ZIN EN WAARDE
V.U.
IJZEREN EEUW
Cultureel
Venster
Kunst van nog geen halve
eeuw geleden
Vormgeving bij het sieraad
LEZERS
PELGRIMAGE
Twee strekkingsromans
L'EGLISE BEFORMÉE IN
PARIJS BESTAAT 400 JAAR
Persoonlijk gebruik
van de Bijbel
I 1955
H NIEUWE LEIDSCHE COURANT
ÖOOR
C. RlinSÖORP
VAN DE
Er reist een man per koets over de Alpen. Het is een Duitser,
hij heet Winckelmann en hij is op weg naar Italië. Deze man
is beroemd door zijn her-ontdekking van de Griekse kunst. Maar
in de bergen vermijdt hij uit de raampjes van zijn reiskoets te
kijken. Het is omstreeks 1760 en in die tijd had men vrijwel
geen oog voor de strenge en ruwe schoonheid van het Alpen
landschap. Een eeuw later was er een andere man, John
Ruskin genaamd, eveneens beroemd. Deze vluchtte juist naar
de bergen van Chamonix om zich aan de aanblik van die gra
nieten massa's te laven. De 19e-eeuwse wereld van machines
en ijzer, van geestdodende industrialisatie, betekende voor
Ruskin het inbegrip van al wat lelijk en slecht was.
En een derde man, S. Giedion
geheten, die als weinigen thuis
is in de geschiedenis van de
bouwkunst, ziet in onze dagen
juist weer in die schepen, brug
gen en ijzeren constructies van
j honderd jaar geleden, waarvoor
I Ruskin op de vlucht sloeg, de
nieuwe, toen latent aanwezige,
i artistieke mogelijkheden. Hij be-
- studeert de geïndustrialiseerde
i ijzerproductie in Engeland, ver
zamelt foto's van de eerste brug-
overspanningen van gegoten
yzer, afbeeldingen van gietijze
ren volières, paviljoenen, dak-
constructies, koepels, verdiept
zich in gegevens betreffende
bruggen hangend aan draadka-
bels. Glazen daken, broeikassen,
serres met ijzeren vakwerk,
gietijzeren kolommen in combi
natie met natuursteen zowel als
met baksteen en hout,
hebben zijn intense be-
langstelling. Aan de
hand van zijn omvang
rijk materiaal gaat hij
de ontwikkeling na.
die op het stalen skelet
uitliep. Hy ziet de be
tekenis voor óns, nu,
van 19e-eeuwse nuttig
heidsgebouwen: fabrie
ken, hallen, grote hui
zen voor handelsdoel
einden, en van al die
anonieme zakenpanden
uit de tijd van de „gietijzeren
eeuw" in de Verenigde Staten,
zo tussen 1850 en 1860. Hem
ontgaat de betekenis van de
ontwikkeling der latere wolken
krabbers niet, en van een lift-
systeem op grote schaal, dat
daarvoor noodzakelijk was. In
de Parijse Eiffeltoren van 1889
ziet hij het manifest en tegelij
kertijd het monument van de
IJzeren Eeuw, die de tweede
helft van de 19e eeuw omvat.
Wat was er gebeurd? Het was
de romantiek geweest, die de
ogen van de mensen had ge
opend vbor de schoonheid van
wat niet netjes geordend, maar
i woest,grppis. angstaanjagend
iwas in de natuur. In de eeuw
die lag tussen Winokelmann en
Ruskin "was die romantische
natuurbewondering vrijwel ge
meengoed gewerden. Maar nu
werd diezelfde romantiek een
beletsel voor mensen als Ruskin
om de tekenen van de nieuwe
1 tijd te verstaan. De kunstenaars
wisten geen weg met de ijzeren
eeuw, behalve misschien som
mige schilders, die de door ge
weldige vuren verlichte mense
lijke gestalten van arbeiders in
ijzergieterijen en staalfabrieken
afbeeldden als figuren uit een
inferno. Er ontstond een scheu
ring tussen architectuur en
techniek. In 1889 schreef echter
Octave Mirbeau, nadat hij op de
Parijse wereldtentoonstelling
de Eiffeltoren en de Galerie des
Machines had gezien, dat „on
derwijl de kunst zich op het in-
timisme toelegt of zich aan de
oude formules vastklampt en
haar blik nog steeds op het ver
leden gericht houdt, de industrie
voorwaarts schrijdt en het on
bekende navorst". Toen Mir
beau dit in de Figaro schreef,
had reeds een mensenleeftijd te
voren een andere Fransman de
ze gedachte tot uitgangspunt
van zijn arbeid gemaakt: Henri
Labrouste, architect en con
structeur in één persoon, die
streefde naar een zinvolle ver
binding van architectuur en
techniek. Als jonge man had hij
dringen tot de geest, die de an
tieke bouwmeesters van tem
pels en aquaducten had bezield,
Organisme de chaque con
struction". Als prijswinnaar
was hij naar Rome gegaan, het
was de hoogst denkbare belo
ning voor zijn talent geweest,
maar de oude bouwwerken en
ruïnes hadden zijn oog geopend
voor de eisen van zijn eigen tijd.
