COMMANDEUR
LEGIOEN VAN EER
I I
A
m m
HK H
B m
0
a -a
m m
mmm
mn® 1
in
het
Op d<
llilillllliililllllllllllillilliiillllilililillillilllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllilllllliiiilliillllillilllllliillllillllllliillilliliiliiliiiiiliiiiiiiiliiiiiiil
VERGEET u ooit dat reisje naar Ko
penhagen, dc stad met de koper
groene daken en torens, in het land van
Andersen en z*jn sprookjes? En wat is
u het levendigst in herinnering geble
ven? Is het niet de huivering, welke u
ondervond bij het beklimmen van de
koperen wenteltrap, die om de toren
spits van de Verlosserskerk is aange
bracht, met enkel een licht hekje, dat
je belet om over de rand .heen in de
benedenwereld te glijden?
Welnu, op zekere dag besteeg ook ik
die toren. Hijgend stond ik onder de
gouden bal en ik hield mij stevig vast,
toen ik neerzag op de mensen, als mie
ren zo klein en op de speelgoed
autootjes. die zich heel langzaam over
de diep beneden mij gelegen Princesse-
gade voortbewogen.
Hij stond naast mij. Ik moet toegeven,
dat ik helemaal niets bijzonders aan
hem had opgemerkt. Het uitzicht hield
ons beider aandacht gevangen.
,,Ik had heit nóóit moeten doen!" riep
hij plotseling uit.
was ongewoon. Zijn slappe, ..»v»
had hij dwars opgezet, als een drie
eteek; een haarlok was schuin over zijn
voorhoofd naar beneden gekamd. Hij
was niet groot van postuur en zijn
grijze jekker hing open. Een hand hield
hij majestueus tussen de knopen van
zijn vest gestoken.
,,Dc blokkade! Die juist wekte dc
toorn van Engeland Als ik denk aan
onze grote vloot, die door Nelson bij
Trafalgar vernietigd werd! Nelson
Zijn gezicht kroeg een dreigende uit
drukking en onwillekeurig week ik
terug, nog verder dc trap op, want hij
stond lager dan ik.
Hij kwam me achterna
..Nelson*" siste hij ..Als ik hem hier
had! De dief de schurkik zou
hem
De situatie werd onaangenaam. Ik
moest trachten, hem te kalmeren.
..Ja. ja mnarre 't Is niet goed
om ch kwaad om u op te
winden", hakkelde ik.
Zijn opgeheven hand viel neer.
„Nee, dat is zo." zuchtte hij. „Ik kan
niet overal tegelijk zijn Het leger
de grote armee. mijn dappere gre
nadiers Austerlttz Jena.. Wa-
gram Mijn garde-grenadiers zijn
dood doodgevroren verstijfd aan
de wegkant van de eindeloze, Russische
heirbanen... verschrikkelijk.... ver
schrik ke lijk!"
Zijn stem was tot een fluistering ge
daald. Droevige herinneringen
manden hem. Enige ogenblikken bleef
hij zwijgend staun, diep in gedachten.
Dan. opeens, sloeg zijn stemming om
en barstte hij uit in een weerzinwek
kend gelach.
..Blücher ha. ha. ha Blücher. in
dc slag bij Ligny Dat vergeet ik
nóóit! Ik heb het zelf met eigen ogen
door m n veldkijker gezien! Toen hij
de boodschap kreeg, dat ik zijn stellin
gen naderde, werd hij zó bang. dat hij
niet wist. hoe gauw hij te paard moest
komen. Zijn oppasser gaf hem één
been op. maar Blücher had zo'n haast
om weg te komen, dat hij .plons
aan de andere kant weer van zijn
|>aard tuimelde. Ha. ha, ha! Geef op
Hij hukte zich en greep mijn linker
voet krachtig vast Ongetwijfeld was
hij van plan. mij omhoog te ti'lcn en
over de balustrade te slingeren
Bliksemsnel wierp ik een blik naar
omlaag. Op straat, ruim negentig meter
onder mij, stond een tram stil. Er kwa-
i uit, die naar het trottoir
i hulp roepen, maar
mijn stem weigerde te gehoorzamen.
