3-i V
F. DECOSTER
^onzejeuqó-p&qin&f
Hoe Bernhard leercle zwemmen
H^oeóe-Uulp
6
ZONDAGSBLAD 27 AUGUSTUS 1955
ER waren eens een jongetje en een
hondje. Dat jongetje heette Bern-
hard en het hondje Caesar, maar
voor het gemak werd altijd „Sees"
gezegd.
Caesar was nog maar een jong
hondje: Bernhard had hem gekregen
aan het eind van de vorige zomer,
toen de bladeren van de bomen gin
gen vallen.
Bernhard was al veel, veel ouder:
hij zat al in de tweede klas. en hij
zou vast wel overgaan, dit jaar,
vast wel, want Bernhard was heel
knap op school, en hij nam altijd
mooie rapporten mee naar nuis
Maar thuisdeed hij wel eens nare
dingen.
Bij voorbeeld beloofde hij wel eens
iets en hij deed het niet Zo had
hij het vorige jaar beloofd élke dag
drie keer met het hondje dat hij krij
gen zou, te gaan wandelen, mair
toen het hondje eenmaal in huis was...
had Bernhard wel eens geen zin.
Dan speelde hij met zijn vriendje
Piet buiten: voetballen, rolschaatsen
of autobusje met de step. En Caesar
zat dan voor het raam. Te janxcn
van verdriet.
I veRtellinq va.n
&nk v.ROtt€Röó.m I
Of anders: Bernhard zei wel eens
dat hij iets kon, maar hij kon net
helemaal niet. Hij zei dat hij kon
auto rijden (zo'n klein ventje!), maar
hij had nog nooit in een auto ge
zeten. En hij zei dat hij kon vis
sen. terwijl hij nog nooit een hengel
in zijn handen had gehad.
Ja ja, dat was allemaal niet mooi
van die Bernhard.
Vorig jaar, nog lang voordat Cae
sar bestond, was Bernhard begonnen
met zwemles Toen had hij gezegd,
met een diepe rimpel in zijn hoofd
van gewichtigheid: „Volgende week
kan ik zwemmen!"
Maar dat viel tegenHet water
was zo nat.... en zo koud.... en zo
dun. Telkens opnieuw zei Bernhard
toch weer: „Wacht ma-ar, volgende
week. dan zal je eens wat zienl"
Maar niemand luisterde meer naar
hem. iedereen vond hem een op-
scheppertje.
Nu is die week al een jaar gewor
den en Bernhard kan nog niet zwin*
men. „Rare knul", zegt iedereen
Het was op zekere dag erg warm.
Zo warm dat het stil was op straat,
want iedereen bleef in huis voor de
zon. En Caesar lag ergens ui de
schaduw met zijn tong uit zijn bok
te hijgen en zo nu en dan ging hij
uit zijn bakje wat drinken.
*s Avonds, na het eten, toen de
zon nog lang niet ondergegaan was,
en maar bleef branden en steken,
zei Bernhards vader: „Kom, we gaan
Caesar laten zwemmen."
Dat was een prachtig idee, Bern-
hard sprong op. Met hun drieën va
der, Bernhard, en Caesar aan de
riem, gingen ze naar de waterkant.
Holder-bolderl
Wat een kolder
Er zijn muizen op m'n zolder;
hoor nu eens; wat een gedruis.'
Er ryn muizen in m'n buis.'
Mauw-miauwl
Ja, ik kom gauw!
Maar beste baas, wat praat je nouf
Muizenwacht, die vang ik gauto.
Hup-hier.... hup-daar.... nog eens
en Tt rie geen enkel muisje meer/
Holder-bolder!
Weg die kolder!
Overhaaste vlucht op zolder/
Eén enkel muisje, rond en vet,
baas, die ontkwam maarnét!
„Maar papa", zei Bernhard onder
weg, „kan Caesar wel zwemmen?
Hij is nog nooit in het water ge
weest."
„Ja hoor", zei vader, „hij leert
het o zo gauw Maar je moet oppas
sen dat hij niet bang wordt!" En
dat was waar ook.
Toen ze bij de waterkant kwamen
was er nog een mijnheer met een
hondje dat moest zwemmen, maar
niet durfde. En die mijnheer pakte
hem beet en gooide hem in het wa
ter. Toen het beestje er bibberend
uitgekrabbeld was, durfde het hele
maal niet meer, zo was het geschrok
ken!
