£en EDELMAN, f onze j€uqó-p&qin& f Berts weggelopen konijntje die zich voor de christelijke actie gaf Verkeerd bidden 6 ZONDAGSBLAD 6 AUGUSTUS I9S5 (Venrolf). 't Werd tijd, dat Vader naar kan toor ging en Bert moest naar school. Toch nam Vader Bert nog even mee naar binnen en vroeg, hoe dit alles gekomen was. Met z'n ogen naar be neden heeft Bert toen verteld, dat hij de vorige avond alles zo haastig ge daan had. Vader schudde zijn hoofd. .Jongen jongen! Dus het is allemaal je eigen schuld. Wat is dat naar voor je. Ik hoop, dat we het tweede konijntje ook nog zullen vinden." Moeder beloofde, dat ze zo nu en dan eens zou gaan kijken of ze het konijntje ergens zag. Onderweg naar school heeft Bert nog in tuintjes en achter bomen ge keken. maar niets gevonden. Gelukkig kwam hij nog net oo tijd op school. veRteLUnq va.n m&Rie hóRvis De juffrouw vertelde altijd zo mooi Bijbelse geschiedenis. maar deze morgen kon Bert er haast niet naar luisteren. Hij moest steeds aan het konijntje denken. Als het nu eens de grote verkeersweg opgegaan was Dan zou het zeker al doodgereden zijn. Of zou een auto wel stoppen voor een konijn? Oom Jaap zou het vast wel doen, want die hield zoveel van die- Onder de leesles, toen het Berts beurt was, wist hij helemaal niet. waar hij moest beginnen. Met de sommen zat hij op z'n potlood te bij ten. Hè. ze waren ook zo moeilijk. Bert dacht verder: Als het konijn tje mi eens in de sloot gesprrngen was. Eigen schuld, jongen, had Vader Jezegd. Bert had goed gezien, dat Va- er ook verdriet had; dat was nu ook zijn schuld. ,,Bert," klonk plotseling jufs stem, „Waarom doe je vanmorgen niet mee? Ben je ziek?" Bert schudde alleen maar even van nee en deed of hij echt sommen ging maken. Maar hij kon geen cijfers zien van de tranen, die telkens in z'n ogen sprongen. Even later stond Berts naam op het bord En nog even later was Juf echt boos. omdat Berts werk zo slordig was. Er was x>k nog een kruisje ariiter z'n naam oo het bord gekomen. O, dacht Bert, het kan me toch niets schelen, als m'n konijntje maar terecht komt. Om twaalf uur mochten alle kinde ren naar huis, alleen Bert moest even nablijven. Hij zat met z'n armen on der z'n hoofd. Juf ging bij Bert in de bank zitten en nam z n armen weg. „Zo. jongen." zei juf vriendelijk, „vertel nu maar een3. waarom jij vanmorgen zo slecht gewerkt hebt. Dat ben ik helemaal niet van je ge wend." Weer die akelige tranen. Juf zag het. „Is het heel erg, Bert? vroeg ze dan zacht „Ja juf. héél erg," snikte Bert, „er is een konijntje van me wegge lopen, en 't is mijn eigen schuld. „Arme jongen! Ga dan maar gauw naar huis, misschiet) is het nog terug gekomen." met het afgeveegd, 't Werd o het bord I ook een akelige middag op school, want het konijntje was nog met terecht. Juf was helemaal niet boos meer. Ze wist nu. dat Bert niet kon werken, omdat hij verdriet had. Om vier uur zei Bert tegen de juf frouw: „We gaan op 't politiebureau vragen." „Nou jo," zei juf, „als het daar eens was, hè?" OP 't POLITIEBUREAU kaars schouder stappen ze het schoolhek uit. Ze hoeven niet ver te lopen, een straat verder, rechtsom en dan zien ze het politiebureau al staan. Als ze er dichtbij komen, vinden ze 't toch wel een beetje griezelig om naar binnen te gaan. Voor 