CHIEF WHIP
Van slavernij op plantages
tot Koninklijk Statuut
-J
Grote belangstelling voor
felle strijd in S.E.R.
Brood en spelen voor het
Russische volk
En of... Chief Whip op ieders lip!
A.-R. jongeren spreken over
de komende verkiezingen
ZATERDAG 15 OCTOBER 19S5
In één nacht
Uw handen gaat en zacht
S u n b a I m
IMMIGRANTEN MAAKTEN SURINAME'S GESCHIEDENIS
Koningin in de West
iy U KONINGIN JULIANA en
prins Bernhard een reis maken
naar Suriname en de Nederlandse
Antillen. ieefc het ons goed, in en
kele artikelen een en ander te laten
vertellen over het leven in de West.
Het eerste artikel van een deskun
dige, verbonden aan het Koninklijk
Instituut voor de Tropen te Am
sterdam, plaatsan teö heden.
Bevolking eerst Indiaansdaarna
Afrikaans en Aziatisch
(Van een bijzondere medewerker)
TOEN DE NEDERLANDERS in de 17e eeuw in Suriname belandden,
vonden zij aan de kust vlak land, waardoor grote rivieren naar de
j oerwouden in het binnenland leidden. Misschien heeft dit vlakke land en
i hebben deze rivieren, die ietwat aan hun vaderland herinnerden, hen be-
1 wogen hier een vestiging te wagen.
De Hindoestanen in Suriname
houden zich hoofdzakelijk be
zig met de landbouw. Een Hin-
doestaans boerderijtje.
Het land was dun bevolkt. De toen-
i malige bewoners. Indianen, verzetten zich
zonder succes tegen de Nederlanders en
trokken naar het Zuiden af. Volgens de
laatste statistieken leven er nog ca. 4000
afstammelingen van deze Indianen in de
I binnenlanden, hetgeen slechts 1,7 procent
I van de totale bevolking uitmaakt.
De kuststrook waar het Nederlandse
I gezag zich vestigde, bood zonder bevol-
I king, geen enkele grondslag voor de
handel, die dpor de Hollanders,.zp naar-
j stig over de gehele wereld werd uitge-
oefend. Er schoot niets anders over dan
er Hollandse kolonisten naar toe te zen
den. Dit bleef echter van beperkte om
vang. In navolging van de andere koloni
serende volkeren op het Amerikaanse
vasteland zocht men in latere jaren de
oplossing van het arbeidsvraagstuk in de
massale overbrenging van negerslaven
naar de nieuwe kolonie.
Er werden plantages gesticht met pro
ducten voor de handel in koloniale wa
ren, die door de Hollanders bedreven
Deze plantages werden alle langs de
grote rivieren aangelegd Immers, het
water van de droog te maken moerassen
moest naar deze rivieren kunnen worden
afgeleid.
De nabijheid van de rivieren was ook
nodig om de producten te vervoeren naar
de havens, vanwaar zij met de Hollandse
handelsschepen naar Nederland werden
gebracht.
Op Hollands model werden polders
aangelegd en dat niet alleen binnen de
„Hos Is je temperatuur, Kees?"
informeerde de beron.
„Degenenderddig ddrie, decttól!"
pufte het spook. Want het is met
spoken precies eender als met ge
wone luihoe méér kou ze vatten,
hoe verhitter ze worden. Feitelqk
zinneloos! In een kierend kasteel
vliegt tóch alle warmte de deur uit
Baron Lamarotte zuchtte benepen.
Voor bet eerst in zijn luchthartig,
totaal van verf verstoken leven
voelde bfl zoiets als Spijt En dit
vreemde gevoel had met wat pla
muur en een kwastje verf kunnen
worden voorkomen!
Sip staarde de edelman naar het
vertrouwde en nu zo verstopte
familtespook.
„Kees", slikte hij, „kerel, ik wil
je niet missen. Steek Je tong és uit."
„Tegen Jou, Lamadotte Gdéég
Dat veddien je. Je veddeveloze kdot
van een duïne is mijn vdoegtijdig
steddefbed. Hatsjie
Alles dot, alles doest,
alles dammelt. De
stoddem daast dood
de detenDampzalig
i Didded, GEDENK TE
I VEDDEVEN... versta
r Je, TE VERRRRVEN!
