De VIS. symbool der oude christenen Adventsgedachten De Sinjorenstad ANTWERPEN 6 ZONDAGSBLAD 3 DECEMBER 1955 Een aardige Sinterklaas-verrassing (Slot) O, het zou een prettige avond wor den. Moeder wilde tarte Greet vragen de avond met hen allen door te bren gen. Tante Greet was een tante van vader, dus een oud-'.tnte van de kin deren Ze woonde maar helemaal al leen. want haar man was gestorven en haar kinderen woonden alle drie helemaal in Canada. „Tante Greet komt bij ons Sinter klaas vieren" vertelde moeder aan Jan. Jan's gezicht betrok. Hij vond het helemaal niet leuk. O: Sinterklaas moest je pret kunnen maken, echt lachen om alle aardigheden en leukj verzen. En Tante Greet was altijd zo stil. Saai hoor. Jan wilde maar, dat ze wegbleef Maar dat durfde hij aan moeder niet te zeggen. FÉN voor één verliepen de dagen en eindelijk was de lang verwachte avond aangebroken. In de gezellige huiskamer zaten allen bijeen. De kachel brandde lekker en regenvla gen joegen tegen de ruiten. Het was echt weer voor het „heer lijk avondje", en de kinderen popel den van verlangen. Wat zou Sinter klaas hun brengen? En hoe zouden hun eigen verrassingen ontvangen worden? Mieke had voor moeder een bood schappentas gemaakt met mooi ge borduurde randen en Suusje had een prachtige pannelap gebreid en die met wel twintig papieren tot een reu- zenpak gemaakt. Ook Jan en Kees waren vol span ning en te midden va" de kinderen zat Tante Greet en dacht aan de tijd toen haar eigen' kinderen nog alle maal thuis waren. Juist zou het feest beginnen, toen er gebeld werd. „Dat zal de Sint zélf zijn", lachte vader en liep meteen de gang in En dat leek er heus wel op, want vader kwam met een groot pak weer bin nen. Midden op tafel zette hij het neer en nu konden ze allen zien, dat het door een grote winkel uit de stad verzonden was Vader knoopte het touw los, waar mee het pak was dichtgebonden, en allen keken gespannen toe Een grote doos kwam te voorschijn, tot de rand toe gevuld met houtwol en pakketjes Vader had het eerste pakje al in handen Hij wikkelde het papier af. en daar kwam een prachtige leren aktentas te voorschijn, juist zo een, als vader al zo lang had willen heb ben. „Oóóóch", zuchtte Kees. „Een schooltas." „Een aktentas, sufferd", verbeterde Mieke **A*****A**A****AA*****AAAA< Sint Nieolaas-avond Jonge Hans zat stil te wachten bij de kachel op de grond tot Sint Nicolaas zou komen en het hooi in 't klompje vond. Moeder zat een kous te breien voor haar kleine lieveling. Vader was zojuist vertrokken, vóst naar een vergadering. Maar... inplaats t>an Zwarte Pieten mét de goede bisschop, kwam méér en meer de slaap bij Hansje, die hem mee naar droomland nam. Doch... zo tussen waak' en dromen vroeg hij treurig: .JLieve moe. komt de Sint en zijn twee Pieten nu niet naar óns huisje toe?" „Och, mijn jongen", sprak zijn moeder. „even zag ik straks de Sint. Hij was druk zijn muts aan 't zoeken, plots verloren in de wind.." 's Morgens vond de knaap zijn klompje vol met heerlijk suikergoed En op 't tuinpad b'j het huisje vond hij ook Sint Niklaas' hoed. Aan zijn moeder vroeg het ventje of hij die óók houden mocht Maar ryn moeder zei..Gelukkig, ik heb al zo lang gezocht Gis te ra rond was je vader hélemaal met in r<jn sas toen de wind Sint plots kwa plagen en de hoed verdwenen was Niet omdat de mijter duur is. ook al klinkt het dan wat vreemd maar omdat hy hem van btitirman voor één avond had geleend M. W. H. DE WEERD. „Prachtig", vond moeder en keek eens in de grote doos, of er nog meer mooie dingen in zaten. „En nu kom ik zeker aan de beurt?" „Wie weet?" en vader grabbelde opnieuw in de houtwol. „Hier komt nog iets, o, dat is zeker voor de meisjes." Even later sprongen Mieke en Suus