De bordjes „Vee-Vervoer
rhang
worden ve
en
Nederland heeft een
naam in Israël
beste
Chr, Wandelsportbond is
nu krachtige organisatie
BOEDAPEST
ANNO 1944
5
GEEN MARTELWERKTUIGEN MEER
Ruim 60 pet van 't reewagenpark
kwam al onder de keuring
(Van een onzer verslaggevers)
"\7EEWAGENS staan in een kwade reuk. Niet alleen bij het slachtofferend
vee, maar helaas ook bij het grote, graag vleesetende, pubiiek. Zo'n
wagen met het bordje „Vee-Vervoer" wordt nog te dikwijls omgeven met
de kwalijke geuren van gruwelverhalen, die de fijnbesnaarden onder ons
het eet-genoegen van een goed gebraden runderlap wel eens doen vergallen.
De vee-vervoerder èn het runderlapje verdienen beter. Een veewagen be
hoeft niet noodzakelijk een martelvoertuig te zijn voor het paard, kalf of
big dat ter markt of regelrecht ter slachtbank gereden wordt.
Dit misverstand is waard uit de wereld
geholpen te worden. Er is al genoeg on-
verdiende blaam geworpen op hen die
zich dagelijks te onzen gerieve direct of
indirect me', het slachten bezig houden.
Een rondgang, onder deskundige lei
ding, langs de verschillende veemarkten
leerde, dat er zich ook een „doorbraak"
voltrekt in het omvangrijke wagenpark,
waarmee in 1954 ruim 2M millioen dieren
werden vervoerd. Om te bereiken dat dit
reusachtige levend-transport steeds weer
op zijn pootjes terecht komt, rijden er
ongeveer drieduizend wagens met het
bordje „Vee-Vervoer" langs onze wegen.
Bordjes verhangen
het „Goedkeuringsbewijs
geval na Maart door deze wi
truc tegen de lamp loopt. Processen-
baal zijn in zulke gevallen aan de orde
de dag. Bij dit verbaliseren is echter
weer de nodige tact vereist, omdi
rvaring geleerd heeft dat de geverba-
liseerden hun woede wel" eens willen af
koelen op het onschuldige dier. Vraag ei
de inspecteurs van de Dierenbescherming
maar eens na. Die vinden bij hun
trolerende taak natuurlijk geen reden
de zaak dan maar op te geven.
Men volstaat echter veelal liever met
het geven van aanwijzingen, die dan dik.
wijls ook worden opgevolgd. De Dieren
bescherming is er evenwel niet mee ge
baat als de betrokkenen „een gloeiende
hekel" krijgen aan de heren inspecteurs,
die nu alleen handelend en dus streng
optreden in de ergerlijkste gevallen.
overschreden en daaraan wordt streng
de hand gehouden. Overigens worden de
gehruikskoelen verkocht op „pa-
dus ook op de melklljst, zodat
het „buitenaanzicht" niet langer van
oorslaggevende betekenis is.
Tot slot de keuring van de veewagens
Daar de provinciale nummers met ingang
1 Maart J.l. ongeldig werden in de
maand waarin deze nummerbewijzen zijn
uitgereikt, worden thans vele honderden
wagens kosteloos ter keuring bij de In-
pectiedienst van de Nederlandse Vereni
ging tot Bescherming van Dieren aange
boden. Op elke grote veemarkt zijn deze
inspecteurs aanwezig. Herinneren we
aan de totale aanvoer op onze vee-
•kten over 1954, op de kop af 2.761.366
•en. dan blijkt hieruit wel hun dnmis-
baarheid. 5en dergelijk massa-vervoer
mag niet ontaarden in een kwellend ver.
Op enkele procenten na worden
deze dieren naar en van de markten
de weg vervoerd. Rotterdam is met
totale aanvoer van 316.422 dieren nog
steeds de grootste veemarkt van on6
land, op de voet gevolgd door 's Herto
genbosch en Leeuwarden. De meeste
markten zijn uit hun jasje gegroeid. Zo
als ook Leiden. Het nieuwe veemarkt-
implex dat daar zal worden aangelegd
geeft niet alleen de veehouder
Op z'n smalst
veewagen
a. doordat
vele provinciale wegen zo smal zijn. Een
wagen die de boerderijen langs gaat, zal
smaller zijn dan het voertuig dat uit
sluitend van de markten naar de slach
terijen rijdt en dus de grote wegen volgt.