Bernhards vader deed het anders.
Een stukje hout gooide hij ver weg
over het grasveld. „Zoek-se Sees!
Zoek-se!" En je hoor, daar kwam
Caesar al weer terugrennen met het
stuk hout in zijn bek.
Dat gebeurde nog een paar maal,
en toengooide Bernhards vader
het hout in het water. En Caesar,
die het weer graag terug wilde bren
gen, want hij vond het een wat-leuk
spelletje. Caesar rende zonder aar
zelenhet water in, op het stuk
hout aan. Dat hij nu zwom, begreep
hij zélf niet!
Pas toen hij vlak bij het stuk hout
was gekomen het te pakken had 7—
en wilde omdraaien om naar het
baasje terug te gaan, voelde hij in
eens dat hij geen vaste grond meer
onder zijn poten had, enfloep,
weg was Caesar, helemaal onder wa
ter.
„Caesar! Papa!, hij verdrinkt",
huilde Bernhard aan de kant. Maar
nee hoor, er gebeurde niets. Proes
tend en hijgend kwam het hondje
weer boven water, en met het houten
plankje in zijn bek klom hij even
later de wal op en trots kwispel
staartend legde hij het aan Bern
hards voeten neer. Vlak bij een me
vrouw met een nieuwe jurk schudde
die malle hond toen al het. water uit
zijn haren. Die mevrouw maakte van
schrik maar gauw dat ze weg kwam.
„Zullen we nou maar naar huis
gaan?" zei het ventje, want hij was
wel wat geschrokken van dat koppe
tje-onder.
Een rebus zullen jullie wel zeggen,
fijnWant er zijn heel wat kin
deren, die alsmaar om zo'n puzzle
vragen. Nu, hier is er dan weer een.
Veel succes er mee. Sturen jullie de
oplossingen vóór Dinsdag in? En
niet vergeten om je naam en adres
IN de brief te schrijven. Dat moet
„Nog even", zei zijn vader.
Nadat Caesar nog een paar maal
het plankje had mogen halen gingen
ze dan weer naar huis.
Caesar kon zwemmen!
En Bernhard?
Bernhard ging daarna elke mor
gen vóór schooltijd naar het zwem
bad. Een hondje dat zo goed kon
je ook achter op de enveloppe doen,
dan weet de post waar de brief
vandaan komt, maar als de brieven
op mijn bureau liggen, worden de
enveloppen meteen weggedaan, en
dan weet ik niet van wie ik de
brieven gekregen heb, als jullie dat
er niet opzetten
zwemmen en een baasje dat nog
steeds niet durfde dat ging
nu eenmaal niet. De badmeester heeft
pas nog gezegd, dat Bernhard over
een maandje kan zwemmen „als een
otter".
als een hondje", zei Bernhard
Zullen we hem nu dan maar ge
loven?
M. W. H. DE WEERD.
onze BRievenBus
Lekker warm is
het, hè? Zijn jullie
al vaak gaan zwem-
1, of vinden jul
lie het water te
nat?
Ook deze week
heb ik weer erg
veel oplossingen
binnen gekregen
voor dat plaatje,
waarvan je woor
den. die met een T
beginnen moest
zoeken. Er waren
kinderen by, die
wel meer dan vijftig woorden had
den. Maar die hebben geen prijs.
Dat valt jullie misschien tegen, maar
ik zal je vertehen waarom Sommige
kinderen schreven een paar keer de
zelfde woorden op, en anderen verzon
nen zo maar in het wilde weg namen
en voorwerpen met een T Eén was
er, die het mannetje Tin us noemde
en toen alles wat Tinus aan had, op
noemde, toais Tinus' jas, Tinus' broek,
Tinus' neus. Tinus* mond, Tinus' kin,
en zo maar door. Nou ja, dóór is geen
kunst aan! En ook met het woord
telefoon waren sommigen nogal aan
het goochelentelefoon-nummertjes,
telefooncijfertjes telefoonletters. Ver
der waren er een paar die telefoon
boek én telefoongids hadden opge
schreven, maar dat is precies hetzelf
de. Jullie begrijpen, dat ik dat eigen
lijk helemaal met leuk vind. De prij
zen heb ik nu als volgt toegekend:
hoofdprijs voor Jan Bakker troost
prijzen voor Elsje Schotman, Fran-
cineke Hilbers en Niesje Konijnenburg.
