschappen doen! Dat
lijkt me een erg mooi zangspel. Dineke
Seholtns. ,,de pruik van de koning"
Logeer jij bij tante Neel. Nellie Reijm,
of ben je er zo maar eens op visite?
Nou. ik weet echt niet of Sinterklaas
wel aan mij zal denken. Ineke Brienen.
Louie Koomans van den Dries heeft
een weefgetouw gemaakt. Dat van Wil
lie is een beetje kleiner, en Kees schrijft
dat hij Sinterklaas en Zwarte Piet ge
maakt heeft van papier. En kleine Leen-
IJe heeft een autoped gekregen. Het
zusje van Henny Clancy schrijft deze
week. want bij Henny op de zaal was
helemaal geen potlood te vinden.
Neeltje en Teunls den Otter gaan twee
daagjes naar Opa en dan wordt bet
kleine broertje gedoopt. »iillie de Pa
ter wil graag een doos kleurpotloden
hebben, afwachten maar wat de Sint je
brengt Lenle Visser -erlangt maar
naar ijs, want ze wil zo graag schaat-
stuurde dat alles maar niet voor
niets. Dat moest betaald worden, re
ken maar! En wie moest dat beta
len? Hijzelf? Uit zijn spaarpot? O,
maar daar zat bij lange na niet ge
noeg in voor een aktentas en een
theepot en een trein.... een trein
nog welen schaatsen
Helemaal warm was hij van narig
heid. Wat moest hij zeggen?
O, daar had je het al. Er was een
brief uit de doos gekomen, een reke
ning natuurlijk! Jan's hoofd boog hoe
langer hoe dieper. Nu las vader de
brief, nu moest hij het wel zeggen!
Toen voelde hij een hand op zijn
schouder en hoorde hij de stem van
tante Greet: „Weet jij er meer van.
Jan?"
„Ja." knikte hij en ineens begon
hjj te snikken. Ze keken hem alle
maal aan. Vader had nu de brief ge
lezen en zette een allesbehalve
vriendelijk gezicht.
Met horten en stoten kwam het
verhaal er uit. Jan vertelde alles, wat
er op die ongeluksmiddag gebeurd
was. Verschrikt keek moeder naar
Kees, die alle rails had uitgelegd, en
bezig was. de locomotief op te win-
„We moeten alles terugsturen", zei
ze en begon al links en rechts de ca-
deaux weer in te zamelen. De meis
jes, die het ook begrepen hadden, ga
ven met beduusde gezichten de tas
jes terug. De theepot, de aktentas en
de schaatsen lagen op tafel, en ieder
een keek teleurgesteld, behalve Kees,
die zo in zijn locomotief verdiept was,
dat hij niets merkte van wat er om
hem heen gebeurde.
Toen stond tante Greet ineens naast
vader. „Geef die brief maar aan mij",
zei ze met een knipoog. „Die had Sin
terklaas voor mij bedoeld; hij wist
zeker, dat ik vanavond bij jullie was!"
Ongelovig keken vader en moeder
haar aan.
„Ja, ik meen het," lachte tante en
stopte de brief in haar tasje weg. „Ik
was allang van p.an, jullie eens een
pleziertje te doen. Nu speel ik van
avond voor Sinterklaas en ik geloof,
dat de Sint het allemaal wat mooi
heeft uitgezocht."
Alle bedrukte gezichten klaarden
op. Jan had zijn rode warme hoofd
opgeheven en keek tante aan. of ze
Sinterklaas in persoon was. „Meent
u het echt?" vrorg hij.
„Echt en heus n helemaal," ver
zekerde tante en toen hield ze de han
den voor de oren, omdat de kinderen
allen tegelijk in juichkreten uitbarst
ten. Suus en Mieke vlogen haar om
de hals en Kees ook. Jan kwam nu
ook naderbij, gaf tante een hand en
zei verlegen: „Dank u wel, tante."
sen! Hqc neten jouw broertjes, Ton-
ny Mast? Hebben jullie een voorlees
boek. waar moeder van vertelt, Jannie
v. d. Dool? Ja. dat boek ken ik ook.