't gebouw staan ze stil en spreken af. wie naar het konijntje moet vragen. Wim zegt: „Ik ben helemaal niet bang, hoor. maar 't ia jouw konijn." Bert vindt, dat Wiim het hoort te doen, omdat hij de oudste is. Voordat ze 't eens geworden zijn, gaat de deur van 't grote gebouw open en een vriendelijke politieman zegt: „Zo jongens, jullie moeten zeker hier wezen, dan zal ik de deur maar open laten, hè?" Zo staan ze onverwachts in een lange brede gang, met veel deuren. Boven elke deur hangt een bordje, waar wat op geschreven staat. Ze proberen het eerste te lezen, wat een vreselijk moeilijk woord. „Zeg jo", fluistert Wim, „waarom zouden er zulke rare woorden boven de deuren staan?" De tweede deur kunnen ze ook niet lezen. „Hier zeg!" roept Bert, „hier staat „Ja, hier moeten we zijn hoor!" Bert wil meteen de deur open doen. Wim rukt zijn hand van de knop. „Sufferd, je hoort toch eerst te Klop pen". Even later staan ze ir. een kamer waar het erg l'cht is. Wim geeft Bert nog even gauw een por in z'n rug en zegt zacht: „Jouw konijn hoor! Jij moet 't vragen". Achter een schrijfbureau met dikke boeken en stapels brieven zit een agent te schrijven. Hij schrijft nog even door, als hij Bert en Wim ge zien heeft; zet dan z'n bril af, doet de dop op z'n vulpen en zegt: „Zo jongens, wat komen jullie vertellen?" Bert slikt. O 't is opeens r.et of er een grote brok in z'n keel zit. Hij slikt nog eens. De politie knikt naar Bert net, of h»j zeggen wil: „Toe maar, je durft best". Berts stem trilt als hij begint te praten. „Mijnheer, ik had twee witte konijntjes met rooie oogjes en nu is er een weggelopen. Is het misschien hier gebracht?" De politieman glimlacht heel even, maar kijkt dan dadelijk weer ernstig. „Jonge jonge, dat is jammer. Ik heb er niets van gehoord, of hier een konijn gebracht is. Maar ik zal mijn heer Brouwer vragen, die weet er misschien meer van". Hij neemt ae hoorn van de telefoon, draait het nummer, wacht een ogen blik. „Ja, mijnheer Brouwer, hier zijn twee jongens, die komen vragen, of er een wit konijn met rooie oogjes op het bureau gebracht is?" Bert kijkt met open mond naar de man aan de telefoon. Hè, wat jam mer, dat ze nu niet kunnen horen wat die mijnheer Brouwer antwoordt. Voorzichtig legt de politie even la ter de hoorn op het toestel en zegt: „Het spijt me jongens, mijnheer Biou- wer weet ook niets van dat konijn af, maar zo gauw als we iets horen, krijg je bericht. Even je adres no teren. Je heet?" „Bert van Buren, mijnheer." „Straat?" „Bloemenstraat 20." Om het maar eens heel deftig te zeggen: met deze rebus voldoen we aan de wens van velen. Vaak vragen sommige neven en nichten: hè tante Jos, geef nou eens weer een rebus, een moeilijke. Nu, daar is er weer zo een. De zin, die er uit komt, is wel een beetje deftig en ouderwets, maar dat vinden jullie wast niet erg. Doe je best maar weerIk verwacht de oplossingen vóór Dinsdag, en jullie denken er toch vooral om, om óók in je brief je naam en adres te schrijven? „Nu kunnen jullie weer naar huis gaan jongens." Bert gaa* naar de politieman toe, geeft hem een hand en zegt: „Dank u wel, mijnheer." De politieman schudt Berts hand en zegt: „Ik hoop, dat je konijn weer te recht komt, dag Bert!" Wim en Bert zijn echt blij als ze