Verf met
huidige grenzen van Suriname, maar
?ens in een gedeelte vdn de kust
strook. dat aanvankelijk Nederlands be
zit was en in de 19e eeuw bij Brits-
Guyana is gevoegd (In het Museum van
het Koninklijk Instituut voor de Tropen
te Amsterdam, vindt men van deze aan
leg prachtige voorbeelden in de vorm
grote maquettes).
HOOGTEPUNT 178S
jlfEN KAN HET HOOGTEPUNT van de
plantage- en sla veneconomie in Surl-
ie ongeveer in het jaar 1785 plaatsen
In dat jaar telde men in Suriname 452
plantages. Daar werd veel suikerriet,
ook katoen, cacao, koffie en een
soort bananen verbouwd. Albert Helman
heeft in zijn boek De Stille Plantage een
beeld gegeven van het leven op deze
plantages in de 18de eeuw.
Tijdens de Napoleontische oorlogen be
zetten de Engelsen Suriname. Bij de
vrede van Wenen werd dit gebied, even
als Indonesië, aan Nederland teruggege-
Maar de plantage-economie van Su-
ne was over haar hoogtepunt heen
wam steeds meer in verval. Andere
productiegebieden waren stérk in op
komst en ook raakte de slavernij in dis-
crediet. Toch wisten de belanghebbende
kringen te bereiken, dat in Suriname de
slavernij pas in 1863. d.w.z. 25 jaar later
in de omringende Engelse gebieden,
werd afgeschaft. Dit remmen van een ge
zonde maatschappelijke ontwikkeling
heeft de latere economische ontplooiing
het land ernstig vertraagd, temeer
doordat de nasleep van de slaventijd nog
aar langzaam overwonnen werd.
De afschaffing van de slavernij bracht
de plantage-economie de definitieve slag
toe. Het bleek dat de vrijgemaakte negers
creolen er in het algemeen niets voor
voelden, verder als loonarbeiders op de
plantages werkzaam te blijven.
De slaventijd heeft een enorme invloed
gehad op de bevolkingsstructuur van het
land. Een direct uitvloeisel is de Surl-
mse bevolkingsgroep van. Bosnegers,
de nakomelingen zijn van gevluchte
slaven, bij wie zich nó 1-863 een aantal
vrijgelaten negers hebben gevoegd. Hun
aantal wordt tegenwoordig op ca. 22.000
geschat, d.w.z. 9.6 procent van de Suri
naamse bevolking.
GEMENGD RAS
N VAN DE GEVOLGEN van het
plantageleven was het vrij grote aan
tal slaven van gemengd blank en neger-
Door vele gemengde verbintenissen
huwelijken ook andere dan blanken
negerinnen. rv.l. negers en Indianen,
later Chinezen en negerinnen enz
sindsdien een gemengd ras van creolen
ontstaan, dat thans de talrijke bevol
kingsgroep van het land is met 86000
vertegenwoordigers, d.w.z. 37 procent.
Men heeft nog getracht het arbeidspro
bleem «p te lossen door het contracteren
vanuit ar.dere landen geïmmigreerde ar
beiders. Gedurende korte tijd, van 1853
tot 1869. waren dit Chinezen. Er zijn
thans 3 000 Chinezen in Suriname geves
tigd (1.3 procent van de bevolking).
Daarna kwam het voormalige Brits-Indië
aan de beurt, dat vrij grote aantallen
arbeiders leverde in de periode van 18""
tot 1916. De Hindoestanen, zoals zij c
hun nakomelingen worden genoemd, zijn
thans de tweede belangrijke Surinaamse
bevolkingsgroep met ca. 70 000 vertegen
woordigers, d wz. 30 4 procent van de
bevolking. Pas in 1893 werd begonnen
met de immigratie van Javanen. De im
migratie. aanvankelijk van gecontrac
teerde plantage-arbeiders, later van kolo
nisten in gezinsverband, hield in 1Ö39 op.
Ook zij vormen thans een belangrijke
bevolkingsgroep van ca. 40.000 personen,
d wz. 17 procent.