De meeste wagens hebben een breedte
van 2.10 meter. Een normale koe is
geveer 60—65 cm breed en 2.10—2.40
lang. Het is niet moeilijk te raden wat
er met de stuiten van de dieren gebeurt.
Die plegen stuk te scheuren.
Door de dieren om en om in het
tuig te plaatsen, wint men ruimte. Grote
runderen en paarden worden in de lengte
of schuin in een vrachtauto geplaatst,
aangezien een maximum breedte
voertuig, 2.40 m buitenwerks, voor deze
dieren te mal is. Noodzakelijk is ook,
dat de bodem bestrooid wordt me', zand,
6tro of turfmolm om te voorkomen dat
de dieren tijdens het vervoer uitglijden.
Gestopte uiers
JJET IS NIET de bedoeling verder te
N.C.W.B. bestaat 20 jaai
Oprichting (en heroprichting) kostte veel
geld en beleid
MORGEN, Woensdag 2 November, bestaat de N.C.W.B. precies 20 jaar
en dat is voor het huidige bondsbestuur aanleiding geweest die dag in
„De Dierentuin" in Den Haag een jubileumfeestavond te houden, waar
verscheidene honderden N.C.W.B.-ers bijeen zullen komen kaarten des
avonds nog aan de kassa verkrijgbaar! om op waardige wijze het vierde
lustrum van hun organisatie te vieren. Want de bond, die met elf personen,
vertegenwoordigende zes verenigingen is begonnen, is thans uitgegroeid
tot een organisatie van ruim 60 wandelverenigingen met ongeveer 3000
leden.
De eerste penningmeester van de bond.
de heer I. Ketting uit Rotterdam, moest
in 1937 mededelen, dat er nog maar f 1?
in kas was. terwijl nog enkele ..oude"
schulden moesten worden vereffend De
eerste secretaris, de heer N. van Dalen
uit Dordrecht, had even tevoren gerap
porteerd over het royement van een thans
niet meer bestaande wandelgroep, waar
door he* aantal aangesloten wandelver
enigingen van 12 tot 11 was gedaald. Ons
zusterblad „De Rotterdammer" heeft in
deze kwestie ook nog een rol gespeeid.
limte,
r het
En dat zal elkeen toejuichen, want de
heer G. Nieuwenhuysen, directeur van de
Dierenbescherming, maakt zich niet aan
overdrijving schuldig als hij 6telt dat het
dier niet aan de mens is uitgeleverd
De biggen staan te dringen om te worden ingèladen. Het zal een com
fortabel transport worden, al is het einddoel dan het abattoir. Maar
ook krulstaarten hebben recht op een „menselijke behandeling". Op
deze wagen behoeft het bordje „Vee-Vervoer" niet te worden verhan
gen. Vele goede voorbeelden doen goed volgen en daarom dus dit
goede voorbeeld.
DEUREN EN HARTEN GAAN OPEN
Een gratis lift per... vliegtui
aar de bus
„Een best beestje meneer, kijk
maar eens naar die mooi gevulde
uiers. Een puik melkkoetje". Zo
lang de spenen niet gestopt zijn
kan het niet veel kwaad. Maar als
de melk niet langs natuurlijke
weg tijdens de „stalling" op de
veemarkt uit de gespannen uiers
kan wegvloeien, is er sprake van
een ernstig vergrijp. Gelukkig
geraakt deze oude handelstruc
hoe langer hoe meer in onbruik.
een papier dat alle veevervoerders voor
Maart in hun bezit moeten hebben, zijn
er al heel wat van die bordjes verhan
gen. Daarmee wil dan gezegd zijn
da', deze dwingende keuringsmaatregel
de overschakeling van provinciale
nummerbewijzen op kentekenbewijzen
woorkomt ontduiking een prachtige ge
legenheid biedt het kaf van het koren te
scheiden.