opgewonden de kamer rond, de één met een rood. de ander met een groen tasje. Allebei hadden ze er een spie geltje in en een aardig portemon- neetje. „Dat is nu alles goed en wel", be gon moeder een beetje ongerust, „maar wie kan ons zoiets sturen? Is die doos nu nog niet leeg?" „Geen sprake van. Daar komt iets voor jou." „Hoe is het mogelijk," zei moeder verbluft, toen ze een prachtige grote theepot uitpakte. „Hoe kan die Sint dat nu bedenken? Als dat maar in Maar niemand luisterde. Vader had een kleurige doos in de hand en uit die doos kwam een trein met een lo comotief, drie wagens en een heleboel „Voor mij, voor mij!" juichte Kees, stralend van vreugde. „Mag ik hem dadelijk laten rijden?" Nu aarzelde vader toch even. „Ik weet niet. of het geen vergissing is", zei hij een beetje bedenkelijk. „En daar komt nog een pak, ja dat zal voor onze Jan zijn. Prachtige Friese schaatsen. Jongen, wat heeft die Sint jou goed bedacht. Maar wat scheelt er aan?" vervolgde hij. „Je kijkt zo sip. Ben je niet blij?" Ja. óf Jan sip keek. Hij wist wel, hoe al dat moois in huis gekomen was. De briefkaart, dacht hij maar steeds, de briefkaart, die hij voor de grap had ingevuld. Die was zeker bij vergissing naar de post gebracht. En toen herinnerde hy zich ineens weer die middag, toen hij beneden zijn huiswerk had gemaakt en hoorde in gedachten moeder zeggen: „Toe, Kees breng jij even de brieven naar de blHÖ< moest dat nu^ Zo'n warenhuis onze BRievenBus leuke puzzle, de vorige keer, hè? Er kwam uit een haan, die op een stok zat. Adriaan Verspuij maakte er een rijmpje van, luister maar: .Jiier heb ik een parman tige, deftige haan, Hij staat bij al de kippetjes bovenaan, 's Morgeus vroeg kraait hij vlug op stok. En dan roept hij alle kippetjes weer uit het hok". Leuk hi? Gcrnt en Henny van Hou- weltngen delen samen de hoofdprijs en de troostprijzen zijn voor Aartina Mourik, Netty Meyer en Hanneke Brums. Hartelijk gefeliciteerd alle- De opa cn oma van Wim Benard zijn wezen logeren, da* was zeker wel erg f.jn, hè W.m? Fijn. dat je broertje weer terug is uit het ziekenhuis. Anne ke Oudshoorn. Hebben jullie al ken nis gemaakt met de nieuwe meester, Willie van Dijk? Dat was zeker maar wat fijn Jaspert Nicuwland, dat Sinter klaas op pad vindei ij kwam. Hans van Bemmei vertelt over de trouwpar tij van ziin schooljuffrouw, ze had een mooie jurk aan, schrijft hij. Dat is flink, RU Vroomhout, dat jij moeder helpt met boodschappen doen! Dat lijkt me een erg mooi zangspel. Dineke Seholtns. ,,de pruik van de koning" Logeer jij bij tante Neel. Nellie Reijm, of ben je er zo maar eens op visite? Nou. ik weet echt niet of Sinterklaas wel aan mij zal denken. Ineke Brienen. Louie Koomans van den Dries heeft een weefgetouw gemaakt. Dat van Wil lie is een beetje kleiner, en Kees schrijft dat hij Sinterklaas en Zwarte Piet ge maakt heeft van papier. En kleine Leen- IJe heeft een autoped gekregen. Het zusje van Henny Clancy schrijft deze week. want bij Henny op de zaal was helemaal geen potlood te vinden. Neeltje en Teunls den Otter gaan twee daagjes naar Opa en dan wordt bet kleine broertje gedoopt. »iillie de Pa ter wil graag een doos kleurpotloden hebben, afwachten maar wat de Sint je brengt Lenle Visser -erlangt maar naar ijs, want ze wil zo graag schaat- stuurde dat alles maar niet voor niets. Dat moest betaald worden, re ken maar! En wie moest dat beta len? Hijzelf? Uit zijn spaarpot? O, maar daar zat bij lange na niet ge noeg in voor een aktentas en een theepot en een trein.... een trein nog welen schaatsen Helemaal warm was hij van narig heid. Wat moest hij zeggen? O, daar had je het al. Er was een brief uit de doos gekomen, een reke ning natuurlijk! Jan's hoofd boog hoe langer hoe