NAALD, PLAAT Opvoering van toneelstuk inleiding tot bloedige opstand 4 ZONDAGSBLAD 27 AUGUSTUS 1955 Verzoek om besiuursscheid ng leidde ioi definitieve breuk HONDERD vijf en twintig; jaar ge leden, op de 25e Augustus 1830, de dag na de 58e verjaardag van ko ning Willem I, verwekte de opvoering van de opera ,,La Muctte de Portin", waarin de opstand der Napolitanen in 1648 tegen Spanje ten tonele werd ge voerd, onder het publiek een grote op winding. die zich na afloop van de voorstelling aan de menigte op straat mededeelde. Koning Willem 1. De opgezweepte menigte trok eerst naar het huis van de minister van justitie, mr, Cornelis Felix van Maa- nen, die in Brussel minstens even ge haat als gevreesd was en op wiens verwijdering uit' Brussel door de Bel gische pers al geruime tijd was aan gedrongen. Nadat zijn huis geplun derd en in brand gestoken was, ging de woning van de al even- 1825 in de Nederlanden verblijf hield en kans had gezien in 1829 leider van het regeringsdagblad ,.Le National" te worden. Zijn huis onderging hetzelfde lot als dat van Van Maanen, terwijl andere gebouwen werden be dreigd. Toen bleek, dat het garnizoen niet ingreep en zich slectïts bepaalde tot de bewaking van de paleizen, vormde de Brusselse burgerij een gewapende burgerwacht, die weldra meester in de stad was. Het Nederlandse gezag was daardoor aan de kant gezet en de Brabantse vlag, het zwart-geel- rood, werd op het stadhuis uitgesto ken De leiding der opstandige beweging was met de burgerwacht in handen gekomen van de gematigden, die slechts herstel van grieven, geen af scheiding van Noord-Nederland wil den, zodat een minnelijke schikking gustus werd door de minister van jus titie Van Maanen aangedrongen op het onverwijld nemen van krachtige maatregelen, maar koning Willem I, die dit standpunt niet deelde, ont sloeg op de 3e September zijn minis ter van justitie en riep eerst tegen de 13e September de Staten-Generaal bijeen. Door het uitblijven van maat regelen kon de opstand zich inmiddels uitbreiden tot Luik en andere steden. DE koning zond zijn beide zoons, kroonprins Willem en prins Fre- derik met een leger naar Brussel om zich van de toestand in het zuiden op de hoogte te stellen en te trachten de orde te herstellen. De 31e Augustus kwamen deze troepen uit Vilvoorde aan, waar de beide prinsen nog de- elfde dag een ondehoud hadden met Hier ontving hij de 3e September een deputatie, die hem te kennen gaf, dat men een administratieve schei ding wenste, waarin de kroonprins, die van een verzoenende houding meer heil verwachtte dan van een ge welddadig optreden, niet alleen toe stemde, maar dit ook bevestigde door het uitgeven van een geruststel lende proclamatie. Een bestuursschei- ding tussen noord en zuid Nederland had toen de moeilijkheden waarschijn lijk nog kunnen oplossen. De bedoe ling van de Belgen was dus een soort het Huis van Oranje, echter niet ko ning Willem I, maar onder de kroon prins, die maar weinig was ingeno men met het bestuur van zijn vader en die door zijn langdurig verblijf te Brussel zich minstens evenveel Belg als Nederlander voelde. De kroonprins keerde, vergezeld van Charles Joseph, hertog d'Ursel, oud-burgemeester van Brussel en commissaris-generaal van Binnen landse Zaken onder koning Willem I, naar 's-Gravenhage terug om als be middelaar op te treden, terwijl prins Frederik zijn hoofdkwartier naar Ant werpen verplaatste in afwachting van de beslissing van de koning. Deze bleek evenwel niet bereid aan de ver langens van de Belgen te voldoen; de enige toezegging welke hij wilde doen, was de vraag voor te leggen aan de Staten-Generaal, die hij tegen de 13e September bijeen geroepen had. Dit uitstel deed België, dat voor zijn per soon reeds verloren was, ook voor het huis van Oranje-Nassau verloren gaan. voor de Belgische opstand hoofd van het Departement van Oor log stond, met zijn troepen in de bo venstad van Brussel, maar reeds na vier dagen van zware verliezen be sloot hij tot