CHIEF WHIP Van slavernij op plantages tot Koninklijk Statuut -J Grote belangstelling voor felle strijd in S.E.R. Brood en spelen voor het Russische volk En of... Chief Whip op ieders lip! A.-R. jongeren spreken over de komende verkiezingen ZATERDAG 15 OCTOBER 19S5 In één nacht Uw handen gaat en zacht S u n b a I m IMMIGRANTEN MAAKTEN SURINAME'S GESCHIEDENIS Koningin in de West iy U KONINGIN JULIANA en prins Bernhard een reis maken naar Suriname en de Nederlandse Antillen. ieefc het ons goed, in en kele artikelen een en ander te laten vertellen over het leven in de West. Het eerste artikel van een deskun dige, verbonden aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Am sterdam, plaatsan teö heden. Bevolking eerst Indiaansdaarna Afrikaans en Aziatisch (Van een bijzondere medewerker) TOEN DE NEDERLANDERS in de 17e eeuw in Suriname belandden, vonden zij aan de kust vlak land, waardoor grote rivieren naar de j oerwouden in het binnenland leidden. Misschien heeft dit vlakke land en i hebben deze rivieren, die ietwat aan hun vaderland herinnerden, hen be- 1 wogen hier een vestiging te wagen. De Hindoestanen in Suriname houden zich hoofdzakelijk be zig met de landbouw. Een Hin- doestaans boerderijtje. Het land was dun bevolkt. De toen- i malige bewoners. Indianen, verzetten zich zonder succes tegen de Nederlanders en trokken naar het Zuiden af. Volgens de laatste statistieken leven er nog ca. 4000 afstammelingen van deze Indianen in de I binnenlanden, hetgeen slechts 1,7 procent I van de totale bevolking uitmaakt. De kuststrook waar het Nederlandse I gezag zich vestigde, bood zonder bevol- I king, geen enkele grondslag voor de handel, die dpor de Hollanders,.zp naar- j stig over de gehele wereld werd uitge- oefend. Er schoot niets anders over dan er Hollandse kolonisten naar toe te zen den. Dit bleef echter van beperkte om vang. In navolging van de andere koloni serende volkeren op het Amerikaanse vasteland zocht men in latere jaren de oplossing van het arbeidsvraagstuk in de massale overbrenging van negerslaven naar de nieuwe kolonie. Er werden plantages gesticht met pro ducten voor de handel in koloniale wa ren, die door de Hollanders bedreven Deze plantages werden alle langs de grote rivieren aangelegd Immers, het water van de droog te maken moerassen moest naar deze rivieren kunnen worden afgeleid. De nabijheid van de rivieren was ook nodig om de producten te vervoeren naar de havens, vanwaar zij met de Hollandse handelsschepen naar Nederland werden gebracht. Op Hollands model werden polders aangelegd en dat niet alleen binnen de „Hos Is je temperatuur, Kees?" informeerde de beron. „Degenenderddig ddrie, decttól!" pufte het spook. Want het is met spoken precies eender als met ge wone luihoe méér kou ze vatten, hoe verhitter ze worden. Feitelqk zinneloos! In een kierend kasteel vliegt tóch alle warmte de deur uit Baron Lamarotte zuchtte benepen. Voor bet eerst in zijn luchthartig, totaal van verf verstoken leven voelde bfl zoiets als Spijt En dit vreemde gevoel had met wat pla muur en een kwastje verf kunnen worden voorkomen! Sip staarde de edelman naar het vertrouwde en nu zo verstopte familtespook. „Kees", slikte hij, „kerel, ik wil je niet missen. Steek Je tong és uit." „Tegen Jou, Lamadotte Gdéég Dat veddien je. Je veddeveloze kdot van een duïne is mijn vdoegtijdig steddefbed. Hatsjie Alles dot, alles doest, alles dammelt. De stoddem daast dood de detenDampzalig i Didded, GEDENK TE I VEDDEVEN... versta r Je, TE VERRRRVEN! Verf met huidige grenzen