weer op straat zijn. Die agent was erg aardig, maar ze vonden alles toch een beetje vreemd. Ze waren nog nooit eerder op 't politiebureau ge weest. (Volgende week verder). onze BRievenBus Hallo allemaal, HDaar zijn we weer met de oplossing van de puzzle van de vorige week. Nu, die was niet zo bar moeilijk, is het wel? Ilona van Duiven- boden heeft de hoofdprijs gewonnen en de troostprijzen gaan deze keer naar Tineke Jansen, Wim Bot en Mien van der Lee. Een eervolle vermelding krijgt Nel Bienefelt, die zo'n grappige studeer kamer had gemaakt voor professor Weet graag. Er is weer een nicht die graag toil corresponderen: Lenie Bravenboer heet ze en ze woont Camisseweg 55, Barendrecht. Het liefst zou Lenie willen schrijven met een meisje, dat veertien jaar is en ver van Baren drecht woont. Tineke Terlaat toil corresponderen met een jongen of meisje van 14 jaar. Zij woont Loos- duinseweg 599, Den Haag. Ook Ria Leerling wil corresponderen en toe! met een meisje van 9, 10 jaar. Zij woont Emmastraat 22, Barendrecht. We doen een greep in de brievenbus en daar komt de brief tevoorschijn van Els Hoorcnboom, die gelukkig verhoogd is op school en nu maar hoopt, dat ze een aardige meester zal krijgen. Wat heb jij een heerlijk schoolreisje gehad, Krijn de Jong, zijn jullie erg nat gewor den toen het zo begon te regenen? Dat was een keurig rapport, Gonda Nell! Wat heerlijk, dat vader gauw weer thuis komt, Alle Gersle. Was het leuk in Moerkapelle. Beppie Roos* Dat is fijn, Truus Lodder, dat de hele klas is overgegaan. Nee. voor kinderen be neden de vier jaar hoef je niet te beta len. Sarie Steenbergen. Kom je met September voor het eerst op de ULO, Flora Vnyk? Hennle Donkersloot heeft me geschreven wat ze allemaal gaat doen in de vacantie. Jij hebt ook heel wat voor de boeg met de va cantie. Lenie Visser. Pietje Kleppe is in de vacantie jarig, hartelijk gefeli citeerd hoor! Fijn dat de prijs naar je zin was Marian Dikken. Jij had de puzzle dus gauw opgelost, Adrle Vos. Wat een wandeling heb jij gemaakt naar oma. Anneke Vermeulen! Ben ny de Graaf schreef een grappig rijmp je. Dat vind je zeker wel gewichtig. Mar Ja deo Otter, om Frans te leren. Ja, als het zo koud is, is het niets pret tig om te zwemmen, hè Toosje Kroon? Waar ga jij naar toe in de vacantie, Thca Smallrnburg? Dat was een feest met Teuntjes verjaardag, hè Neeltje den Otter. Wat heb jij de provincies keurig opgeschreven. Tennis. Jan (geen ach ternaam) gaat naar opa en oma in Us- selmonde Jeanne de Valois en Cobi Smit zijn zeker vriendinnen, hè? Gaan jullie allebei naar de Noord Oost Pol der? Ita Baars heeft een nichtje te logeren. De kinderen Grootendorst zijn naar een dierentuin geweest en heb ben erg veel pret gehad om de apen. Joke Jurjaanz heeft een uitvoering ge zien van een rolschaatsclub. Hè, wat heerlijk hebben jullie het daar, Wim Ameling, ik zou best met je willen rui len! Dank je wel voor de ansicht kaart. Leny Kroesbergen. Ben je over gegaan. Dik van de Water? Doe de groe ten aan Frits en Goofke. Jij hebt het zeker wel gezellig gehad bij je tante, Marry van der Kaaden. Wat heeft de dokter gezegd. Johnny Mastenbroek? Jij hebt een paar leuke uitstapjes ge maakt. Hansje van Es. Wat heb jij veel knikkers gewonnen, Sjaak Schuur