de terugtocht omdat hij verder bloedvergieten op de barrica den van de benedenstad wilde voor komen. Hij verzuimde evenwel deze barricaden des nachts, toen ze onbe waakt waren, te bezetten. Inmiddels had zich op de 26e Sep tember een Voorlopig Bestuur ge- terug op Antwerpen, dat met Maas tricht, onder bevel staande van gene raal B. C. J. baron Dibbets, het enige steunpunt was, dat in het zuiden was overgebleven. In de vergadering van de Staten- Generaal van de 29 September was de vraag, of een administratieve scheiding wenselijk was, door de grote meerderheid der zuidelijken be vestigend, door die der noordelijken ontkennend beantwoord. De koning zond daarop kroonprins Willem naar Antwerpen om het bestuur over die gedeelten der zuidelijke gewesten, waar het gezag van de koning zich nog kon doen gelden, op zich te ne men. De 4e October kwam hij te Antwerpen aan en reeds de volgende dag vaardigde hij een proclamatie uit, koninq wiLLem i wist niet van toegeven waarin allerlei hervormingen werden toegezegd en waarin hij zich bereid verklaarde koning van België te wor den, waaraan koning Willem I toen zijn instemming had verleend. Een maand tevoren zouden deze conces sies misschien de voortgang van de revolutie hebben kunnen stuiten nu echter was het te laat. Want het Voorlopig Bestuur te Brussel had juist de dag tevorc», dus op de 4e October, België tot een on afhankelijke staat geproclameerd en tevens een commissie benoemd om een grondwet te ontwerpen, welke vervolgens aan de goedkeuring van een bijeen te roepen Nationaal Con gres zou worden onderworpen. GESTEUND door enkele pronvnen- ten in het zuiden trachtte de prins nu België voor het huis van Oranje- Nassau te behouden door op eigen gezag nog verder te gaan met te ver klaren, dat hij de onafhankelijkheid van België erkende en zich aan het hoofd der beweging te stellen in de provinciën, welke hij bestuurde. Maar nu eiste het Voorlopig Bestuur, dat afgcvanrdigden van de Brusselse bur gerwacht. Dc prins van Oranje deelde nun zijn voornemen mede de volgen de dag met zijn troepen de stad te zullen binnentrekken, maar toen dit bekend werd, ontstond er te Brussel een hevige deining onder de bevol king, Overal werden inderhaast barri caden opgeworpen, zodat nog dezelf de avond een tweede deputatie bij de prins verscheen, die hem wist te be wegen dat hij zonder troepen in de stad zou verschijnen. Slechts vergezeld van een aantal •tafofficieren, deed de kroonprins op de le September sijn intocht te Brus sel. omringd door een hem vijandige menigte. Toen zijn paard, dat schich- tig was geworden, een der omstan ders kwetste, verkeerde zijn U-ven melfs In gevaar. Maar gelukkig kon hij zich als Belgisch onderdaan zou beschouwen en zijn aanspraken op de kroon van Noord Nederland zou op geven. Dat weigerde hij en omdat hij ver der gegaan was in zijn toezeggingen dan de koning bedoeld had, werd hij van zijn post terug geroepen. De 25e October verliet hij Antwerpen weer, bij beidé partijen uit de gunst ge raakt. In het noorden, waar zijn han delwijze algemeen grote veront waardiging had gewekt, durfde hij zich nauwelijks te vertonen en daar om verbleef hij aan de Moerdijk, waarna hij op de 2e November naar Londen overstak om daar de con ferentie der vijf grote mogendheden over de Belgische kwestie bij te wo- Onmiddellijk na het vertrek van de kroonprins uit Antwerpen kwam ook deze stad in opstand. Uit de citadel, door de opstandige Belgen bedreigd, begon generaal David Hendrikus Chassé, bijgestaan door een flottille op do Schelde onder bevel van de la tere schout-bij-nacht Jan Coenraad Koopman een hevig bombardement op de stad, waaraan eerst een wa penstilstand op de 30e October een eind maakte. De koning had intussen al op de 5e October zijn getrouw ge bleven onderdanen in het noorden onder de wapenen geroepen ter onder drukking van de opstand. Het zuiden verbrak definitief de band, zowel met het noorden als met het huis van Oranje-Nassau. Het Na