Van een ander gezichtspunt uit kan
men zeggen, dat zich het merkwaardige
verschijnsel voordoet, dat de bevolking
van Suriname, Indiaans vóór de aan
komst van de Hollanders, daarna over
wegend Afrikaans werd en thans ook
voor bijna de helft Aziatisch is. De Euro
peanen vormen er nn slechts een kleine
groep van 6000 personen of 2,6 procent
in de bevolking.
De immigratie van Aziaten bracht de
plantages weer tijdelijk op gang. In 1903
:n er weer 150 plantages in exploita
tie. waarop vooral suiker, cacao en koffie
werd verbouwd. Maar in 1910 waren het
)g maar 80 en Ln 1950 slechts 31. Toch
kende men nog perioden van voorspoed
de cacao- en koffieplantages. Om
streeks 1909 was er zelfs een grote op
leving. doordat de cultuur van bacoven
n Nederland bekende bananen) met
Rijkssteun enkele jaren bloeide. Ziekten
deze cultures maakten daaraan een
KLEINE BOEREN
TT ET ECONOMISCH belangrijkste ge-
volg van de afschaffing der slavernij
het ontstaan vao. het kleine land
bouwbedrijf. Vele vrijgemaakte slaven en
creolen vestigden zich op het land om
daar in hun levensonderhoud te voorzien
met de landbouw, meest op kleinere per
celen. Dit was nog in sterkere mate het
geval met de Aziatische immigranten, die
an nature landbouwers waren. Dezen
estigden zich eveneens op het land na
de beëindiging van hun vijfjarig arbeids
contract. In 1903 telde men reeds 19 700
kleine landbouwers met een door hen
bebouwde oppervlakte van rond 7900 hec
taren. Deze cijfers duiden reeds aan, dat
het hier om zeer kleine bedrijfjes gaat.
In 1950 was hun aantal tot 60 000 ge
stegen en de door hen bebouwde opper
vlakte tot 19.000 hectaren.
De overgang van de plantage-landbouw
tot overwegend „kleine landbouw" wordt
kernachtig geïllustreerd door de verge
lijking van het aandeel in het totale agra
rische inkomen van het land van deze
twee takken in 1900 en thans.
In 1900 maakte de waarde van de
productie van de plantages 90 procent uit
van de totale waarde van de Surinaamse
landbouw; de kleine landbouwbedrijven
leverden slechts 10 procent.
In 1950 was de verhouding precies
omgekeerd en leverden de kleine land
bouwbedrijven 90 procent en de plan
tages nog slechts 10 procent van deze
«totale waarde.
RIJST
nE OPKOMST van het kleinbedrijf ln
Suriname verrijkte het land met tal
van nieuwe producten. Het voornaamste
was de rijst. Vóór 1863 werd de boven
klasse in Suriname geheel door blanken
gevormd, die er tijdelijk verbleven. Dit
verminderde na 1863. Van de welgestelde
Creolen en de Israëlieten, die de midden
klasse vormden, gingen de jongeren
veelal naar Curagao en Aruba, nadat
daar de opkomende olie-industrie nieuwe
kansen had geboden en naar Nederland
en andere landen. De stadsbevolking
werd aangevuld door vrijgemaakten en
later, door de zich in het land vestigende
Hindoestanen en Chinezen. Deze laatsten
gingen allen in de handel. Thans zijn vele
Creolen en Hindoestanen werkzaam in
gespecialiseerde beroepen en hebben zij
evenéerts vele vertegenwoordigers tot ln
de gegoede middenstand. Maar het me
rendeel der Hindoestanen en bijna alle
Javanen oefenen het boerenbedrijf uit.
In de laatste tien jaar zijn enige in
dustriële vestigingen tot stand gekomen.
Sinds 1876 wordt in Suriname goud
gewonnen. Deze goudwinning is thans
van geen gewicht meer. maar zij heeft
nog irv de jaren 19051910 een zekere
bloeiperiode doorgemaakt.