Tot dit kaf rekenen we bijv. ook de
wagen waarvan de bodem niet sterk ge
noeg bleek om koeienpoten voor door
zakken te behoeden. In dit geval bleken
de wielbakken te zwak en tijdens het
transport bezweek die bodem met het ge-
volgt dat het vee met afgesleten poten te
bestemder plaatse kwam. Dat is dan zo'p
gruwelverhaaltje waarop we doelden.
Het zou niet moeilijk vallen dit artikel
een roder tint ie geven door met nog
meer voorbeelden van kwellend veever-
voer aan te komen.
Waarom echter nog, als er zoveel die
renleed door eenvoudige voorschriften
verzacht kan worden.
Levende handelswaar
Tj^N ÓOK metterdaad verzacht wordt.
J-i Overigens bedenke men wel, dat wie
zijn hele leven met vee onderweg is, wel
eens wil vergeten dat hij levende
handelswaar vervoert. Het is dan ook
dom deze mensen van wreedheid te be
tichten, waar louter van onnadenkend
heid sprake was. Daarom zijn die bin
dende bepalingen ook zo goed. En als
men nu weet dat reeds meer dan 60 pro
cent van het gehele veewagenpark ge-,
keurd is en de rest dus spoedig zal vol
gen, ligt hier een goede garantie dat al
die wagens voortaan aan redelijke eisen
van soliditeit voldoen. Het ls alleen jam
mer dat het veelal voertuigen van de
„arme drommels" onder de transporteurs
zijn, die de eindstreep niet halen en wor
den afgekeurd. Maar voor het vee dat in
hun brikjes vervoerd wordt heeft men
we! reden tot Juichen. Het heeft dan ten
minste meer kans levend, althans onbe
schadigd, op de plaats van bestemming
aan te komen.
Er gaan wel veel makke schapen tn een
hok, maar het is en blijft een eerste ver
eiste dat een dier op transport tenminste
ruimte moet hebben om te kunnen staan
en liggen. Een vervoerder die weet wat
hij aan zijn lading verplicht is. zal op een
lang traject dan ook zeker eenmaal stop
pen om te kijken hoe de dieren „er bij
staan". Een kalfbeest pleegt er namelijk
ook wel eens bij te gaan liggen en loopt
dan groot gevaar door de andere
noten te worden doodgetrapt.
Wisseltruc
0M NOG EVEN op die „arme drom
mels" terug te komen, het Is na
tuurlijk sneu als je wagen wordt afge
keurd. Het komt dan ook voor dat men
deze afgekeurde wagens met het oude
nummerbewijs ziet rijden. De eigvnaar
waagt het er dan maar op, al is de kans
groot dat hij vandaag of morgen en in
■gaan
ning
eisen waaraan een verantw
transport móet voldoen. B(j de rondgang
langs de markten valt tegenwoordig op,
dat het oude zeer van het vervoer met
overvolle uiers bU het melkvee een
oude handelstruc thans zo goed als
verdwenen is. Een melkkoe met dichtge
plakte spenen of op andere wijze ge
stopte uiers is gelukkig een zeldzaamheid
geworden. Mede dank z(j de zware von
nissen, die deze onnatuurlijke handelin
gen hielpen bestrijden. Bjj het markten
van koeien met gevulde uiers
Excuse me Sir.... Kunt u mij misschien vertellen
naar Elat vertrekt?
Ik sta op het autobusstation van Tel Aviv, bepakt en bezakt voor
een tocht naar de Zuidelijkste plaats van Israël, de uiterste punt van de
wig, die het geografische complex der Arabische staten onverbiddelijk
in tweeën gespleten heeft. Het is een barre woestijn, bijna onbewoonbaar,
maar sinds duizenden jaren een gebied van grote strategische betekenis,
verbindingsweg tussen Afrika en het Euraziatiscbe continent, eenmaal een
zeebodem, die wellicht een enorme rijkdom aan trtsen, mineralen en
olie in zich bergt en een dorado voor bandieten en smokkelaars van
hashis en wapens.
Je kunt er alleen pier vliegtuig komen.
De man aan wie ik de weg naar
Elat heb gevraagd trekt zijn oogleden
hoog op en een vollemaanslach om-
kringt plotseling zijn goedmoedige
gezicht.
„Maar beste kerel" klinkt het, „er
gaan van hier geen bussen naar Elat.
