De bordjes „Vee-Vervoer rhang worden ve en Nederland heeft een naam in Israël beste Chr, Wandelsportbond is nu krachtige organisatie BOEDAPEST ANNO 1944 5 GEEN MARTELWERKTUIGEN MEER Ruim 60 pet van 't reewagenpark kwam al onder de keuring (Van een onzer verslaggevers) "\7EEWAGENS staan in een kwade reuk. Niet alleen bij het slachtofferend vee, maar helaas ook bij het grote, graag vleesetende, pubiiek. Zo'n wagen met het bordje „Vee-Vervoer" wordt nog te dikwijls omgeven met de kwalijke geuren van gruwelverhalen, die de fijnbesnaarden onder ons het eet-genoegen van een goed gebraden runderlap wel eens doen vergallen. De vee-vervoerder èn het runderlapje verdienen beter. Een veewagen be hoeft niet noodzakelijk een martelvoertuig te zijn voor het paard, kalf of big dat ter markt of regelrecht ter slachtbank gereden wordt. Dit misverstand is waard uit de wereld geholpen te worden. Er is al genoeg on- verdiende blaam geworpen op hen die zich dagelijks te onzen gerieve direct of indirect me', het slachten bezig houden. Een rondgang, onder deskundige lei ding, langs de verschillende veemarkten leerde, dat er zich ook een „doorbraak" voltrekt in het omvangrijke wagenpark, waarmee in 1954 ruim 2M millioen dieren werden vervoerd. Om te bereiken dat dit reusachtige levend-transport steeds weer op zijn pootjes terecht komt, rijden er ongeveer drieduizend wagens met het bordje „Vee-Vervoer" langs onze wegen. Bordjes verhangen het „Goedkeuringsbewijs geval na Maart door deze wi truc tegen de lamp loopt. Processen- baal zijn in zulke gevallen aan de orde de dag. Bij dit verbaliseren is echter weer de nodige tact vereist, omdi rvaring geleerd heeft dat de geverba- liseerden hun woede wel" eens willen af koelen op het onschuldige dier. Vraag ei de inspecteurs van de Dierenbescherming maar eens na. Die vinden bij hun trolerende taak natuurlijk geen reden de zaak dan maar op te geven. Men volstaat echter veelal liever met het geven van aanwijzingen, die dan dik. wijls ook worden opgevolgd. De Dieren bescherming is er evenwel niet mee ge baat als de betrokkenen „een gloeiende hekel" krijgen aan de heren inspecteurs, die nu alleen handelend en dus streng optreden in de ergerlijkste gevallen. overschreden en daaraan wordt streng de hand gehouden. Overigens worden de gehruikskoelen verkocht op „pa- dus ook op de melklljst, zodat het „buitenaanzicht" niet langer van oorslaggevende betekenis is. Tot slot de keuring van de veewagens Daar de provinciale nummers met ingang 1 Maart J.l. ongeldig werden in de maand waarin deze nummerbewijzen zijn uitgereikt, worden thans vele honderden wagens kosteloos ter keuring bij de In- pectiedienst van de Nederlandse Vereni ging tot Bescherming van Dieren aange boden. Op elke grote veemarkt zijn deze inspecteurs aanwezig. Herinneren we aan de totale aanvoer op onze vee- •kten over 1954, op de kop af 2.761.366 •en. dan blijkt hieruit wel hun dnmis- baarheid. 