EN BAUXIET
-yAN VEEL MEER BETEKENIS «-as de
vestiging, in 1922 van het eerste be
drijf voor ontginning van bauxiet (alu-
miniumertsV Hierdoor werd de uitvoer
van het land. vooral sinds 1940. overwe
gend door dit product beheerst en op de
Verenigde Staten gericht, die dan ook.
met de Surinaamse Bauxiet Mij. NV,
een dochteronderneming van de Alumi
nium Company of America (Alcoa), een
zeer groot deel van de buitenlandse be
leggingen in Suriname gingen vertegen
woordigen. Deze Amerikaanse invloed, in
belangrijke mate toegenomen tijdens de
jongste wereldoorlog toen Amerikaanse
strijdkrachten in Suriname gelegerd wa
ren. heeft o m. tot gevolg gehad een vloed
van Amerikaanse waren, films en litera
tuur. Het Engels, dat reeds in verbaster
de vorm door de negers werd gesproken,
wordt in Suriijanve daardoor goed ver
staan en meer gesproken dan andere
vreemde talèn. De voertaal is echter Ne
derlands, dat op de scholen ook hoofd
schotel is.
Nadat Suriname in 1950 door de invoe
ring van de zgn. Interimregeling in inter
ne aangelegenheden autonoom was ge
worden, werden algemeen kiesrecht en
verantwoordelijke ministers ingesteld,
trad in 1954 het nieuwe statuut van het
Koninkrijk der Nederlanden in werking,
waarin voor Suriname, binnen het Ko
ninkrijk, de bevoegdheid „zelfstandig zijn
aangelegenheid te behartigen", is ver-
Alles of niets
0m twee hoofdbedrijfschappen
{Van onze sociale redacteur)
Ruim vijf uur is de SER gisteren bijeen geweest, om een advies aan de
regering tot instelling van een hoofdbedrijfschap detailhandel en een
hoofdbedrijfschap ambachten te aanvaarden. De organisatiecommissie zal
echter eerst nagaan, of de organisaties, die de aanvraag voor deze hoofd
bedrijfschappen indienden, met name de middenstandscentrales, nog ach
ter deze adviezen staan. Zouden de laatste zich terugtrekken, dan zou er
geen representatieve meerderheid in bet bedrijfsleven zijn en kan het
advies niet doorgaan.
Het was een bewogen zitting van de
SER Allerlei mensen uit de midden
standswereld kwamen luisteren, hoe dit
zou aflopen.
Voor de detailhandel bleek de zaak
makkelijker te liggen dan voor het am
bacht. De eerste is immers per definitie
te -bepalen, voor de tweede is dat onmo
gelijk. Bovendien is de eerste vrli goed
ln de middenstandscentrales vertegen
woordigd. doch het ambacht heeft een
aantal .ongeorganiseerde organisaties"
niet aangesloten bij enige centrale, omdat
deze eeen keuze kunnen doen uit de be
staande vier middens-tar.dsvakcentra'es.
daar ze nog neutraler dan neutraal zijn
Wel stichtten ze ir. 1950 r.otr een eiger.
„centrale", een vrij los verband, doch
deze liep in de weinige jaren van haar
bestaan ook weer half leeg.
Hierdoor moesten een aantal ambach
ten uit het hoofdbedrijfschap vallen. Zou
den er eerst een 67 bedrijfstakken onder
vallen, de basis werd versmald tot 45.
Na de publicatie van de stukken bleken
er nog meer bedrijfstakken bezwaar te
gen opname te hebben, zodat er, toen het
voorstel aan de SER uitging, nor maar
37 overbleven. Was het hoofdbedrijfschap
dus al sterk gehavend, de dagen voor de
openbare SER-vergadering brachten, zo
als de heer Hooy zei, de geschiedenis van
de zeven nikkertjes, waarvan er telkeps
één verdween, in herinnering. Bijna da
gelijks kwam er een brief, waarin nog
een bedrijfstak bezwaar maakte. Bij het
begin van de behandeling deelde de or
ganisatiecommissie van de SER dan ook
mee. dat zij voorstelde, nog vier bedrijfs-
lakken, waarbij drie uit het bouwbedrijf;
schilders, stucadoors en terrazzowerkers.
af te voeren.
(Vervolg
1 pagii
i 1)
„Wat een luxe, hè".
„Overdreven" vindt de Amerikaan.
