£en EDELMAN,
f onze j€uqó-p&qin& f
Berts weggelopen konijntje
die zich voor de christelijke actie gaf
Verkeerd bidden
6
ZONDAGSBLAD 6 AUGUSTUS I9S5
(Venrolf).
't Werd tijd, dat Vader naar kan
toor ging en Bert moest naar school.
Toch nam Vader Bert nog even mee
naar binnen en vroeg, hoe dit alles
gekomen was. Met z'n ogen naar be
neden heeft Bert toen verteld, dat hij
de vorige avond alles zo haastig ge
daan had.
Vader schudde zijn hoofd. .Jongen
jongen! Dus het is allemaal je eigen
schuld. Wat is dat naar voor je. Ik
hoop, dat we het tweede konijntje ook
nog zullen vinden."
Moeder beloofde, dat ze zo nu en
dan eens zou gaan kijken of ze het
konijntje ergens zag.
Onderweg naar school heeft Bert
nog in tuintjes en achter bomen ge
keken. maar niets gevonden.
Gelukkig kwam hij nog net oo tijd
op school.
veRteLUnq va.n
m&Rie hóRvis
De juffrouw vertelde altijd zo mooi
Bijbelse geschiedenis. maar deze
morgen kon Bert er haast niet naar
luisteren. Hij moest steeds aan het
konijntje denken. Als het nu eens de
grote verkeersweg opgegaan was Dan
zou het zeker al doodgereden zijn. Of
zou een auto wel stoppen voor een
konijn? Oom Jaap zou het vast wel
doen, want die hield zoveel van die-
Onder de leesles, toen het Berts
beurt was, wist hij helemaal niet.
waar hij moest beginnen. Met de
sommen zat hij op z'n potlood te bij
ten. Hè. ze waren ook zo moeilijk.
Bert dacht verder: Als het konijn
tje mi eens in de sloot gesprrngen
was. Eigen schuld, jongen, had Vader
Jezegd. Bert had goed gezien, dat Va-
er ook verdriet had; dat was nu ook
zijn schuld.
,,Bert," klonk plotseling jufs stem,
„Waarom doe je vanmorgen niet
mee? Ben je ziek?"
Bert schudde alleen maar even van
nee en deed of hij echt sommen ging
maken. Maar hij kon geen cijfers
zien van de tranen, die telkens in z'n
ogen sprongen. Even later stond
Berts naam op het bord En nog even
later was Juf echt boos. omdat Berts
werk zo slordig was. Er was x>k nog
een kruisje ariiter z'n naam oo het
bord gekomen.
O, dacht Bert, het kan me toch
niets schelen, als m'n konijntje maar
terecht komt.
Om twaalf uur mochten alle kinde
ren naar huis, alleen Bert moest even
nablijven. Hij zat met z'n armen on
der z'n hoofd. Juf ging bij Bert in de
bank zitten en nam z n armen weg.
„Zo. jongen." zei juf vriendelijk,
„vertel nu maar een3. waarom jij
vanmorgen zo slecht gewerkt hebt.
Dat ben ik helemaal niet van je ge
wend."
Weer die akelige tranen. Juf zag
het. „Is het heel erg, Bert? vroeg ze
dan zacht
„Ja juf. héél erg," snikte Bert,
„er is een konijntje van me wegge
lopen, en 't is mijn eigen schuld.
„Arme jongen! Ga dan maar gauw
naar huis, misschiet) is het nog terug
gekomen."
met het
afgeveegd,
't Werd o
het bord
I ook een akelige middag op
school, want het konijntje was nog
met terecht.
Juf was helemaal niet boos meer.
Ze wist nu. dat Bert niet kon werken,
omdat hij verdriet had.
Om vier uur zei Bert tegen de juf
frouw: „We gaan op 't politiebureau
vragen."
„Nou jo," zei juf, „als het daar
eens was, hè?"
OP 't POLITIEBUREAU
kaars schouder stappen ze het
schoolhek uit. Ze hoeven niet ver te
lopen, een straat verder, rechtsom
en dan zien ze het politiebureau al
staan.
Als ze er dichtbij komen, vinden ze
't toch wel een beetje griezelig om
naar binnen te gaan.
Voor 't gebouw staan ze stil en
spreken af. wie naar het konijntje
moet vragen.
Wim zegt: „Ik ben helemaal niet
bang, hoor. maar 't ia jouw konijn."