5en dergelijk massa-vervoer mag niet ontaarden in een kwellend ver. Op enkele procenten na worden deze dieren naar en van de markten de weg vervoerd. Rotterdam is met totale aanvoer van 316.422 dieren nog steeds de grootste veemarkt van on6 land, op de voet gevolgd door 's Herto genbosch en Leeuwarden. De meeste markten zijn uit hun jasje gegroeid. Zo als ook Leiden. Het nieuwe veemarkt- implex dat daar zal worden aangelegd geeft niet alleen de veehouder Op z'n smalst veewagen a. doordat vele provinciale wegen zo smal zijn. Een wagen die de boerderijen langs gaat, zal smaller zijn dan het voertuig dat uit sluitend van de markten naar de slach terijen rijdt en dus de grote wegen volgt. De meeste wagens hebben een breedte van 2.10 meter. Een normale koe is geveer 60—65 cm breed en 2.10—2.40 lang. Het is niet moeilijk te raden wat er met de stuiten van de dieren gebeurt. Die plegen stuk te scheuren. Door de dieren om en om in het tuig te plaatsen, wint men ruimte. Grote runderen en paarden worden in de lengte of schuin in een vrachtauto geplaatst, aangezien een maximum breedte voertuig, 2.40 m buitenwerks, voor deze dieren te mal is. Noodzakelijk is ook, dat de bodem bestrooid wordt me', zand, 6tro of turfmolm om te voorkomen dat de dieren tijdens het vervoer uitglijden. Gestopte uiers JJET IS NIET de bedoeling verder te N.C.W.B. bestaat 20 jaai Oprichting (en heroprichting) kostte veel geld en beleid MORGEN, Woensdag 2 November, bestaat de N.C.W.B. precies 20 jaar en dat is voor het huidige bondsbestuur aanleiding geweest die dag in „De Dierentuin" in Den Haag een jubileumfeestavond te houden, waar verscheidene honderden N.C.W.B.-ers bijeen zullen komen kaarten des avonds nog aan de kassa verkrijgbaar! om op waardige wijze het vierde lustrum van hun organisatie te vieren. Want de bond, die met elf personen, vertegenwoordigende zes verenigingen is begonnen, is thans uitgegroeid tot een organisatie van ruim 60 wandelverenigingen met ongeveer 3000 leden. De eerste penningmeester van de bond. de heer I. Ketting uit Rotterdam, moest in 1937 mededelen, dat er nog maar f 1? in kas was. terwijl nog enkele ..oude" schulden moesten worden vereffend De eerste secretaris, de heer N. van Dalen uit Dordrecht, had even tevoren gerap porteerd over het royement van een thans niet meer bestaande wandelgroep, waar door he* aantal aangesloten wandelver enigingen van 12 tot 11 was gedaald. Ons zusterblad „De Rotterdammer" heeft in deze kwestie ook nog een rol gespeeid. limte, r het En dat zal elkeen toejuichen, want de heer G. Nieuwenhuysen, directeur van de Dierenbescherming, maakt zich niet aan overdrijving schuldig als hij 6telt dat het dier niet aan de mens is uitgeleverd De biggen staan te dringen om te worden ingèladen. Het zal een com fortabel transport worden, al is het einddoel dan het abattoir. Maar ook krulstaarten hebben recht op een „menselijke behandeling". Op deze wagen behoeft het bordje „Vee-Vervoer" niet te worden verhan gen. Vele goede voorbeelden doen goed volgen en daarom dus dit goede voorbeeld. DEUREN EN HARTEN GAAN OPEN Een gratis lift per... vliegtui aar de bus „Een best beestje meneer, kijk maar eens naar die mooi gevulde uiers. Een puik melkkoetje". Zo lang de spenen niet gestopt zijn kan het niet veel kwaad. Maar als de melk niet langs natuurlijke weg tijdens de „stalling" op de veemarkt uit de gespannen uiers kan wegvloeien, is er sprake van een ernstig vergrijp. Gelukkig geraakt deze oude handelstruc hoe langer hoe meer in onbruik. een papier dat alle veevervoerders voor Maart in hun bezit moeten hebben, zijn er al heel wat van die bordjes verhan gen. Daarmee wil dan gezegd zijn da', deze dwingende keuringsmaatregel de overschakeling van provinciale nummerbewijzen op kentekenbewijzen woorkomt ontduiking een prachtige ge legenheid biedt het kaf van het koren te scheiden. Tot dit kaf rekenen we bijv. ook de wagen waarvan de bodem niet sterk ge noeg bleek om