Al gaan er dan veel makke schapen in een hok, overdriving schaadt,
ook bij varkens. Maar als je dan op reis gaat, dan wil je ook netjes
behandeld worden. Zo'n laadbruggetje met vrije inloop is dan wel
gemakkelijk. En als er één varken over de brug is, volgen er meer.
Wie ben je, als ik vragen mag'
Verpletterd kijk ik hem aan en
antwoord zwakjes dat ik een Hollands
journalist ben.
„Ah Holland", zegt hij, „Very good
country"
Maar wat heb ik aan deze sym
pathiebetuiging. Ik moet naar Elat.
En ik kin niet naar Elat. Al m'n
plannen voor een week beginnen in
rook op te gaan. De man schudt mee
warig zijn hoofd maar schijnt dan
ineens zoiets als een besluit te nemen.
„Weet je wat", zegt hij kloek,
„neem nu meteen de bus naar Lydda-
airport! Over een half uur vertrekt er
een vliegtuig. Vraag op het vliegveld
naar Ronny en je zult zien, dat de
zaak in orde komt. Ik bel wel even
op om te zeggen dat je komt. Ronny
vliegt jèu naar Elat. Shalom!"
Met open mond
kijk ik hem
Wat doe je in zo'n
geval. Het is een
idiote situatie,
maar ik hèb geen
keus. En dus pak
ik de bus naar
Lydda-airport en
het vliegveld waar
één van de hon
derden mensen
die hier rond
lopen mr. Ronny
moet zijn.
me Sir Kunt U me zeggen
Ronny is?" Een mecanicien
t zeven-mijlspas voorbij rent
z'n arm in de richting van
afgelegen gebouwtje. Ik stap
op het kantoortje af en zie dan een jon-
S; kerel die juist aan het telefoneren is.
e man heeft een geweldige buik.
..Sit down" nrult hij tussen de brok
ken van het gesprek door. „maek het
je gemakkelijk!" Ronny moet een zeer
impulsief mens zit en heeft wat je
noemt een .lange adem". Het telefoon
gesprek windt herr. blijkbaar op. Gaat
het over mij? In leder geval draait hij
z'n donkere kop in mijn richting. (La
ter hoor ik dat hij een Egyptenaar is).
Ik kan wel niet verstaan waar hij het
over heeft, maar het klinkt zo onge
veer als: „Wel hier en gunder,- wat ben
jij voor een idioot om me zo'n vreem
de kerel op m'n dak te sturen Wat
móet ik daarmee....?"
JJUIZLNDEN Joden worden
tegenwoordig dagelijks op
de bruggen over de Donau bij
eengedreven. In groepen van 20
tot 30 zijn zij aan elkaar gebon
den, mannen, vrouwen en kin
deren. De scènes, die zich af
spelen, zijn hartverscheurend.
Als martelaars wnrdev zij door
de hoofdstraten van Boedapest
naar de executieplaatsen gedre
ven. Achter iedere groep loopt
een officier, de beul, die hen
moet. executeren.
Op de bruggen aangekomen,
worden de ongelukkigen met de
karwats op de stenen brugleu
ning gedreven. Iedere officier
plaatst zich met getrokken re
volver achter zijn groep.
Dan klinkt het ruiircimman-
do. D« schoten kraken. Vier, vijf
Joden per groep krijgen een
nekschot, z(j tuimelen van de
brug, de levenden met zich mee
trekkend. Drieduizend Joden per
dag zijn in Roemenië gedurende
lange tijd aldus vermoord en
door de golven van de Donau
meegevoerd.
DOOR
WERNER SPRUIT
Maar de man aan de andere kant van
de lijn weet nein blijkbaar in te pak
ken. Ronny smijt de hoorn op de haak,
schreeuwt nog wat na en voegt me dan
in het Engels »oe: ,,Oké Sir, U bent
vandaag onze belangrijkste passagier.
U krijgt van mij een free-ticket naar
Elat 'n Glas limonade...?"