En dat is het ook. Alle veertig stations
van het vijf-en-zestig kilometer grote
net zijn zo overdreven luxueus. Het is
ongetwijfeld een genoegen voor de twee-
en-een-half millioen mensen, die dage
lijks van - deza -métro gebruik maken,
maar Ruslgnd is allerminst 'een Land dat
zich deze verspilling kan veroorloven.
Maar daar vraagt niemand naar. Een
dergelijk project past precies in het com
munistische systeem van show maken om
de mensen te imponeren en af te leiden.
Evenals de geweldige universiteit, de
imposante wolkenkrabbers en het smake-
loos-weelderige Sovjetskaja Ho
tel.
CULTUUR
Er komt een trein.
We stappen in een moderne, goed-ver-
Hchte wagen met leren banken. En
evenals de rest van de métro: brand
schoon. Het is niet overdreven vol hoe
wel er op Zondag meer mensen met de
métro heten te reizen dan doordeweeks.
De mensen lijken er wat beter verzorgd
uit te zien dan anders. Dat geldt speciaal
voor de vrouwen. We rijden mee tot u"*
GoTky Cultuurpark op de oever vai
Moskwa. Hier stappen vele passagiers
uit. Het is een populair recreatie-oord.
Een soort combinatie E55 en Vondelpark.
„Laten we eens even gaan kijken...."
stelt de Amerikaan voor.
„Kun je er zo in?"
„Nee, ik haal wel even twee kaartjes".
De monumentale toegangspoort ziet er
uit als een Griekse zuilengalerij. Daar
achter strekt zich een groot park uit
met wandelpaden, bloemperken, vijvers,
zweefmolens, tennisbanen, openlucht-
bioscopen, restaurant en vele andere ver
maakgelegenheden. Duizenden mensen
lopen er te wandelen. Anderen zitten op
een bankje. Een lange stoet jongelui in
turncostuum marcheert voorbij op de
maat Van een militair muziekcorps. Een
meisjeskoor in witte gewaden tracht een
accordeonist te overstemmen. Men staat
in de rij om een ijsje of een glas limo
nade te bemachtigen. En de plezierboten
op de Moskwa kunnen de drukte een
voudig niet aan. Het heeft allemaal wei
nig te maken met wat wij cultuur noe
men, maar de mensen schijnen zich te
amuseren. De communistische reclame
ontbreekt echter ook hier niet. Er staan
verscheidene standbeelden van Lenin en
Stalin in ster-vormige perken van (na
tuurlijk) rode bloemen. En tussen de bo
men prijken grote borden met statistie
ken. die (ook op Zondag) de werkers er
aan herinneren, dat de productie van dit
of dat weer zoveel procent gestegen is.
TEVREDEN
We hebben het gauw gezien.
Binnen een uur staan we weer buiten.
Duizenden wachten echter nog voor d»
loketten om voor een gulden een toe
gangsbiljet te kopen. Het Gorky Cultuur
park is nu eenmaal een geliefd ontspan
ningsoord. De Moskovieten brengen er
graag een paar uur doof. Dan gaan ze
weer tevreden naar huis waar ze dik
wijls met vijf, zes man één kamer delen,
en waar de avondmaaltijd uit niet veel
meer dan een dikke soep bestaat.
Een armzalig bestaan, zeggen wij. Men
moet deze toestanden echter niet met die
in bet westen vergelijken. Men moet ze
in het licht van de Russische historie
zién. Dan moet men erkennen, dat het
merendeel van de Russen het nu mate
rieel beter heeft dan ooit tevoren. Men
lijdt geen honger. Men loopt niet in lom
pen. Men heeft gelegenheid voor ont
spanning.
Het is het oude brood-en-spelen, waar
mee de Romeinen al bezig gehouden
werden, in een moderne vereie. Bij ge
brek aan vergelijkingsmogelijkheden met
de levensomstandigheden in het w(
is men er tevreden mee. En wat de vrij
heid betreft: die heeft men vroeger ook
niet gekend en een mens mist nu eenmaal
niet wat hij niet kent.
Twee broertjes vermist
Twee broertjes, Ronald George ei
Leslie Koot, resp. 9 en 6 jaar oud, wo
nende te Amsterdam, zijn sinds Donder
dagmiddag verdwenen. Een ongeluk
wordt gevreesd.