man. vond dat buurmeisje dat niet een beetje verdrietig? Nee maar, Hanne- ke Schouten, wat leuk om bij een klas genootje te logeren! Hoe vond je de dierentuin, Slmon Oorlog? Koeien melken lijkt me wel moeilijk, Wllma van Scherpenzeet, maar misschien leer je het nog wel. Fijn dat je zoveel kaar ten hebt gekregen. Truus Offerman. Be terschap voor jou en je zusje. Wat een verjaardagen bij Maaike Bambacht thuis, daar zal wel veel gesnoept wor den! Dat zal best gezellig zijn, als jullie nichtje komt logeren. Wllly en Hulb Kraaijeveld. Arie en Tonia van Houwellngen maken ook veel uitstapjes, nu het vacantie is. Het was niet de zelfde puzzle, Adri Uittenbogaard, maar hij leek er wel een beetje op. Dus jij bent de beste van de klas, Annelies Meuse, houdt het zo! Heb je erg ge lachen bij de bedriegertjes. Jan HeiJ- stek* Wat een heerlijke verjaardag heeft die Corrle Bokhorst gehad. Wel vreemd hè. dat je niet meer naar die school gaat. Hoe is het met de foto's. Greet Je? Wat spannend, Henny Clan cy, zo'n puzzle. Hoeveel woorden heb je al? Was dat niet griezelig, om boven op een schildpad te zitten. Willie van Loon? Wat leuk, dat je moeder me schreef om te vertellen dat je bent over gegaan, Tonny Lokker. Wat hebben jullie allemaal gezongen, Janny de Boon? Ben je erg ziek geweest. Jopie Hor dijk? Leuk. Trudie Krommendijk, dat er twee nichtjes komen logeren. Was het fijn in Almen, EUy Pantekoek? Was het een lekkere koek. Truusje MacLean? Dat is leuk, Ineke van Herp, met z'n allen er op uit in de va cantie. G.S.B. Romers (hoe zijn Je voornamen) gaat varen op de boot van vader en moeder. Hoe komt het dat je been pijn doet, Johannes Bleichrodt Gaan jullie in tenten kamperen, An»- Je van der Koolj? Hoe is het nu met je, Arnold Haak, heb je je erg pijn ge daan? Je hebt zeker wel mooie kaar ten gehad van vader en moeder, Eve- lijntje Munting. Dat is een pracht ca deau, Thea Pera, een fiets! Speelde jij voor Indianenvrouw, Slmone Tijm- stra? En was jouw verjaardag prettig, WIepkjen? Dat is gezellig. Jan Bak ker, dat Mettie weer komt logeren, doe haar mijn groeten maar. Daar waren ze thuis zeker wel blij mee, Nelleke van den Broek, met dat mooie rapport! Wat zullen jullie een plezier hebben op de verjaardag van Hanneke.. Mel- line Oosterhuis! Dat was een prettig kamp, Jannie en Ada Lreu- wenburgh. Waarom vind je het niet fijn dat je naar de MULO gaat, Nel Kuyt? Gaat het al een beetje goed met het loopgips van Leo. Robby den Ouden? Heerlijk, dat vader weer thuis is, Emmie van 't Riet Je hebt nog niet zo lang geleden een prijsje gehad, Gerrie Fossen. Was het fijn bij de tantes, Kees Varkevisser? Jij hebt zeker ook wel mogen spelen met al die cadeaux van het broertje van je vriendje. Jaco Robijn. Wat een feestelijkheden allemaal bij jou thuis, Dickie de Kruyf. Francineke Hilbers was op het strand toen opa en oma kwa men. Nel van der Kruk krijgt bezoek van haar correspondentievriendin, die óók Nel van der Kruk heet. Ik vind dat jij goed je best doet met het oppas sen van de kinderen van je zus, Jannie Struik. - Jammer van dat cijfer rekenen. Hanneke Koornstra, doe je best, hoor! Wllly vindt het zo fijn aan het strand, schrijft ze. Dat was toch wel een leuke verrassing van vader, Thea Geleynse. Veel plezier in