M>1 koortsachtige snelheid schoten mij
allerlei gedachten door het hoofd Wat
ter wereld kon ik doen of zeggen om
hem van zijn waanzinnig Idee af te
„Sire!" sprak ik hem aan „Toon u
barmhartig! Het paard het paard
is oud en vermoeid Spaar het beest
Geef mij een ander
Hij schrok er van Merkbaar voeld*
hij zioh gevleid, nu hij met verschul
digd respect werd aangesproken. Ik kon
aan hem zien, dat hU dacht. Eindelijk
eens iemand, die weet hoe het hoort
HIJ liet me los Nors fronste hij de
wenkbrauwen en scheen zwaar over icta
na te denken
„Kniel neerlcommandeerde hij on-
vcrwachta.
Ik voldeed aan zijn bevel. Het was in
ieder geval minder gevaarlijk dan recht
overeind tegen de leuning te staan.
Plechtig legde hij mij de hand op het
..Hiermede benoem ik u tot Comman
deur in het Legioen van Eermet
het recht om
Hij werd gestoord door een roep van
beneden een boze. heerszuchtige
vrouwstem: „Ben je boven? Kom di
rect naar beneden.... ónmiddéllijk!
Plotseling veranderde hij geheel van
gedaante. Ieder spoor van trots en ma
jesteit verdween. Hij werd weer hele
maal een gewoon mannetje in een
grijze jas.
„Ja, Josephine, ik kom. ik kom al,"
antwoordde hij zwakjes
Triest droop hij af, langs de wentel
trap. Trillend van emotie bleef ik
staan, waar ik stond. Mijn hart ging
als een razende te keer. Ik probeerde
te denken. Dc tram zette zich juist
weer in beweging. Was dit alles ge
beurd. terwijl de tram had stil gestaan?
Alles in het verloop van enkele secon
den? Mij scheen het toe, alsof het uren
geduurd had.
GELEIDELIJK kwam ik weer tot me
zelf. Hij moest worden opgesloten,
vóór hij de kans kreeg, nog meer on
heil aan te richten. Maar waar kon ik
hulp vandaan halen?
Ik begon de vierhonderd treden af te
dalen. Langzaam en voorzichtig, voort
durend op m'n qui-vive. Ik kwam aan
de oude uitkijktrans onder de open lan
taarn. waar de klokken hingen. In dit
kamertje was nu het klavier van het
carillon ondergebracht en daar zag ik
een telefoontoestel. Eindelijk hulp! Ver
binding met de buitenwereld. Ik nam
de hoorn van het toestel.
„Hallo! Stuur alstublieft direct een
ambulance en twee sterke verplegers
naar de Verlosserskerk. Er loopt een
krankzinnige in de toren."
Ik daalde verder naar beneden Nog
tweehonderd-en-tien treden, vóór ik vei
lig de begane grond had bereikt. Heel
langzaam ging ik voort. Op de trappen
was geen mens te zien of te horen. Die
twee moesten al een flink eind voor mij
uit zijn. Ik passeerde het uurwerk van
de oude klok Het tikte even rustig door,
alsof er niets gebeurd was. De ene
smalle trap na de andere liep ik
Door de kijkgaten in de
ik, dat ik ter hoogte van de daken der
huizen was. Op de verdieping, waar de
klok zelf was bevestigd, kon ik door de
grote glas-in-lood-vensters de opgang
naar de kerkdeur al zien.
Juist kwam de ambulance aanrijden.
Twee dragers en een politieagent spron
gen er uit Gehaast ging ik de nog res
tende trappen af.
de laatste verdieping greep ik toe-
nijn vestzakje. Mijn hor
loge was weg!
Mijn kostbare horloge! Het horloge
nog wel, dat ik van oom Jonas gekre
gen had! Hij zou 't me nóóit ver
geven! Ik werd woedend. Ik vloog let
terlijk de laatste trap af.
„Mijn horloge!" schreeuwde ik. „Na
poleonNapoleon heeft mijn horloge
gestolen. mijn kostbaar horloge!"
„Ja. ja, 't is in orde! Houd je maar
kalm en schei uit met schreeuwen!"
zeiden de dragers, terwijl ze me vast
grepen. Ze namen me bij een arm.
Met zachte drang, maar onverzette
lijk, leidden ze me weg en de politie
agent kwam er achter aan.
T K was razend. Ik spartelde en schop-
te naar alle kanten. Dc potige kerels
hadden een hele toer, om me in dc wa
gen te krijgen.
„Laat me los," brulde ik, „jullie heb
ben met mij nieis te maken dit is
een misverstandjullie werden niet
„O, nee? Ja. ja, dat kennen we,"
merkte de agent droogjes op. „Gooi
hem een deken over het hoofd, dan hoe
ven we die wartaal ten minste niet lan
ger aan te horen."