dieper. Nu las vader de brief, nu moest hij het wel zeggen! Toen voelde hij een hand op zijn schouder en hoorde hij de stem van tante Greet: „Weet jij er meer van. Jan?" „Ja." knikte hij en ineens begon hjj te snikken. Ze keken hem alle maal aan. Vader had nu de brief ge lezen en zette een allesbehalve vriendelijk gezicht. Met horten en stoten kwam het verhaal er uit. Jan vertelde alles, wat er op die ongeluksmiddag gebeurd was. Verschrikt keek moeder naar Kees, die alle rails had uitgelegd, en bezig was. de locomotief op te win- „We moeten alles terugsturen", zei ze en begon al links en rechts de ca- deaux weer in te zamelen. De meis jes, die het ook begrepen hadden, ga ven met beduusde gezichten de tas jes terug. De theepot, de aktentas en de schaatsen lagen op tafel, en ieder een keek teleurgesteld, behalve Kees, die zo in zijn locomotief verdiept was, dat hij niets merkte van wat er om hem heen gebeurde. Toen stond tante Greet ineens naast vader. „Geef die brief maar aan mij", zei ze met een knipoog. „Die had Sin terklaas voor mij bedoeld; hij wist zeker, dat ik vanavond bij jullie was!" Ongelovig keken vader en moeder haar aan. „Ja, ik meen het," lachte tante en stopte de brief in haar tasje weg. „Ik was allang van p.an, jullie eens een pleziertje te doen. Nu speel ik van avond voor Sinterklaas en ik geloof, dat de Sint het allemaal wat mooi heeft uitgezocht." Alle bedrukte gezichten klaarden op. Jan had zijn rode warme hoofd opgeheven en keek tante aan. of ze Sinterklaas in persoon was. „Meent u het echt?" vrorg hij. „Echt en heus n helemaal," ver zekerde tante en toen hield ze de han den voor de oren, omdat de kinderen allen tegelijk in juichkreten uitbarst ten. Suus en Mieke vlogen haar om de hals en Kees ook. Jan kwam nu ook naderbij, gaf tante een hand en zei verlegen: „Dank u wel, tante." sen! Hqc neten jouw broertjes, Ton- ny Mast? Hebben jullie een voorlees boek. waar moeder van vertelt, Jannie v. d. Dool? Ja. dat boek ken ik ook. Trunsje MacLean, wat is het leuk, hè Paula van Alphen is ook al aan het weven, maar haar kleine zusje Ltnll kan het nog niet goed Peter en Aad- je van Dnyvenbode hebben hun schoen gezet en er een speculaaspop in gekre gen. Hè. gezellig dat jullie weer eens schreven, Corrle cn Groetje Bokhoist, ik dacht heus, dat jullie me vergeten hadden! Hennle en Ad» Frlederich zijn weer beter, gelukkig maar Er komt ook wel weer eens een rebus. Jaap Bremmcr. Flora Voyk zet haar schoen ook nog. je denkt zeker: altijd meegenomen! Ben jij de oudste van de broertjes, Frans Blom? Dus jij hebt een divanbed gekregen, Ineke van Herp, wat leuk zeg. Ja, zo kun je fijn aardrijkskunde leren, Jan van Dru- ncn. Nee, ik ken dat boek niet. Mar- ja van Schothorst, maar het is zeker wel mooi, hè? Nou, dat lijken me toch wel mooie cadcaux, die je gevraagd hebt. Maagje de Brain. Hoe ziet die nieuwe trui van jou er uit. Willie Kraaijcveld? Arle van llouwclingcn heeft buurman geholpen de kalveren up stal te krijgen. Hij is samen met zijn zusje Tonia naar het Sinterklaasfeest geweest, was het leuk? Zou je het fijn vinden om naar padvindcuj te gaan, Frans Oosterhuls? Dus jij her kende dat meisje direct, Lenl Vernée. Willen jullie graag weer naar Rotter dam verhuizen Robbie den Ouden? Wat heb jij leuk postpapier, André Holles teint Ja. dat was inderdaad een mooie tekening. Dikkle van de Eykel. Dat zal wel een leuk werkje geweest zijn, om zo'n boerderij uit te knippen. Sjaak Schuurman. Heeft opa een prettige verjaardag gehad. Kees van Belle? Zo, Jannie Struik, leer jij stenografie, schiet je er al mee op* Jij hebt dus al een voorproefje van Sin terklaas gehad, Hanneke Schouten. Mogen je zusje en iii nog niet naar school. Marjan Voorbij? Doe jt de groe ten aan je buurmeisje? Dat vond je zeker wol fijn. Plet Moolenaar, toen va der ze:, dat je mee mocht doen. Ja. naar die uitzending luister ik ook al tijd, Aty Treffers, hef is erg leuk. hè? Sinterklaastijd cn repcüticlijd. 