COMMANDEUR LEGIOEN VAN EER I I A m m HK H B m 0 a -a m m mmm mn® 1 in het Op d< llilillllliililllllllllllillilliiillllilililillillilllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllilllllliiiilliillllillilllllliillllillllllliillilliliiliiliiiiiliiiiiiiiliiiiiiil VERGEET u ooit dat reisje naar Ko penhagen, dc stad met de koper groene daken en torens, in het land van Andersen en z*jn sprookjes? En wat is u het levendigst in herinnering geble ven? Is het niet de huivering, welke u ondervond bij het beklimmen van de koperen wenteltrap, die om de toren spits van de Verlosserskerk is aange bracht, met enkel een licht hekje, dat je belet om over de rand .heen in de benedenwereld te glijden? Welnu, op zekere dag besteeg ook ik die toren. Hijgend stond ik onder de gouden bal en ik hield mij stevig vast, toen ik neerzag op de mensen, als mie ren zo klein en op de speelgoed autootjes. die zich heel langzaam over de diep beneden mij gelegen Princesse- gade voortbewogen. Hij stond naast mij. Ik moet toegeven, dat ik helemaal niets bijzonders aan hem had opgemerkt. Het uitzicht hield ons beider aandacht gevangen. ,,Ik had heit nóóit moeten doen!" riep hij plotseling uit. was ongewoon. Zijn slappe, ..»v» had hij dwars opgezet, als een drie eteek; een haarlok was schuin over zijn voorhoofd naar beneden gekamd. Hij was niet groot van postuur en zijn grijze jekker hing open. Een hand hield hij majestueus tussen de knopen van zijn vest gestoken. ,,Dc blokkade! Die juist wekte dc toorn van Engeland Als ik denk aan onze grote vloot, die door Nelson bij Trafalgar vernietigd werd! Nelson Zijn gezicht kroeg een dreigende uit drukking en onwillekeurig week ik terug, nog verder dc trap op, want hij stond lager dan ik. Hij kwam me achterna ..Nelson*" siste hij ..Als ik hem hier had! De dief de schurkik zou hem De situatie werd onaangenaam. Ik moest trachten, hem te kalmeren. ..Ja. ja mnarre 't Is niet goed om ch kwaad om u op te winden", hakkelde ik. Zijn opgeheven hand viel neer. „Nee, dat is zo." zuchtte hij. „Ik kan niet overal tegelijk zijn Het leger de grote armee. mijn dappere gre nadiers Austerlttz Jena.. Wa- gram Mijn garde-grenadiers zijn dood doodgevroren verstijfd aan de wegkant van de eindeloze, Russische heirbanen... verschrikkelijk.... ver schrik ke lijk!" Zijn stem was tot een fluistering ge daald. Droevige herinneringen manden hem. Enige ogenblikken bleef hij zwijgend staun, diep in gedachten. Dan. opeens, sloeg zijn stemming om en barstte hij uit in een weerzinwek kend gelach. ..Blücher ha. ha. ha Blücher. in dc slag bij Ligny Dat vergeet ik nóóit! Ik heb het zelf met eigen ogen door m n veldkijker gezien! Toen hij de boodschap kreeg, dat ik zijn stellin gen naderde, werd hij zó bang. dat hij niet wist. hoe gauw hij te paard moest komen. Zijn oppasser gaf hem één been op. maar Blücher had zo'n haast om weg te komen, dat hij .plons aan de andere kant weer van zijn |>aard tuimelde. Ha. ha, ha! Geef op Hij hukte zich en greep mijn linker voet krachtig vast Ongetwijfeld was hij van plan. mij omhoog te ti'lcn en over de balustrade te slingeren Bliksemsnel wierp ik een blik naar omlaag. Op straat, ruim negentig meter onder mij, stond een tram stil. Er kwa- i uit, die naar het trottoir i hulp roepen, maar mijn stem weigerde te gehoorzamen. M>1 koortsachtige snelheid schoten mij allerlei gedachten door het hoofd Wat ter wereld kon ik doen of zeggen om hem van zijn waanzinnig Idee af te „Sire!" sprak ik hem aan „Toon u barmhartig! Het paard