van Suriname, maar ?ens in een gedeelte vdn de kust strook. dat aanvankelijk Nederlands be zit was en in de 19e eeuw bij Brits- Guyana is gevoegd (In het Museum van het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam, vindt men van deze aan leg prachtige voorbeelden in de vorm grote maquettes). HOOGTEPUNT 178S jlfEN KAN HET HOOGTEPUNT van de plantage- en sla veneconomie in Surl- ie ongeveer in het jaar 1785 plaatsen In dat jaar telde men in Suriname 452 plantages. Daar werd veel suikerriet, ook katoen, cacao, koffie en een soort bananen verbouwd. Albert Helman heeft in zijn boek De Stille Plantage een beeld gegeven van het leven op deze plantages in de 18de eeuw. Tijdens de Napoleontische oorlogen be zetten de Engelsen Suriname. Bij de vrede van Wenen werd dit gebied, even als Indonesië, aan Nederland teruggege- Maar de plantage-economie van Su- ne was over haar hoogtepunt heen wam steeds meer in verval. Andere productiegebieden waren stérk in op komst en ook raakte de slavernij in dis- crediet. Toch wisten de belanghebbende kringen te bereiken, dat in Suriname de slavernij pas in 1863. d.w.z. 25 jaar later in de omringende Engelse gebieden, werd afgeschaft. Dit remmen van een ge zonde maatschappelijke ontwikkeling heeft de latere economische ontplooiing het land ernstig vertraagd, temeer doordat de nasleep van de slaventijd nog aar langzaam overwonnen werd. De afschaffing van de slavernij bracht de plantage-economie de definitieve slag toe. Het bleek dat de vrijgemaakte negers creolen er in het algemeen niets voor voelden, verder als loonarbeiders op de plantages werkzaam te blijven. De slaventijd heeft een enorme invloed gehad op de bevolkingsstructuur van het land. Een direct uitvloeisel is de Surl- mse bevolkingsgroep van. Bosnegers, de nakomelingen zijn van gevluchte slaven, bij wie zich nó 1-863 een aantal vrijgelaten negers hebben gevoegd. Hun aantal wordt tegenwoordig op ca. 22.000 geschat, d.w.z. 9.6 procent van de Suri naamse bevolking. GEMENGD RAS N VAN DE GEVOLGEN van het plantageleven was het vrij grote aan tal slaven van gemengd blank en neger- Door vele gemengde verbintenissen huwelijken ook andere dan blanken negerinnen. rv.l. negers en Indianen, later Chinezen en negerinnen enz sindsdien een gemengd ras van creolen ontstaan, dat thans de talrijke bevol kingsgroep van het land is met 86000 vertegenwoordigers, d.w.z. 37 procent. Men heeft nog getracht het arbeidspro bleem «p te lossen door het contracteren vanuit ar.dere landen geïmmigreerde ar beiders. Gedurende korte tijd, van 1853 tot 1869. waren dit Chinezen. Er zijn thans 3 000 Chinezen in Suriname geves tigd (1.3 procent van de bevolking). Daarna kwam het voormalige Brits-Indië aan de beurt, dat vrij grote aantallen arbeiders leverde in de periode van 18"" tot 1916. De Hindoestanen, zoals zij c hun nakomelingen worden genoemd, zijn thans de tweede belangrijke Surinaamse bevolkingsgroep met ca. 70 000 vertegen woordigers, d wz. 30 4 procent van de bevolking. Pas in 1893 werd begonnen met de immigratie van Javanen. De im migratie. aanvankelijk van gecontrac teerde plantage-arbeiders, later van kolo nisten in gezinsverband, hield in 1Ö39 op. Ook zij vormen thans een belangrijke bevolkingsgroep van ca. 40.000 personen, d wz. 17 procent. Van een ander gezichtspunt uit kan men zeggen, dat zich het merkwaardige verschijnsel voordoet, dat de bevolking van Suriname, Indiaans vóór de aan komst van de Hollanders, daarna over wegend Afrikaans werd en thans ook voor bijna de helft