tionaal Congres der Belgen, op de 10e November bijeen gekomen onder voorzitterschap van de Frans gezin de E. L. baron Surlet de Chokier be vestigde op de 18e November de on afhankelijkheid van België, welke op de 4e October door het Voorlopig Be stuur was geproclameerd. Daarmede was de eerste faze van de opstand der Belgen, die eerst in 1839 bij het z.g. Eindvcrdrag tot de definitieve scheiding van Nederland en België leidde, afgesloten. Bange dagen, maanden en jaren zouden nog volgen... Welleruslen Daniël 2 19. MET die welgemeende wens schei den wij 's avonds van elkaar. Maar van een rustige slaap komt bij velen vaak niets terecht. Omdat wij ome zorgen meenemen naar bed. Als de schakelaar is omgedraaid, verme nigvuldigen zich onze gedachten. Bij ieder mens verschillend. B\j een ko rting anders dan bij een dagloner. Maar élk hart heeft zijn smart. Koning Nebucadnezars gedachten gingen er naar uit wat hierna geschie den zou gedachten aan overwinningen, machtsuitbreiding, of zijn rijk wel be stand zou zijn tegen vijanden enz. En h(j droomde zijn monarchiecndroom: het beeld van goud, zilver, koper, ijzer en leem en van die steen die alles ver brijzelde. Wat zouden de goden want dromen is voor de oosterling geen be drog hem daarmee te zeggen heb benHij kon niet meer slapen. Hij beidde de morgen om bij de intellec tuelen der rr\agische en occullische we tenschappen de uitlegging te verne men. Maar hij kreeg die niet. Integen deel: zij, die de pretentie voerden in verbinding te staan met de goden, moesten hun onmacht erkennen. Toen probeerde Nebucadnezar rust te krijgen door der wijzen zielen geen rust te gunnen in het dodenrijk: die naren, hak ze allen in stukken! Welterusten, Nebucadnezar De onrust van Nebucadnezar had zeer ernstige gevolgen voor de kleine kerk in ballingschap: de vier getrou wen, Daniël. Hananja, Misaél ,-n Azarja. De beul verscheen met z\jn exploit ook by hen. Bij Daniël echter geen paniekstem ming. hoewel het zwaard van Ar joch aan een zijden draad boven zijn hoofd hing. H\j roept zijn drie vrienden. Niet om een ontwluchtinpspopinp te bera men, noch om een plan ron omkoperij in elkaar te zetten, ook geen conferen tie met de nog in leven zijnde wij zen Neen, Daniël weet een andere en betere weg. Als Nebucadnezar klopt op de deur van Daniëls kamer, gaat Daniël kloppen aan de poort des he mels. Wat Nebucadnezar niet wist. weet Daniel: God is een toevlucht voor de Zynen. Gy Here z\jt een schild, het ZONDAGSBLAD 27 AUGUSTUS 1955 Via ^ÏYlozartó ^iooanni" in sublieme uitvoering OP de derde etage huis aan Je smalle het burger- huis aan Je smalle Getrcidegas^c 9 te Salzburg werd op 27 Januari 1756 des avonds om acht uur Wolfgang Amadeus Moz.an geboren, zoon van de aartsbisschoppelijke hofmusicus Leopold Mozart en diens echtgenote Anna Maria Pertl. Het is dus binnenkort 200 jaar geleden, dat een der grootste componis ten geboren werd en heel de wereld maakt zich op om volgend jaar Mocart- feesten te organiseren. In het bijzonder natuurlijk Salzburg, waar Mozart van zijn 35 levensjaren er 25 doorbracht. De laatste tien jaar van zijn leven was Mozart in Wenen, waar hij zijn ..Figaro's Hochzeit", zijn ,,Don Giovanni", zijn ..Zautoerflöte". zijn gro te symphonieën, zijn strijkkwartetten en zijn Requiem schreef. En waar hij op 5 December 1791, 's nachts om vijf minuten voor één uur, stierf. Zijn laat ste aardse woning was de eerste etage van het huis aan de Rauhensteingasse Wenen. „Don Giovanni" ag wel als bekend wor- i tekening Prof. Rudolf Moralt, d Richard Strauss en dirigent „Don Giovanni". Niet alleen echter zullen er overal Mozart feesten zijn en geeft de Inter nationale Mozartsticbting in Salzburg een heel nieuwe uitgave van zijn wer ken, ook de gramofoonindustrie her denkt Mozart. PHILIPS verschijnt met een Mozart Jubilee Edition", waarbij gestreefd wordt talrijke werken van Mozart op een artistiek zeer hoog peil te doen op nemen. Voor deze daad kan men Phi lips dankbaar zijn; het