Een klein mannetje in een grijze jas
met een grote, zwaargebouwde viouw
aan zijn arm verdween om de hoek van
de Dronningensgade en dat was 't
laatste, wat ik me herinner, nog gezien
te hebben.
Toen werd me alles zwart voor de
ogen. Ik merkte, dat ik op de draag
baar werd neergelegd. Een zware ke
rel ging boven op me zitten. Een deur
sloeg met een harde slag dicht. Wij
reden weg.
Tenzij men er ondervinding van heeft,
kan niemand zich voorstellen, hoe won
derlijk kalmerend het op iemand werkt
om in een deken te worden gerold en
tot zitplaats van een andér te dienen.
Al heel gauw voelde ik me helemaal
gekalmeerd en onderworpen. In zekere
zin moest het toch wel een teleurstelling
voor mij zijn, dat iemand, die zo juist
tot Commandeur in het Legioen van
Eer was benoemd, op deze wyze behan
deld kon worden, maar ik was er van
overtuigd, dat, zodra wij aan het zieken
huis arriveerden en ik de dokter gespro
ken had. het misverstand zou worden
opgehelderd.
Maar 't is niet zó gemakkelijk als je
zou denken, om iemand, waar je wild
vreemd tegenover staat, dc overtuiging
bij te brengen, dat je verstand goed in
orde is, en zeker niet, als Je pas een
ondervinding hebt opgedaan, waardoor
je danig van streek bent geraakt en
wanneer je je bovendien nog ongerust
maakt, omdat je vrouw al meer dan
een uur met het eten zit te wachten,
terwijl je beloofd hebt. precies op tijd
thuis
zijn
Tl ANVANKELIJK was dc dokter erg
vriendelijk en luisterde met sympa
thie naar mij. Ik vertelde hem van de
vreemde ontmoeting op de wenteltrap,
van Nelson. Trafalgar. Austcrlitz. Lang
zamerhand nam de dokter 'n meer pein
zende houding aan. Dc ging verder met
hem te verhalen over het incident met
Blücher en zijn paard.
„Grrr hum!" knorde de dokter.
Ik jammerde over mijn horloge, mijn
kostbaar savonet, dat verdwenen was.
Die Napoleon moest het wel gestolen
hebben. Ik moest naar het politie
bureauonmiddellijk.
Weifelend keek de dokter me aan.
„En toen." zo besloot ik. „werd ik
benoemd tot Commandeur in het Legi
oen^ van Eer."
,.In het Legioen van Eer."
„Hm!'.' zei de dokter „een eigen
aardig geval. Parancia minorhoe
wel niet ongeneeslijk! 't Is jammer, dat
we niet méér kamers hebben; misschien
kan uw vrouw u oppassen?"
„Mijn vrouw! Ja. natuurlijk!"
Waarom had ik daar niet eerder aan
gedacht? Ik stelde voor, mijn vroyw
thuis op te bellen. Zij kon voor mij in
staan.
De dokter stemde daar terstond mee
in en ik koos het nummer.
Zodra ik „Hallo" had gezegd en de
stem van mijn vrouw herkend had, over
handigde ik de hoorn aan de dokter,
zodat hij zou kunnen vragen, wat hij
wilde. Maar hij kreeg geen kans om ook
maar een woord te spreken. Zijn ge
zicht vertoonde al heel gauw trekken
van onbehaaglijkheid, gevolgd door ver
bijstering Mijn ega moet zo al het een
en ander gezegd hebben. Zij had het
eten dan ook al langer dan een uur
klaar staan en zij duldt geen scherts,
wanneer zij uit haar humeur is. Einde
lijk legde hij de hoorn op het toestel.
Toen hij weer in staat was om een
woord uit te brengen, zei hij: „Uw
geeft mij de indruk, dat zij ter-
i mij wederom on-
n in de ambulance
naar huis gereden.
Ik was liever naar het politiebureau
gegaan in verband met mijn horloge en
ik vond het niet bijzonder aangenaam
om op deze wijze thuis te arriveren
vanwege de buren. Maar mijn protest
was nutteloos. Mijn bewakers waar
schuwden me, om alle onnodige drukte
achterwege te laten. Zij hadden hun in
structies. Zij leverden me over aan
mijn vrouw, met uitdrukkelijke bevelen
om «<>ed op mij te ietten. Mochten de
symptomen zich opnieuw voordoen, dan
behoefde zij slechts te telefoneren
Terwijl zij stonden te praten, ging ik
de slaapkamer binnen om mijn haar te
borstelen en het eerste voorwerp, waar
mijn oog op viel was mijn door-de-
weekse colbertje, dat in dc kast hing.