Trunsje MacLean, wat is het leuk, hè
Paula van Alphen is ook al aan het
weven, maar haar kleine zusje Ltnll
kan het nog niet goed Peter en Aad-
je van Dnyvenbode hebben hun schoen
gezet en er een speculaaspop in gekre
gen. Hè. gezellig dat jullie weer eens
schreven, Corrle cn Groetje Bokhoist,
ik dacht heus, dat jullie me vergeten
hadden! Hennle en Ad» Frlederich
zijn weer beter, gelukkig maar Er
komt ook wel weer eens een rebus. Jaap
Bremmcr. Flora Voyk zet haar
schoen ook nog. je denkt zeker: altijd
meegenomen! Ben jij de oudste van
de broertjes, Frans Blom? Dus jij
hebt een divanbed gekregen, Ineke van
Herp, wat leuk zeg. Ja, zo kun je
fijn aardrijkskunde leren, Jan van Dru-
ncn. Nee, ik ken dat boek niet. Mar-
ja van Schothorst, maar het is zeker
wel mooi, hè? Nou, dat lijken me
toch wel mooie cadcaux, die je gevraagd
hebt. Maagje de Brain. Hoe ziet die
nieuwe trui van jou er uit. Willie
Kraaijcveld? Arle van llouwclingcn
heeft buurman geholpen de kalveren up
stal te krijgen. Hij is samen met zijn
zusje Tonia naar het Sinterklaasfeest
geweest, was het leuk? Zou je het
fijn vinden om naar padvindcuj te
gaan, Frans Oosterhuls? Dus jij her
kende dat meisje direct, Lenl Vernée.
Willen jullie graag weer naar Rotter
dam verhuizen Robbie den Ouden?
Wat heb jij leuk postpapier, André
Holles teint Ja. dat was inderdaad
een mooie tekening. Dikkle van de
Eykel. Dat zal wel een leuk werkje
geweest zijn, om zo'n boerderij uit te
knippen. Sjaak Schuurman. Heeft opa
een prettige verjaardag gehad. Kees
van Belle? Zo, Jannie Struik, leer jij
stenografie, schiet je er al mee op*
Jij hebt dus al een voorproefje van Sin
terklaas gehad, Hanneke Schouten.
Mogen je zusje en iii nog niet naar
school. Marjan Voorbij? Doe jt de groe
ten aan je buurmeisje? Dat vond je
zeker wol fijn. Plet Moolenaar, toen va
der ze:, dat je mee mocht doen. Ja.
naar die uitzending luister ik ook al
tijd, Aty Treffers, hef is erg leuk. hè?
Sinterklaastijd cn repcüticlijd. 't is
eigenlijk wel t^. veel van hel goede, hè
Grectje Snooy? Joke cn Marijke In
't Veld vonden de puzzle i n leuk werk
je. Riucke Huyier heeft een armband
en een ketting van figuurvermicelli ge
maakt. De kinderen Groolendorst
gaan op de verjaardag van Sinterklaas
ook de verjaardag van Gerrit vieren
Ja. benieuwd ben ik wiL Tint» van der
Hout. Heb jij geen bok voo. de haan,
Pieter de Bruin? Annrlies van liter-
son heeft Sinterklaas ook gezien op zijn
rondgang We moeten natuurlijk ook
afwisseling in de puzzles houden. Ansje
Ik dacht zo, dat ik jullie deze
week inaar eens geen puzzle
moest geven. Jullie hebt vast
allemaal wel dat gezellige
krantje, „de Grabbelton",
gekregen en daarin heb je
de puzzles gezien: voor de
jongere kinderen een kleur
plaat, voor de ouderen een
kruiswoordpuzzle. Ik zou zo
zeggen, doe daar nu maar
eens extra je best op
UET werd een prachtige avond en
11 het was al laat, eer alle pakjes
waren geopend en alle verzen voor
gelezen. Dankbaar en tevreden gin
gen de kinderen eindelijk naar bed,
maar Jan kon nog niet dadelijk sla
pen. Rij bedacht, hoe hij tante Greet
altijd maar vervelend had gevonden,
zo echt saai. En nu had ze hem zo
geholpen.