Drente, Rietje Burger. Jij had aardige teke ningetjes gemaakt bij de vorige puzzle, Marianne de RuUter. Leuk is het, hè Ma ja van Kampen, een logée in huis Ja, jammer dat de brieven de vorige keer niet op tijd waren, Loeeje en Mieke Mulder. Wat een mooie rapporten had den jullie, zeg. Jij bent fijn bij Dicky de Kruijf geweest, hè Cor Brouwer. Jammer dat die foto's mislukten. Rietje van den Bos. Was het prettig in Ap pelscha, Nellie Leerling? En hier komen de nieuwelingen: Pau la Donkers, Irene Lindhout, Marjolein van Duivenboden. Mattie Rodrigo, Bram den Boer, Nel Pool, Marianne Spaansen. Sebelia en Maria van Oosten, Adri Middelkoop. Bert Rodrigo, Loesje Bontje, Tini van Vliet, Flip van Doeland, Ada Rosenbrandt, Wim Akerboom. Elly Burger, Hlllie Spanjaard. Hartelijk welkom, nieuwelingen. Dag allemaal, tot de volgende keer! ZONDAGSBLAD 6 AUGUSTUS 1955 3 Elout van Soeterwoude kende sleclits één streven DIENEN Een van de stichters der Vrije Universileit Op 11 Augustus.a.s. is het 150 jaar geleden, dat jhr. mr, P. J. Elout van Soeterwoude werd geboren Onder het Christenvolk van Nederland is zijn naam en werk nog lang niet vergeten. Vele scholen dragen zijn naam en hoe vaak treffen wij die naam aan als verhaald wordt over de grote strijd in de vorige eeuw tegen liberalisme en modernisme. Op hem in 't bijzonder is van toepassing het bekende woord uit Psalm 92: „Zij zullen in de ouderdom nog vrucht dragen, fris en groen zullen zij zijn". Op 4 October 1893 ontsliep hij in de gezegende ouderdom van 88 jaar. En algemeen werd toen door ons volk beseft, dat Nederland een van zijn grootste zonen verloren had. Gesproten uit een geslacht van Fran se oorsprong, dat het veelzeggend de vies had „Godt laet groeien", zag hij te 's-Gravenhage het levenslicht. De jonge Elout kreeg een uitnemen de opleiding en de eigenschappen van zijn moeder, een godvrezende vrouw, die bij herhaaldelijke afwe zigheid va« haar man, te zorgen had voor negen kinderen, werden in hem gevonden. He* laatste woord van zijn vader: „Ja, genade alleen!" bleef hem steeds dierbaar en de belang stelling. die de oude Elout had voor Ned. ïndië, ging op zijn zoon over. NA degelijk voorbereidend onder wijs werd hij aan de Leidse Ho geschool als student in de letteren en rechten ingeschreven. Het bewijs, dat Elout een begaafd student was, blijkt wel hieruit, dat hij de naam kreeg van „het slimme Pietje Elout". Hij kwam hier in aanraking met de vier jaar oudere Groen van Prinsterer, met wie hij steeds bevriend is ge bleven. Toen beide vrienden naderhand in Den Haag woonden, bezochten ze el kaar geregeld ter bespreking van de vele kerkelijke en staatkundige be langen en kwesties. Behalve Groen, had Elout nog een aantal uitnemende vrienden, die evenals hij bezield waren met het zelfde ideaal. Hij had een open oog voor de dor heid en lauwheid van het geestelijk leven in de eerste helft der vorige eeuw en sloot zich aan bij de „Chris telijke vrienden", waaruit later de Réveilkring ontstond. Vier-en-vijftig jaar heeft Elout met Groen mogen samenwerken, en hij was de man, die aan Groens graf op 23 Mei 1876 in een ontroerende toe spraak getuigde van de dankbaarheid van ons volk voor alles wat de Here in deze leider had geschonken. ELOUT behoorde in 