Wil Ria Groenendijk haar adres nog
even sturen dan krijgt zij haar prijs
van de vorige week toegezonden.
Was het bloemencorso mooi, Ineke
van Herp? Je hebt zeker wel fijne
fietstochten femaakt. Ella Dekker.
Maja den Ottee houdt ook al zoveel van
zwemmen. Vond je de prijs mooi.
Onno Hydra Jullie zijn zeker al
erg bruin. Margriet en Hiskientje Mays.
Hier ia een brief van iemand die een
zuster heeft, die Dinsdag getrouwd is.
Maria Deelen heeft naar de ruitersport
gekeken, daar heb je zeker wel van ge
noten, is het niet? Je had een leuk
versje gemaakt bij de kleurplaat. Johan
Lankhaan. In welke klas zit jij,
Geeske Voorwinden? Nou, ik vond
die zeester erg leuk, Grootendorst-faml-
lie, ik wist eerst eigenlijk niet wat het
was! Waar heb jij Je vacantie door
gebracht, Lodewljk Schut? Neeltje
den Otter is jarig geweest, en natuur
lijk heeft Teunls zijn zusje goed
wend! Jij had
zal de directrice opkijken! Be
dankt voor je kaart, Gerd» Benkelma
Dus als ik he» goed begrijp heb jij
de Zuiderzeewerken bezichtigd, Willem
Furnée. Dat is leuk voor Leo dat
hij nog steeds kaarten krijgt, Aart den
Ouden, je moet hem maar namens alle
kinderen van de brievenbus de harte
lijke groeten doen. Aukje Nljdam
heeft gezeild u- Grouw, mocht Jij het
fokketouWje vasthouden? Vond je
niet dat het stro erg prikte, Erto Jon
ker? Lenie Lodder heeft een fiets
gekregen in haar vacantie, nou, die
kwam goed van pas, hè Lenie? Nou.
ik vind je postpapier beeldig. Rineke
Wijl and, en wat fijn dat je bed twee
gekregen hebt! Waren er veel kwal
len aan het strana, Truusje MacLcan?
Vind je het prettig om weer naar
school te gaan Lenie Visser? Heb
je veel last van de Warmte. Hansje van
Es? Dat was een pracht-rapport,
Willie Nell! Nou. je hebt het maar
goed uitgerekend. Adri Namink, je kunt
beter voor 35 dan voor 45 cent gaan
zwemmen! Misschien bewaart die
man dat lekkere gebak wel voor het
laatst. Baan van den Berg. Dat wordt
feest bij Nelly en Greetje Maan.want
Anneke is gauw jarig. Nou. ik ben
blij dat die prijs nuttig is geweest, Jan-
ny de Boon. Je nichtje Ria heeft je
brief keurig geschreven, Jopie Hordijk.
Was het fijn bit opa? Ben je nu
helemaal weer beter. Jan van Drunen?
Ja, als jullie lastig worden zal moe
der het wel een hele opluchting vinden
dat je weer naar school gaat, Teunie
van Brcugel. Nico van de Wetering
heeft geroeid, was je al op de Maas.
Nico? En Giem mocht onverwacht met
een Zondagschoolreisje mee naar Am
sterdam, was dat even een bof. zeg.
Dat Ij nou niet zo mooi. Cobi van Hol
ten, dat je net fijn vind als de juf
frouw kwaad wordt. Tonia van Hou
wel in gen heeft een nieuwe fiets gekre
gen en Arie heeft bij zijn grote broer
achter op de motor gezeten. Nee.
Lenla Stander, Ik ben niet boos. Een
acht voor handwerken, dat is niet mis.
Corrte Vos. Mettien, het nichtje van
Jan Bakker, gaat nu weer terug naar
Amsterdam. Wat fijn dat je weer
vooruit gegaan bent, Jacob Mastenbroek.
Was het prettig in Eist? Die arme
kip, Jannie Lodder, zij kan zeker niet
meer beter woiden, hè? Jouw va
cantie is nu ook al bijna om, hè Ineke
Peijpers. Henk KlelJwej: vond het
bloemencorso ook al zo mooi. Wat
liepen jullie nog laat op straat, drieling
Faber! Nellie van der Kruk uit Mon
ster heeft het erg plezierig gehad bij
Nellie van der Kruk uit Scheveningen.