Hij brak volledig met de geest
van het oude classicisme en
opende, in Parijs teruggekeerd,
zijn eigen „atelier", een leer
school voor ontwerpers, die zich
tegenover de beginselen van de
conservatieve Académie stelde.
Zijn uitspraken waren hun tijd
ver vooruit: „De kunsten be
zitten de macht alles tot schoon
heid te verheffen, maar mijn
leerlingen moeten beseffen, dat
in de bouwkunst de vorm steeds
bij de functie moet passen waar
voor het bouwwerk is bestemd."
Later bouwde hij de bibliotheek
Sainte-Geneviève en de Nationa
le Bibliotheek, beide te Parijs,
welk laatste gebouw als zijn
meesterwerk geldt.
Merkwaardig! Het Alpenland
schap zegt Winckelmann niets,
maar Ruskin zoekt er solaas.
Tussen deze beide uiteenlopen
de reacties ligt de opkomst en
bloei van de romantiek. Maar
reeds in de tijd van d:czelfae ro
mantiek bekijkt een jonge man
de resten van de door
Winckelmann zo be
wonderde antieke be
schaving, die Italië en
speciaal Rome tot de
leerschool
In het Haagse Gemeentemuseum
HET GEMEENTEMUSEUM in Den Haag heeft thans
een zeer bijzondere tentoonstelling. De titel is misschien
niet zo aantrekkelijk: „Nieuwe beweging, Ned. schilder
kunst omstreeks 1910". Maar de inhoud is dat in grote
mate. Zowel voor de ouderen, die de schildet kundige
ontwikkeling in ons land hebben meegemaakt, als voor de
jongeren die nu die ontwikkeling tussen 1890 en 1910
^d" in «en totaalbeeld kunnen alen.
vijf jaar in.Rome geleefd, maar De stof voor deze korte be-
anders dan Winckelmann had schouwing ontlenen wij aan het
hij zijn verblijf in Italië als een j reeds eerder gesignaleerde, on-
vervreemding van het leven le- langs bij de Wereldbibliotheek
ren beschouwen. Ook hier weer uitgekomen boek Ruimte, Tijd
had het land als tijdspiegel ge- j en Bouwkunst, van S. Giedion,
werkt: Labrouste was er zich i dat door zijn overrijke inhoud
van bewust geworden, dat imi- een actualiteit bezit, die niet. zo-
tatie van de oude bouwstijlen als een roman op een maand,
geen zin had, maar wel het door- I maar cp jaren berekend is!
maakte, met de ogen
van een 20e-eeuwer. j Voor mij is deze expositie o...
En het door hem ge- 1 dekkend. Er zijn bij 130 tentoon-
wonnen inzicht neemt gestelde schilderijen veel bekende
straks vorm aan in werken. Maar nooit zag ik zoveel
bouwwerken, die voor vertegenwoordigers van een pe-
de toekomst van grote j riode- dl® nu onge'
betekenis zijn gebleken. pp"w ar
Deze expositi
worden en i
willen weten
ikkeling bew
hoe
ligt, bij elkaar,
een tijdbeeld ge-
>u zo erg graag
zii. die deze ont-
nebben meege-
Streven naar eenvoud met een maximum
aan ornamentieve kracht
Zowel ln de vrije als gebonden I een bezit, aan de tegenwoordige
kunsten namen we in de jaren kunstnijveraar toegeschreven kan
tussen en na de 2 wereldoorlogen j worden.