En in het vestzakjehet horloge!
Ik had vergeten het in mijn Zondagse
pak te steken, dat ik nu aanhad!
Napoleon is ten onrechte van veel, ja
van té veel beschuldigd!
HUN ZUIGKRACHT IS ENORM
^Öindkozen, in ons land geen zeldzaam verschijnsel
ZO af en toe horen wij de
laatste tijd weer spreken
over wervelstormen (ook wel
tropische cyclonen) genoemd,
welke het kustgebied van
Oosl-Amcrika teisteren en
vrij veel slach'offers eisen.
Wij in ons land kennen de
ze „cyclonen" niet. Maar
zo zuUer. enkele lezers zich
afvragen, hoe staat bet dan
met cyclonen, waarvan er
één deze maand juist 30 jaar
geleden Borculo trof?
Hoewel beide verschijnse
len veel gemeen hebben, mo
gen ze toch niet met elkaar
worden vergeleken.
Een tropische cycloon (of
wervelstorm) is in feite een
depressie op zich zelf. welke
zich kenmerkt door een uit
zonderlijk grote activiteit in
een gebied van ongeveer 40
tot 80 kilometer doorsnee.
Een tropische cycloon, zoals
die zich boven het zeegebied
ten Oosten van de Golf van
Mexico ontwikkelde, is een
„depressie", die in 24 uur
tijds in volle hevigheid tot
een werveistorm kan aan
groeien om daarna nog een
levensduur te hebben welke
varieert tussen de vijf en
vijftien dagen.
De cycloon, die op 10
Augustus 1925 Borculo ver
woestte, evenals die cycloon,
welke vorige maand enige
honderden zware eiken te
Sint Nicolaasga in Friesland
als rietstengels afdraaide,
zijn niet anders dan hozen
(windhozen) en wanneer zij
boven water voorkomen, wa
terhozen. Van deze laatste
werden er Dinsdar 9 Augus
tus 11. tussen Terschelling en
Vlieland maar liefst zeven
waargenomen.
Deze windhozen, welke in
Amerika nog veel heftiger
zijn, worden daar tornado s
genoemd.
De windhoos, welke in Juni 1950 over het Hollandsch
Diep trok en in Willemstad veel schade veroorzaakte.
Windhozen ontstaan uit een
bestaande bui, die zich ken
merkt door een grote activi
teit. In de regel vertoont de
slurf van zo'n windhoos zich
niet langer dan drie tot tien
minuten, terwijl het tijdsbe
stek waarin zij de grond
raakt en daar daken van de
huizen rukt, bomen afdraait
en wagens met hooi de lucht
in zuigt, een kwestie van en
kele seconden ia.
HET REGENT PALING
"D OVEN water zuigen de
■*-' hozen in korte tijd een
geweldige hoeveelheid water
mee de lucht in. Behalve wa
ter wordt ook wel vis en pa
ling mee omhoog gezogen.
Zo gebeurde het in 1938. dat
een waterhoos boven het IJs-
selmeer bij Elburp het land
op trok en daarbij behalve
een grote hoeveelheid water,
ook een aantal palingen liet
vallen. De schade door wind
hozen aangericht is belang
rijk kleiner dan die veroor
zaakt door de tr*M>ische cy
clonen welke de Staten van
Oost-Amerika teisteren, daar
deze laatste van veel groter
omvang en van veel langere
duur zijn.
De hoos, welke Borculo
vernielde, zoog bij Staphorst
een volgeladen wagen met
hooi van dc grond, welke
ruim tien meter verder weer
werd neergesmakt. In Borcu
lo werden zelfs uit een per
ceel bouwland de bieten uit
de grond gezogen.
De hoos. die op 23 Augus
tus 1950 over de Veluwe trok,
vernielde daar ln de Staats
bossen meer dnn 200 dennen.
Op bijgaande foto ziet men
een slurf van een windhoos,
die in 1950 over het Hol-
landsch Diep trok en vooral
in Willemstad veel schade
Deze windhozen komen
meestal voor in «en periode
met onbestendig weer, verge
zeld van onweersbuien Wan
neer men een hoos ziet na
deren. doel men 't veiligst in
het open veld te gaan liggen
en niet dicht bij bomen,
schuren en huizen Mensen,
die z.ch Juiat ln de slurf van
een hoos bevonden, bleven
nog geruime tijd doof. Dit
is waarschijnlijk een gevolg
van dc enorm grote lucht-
drukverschillen in zeer klein
gebied.
zunuAUSDLAD Z7 AUGUSTUS 1955
Correspondentie en oplossingen
aan de heer H. J. J. Slavekoorde,
Goudreinetstraat 125, Den Haag.