koeienpoten voor door zakken te behoeden. In dit geval bleken de wielbakken te zwak en tijdens het transport bezweek die bodem met het ge- volgt dat het vee met afgesleten poten te bestemder plaatse kwam. Dat is dan zo'p gruwelverhaaltje waarop we doelden. Het zou niet moeilijk vallen dit artikel een roder tint ie geven door met nog meer voorbeelden van kwellend veever- voer aan te komen. Waarom echter nog, als er zoveel die renleed door eenvoudige voorschriften verzacht kan worden. Levende handelswaar Tj^N ÓOK metterdaad verzacht wordt. J-i Overigens bedenke men wel, dat wie zijn hele leven met vee onderweg is, wel eens wil vergeten dat hij levende handelswaar vervoert. Het is dan ook dom deze mensen van wreedheid te be tichten, waar louter van onnadenkend heid sprake was. Daarom zijn die bin dende bepalingen ook zo goed. En als men nu weet dat reeds meer dan 60 pro cent van het gehele veewagenpark ge-, keurd is en de rest dus spoedig zal vol gen, ligt hier een goede garantie dat al die wagens voortaan aan redelijke eisen van soliditeit voldoen. Het ls alleen jam mer dat het veelal voertuigen van de „arme drommels" onder de transporteurs zijn, die de eindstreep niet halen en wor den afgekeurd. Maar voor het vee dat in hun brikjes vervoerd wordt heeft men we! reden tot Juichen. Het heeft dan ten minste meer kans levend, althans onbe schadigd, op de plaats van bestemming aan te komen. Er gaan wel veel makke schapen tn een hok, maar het is en blijft een eerste ver eiste dat een dier op transport tenminste ruimte moet hebben om te kunnen staan en liggen. Een vervoerder die weet wat hij aan zijn lading verplicht is. zal op een lang traject dan ook zeker eenmaal stop pen om te kijken hoe de dieren „er bij staan". Een kalfbeest pleegt er namelijk ook wel eens bij te gaan liggen en loopt dan groot gevaar door de andere noten te worden doodgetrapt. Wisseltruc 0M NOG EVEN op die „arme drom mels" terug te komen, het Is na tuurlijk sneu als je wagen wordt afge keurd. Het komt dan ook voor dat men deze afgekeurde wagens met het oude nummerbewijs ziet rijden. De eigvnaar waagt het er dan maar op, al is de kans groot dat hij vandaag of morgen en in ■gaan ning eisen waaraan een verantw transport móet voldoen. B(j de rondgang langs de markten valt tegenwoordig op, dat het oude zeer van het vervoer met overvolle uiers bU het melkvee een oude handelstruc thans zo goed als verdwenen is. Een melkkoe met dichtge plakte spenen of op andere wijze ge stopte uiers is gelukkig een zeldzaamheid geworden. Mede dank z(j de zware von nissen, die deze onnatuurlijke handelin gen hielpen bestrijden. Bjj het markten van koeien met gevulde uiers Excuse me Sir.... Kunt u mij misschien vertellen naar Elat vertrekt? Ik sta op het autobusstation van Tel Aviv, bepakt en bezakt voor een tocht naar de Zuidelijkste plaats van Israël, de uiterste punt van de wig, die het geografische complex der Arabische staten onverbiddelijk in tweeën gespleten heeft. Het is een barre woestijn, bijna onbewoonbaar, maar sinds duizenden jaren een gebied van grote strategische betekenis, verbindingsweg tussen Afrika en het Euraziatiscbe continent, eenmaal een zeebodem, die wellicht een enorme rijkdom aan trtsen, mineralen en olie in zich bergt en een dorado voor bandieten en smokkelaars van hashis en wapens. Je kunt er alleen pier vliegtuig komen. De man aan wie ik de weg naar Elat heb gevraagd trekt zijn oogleden hoog op en