het paard is oud en vermoeid Spaar het beest Geef mij een ander Hij schrok er van Merkbaar voeld* hij zioh gevleid, nu hij met verschul digd respect werd aangesproken. Ik kon aan hem zien, dat hU dacht. Eindelijk eens iemand, die weet hoe het hoort HIJ liet me los Nors fronste hij de wenkbrauwen en scheen zwaar over icta na te denken „Kniel neerlcommandeerde hij on- vcrwachta. Ik voldeed aan zijn bevel. Het was in ieder geval minder gevaarlijk dan recht overeind tegen de leuning te staan. Plechtig legde hij mij de hand op het ..Hiermede benoem ik u tot Comman deur in het Legioen van Eermet het recht om Hij werd gestoord door een roep van beneden een boze. heerszuchtige vrouwstem: „Ben je boven? Kom di rect naar beneden.... ónmiddéllijk! Plotseling veranderde hij geheel van gedaante. Ieder spoor van trots en ma jesteit verdween. Hij werd weer hele maal een gewoon mannetje in een grijze jas. „Ja, Josephine, ik kom. ik kom al," antwoordde hij zwakjes Triest droop hij af, langs de wentel trap. Trillend van emotie bleef ik staan, waar ik stond. Mijn hart ging als een razende te keer. Ik probeerde te denken. Dc tram zette zich juist weer in beweging. Was dit alles ge beurd. terwijl de tram had stil gestaan? Alles in het verloop van enkele secon den? Mij scheen het toe, alsof het uren geduurd had. GELEIDELIJK kwam ik weer tot me zelf. Hij moest worden opgesloten, vóór hij de kans kreeg, nog meer on heil aan te richten. Maar waar kon ik hulp vandaan halen? Ik begon de vierhonderd treden af te dalen. Langzaam en voorzichtig, voort durend op m'n qui-vive. Ik kwam aan de oude uitkijktrans onder de open lan taarn. waar de klokken hingen. In dit kamertje was nu het klavier van het carillon ondergebracht en daar zag ik een telefoontoestel. Eindelijk hulp! Ver binding met de buitenwereld. Ik nam de hoorn van het toestel. „Hallo! Stuur alstublieft direct een ambulance en twee sterke verplegers naar de Verlosserskerk. Er loopt een krankzinnige in de toren." Ik daalde verder naar beneden Nog tweehonderd-en-tien treden, vóór ik vei lig de begane grond had bereikt. Heel langzaam ging ik voort. Op de trappen was geen mens te zien of te horen. Die twee moesten al een flink eind voor mij uit zijn. Ik passeerde het uurwerk van de oude klok Het tikte even rustig door, alsof er niets gebeurd was. De ene smalle trap na de andere liep ik Door de kijkgaten in de ik, dat ik ter hoogte van de daken der huizen was. Op de verdieping, waar de klok zelf was bevestigd, kon ik door de grote glas-in-lood-vensters de opgang naar de kerkdeur al zien. Juist kwam de ambulance aanrijden. Twee dragers en een politieagent spron gen er uit Gehaast ging ik de nog res tende trappen af. de laatste verdieping greep ik toe- nijn vestzakje. Mijn hor loge was weg! Mijn kostbare horloge! Het horloge nog wel, dat ik van oom Jonas gekre gen had! Hij zou 't me nóóit ver geven! Ik werd woedend. Ik vloog let terlijk de laatste trap af. „Mijn horloge!" schreeuwde ik. „Na poleonNapoleon heeft mijn horloge gestolen. mijn kostbaar horloge!" „Ja. ja, 't is in orde! Houd je maar kalm en schei uit met schreeuwen!" zeiden de dragers, terwijl ze me vast grepen. Ze namen me bij een arm. Met zachte drang, maar onverzette lijk, leidden ze me weg en de politie agent kwam er achter aan. T K was razend. Ik spartelde en schop- te naar alle kanten. Dc potige kerels hadden een hele toer, om me in dc wa gen te krijgen. „Laat me los," brulde ik, „jullie heb ben met mij nieis te maken dit is een misverstandjullie