Vooral bij het sieraad als se-
maakt de ouderen dus
dit werk reageren. Een halve eeuw
geleden moeten deze werken toch
wel veel opzien gebaard hebben:
er was een totale verandering naar
kleur en vorm. Het Franse impres
sionisme ging men loslaten, of
beter gezegd nog meer uitbouwen
In de kunst is er altijd evolutie,
ook omstreeks 1910.
En ook toen experimenteerden
de kunstenaars: Jan Toorop,
Thorn Prikker. J. J. Aarts. Leo
Gestel, H. P. Bremmor. Jacoba
van Heemskerk, Piet Mondriaan,
Hart Nibbrig, Lod. Schelfhout en
Jan Sluyters. Dat experiment
bleek al heel duidelijk toen In )906
nieuwing,
een streven, dat altijd
succesvol was en dik
wijls een chaotische toestand te
weegbracht, welke we zeker nog
niet te boven zijn.
Hét is echter opmerkelijk, dat
men in de gebonden kunsten
thans eerder dan in de vrije
beeldende vormgeving een be
paalde stijlontwikkeling ziet. In
de gebonden kunsten ziet
steeds meer een streven
eenvoudige vormgeving,
vormgeving, welke beslist
rieartikel trof men in genoemde
jaren een hoeveelheid bazarrom-
mel aan. welke een verkleinde
doch getrouwe copie was van de
versierselen aan de kermiskraam.
Ook het exclusieve artikel vertoon
de weinig stijl.
Thans zien we. ook in het en
masse vervaardigde sieraad, een
H" kind wordt graag be
wonderd omdat het „al zo
groot" is, het meisje vanwege
haar nieuwe jurk, de vertegen
woordiger om zijn gestegen
'omzet, het moedertje om haar
baby, de journalist vanwege zijn
primeur, de sportman voor zijn
topvorm, de voorzitter om zijn,
tactvol en krachtig presidium,
de ouderling (ook dit komt
voor) wegens zijn stichtelijk
gebed. De categorie van mensen
die voor bewondering toeganke
lijk zijn, is vanouds zeer proof.
Daarom is er ook veel vleierij
in de wereld, die er voor zorgt
dat de bewondering ook daar
betoond wordt waar ze niet op
haar plaats is. Potentaten en
despoten leven in een stiklucht
van vleierij, die uit vrees, nijd,
of zelfs uit verachting kan ont
staan. Bewondering in kleine
doses genoten is et
in grote hoeveel
heden een ver
slaving, mateloos
en langdurig on
dergaan verder
felijk.
J7R zijn ook men
sen die graag
beklaagd worden.
Ik geloof dat men
(daarbij twee cate-
tonicum,
Bewonderd
beklaagd
to-
derscheiden. Er is een categorie
waarvan het lijden door dc
fantasie overdreven wordt of
zelfs vrijwel geheel ingebeeld
is. Er is ook een groep die
werkelijk lijdt, om gemakke
lijk nawijsbare oorzaken, maar
waarvan het lijden in wezen
hierom draait dat zij het zijn,
die zö lijden moeten. Zij lijden
eigenlijk meer aan hun eigen
liefde dan aan de tegenspoed,
die hun deel is. Deze tegenspoed
i» doorgaans van niet al te grote
nropurties, want het waarlijk
grote leed slaat ons arme.
iljdele mensen zo, dat we er stil
van worden. De andere mensen
vallen dan weg en we staan oog
in oog met God, die ons sloeg
Het Kan ook zijn, dat men het
ibeklaagd worden als pijnlijk, ja
bijna als beledigend ondervindt.
Dit geldt voor vele lichamelijk
gebrekkigen en invaliden, die
zich tot levenstaak hebben ge
steld hun kruis met opgewekt
heid te dragen en die zich door
beklag gedegradeerd voelen.
fyJAAR in de derde plaats is
er een categorie mensen,
die zowel bewonderd als be
klaagd willen zijn en dat soms
zelfs gelijktijdig. Deze mensen
zien zichzelf als een soort tra
gische held, optornend tegen een
onredelijk lot. Zij hebben het
egocentrische en wekelijke van
de graag beklaagde, maar tevens
willen zij om hun flinkheid be
wonderd worden. Die flinkheid
ligt welteverstaan niet op het
gebied van het dragen van leed.
anders zouden zij alle beklag
als degraderend afwijzen. Nee,
de terreinen van bewondering
en van beklag
liggen geheel uit
elkaar. Er is een
dualisme in deze
mensen; activi
teit en passivi
teit liggen vrij
wel gescheiden.