Ik begin te lachen. Eerst zwakjes,
dan harder en tenslotte rollen de tranen
me bijna over de wangen. „Drink" valt
Ronny uit en plaatst een ..bel" ijskou
de limonade op mijn tafeltje. ..We we
ten hier hoe we Hollanders ontvangen
moeten". Ronny klokt zijn glas leeg,
en zegt:- „Kom mee, ik zal jè even
naar het vliegtuig brengen. Laat je spul
len maar hier. Daar zorgt de steward
En dan komt een ogenblik, dat men
in Nederland wel eens een „rijk mo
ment" noemt. Voor de trap naar de
cabine staat een groepje van ongeveer
twintig passagiers en een paar klim
men al naar boven. Maar dan davert
lijke zin van het woord ooit opgelaten
heb gevoeld, dan ls het nu wel. Ik voel
hoe ik het trapje omhoog stijg en
twintig paar verbaasde ogen in m'n
priemen en die Hollander In z'n khaki-
costuum en spijkerschoenen nieuwsgie
rig opnemen.
Hoe moet ik me houden? Ik heb e
onweerstaanbare lust om weer terug
gaan en te zeggen: „Maar Ronny, dat
ls toch tè mal. Ik betaal geen piaster
voor deze tocht en je behandelt me als
of ik de koning van Siam ben". Maar
de weg naar de cabine is te kort
nu nog op m'n schreden terug te
ren. Als ik binnen ben, komen Ronny
en de steward achter me aan.
„De beste plaats is voor U gereser
veerd", zegt Ronny, „de steward komt
straks naast U zitten om U sight seeing
te geven en hij zal U ook voorstellen
aan de piloten die reeds in de coc
zitten. Ze heten Hanreck en Alouf
Vastgegespt in m'n stoel heb ik
rustig de tijd om me de „onmogelijke"
gang van zaken van deze ochtend te
realiseren. De hele geschiedenis heeft
zich in nauwelijks drie kwartier tijds af
gespeeld. Vanochtend nog had ik mc
voorbereid op een bustocht die me dood
ziek zou maken en wist ik nog niet.
dat ik nooit per bus naar Elat zou kun
nen komen. Er was geen haar op mijn
hoofd die er zelfs maar aan dacht om
te gaan vliegen, laat staan vliegen
der te betalen, En nu? Nu Li het dan
Wat zijn dit voor mensen? Wat wil
len ze van me? Een sappig, propagan
distisch artikeltje over hun luchtvaart
maatschappijen de Arquia en de El Al?
Neen, want ze hebben mc niet eens
gevraagd of ik werkelijk wel verslag
gever ben. Ze hebben noch naar m'n
lOrli is hel zu
480) Omstreek* het begin van onze
jaartelling lag aan de monding van de
It(jn een Romeinse sterkte die de naam
droeg Lugdunum Batavorum, ofwel het
Bataafse Lugdunum. De. aanduiding dat
dit het Lugdunum in liet land der
Bataven was, moet geenszins overbodig
worden genoenul. want ook Gallië be
zat een paar plaatsen die Lugdunum
heetten o.a. het tegenwoordige Lvon.
De sterkte aan de monding van de Ryn
'ter hoogte van Katwjjk) werd Lugdu
num genoemd ter ere van de Romeinse
keizer Claudius, wiens geboorteplaat*
aldus heette.
Waar dit Lugdunum Bntnvonnn pre
cies gelegen hrrft, valt niet meer na te
gaan (al zyn hierover uiteraard ver
schillende veronderstellingen geopperd).
Maar de 16de-eeuwse schrijver» wisten
daar wel read op en verklaarden dat
de stad Leiden het oude Lugdunum
moest ayn geweest. I.angs een heel bij
zondere weg wisten ze zelfs de woord
afleiding voor de dag te toveren, want
Lugdunum aou via Luyrdunum. Leva-
dum en Leydum In Leiden zün ver
anderd. En bet woord Lugdunum zelf
zou oorspronkelijk hohhen betekend
Lege Dynen. e
LUGDUNUM GEEN LEIDEN
ruw werd twijfel geuit
•n Lugdunum,
tijd gevolgd door een regel-
tkenning van de zijde der
beieket
Hoewel deskundigen
van opvatting ayn di
het oude lugdunum Bi
eenzelvigd mag worden,
krlijk
king
kwa.
len. Allemaa
.eltike dnlm
Lugdm
■ademie.
r het kwaad had i
sat de Utrechtse St Maartenskerk
ongeveer ten tyde van Karei de Grot*
in deze streek een drietal boerenhoe
ven, die al* de drie Leithon werden
aangeduid, drie hoeven (romplezen)
dus. un de weteringen gelegen. Dat
we onder Leithon werkelijk Leiden
moeien verstaan, is voor geen twijfel
vatbaar, war
«t duide plaat*
•r- herkenbaar,
li- Rodanhurg
INadruk verboden)
Een nieuwe immigrante op het vliegveld Lydda Langzaam en snel, per
boot, per vliegtuig en op iedere mogelijk denkbare wijze stromen de
Israëli's hun vaderland binnen.