is een daad die niet alleen van durf getuigt, maar ook van liefde tot de kunst van deze genius der muziek. Een der belangrijkste uitgaven van deze .Mozart Jubilee Edition" van PHILIPS is ongetwijfeld de zo juist verschenen opname van Mozarts groot ste en wellicht sterkste werk, de opera „Don Giovanni" (drie langspeelplaten A 00280-82 L>. De platen zijn verpakt in een prachtige met gouden letters en een grote kleurenfoto van de opvoering versierde doos. Tevens bevindt zich in de doos een volledig tekstboek (Italiaans Frans. Engels en Duits) met foto's en heil is des Heren, Uw zegen is over Uw volk. Als ge in nood gezeten, geen uitkomst ziet, uiil dan nooit werpeten; God verlaat u niet. Daniël neemt zijn toewlucht tot God, in het gebed. Zie! een bidstond van vier mannen; zwakke mensen, maar sterk in het ge loof. Het gaat hier immers niet aller eerst om eigen leven, maar om de ere Gods, om het koninkrijk van Israels God, ten tliepst om Christus cn de antrchrist. Zij worstelen met God om het on mogelijke: met hun gevouwen handen gaan ze in hef geloof het geheim van Nebucadnezars droom uit Gods han den wringen. En dat kan God laat peen bidder staan. Roep Mij aan in de dag der benauwdheid en Ik zal u er vit helpen. Klop en u al worden open gedaan. Wie bidt die ontvangt. Na het gebed gaan ze slapen. Rustig. Met de dood voor ogen en toch ik lag en sliep gerust, van 's Heren trouw bewust Welterusten, Daniëltoen werd Daniël in de dróóm de verborgenheid geopenbaard. Kan dat nog? Ondanks alle onrust in en om ons heen, rustig slapen Ja! Petrus deed het ook en Paulus, en velen na hen. Niet praten, niet klagen, maar bid den helpt. Alléén én met je vrienden. Laat de „wereld" en ook raak eigen „kerkmensen" dat maar gek vinden. God vindt het helemaal niet gek. Hp tril juist dat w\j bidden rullen. Des Heren engel schaart een onrer- trinbre hemelwacht, rondom hem die Gods wü betracht. Welterusten, kind van God. een zeer waardevolle toelichting van de befaamde Salzburger Mozartkenner prof. Bernhard Baumgartner. Een werkelijk unieke uitvoering dus, alleen om het uiterlijk al een waardevol bezit. XJET meest waardevolle is echter de wijze, waarop Mozarts werk in die smalle groeven van de gramofoonplaat is vastgelegd, waarop solisten, orkest en koor o.l.v. prof. Rudolf Moralt heb ben gewerkt en waarop de Pl.ilips-tech- nici zich van hun verantwoordelijke taak hebben gekweten. Deze uitgave van de gramofoonindustrie is wellicht het grootste monument, dat men voor het Mozantjaar kan aandragen, een monument dat blijft zal kunnen velk beeldje Het gegeven v: („Don Juan") n den verondersteld. Het is van een door een onverbiddelijk gedrevene, waarbij „Leichtsinn" en „Tragédie" een even grote rol spelen. Het is een drama, maar ook een scherts. In zijn bravour en zgn. levensdurf zegt Don Giovanni als zijn hefdesphilo- sofie te aanvaarden: ,,Chi a una fedclc, verso l'altre crudele" vertaald: trouw aan één vrouw is on recht aan alle anderen), maar aan de andere kant is er bij hem de tragiek van het gedreven worden. Dirigenten die in dit werk alleen maar een lach zien, vergissen zich, evenals zij die al leen maar een traan horen vallen. Een mensenleven wordt ons hier getekend met zijn tegenstrijdigheden, niet alleen maar een oppervlakkige plezier-maker. Dirigent Rudolf Moralt, de 53-jarige in Munchen geboren neef van Richard Strauss, heeft dat alles bijzonder goed aangevoeld in deze Philips-opname met het Weens Symphonie Orkest en het Wiener Kammerchor. Deze vertolking is de realisatie in klanken van Mozarts sprankelende geest en van zijn eigen tragiek. Tijdens de arbeid aan de „Don Giovanni" verloor Mozart zijn beste vriend graaf Hatzfield en even later zijn vader. Dat was op 28 Mei 1787. op 29 October van dat jaar ging in het StSndische Theater te Praag de wereld première van de „Don Giovanni". De ouverture tot zijn opera schreef Mozart in de nacht van 27 op 28 October, zo dat het orkest in Praag maar enkele uren kreeg