1842 tot de „Zeven Haagse Heren", die een adres richtten tot de Hervormde synode en in 1843 hun bekende ge schrift „Aan de Hervormde gemeen ten ui Nederland" deden uitgaan Hij verzette zich met alle kracht tegen vervolging van de aanhangers der Afscheiding van 1834. De Evangelische Alliantie had in bijzondere mate de liefde van zijn hart en namens haar maakte hij ver schillende buitenlandse reizen. Toen het in 1886 en daarna op vele plaatsen in ons land tot een breken kwam met de synodale organisatie, behoorde Elout tot de weinigen uit edele stand, die geen verantwoorde lijkheid voor de synodale handelingen wilde dragen. Al was hij reeds de leeftijd der zeer sterken gepasseerd, Oprechte Oranjeliefde Op reis door de Noordelijke pro land, kwam stadhouder •n Drents dorpje, waar Willem V in et een 80-jarige vrouw woonde, men verhaalde, dat ze nog zonder bril vlas kon spinnen. Met deze vrouw wilde de vorst wel eens kennismaken. Toen ze vernam, wie haar hoge gast was, riep ze verwonderd uit: „Wal, bin ie nou onze Willem? Wal, wal. dat dut me plezeer. dat ik jou nog us veur dat ik starve mag zeen. Ik wil onze leeve Heer bidden, dat Hij jou nog lang spoare, omdat jij ons zo good regiert en zo veule weldaoden bewiest." Deze aanhankelijkheid trof de stadhou der. Toen hij de vrouw enkele goudstuk ken ter hand wilde stellen, zei ze: „Nee. Willem, zoo hek "t neet meent, hol dit veur jou: jou hoesholden is groo- ter dan 't miene, ik heb mien doagliks brood." Maar de prins persisteerde bij zijn aanbod en schonk haar een levenslang „pensioen", zodat ze, zonder er voor te behoeven werken in haar onderhoud kon hij diende zijn akte van afscheid bij het Hervormd kerkbestuur in en voeg de zich bij de Chr. Geref. Kerk. De eenheid van alle Gereformeer den trachtte hij steeds te bevorderen en in de jaren die vooraf gingen aan de vereniging der Chr. Geref. Kerk en de Ned. Geref. Kerken, drong hij daar sterk op aan. Op 17 Juni 1892 mocht hij tot zijn grote vreugde van de vereniging van beide kerkengroepen getuige zijn en hierin de vervulling zien van zijn voortdurend gebed. DE arbeid van Elout voor het Christelijk onderwijs is minstens even belangrijk geweest als die voor de kerk. Hij doorzag, dat een Chr. staat moet worden opgeliouwd door mannen en vrouwen, die onderwijs hebben genoten op scholen waar het Evangeliezaad wordt uitgestrooid, om hen te behouden van bij- en ongeloof. In de Tweede Kamer kwam hij herhaaldelijk voor het goed recht van het Chr. onderwijs op en vooral in 1878 trad hij, anders zich meer teruggetrokken houdend, op de voor grond. Men kent de ge schiedenis van Kappey- ne's befaamde school wet en het daaruit voortgekomen volks petitionnement, dat Koning Willem III op 3 Augustus 1878 op 't Loo werd aangeboden. Bij de aanbieding van dit smeekschrift om een „School met de Bijbel" voerde de grijze Elout als tweede spre ker het woord. Dit was wel een van de glanspunten van zijn Niet alleen het lager onderwijs, ook het hoger onderwijs op Geref. grond slag vond in Elout een geharnaste strijder. Hij behoorde mede tot de stichters van de Vrije Universiteit en bij haar opening op 20 October 1880 hield hij een toespraak, welke men een vaderlijke zegen over de nieuwe stichting noemen kon. Namens de vele