werden niet „O, nee? Ja. ja, dat kennen we," merkte de agent droogjes op. „Gooi hem een deken over het hoofd, dan hoe ven we die wartaal ten minste niet lan ger aan te horen." Een klein mannetje in een grijze jas met een grote, zwaargebouwde viouw aan zijn arm verdween om de hoek van de Dronningensgade en dat was 't laatste, wat ik me herinner, nog gezien te hebben. Toen werd me alles zwart voor de ogen. Ik merkte, dat ik op de draag baar werd neergelegd. Een zware ke rel ging boven op me zitten. Een deur sloeg met een harde slag dicht. Wij reden weg. Tenzij men er ondervinding van heeft, kan niemand zich voorstellen, hoe won derlijk kalmerend het op iemand werkt om in een deken te worden gerold en tot zitplaats van een andér te dienen. Al heel gauw voelde ik me helemaal gekalmeerd en onderworpen. In zekere zin moest het toch wel een teleurstelling voor mij zijn, dat iemand, die zo juist tot Commandeur in het Legioen van Eer was benoemd, op deze wyze behan deld kon worden, maar ik was er van overtuigd, dat, zodra wij aan het zieken huis arriveerden en ik de dokter gespro ken had. het misverstand zou worden opgehelderd. Maar 't is niet zó gemakkelijk als je zou denken, om iemand, waar je wild vreemd tegenover staat, dc overtuiging bij te brengen, dat je verstand goed in orde is, en zeker niet, als Je pas een ondervinding hebt opgedaan, waardoor je danig van streek bent geraakt en wanneer je je bovendien nog ongerust maakt, omdat je vrouw al meer dan een uur met het eten zit te wachten, terwijl je beloofd hebt. precies op tijd thuis zijn Tl ANVANKELIJK was dc dokter erg vriendelijk en luisterde met sympa thie naar mij. Ik vertelde hem van de vreemde ontmoeting op de wenteltrap, van Nelson. Trafalgar. Austcrlitz. Lang zamerhand nam de dokter 'n meer pein zende houding aan. Dc ging verder met hem te verhalen over het incident met Blücher en zijn paard. „Grrr hum!" knorde de dokter. Ik jammerde over mijn horloge, mijn kostbaar savonet, dat verdwenen was. Die Napoleon moest het wel gestolen hebben. Ik moest naar het politie bureauonmiddellijk. Weifelend keek de dokter me aan. „En toen." zo besloot ik. „werd ik benoemd tot Commandeur in het Legi oen^ van Eer." ,.In het Legioen van Eer." „Hm!'.' zei de dokter „een eigen aardig geval. Parancia minorhoe wel niet ongeneeslijk! 't Is jammer, dat we niet méér kamers hebben; misschien kan uw vrouw u oppassen?" „Mijn vrouw! Ja. natuurlijk!" Waarom had ik daar niet eerder aan gedacht? Ik stelde voor, mijn vroyw thuis op te bellen. Zij kon voor mij in staan. De dokter stemde daar terstond mee in en ik koos het nummer. Zodra ik „Hallo" had gezegd en de stem van mijn vrouw herkend had, over handigde ik de hoorn aan de dokter, zodat hij zou kunnen vragen, wat hij wilde. Maar hij kreeg geen kans om ook maar een woord te spreken. Zijn ge zicht vertoonde al heel gauw trekken van onbehaaglijkheid, gevolgd door ver bijstering Mijn ega moet zo al het een en ander gezegd hebben. Zij had het eten dan ook al langer dan een uur klaar staan en zij duldt geen scherts, wanneer zij uit haar humeur is. Einde lijk legde hij de hoorn op het toestel. Toen hij weer in staat was om een woord uit te brengen, zei hij: „Uw geeft mij de indruk, dat zij ter- i mij wederom on- n in de ambulance naar huis gereden. Ik was liever naar het politiebureau gegaan in verband met mijn horloge en ik vond het niet bijzonder aangenaam om op deze wijze thuis te arriveren vanwege de buren. Maar mijn protest was nutteloos. Mijn bewakers