Wat zij willen is
de broeikasat
mosfeer, met de
tropische warm
te van bewonde
ring en de vochtigheid van het
beklagen. In de verwenning en
vertroeteling vinden deze men
sen de synthese van wat zij
van hun medemensen verlangen.
TO schieten wij in alle rich
tingen langs de werkelijke
naastenliefde heen. Want deze
is het, die aan de bewondering
en het medelijden de juiste
maat en plaats moet geven. In
haar hebben we de controle-
instantie, die karakterbederf
weert, of tot genezing daarvan
kan bijdragen. Alles gaat ten
slotte op religieuze grond
gedachten terug. Er is niets
monumentalers dan Christus'
samenvatting van de Wet.
C. R.
namentitve. kracht.
sterkere vormgeving. Door de
aard van de vaak toegepaste ma
terialen (plastics en andere kunst
stoffen) bestaat echter wear het
bezwaar, dat er vele sieraden zijn
welke modieus aandoen en daar
om vrij snel afgedaan zullen heb-
Waar echter vormgeving en toe
gepast materiaal tot een eenheid
zijn te brengen, wat meer het ge
val is in exclusiviteiten, vinden we
het meer stijlvolle artikel, dat het
ongetwijfeld langer zal uithouden.
Dit trof mij vooral in de collec
tie, welke de Gebr. Meyer te Gou
da ontwierpen en in eigen atelier
vervaardigden. Hier is het expe
riment niet geschuwd, doch mis
schien juist door het expe
riment getuigen -zij uitgegroeid te
zijn boven het tiidsverschijnsel en
zich van het doel van een sieraad
bewust te zijn geworden.
Deze sieraden, uitgevoerd, zowel
in edele als onedele metalen, wor
den naar ontwerp en eigenhandig
gemaakt model van de heren Mey
er Sr. en Jr. stuk voor stuk uit
de hand vervaardigd. Hierdoor I
zien we steeds in alle naar het
zelfde model gemaakte artikelen
een zeer eigen zeggingskracht.
In de hierbij afgebeelde collier
hanger, welke is uitgevoerd in al
paca. vertonen de draadvormpjes
met het vlak wel een opmerkelijk
goede compositie. Ook de patiné
is hier steeds opvallend en geeft
een mooie reliëfwerking.
ARIE VERMEER.
Bij de uitgeverij J. N. Voor
hoeve te 's-Gravenhage zijn
weer twee romans verschenen
welke het duidelijke kenmerk
dragen van de strekkingsro
man. Er is een tijd geweest,
dat de christelijke strekkingsro
man, met name de bekerings
roman, in een zeer kwade reuk
stond, en niet zonder reden.
Het „overdaad schaadt" geldt
immers wel in het bijzonder
het verhaal waarin de christe
lijkheid de onbeholpen schrijf
trant moet dekken.
Wat dat betreft ls er na 1945
wel enige vooruitgang te bespeu
ren, hoewel de redacteur van het
evangelisatieblad De Open Deur
«een blad dat op zeer hoog peil
staat) steen en been klaagt dat
het ons aan auteurs ontbreekt die
over het vermogen beschikken een
goede litterair verantwoorde
strekkingsroman te schrijven.
Zuster S. P. Winter, die in haar
lange dienstperiode als verpleeg
ster veel van h°t leven heeft ge
zien, heeft in „Moeder, waar ben
je?" een eenvoudig, voor ieder te
begrijpen verhaal geschreven over
een jonge ongehuwde moeder, die
afstand doet van haar kindje. En
hoewel men al lezende bemerkt,
dat de schrijfster het niet kan
goedkeuren, dat moeder en kind
op deze wijze van elkaar worden
gescheiden, is de schrijfster niet
in de fout vervallen haar me
ning aan de lezer op te dringen
Zij laat door het verhaal zien.
wat de konsekwenties van deze
daad zijn.
Nu het vraagstuk van de
adoptie weer zo urgent is. zal dit
eenvoudig vertelde verhaal zeker
vele lezeressen boeien, al is de
dialoog hier en daar gekunsteld.