Ronny's stentorstem over het veld. met
zo'n geweld, dat hij ineens iets
heeft van een loeiende vampier. De
Kssagiers die zich al halvewege op
t trapje bevinden kijken verschrikt
naar beneden, lopen dan als kippen uit
hun ren weer naar de begane grond en
staren ona verbaasd aan.
„Ladles and gentlemen" zegt Ronny
tot het gezelschap, „ik heb hier een be
langrijk persoon, die vandaag onze gast
Is. Hij is een Nederlands journalist.
Staat U mij toe. dat ik hem vóór laat
gaan. Mister Dutchman, ga Uw gang"
en met een korte buiging en een uit
nodigend gebaar nodigt hij mij uit de
trap naar de rahlne te beklimmen.
Als ik me in de letterlijke en figuur
paspoort. noch naar mijn perskaart ge-
informeerd. Ze hebben me alleen maar
geloofd!...
En dan komt Ineens een heel flauw
vermoeden In me op. Heeft men mij In
Nederland niet herhaaldelijk verzekerd
dat het woord „Holland" in Israël een
bijna magische klank heeft? Dat het
hnrten en deuren opent en dat In Israël
Nederland het land Is, dat zich boven
andere nationaliteiten In de grootste
sympathie mag verheugen?
Het Is *o gemakkelijk om In Neder
land hoogdravende dingen over een an
der volk te aeggen. Het valt immers
toeh niet te controleren. Maar wat Is
het dan een gewaarwording te bemer
ken dat dit alles bijna letterlijk waar
ls.
want tijdens dezelfde vergadering bracht
de voorzitter dank voor de medewerking
als dagblad bij het onderzoek ln deze aan
gelegenheid. een onderzoek. waaruit
helaas de consequenties van het roye
ment moest worden getrokken.
Overigens groeide de bond In de voor
oorlogse jaren gestadig. Toen de tweede
wereldoorlog uitbrak, kon dan ook met
dankbaarheid worden geconstateerd, dat
de C.N.W.O. (Chr. Ned. Wandelsport Or
ganisatie) zoals do naam toen luiade
ln de Chr sportwereld een begrip wa«
geworden. De bond had ingang gevonden
en het was voor het toenmalige bonds
bestuur derhalve geen gemakkelijke be
slissing tot de opheffing te moeten be
sluiten, toen in het tweede oorlogsjaar
de bezetter ook de chr wandelbond wilda
..gelijkschakelen" De bondsbestuurder»
verstonden echter hun plicht: de C.N.W.B.
staakte alle activiteiten en dook onder.
HEROPRICHTING
Nauwelijks was de oorlog evenwel ten
einde en werden ln Zuid-Holland symp-
tonen (van een opbloeiend wandelïeven
gezien, of ook de N.C.W.B. kwam weer
tot leven. Het was de heer M. Verbrag-
gen uit Den Haag dia moeite noch kosten
heeft gespaard de N.C.W.B. zijn oude
plaats te doen hernemen. Dit bracht moei
lijkheden met zich mede, aangezien een
nog ndat genoemd oud-hoofdbestuuralid
was besmet met de ln de eerste jaren na
de oorlog als modern nnngemerkto ge
dachte van de doorbraak. Ook de N.C.W.B.
werd door het doorbraakspook bedreigd,
doch een krachtige tegenactie, waaraan
de heer Verbruggen een groot aandeel
heeft genomen, deed de aanval op het
christelijk karakter van de bond falen.
De bond hernam ztjn oude plaats, kreeg
weer zijn oude doel en stond weer op ziin
oude grondslag, die ook voor het organi
satieloven in de sport onontbeerlijk la.