Hoe moeilijk
schaken wel is
(Slot)
WIJ onderbraken onze vertaling (te
vens bewerking) van Solomon
Hechts artikel „Telling off the World
Champion" naar aanleiding van Laskers
principes en diens behandeling van de
Spaanse partij (gepubliceerd in Laskers
boek „Common Sence in Chess") in ons
vorige artikel na de 9e zet van wit. Toen
was onderstaande stelling ontstaan.
Stelling na 9. Pd4
Om aan de veilige kant te blijven
men weet nooit hoe humor verkeerd be
grepen kan worden herinneren wy
onze lezers er nog even aan. dat nen dit
artikel van Hecht vooral niet serieus
nioet opnemen. Het is volkomen als
scherts bedoeld. Voor wie deze scherts
weet te verstaan, ligt er op de achter
grond wél een wijze les.
Wij vervolgen nu waar met het arti
kel van Hecht.
900.
Zwart heeft tenminste met meer ko
ninklijke waardigheid gerocheerd dan
wit. Hy liep niet by de eerste de beste
gelegenheid er mee te adverteren.
10. Tdl
Dit is alweer de tweede zet met deze
illegaal ontwikkelde toren, gespeeld
voordat Pbl en Lel ontwikkeld zijn. Na
tuurlijk staat die toren op dl verkeerd.
De dametoren zou op dl moeten staan
en de koningstoren op el, maar wie weet
of de dametoren wel ooit in actie zal
komen bij dit zg. snelle ontwikkelings
systeem.
10. I)d8—e8.
Dit schema van „bevroren pionnen"
in de opening maakt geen goede indruk.
In dit stadium der opening behoorde
de dame ergens op haar 2e rij te staan
en zeker niet de e-ijjn te versperren.
Maar waar elders kan de dame een
beetje lucht krijgen? Zijn beide partyen
13.
d7—45.
boksring te aanschouwen? Bedenk wel:
we zijn al aan de 10e zet bezig 1
11. Tdl—el
Wat. alweer een zet met die toren?
Dat is nu voor dc 3e maal, en Pbl en
Lel zijn nog steeds niet ontwikkeld. Elf
zetten reeds, en nog altijd is dc ontwik
keling niet voltooid!
11. Le7—c5:
Het uitroepteken is van Lasker. Of dit
is om er de aandacht op te vestigen dat
dit een verrassende zet is, dan wel om
er op te wijzen dat deze loper voor dc
tweede maal speelt, weet ik niet
12. Pd4b3
Dc derde zet met dit paard en Pbl
en Lel nog steeds niet ontwikkeld. En
naar welk een naar veld is het paard
gedreven. Maar laten we daar geen me
delijden voor over hebben Dit is immers
hetzelfde paard, dat dc f-pion op de 2e
zet blokkeerde; het krygt nu slechts
wat het verdient.
Let vooral op de wonderlijke strategie.
Beide koningen staan op de g-lijn, maar
in plaats dat dc paarden hun uiterste
best doen de vijandelijke koningen te
bestoken, trekken zij zich zover mogelijk
van die koningen terug.
12. Lc5—h«.
Deze loper heeft nu drie zetten ge
daan. maar de dameloper op c8 kan niet
ontwikkeld worden omdat hij volledig
geblokkeerd is.
13. l'hl—c3
In plaats van zich te ontwikkelen ge
durende de eerste 6 zetten, komt deze
knol pas op de 13e zet uit zijn hol. En
misschien zou hij zelfs nu nog niet voor
ontwikkeling in aanmerking zijn geko
men. ware het niet dat zijn bn>eder op
b3 zich daar zo eenzaam gevoelt
Deze paarden hebben overigens nog
steeds hun lesje niet geleerd, want nu
blokkeren ze de b- en de c-pion. Het
zou toch op z'n minst wel aangenaam
zyn indien de c-pion zou kunnen wor
den opgespeeld. Indien deze pion gedu
rende de eerste 13 zetten geen goed kan
doen. wanneer dan wél? Philidor en
Franklin K. Young waren van oordeel
dat men op de 3e zet het best c2 c3
nt
sleutel!