waar schuwden me, om alle onnodige drukte achterwege te laten. Zij hadden hun in structies. Zij leverden me over aan mijn vrouw, met uitdrukkelijke bevelen om «<>ed op mij te ietten. Mochten de symptomen zich opnieuw voordoen, dan behoefde zij slechts te telefoneren Terwijl zij stonden te praten, ging ik de slaapkamer binnen om mijn haar te borstelen en het eerste voorwerp, waar mijn oog op viel was mijn door-de- weekse colbertje, dat in dc kast hing. En in het vestzakjehet horloge! Ik had vergeten het in mijn Zondagse pak te steken, dat ik nu aanhad! Napoleon is ten onrechte van veel, ja van té veel beschuldigd! HUN ZUIGKRACHT IS ENORM ^Öindkozen, in ons land geen zeldzaam verschijnsel ZO af en toe horen wij de laatste tijd weer spreken over wervelstormen (ook wel tropische cyclonen) genoemd, welke het kustgebied van Oosl-Amcrika teisteren en vrij veel slach'offers eisen. Wij in ons land kennen de ze „cyclonen" niet. Maar zo zuUer. enkele lezers zich afvragen, hoe staat bet dan met cyclonen, waarvan er één deze maand juist 30 jaar geleden Borculo trof? Hoewel beide verschijnse len veel gemeen hebben, mo gen ze toch niet met elkaar worden vergeleken. Een tropische cycloon (of wervelstorm) is in feite een depressie op zich zelf. welke zich kenmerkt door een uit zonderlijk grote activiteit in een gebied van ongeveer 40 tot 80 kilometer doorsnee. Een tropische cycloon, zoals die zich boven het zeegebied ten Oosten van de Golf van Mexico ontwikkelde, is een „depressie", die in 24 uur tijds in volle hevigheid tot een werveistorm kan aan groeien om daarna nog een levensduur te hebben welke varieert tussen de vijf en vijftien dagen. De cycloon, die op 10 Augustus 1925 Borculo ver woestte, evenals die cycloon, welke vorige maand enige honderden zware eiken te Sint Nicolaasga in Friesland als rietstengels afdraaide, zijn niet anders dan hozen (windhozen) en wanneer zij boven water voorkomen, wa terhozen. Van deze laatste werden er Dinsdar 9 Augus tus 11. tussen Terschelling en Vlieland maar liefst zeven waargenomen. Deze windhozen, welke in Amerika nog veel heftiger zijn, worden daar tornado s genoemd. De windhoos, welke in Juni 1950 over het Hollandsch Diep trok en in Willemstad veel schade veroorzaakte. Windhozen ontstaan uit een bestaande bui, die zich ken merkt door een grote activi teit. In de regel vertoont de slurf van zo'n windhoos zich niet langer dan drie tot tien minuten, terwijl het tijdsbe stek waarin zij de grond raakt en daar daken van de huizen rukt, bomen afdraait en wagens met hooi de lucht in zuigt, een kwestie van en kele seconden ia. HET REGENT PALING "D OVEN water zuigen de ■*-' hozen in korte tijd een geweldige hoeveelheid water mee de lucht in. Behalve wa ter wordt ook wel vis en pa ling mee omhoog gezogen. Zo gebeurde het in 1938. dat een waterhoos boven het IJs- selmeer bij Elburp het land op trok en daarbij behalve een grote hoeveelheid water, ook een aantal palingen liet vallen. De schade door wind hozen aangericht is belang rijk kleiner dan die veroor zaakt door de tr*M>ische cy clonen welke de Staten van Oost-Amerika teisteren, daar deze laatste van veel groter omvang en van veel langere duur zijn. De hoos, welke Borculo vernielde, zoog bij Staphorst een volgeladen wagen met hooi van dc grond, welke ruim tien meter verder weer werd neergesmakt. In Borcu lo werden zelfs uit een per ceel bouwland de bieten uit de grond gezogen. De hoos. die op 23 Augus tus 1950 over de Veluwe trok, vernielde daar ln de Staats