't is eigenlijk wel t^. veel van hel goede, hè Grectje Snooy? Joke cn Marijke In 't Veld vonden de puzzle i n leuk werk je. Riucke Huyier heeft een armband en een ketting van figuurvermicelli ge maakt. De kinderen Groolendorst gaan op de verjaardag van Sinterklaas ook de verjaardag van Gerrit vieren Ja. benieuwd ben ik wiL Tint» van der Hout. Heb jij geen bok voo. de haan, Pieter de Bruin? Annrlies van liter- son heeft Sinterklaas ook gezien op zijn rondgang We moeten natuurlijk ook afwisseling in de puzzles houden. Ansje Ik dacht zo, dat ik jullie deze week inaar eens geen puzzle moest geven. Jullie hebt vast allemaal wel dat gezellige krantje, „de Grabbelton", gekregen en daarin heb je de puzzles gezien: voor de jongere kinderen een kleur plaat, voor de ouderen een kruiswoordpuzzle. Ik zou zo zeggen, doe daar nu maar eens extra je best op UET werd een prachtige avond en 11 het was al laat, eer alle pakjes waren geopend en alle verzen voor gelezen. Dankbaar en tevreden gin gen de kinderen eindelijk naar bed, maar Jan kon nog niet dadelijk sla pen. Rij bedacht, hoe hij tante Greet altijd maar vervelend had gevonden, zo echt saai. En nu had ze hem zo geholpen. Als het warenhuis de bestelling nu eens niet had teruggenomen, als va der alles had moeten betalen, wat dan? De hele avond zou bedorven zijn geweest! Jan begreep het allemaal heel goed, en hij was tante Greet heel dankbaar. Kon hij nu voor haar ook maar eens iets doen. Maar wat? Hij dacht en dacht, en toen ineens schoot hem iets te binnen Tante Greet had een hond, waarvan ze veel hield, omdat hij van haar jongst# zoon geweest was. „Het dier krijgt geen beweging genoeg", had ze van avond nog gezegd. „Het spijt me erg, maar ik zal hem misschien moeten wegdoen. Ik ben niet meer goed ter been en kan niet meer zoveel met hem wandelen. En in het drukke straatverkeer Iaat ik hem liever niet los lopen." Jan lachte stil in het donker. Nu had hij een mooi plan. Hij zou met Flok gaan lopen elke dag na school tijd. Dan hoefde tante de hond niet weg te doen, dan zou ze zien, dat hij toch ook wel dankbaar was, al had hij haar niet zo uitbundig bedankt als Kees en de zusjes. Jan dommelde in. Naast zijn bed, op de stoel, blonken de schaatsen in het maanlicht. „Als het gaat vriezen", dacht hij al half in slaap. En toen sliep hij he lemaal in, en won ii. zijn droom de ene wedstrijd na de andere. E. S. van Aalst. Stuur jij je poëzie-album maar op. Tineke Zijderveld. Is het on- derjurkje al af? Jij hebt een eind gewandeld, Jannie v. d. Hil, ja. ik ken de omgeving daar wel. Hoe is net nou met moeder haar kiezen, Aagje Vermeulen? Blijf maar je best deen met grabbelen. Ria de Wilde, misschien win je toch wel wat. Ja, mikado is een erg leuk £pel. Hans en Teun Hoo- gerwerf. Wat hadden jullie die haan weer mooi gemaakt! Wanneer is je installatie. Melline Oosterhuis? Cock van der Schoor heeft een zendingsfilm f;ezien, hij vond het .zo mooi. Wil jij ater schooljuffrouw worden. Janneke Godthelp, dat is fijn, hoor. Zou Sin terklaas jou heus bontlaarsjes brengen. Anita Roest? Nou. Marry van der Kaden, als ik jou was. zou ik maar niet zoveel meer kletsen, stel ie voor dat je weer bij je vriendin vandaan moet! Je had het keurig gedaan. Hans van Tol. -- Zo n marionettentheater is erg interessant, hè Sijtko Zonneveld? Hoe voelde je je wel. The» Gclcynse, toen je /.o'n extra wuif kreeg van de Sint? Heb jij die nieuwe school al beke ken. Itiet Stam? Lust Jij graag pe pernoten. Lena Langstraat? Hoe is