Als het warenhuis de bestelling nu
eens niet had teruggenomen, als va
der alles had moeten betalen, wat
dan? De hele avond zou bedorven
zijn geweest!
Jan begreep het allemaal heel goed,
en hij was tante Greet heel dankbaar.
Kon hij nu voor haar ook maar eens
iets doen. Maar wat?
Hij dacht en dacht, en toen ineens
schoot hem iets te binnen Tante
Greet had een hond, waarvan ze veel
hield, omdat hij van haar jongst#
zoon geweest was. „Het dier krijgt
geen beweging genoeg", had ze van
avond nog gezegd. „Het spijt me erg,
maar ik zal hem misschien moeten
wegdoen. Ik ben niet meer goed ter
been en kan niet meer zoveel met
hem wandelen. En in het drukke
straatverkeer Iaat ik hem liever niet
los lopen."
Jan lachte stil in het donker. Nu
had hij een mooi plan. Hij zou met
Flok gaan lopen elke dag na school
tijd. Dan hoefde tante de hond niet
weg te doen, dan zou ze zien, dat hij
toch ook wel dankbaar was, al had
hij haar niet zo uitbundig bedankt als
Kees en de zusjes.
Jan dommelde in. Naast zijn bed,
op de stoel, blonken de schaatsen in
het maanlicht.
„Als het gaat vriezen", dacht hij
al half in slaap. En toen sliep hij he
lemaal in, en won ii. zijn droom de
ene wedstrijd na de andere.
E. S.
van Aalst. Stuur jij je poëzie-album
maar op. Tineke Zijderveld. Is het on-
derjurkje al af? Jij hebt een eind
gewandeld, Jannie v. d. Hil, ja. ik ken
de omgeving daar wel. Hoe is net
nou met moeder haar kiezen, Aagje
Vermeulen? Blijf maar je best deen
met grabbelen. Ria de Wilde, misschien
win je toch wel wat. Ja, mikado is
een erg leuk £pel. Hans en Teun Hoo-
gerwerf. Wat hadden jullie die haan
weer mooi gemaakt! Wanneer is je
installatie. Melline Oosterhuis? Cock
van der Schoor heeft een zendingsfilm
f;ezien, hij vond het .zo mooi. Wil jij
ater schooljuffrouw worden. Janneke
Godthelp, dat is fijn, hoor. Zou Sin
terklaas jou heus bontlaarsjes brengen.
Anita Roest? Nou. Marry van der
Kaden, als ik jou was. zou ik maar niet
zoveel meer kletsen, stel ie voor dat je
weer bij je vriendin vandaan moet!
Je had het keurig gedaan. Hans van
Tol. -- Zo n marionettentheater is erg
interessant, hè Sijtko Zonneveld? Hoe
voelde je je wel. The» Gclcynse, toen
je /.o'n extra wuif kreeg van de Sint?
Heb jij die nieuwe school al beke
ken. Itiet Stam? Lust Jij graag pe
pernoten. Lena Langstraat? Hoe is
het nu met die zieke jongen, Marrle
Hakkestecgt? Fijn dat je weer beter
bent. Bas Kranendonk. Het nichtje
van Itilde en Selma Smit. Barbel, kan
al Nederlandse Sinterklaasliedjes zin
gen. Dal Sinterklaasfeest op school
zal wel mooi warden. Bernhard v. d.
Gaag! Mien van der Lee is een week
roept geen kukeleku. Paula
Breukel, maar da. deden ze geen van
allen, hoor! Hcleen van Dam is ook
al vlak na Sinterklaas jarig. Hebben
verhuizen. Lockie en Corrie
■I. Heb je dii gumnudolk bij de
nguitvoering gekregen, Henk Blnner
lk?
Mal
Hier volgen de nieuwelingen: Rein
Westerduin. Wimmie van der Hoeven.
Willie Ros, Erna Schaap. Klaas Bakker,
Piet Mes. Ria Grootveld. Astrid Scheps.
Evert van Rijn, Ria van Beek. Cobi
van der Plas. Daan van der Eijk, en
Hanneke, die 7 jaar is en in de tweede
klas zit.
Nou. neven en nichten, en nu hoop ik
maar. dat Sinterklaas zijn hand over
zijn hart en over zijn baard strijkt en
jullie tóch veel moois zal geven op zijn
verjaardag!