Bert vindt, dat Wiim het hoort te
doen, omdat hij de oudste is.
Voordat ze 't eens geworden zijn,
gaat de deur van 't grote gebouw
open en een vriendelijke politieman
zegt: „Zo jongens, jullie moeten zeker
hier wezen, dan zal ik de deur maar
open laten, hè?"
Zo staan ze onverwachts in een
lange brede gang, met veel deuren.
Boven elke deur hangt een bordje,
waar wat op geschreven staat. Ze
proberen het eerste te lezen, wat een
vreselijk moeilijk woord. „Zeg jo",
fluistert Wim, „waarom zouden er
zulke rare woorden boven de deuren
staan?" De tweede deur kunnen ze
ook niet lezen.
„Hier zeg!" roept Bert, „hier staat
„Ja, hier moeten we zijn hoor!"
Bert wil meteen de deur open doen.
Wim rukt zijn hand van de knop.
„Sufferd, je hoort toch eerst te Klop
pen".
Even later staan ze ir. een kamer
waar het erg l'cht is. Wim geeft Bert
nog even gauw een por in z'n rug en
zegt zacht: „Jouw konijn hoor! Jij
moet 't vragen".
Achter een schrijfbureau met dikke
boeken en stapels brieven zit een
agent te schrijven. Hij schrijft nog
even door, als hij Bert en Wim ge
zien heeft; zet dan z'n bril af, doet
de dop op z'n vulpen en zegt: „Zo
jongens, wat komen jullie vertellen?"
Bert slikt. O 't is opeens r.et of er
een grote brok in z'n keel zit. Hij
slikt nog eens.
De politie knikt naar Bert net, of
h»j zeggen wil: „Toe maar, je durft
best".
Berts stem trilt als hij begint te
praten. „Mijnheer, ik had twee witte
konijntjes met rooie oogjes en nu is
er een weggelopen. Is het misschien
hier gebracht?"
De politieman glimlacht heel even,
maar kijkt dan dadelijk weer ernstig.
„Jonge jonge, dat is jammer. Ik
heb er niets van gehoord, of hier een
konijn gebracht is. Maar ik zal mijn
heer Brouwer vragen, die weet er
misschien meer van".
Hij neemt ae hoorn van de telefoon,
draait het nummer, wacht een ogen
blik. „Ja, mijnheer Brouwer, hier zijn
twee jongens, die komen vragen, of
er een wit konijn met rooie oogjes op
het bureau gebracht is?"
Bert kijkt met open mond naar de
man aan de telefoon. Hè, wat jam
mer, dat ze nu niet kunnen horen
wat die mijnheer Brouwer antwoordt.
Voorzichtig legt de politie even la
ter de hoorn op het toestel en zegt:
„Het spijt me jongens, mijnheer Biou-
wer weet ook niets van dat konijn
af, maar zo gauw als we iets horen,
krijg je bericht. Even je adres no
teren. Je heet?"
„Bert van Buren, mijnheer."
„Straat?"
„Bloemenstraat 20."
Om het maar eens heel deftig te
zeggen: met deze rebus voldoen we
aan de wens van velen. Vaak vragen
sommige neven en nichten: hè
tante Jos, geef nou eens weer een
rebus, een moeilijke. Nu, daar is
er weer zo een. De zin, die er uit
komt, is wel een beetje deftig en
ouderwets, maar dat vinden jullie
wast niet erg. Doe je best maar
weerIk verwacht de oplossingen
vóór Dinsdag, en jullie denken er
toch vooral om, om óók in je brief
je naam en adres te schrijven?
„Nu kunnen jullie weer naar huis
gaan jongens."
Bert gaa* naar de politieman toe,
geeft hem een hand en zegt: „Dank
u wel, mijnheer."
De politieman schudt Berts hand en
zegt: „Ik hoop, dat je konijn weer te
recht komt, dag Bert!"
Wim en Bert zijn echt blij als ze
weer op straat zijn. Die agent was
erg aardig, maar ze vonden alles toch
een beetje vreemd. Ze waren nog
nooit eerder op 't politiebureau ge
weest.
(Volgende week verder).
onze BRievenBus
Hallo allemaal,
HDaar zijn we weer
met de oplossing van
de puzzle van de
vorige week. Nu, die
was niet zo bar
moeilijk, is het wel?