het nu met die zieke jongen, Marrle Hakkestecgt? Fijn dat je weer beter bent. Bas Kranendonk. Het nichtje van Itilde en Selma Smit. Barbel, kan al Nederlandse Sinterklaasliedjes zin gen. Dal Sinterklaasfeest op school zal wel mooi warden. Bernhard v. d. Gaag! Mien van der Lee is een week roept geen kukeleku. Paula Breukel, maar da. deden ze geen van allen, hoor! Hcleen van Dam is ook al vlak na Sinterklaas jarig. Hebben verhuizen. Lockie en Corrie ■I. Heb je dii gumnudolk bij de nguitvoering gekregen, Henk Blnner lk? Mal Hier volgen de nieuwelingen: Rein Westerduin. Wimmie van der Hoeven. Willie Ros, Erna Schaap. Klaas Bakker, Piet Mes. Ria Grootveld. Astrid Scheps. Evert van Rijn, Ria van Beek. Cobi van der Plas. Daan van der Eijk, en Hanneke, die 7 jaar is en in de tweede klas zit. Nou. neven en nichten, en nu hoop ik maar. dat Sinterklaas zijn hand over zijn hart en over zijn baard strijkt en jullie tóch veel moois zal geven op zijn verjaardag! Dag allemaal, tot de volgende keer! TANTE JOS i'y»I f: nviiidvrivroy ZONDAGSBLAD 3 DECEMBER 1955 Zal de vis de haan gaan vervangen? Belangstelling bij schilders en dichters ONLANGS werd bericht, dat men in Scheveningen en Emmen, toe gekomen aan het benijdenswaar dige stadium van kerkbouw, waar in men naar een naam gaat zoeken, voor de nieuwe gebouwen die van Ichthus-kerk koos. Ichthus .s het Griekse woord voor Vis. Het is over bekend en d-aarom kwam die naam mede in aanmerking dat de oude phristenen met het tekenen van een tfls, een i-ch-th-us-s. hun geloof beleden in Iesous Christos Theou Uïos Sooter: Jezus Christus God's Zoon Radder. Het is deze oude be lijdenis, die men in deze naam wil doen klinken. Wie weet, zal men d'e belijdenis het zou in de lijn lig gen ook zichtbaar manen en de haan op de toren vervangen d >cr een vis... De afbeelding van de vis treft men herhaaldelijk aan in de catacomben van Rome. Of dié vis daèr, als hij alleen voorkomt, reeds teken is van Christus, is niet geheel zeker. Het is in ieder geval óók mogelijk, da* de gelovige ermee wordt bedoeld. Bij Augustinus leest men in zijn exegese van Joh. 21 vers 9: „piscis est assus Symbolen van de eerste Christe nen, zoals ze tn de catacomben worden aangetroffen. Christus est passus" d.i.: de vis s gebakken, Christus heeft geleden", maar bij Tertullianus in zijn boekic over de Doop staat: „wij visjes war den overeenkomstig onze Ichthus in water geboren" en daar vindt men dus beide betekenissen, de gelovigen en Christus. D.kwijls ook vindt men de vis niet alléén afgebeeld, maar als onderdeel van een grotere voorstelling. Soms wordt daardoor de betekenis duide lijker. Zo is er een grafsteen of liever: grafplaat; deze werd in de gangen van de catacomben aange bracht als afsluiting van het graf m de wand, waarin de dode was neer gelegd waarop de naam van de overledene voorkomt, geflankeerd door twee visjes, die naar elkaar zijn toegewend, met tussen zich in, als een snoer luchtbellen, vijf ronde bro den. Daar wordt natuurlijk gezin speeld op de wonderbare spijziging Zo vindt men ook een vis met een korf, waarin broder. en een fles wijn. Tenslotte komt veel voor de af beelding van een tafel, waaromheen enige (meest zeven) personen. Op die tafel brood en wijn en vis. OVER deze laatste voorstelling is noga) wat te doen geweest. R.K uitleggers verklaren deze maaltijden meest als een viering van de eucha ristie. het avondmaal. Of men ziet erin: het hemelse gastmaal; of het laatste avondmaal van Jezus en zijn discipe'.en. Maar de Protestant Bak huizen van den Brink verwijst in zijn boek De Catacomben naar de functie van de vis :n heidense gods diensten als gerecht, dat men eet bij maaltijden ter ere van de doden, de vis is dan en dat kan mede