bossen meer dnn 200 dennen. Op bijgaande foto ziet men een slurf van een windhoos, die in 1950 over het Hol- landsch Diep trok en vooral in Willemstad veel schade Deze windhozen komen meestal voor in «en periode met onbestendig weer, verge zeld van onweersbuien Wan neer men een hoos ziet na deren. doel men 't veiligst in het open veld te gaan liggen en niet dicht bij bomen, schuren en huizen Mensen, die z.ch Juiat ln de slurf van een hoos bevonden, bleven nog geruime tijd doof. Dit is waarschijnlijk een gevolg van dc enorm grote lucht- drukverschillen in zeer klein gebied. zunuAUSDLAD Z7 AUGUSTUS 1955 Correspondentie en oplossingen aan de heer H. J. J. Slavekoorde, Goudreinetstraat 125, Den Haag. Hoe moeilijk schaken wel is (Slot) WIJ onderbraken onze vertaling (te vens bewerking) van Solomon Hechts artikel „Telling off the World Champion" naar aanleiding van Laskers principes en diens behandeling van de Spaanse partij (gepubliceerd in Laskers boek „Common Sence in Chess") in ons vorige artikel na de 9e zet van wit. Toen was onderstaande stelling ontstaan. Stelling na 9. Pd4 Om aan de veilige kant te blijven men weet nooit hoe humor verkeerd be grepen kan worden herinneren wy onze lezers er nog even aan. dat nen dit artikel van Hecht vooral niet serieus nioet opnemen. Het is volkomen als scherts bedoeld. Voor wie deze scherts weet te verstaan, ligt er op de achter grond wél een wijze les. Wij vervolgen nu waar met het arti kel van Hecht. 900. Zwart heeft tenminste met meer ko ninklijke waardigheid gerocheerd dan wit. Hy liep niet by de eerste de beste gelegenheid er mee te adverteren. 10. Tdl Dit is alweer de tweede zet met deze illegaal ontwikkelde toren, gespeeld voordat Pbl en Lel ontwikkeld zijn. Na tuurlijk staat die toren op dl verkeerd. De dametoren zou op dl moeten staan en de koningstoren op el, maar wie weet of de dametoren wel ooit in actie zal komen bij dit zg. snelle ontwikkelings systeem. 10. I)d8—e8. Dit schema van „bevroren pionnen" in de opening maakt geen goede indruk. In dit stadium der opening behoorde de dame ergens op haar 2e rij te staan en zeker niet de e-ijjn te versperren. Maar waar elders kan de dame een beetje lucht krijgen? Zijn beide partyen 13. d7—45. boksring te aanschouwen? Bedenk wel: we zijn al aan de 10e zet bezig 1 11. Tdl—el Wat. alweer een zet met die toren? Dat is nu voor dc 3e maal, en Pbl en Lel zijn nog steeds niet ontwikkeld. Elf zetten reeds, en nog altijd is dc ontwik keling niet voltooid! 11. Le7—c5: Het uitroepteken is van Lasker. Of dit is om er de aandacht op te vestigen dat dit een verrassende zet is, dan wel om er op te wijzen dat deze loper voor dc tweede maal speelt, weet ik niet 12. Pd4b3 Dc derde zet met dit paard en Pbl en Lel nog steeds niet ontwikkeld. En naar welk een naar veld is het paard gedreven. Maar laten we daar geen me delijden voor over hebben Dit is immers hetzelfde paard, dat dc f-pion op de 2e zet blokkeerde; het krygt nu slechts wat het verdient. Let vooral op de wonderlijke strategie. Beide koningen staan op de g-lijn, maar in plaats dat dc paarden hun uiterste best doen de vijandelijke koningen te bestoken, trekken zij zich zover mogelijk van die koningen terug. 