Hoofdzaak is, dat deze roman,
welke geen enkele litteraire pre
tentie heeft, de indruk maakt van
een levenswaar verhaal. En daar
gaat het hier tenslotte nm. Wij
nemen bij dit genre de litteraire
gebreken op de koop toe, temeer
als men bemerkt, dat het boek is
geschreven uit de bewogendheid
der christelijke liefde.
Ook W. Laatsman, die een ge
boren verteller is, heeft
Beenkluiver" weer een
geschreven, dat duizenden lezers,
die van literatuur geen weet heb
ben weer veel voldoening zal
schenken. Het is een verhaal van
de zelfkant van het leven. Als
wij een boek als dit vergelijken
met soortgelijke christelijke ver
halen van een halve eeuw gele
den, dan bemerken we dat er heel
wat veranderd is. Viel er vroe
ger in dergelijke bekeringsver
halen een niet te ontkennen cle
ment van hypocrise te misprijzen,
thans worden de zonden in
sloppen en stegen bedreven on
verhuld bij de naam genoemd.
Deze auteur beschikt ook over
een zekere dosis volkshumor, wat
zijn dialogen ten goede komt. al
kan hij het niet laten zijn sujet
ten menig goed bedoeld woord van
Laatsman te laten spreken.
Dit boek laat ons bovendien iets
zien van het werk van een wijk
zuster en een wijkpredikant iri 'n
buurt van ..rare scharrelaars" en
lichte meisjes. Met name de
hoofdfiguur is duidelijk en aan
nemelijk geportretteerd.
r.j.R.
Rome-prijsvraag werd geweigerd.
..In deze richting mag je niet ver
der werken", werd aan Sluyters
gezegd. Hij werkt wel verder,
bouwt op zijn beurt die „rich
ting" weer uit en baande een weg
naar het expressionisme. Eerst
het lichte coloriet (welk een gaaf
lichtend werk was niet zijn
„Trio Fleuri" uit 1886). toen ais
vanzelf het gematigde cubisme (in
een prachtig naakt te zien) en ten
slotte het volledige cubisme. Door
Piet Mondriaan zou dit tot in al
zijn consequenties worden doorge
voerd.
Een Thorn Prikker ontwikkelt
zich van een somber-gestemd im-
het licht, het beweeglijke, trillen
de licht. Hij wordt de sc.mlder van
licht en kleur, hij wordt de schil-
der van het luminisme. Hier heb
ik dus al twee richtingen genoemd
cubisme en luminisme. Die beide
richtingen vormen tezamen het
ene facet van deze tentoonstelling.
Laat u zich door die termen niet
te veel afschrikken, want dé Ned.
cubfSteb behielden in hun geome
trische vlakken toch altiid nog de
averkelijkheid. de natuurlijke vorm
bleef, Ln de Ned lummis-cn, van
wie waarschijnlijk Hart Nibbrig de
grootste vertegenwoordiger was,
gingen om het volle buitenlicht
zo beweeglijk mogelijk op het
doek te brengen, pointilleren, d.w.
z. gingen de kleur stippelgewijs
aanbrengen. Dat gaf hun werk
een echt Hollandse zuiverheid, een
bijzondere frisheid ook.
In het Haagse Gemeentemuseum
dat nog maar erg kort geleden
de grootse tentoonstelling der
Etruskische kunst afsloot, zien we
nu die ,,bent"-genoten bij elkaar,
zien we hun samenhang en in
hun verscheidenheid ook hun een
heid. Een periode die nog niet
eens zo ver achter ons ligt. schijnt
plotseling heel ver weg te zijn.
Omdat de tijd zo snel gaat en
we geen rust meer hebban voor
bezinning. Voor 11 December moet
terugzien op deze exposi
tie.
Corn. Basoskl.
Op aantrekkelijke
voorwaarden
Kopen op afbetaling? Dat ligt
de doorsnee Nederlander niet erg.
Wel het sparen en daarna, met
gerechtvaardigde voldoening, con
tant betalen.
Dit in tegenstelling met de ge
middelde Amerikaan, voor wie
het kopen op afbetaling de ge
woonste zaak van de wereld is.