E. J. C. Douze, aLgemeen vertegenwoor
diger van de Koninklijke Shell in Argen
tinië. zal de dienst per 31 October ver
laten. Hij wordt opgevolgd door de heer
E. C. Puricelli, en in zijn functie van
directeur van de Diadema S.A., door mr
D. J. Rueb.
De stations van de Moskouse
ondergrondse zien er uit als
moderne musea. Met het Krem
lin, het Lenin-Stalin Mauso
leum en de nieuwe universiteit
behoort de métro tot de offi
ciële bezienswaardigheden van
Moskou.
i was er nog iets anders gebeurd. Uit
de stukken was al gebleken, dat de mid
denstandsbonden niet erg waren Ingeno-
met 't gehavende hoofdbedrijfschap
ambachten. Met het aantal van 37 was de
grens wel bereikt. En vlak voor de ver
gadering kregen de SER-Ieden een brief
van de Comm. van Overleg van de Mid-
denstandsvakcentralen (alleen de „cen
trale" zit daar niet in) op tafel, waarin
stond vermeld: wordt bet hoofdbedrijf
schap ambachten nog meer verzwakt,
en komt het daardoor niet tot stand, ook
omdat w|j er dan tegenstemmen, dan
is voor ons de aardigheid er af en
willen w(J geen van beide hoofdbedrijf
schappen meer.
De ondergrond ia, dat het hoofddoel
van de middenstandsbonden is, te komen
tot de stichting van de Raad voor Mid
den- en Kleinbedrijf, als algemeen repre
sentatief orgaan voor middenstandszaken.
Dit „dreigement" beheerste heel de dis
cussie. Er kwam nog een dreigement bij,
omdat, één der NVV-leden kwam ver
klaren: weigert de SER de bouwvakbedrij-
ven uit het hoofdbedrijfschap ambachten
te lichten, dan stemmen wij tegen het
geheel. Nu was dit ter verklaringde
positie van het NW niet prettig, omdat
het aan de voorbereiding had meegewerkt
en verscheidene andere NVV-bonden
voor het hoofdbedrijfschap ambachten
waren, doch de Alg. Bouwbedrijfsbond
tegen. Trouwens, dit gold ook voor de
representant van de Kon. Ned. Midden
standsbond, die zich had sterk gemaakt
voor de gehele middenstand, doch aan
wiens optreden zich verschillende aange
sloten vakbonden onttrokken.
Het bedrijfschap detailhandel leverde
de minste moeilijkheden.
De vraag: vallen ook de apothekers er
onder, omdat ze toch artikelen verkopen
die bij drogisten verkrijgbaar zijn, werd
na stemming (15—19), ontkennend be
slist. Dit hoofdbedrijfschap werd zonder
stemming aanvaard. In de grote strijd om
de ambachten werd met 30—7 stemmen
besloten, de stucadoors en terrazzower
kers er buiten te laten Dat gold ook voor
de schilders (alleen de heer De Jong.
Christ. Middenstandsbond, tegen). Een
voorstel om nu maar te stoppen, i.v m.
het dreigement van de middenstand, werd
verworpen. Het advies inzake het hoofd
bedrijfschap werd aanvaard met 30—2
3 blanco....
al 33 jaar de béste Virginia!
Prof. Diepenhorst: Niet alleen beginselen
maar ook de practijk
„De Arjos is zonder deze jaarlijkse samenkomst niet denkbaar". Dit zei
de tweede voorzitter van de Nationale Organisatie van A.R. Jongeren
Studieclubs, de heer Tj. Pel, toen hij gistermorgen te Driebergen de Arjos-
studieconferentie 1955 opende. In de conversatiezaal van het fraai ge
legen „Ons Centrum" hebben gisteren en vandaag ongeveer zeventig
anti-revolutionnaire jongeren gedebatteerd en gediscussieerd over de on
langs uitgegeven brochure „Een terreinverkenning", die geheel in de prin
cipiële sfeer is gehouden en in het teken staat van de volgend jaar te houden
verkiezingen.
De discussies over de in dit geschrift
aangesneden onderwerpen, werden „op
gang gebracht" door de heren prof. Die
penhorst en R. Gosker, die met vakbe
kwame hand de door de A.R. gevolgde
en te volgen politieke richtlijnen hebben
getekend.