Ilona van Duiven-
boden heeft de
hoofdprijs gewonnen
en de troostprijzen
gaan deze keer naar
Tineke Jansen, Wim
Bot en Mien van der
Lee. Een eervolle
vermelding krijgt Nel
Bienefelt, die zo'n
grappige studeer
kamer had gemaakt
voor professor Weet
graag.
Er is weer een nicht die graag toil
corresponderen: Lenie Bravenboer
heet ze en ze woont Camisseweg 55,
Barendrecht. Het liefst zou Lenie
willen schrijven met een meisje, dat
veertien jaar is en ver van Baren
drecht woont. Tineke Terlaat toil
corresponderen met een jongen of
meisje van 14 jaar. Zij woont Loos-
duinseweg 599, Den Haag. Ook Ria
Leerling wil corresponderen en toe!
met een meisje van 9, 10 jaar. Zij
woont Emmastraat 22, Barendrecht.
We doen een greep in de brievenbus
en daar komt de brief tevoorschijn van
Els Hoorcnboom, die gelukkig verhoogd
is op school en nu maar hoopt, dat ze
een aardige meester zal krijgen. Wat
heb jij een heerlijk schoolreisje gehad,
Krijn de Jong, zijn jullie erg nat gewor
den toen het zo begon te regenen? Dat
was een keurig rapport, Gonda Nell!
Wat heerlijk, dat vader gauw weer
thuis komt, Alle Gersle. Was het leuk
in Moerkapelle. Beppie Roos* Dat is
fijn, Truus Lodder, dat de hele klas is
overgegaan. Nee. voor kinderen be
neden de vier jaar hoef je niet te beta
len. Sarie Steenbergen. Kom je met
September voor het eerst op de ULO,
Flora Vnyk? Hennle Donkersloot
heeft me geschreven wat ze allemaal
gaat doen in de vacantie. Jij hebt
ook heel wat voor de boeg met de va
cantie. Lenie Visser. Pietje Kleppe
is in de vacantie jarig, hartelijk gefeli
citeerd hoor! Fijn dat de prijs naar
je zin was Marian Dikken. Jij had
de puzzle dus gauw opgelost, Adrle Vos.
Wat een wandeling heb jij gemaakt
naar oma. Anneke Vermeulen! Ben
ny de Graaf schreef een grappig rijmp
je. Dat vind je zeker wel gewichtig.
Mar Ja deo Otter, om Frans te leren.
Ja, als het zo koud is, is het niets pret
tig om te zwemmen, hè Toosje Kroon?
Waar ga jij naar toe in de vacantie,
Thca Smallrnburg? Dat was een feest
met Teuntjes verjaardag, hè Neeltje den
Otter. Wat heb jij de provincies keurig
opgeschreven. Tennis. Jan (geen ach
ternaam) gaat naar opa en oma in Us-
selmonde Jeanne de Valois en Cobi
Smit zijn zeker vriendinnen, hè? Gaan
jullie allebei naar de Noord Oost Pol
der? Ita Baars heeft een nichtje te
logeren. De kinderen Grootendorst
zijn naar een dierentuin geweest en heb
ben erg veel pret gehad om de apen.
Joke Jurjaanz heeft een uitvoering ge
zien van een rolschaatsclub. Hè, wat
heerlijk hebben jullie het daar, Wim
Ameling, ik zou best met je willen rui
len! Dank je wel voor de ansicht
kaart. Leny Kroesbergen. Ben je over
gegaan. Dik van de Water? Doe de groe
ten aan Frits en Goofke. Jij hebt het
zeker wel gezellig gehad bij je tante,
Marry van der Kaaden. Wat heeft de
dokter gezegd. Johnny Mastenbroek?
Jij hebt een paar leuke uitstapjes ge
maakt. Hansje van Es. Wat heb jij
veel knikkers gewonnen, Sjaak Schuur
man. vond dat buurmeisje dat niet een
beetje verdrietig? Nee maar, Hanne-
ke Schouten, wat leuk om bij een klas
genootje te logeren! Hoe vond je de
dierentuin, Slmon Oorlog? Koeien
melken lijkt me wel moeilijk, Wllma van
Scherpenzeet, maar misschien leer je
het nog wel. Fijn dat je zoveel kaar
ten hebt gekregen. Truus Offerman. Be
terschap voor jou en je zusje. Wat
een verjaardagen bij Maaike Bambacht
thuis, daar zal wel veel gesnoept wor
den! Dat zal best gezellig zijn, als
jullie nichtje komt logeren. Wllly en
Hulb Kraaijeveld. Arie en Tonia van
Houwellngen maken ook veel uitstapjes,
nu het vacantie is. Het was niet de
zelfde puzzle, Adri Uittenbogaard, maar
hij leek er wel een beetje op. Dus jij
bent de beste van de klas, Annelies
Meuse, houdt het zo! Heb je erg ge
lachen bij de bedriegertjes. Jan HeiJ-
stek* Wat een heerlijke verjaardag
heeft die Corrle Bokhorst gehad. Wel
vreemd hè. dat je niet meer naar die
school gaat. Hoe is het met de foto's.