een vollemaanslach om- kringt plotseling zijn goedmoedige gezicht. „Maar beste kerel" klinkt het, „er gaan van hier geen bussen naar Elat. Al gaan er dan veel makke schapen in een hok, overdriving schaadt, ook bij varkens. Maar als je dan op reis gaat, dan wil je ook netjes behandeld worden. Zo'n laadbruggetje met vrije inloop is dan wel gemakkelijk. En als er één varken over de brug is, volgen er meer. Wie ben je, als ik vragen mag' Verpletterd kijk ik hem aan en antwoord zwakjes dat ik een Hollands journalist ben. „Ah Holland", zegt hij, „Very good country" Maar wat heb ik aan deze sym pathiebetuiging. Ik moet naar Elat. En ik kin niet naar Elat. Al m'n plannen voor een week beginnen in rook op te gaan. De man schudt mee warig zijn hoofd maar schijnt dan ineens zoiets als een besluit te nemen. „Weet je wat", zegt hij kloek, „neem nu meteen de bus naar Lydda- airport! Over een half uur vertrekt er een vliegtuig. Vraag op het vliegveld naar Ronny en je zult zien, dat de zaak in orde komt. Ik bel wel even op om te zeggen dat je komt. Ronny vliegt jèu naar Elat. Shalom!" Met open mond kijk ik hem Wat doe je in zo'n geval. Het is een idiote situatie, maar ik hèb geen keus. En dus pak ik de bus naar Lydda-airport en het vliegveld waar één van de hon derden mensen die hier rond lopen mr. Ronny moet zijn. me Sir Kunt U me zeggen Ronny is?" Een mecanicien t zeven-mijlspas voorbij rent z'n arm in de richting van afgelegen gebouwtje. Ik stap op het kantoortje af en zie dan een jon- S; kerel die juist aan het telefoneren is. e man heeft een geweldige buik. ..Sit down" nrult hij tussen de brok ken van het gesprek door. „maek het je gemakkelijk!" Ronny moet een zeer impulsief mens zit en heeft wat je noemt een .lange adem". Het telefoon gesprek windt herr. blijkbaar op. Gaat het over mij? In leder geval draait hij z'n donkere kop in mijn richting. (La ter hoor ik dat hij een Egyptenaar is). Ik kan wel niet verstaan waar hij het over heeft, maar het klinkt zo onge veer als: „Wel hier en gunder,- wat ben jij voor een idioot om me zo'n vreem de kerel op m'n dak te sturen Wat móet ik daarmee....?" JJUIZLNDEN Joden worden tegenwoordig dagelijks op de bruggen over de Donau bij eengedreven. In groepen van 20 tot 30 zijn zij aan elkaar gebon den, mannen, vrouwen en kin deren. De scènes, die zich af spelen, zijn hartverscheurend. Als martelaars wnrdev zij door de hoofdstraten van Boedapest naar de executieplaatsen gedre ven. Achter iedere groep loopt een officier, de beul, die hen moet. executeren. Op de bruggen aangekomen, worden de ongelukkigen met de karwats op de stenen brugleu ning gedreven. Iedere officier plaatst zich met getrokken re volver achter zijn groep. Dan klinkt het ruiircimman- do. D« schoten kraken. Vier, vijf Joden per groep krijgen een nekschot, z(j tuimelen van de brug, de levenden met zich mee trekkend. Drieduizend Joden per dag zijn in Roemenië gedurende lange tijd aldus vermoord en door de golven van de Donau meegevoerd. DOOR WERNER SPRUIT Maar de man aan de andere kant van de lijn weet nein blijkbaar in te pak ken. Ronny smijt de hoorn op de haak, schreeuwt nog wat na en voegt me dan in het Engels »oe: ,,Oké Sir, U bent vandaag onze belangrijkste passagier. U krijgt van mij een free-ticket naar Elat 'n Glas limonade...?" Ik begin te lachen. Eerst zwakjes, dan harder en tenslotte rollen de tranen me bijna over de wangen. „Drink" valt Ronny uit en plaatst een ..bel" ijskou de limonade op mijn tafeltje. ..We we ten hier hoe we Hollanders ontvangen moeten". Ronny klokt zijn glas leeg, en zegt:- „Kom mee, ik zal jè even naar het vliegtuig brengen. Laat je spul len maar hier. Daar zorgt de steward En dan komt een ogenblik, dat men in Nederland wel eens een „rijk mo ment" noemt. Voor de trap naar de cabine staat een groepje van ongeveer twintig passagiers en een paar klim men al naar boven. Maar dan davert lijke zin van het woord ooit opgelaten heb gevoeld, dan ls het nu wel. Ik voel hoe ik het trapje omhoog stijg en twintig paar verbaasde ogen in m'n priemen en die Hollander In z'n khaki- costuum en spijkerschoenen nieuwsgie rig opnemen. Hoe moet ik me houden? Ik heb e onweerstaanbare lust om weer terug gaan en te zeggen: „Maar Ronny, dat ls toch tè mal. Ik betaal geen piaster voor deze tocht en je behandelt me als of ik de koning van Siam ben". Maar de weg naar de cabine is te kort nu nog op m'n schreden terug te ren. Als ik binnen ben, komen Ronny en de steward achter me aan. „De beste plaats is voor U gereser veerd", zegt Ronny, „de steward komt straks naast U zitten om U sight seeing te geven en hij zal U ook voorstellen aan de piloten die reeds in de coc zitten. Ze heten Hanreck en Alouf Vastgegespt in m'n stoel heb ik rustig de tijd om me de „onmogelijke" gang van zaken van deze ochtend te realiseren. De hele geschiedenis heeft zich in nauwelijks drie kwartier tijds af gespeeld. Vanochtend nog had ik mc voorbereid op een bustocht die me dood ziek zou maken en wist ik nog niet. dat ik nooit per bus naar Elat zou kun nen komen. Er was geen haar op mijn hoofd die er zelfs maar aan dacht om te gaan vliegen, laat staan vliegen der te betalen, En nu? Nu Li het dan Wat zijn dit voor mensen? Wat wil len ze van me? Een sappig, propagan distisch artikeltje over hun luchtvaart maatschappijen de Arquia en de El Al? Neen, want ze hebben mc niet eens gevraagd of ik werkelijk wel verslag gever ben. Ze hebben noch naar m'n lOrli is hel zu 480) Omstreek* het begin van onze jaartelling lag aan de monding van de It(jn een Romeinse sterkte die de naam droeg Lugdunum Batavorum, ofwel het Bataafse Lugdunum. De. aanduiding dat dit het Lugdunum in liet land der Bataven was, moet geenszins overbodig worden genoenul. want ook Gallië be zat een paar plaatsen die Lugdunum heetten o.a. het tegenwoordige Lvon. De sterkte aan de monding van de Ryn 'ter hoogte van Katwjjk) werd Lugdu num genoemd ter ere van de Romeinse keizer Claudius, wiens geboorteplaat* aldus heette. Waar dit Lugdunum Bntnvonnn pre cies gelegen hrrft, valt niet meer na te gaan (al zyn hierover uiteraard ver schillende veronderstellingen geopperd). Maar de 16de-eeuwse schrijver» wisten daar wel read op en verklaarden dat de stad Leiden het oude Lugdunum moest ayn geweest. I.angs een heel bij zondere weg wisten ze zelfs de woord afleiding voor de dag te toveren, want Lugdunum aou via Luyrdunum. Leva- dum en Leydum In Leiden zün ver anderd. En bet woord Lugdunum zelf zou oorspronkelijk hohhen betekend Lege Dynen. e LUGDUNUM GEEN LEIDEN ruw werd twijfel geuit •n Lugdunum, tijd gevolgd door een regel- tkenning van de zijde der beieket Hoewel deskundigen van opvatting ayn di het oude lugdunum Bi eenzelvigd mag worden, krlijk king kwa. len. Allemaa .eltike dnlm Lugdm ■ademie. r het kwaad had i sat de Utrechtse St Maartenskerk ongeveer ten tyde van Karei de Grot* in deze streek een drietal