12. Lc5—h«. Deze loper heeft nu drie zetten ge daan. maar de dameloper op c8 kan niet ontwikkeld worden omdat hij volledig geblokkeerd is. 13. l'hl—c3 In plaats van zich te ontwikkelen ge durende de eerste 6 zetten, komt deze knol pas op de 13e zet uit zijn hol. En misschien zou hij zelfs nu nog niet voor ontwikkeling in aanmerking zijn geko men. ware het niet dat zijn bn>eder op b3 zich daar zo eenzaam gevoelt Deze paarden hebben overigens nog steeds hun lesje niet geleerd, want nu blokkeren ze de b- en de c-pion. Het zou toch op z'n minst wel aangenaam zyn indien de c-pion zou kunnen wor den opgespeeld. Indien deze pion gedu rende de eerste 13 zetten geen goed kan doen. wanneer dan wél? Philidor en Franklin K. Young waren van oordeel dat men op de 3e zet het best c2 c3 nt sleutel! Indien wit wil proberen die loper op de volgende zet in het spel te brengen (14. Lg5) dan 14d4; 15. Pa4 c5; 16. Pxb6 axb6 en zwart heeft overwe gend spel. Dus kan Lel nog niet aan de beurt ko men. In plaats hiervan is het safe te voorspellen dat wit onder de druk van dc regels van Laskerzal spelen: 14 Pa4 en dan volgt 14c5; 15. Pxb6 axbfi. 16. c3 en Lel is nog altijd niet ontwikkeld! Aldus zouden met één klap twee principes geschonden zijn: de lo per nog steeds niet ontwikkeld, terwijl een „verboden" pion werd opgespeeld. Met de twee witte paarden hebben we zoéven al afgerekend; ze blokkeren slechts de witte pionnen. We hebben gezien dat het koningspaard (Pgl) twee zetten moest doen en naar een slecht veld moest worden verplaatst omdat de f-pion nodig was vóórdat de zg. snelle ontwikkeling kon plaats vinden. We heb ben voorts gezien, dat het damepadrd (Pel) onmiddellijk veld c3 behoort te ontruimen om dc c-pion in staat te stel len op te rukken, en deze manoeuvre noodz.aakt wit dit paard te ruilen tegen een zwarte loper, waardoor het zwarte centrum wordt versterkt Aldus kunnen wij bewijzen, dat Lasker ten minste 4 pionnen in de opening nodig heeft en wel even hard als ieder ander, en dat het schaakspel wordt beheerst door re gels welke niet afgeschaft kunnen wor den door het machtswoord van de eerste de beste wereldkampioen. Aldus is de fameuze eerste regel, de enige originele in de hele rij, volledig geëxplodeerd. De hinderlyke paarden hebben zelf beginsel no. 3 ontkracht en regel 4 kan worden ter zijde geschoven, als niet behorende tot de algemene be ginselen van het schaakspel. Laten we nu nog nagaan wat er is terecht geko men van regel 2 en dan zullen we heb ben afgerekend met de hele reeks van dogma's, beginselen, wetten, regels, enz. Regel 2 luidde: Speel geen enkel stuk tweemaal in de opening. De koningsloper van wit speelde tweemaal, het koningspaard driemaal, de koningstoren driemaal en dc dame pion tweemaal. Dat is in totaal 10 zetten door vier stukken of pionnen, die elk slechts eenmaal zouden hebben mogen spelen. Dat zijn dus al 6 overtredingen. Het zwarte koningspaard speelde 4 maal en zijn koningsloper 3 maal. Dat zijn b(j elkaar 7 zetten door twee stuk ken. Dus: 5 overtredingen. In totaal zyn er dus 11 overtredingen geweest in 26 zetten, d wz dat byna de helft der zetten in strijd met de regels is geschied. Kunt U zich erger voor stellen? Maar de fout ligt natuurlijk niet in de regel. De fout ligt in het sim pele feit. dat het niet mogelijk is onver anderlijke regels toe te passen op ver anderlijke openingen En denk vooral niet dat deze door Las ker behandelde opening een bijzonder ernstig geval van overtreding der „be ginselen" is. Onderzoek byna elke ope ning en ge zult reeksen overtredingen aantreffen, maar misschien nimmer zo opvallend erg als hier. Maar we zijn nog niet klaar met Las kers vier beginselen, welke veronder steld worden een universeel middel voor alle schaakkwalcn te zyn. Ik stel voor er een 5e aan toe te voegen, een