Greet Je? Wat spannend, Henny Clan
cy, zo'n puzzle. Hoeveel woorden heb je
al? Was dat niet griezelig, om boven
op een schildpad te zitten. Willie van
Loon? Wat leuk, dat je moeder me
schreef om te vertellen dat je bent over
gegaan, Tonny Lokker. Wat hebben
jullie allemaal gezongen, Janny de Boon?
Ben je erg ziek geweest. Jopie Hor
dijk? Leuk. Trudie Krommendijk,
dat er twee nichtjes komen logeren.
Was het fijn in Almen, EUy Pantekoek?
Was het een lekkere koek. Truusje
MacLean? Dat is leuk, Ineke van
Herp, met z'n allen er op uit in de va
cantie. G.S.B. Romers (hoe zijn Je
voornamen) gaat varen op de boot van
vader en moeder. Hoe komt het dat
je been pijn doet, Johannes Bleichrodt
Gaan jullie in tenten kamperen, An»-
Je van der Koolj? Hoe is het nu met
je, Arnold Haak, heb je je erg pijn ge
daan? Je hebt zeker wel mooie kaar
ten gehad van vader en moeder, Eve-
lijntje Munting. Dat is een pracht ca
deau, Thea Pera, een fiets! Speelde
jij voor Indianenvrouw, Slmone Tijm-
stra? En was jouw verjaardag prettig,
WIepkjen? Dat is gezellig. Jan Bak
ker, dat Mettie weer komt logeren, doe
haar mijn groeten maar. Daar waren
ze thuis zeker wel blij mee, Nelleke van
den Broek, met dat mooie rapport!
Wat zullen jullie een plezier hebben
op de verjaardag van Hanneke.. Mel-
line Oosterhuis! Dat was een
prettig kamp, Jannie en Ada Lreu-
wenburgh. Waarom vind je het
niet fijn dat je naar de MULO
gaat, Nel Kuyt? Gaat het al
een beetje goed met het loopgips van
Leo. Robby den Ouden? Heerlijk, dat
vader weer thuis is, Emmie van 't Riet
Je hebt nog niet zo lang geleden een
prijsje gehad, Gerrie Fossen. Was het
fijn bij de tantes, Kees Varkevisser?
Jij hebt zeker ook wel mogen spelen
met al die cadeaux van het broertje van
je vriendje. Jaco Robijn. Wat een
feestelijkheden allemaal bij jou thuis,
Dickie de Kruyf. Francineke Hilbers
was op het strand toen opa en oma kwa
men. Nel van der Kruk krijgt bezoek
van haar correspondentievriendin, die
óók Nel van der Kruk heet. Ik vind
dat jij goed je best doet met het oppas
sen van de kinderen van je zus, Jannie
Struik. - Jammer van dat cijfer
rekenen. Hanneke Koornstra, doe je best,
hoor! Wllly vindt het zo fijn aan het
strand, schrijft ze. Dat was toch wel
een leuke verrassing van vader, Thea
Geleynse. Veel plezier in Drente,
Rietje Burger. Jij had aardige teke
ningetjes gemaakt bij de vorige puzzle,
Marianne de RuUter. Leuk is het, hè
Ma ja van Kampen, een logée in huis
Ja, jammer dat de brieven de vorige
keer niet op tijd waren, Loeeje en Mieke
Mulder. Wat een mooie rapporten had
den jullie, zeg. Jij bent fijn bij Dicky
de Kruijf geweest, hè Cor Brouwer.
Jammer dat die foto's mislukten. Rietje
van den Bos. Was het prettig in Ap
pelscha, Nellie Leerling?
En hier komen de nieuwelingen: Pau
la Donkers, Irene Lindhout, Marjolein
van Duivenboden. Mattie Rodrigo,
Bram den Boer, Nel Pool, Marianne
Spaansen. Sebelia en Maria van Oosten,
Adri Middelkoop. Bert Rodrigo, Loesje
Bontje, Tini van Vliet, Flip van Doeland,
Ada Rosenbrandt, Wim Akerboom. Elly
Burger, Hlllie Spanjaard.