voor menige voorstelling van een vis alléén gelden dier der onsterfe lijkheid en de maaltijden op de gra ven zijn een heidens overblijfsel. De vis ais aier der onsterfelijkheid; de vis als voedsel, dat Jezus aan dc hongerende schare uitdeelt' de vis als symbool voor de gelovige, of voor Christus zelf: dat alles ligt in de catacomben dooreen. Onlangs kwam mij onder ogen, een reproductie van Het laatste avondmaal van Duccio, een Italiaans schilder, helft 13e eeuw. Op d» ta fel waa-omheen Jezus en zijn disci pelen zitten, zag ik tot mijn verras sing ieder op een schoteltwee vissen! Navraag bij deskundigen bracht nog twee voorstellingen van Het laatste avondmaal te voorschijn: een uit Constantinopel afkomstige, door roof in de San Marco in Vene tië verzeilde ikoon, plm 1000 n. Chr hier zwemt de vis in de kelk met wijn; en een mozaïek uit een kerk in Ravenna, met op de tafel op één schotel twee grote vissen en aar- omheen vijf broodjes, plm. 500 n Chr. Telkens dus, met varianten, de zelfde voorstelling. Misschien mogen we concluderen, dat in ieder geval na de tijd van de catacomben (tot plm. 300 n. Chr.), misschien toch, in een enkel geval, reeds eerder, soms avondmaal met brood en wijn een wonderbare spij ziging met broden en vissen ineen vloeien. Dat is met zó verwonder lijk. 'k Herinner me een preek die gehouden werd radat de gemeente het avondmaal had gevierd en die ging over het verzamelen der over geschoten brokken: vergeet nu geen van Zijn weldadigheden" Laten we daarom aan de schilders dezelfde vr j- heid, die we de dominees gaarne gunnen! JOK in de litteratuur treft men de vis aan. Guido Gezelle spreekt in zijn gedicht Ichthus eis aiei (J vis voor eeuwig) dat te vinden is op pag. 251 van de bloemlezing, die in de Spectrumreeks verscheen, over de vis als het wondere dier der >nster- felijkheid, dat de zondvloed ont zwom, „van God's hand onaange daan" en bidt: „Och, of mochten wij, nadezen, veilige ook en uitgelezen' visschen wezen, daar Uw sterke netten staan." We gaan weer spelen instuderen met herders en een eng'lenstem. We gaan weer kerstgezangen leren voor 't heilig Kind van Bethlehem. Er zullen vele gasten komen er zal gebak zijn en een ster op feeëriek-verlichte bomen. Geen weg te lang, geen reis te ver; want ieder wil. het meebeleven: het feest van hulst en dennegroen. Elk wil aan elk geschenken geven, zoals we dat reeds jaren doen. Maar verder, bij de tweede halte is 't gastental slechts half zo groot, rondom de sombere gestalte van Jezus tr? Zijn stervensnood. De tocht gaat voort; en aldoor vallen eraf. De toeloop naar het éérste feest was groot. Wie van die duizendtallen bidt om de gave van de Geest? P. DE VRIES. God scherpt zijn wet op deze steen die mijn bestaan geworden is, maar Jezus Christus geeft ons vis en wijn tot zijn gedachtenis." Terwijl hij elders („Avondmaal") gewaagt van het koninkrijk, door God's Zoon gesticht „waarin wij allen zijn van eender doen en staat, nemende brood en wijn voor Zijn Godlijk gelaat." 7 0 er Terwijl hij eindigt. „God, van wie me' men) in oude dagen, dekkende bedekkende) uw geheemen, zei, mondlinge of in beeld geschreven: 'Nut =snuttigtden Visch, Hij zal u geven 't eeuwig leven'. Helpt ons. Ichthus, eis aiei." Bij hem treft men dus de vis als dier dei onsterfelijkheid, de vis als de gelovige en de Vis als Christus. Onlangs publiceerde Achterberg in Maatstaf Jan 1955, een lang ge dicht, „Aquarium" Hij beschrijft hierin het wondere beweeg van een vis achter 't gias in dat ons zo vreemde clement, het water, beeld van de dood t het bezig is wat ik niet heb: verheffenis op eigen kracht, en zinken door drempels van verdrinken; symbool van God de Zoon om ons verdiende loon we aan de keten, die be- bij