om die ouverture te repe- H LS we zo naar de gegevens van prof. Paumgartner nagaan wie de solisten bij die eerste opvoering in 1787 geweest zijn, dan blijkt, dat ook in dit Mozart-werk de partijen tegen woordig vaak te veel door ouderen wor den gezongen. Voor de titelrol had Mo zart toen de 21-jarige lichte bariton belangrijkste solisten bü de opvoering ran Mozarts „Don Giovanni". George London (Don Giovanni), Graziella Sciutti (Zcrlina), Hilda Zadek (Donna Anna) en Sena Jurinac (Donna Elvira). Luign Bassi en voor Donna Anna de 24-jarige mooie en slanke „jugendlich- dramatische" hoge sopraan Teresa Sa- poriti. die in 1869 op 106-jarige leeftijd in Milaan overleed. De Elvira-vertolk- ster was iets ouder cn een meer dra matische sopraan Catarina Micelli. De vrouw van de directeur van het Praag se theater, Tcresina Bondini, zong dc rol van het boerenmeisje Zerlina. Het is opvallend, dat men tegen woordig voor dc Donna Anna vaak de oudere en meer dramatische zangeres neemt en voor de Donna Elvira de jon gere, meer lyrische. Zo ook bij deze op name. De 37-jangc in Bromberg gebo ren sopraan Hilae Zadek, die debuteer de als Aida in Verdi's gelijknamige opera, zingt hier dc Donna Anna en de 33-jarige in Travnik «Joegoslavië» geboren Sena Jurinac, die debuteerde als Mimi in .La Bohème" van Puccini, de Donna Elvira Men zou zich de rol verdeling ook omgekeerd kunnen inden ken. Doch ondanks dit zijn beide ver tolkingen zo groots en zo muzikaal, dat het luisteren er naar een belevenis ge noemd kan worden. Speciaal wel de zang van Sena Jurinac, die ik al enkele jaren geleden een der grootste zange ressen van de wereld noemde, Ook Hil- dc Zadek echter heeft haar uiterst zwa- Anna-partij meesterlijk voorgedra- nieuw had moeten worden opgenomen. Zo is er ook in de overigens voor treffelijk en bekoorlijk door dc jonge Italiaanse sopraan Graziella Sciutti ge zongen Zerlina-partiJ een aria (no. 13: ..Batti, batti, o bel Masctto") die door de opname plotseling een geheel ander kleurkarakter kijgt. Het is alsof er hier een inlas is gebruikt, die andc-rs werd opgenomen De grootste bewonde ring kan men hebben voor de titelroi- vertolking van George London (in Mon treal geboren als George Bernstein), prachtig van uitbeelding en stemtype. Eindelijk zingt hij de befaamde cham pagne-aria ..Finch' han dal vino" in het nodige, snelle, bruisende tempo. Naast hem noem ik direct de jonge Weense bas Walter Berry, die de partij van Leporello niet alleen siibliem zingt, maar als het ware hoorbaar speelt Verder is de Canadese tenor Leopold Simoneau een ideale Don Octavio en Ludwig Weber, de 56-jarige Wener, een prachtige II Commentatorc. Tenslotte geeft de jongste van het gezelschap, de 26-jarige Wener Ebcrhard Wachter, de rol van Masetto alle relief. Bij elkaar dus een opname die met reden subliem genoemd kan worden. Subliem ook door dc wijze, waarop de technici werkten, waardoor men door middel van technische rcsonans-effec- ten inderdaad het gevoel van ruimte krijgt, van spel op een hee-1 groot to neel. Wie deze Philips-opname beluis tert en de opera kent, zal zJch in dc zaal wanen waar het werk wordt opge voerd, hij zal de jaloerse Masetto heen en weer zien rennen, hij zal d; schalk se verliefdheid van Zerlina voor zich zien, hij zal het geëxalteerde van El\4ra en de trotse waardigheid van Anna be leven cn last net laest zal hij het zin nelijke raffinement van Don Giovanni ondergaan. Dit is vel het hoogste com pliment voor deze Mozart-jubileum-op- CORN BASOSKI. *AAAftAAAAA*A*AAAAAAAAAAAAA*AAAA Miebei bij de massajeugd VOLKSWIJK DE KWADE DRIFTEN helpt om zo nu en dan eens met een groepje van ongeveer twintig kinderen een week lang ergens in Nederland een onderdak te winden. Wc zijn daar dankbaar voor. Als U ergens in één wan onze grote steden een jeugdleidster tegen komt, waar van U al op het eerste gezicht zegt: ..Wat ziet die er nu toch echt dank baar uit!" dan hebt U mij ont moet. Maar één week is nochtans niet lang