Waar ben ie met dat weekend heen
geweest, Irene Lindhont? Was het
een prettige verjaardag, Thea Pera,
en mocht jij tij haar op bezoek ko
men, Wlepkjen Tijmstra? Gezellig, hè
Thea Geleynse, zo'n logeetje! Kun
jij ook mastklimmen, Jannie Struik?
Wie weet win je ook nog wel eens een
hoofdprijs. Mien van der Lee. Waar
heb jij Je vacantie doorgebracht, Anne-
loes van de Lang? Welke '-leur heeft je
nieuwe vulpen, Manneke Schouten?
Ja, zeven weken is ook wel een hele
tijd, hé Lucie ie Lange? Wat heb
ik gelachen om je versje, Paula
Donkers. Doe je de groeten aan
Nellie? Wat vond je mpoier,
Truus Lodder, Rockanje of de diergaar
de? Was je niet een beetje bang
voor die paarden. Anneke Vermeulen?
Beppie Boer gaat ook al de hele dag
zwemmen als ze maar even de gelegen
heid heeft. Jaap Brem*ner logeert
ook bij opa en oma. Als je eenmaal
weer op school bent, valt het best mee,
Arie Stam. Weer een brief van ie
mand zonder naam, hij cf zij heeft in de
auto'tjes gezeten en heeft tegen een da
me aangestoten. Ria en Nellie Leer
ling vonden de puzzle niet zo moeilijk.
Jij bent zeker veel aan het strand.
Flora Vuyk? Wat een heerlijk lange
vacantie, Ria van den Berg! Is Goof-
ke's verjaardag prettig geweest, jongens
van de Water? Rinus Kievit is he
lemaal m Hannover geweest!
Tot de volgende week, hoor!
ZONDAGSBLAD 27 AUGUSTUS 1955
3
Ook als auteur type van Vlaams orthodox-protestant zeoentlCJ /aan3
Vlaamse Brabant bij Leuven. Het
was in ide tachtiger jaren een zeer
arme tijd en de spoeling was dun
in het kinderrijke gezin Decoster,
waarin Frans de 26e Augustus 1885
als de laatste (veertiende) telg werd
geboren. Mede door het vroegtijdig
verlies van zijn moeder had Frans
Decoster een harde jeugd, «doch hij
vond enig solaas in zijn omzwervin
gen door het Vlaamse land, waar
door zijn fantasie werd gevoed.
Veel later heeft hij in de korte,
bewogen novelle „Sanderkes Reis
naar Gods heiige Zaal" het sterven
van zijn vader beschreven. Zijn va
der was een vroom rooms-katholiek
christen en'-kruisdrager in de dorps
kerk.
Als jongen van zestien jaar kwam
Frans in aanraking met het evange
lie op zijn achttiende ging hij over
naar de protestantse kerk. waarna
hij vijf jaar de school voor Vlaamse
evangelisten bezocht. Uit die tijd da
teert zijn eerste (bij Daamen N.V.
Den Haag) verschenen roman „De
Bijbel in het Smishuis".
Tijdens de eerste wereldoorlog was
Decoster protestants aalmoezenier bij
de Belgische geinterneerden in het
kamp van Zeist en schreef hij o.a.
zijn „Gepeinzen van een Vlaamse
Vluchteling". Decoster had Holland
onttdekt en ontkwam niet aan een
vergelijking tussen de zozeer ver
schillende volksaard vain het Belgi
sche en Nederlandse voLk.
Hij werd een groot vriend van het
protestantse Nederland en al spoe
dig begon hij journalistieke -bijdragen
te leveren aan De Nederlander, Timo-
theus, enz.
Teruggekeerd in België ging hij,
terwille van zijn gezin, in de han-
ClJoorouderó van
^Qrinóeó ClOilUelmina
in <~Yloordbrabant
OP 31 Augustus a.s. hopen we, met
grote dankbaarheid de verjaardag
van Prinses Wilhelmina te herdenken.
Slaan we een blik in de geschiedenis
van het doorluchtig vorstenhuis Oranje-
Nassau, dan bemerken we een nauwe
relatie tussen dit geslacht en Noordbra
bant. Het is dan ook geen wonder, dat
de Grote Kerk van Breda praalgraven
bevat van leden van het Huis Nassau.
De Nassauers stammen uit het ge
bied van de Lahn in Duitsland, waar zij
bekend waren onder de naam van Lau-
renburg.