de muurschilderingen van de catacomben en die via de mozaïeken van Ravenna en de ikoon uit Constantinopel liep naar Duccio, de Italiaan uit de 13e eeuw, door een hedendaags Protestants dichter een nieuwe schakel toegevoegd Brood en wijn en vis: de schilder zet ze bijeen; de dichter verdeelt ze bij wijze van spreken over twee gedich ten. En avondmaal en wonderbare spijziging vloeien ineen. Óf er tussen Ducr:o en Gezelle en Achterberg nog anderen zijn die de vis noemden of schilderden als voed sel bij het avondmaal, is me met be kend. Ik waag het voorshands dit te betwijfelen. Renaissance en Barok hebben de oud-christelijke symbolen afgeschaft. Dirk Bouts, in de tijd van de Van Eycks, schildert wel op een tafel op twee tinnen schotels twee reeds aangesneden vissen. Maar zijn on derwerp is „Christus bij Simon. De voetwassing" (Lucas 7, 36) En zo maken zijn vissen de indruk van ge wone spijze op een gewone tafel. Onze tijd eerst weer kent een her leving van de belangstelling vooi de ongedeelde, oud-christelijke kerk; men denke aan de liturgische bewe ging. Teken daarvan is óók de naam van Ichthus-kerk, aan twee kerkgebou wen, tegelijkertijd gegeven. DRS. N. VAN DER BLOM (Vervolg van pag. 1) chiel Gerling" door het grauwe Schel- dewater heen komen snijden, om ter hoogte van het motorschip „S'lver Gate", dat op stootgaren ligt. een wijde boog te beschrijven. De een posteert zich in de omgeving van d boeg. de ander ter hoogte van de achtersteven. Van de voortop van de Zweed waait traag de Belgische drie kleur; de b'auw-met-ge'e rMenjvlag wappert van de kleine ra aan de gro te mast. Nog ligt de boot met twee gekruiste trossen vanaf de voorplecht vast aan de wal. Een officier in don kerblauw uniform, met dito kwartier- Dezelfde dichter r i zegt i muts op. steekt even het hoofd over de verschansing. Vlak daarop zakt een vanglijn omlaag naar de „Dir. Fred. G. Gerling"; achter de vang lijn komt dc grote manillatros, in een machtige lus. naar beneden zakken, welke straks om de bolders van de sleepboot zal worden gelegd, en daar achter de sterke stalen sleepkabel Langzaam beweegt de sleper zich een weinig naar het midden van de stroom Er klinkt een kort comman do; de ene voortros wordt wat uit gevierd, dan tjoempt de lus van de kabolder rnet een licht schu-mspoot in en onder water. Twee stoten dreunen uit de stoom fluit van de „Silver Gate"; de ach terste sleepboot antwoordt met één, de voorste met twee stoten; de sleep tros wordt kalmaan strak getrokken; het trekken is begonnen en traag wijkt de grijze vrachtboot van de ka de. Ook de stuurboordvoortros ver slapt nu, de lus slaat kletsend in het water om snel binnenboord gehesen te worden. Een zeer lange stoot dreunt over het water. Alles los! De ..Dir. Fred. G. Gerling" hangt schuin over stuurboord in het water. En in tussen trekt de „Silver Gate" lang zaam voorbij: de roomgele kraanar- men liggen, keurig in het gelid, ho rizontaal gestrekt, op het voordek in voorwaartse, op het achterdek in tegengestelde richting. Wanneer de „Silver Gate" op het midden van de Schelde is gekomen, gooit de „Michiel Gerling" de achter- tros los; vóór zijn wijd-uitdcinend kielzog uit vaart de sleper voorbij de lichtgrijze romp met de sprekende meniestreep eronder, vóór wat ho ger dan achter. Grijze en zwarte rookwolken beginnen uit de pijp van de vrachtboot te waaien. Een kolonie meeuwen deint onbewogen langs de zich naar voren werkende sleepboot hei n Dan zakt van de stuurboords boeg een tros omlaag; weldra rust hij om de bolder» van de „Michiel" En achter de beide sleepboten zakt de Zweed de Schelde af. naar waar grauwe nevels hem aan ons oog ont trekken... W. A. I'OORT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 13