vrienden bood hij oen som van 100.000 aan. Steeds bleef Elout met woord en daad zijn liefde voor de V.U. tonen. Zelfs op 86-jarige leeftijd, in 1891, was hij nog aanwezig op de jaarver gadering te Rotterdam en voerde er het woord. Nu de Vrije Universèiteit dit jaar haar 75-jarig bestaan mag herdenken, zal zeker ook de arbeid door Elout van Soeterwoude voor haar oprichting verricht, dankbaar worden herdacht. aanraking met mannen zien en talent, ook zijn maatschappe lijke loopbaan leidde hem aanstonds in de hoogste kringen. In Februari 1828 werd hij doctor in de beide rechten, bevorderd met de hoogste lof, en het jaar daarop werd hij tot oommies bij de Raad van State benoemd. Met smaak kon hij vertellen van zijn krijgsmansperiode tijdens de Bel gische opstand. Koning Willem I had nem reexis opgegeven als raadsheer in het Hof van Holland, maar door zijn verzet tegen de vervolging der Afgescheidenen werd hij door de toenmalige minister van Justitie ge passeerd. Naderhand heeft hij echter nog enkele hoge posten bekleed Ln het parlement deed Elout, geko- Soeterwoude. zen voor het district Gorinchem, in 1853 zijn intrede. Tot 1862 had hij zitting. Met Groen, Mackay en enkele anderen behoorde hij tot de christe lijke staatslieden, die daar het eerst de strijd tegen ongeloof en revolutie hebben aangebonden. Moeilijke dagen heeft Elout in de Kamer doorleefd. Nooit is Elout vóór Groen uitge drongen, ofschoon hij, vooral na Groens heengaan het Christenvolk ten voorbeeld en steun was. Reeds op hoge leeftijd gekomen, in 1874, meen de Elout zich uit het openbare leven te moeten terugtrekken. Toch behoor de hij in 1879 enkele maanden weder tot de Tweede en van 18851887 tot de Eerste Kamer. Nooit heeft Elout getracht te heer sen, wel te dienen, zelfs de eenvou digste man. Voor ieder zedelijk volks belang is hij in zijn rijk en langdu rig leven opgekomen. We afschaffing der slavernij, een bete re armenzorg, de zedelijke belangen van het leger enz. Op zijn tachtigste verjaardag werd hij door de A.R. Partij gehuldigd, bij monde van mr. L. W. C. Keuchenius, waarbij deze in het bijzonder de lief de van de tachtigjarige voor Indië en de Zending naar voren bracht. Patri monium, dat van zijn liefde voor de arbeiders weet te verhalen, bekleed de hem toen met het ere-lidmaat- schap. Er bestaat overvloedig reden ook nu nog met dankbaarheid en eerbied te herdenken het vele goede, dat ons volk in jhr. mr. Pieter Jacob Elout van Soeterwoude zo vele jaren ge schonken is geweest. Jacobuj 4 J. yERKEERD BIDDEN Wil dit zeg gen: te weinig bidden? Niet lang genoeg? Met woorden die niet mooi genoeg zijp? Of dat onze uiterlijke hou ding niet deugt? Neen. daarover gaat het niet. Dit zijn betrekkelijk allemaal bijzaken. Ten opzichte van deze dingen zou men kunnen spreken van. de techniek van het bidden, de buitenkant daarvan. En in geestelijke zaken, en daartoe be hoort het gebed in de eerste plaats, is de buitenkant van weinig belang. 't Gaat om het innerlijke, om de geest. Die moet er zijn, de geest des gebeds. Beter is het te bidden met een hart zonder woorden, dan met woor den zonder hart. 