Indien wit wil proberen die loper op
de volgende zet in het spel te brengen
(14. Lg5) dan 14d4; 15. Pa4 c5;
16. Pxb6 axb6 en zwart heeft overwe
gend spel.
Dus kan Lel nog niet aan de beurt ko
men. In plaats hiervan is het safe te
voorspellen dat wit onder de druk
van dc regels van Laskerzal spelen:
14 Pa4 en dan volgt 14c5; 15. Pxb6
axbfi. 16. c3 en Lel is nog altijd niet
ontwikkeld! Aldus zouden met één klap
twee principes geschonden zijn: de lo
per nog steeds niet ontwikkeld, terwijl
een „verboden" pion werd opgespeeld.
Met de twee witte paarden hebben we
zoéven al afgerekend; ze blokkeren
slechts de witte pionnen. We hebben
gezien dat het koningspaard (Pgl) twee
zetten moest doen en naar een slecht
veld moest worden verplaatst omdat de
f-pion nodig was vóórdat de zg. snelle
ontwikkeling kon plaats vinden. We heb
ben voorts gezien, dat het damepadrd
(Pel) onmiddellijk veld c3 behoort te
ontruimen om dc c-pion in staat te stel
len op te rukken, en deze manoeuvre
noodz.aakt wit dit paard te ruilen tegen
een zwarte loper, waardoor het zwarte
centrum wordt versterkt Aldus kunnen
wij bewijzen, dat Lasker ten minste 4
pionnen in de opening nodig heeft en
wel even hard als ieder ander, en dat
het schaakspel wordt beheerst door re
gels welke niet afgeschaft kunnen wor
den door het machtswoord van de eerste
de beste wereldkampioen.
Aldus is de fameuze eerste regel, de
enige originele in de hele rij, volledig
geëxplodeerd. De hinderlyke paarden
hebben zelf beginsel no. 3 ontkracht en
regel 4 kan worden ter zijde geschoven,
als niet behorende tot de algemene be
ginselen van het schaakspel. Laten we
nu nog nagaan wat er is terecht geko
men van regel 2 en dan zullen we heb
ben afgerekend met de hele reeks van
dogma's, beginselen, wetten, regels, enz.
Regel 2 luidde: Speel geen enkel stuk
tweemaal in de opening.
De koningsloper van wit speelde
tweemaal, het koningspaard driemaal,
de koningstoren driemaal en dc dame
pion tweemaal. Dat is in totaal 10 zetten
door vier stukken of pionnen, die elk
slechts eenmaal zouden hebben mogen
spelen. Dat zijn dus al 6 overtredingen.
Het zwarte koningspaard speelde 4
maal en zijn koningsloper 3 maal. Dat
zijn b(j elkaar 7 zetten door twee stuk
ken. Dus: 5 overtredingen.
In totaal zyn er dus 11 overtredingen
geweest in 26 zetten, d wz dat byna de
helft der zetten in strijd met de regels
is geschied. Kunt U zich erger voor
stellen? Maar de fout ligt natuurlijk
niet in de regel. De fout ligt in het sim
pele feit. dat het niet mogelijk is onver
anderlijke regels toe te passen op ver
anderlijke openingen
En denk vooral niet dat deze door Las
ker behandelde opening een bijzonder
ernstig geval van overtreding der „be
ginselen" is. Onderzoek byna elke ope
ning en ge zult reeksen overtredingen
aantreffen, maar misschien nimmer zo
opvallend erg als hier.
Maar we zijn nog niet klaar met Las
kers vier beginselen, welke veronder
steld worden een universeel middel voor
alle schaakkwalcn te zyn. Ik stel voor
er een 5e aan toe te voegen, een die ik
zelf bedacht heb, en wel:
5. Het schaken behoort te worden ge-
Maar welke militaire beginselen wer
den in het u getoonde voorbeeld toege
past? Wie heeft er ooit van een oorlog
gehoord welke werd gevoerd als deze?
Het witte koningspaard deed 3 zetten
om zover mogelyk verwijderd te komen
van de zwarte koning, orndat bet had
gehoord, dat daar een besmettelyke
ziekte was uitgebroken. En het zwarte
koningspaard. dat een soortgclyk ge
rucht aangaande de witte koning had
gehoord, deed niet minder dan 4 zetten
om een zo veilig mogelijk plekje op te
zoeken. Het gerucht verspreidde zich
ook onder het voetvolk, zodat alle pion
nen, stijf van schrik, op hun posten ble
ven staan, uitgezonderd één pion aan
elke kant. maar die waren al onderweg
voordat het gerucht hen bereikte.