In 1125 nam dit geslacht de naam
Nassau aan, toen de leden er van in het
stadje Nassau een fraaie burcht optrok-
In der jaren loop breidde de bezitting
der Nassauers zich al meer uit, waarna
de heren Walram en Otto de uitgebreide
landgoederen verdeelden: het stamslot
bleef evenwel gemeenschappelijk eigen-
Uit de oudste lijn (Walram!) stamt
de tegenwoordige groothertogin van Lu
xemburg, terwijl het slot Dillenburg,
waar eens de wilg van de Vader des
Vaderlands. Willem van Oranje stond,
ten deel viei aan Otto.
Het huis Nassau komt in innig contact
mot Brabant in het algemeen en met
Breda in het bijzonder, wanneer Graaf
Engelbrccht I van Nassau, uit de „Otto-
linie," huwt met Johanna van Polanen,
vrouwe van Breda, We spraken van een
contact met Brabant in het algemeen,
omdat nu tegelijkertijd door dit huwelijk
ook Geertruidenberg, Roosendaal, Oos-
nog steden _J
Heiland
aan de Nassauers komen. Groots
jojreuse entrèe der jonggehuwden in de
Baronie-stad. die weldra een I
punt voor de Nassauers wordt, nog
meer in zekere zin, dan het aloude stam
slot aan de Dille. In de geschiedenis
wordt Heer Engelbrecht ons getekend
als een bekwaam diplomaat en veld
heer.
Wanneer zijn zoon Jan IV met Maria
van Loon Heinsberg huwt. komen ook
uitgebreide Limburgse gebieden aan het
doorluchtig Oranjehuis.
Jans zoon. Jan V. gaf meer de voor
keur aan de Duitse burcht, al was hij
dan in Breda geboren.
In hoge gunst stond van de Bredase
Nassauers Graaf Hendrik III, bij keizer
Karei V.
Deze graaf gaf blijken van grote
kunstlievendheid. Hem zijn verschillen
de bouwwerken te Breda te danken, als
het kasteel, het begijnhof en hem is het
te danken, dat de Bredaenaars verpo
zing kunnen vinden in het fraaie Mast-
Graaf Hendrik was gehuwd met Clau
dia. de prinses van Chalmes Oranje.
Diens zoon verkreeg in 1530 het prins
dom Oranje. Toen René sneuvelde, zon
der kinderen na te laten, erfde zijn
neef. de bekende „Zwijger", dit prins-
Zo kon prins Willem I heten prins
van Oranje-Nassau.
Zijn moeder heette Juliana van Stol
berg, naar wie onze koningin is vcr-
del, en begon voor hem de twee
spalt in zijn leven, weLke zovele van
zijn Nederlandse collega's hebben ge
kend of nog kennen. Hij werd voort
durend gekweld door het verlangen
zich geheel aan de literatuur te kun
nen geven, terwijl hij werd opge
slorpt door het zakenleven.
Toch moeten wij constateren, dat
juist in deze lange levensperiode,
waarin hij slechts zo nu en dan on
der het pseudoniem Frans van Scho-
telveld schreef, zijn literair sterk
ste novellen zijn verschenen. Hij had
zich allengs weten te vrijwaren van
de opzettelijk evangeliserende toon
van zijn eerste werk, waardoor zijn
verhalen wonnen in soberheid, kleur
Ik denk aan „Malvina's aandoen
lijke Kerstdagen", „De Secret van
de Geboorte van het Kinneke in Beth
lehem", en „Sloeberke op het fiest
van Breughel", in welke laatste no
velle hij een ruim gebruik maakte
van het toen nog niet verfranste
Brusselse dialect.
In het begin van de tweede we
reldoorlog kon van hem nog een om
vangrijke roman „In den gebroken
Dorpel" bij Kok verschijnen. Men
kan dit boek zien als een revanche
op zijn eerste roman. Het is een ver
haal van lief en leed in de kringen
van een kleine Vlaamse protestantse
gemeente. Decoster is eigenlijk de
enige protestants-Vlaamse schrijver,
die in verhaalvorm een juist beeld
heeft gegeven van de wel zeer eigen
aardige moeilijkheden van het ge
lovig protestantse leven in een Rooms
land. Het boek werd ook in het Noors
vertaald.
EN nu heeft eindelijk Decoster de
handen vrij gekregen om te
schrijven.