Dag allemaal, tot de volgende keer!
TANTE JOS
i'y»I f: nviiidvrivroy
ZONDAGSBLAD 3 DECEMBER 1955
Zal de vis
de haan
gaan vervangen?
Belangstelling bij schilders en dichters
ONLANGS werd bericht, dat men
in Scheveningen en Emmen, toe
gekomen aan het benijdenswaar
dige stadium van kerkbouw, waar
in men naar een naam gaat zoeken,
voor de nieuwe gebouwen die van
Ichthus-kerk koos. Ichthus .s het
Griekse woord voor Vis. Het is over
bekend en d-aarom kwam die
naam mede in aanmerking dat de
oude phristenen met het tekenen van
een tfls, een i-ch-th-us-s. hun geloof
beleden in Iesous Christos Theou
Uïos Sooter: Jezus Christus God's
Zoon Radder. Het is deze oude be
lijdenis, die men in deze naam wil
doen klinken. Wie weet, zal men d'e
belijdenis het zou in de lijn lig
gen ook zichtbaar manen en de
haan op de toren vervangen d >cr
een vis...
De afbeelding van de vis treft men
herhaaldelijk aan in de catacomben
van Rome. Of dié vis daèr, als hij
alleen voorkomt, reeds teken is van
Christus, is niet geheel zeker. Het
is in ieder geval óók mogelijk, da*
de gelovige ermee wordt bedoeld. Bij
Augustinus leest men in zijn exegese
van Joh. 21 vers 9: „piscis est assus
Symbolen van de eerste Christe
nen, zoals ze tn de catacomben
worden aangetroffen.
Christus est passus" d.i.: de vis s
gebakken, Christus heeft geleden",
maar bij Tertullianus in zijn boekic
over de Doop staat: „wij visjes war
den overeenkomstig onze Ichthus in
water geboren" en daar vindt men
dus beide betekenissen, de gelovigen
en Christus.
D.kwijls ook vindt men de vis niet
alléén afgebeeld, maar als onderdeel
van een grotere voorstelling. Soms
wordt daardoor de betekenis duide
lijker. Zo is er een grafsteen of
liever: grafplaat; deze werd in de
gangen van de catacomben aange
bracht als afsluiting van het graf m
de wand, waarin de dode was neer
gelegd waarop de naam van de
overledene voorkomt, geflankeerd
door twee visjes, die naar elkaar zijn
toegewend, met tussen zich in, als
een snoer luchtbellen, vijf ronde bro
den. Daar wordt natuurlijk gezin
speeld op de wonderbare spijziging
Zo vindt men ook een vis met een
korf, waarin broder. en een fles wijn.
Tenslotte komt veel voor de af
beelding van een tafel, waaromheen
enige (meest zeven) personen. Op
die tafel brood en wijn en vis.
OVER deze laatste voorstelling is
noga) wat te doen geweest. R.K
uitleggers verklaren deze maaltijden
meest als een viering van de eucha
ristie. het avondmaal. Of men ziet
erin: het hemelse gastmaal; of het
laatste avondmaal van Jezus en zijn
discipe'.en. Maar de Protestant Bak
huizen van den Brink verwijst in
zijn boek De Catacomben naar de
functie van de vis :n heidense gods
diensten als gerecht, dat men eet
bij maaltijden ter ere van de doden,
de vis is dan en dat kan mede
voor menige voorstelling van een vis
alléén gelden dier der onsterfe
lijkheid en de maaltijden op de gra
ven zijn een heidens overblijfsel.
De vis ais aier der onsterfelijkheid;
de vis als voedsel, dat Jezus aan dc
hongerende schare uitdeelt' de vis
als symbool voor de gelovige, of voor
Christus zelf: dat alles ligt in de
catacomben dooreen.