boerenhoe ven, die al* de drie Leithon werden aangeduid, drie hoeven (romplezen) dus. un de weteringen gelegen. Dat we onder Leithon werkelijk Leiden moeien verstaan, is voor geen twijfel vatbaar, war «t duide plaat* •r- herkenbaar, li- Rodanhurg INadruk verboden) Een nieuwe immigrante op het vliegveld Lydda Langzaam en snel, per boot, per vliegtuig en op iedere mogelijk denkbare wijze stromen de Israëli's hun vaderland binnen. Ronny's stentorstem over het veld. met zo'n geweld, dat hij ineens iets heeft van een loeiende vampier. De Kssagiers die zich al halvewege op t trapje bevinden kijken verschrikt naar beneden, lopen dan als kippen uit hun ren weer naar de begane grond en staren ona verbaasd aan. „Ladles and gentlemen" zegt Ronny tot het gezelschap, „ik heb hier een be langrijk persoon, die vandaag onze gast Is. Hij is een Nederlands journalist. Staat U mij toe. dat ik hem vóór laat gaan. Mister Dutchman, ga Uw gang" en met een korte buiging en een uit nodigend gebaar nodigt hij mij uit de trap naar de rahlne te beklimmen. Als ik me in de letterlijke en figuur paspoort. noch naar mijn perskaart ge- informeerd. Ze hebben me alleen maar geloofd!... En dan komt Ineens een heel flauw vermoeden In me op. Heeft men mij In Nederland niet herhaaldelijk verzekerd dat het woord „Holland" in Israël een bijna magische klank heeft? Dat het hnrten en deuren opent en dat In Israël Nederland het land Is, dat zich boven andere nationaliteiten In de grootste sympathie mag verheugen? Het Is *o gemakkelijk om In Neder land hoogdravende dingen over een an der volk te aeggen. Het valt immers toeh niet te controleren. Maar wat Is het dan een gewaarwording te bemer ken dat dit alles bijna letterlijk waar ls. want tijdens dezelfde vergadering bracht de voorzitter dank voor de medewerking als dagblad bij het onderzoek ln deze aan gelegenheid. een onderzoek. waaruit helaas de consequenties van het roye ment moest worden getrokken. Overigens groeide de bond In de voor oorlogse jaren gestadig. Toen de tweede wereldoorlog uitbrak, kon dan ook met dankbaarheid worden geconstateerd, dat de C.N.W.O. (Chr. Ned. Wandelsport Or ganisatie) zoals do naam toen luiade ln de Chr sportwereld een begrip wa« geworden. De bond had ingang gevonden en het was voor het toenmalige bonds bestuur derhalve geen gemakkelijke be slissing tot de opheffing te moeten be sluiten, toen in het tweede oorlogsjaar de bezetter ook de chr wandelbond wilda ..gelijkschakelen" De bondsbestuurder» verstonden echter hun plicht: de C.N.W.B. staakte alle activiteiten en dook onder. HEROPRICHTING Nauwelijks was de oorlog evenwel ten einde en werden ln Zuid-Holland symp- tonen (van een opbloeiend wandelïeven gezien, of ook de N.C.W.B. kwam weer tot leven. Het was de heer M. Verbrag- gen uit Den Haag dia moeite noch kosten heeft gespaard de N.C.W.B. zijn oude plaats te doen hernemen. Dit bracht moei lijkheden met zich mede, aangezien een nog ndat genoemd oud-hoofdbestuuralid was besmet met de ln de eerste jaren na de oorlog als modern nnngemerkto ge dachte van de doorbraak. Ook de N.C.W.B. werd door het doorbraakspook bedreigd, doch een krachtige tegenactie, waaraan de heer Verbruggen een groot aandeel heeft genomen, deed de aanval op het christelijk karakter van de bond falen. De bond hernam ztjn oude plaats, kreeg weer zijn oude doel en stond weer op ziin oude grondslag, die ook voor het organi satieloven in de sport onontbeerlijk