Inmiddels waren echter veel koeten ge
maakt en was veel tijd verloren gegaan.
Het ledental steeg dan ook langzaam en
bereikte nauwelijks de duizend. Niettemin
bleek ln de N.C.W.B. toch groeikracht
aanwezig, toen de na-oorlogse moeilijk
heden op organisatorisch gebied waren
overwonnen. En toen de heer Verbruggen
einde 1951 de wens te kennen gaf ala
bondsvoorzitter heen te gaan. kon hij
zeggen dat de N.C.W.B. weer stevig was
gevestigd en groter was dan ooit tevoren.
UITBOUW
Ala bondsvoorzitter werd de heer Ver
bruggen opgevolgd door de heer P. Tae-
kema uit Den Haag, een zoon van de op
richter.
Deze plaatste de uitbouw bovenaan op
de lijat van activiteiten en made dank zij
het feit. dat de zo gewenste continuering
ten aanzien van het secretariaat was be
reikt, waardoor de naam van de ijverige
secretaris, de heer E. v. d. Stal in wan-
deisportkringen allengs algemeen bekend
was geworden, kon gedurende de laatste
jaren het ledental van duizend worden
opgevoerd tot drieduizend thans. De
financiële moeilijkheden, vooral ontstaan
tijdens de eerste na-oorlogse Jaren, vorm
den echter een rem voor de propaganda
en hoewel de N.C.W.B. tljdena zijn be
staan nauwelijks een «chuldloze periode
heeft gekend, heeft de heer C. Prins uit
Slledreeht als penningmeester einde 1953
de eerste stap gezet op de weg naar de
financiële gezondmaking van de bond.
De heer J. C. Mikkers uit Harderwijk,
die than* de penningen beheert, bijge
staan door de tweede penningmeester, de
heer L. Pout uit Hulzen (N.H.) heeft goede
verwachtingen, dat het financiële drie
jarenplan van 1953 einde 1956 volledig
zal zijn verwerkelijkt en de bond dan
financieel gezond zal zijn. Als gevolg van
de groei van de laatste Jaren diende de
wens naar decentralisatie zich aan en zo
zijn kort geleden vijf afdelingen opge
richt: Amsterdam. Den Haag, Midden
Nederland, Rotterdam en de Veluwe. Zo
doende kunnen de belangen van de leden
nog betar dan voorheen worden behar
tigd, terwijl ook de propaganda Intensie
ver kan worden gevoerd, doordat iedere
vereniging de afdeltngsbestuursledcn ala
inlichtingenbronnen als het ware „bij de
hand" heeft.
GEEN SUBSIDIE
In de Ned. Chr. Wandelsport Bond, die
een belangrijk* rol heeft gespeeld bij da
oprichting van de Ned. Chr. Sport Unit,
wordt thans veel w*rk verricht en feite
lijk is de aanstelling van een administra
teur noodzakelijk. Door een onbegrijpe
lijke discriminatie van regeringszijde,
waardoor de N.C.W.B. ln tegenstelling tot
andere sportbonden en zelfs tot zijn part
ners ln de aportunle geen subsidie ont
vangt. kan nog geen administrateur wor
den benoemd. Daarom hoopt men ln
N.C.W.B.-kringen voorshands dat op het
kantoor van de sportuM* veel werk kan
worden gedaan in het belang ven de
christelijk* sportbonden en dua ook ten'
behoeve van de N.C.W.B.. waardoor da
overbelasts bestuursleden toch enigszin*
zullen worden ontlaat, hoewel de heer
W. M. Boxhoorn uit Rotterdam ala tweede
secretaris, die namens de bond de werk
zaamheden op het kantoor van de sport-
unle zal voorbereiden, voorlopig niet om
arbeid verlegen zal zitten.
(Advertentie).
Reek door ttt
«de bette veen
r»z+Tt< *€Q naar het
bette rookgenot i«
N. D. Nammenama, kolonel bij het
apdt der Koninklijks Marechaussee,
heeft na veertig dienstjaren de dienst
verlaten, en zijn commando overgedragen
overwt* H. A. Trippelaar uit Dan
Hsag. dia per 1 November tot kolonel u
orderd.