Knappe economen beweren zelfs,
dat Amerika er zijn grote wel
vaart voor een deel aan te dan
ken heeft. In deze kolommen zul
len wij het wel en wee van dit
thans ook in ons land actueel ge-
worden sociale vraagstuk niet
gaan behandelen. Maar omdat het
boek. de roman, vaak een spiegel
van het leven is, verbaast het ons
nauwelijks, dat een onzer roman
cières dit netelige onderwerp eens
heeft aangepakt. Want het is toch
zo. dat ondanks de blijvende wo
ningnood dagelijks tientallen ge
zinnen eindelijk de beschikking
krijgen over een ruimere, vaak
gloednieuwe woning Dan kijken
de buren naar wat er uit de ver
huiswagen wordt uitgeladen. Denk
laar niet te min over in een land
als het onze. Menig gezin met een
een ge- I ovensens behoorlijk inkomen be-
in De zw'jkt voor de verleiding om dat
verhaal nieuwe huis nu maar tegelijk
vernaai Qp aantrekkelijke voorwaarden"
te meubileren.
Dat het sterke benen moeten
zijn die deze weelde kunnen dra
gen. wordt on- in het verhaal van
Jo van DorpYpma wel duidelijk
gemaakt. Er wordt in die nieuwe
huizenblokken die men overal aan
de rand van onze grote en kleine-
verrijzen heel wat
leed geleder door
zich aan zo'n contractje hebben
/ertild.
Hc' is alleen maar jammer dat
Je schrijfster het zich al te ge-
makkeliik heeft gemaakt Haar
(tof was ruimschoots voldoende
voo- een novelle Maar omdat het
•en roman moest worden heeft zij
het verhaal moeten opvullen met
vele. zich eindeloos repeterende
dialoogjes, die al sooedig gaan ir-
•iteren, alle goede 'bedoelingen
van de schrijfster ten spijt. Jam
mer. want zij kan véél beter!
P J.R.
(Van onze Parijse corespondent)
DE Gereformeerde kerk te Parijs bestaat vier honderd jaren.
Zaterdag en Zondag hebben Lutheranen en Gerefor
meerden van de Franse hoofdstad dit vierde eeuwfeest op
passende wijze herdacht. In 1555 werd te Parijs de eerste
Gereformeerde kerkgemeenschap gesticht, hoewel er niette
min al sedert dertig jaren evangelische groeperingen beston
den en de Lutherse beginselen al enige jaren lang door ge
wezen monniken en leken werden gepredikt.
De eerste herder van de Eglise Réforinée de Paris werd
Jean le Magon (Jan de Metselaar) ook wel genoemd La
Rivière. Er werd een consistorie gesticht bestaande uit
ouderling en diaken „opdat het geheel zo veel mogelijk zou
gelijken op de Kerk in de tijd der Apostelen", aldus Theodore
de Bèze.
De leden van de Gerefor- mers, Clement Marot, de dich-
meerde kerk troffen elkaar in ter, die de psalmen in het
het huis van een edelman vlak Frans vertaalde en Marguérite
bij de Sorbonne op de Pré-aux- d'Angoulême, de zuster van de
Clercs. De eerste honderden le- Franse koning Frangois I
den stamden voornamelijk uit
de kringen der studenten,
drukkers en geleerden uit de
vele Parijse kloosters. Betrek
kelijk gering bleef gedurende
de eerste jaren het percentage
gereformeerden, komende uit
de kring der ambachtslieden.
Het fraaie gedenkboek, in
opdracht van de Eglise Réfor-
mée de France uitgegeven
door de „Société centrale d'é-
vangélisation", bevat talrijke
fraaie gravures.
We zien de grote hervor-
ving deze grote vrouw, tevens
dichteres van mystieke wer
ken, onder andere Calvijn en
Marot.
Indien men naar de fraaie
gravure van de église des
Maturins kijkt beginnen de
eeuwen weer te herleven. Rec
tor Cop sprak in deze kerk, bij
het begin van het nieuwe uni
versitaire studiejaar in 1533
een preek uitgeschreven door
Calvijn, waarmee de rector
groot opzien baarde. Vele an
dere afbeeldingen illustreren
de blijde geboorte van de re
formatie in de Franse hoofd
stad en de verbindende teksten,
vrijwel uitsluitend citaten van
Clément Marot, Marguérite
d'Angoulême en Théodore de
Bèze helpen zeker mee om van
dit gedenkboek een werk van
historische betekenis te maken.