't Is er mee als met een electrische leiding thuis. Die kan prachtig in orde zijn, in de puntjes. Maar als de leiding det aangesloten is aan de electrische centrale, dan geeft ze op zichzelf niets. Verkeerd bidden. Dit is mogelijk op allerlei manier. Een paar dingen willen we noemen. Wij bidden verkeerd, wanneer wij God willen gebruiken voor zelfzuchtige doeleinden. Dat niet wij God dienen, maar dat Hij ons zal moe ten dienen. Dat wij de plannen maken en dan aan God vragen of Hij ze wil helpen uitvoeren. Dan wordt het niet, zoals een dichter gezongen heeft: „Gij •s, Gij, en Gij alleen", maar: ,Jk immers, Ik, en Ik alleen." En dan ,Jk" vooral met een hoofdletter. En of wij dan bidden om aardse, stoffelijke din gen of geestelijke, 't is altijd verkeerd. Wij leven in een tijd van welvaart. We drukken dat wel eens zo uit: alles kan tegenwoordig. Het gevaar is groot, dat we menen aan het stoffelijke ge noeg te hebben en dus God te kunnen missen. Zo raakt het gebed op de ach tergrond. 't Kan ook zijn, en dat gevaar is niet denkbeeldig, dat we nog meer willen hebben van de welvaart. Dat we rondlopen met de begeerte naar aller lei luxe dingen: een betere radio, te levisie, bromfiets, auto, mooiere kle ren- En dat we God vragen deze wen sen te vervullen. Eigenlijk houdt dat in: God inschakelen om onze wil door te zetten en ons doel te bereiken. Echt verkeerd bidden. Maar ook al bidden wij op die wijze om geestelijk gaven, dan is dat ver keerd. Van God iets willen afdwingen is altijd verkeerd. „God laat Zich niets ontwringen, Hij wil gebeden zijn." (Gez. 180). Bidden is en blijft ootmoedig, nede rig werken. Bidden is tot God naderen als arme bedelaars tot de rijke Hemel heer. Het mag nooit worden: God re kenschap vragen van Zijn doen en la ten. Bidden betekent steeds vragen: Heer, Uw wil en niet de mijne ge schiede. En dan mogen wij komen zoals we zijn- Met de erkenning van onze klein heid, nietigheid, geestelijke armoe. Met al onze lauwheid, koelheid, klein- geloof en ongeloof. Met een verslagen hart en een lege ziel. Voor alle din gen mogen wij komen met schuldbe lijdenis en vragen, of God ons onze zonden vergeve. Dit gebed wordt ze ker verhoord, indien het in oprecht heid gebeden wordt. Want in Jezus Christus heeft God verzoening teweeg gebracht. En God vergeeft graag en menigvuldig. Hy is genadig en verstoot geen zondaar, die berouwvol tot Hem het hart keert De hele Bijbel zegt: „Komt gij allen, komt tot Hem, zon daars. komt. wat zou u hind'ren?" In Jezus Christus hebben en houden wij een geopende toegang tot Gods troon en Gocis Vaderhart, waar wij al les mogen bergen wat ons hindert, moeilijk valt, benauwt; in één woord: waar we mee zitten. God verzekert ons: Roept my aan ten dage der benauwdheid, Ik zal er u uitredden en gij zult Mij eren." (Ps. 50 15). Wat een grote zegen God te mogen aanroepen, te mogen bidden. Een plaats te hebben, waar we terecht kunnen met al onze noden, ook met onze blijd schap en dankbaarheid- Dit laatste mo gen we ook niet vergeten: God te dan ken. Waar dat achterwege bljjft wordt ook verkeerd gebeden. Verkeerd bidden kan op velerlei ma nier. Maar wanneer ge uw bidden steeds stelt onder de leiding van Gods Heilige Geest, dan zult ge bewaard worden voor verkeerd bidden. God geve en vermeerdere u de ze gen van het rechte bidden. Ds. R. TEN KATE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 9