Aziatisch is. De Euro peanen vormen er nn slechts een kleine groep van 6000 personen of 2,6 procent in de bevolking. De immigratie van Aziaten bracht de plantages weer tijdelijk op gang. In 1903 :n er weer 150 plantages in exploita tie. waarop vooral suiker, cacao en koffie werd verbouwd. Maar in 1910 waren het )g maar 80 en Ln 1950 slechts 31. Toch kende men nog perioden van voorspoed de cacao- en koffieplantages. Om streeks 1909 was er zelfs een grote op leving. doordat de cultuur van bacoven n Nederland bekende bananen) met Rijkssteun enkele jaren bloeide. Ziekten deze cultures maakten daaraan een KLEINE BOEREN TT ET ECONOMISCH belangrijkste ge- volg van de afschaffing der slavernij het ontstaan vao. het kleine land bouwbedrijf. Vele vrijgemaakte slaven en creolen vestigden zich op het land om daar in hun levensonderhoud te voorzien met de landbouw, meest op kleinere per celen. Dit was nog in sterkere mate het geval met de Aziatische immigranten, die an nature landbouwers waren. Dezen estigden zich eveneens op het land na de beëindiging van hun vijfjarig arbeids contract. In 1903 telde men reeds 19 700 kleine landbouwers met een door hen bebouwde oppervlakte van rond 7900 hec taren. Deze cijfers duiden reeds aan, dat het hier om zeer kleine bedrijfjes gaat. In 1950 was hun aantal tot 60 000 ge stegen en de door hen bebouwde opper vlakte tot 19.000 hectaren. De overgang van de plantage-landbouw tot overwegend „kleine landbouw" wordt kernachtig geïllustreerd door de verge lijking van het aandeel in het totale agra rische inkomen van het land van deze twee takken in 1900 en thans. In 1900 maakte de waarde van de productie van de plantages 90 procent uit van de totale waarde van de Surinaamse landbouw; de kleine landbouwbedrijven leverden slechts 10 procent. In 1950 was de verhouding precies omgekeerd en leverden de kleine land bouwbedrijven 90 procent en de plan tages nog slechts 10 procent van deze «totale waarde. RIJST nE OPKOMST van het kleinbedrijf ln Suriname verrijkte het land met tal van nieuwe producten. Het voornaamste was de rijst. Vóór 1863 werd de boven klasse in Suriname geheel door blanken gevormd, die er tijdelijk verbleven. Dit verminderde na 1863. Van de welgestelde Creolen en de Israëlieten, die de midden klasse vormden, gingen de jongeren veelal naar Curagao en Aruba, nadat daar de opkomende olie-industrie nieuwe kansen had geboden en naar Nederland en andere landen. De stadsbevolking werd aangevuld door vrijgemaakten en later, door de zich in het land vestigende Hindoestanen en Chinezen. Deze laatsten gingen allen in de handel. Thans zijn vele Creolen en Hindoestanen werkzaam in gespecialiseerde beroepen en hebben zij evenéerts vele vertegenwoordigers tot ln de gegoede middenstand. Maar het me rendeel der Hindoestanen en bijna alle Javanen oefenen het boerenbedrijf uit. In de laatste tien jaar zijn enige in dustriële vestigingen tot stand gekomen. Sinds 1876 wordt in Suriname goud gewonnen. Deze goudwinning is thans van geen gewicht meer. maar zij heeft nog irv de jaren 19051910 een zekere bloeiperiode doorgemaakt. EN BAUXIET -yAN VEEL MEER BETEKENIS «-as de vestiging, in 1922 van het eerste be drijf voor ontginning van bauxiet (alu- miniumertsV Hierdoor werd de uitvoer van het land. vooral sinds 1940. overwe gend door dit product beheerst en op de Verenigde Staten gericht, die dan ook. met de Surinaamse Bauxiet Mij. NV, een dochteronderneming van de Alumi nium Company of America (Alcoa), een zeer groot deel van de buitenlandse be