Een aanbevelenswaardige methode
op de belijdeniscateehisatie
"piE prediking is de bron ter verbreiding van
Evangelie en de eerste ruimte voor de persoon!
het
persoonlijke
ontmoeting met God. waarbij we wel in 't oog willen
houden dat die prediking niet alleen in de kerkdienst,
maar bv. ook op catechisatie en huisbezoek geschiedt.
Het bijbellezen is in zekere zin secundair t.o.v. deze
verkondiging, zo schrijft ds. J. Hoogenkamp, Herv.
predikant te Leeuwarden in „Woord en Dienst".
Eén op tien Engelsen
Zondags naar de kerk
Zondags gaan in Engeland
ongeveer vijf millioen mensen
ter kerke heeft men door een
steekproef op Zondag 16 Octo
ber kunnen vaststellen. Dat is
op een bevolking van vijftig Wij moeten wel weten wat we zit het element van het gesprek
millioen zielen een percentage doen met het. vaak willekeurig, en de verkondiging al in. De leer-
vati tien. Het aantal rooms- ®,ev®n,en verspreiden van bijbels, school van het werkelijk gesprek
katholieken in Engeland be- ,kh.eb de 'ndruk dat we dat met de ander is echter veel doel-
draagt vijf millioen. Daarenbo- „inW'Ji" Jet «inS'tï1 tre»ender'" het samen-luisteren
ren ziin er noa tien millioen van..een b,lbcl «bij huwehjksbe- naar de bijbel, in het over-en-
ten zijn er nog tien muiioen vestigingen b.v met de aanspo- weer rekenschap geven en door-
Engelsen. die banden onderkou- ring er toch vooral dagelijks ge- geven van de ontvangen Bood-
den met een of ander godsdien- bruik van te maken, is maar al schap ligt de grote kans om el-
stig genootschap en vijf millioen te vaak een slag in de lucht. Zijn kaar werkelijk te leiden tot het
die zich interesseren voor het de ontvangers in staat met enige persoonlijk gebruik van de bijbel.
luisUreu naar godsdienstige vrucht d,e bijbel Ie «ebraiken? De h,„(, h,„
Uitzendingen vid de radio. Dit !ls'voor fc, helen»,„e. r>„ H.
betekent, da derng milltoen persoon]ijk v„„ de bijbel.
Engelsen volkomen buiten de Een dagboek of andere lei
s/eer van enige godsdienst leven, draad kan enigszins helpen. Daar
belangrijke taak. Op de gewone
catechisatie helpt hij vooral tot
het rechte gezamenlijk lezen en
■MBB de -Schrift,
KATHEDRAAL AIET VIJF TORENS
vireft de bouwkundigen
Scandinavië. In hui
t Doornik bekend
eigen woonplaats
>nt van bouwkunst: een kathedraal met
deels gotisch, tot de dag van vandaag
i voor de Belgische stad.
De belijdeniscateehisatie Is de
aangewezen plaats nm le bren
gen tot persoonlijk gebruik.
Daarna immers staan de ca
techisanten als volwassen en
mondige leden ln de gemeente
en in de wereld. Zijn ze werke
lijk mondig en volwassen zonder
dat zij zich dit zelf-bljbellezen
hebben eigen gemaakt?
Ds. Hoogenkamp beveelt de
volgende methode aan:
Op de wekelijkse belijdenisca
teehisatie wordt een afspraak ge
maakt over het (korte) bijbelge
deelte, dat ieder van ons op elke
dag van de komende week voor
zichzelf zal lezen. De catechisan
ten noteren deze gedeelten op de
linkerbladzijde van een cahier, op
elke bladzijde niet meer dan
drie. Op de linkerkant van het
schrift schrijven zij n.l. thuis da
gelijks bij elke perikoop hun vra
gen op over de betekenis of de
uitleg van dit bijbelgedeelte of
een onderdeel ervan. Op de rech
terbladzijde moeten zij proberen
onder woorden te brengen wat
dit gedeelte hun zegt, wat ze er
aan hebben.
Op de catechisatie komen de
bijbels en de cahiers op tafel en
in een minimum van tijd ls het
gesprek los.
mL. Het is bijna nooit mogelijk alle
Ëj^jJ gelezen perikopen grondig te be-
spreken. Vaak blijven vragen
HflBM liggen, maar in een volgend ver-
Swüi band zijn die gewoonlijk wel
«weer op te vangen.