De bedoeling is, dat de conferentiegan
gers (overwegend bestuursleden van de
clubs) in de komende maanden aan de
hand van „Een terreinverkenning" inlei
dingen zullen gaan houden over de op de
conferentie behandelde materie. In zijn
referaat, dat hij zelf meer wilde zien als
een inleidend „babbeltje", beperkte de
heer Gosker zich dan ook tot een toe
lichting op en een nadere uitwerking
van de inhoud der bewuste brochure. Hij
wees er op, dat het Westen nog Immer
leeft onder de zeer reële bedreiging van
het communisme en dat het dus niet
raadzaam is de politieke verdeeldheid in
de Westeuropese landen aan te wakke
ren. Het zij dus niet de taak van de A.R.
partij om met het oog op de komende
verkiezingen een felle aanval te doen op
de Partij van de Arbeid. Samenwerking
met deze politieke groepering is ln ieder
geval mogelijk gebleken, omdat de PvdA
niet meer is de SDAP van vóór de oor
log. Ze heeft een proces van verburger
lijking mee gemaakt en is, misschien zon
der dat ze het zelf weet. min of meer een
conservatieve partij geworden. Niet meer
predikt ze de kiasscstrijd, het anti-mlli-
tarisme, de anti-monarchale regerings
vorm, maar wel is nog altijd het demo
cratisch socialisme haar voornaamste
grondslag.
Hier dreigt een gevaar, want Juist om
dat die PvdA zo democratisch en grond
wettelijk is, lopen we de kans het socia
lisme te onderschatten en het slachtoffer
i te worden van een langzame, maar zeke-
j re socialistische penetratie, met alle kwa-
I de gevolgen van dien. Toch hebben we als
A.R.-partij, ln het bewustzijn van eigen
kleine kracht, min of meer gedwongen
door de omstandigheden, de taak om met
i de PvdA zoveel als mogelijk is samen te
werken, in het belang van heel ons volk.
Het zij ons niet te doen om de macht,
maar om de handhaving van Gods gebod.
Onze roeping is: mannen op te leveren,
Bezinning èn practijk
Prof. mr I. A. Diepenhorst hield een
pleidooi voor een meer harmonische ver
houding tussen principiële bezinning en
practische toepassing ln de politiek. In
zijn betoog vestigde deze spreker er o.m.
de aandacht op. dat de gecompliceerd
heid van de huidige politiek heeft be
werkt, dat niet alleen de man van de
straat, maar ook de „meer ontwikkelde"
bijna geen staatkundige belangstelling
meer kan opbrengen. Door de hand over
hand toenemende vertechnisering. ver-
materialisering. vercommercialisering
heeft de politiek haar aantrekkelijkheid
verloren. Wil de A.R.-partiJ daar veran
dering in brengen, dan heeft ze met deze
situatie voor honderd procent rekening
te houden. De verschillende vraagstukken,
waarmee ons volk heeft te kampen, zul
len door deskundigen moeten worden aan
gepakt. Vooral de vaak zo ingewikkelde
economische prdblemen zullen aan ter
zake bevoegde specialisten moeten worden
toevertrouwd. Met alleen onze beginselen
halen we de verloren gegane stemmen
niet terug en met uits'ultend onze de
gelijke principiële Instelling kunnen we
de brandende kwesties van deze tijd niet
oplossen. Steeds hebben we als partij de
overgang van de bezinning naar het leven
van alle dag te vinden. Christelijke prin
cipes spreken niet in hulzen zonder wa
terleiding en in de duizenden jonge ge
zinnen, die snakken naar een behoorlijke
woning. Daar spreken alleen helpende
handen. We hebben de woningnood, het
ouden-van-dagen-probleem enz. enz te
zien als zedelijke vraagstukken en daar
om treden we op als christelijke organi
satie en als christelijke partij, aldus prof.
Diepenhorst
Bij de Tweede Kamer zijn Ingediend
de wetsontwerpen tot vaststelling van
regelen nopens teboekgestelde luchtvaar
tuigen en tot goedkeuring voor Neder
land van het in 1948 gesloten Verdrag
betreffende de internationale erkenning
van rechten op luchtvaartuigen.