leggingen in Suriname gingen vertegen woordigen. Deze Amerikaanse invloed, in belangrijke mate toegenomen tijdens de jongste wereldoorlog toen Amerikaanse strijdkrachten in Suriname gelegerd wa ren. heeft o m. tot gevolg gehad een vloed van Amerikaanse waren, films en litera tuur. Het Engels, dat reeds in verbaster de vorm door de negers werd gesproken, wordt in Suriijanve daardoor goed ver staan en meer gesproken dan andere vreemde talèn. De voertaal is echter Ne derlands, dat op de scholen ook hoofd schotel is. Nadat Suriname in 1950 door de invoe ring van de zgn. Interimregeling in inter ne aangelegenheden autonoom was ge worden, werden algemeen kiesrecht en verantwoordelijke ministers ingesteld, trad in 1954 het nieuwe statuut van het Koninkrijk der Nederlanden in werking, waarin voor Suriname, binnen het Ko ninkrijk, de bevoegdheid „zelfstandig zijn aangelegenheid te behartigen", is ver- Alles of niets 0m twee hoofdbedrijfschappen {Van onze sociale redacteur) Ruim vijf uur is de SER gisteren bijeen geweest, om een advies aan de regering tot instelling van een hoofdbedrijfschap detailhandel en een hoofdbedrijfschap ambachten te aanvaarden. De organisatiecommissie zal echter eerst nagaan, of de organisaties, die de aanvraag voor deze hoofd bedrijfschappen indienden, met name de middenstandscentrales, nog ach ter deze adviezen staan. Zouden de laatste zich terugtrekken, dan zou er geen representatieve meerderheid in bet bedrijfsleven zijn en kan het advies niet doorgaan. Het was een bewogen zitting van de SER Allerlei mensen uit de midden standswereld kwamen luisteren, hoe dit zou aflopen. Voor de detailhandel bleek de zaak makkelijker te liggen dan voor het am bacht. De eerste is immers per definitie te -bepalen, voor de tweede is dat onmo gelijk. Bovendien is de eerste vrli goed ln de middenstandscentrales vertegen woordigd. doch het ambacht heeft een aantal .ongeorganiseerde organisaties" niet aangesloten bij enige centrale, omdat deze eeen keuze kunnen doen uit de be staande vier middens-tar.dsvakcentra'es. daar ze nog neutraler dan neutraal zijn Wel stichtten ze ir. 1950 r.otr een eiger. „centrale", een vrij los verband, doch deze liep in de weinige jaren van haar bestaan ook weer half leeg. Hierdoor moesten een aantal ambach ten uit het hoofdbedrijfschap vallen. Zou den er eerst een 67 bedrijfstakken onder vallen, de basis werd versmald tot 45. Na de publicatie van de stukken bleken er nog meer bedrijfstakken bezwaar te gen opname te hebben, zodat er, toen het voorstel aan de SER uitging, nor maar 37 overbleven. Was het hoofdbedrijfschap dus al sterk gehavend, de dagen voor de openbare SER-vergadering brachten, zo als de heer Hooy zei, de geschiedenis van de zeven nikkertjes, waarvan er telkeps één verdween, in herinnering. Bijna da gelijks kwam er een brief, waarin nog een bedrijfstak bezwaar maakte. Bij het begin van de behandeling deelde de or ganisatiecommissie van de SER dan ook mee. dat zij voorstelde, nog vier bedrijfs- lakken, waarbij drie uit het bouwbedrijf; schilders, stucadoors en terrazzowerkers. af te voeren. (Vervolg 1 pagii i 1) „Wat een luxe, hè". „Overdreven" vindt de Amerikaan. En dat is het ook. Alle veertig stations van het vijf-en-zestig kilometer grote net zijn zo overdreven luxueus. Het is ongetwijfeld een genoegen voor de twee- en-een-half millioen mensen, die dage lijks van - deza -métro gebruik maken, maar Ruslgnd is allerminst 'een Land dat zich deze verspilling kan veroorloven. Maar daar vraagt niemand naar. Een dergelijk