De keus van de perikopen voor
dagelijkse Schriftlezing is na-
st&ag£ tuurlijk een heel Verantwoorde-
h -.;.J lijk werk. De catecheet heeft
hierbij een grote vrijheid, maar
zal in ieder geval weloverwogen
zijn keus moeten maken.
Ds. Van Leeuwen:
Waarom geen studenten-
pastorie
TT'AT is de geestelijke zorg men een „studentenpastorie"
voor studenten moeilijk heeft. Een huis, of een aantal
werk. Tot deze conclusie kwa- kamers, om catechisaties en
men wij na het lezen van het kringen te houden met een
eerste jaarverslag van'de Her- lees- en studiekamer.
vormde studentenpredikant in Voor wie dit werk financieel lijdeniscntechisatie. En het ligt
de hoofdstad, ds. G. van Leeu- wil steunen geven we het gi- voo5.1fi.e hand om de stof van de
wen, oud-jeugdpredikant in ronummer van ds. Van Leeu- P",^g
Den Haag. Hi, schrijft o m. wen: 312.396. Adres: Jan van '/eiJ^G^prTrk
dat het niet meevalt de stu- Eyckstraat 14 boven, Amster- üjkertUd verlost uit haar stu
denten op hun kamers te be- dam-Z. deerkamer-isolement.
zoeken. Meestal vindt men
Het is mogelijk deze keus zo
te doen, dat de te lezen bijbelge
deelten tezamen een wandeling
vormen door héél de bijbel.
Het is duidelijk, dat deze me
thode van helpen niet aan de
belijdeniscateehisatie is gebon
den. Het blijkt, dat er in en
buiten de gemeente, bij kerk
gangera en geïnteresseerden die
niet kerkelijk meeleven, dikwijls
een grote behoefte Is aan hulp
bij het lezen en verstaan van dc
bijbel.
Het is mogelijk om op cursus
sen en huissamenkomsten, door
ouderlingen en anderen geleid,
wekelijksdezelfde bijbelgedeel-
te bespreken als op de be-
hen niet thuis en in vele ge
vallen kunnen ze moeilijk ont
vangen.
Thans gaan er 's Maandags
enige kaarten uit, waarin een
bezoek wordt aangekondigd.
Slechts zelden wordt een be
zoek afgewimpeld en dat
terwijl ae adressen vrij wille
keurig worden genomen, ver
telt ds. Van Leeuwen, die ech
ter van "oordeel is dat over
het algemeen de gesprekken
op de studeerkamer vrucht
baarder zijn, omdat er dan
meestal een aanleiding tot ge
sprek is. Ruim 200 studenten
volgden regelmatig een cate
chisatie of kring.
Het contact met de stedelij
ke universiteit is het sterkst,
hoewel verscheidene van de
300 aan de V.U. studerende
Hervormde studenten in het
Hervormde studentenwerk
meedoen. Een handicap is het
gemis aan een eigen centrum,
zoals bijv. in Groningen, waar
ie kerkelijk geörienleerd?
DE (chr.-gerel.) prof. J. J. v. d. Schuil verzucht in „De Wekker":
Wanneer de V. U. werkelijk een vrije universiteit zal zyn, moet
ook een plaats kunnen gegeven worden aan al die kerken, die
uit een positief Schriftuurlijk beginsel leven.
Misschien daagt nog eens die dag, als haar eeuwfeest mag gevierd.
Thans is het toch zó, dat alleen de Gereformeerde Kerken een invloeds
sfeer kunnen doen gelden betreffende de theologische faculteit.
In dit verhand citeert prof. Van der Schuit prof. dr. Grosheide,
die in „Belijden en Brieven" schreef over het nauwe verband tussen
de Geref. Kerken en de V. U. Alle theologische hoogleraren der V. U.
moeten nl. belijdend lid zyu van de Geref. Kerken. Zy zyn allen
predikant geweest en houden hun rechten als zodanig.
„Hoeveel goeds en schoons ik zie in de Vrye Universiteit", zo voegt
prof. Van der Schuit er aan toe, „zy is my in haar theologische faculteit
toch wat al te „kerkelyk" Gereformeerd, wat nog iets anders zegt, dan
confessioneel gereformeerd. Er is in de loop van 75 jaar al zoveel
gewijzigd in de opzet der Vrye Universiteit, dat wie weet ook dit
punt nog wel een» aan de orde kan worden gesteld.