Onlangs kwam mij onder ogen,
een reproductie van Het laatste
avondmaal van Duccio, een Italiaans
schilder, helft 13e eeuw. Op d» ta
fel waa-omheen Jezus en zijn disci
pelen zitten, zag ik tot mijn verras
sing ieder op een schoteltwee
vissen! Navraag bij deskundigen
bracht nog twee voorstellingen van
Het laatste avondmaal te voorschijn:
een uit Constantinopel afkomstige,
door roof in de San Marco in Vene
tië verzeilde ikoon, plm 1000 n. Chr
hier zwemt de vis in de kelk met
wijn; en een mozaïek uit een kerk
in Ravenna, met op de tafel op één
schotel twee grote vissen en aar-
omheen vijf broodjes, plm. 500 n
Chr. Telkens dus, met varianten, de
zelfde voorstelling.
Misschien mogen we concluderen,
dat in ieder geval na de tijd van de
catacomben (tot plm. 300 n. Chr.),
misschien toch, in een enkel geval,
reeds eerder, soms avondmaal met
brood en wijn een wonderbare spij
ziging met broden en vissen ineen
vloeien. Dat is met zó verwonder
lijk. 'k Herinner me een preek die
gehouden werd radat de gemeente
het avondmaal had gevierd en die
ging over het verzamelen der over
geschoten brokken: vergeet nu geen
van Zijn weldadigheden" Laten we
daarom aan de schilders dezelfde vr j-
heid, die we de dominees gaarne
gunnen!
JOK in de litteratuur treft men de
vis aan. Guido Gezelle spreekt in
zijn gedicht Ichthus eis aiei (J vis
voor eeuwig) dat te vinden is op
pag. 251 van de bloemlezing, die in
de Spectrumreeks verscheen, over de
vis als het wondere dier der >nster-
felijkheid, dat de zondvloed ont
zwom, „van God's hand onaange
daan" en bidt:
„Och, of mochten wij, nadezen,
veilige ook en uitgelezen'
visschen wezen,
daar Uw sterke netten staan."
We gaan weer spelen instuderen
met herders en een eng'lenstem.
We gaan weer kerstgezangen leren
voor 't heilig Kind van Bethlehem.
Er zullen vele gasten komen
er zal gebak zijn en een ster
op feeëriek-verlichte bomen.
Geen weg te lang, geen reis te ver;
want ieder wil. het meebeleven:
het feest van hulst en dennegroen.
Elk wil aan elk geschenken geven,
zoals we dat reeds jaren doen.
Maar verder, bij de tweede halte
is 't gastental slechts half zo groot,
rondom de sombere gestalte
van Jezus tr? Zijn stervensnood.
De tocht gaat voort; en aldoor vallen
eraf. De toeloop naar het éérste feest
was groot. Wie van die duizendtallen
bidt om de gave van de Geest?
P. DE VRIES.
God scherpt zijn wet op deze steen
die mijn bestaan geworden is,
maar Jezus Christus geeft ons vis
en wijn tot zijn gedachtenis."
Terwijl hij elders („Avondmaal")
gewaagt van het koninkrijk, door
God's Zoon gesticht
„waarin wij allen zijn
van eender doen en staat,
nemende brood en wijn
voor Zijn Godlijk gelaat."
7 0
er
Terwijl hij eindigt.
„God, van wie me' men) in
oude dagen,
dekkende bedekkende) uw
geheemen, zei,
mondlinge of in beeld geschreven:
'Nut =snuttigtden Visch, Hij zal
u geven
't eeuwig leven'.
Helpt ons. Ichthus, eis aiei."
Bij hem treft men dus de vis als
dier dei onsterfelijkheid, de vis als
de gelovige en de Vis als Christus.
Onlangs publiceerde Achterberg in
Maatstaf Jan 1955, een lang ge
dicht, „Aquarium" Hij beschrijft
hierin het wondere beweeg van een
vis achter 't gias in dat ons zo
vreemde clement, het water, beeld
van de dood
t het bezig is
wat ik niet heb: verheffenis
op eigen kracht, en zinken
door drempels van verdrinken;
symbool van God de Zoon
om ons verdiende loon
we aan de keten, die be-
bij de muurschilderingen
van de catacomben en die via de
mozaïeken van Ravenna en de ikoon
uit Constantinopel liep naar Duccio,
de Italiaan uit de 13e eeuw, door
een hedendaags Protestants dichter
een nieuwe schakel toegevoegd
Brood en wijn en vis: de schilder zet
ze bijeen; de dichter verdeelt ze bij
wijze van spreken over twee gedich
ten. En avondmaal en wonderbare
spijziging vloeien ineen.