genoeg. Weet U één week geeft ons altijd de indruk dat we ergens heel in de verte beterschap zien schemeren, maar vóór het daagt, zijn we al weer terug in de volkswijk. We zouden langer buiten moeten wezen met onze hummels. Zó lang dat de driften van het ach terland tot rust kwamen en dat er een heel klein stukje nieuwe sa menleving groeide! O, die driften van het achterland. Die kun je mooi samenvatten in het liedje: Ieder mint zichzelf al leen. ik is ik cn anders geen!" maar dan is het nog veel te poëtisch pezepd. De werkehikheid is vol strekt niet dichterlijk. De werke lijkheid is de meest barre realiteit; hard proza op bonkende 1aarzen: ijzerbeslag op cement! Eerste drift: ,Jk toil alles doen waar ik zin in heb". Twintig kin deren, die er op uit gegaan zijn met geen enkel ander doel dan elk indi vidueel datgene uit te halen wat thuis, op school en op de club om i of andere reden onmogelijk luisteren een kudde zijn met (tuintip verschil lende strevingen. Met als nader ge volg dat er een week lang altijd negentien kinderen zullen rondlo pen, die boos, ku'aad. nijdig zgn om dat ze hun zin niet kropen. „Bah, je mag hier ook niks!" Tweede drift: „Wat ik wil, moet me voor alles lichamelyk toespre ken Zo formuleren ze het wel niet. maar zo is wel de alge mene tendenz. De ouders zyn hen hierin trouwens voorgegaan. Die hebben zoweel karrevrurhten snoep verstrekt dat een hele diergaarde zich er ongans aan zou efrn En Het behoeven geen in zichzelf hebben borendien nop de pelden ge slechte lusten te zijn, die hen dry- wen. Misschien willen ze rewen da gen lang zwemmen, of balspelen doen, of eten, of stoeien, of zo maar niksen Maar in elk pewal staat bp elk kind als een paal boven water: dat wil ik en dat moet gebeuren. En aangezien niet één kind ook maar één seconde bereid is om te foumeerd om eventuele hiaten aan te vullen Zodat Corrie pal na elkaar zes ijswafels verorbert a één kwartje per stuk. als ze eventjes niet in de gaten gehouden wordt. En zo dat Jannie méér chocolade krijgt dan goed voor haar constitutie blijkt te rijn Maar wat kan men anders ver wachten, als Rosalientje op haar brief naar huis omtrent de fourage- vreugden dit moederlijke antwoord terug ontvangt„Fijn dat je zoveel gein hebt. Maak maar reuse lol dat deed je moeder vroeger ook. Nou hoepel ik maar weer op. Honderd- dnisend soenen van je Moeder!" Ja, wat kan men dan anders verwach ten?! Derde drift: .J*est de leiding.'" Misschien is er niets zo boeiend in de wereld als het op stanp japen wan hen. die zich bezig houaen met het verzorgen van deze horde. Hei is jammer dat het hun nooit gelukt, maar ze doen tenminste hun uiterste best Onder elkaar heten toe na tuurlijk geen ,jvf": we spreken el kaar aan als „juffrouw Pieters" en zo. Maar de kinderen hebben het steevast óók onder elkaar over „Die meid wan Pieters". Met al de afweer welke een volkswijk op brengt tegen mensen, die naar in zicht wan die wyk dik betaald tvorden om kinderen te verbieden. Met al de rancune-gevoelens jegens een schijnbaar zeer bevoordeelde klasse met gekke ideeën. Pest de leiding! En pas als je teruggaat en ze de kille maatschappij weer voor rich ricn en weten hue anders het daar is. worden ze sentimenteel en verdrietig. Als een flemend poesje bedelen ze dan.Juf, kom nou nop eens naast me riften.' Toe nou.'" Vierde drift.Zorg dat je niets opsteektHet kind zegt: „Wat 'n lollige boom, daar!" De leidster zegt: .Ja, een khotwilgen wil er wat wan vertellen Maar het kind zegt rap „Dat ken m« niet schelen!" Asjeblieft de dingen niet by name noemen, asjeblieft je niets eigen maken. Een lollige boom dat is voldoende. De nadere definitie ervan maakt topzwaar. Ze rullen je thuis rien aankomen, als je ower knotwilgen paai praten. Is dat kind ewenfjes niet goed snik! O geef ons een kamphuis, waar re langer blijven kunnen.' Opdat toe de kwade driften kunnen bestrijden Een week dat is maar véél te kort! M1F.BEL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 10