project past precies in het com munistische systeem van show maken om de mensen te imponeren en af te leiden. Evenals de geweldige universiteit, de imposante wolkenkrabbers en het smake- loos-weelderige Sovjetskaja Ho tel. CULTUUR Er komt een trein. We stappen in een moderne, goed-ver- Hchte wagen met leren banken. En evenals de rest van de métro: brand schoon. Het is niet overdreven vol hoe wel er op Zondag meer mensen met de métro heten te reizen dan doordeweeks. De mensen lijken er wat beter verzorgd uit te zien dan anders. Dat geldt speciaal voor de vrouwen. We rijden mee tot u"* GoTky Cultuurpark op de oever vai Moskwa. Hier stappen vele passagiers uit. Het is een populair recreatie-oord. Een soort combinatie E55 en Vondelpark. „Laten we eens even gaan kijken...." stelt de Amerikaan voor. „Kun je er zo in?" „Nee, ik haal wel even twee kaartjes". De monumentale toegangspoort ziet er uit als een Griekse zuilengalerij. Daar achter strekt zich een groot park uit met wandelpaden, bloemperken, vijvers, zweefmolens, tennisbanen, openlucht- bioscopen, restaurant en vele andere ver maakgelegenheden. Duizenden mensen lopen er te wandelen. Anderen zitten op een bankje. Een lange stoet jongelui in turncostuum marcheert voorbij op de maat Van een militair muziekcorps. Een meisjeskoor in witte gewaden tracht een accordeonist te overstemmen. Men staat in de rij om een ijsje of een glas limo nade te bemachtigen. En de plezierboten op de Moskwa kunnen de drukte een voudig niet aan. Het heeft allemaal wei nig te maken met wat wij cultuur noe men, maar de mensen schijnen zich te amuseren. De communistische reclame ontbreekt echter ook hier niet. Er staan verscheidene standbeelden van Lenin en Stalin in ster-vormige perken van (na tuurlijk) rode bloemen. En tussen de bo men prijken grote borden met statistie ken. die (ook op Zondag) de werkers er aan herinneren, dat de productie van dit of dat weer zoveel procent gestegen is. TEVREDEN We hebben het gauw gezien. Binnen een uur staan we weer buiten. Duizenden wachten echter nog voor d» loketten om voor een gulden een toe gangsbiljet te kopen. Het Gorky Cultuur park is nu eenmaal een geliefd ontspan ningsoord. De Moskovieten brengen er graag een paar uur doof. Dan gaan ze weer tevreden naar huis waar ze dik wijls met vijf, zes man één kamer delen, en waar de avondmaaltijd uit niet veel meer dan een dikke soep bestaat. Een armzalig bestaan, zeggen wij. Men moet deze toestanden echter niet met die in bet westen vergelijken. Men moet ze in het licht van de Russische historie zién. Dan moet men erkennen, dat het merendeel van de Russen het nu mate rieel beter heeft dan ooit tevoren. Men lijdt geen honger. Men loopt niet in lom pen. Men heeft gelegenheid voor ont spanning. Het is het oude brood-en-spelen, waar mee de Romeinen al bezig gehouden werden, in een moderne vereie. Bij ge brek aan vergelijkingsmogelijkheden met de levensomstandigheden in het w( is men er tevreden mee. En wat de vrij heid betreft: die heeft men vroeger ook niet gekend en een mens mist nu eenmaal niet wat hij niet kent. Twee broertjes vermist Twee broertjes, Ronald George ei Leslie Koot, resp. 9 en 6 jaar oud, wo nende te Amsterdam, zijn sinds Donder dagmiddag verdwenen. Een ongeluk wordt gevreesd. E. J. C. Douze, aLgemeen vertegenwoor diger van de Koninklijke Shell in Argen tinië. zal de dienst per 31 October ver laten. Hij wordt opgevolgd door de heer E. C. Puricelli, en in zijn functie van directeur van de Diadema S.A., door mr D. J. Rueb. De