Óf er tussen Ducr:o en Gezelle en
Achterberg nog anderen zijn die de
vis noemden of schilderden als voed
sel bij het avondmaal, is me met be
kend. Ik waag het voorshands dit te
betwijfelen. Renaissance en Barok
hebben de oud-christelijke symbolen
afgeschaft.
Dirk Bouts, in de tijd van de Van
Eycks, schildert wel op een tafel op
twee tinnen schotels twee reeds
aangesneden vissen. Maar zijn on
derwerp is „Christus bij Simon. De
voetwassing" (Lucas 7, 36) En zo
maken zijn vissen de indruk van ge
wone spijze op een gewone tafel.
Onze tijd eerst weer kent een her
leving van de belangstelling vooi de
ongedeelde, oud-christelijke kerk;
men denke aan de liturgische bewe
ging.
Teken daarvan is óók de naam van
Ichthus-kerk, aan twee kerkgebou
wen, tegelijkertijd gegeven.
DRS. N. VAN DER BLOM
(Vervolg van pag. 1)
chiel Gerling" door het grauwe Schel-
dewater heen komen snijden, om ter
hoogte van het motorschip „S'lver
Gate", dat op stootgaren ligt. een
wijde boog te beschrijven. De een
posteert zich in de omgeving van d
boeg. de ander ter hoogte van de
achtersteven. Van de voortop van de
Zweed waait traag de Belgische drie
kleur; de b'auw-met-ge'e rMenjvlag
wappert van de kleine ra aan de gro
te mast. Nog ligt de boot met twee
gekruiste trossen vanaf de voorplecht
vast aan de wal. Een officier in don
kerblauw uniform, met dito kwartier-
Dezelfde dichter r
i zegt i
muts op. steekt even het hoofd over
de verschansing. Vlak daarop zakt
een vanglijn omlaag naar de „Dir.
Fred. G. Gerling"; achter de vang
lijn komt dc grote manillatros, in een
machtige lus. naar beneden zakken,
welke straks om de bolders van de
sleepboot zal worden gelegd, en daar
achter de sterke stalen sleepkabel
Langzaam beweegt de sleper zich een
weinig naar het midden van de
stroom Er klinkt een kort comman
do; de ene voortros wordt wat uit
gevierd, dan tjoempt de lus van de
kabolder rnet een licht schu-mspoot
in en onder water.
Twee stoten dreunen uit de stoom
fluit van de „Silver Gate"; de ach
terste sleepboot antwoordt met één,
de voorste met twee stoten; de sleep
tros wordt kalmaan strak getrokken;
het trekken is begonnen en traag
wijkt de grijze vrachtboot van de ka
de. Ook de stuurboordvoortros ver
slapt nu, de lus slaat kletsend in het
water om snel binnenboord gehesen
te worden. Een zeer lange stoot
dreunt over het water. Alles los! De
..Dir. Fred. G. Gerling" hangt schuin
over stuurboord in het water. En in
tussen trekt de „Silver Gate" lang
zaam voorbij: de roomgele kraanar-
men liggen, keurig in het gelid, ho
rizontaal gestrekt, op het voordek
in voorwaartse, op het achterdek in
tegengestelde richting.
Wanneer de „Silver Gate" op het
midden van de Schelde is gekomen,
gooit de „Michiel Gerling" de achter-
tros los; vóór zijn wijd-uitdcinend
kielzog uit vaart de sleper voorbij de
lichtgrijze romp met de sprekende
meniestreep eronder, vóór wat ho
ger dan achter. Grijze en zwarte
rookwolken beginnen uit de pijp van
de vrachtboot te waaien. Een kolonie
meeuwen deint onbewogen langs de
zich naar voren werkende sleepboot
hei n Dan zakt van de stuurboords
boeg een tros omlaag; weldra rust
hij om de bolder» van de „Michiel"
En achter de beide sleepboten zakt
de Zweed de Schelde af. naar waar
grauwe nevels hem aan ons oog ont
trekken... W. A. I'OORT