die ik zelf bedacht heb, en wel: 5. Het schaken behoort te worden ge- Maar welke militaire beginselen wer den in het u getoonde voorbeeld toege past? Wie heeft er ooit van een oorlog gehoord welke werd gevoerd als deze? Het witte koningspaard deed 3 zetten om zover mogelyk verwijderd te komen van de zwarte koning, orndat bet had gehoord, dat daar een besmettelyke ziekte was uitgebroken. En het zwarte koningspaard. dat een soortgclyk ge rucht aangaande de witte koning had gehoord, deed niet minder dan 4 zetten om een zo veilig mogelijk plekje op te zoeken. Het gerucht verspreidde zich ook onder het voetvolk, zodat alle pion nen, stijf van schrik, op hun posten ble ven staan, uitgezonderd één pion aan elke kant. maar die waren al onderweg voordat het gerucht hen bereikte. Zet die witte e-pion en die zwarte d- pion. zoals die na 13 zetten stonden, eens snel op hun veld van uitgang terug. U kunt dan veel beter zien, dat beide par tyen niet anders hebben gedaan dan rookgordijnen leggen en nooit met scherp op eikaar hebben geschoten: cr bestond nooit een plan tot échte mobilisatie. In de échte oorlog heeft mobilisatie iets te betekenen In 13 zetten behoorden alle witte stukken krachtige stellingen be trokken te hebben, elk met een dreiging, tezamen een enorme bedreiging vormen de De atmosfeer zou behoren te trillen van spanning. Wie heeft er ooit van ge hooid. dat een heel leger stil stond, ter- wyl aan de uiterste zijkant wederzijds zegge en nchryve één paard weken tijd nodig heeft om een vcrkenningsexpeditie te voltooien en dat nog wel op zyn eigen terrein? Wit heeft geen spoor Zover behandelt Lasker de opening. Maar was er niet een afspraak dat dr ontwikkeling van de dameloper getoond zou worden? Deze loper is nug altyd niet ontwikkeld. Wat een mysterie! dat velen onder U de humor hebben kunnen waarderen. Nog liever zou het ons zijn. indien men de wijze les. welke achter deze schijnbare onzin schuil gaat. onderkent en ter harte neemt. Averbach's onsterfelijke partij s vierdaags bezoek aan An r wij de laatste faze van c Wit: Averbach. Zwart: N. N. f g I PUZZLE I VAN DE WEEK 1 aiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Kruis-vlecht-raadsel Tijdei werpen, waar strijd om het wereldkampioenschap de jeugd bywoonden, kregen wij de na volgende partij van de Russische toud-l kampioen Averbach onder ogen. Welis waar werd de party „slechts" in een simultaanseance gespeeld, doch zelfs onder die omstandigheden is het een zeldzaamheid dat een sterk speler de kans krijgt op zo grote schaal en zo correct te offeren als hier het geval is. Zeer byzonder is wel. dat de reeks of fers noodzakelyk is, omdat de tegenstan der zich anders zou kunnen bevryden. Wij geven de partij met de aanteke ningen. welke wy vonden in de (Ant werpse) Volksgazet, waarvan de schaak rubriek wordt verzorgd door dc beroem de eindspelcomponist Vandiest. Menuier variant Deze party werd gespeeld in 1954 te Moskou, tijdens een simultaanséance m het Industrieel Instituut. I. d4 d.">; 2. c4 e6; 3. Pf3 Pf6; 4. Pe3 e6; 5. e3 Lb4; 6. Ld3 dxc4; 7. Lxc4 Pe4; 8. 0—0! Pxc3; 9. bxc3 Lxc3; 10. Tbl Wit heeft een pion geofferd, doch staat nu ontwikkeld met vier stukken tegen 100—0; 11. La3 Te8; 12. Pe5 Pd7; 13. f4 Pxe5. Dit ziet er niet goed uit, omdat nu de f-lyn openikomt. Doch anderzyds kon zwart moeilyk gedogen, dat dit reusach tige paard bleef staan op e5. 14. fxe5 a6; 15. Dd3! Beoogt reeds het vuurkerk dat nu 15. La5 (15Da5; 16. Tb3 kan niet goed zyn). Stelling na 15La5. \l 2 3 4 5 6 7 A A B B c c D D E E G G H H 1 1 K K L L N N nU- 16. Txf7!!