Zet die witte e-pion en die zwarte d-
pion. zoals die na 13 zetten stonden, eens
snel op hun veld van uitgang terug. U
kunt dan veel beter zien, dat beide par
tyen niet anders hebben gedaan dan
rookgordijnen leggen en nooit met scherp
op eikaar hebben geschoten: cr bestond
nooit een plan tot échte mobilisatie. In
de échte oorlog heeft mobilisatie iets te
betekenen In 13 zetten behoorden alle
witte stukken krachtige stellingen be
trokken te hebben, elk met een dreiging,
tezamen een enorme bedreiging vormen
de De atmosfeer zou behoren te trillen
van spanning. Wie heeft er ooit van ge
hooid. dat een heel leger stil stond, ter-
wyl aan de uiterste zijkant wederzijds
zegge en nchryve één paard weken tijd
nodig heeft om een vcrkenningsexpeditie
te voltooien en dat nog wel op zyn eigen
terrein?
Wit heeft geen spoor
Zover behandelt Lasker de opening.
Maar was er niet een afspraak dat dr
ontwikkeling van de dameloper getoond
zou worden? Deze loper is nug altyd
niet ontwikkeld. Wat een mysterie!
dat velen onder U de humor hebben
kunnen waarderen. Nog liever zou het
ons zijn. indien men de wijze les. welke
achter deze schijnbare onzin schuil gaat.
onderkent en ter harte neemt.
Averbach's onsterfelijke
partij
s vierdaags bezoek aan An
r wij de laatste faze van c
Wit: Averbach.
Zwart: N. N.
f g
I PUZZLE I
VAN DE WEEK 1
aiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Kruis-vlecht-raadsel
Tijdei
werpen, waar
strijd om het wereldkampioenschap
de jeugd bywoonden, kregen wij de na
volgende partij van de Russische toud-l
kampioen Averbach onder ogen. Welis
waar werd de party „slechts" in een
simultaanseance gespeeld, doch zelfs
onder die omstandigheden is het een
zeldzaamheid dat een sterk speler de
kans krijgt op zo grote schaal en zo
correct te offeren als hier het geval is.
Zeer byzonder is wel. dat de reeks of
fers noodzakelyk is, omdat de tegenstan
der zich anders zou kunnen bevryden.
Wij geven de partij met de aanteke
ningen. welke wy vonden in de (Ant
werpse) Volksgazet, waarvan de schaak
rubriek wordt verzorgd door dc beroem
de eindspelcomponist Vandiest.
Menuier variant
Deze party werd gespeeld in 1954 te
Moskou, tijdens een simultaanséance m
het Industrieel Instituut.
I. d4 d.">; 2. c4 e6; 3. Pf3 Pf6; 4. Pe3
e6; 5. e3 Lb4; 6. Ld3 dxc4; 7. Lxc4 Pe4;
8. 0—0! Pxc3; 9. bxc3 Lxc3; 10. Tbl
Wit heeft een pion geofferd, doch staat
nu ontwikkeld met vier stukken tegen
100—0; 11. La3 Te8; 12. Pe5 Pd7;
13. f4 Pxe5.
Dit ziet er niet goed uit, omdat nu de
f-lyn openikomt. Doch anderzyds kon
zwart moeilyk gedogen, dat dit reusach
tige paard bleef staan op e5.
14. fxe5 a6; 15. Dd3!
Beoogt reeds het vuurkerk dat nu
15. La5 (15Da5; 16. Tb3 kan
niet goed zyn).
Stelling na 15La5.
\l
2
3
4
5
6
7
A
A
B
B
c
c
D
D
E
E
G
G
H
H
1
1
K
K
L
L
N
N
nU-
16. Txf7!!( Here we go!) b5.
Zwart durft niet te nemen en met
recht en reden. Na 16Kxf7 wint
wit onmiddeliyk, niet door 17. DfSt?
Kg8; 18 Tfl Te7! 19. Dg5 Te8. maar door
17. Dxh7! en nu beslist de matdrciging
18. Tfl? byv.. 17Tf8; 18 Tflt Ke8;
19 TxfSt Kd7; 20 Dxg7t en 21 Dxe7
mat. Of 17. Tg8; 18. Tflt K.-8;
19 Dxg8» Kd7; 20 Tf?t Dc7; 21.
Txe7 mat Of 17 Te7 18. Lxe7! Kxe7;
19 Dxg7t Ke8; 20 Tfl De7; 21 Dg8'
Kd7; 22. Tf7 Of 17 Te7; 18 Lxe7'!