Toen wij hem verleden jaar op
zochten op zijn ruime flat in Laeken-
Brussel, waren wij onder meer ge
tuige van een rap-Vlaamse dialoog
tussen het echtpaar over de perike
len van een auteur. De twee families
vonden elkaar in een overtreffend
wederzijds begrip.
En als de heer Decoster niet al
te veel wordt geplaagd door zijn
rheumatiek, kan men hem thans aan
treffen in de gewijde ruimten van
de Brusselse Nationale Bibliotheek,
waar de stof ligt opgetast voor een
boeiende historische roman over de
bloeitijd der reformatie. Het is ze
ker een wonderlijke gedachte te we
ten dat bijvoorbeeld in de Mechelse
Rombauts - Kathedraal het Heilig
Avondmaal is gevierd. Ja, in de
Vlaamse archieven ligt het materiaal
verborgen voor zeker tien boeiende
romans over een der meest bewo
gen perioden in onze geschiedenis. Of
het aan Decoster vergund zal zijn
een van deze romans voor zijn reke
ning te nemen weten wij niet. Wij
hopen dat God hem de kracht en de
gezondheid geeft zich thans geheel
aan de letteren te wijden.
Voorlopig kunnen we van hem een
kleine roman tegemoetzien welke dit
najaar bij Bosch en Keuning zal ver
schijnen onder de titel „Suikerbolle-
ke", waarin hij met veel humor de
ervaringen vertelt van een Vlaamse
evangelist, die in het begin van deze
eeuw zijn sermoenen mocht afste
ken in de voormalige snijkamer van
een universiteitEen vertelling
waarin Suikerbolleke, de vrouw van
de evangelist, die op alle door haar
gewenste ogenblikken beschikt over
een wandelende nier, een niet onbe
langrijke rol speelt.
DECOSTER heeft zijn overgang
naar de kerk der reformatie nooit
betreurd. IntegendeeL
En dat hij een kriti
sche kijk heeft op zijn
eigen volk, zonder het
ooit te verloochenen,
bewijzen ook de arti
kelen die hij onlangs
in ons blad schreef.
Hij is het type van de
Vlaamse orthodox-pro
testant: ruim van hart.
on-conventioneel, gul,
vol humor, en dit alles
gepaard met een on
verwoestbaar kinder
lijk geloof.
Wij hopen, dat onze
protestants-Vlaamse
collega. die gisteren
zijn blijde feestdag
vierde, nog vele rijk
gezegende jaren zul
len worden geschon
ken. P. J. RISSEEUW
Lezeres vraagt over liet „pootje
eiqenLijke ooRZèAk noq ormekenö
medische medewerker)
Blijkbaar heeft de betreffende dame
zich al op de hoogte gestelid van ver
schillende vormen dezer ziekte. Zij
wil echter haar kennis vermeerderen,
want zij vraagt de oorzaak, het ont
staan en de behandeling van het zgn
„pootje".
Jicht is een ziekte, die al eeuwen
bekend is. In de 17e eeuw heeft een
collega, die zelf aan deze ziekte leed,
er al een uitstekende beschrijving
van gegeven. Hij kreeg elk jaar ein
de Januari begin Februari last van
maag- en ingewanldstoornissen, ge
paard gaande met slapheid en kram
pen in de buik. Even voor de aan
val werd hij geplaagd door een on
natuurlijke eetlust, 's Avonds ging
hij ogenschijnlijk gezond naar bed.
Omstreeks twee uur na middernacht
werd hij wakker met pijn in de
grote teen, soms ook in de hiel, in
de voetzool of in de enkels. Deze
pijn nam geleidelijk in heftigheid
toe. Hij had het gevoel alsof er koud
water over het aangetaste lichaams
deel uitgegoten werd, kreeg koude
rillingen en koorts. De pijn beschreef
hij als de pijn bij ontwrichting. Hij
had het gevoel alsof gewrichtsban
den verscheurd werden. Soms leek
het hem alsof een hond voortdurend
binnenin zat te knagen. Voorts had
hij een heftige spanning, gevoel van
druk en insnoering aan de basis van
de grote teen. Dekens kon hij niet
op de voet verdragen. Liep iemand
met een flinke stap door de kamer,
dan hinderde het hem. Het verdere
deel van de rvacht was een toenemen
de kwelling met al groter wordende
onrust. De dag daarop was hij vol
komen bedlegerig. Na 24 uur ver
dween de aanval en voelde hij zich
weer kern gezond.