stations van de Moskouse ondergrondse zien er uit als moderne musea. Met het Krem lin, het Lenin-Stalin Mauso leum en de nieuwe universiteit behoort de métro tot de offi ciële bezienswaardigheden van Moskou. i was er nog iets anders gebeurd. Uit de stukken was al gebleken, dat de mid denstandsbonden niet erg waren Ingeno- met 't gehavende hoofdbedrijfschap ambachten. Met het aantal van 37 was de grens wel bereikt. En vlak voor de ver gadering kregen de SER-Ieden een brief van de Comm. van Overleg van de Mid- denstandsvakcentralen (alleen de „cen trale" zit daar niet in) op tafel, waarin stond vermeld: wordt bet hoofdbedrijf schap ambachten nog meer verzwakt, en komt het daardoor niet tot stand, ook omdat w|j er dan tegenstemmen, dan is voor ons de aardigheid er af en willen w(J geen van beide hoofdbedrijf schappen meer. De ondergrond ia, dat het hoofddoel van de middenstandsbonden is, te komen tot de stichting van de Raad voor Mid den- en Kleinbedrijf, als algemeen repre sentatief orgaan voor middenstandszaken. Dit „dreigement" beheerste heel de dis cussie. Er kwam nog een dreigement bij, omdat, één der NVV-leden kwam ver klaren: weigert de SER de bouwvakbedrij- ven uit het hoofdbedrijfschap ambachten te lichten, dan stemmen wij tegen het geheel. Nu was dit ter verklaringde positie van het NW niet prettig, omdat het aan de voorbereiding had meegewerkt en verscheidene andere NVV-bonden voor het hoofdbedrijfschap ambachten waren, doch de Alg. Bouwbedrijfsbond tegen. Trouwens, dit gold ook voor de representant van de Kon. Ned. Midden standsbond, die zich had sterk gemaakt voor de gehele middenstand, doch aan wiens optreden zich verschillende aange sloten vakbonden onttrokken. Het bedrijfschap detailhandel leverde de minste moeilijkheden. De vraag: vallen ook de apothekers er onder, omdat ze toch artikelen verkopen die bij drogisten verkrijgbaar zijn, werd na stemming (15—19), ontkennend be slist. Dit hoofdbedrijfschap werd zonder stemming aanvaard. In de grote strijd om de ambachten werd met 30—7 stemmen besloten, de stucadoors en terrazzower kers er buiten te laten Dat gold ook voor de schilders (alleen de heer De Jong. Christ. Middenstandsbond, tegen). Een voorstel om nu maar te stoppen, i.v m. het dreigement van de middenstand, werd verworpen. Het advies inzake het hoofd bedrijfschap werd aanvaard met 30—2 3 blanco.... al 33 jaar de béste Virginia! Prof. Diepenhorst: Niet alleen beginselen maar ook de practijk „De Arjos is zonder deze jaarlijkse samenkomst niet denkbaar". Dit zei de tweede voorzitter van de Nationale Organisatie van A.R. Jongeren Studieclubs, de heer Tj. Pel, toen hij gistermorgen te Driebergen de Arjos- studieconferentie 1955 opende. In de conversatiezaal van het fraai ge legen „Ons Centrum" hebben gisteren en vandaag ongeveer zeventig anti-revolutionnaire jongeren gedebatteerd en gediscussieerd over de on langs uitgegeven brochure „Een terreinverkenning", die geheel in de prin cipiële sfeer is gehouden en in het teken staat van de volgend jaar te houden verkiezingen. De discussies over de in dit geschrift aangesneden onderwerpen, werden „op gang gebracht" door de heren prof. Die penhorst en R. Gosker, die met vakbe kwame hand de door de A.R. gevolgde en te volgen politieke richtlijnen hebben getekend. De bedoeling is, dat de conferentiegan gers (overwegend bestuursleden van de clubs) in de komende maanden aan de hand van „Een terreinverkenning" inlei dingen zullen gaan houden over de op de conferentie behandelde materie. In zijn