Dxe7, 19 Tflt Ke8; 20 Dg8' Kd7; 21.
Tf7t met damewinst.
17. Taflü (Ad rem) bxc4; 18. Txg7+ü
Kxr7 (Natuurlijk gedwongen); 19. Txf7+!
(Wit offert, na de loper, nu ook nog de
tweede toren) Kxf7 <Of 19 Kh6;
20. Dxh7t Kg5; 21 Tg7 mat. Of: 19
Kh8, 20. Dxh7 mat).
29. Dxh7 mat. Een glorieus miniatuur
tje. zoals onze confrère van de Volks
gazet terecht opmerkt.
De oplossingen der opgaven
Ziehier de oplossingen der stellingen,
welke wy U ln onze rubriek van 13
Augustus jL hebben voorgezet.
Stelling 1: 1. Th6t; 2. Kgl Thlt;
3. Kxbl Dxh3t; 4. Kgl Dxgï mal.
Stelling 2: 1. Dxe«t Txe«; 2. Tf7t
KhH; 3. Txfg mat.
Stelling 3: L Teflt PfH; 2. PMt Dxb6;
3. Txf8t KxfH. 4. Ddl maL
Opgaven
We kunnen ons niet voorstellen, dat
tijdens dit warme, ultra-zomerse weer
iemand de lust zal hebben zich inge
spannen met schaakopgaven bezig te
houden Daarom wUken wy ditmaal van
de regel af en zetten u geen Opgaven
In ruil hiervoor krijgt u twee stellin
gen. alleen maar om naar te kyken.
heus' Doet u maar geen pogingen om de
stellingen op te l<»wn. want in de vol
gende rubriek vertellen wy u wel wat
er met die stellingen aan de hand wag.
De eerste stelling m afkomstig uit de
partij tussen Schweber lArgontiniéi en
Johanneasen (Noorwegen) en werd op
23 Juli J 1 te Antwerpen gespeeld tyden»
de wedstrijd om het wereldkampioen
schap schaken voor de jeugd beneden 21
Jaar.
De tweede stelling is een eindspel
compositie van Kasparjan. waarin een
telkens herhaalde manoeuvre de winst
de witspeler verzekert.
Het jteheel of gedeeltelyk
van dit idee, naar aard cn vorm of
uitwerking, is ingevolge Auteurswet
niet toegestaan.
By het kruis-vlecht-raadsel is bij de
omschrijvingen voor horizontaal steeds
aangegeven, welke vakjes zwart ge
maakt dienen te worden. Voor B zijn
dit vakje 1 en 5.
Horizontaal: A Heraldiek wapen, B
(1) bloeiwijze (5) gezinslid,
C beroep (4) spcclbakjc. D <2)
titel (7), E voorzetsel (3>
vogel (fl>, G priem (4» spcel-
(4) vissoort. L reeds <3> bil-
jartstok (7). N sigaarvormig pro
jectiel.
Vsrticaal: 1 Rtjgband genoeg. 2
plaats in Oostenrijk maat ge
wicht. 3 grote bijl insect. 4 zuster
pers. voornaamwoord gereed
kanaalpeil, 5 trots spr.rt van een
ladder, 6 struisvogel niet deelbaar
door twee bejaard, 7 vochtig bul.
Welke 2 dierennamen vormen de
letters die voorkomen in de volgende
A/l' B/2 E/7 K/2 H/4 K5
A/7 en B/C C/2 H/6 N/6 D/5
1/3 G/7.
Inzending per briefkaart voor a.s.
Donderdag aan het bureau van dit
blad. In de linkerbovenho-k aan de
adreszijde vermelden: .Puzzde-oplos-
sing".
Er zijn drie prijzen: 1 f 5; 2 f 2.50;
3 f 2.50.
Oplossing kruiswoordraadsel
van 20 Augustus
Horizontaal: 1 Parasol. 8 filet, 10
op. 12 kei. 13 ui, 14 rups. 16 nota,
18 ala 20 erg. 22 brandewijn. 23 Ada,
24 non. 27 eend. 30 smal, 32 i-, 3*
sein. 6 O.T7 fors. 9 lias. II pu. 13
ut. 15 paladyn. 17 oorworm 18 ara,
19 ana. 20 een. 21 gijn. 25 peil. 26
plag. 28 es, 29 dras, 30 sneu. 31 af,
34 elp. 36 mi. 37 nu.
„Laat bloemen voor U spreken?"