( Here we go!) b5. Zwart durft niet te nemen en met recht en reden. Na 16Kxf7 wint wit onmiddeliyk, niet door 17. DfSt? Kg8; 18 Tfl Te7! 19. Dg5 Te8. maar door 17. Dxh7! en nu beslist de matdrciging 18. Tfl? byv.. 17Tf8; 18 Tflt Ke8; 19 TxfSt Kd7; 20 Dxg7t en 21 Dxe7 mat. Of 17. Tg8; 18. Tflt K.-8; 19 Dxg8» Kd7; 20 Tf?t Dc7; 21. Txe7 mat Of 17 Te7 18. Lxe7! Kxe7; 19 Dxg7t Ke8; 20 Tfl De7; 21 Dg8' Kd7; 22. Tf7 Of 17 Te7; 18 Lxe7'! Dxe7, 19 Tflt Ke8; 20 Dg8' Kd7; 21. Tf7t met damewinst. 17. Taflü (Ad rem) bxc4; 18. Txg7+ü Kxr7 (Natuurlijk gedwongen); 19. Txf7+! (Wit offert, na de loper, nu ook nog de tweede toren) Kxf7 <Of 19 Kh6; 20. Dxh7t Kg5; 21 Tg7 mat. Of: 19 Kh8, 20. Dxh7 mat). 29. Dxh7 mat. Een glorieus miniatuur tje. zoals onze confrère van de Volks gazet terecht opmerkt. De oplossingen der opgaven Ziehier de oplossingen der stellingen, welke wy U ln onze rubriek van 13 Augustus jL hebben voorgezet. Stelling 1: 1. Th6t; 2. Kgl Thlt; 3. Kxbl Dxh3t; 4. Kgl Dxgï mal. Stelling 2: 1. Dxe«t Txe«; 2. Tf7t KhH; 3. Txfg mat. Stelling 3: L Teflt PfH; 2. PMt Dxb6; 3. Txf8t KxfH. 4. Ddl maL Opgaven We kunnen ons niet voorstellen, dat tijdens dit warme, ultra-zomerse weer iemand de lust zal hebben zich inge spannen met schaakopgaven bezig te houden Daarom wUken wy ditmaal van de regel af en zetten u geen Opgaven In ruil hiervoor krijgt u twee stellin gen. alleen maar om naar te kyken. heus' Doet u maar geen pogingen om de stellingen op te l<»wn. want in de vol gende rubriek vertellen wy u wel wat er met die stellingen aan de hand wag. De eerste stelling m afkomstig uit de partij tussen Schweber lArgontiniéi en Johanneasen (Noorwegen) en werd op 23 Juli J 1 te Antwerpen gespeeld tyden» de wedstrijd om het wereldkampioen schap schaken voor de jeugd beneden 21 Jaar. De tweede stelling is een eindspel compositie van Kasparjan. waarin een telkens herhaalde manoeuvre de winst de witspeler verzekert. Het jteheel of gedeeltelyk van dit idee, naar aard cn vorm of uitwerking, is ingevolge Auteurswet niet toegestaan. By het kruis-vlecht-raadsel is bij de omschrijvingen voor horizontaal steeds aangegeven, welke vakjes zwart ge maakt dienen te worden. Voor B zijn dit vakje 1 en 5. Horizontaal: A Heraldiek wapen, B (1) bloeiwijze (5) gezinslid, C beroep (4) spcclbakjc. D <2) titel (7), E voorzetsel (3> vogel (fl>, G priem (4» spcel- (4) vissoort. L reeds <3> bil- jartstok (7). N sigaarvormig pro jectiel. Vsrticaal: 1 Rtjgband genoeg. 2 plaats in Oostenrijk maat ge wicht. 3 grote bijl insect. 4 zuster pers. voornaamwoord gereed kanaalpeil, 5 trots spr.rt van een ladder, 6 struisvogel niet deelbaar door twee bejaard, 7 vochtig bul. Welke 2 dierennamen vormen de letters die voorkomen in de volgende A/l' B/2 E/7 K/2 H/4 K5 A/7 en B/C C/2 H/6 N/6 D/5 1/3 G/7. Inzending per briefkaart voor a.s. Donderdag aan het bureau van dit blad. In de linkerbovenho-k aan de adreszijde vermelden: .Puzzde-oplos- sing". Er zijn drie prijzen: 1 f 5; 2 f 2.50; 3 f 2.50. Oplossing kruiswoordraadsel van 20 Augustus Horizontaal: 1 Parasol. 8 filet, 10 op. 12 kei. 13 ui, 14 rups. 16 nota, 18 ala 20 erg. 22 brandewijn. 23 Ada, 24 non. 27 eend. 30 smal, 32 i-, 3* sein. 6 O.T7 fors. 9 lias. II pu. 13 ut. 15 paladyn. 17 oorworm 18 ara, 19 ana. 20 een. 21 gijn. 25 peil. 26 plag. 28 es, 29 dras, 30 sneu. 31 af, 34 elp. 36 mi. 37 nu. „Laat bloemen voor U spreken?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 8