la. Inmiddels waren echter veel koeten ge maakt en was veel tijd verloren gegaan. Het ledental steeg dan ook langzaam en bereikte nauwelijks de duizend. Niettemin bleek ln de N.C.W.B. toch groeikracht aanwezig, toen de na-oorlogse moeilijk heden op organisatorisch gebied waren overwonnen. En toen de heer Verbruggen einde 1951 de wens te kennen gaf ala bondsvoorzitter heen te gaan. kon hij zeggen dat de N.C.W.B. weer stevig was gevestigd en groter was dan ooit tevoren. UITBOUW Ala bondsvoorzitter werd de heer Ver bruggen opgevolgd door de heer P. Tae- kema uit Den Haag, een zoon van de op richter. Deze plaatste de uitbouw bovenaan op de lijat van activiteiten en made dank zij het feit. dat de zo gewenste continuering ten aanzien van het secretariaat was be reikt, waardoor de naam van de ijverige secretaris, de heer E. v. d. Stal in wan- deisportkringen allengs algemeen bekend was geworden, kon gedurende de laatste jaren het ledental van duizend worden opgevoerd tot drieduizend thans. De financiële moeilijkheden, vooral ontstaan tijdens de eerste na-oorlogse Jaren, vorm den echter een rem voor de propaganda en hoewel de N.C.W.B. tljdena zijn be staan nauwelijks een «chuldloze periode heeft gekend, heeft de heer C. Prins uit Slledreeht als penningmeester einde 1953 de eerste stap gezet op de weg naar de financiële gezondmaking van de bond. De heer J. C. Mikkers uit Harderwijk, die than* de penningen beheert, bijge staan door de tweede penningmeester, de heer L. Pout uit Hulzen (N.H.) heeft goede verwachtingen, dat het financiële drie jarenplan van 1953 einde 1956 volledig zal zijn verwerkelijkt en de bond dan financieel gezond zal zijn. Als gevolg van de groei van de laatste Jaren diende de wens naar decentralisatie zich aan en zo zijn kort geleden vijf afdelingen opge richt: Amsterdam. Den Haag, Midden Nederland, Rotterdam en de Veluwe. Zo doende kunnen de belangen van de leden nog betar dan voorheen worden behar tigd, terwijl ook de propaganda Intensie ver kan worden gevoerd, doordat iedere vereniging de afdeltngsbestuursledcn ala inlichtingenbronnen als het ware „bij de hand" heeft. GEEN SUBSIDIE In de Ned. Chr. Wandelsport Bond, die een belangrijk* rol heeft gespeeld bij da oprichting van de Ned. Chr. Sport Unit, wordt thans veel w*rk verricht en feite lijk is de aanstelling van een administra teur noodzakelijk. Door een onbegrijpe lijke discriminatie van regeringszijde, waardoor de N.C.W.B. ln tegenstelling tot andere sportbonden en zelfs tot zijn part ners ln de aportunle geen subsidie ont vangt. kan nog geen administrateur wor den benoemd. Daarom hoopt men ln N.C.W.B.-kringen voorshands dat op het kantoor van de sportuM* veel werk kan worden gedaan in het belang ven de christelijk* sportbonden en dua ook ten' behoeve van de N.C.W.B.. waardoor da overbelasts bestuursleden toch enigszin* zullen worden ontlaat, hoewel de heer W. M. Boxhoorn uit Rotterdam ala tweede secretaris, die namens de bond de werk zaamheden op het kantoor van de sport- unle zal voorbereiden, voorlopig niet om arbeid verlegen zal zitten. (Advertentie). Reek door ttt «de bette veen r»z+Tt< *€Q naar het bette rookgenot i« N. D. Nammenama, kolonel bij het apdt der Koninklijks Marechaussee, heeft na veertig dienstjaren de dienst verlaten, en zijn commando overgedragen overwt* H. A. Trippelaar uit Dan Hsag. dia per 1 November tot kolonel u orderd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 5