Deze meer dan drie eeuwen oude
beschrijving komt overeen met een
acute aanval van jicht. Is de pijn
gelocaliseerd aan de basis van de
grote teen, dan spreekt men over
„pootje". Dezelfde verschijnselen
kunnen echter ook aan de handen
voorkomen.
Het is opvallend, dat een dame
ons nadere inlichtingen vraagt over
de jicht. Meestal worden dikke man-
Op de wandeling door Tirol hoort men bijna onophoudelijk het geklingel
van de koe-bellen en op de meest onverwachte plaatsen komt men
plotseling voor de koe zelf te staan.
nen met rood gelaat na de leeftijd
van 40 jaar getroffen. Gewoonlijk
komt er ook suikerziekte in de fami
lie voor. Deze mensen hebben ook
vaak last van overgevoeligheidsziek-
ten, zoals asthma, eczeem, netelroos,
terwijl verschillenden ook aanvallen
van migraine hebben.
Bekijkt men het aangedane ge
wricht nauwkeurig, dan blijkt de
huid ter plaatse rood-violet verkleurd
te zijn. De omgeving van het ge
wricht is gezwollen en warm. Men
ziet soms rode strepen als bij bloed
vergiftiging naar boven trekken. Het
is dus geen wonder, dat de arts zich
in deze gevallen afvraagt of hij met
een acute infectie van het gewricht
dan wel met jicht te maken heeft
Soms zien wij ook kleine of grote
bloeduitstortingen. Na de aanval ver
dwijnen deze verschijnselen en gaat
in eenderde van de gevallen de huid
schilferen.
Tot hiertoe heb ik U de acute ofte
wel de plotseling optredende vorm
van jicht beschreven. Er is echter
ook een chronische vorm, waarbij
geen aanvallen optreden, doch de
zelfde verschijnselen zich geleidelijk
ontwikkelen.
In beide gevallen ontstaan er om
de aangedane gewrichten, maar ook
in de oorschelpen b.v. afzettingen
van urinezure zouten, de zogenaam
de tophi. Deze worden in kristalvorm
afgezet en kunnen de grootte hebben
van een speldeknop tot een klein
kippenei.
U begrijpt, dat de gewrichtsbewe
gingen beperkt kunnen worvlen, wan
neer deze knobbels erg groot worden
De huid boven zo'n depot van kris
tallen kan geleidelijk dunner wor
den en tenslotte stuk gaan, zodat een
zgn. fistel ontstaat, waardoor deze
kristallen te voorschijn komen. U
heeft al begrepen, dat het urinezuur,
een stof die met de urine afgeschei
den wondt, er een rol bij speelt.
Wanneer echter de lezeres, die mij
dit artikel in de pen gegeven heeft,
mij vraagt wat uiteindelijk de oor
zaak van deze ziekte is, dan moet
ik haar het antwoord schuldig blij
ven.
Bij verschillende ziektetoestanden
is het urinezuurgehalte van het bloed
verhoogd, zonder dat dit aanleiding
geeft tot het ontstaan van jicht. We
weten, dat een stofwisselingsstoornis
aan de ziekte ten grondslag ligt,
maar hoe en waardoor deze precies
ontstaat, is nog onbekend.
De functie van het urinezuur is zo
groot, dat wij er met het voorschrij
ven van de behandeling rekening
mee houden. Stoffen die het urine
zuurgehalte van het bloed vermeerde
ren, moeten zo veel mogelijk ver
meden worden. Celrijke organen zoals
lever, nieren, hersenen en zwezerik
dient een patiënt met jicht nooit te
gebruiken. Vleessoorten staan wij
meestal eenmaal per week toe. Melk,
kaas en eieren zijn toegestaan. Met
erwten, bonen, spinazie en cham
pignons raadt men voorzichtigheid
aan. Fruit wordt onbeperkt gegeven.
Noten dienen met mate gebruikt te
worden. Persoonlijk heb ik geen be
zwaar tegen koffie, thee en chocolade.
In het algemeen gesproken moet
het dieet vetarm en koolhydraatrijk
zijn. De meeste mensen vinden het
prettig om 'net aangedane gewricht
warm te houden. Er zijn ook medi
cijnen, die regelmatig voorgeschre
ven worden. Uw huisarts kan U hier
voor een recept geven.