referaat, dat hij zelf meer wilde zien als een inleidend „babbeltje", beperkte de heer Gosker zich dan ook tot een toe lichting op en een nadere uitwerking van de inhoud der bewuste brochure. Hij wees er op, dat het Westen nog Immer leeft onder de zeer reële bedreiging van het communisme en dat het dus niet raadzaam is de politieke verdeeldheid in de Westeuropese landen aan te wakke ren. Het zij dus niet de taak van de A.R. partij om met het oog op de komende verkiezingen een felle aanval te doen op de Partij van de Arbeid. Samenwerking met deze politieke groepering is ln ieder geval mogelijk gebleken, omdat de PvdA niet meer is de SDAP van vóór de oor log. Ze heeft een proces van verburger lijking mee gemaakt en is, misschien zon der dat ze het zelf weet. min of meer een conservatieve partij geworden. Niet meer predikt ze de kiasscstrijd, het anti-mlli- tarisme, de anti-monarchale regerings vorm, maar wel is nog altijd het demo cratisch socialisme haar voornaamste grondslag. Hier dreigt een gevaar, want Juist om dat die PvdA zo democratisch en grond wettelijk is, lopen we de kans het socia lisme te onderschatten en het slachtoffer i te worden van een langzame, maar zeke- j re socialistische penetratie, met alle kwa- I de gevolgen van dien. Toch hebben we als A.R.-partij, ln het bewustzijn van eigen kleine kracht, min of meer gedwongen door de omstandigheden, de taak om met i de PvdA zoveel als mogelijk is samen te werken, in het belang van heel ons volk. Het zij ons niet te doen om de macht, maar om de handhaving van Gods gebod. Onze roeping is: mannen op te leveren, Bezinning èn practijk Prof. mr I. A. Diepenhorst hield een pleidooi voor een meer harmonische ver houding tussen principiële bezinning en practische toepassing ln de politiek. In zijn betoog vestigde deze spreker er o.m. de aandacht op. dat de gecompliceerd heid van de huidige politiek heeft be werkt, dat niet alleen de man van de straat, maar ook de „meer ontwikkelde" bijna geen staatkundige belangstelling meer kan opbrengen. Door de hand over hand toenemende vertechnisering. ver- materialisering. vercommercialisering heeft de politiek haar aantrekkelijkheid verloren. Wil de A.R.-partiJ daar veran dering in brengen, dan heeft ze met deze situatie voor honderd procent rekening te houden. De verschillende vraagstukken, waarmee ons volk heeft te kampen, zul len door deskundigen moeten worden aan gepakt. Vooral de vaak zo ingewikkelde economische prdblemen zullen aan ter zake bevoegde specialisten moeten worden toevertrouwd. Met alleen onze beginselen halen we de verloren gegane stemmen niet terug en met uits'ultend onze de gelijke principiële Instelling kunnen we de brandende kwesties van deze tijd niet oplossen. Steeds hebben we als partij de overgang van de bezinning naar het leven van alle dag te vinden. Christelijke prin cipes spreken niet in hulzen zonder wa terleiding en in de duizenden jonge ge zinnen, die snakken naar een behoorlijke woning. Daar spreken alleen helpende handen. We hebben de woningnood, het ouden-van-dagen-probleem enz. enz te zien als zedelijke vraagstukken en daar om treden we op als christelijke organi satie en als christelijke partij, aldus prof. Diepenhorst Bij de Tweede Kamer zijn Ingediend de wetsontwerpen tot vaststelling van regelen nopens teboekgestelde luchtvaar tuigen en tot goedkeuring voor Neder land van het in 1948 gesloten Verdrag betreffende de internationale erkenning van rechten op luchtvaartuigen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 9