Hartelijk welkom, nieuwelingen. Dag
allemaal, tot de volgende keer!
ZONDAGSBLAD 6 AUGUSTUS 1955
3
Elout van Soeterwoude kende sleclits één streven DIENEN
Een van de stichters der Vrije Universileit
Op 11 Augustus.a.s. is het 150 jaar geleden, dat jhr. mr, P. J.
Elout van Soeterwoude werd geboren Onder het Christenvolk van
Nederland is zijn naam en werk nog lang niet vergeten. Vele scholen
dragen zijn naam en hoe vaak treffen wij die naam aan als verhaald
wordt over de grote strijd in de vorige eeuw tegen liberalisme en
modernisme.
Op hem in 't bijzonder is van toepassing het bekende woord
uit Psalm 92: „Zij zullen in de ouderdom nog vrucht dragen, fris
en groen zullen zij zijn". Op 4 October 1893 ontsliep hij in de
gezegende ouderdom van 88 jaar. En algemeen werd toen door ons
volk beseft, dat Nederland een van zijn grootste zonen verloren had.
Gesproten uit een geslacht van Fran
se oorsprong, dat het veelzeggend de
vies had „Godt laet groeien", zag hij
te 's-Gravenhage het levenslicht.
De jonge Elout kreeg een uitnemen
de opleiding en de eigenschappen
van zijn moeder, een godvrezende
vrouw, die bij herhaaldelijke afwe
zigheid va« haar man, te zorgen had
voor negen kinderen, werden in hem
gevonden. He* laatste woord van zijn
vader: „Ja, genade alleen!" bleef
hem steeds dierbaar en de belang
stelling. die de oude Elout had voor
Ned. ïndië, ging op zijn zoon over.
NA degelijk voorbereidend onder
wijs werd hij aan de Leidse Ho
geschool als student in de letteren en
rechten ingeschreven. Het bewijs, dat
Elout een begaafd student was, blijkt
wel hieruit, dat hij de naam kreeg
van „het slimme Pietje Elout". Hij
kwam hier in aanraking met de vier
jaar oudere Groen van Prinsterer,
met wie hij steeds bevriend is ge
bleven.
Toen beide vrienden naderhand in
Den Haag woonden, bezochten ze el
kaar geregeld ter bespreking van de
vele kerkelijke en staatkundige be
langen en kwesties.
Behalve Groen, had Elout nog een
aantal uitnemende vrienden, die
evenals hij bezield waren met het
zelfde ideaal.
Hij had een open oog voor de dor
heid en lauwheid van het geestelijk
leven in de eerste helft der vorige
eeuw en sloot zich aan bij de „Chris
telijke vrienden", waaruit later de
Réveilkring ontstond.
Vier-en-vijftig jaar heeft Elout met
Groen mogen samenwerken, en hij
was de man, die aan Groens graf op
23 Mei 1876 in een ontroerende toe
spraak getuigde van de dankbaarheid
van ons volk voor alles wat de Here
in deze leider had geschonken.
ELOUT behoorde in 1842 tot de
„Zeven Haagse Heren", die een
adres richtten tot de Hervormde
synode en in 1843 hun bekende ge
schrift „Aan de Hervormde gemeen
ten ui Nederland" deden uitgaan Hij
verzette zich met alle kracht tegen
vervolging van de aanhangers der
Afscheiding van 1834.
De Evangelische Alliantie had in
bijzondere mate de liefde van zijn
hart en namens haar maakte hij ver
schillende buitenlandse reizen.
Toen het in 1886 en daarna op vele
plaatsen in ons land tot een breken
kwam met de synodale organisatie,
behoorde Elout tot de weinigen uit
edele stand, die geen verantwoorde
lijkheid voor de synodale handelingen
wilde dragen. Al was hij reeds de
leeftijd der zeer sterken gepasseerd,
Oprechte Oranjeliefde
Op
reis door de Noordelijke pro
land, kwam stadhouder
•n Drents dorpje, waar
Willem V in et
een 80-jarige vrouw woonde,
men verhaalde, dat ze nog zonder bril
vlas kon spinnen. Met deze vrouw wilde
de vorst wel eens kennismaken.
Toen ze vernam, wie haar hoge gast
was, riep ze verwonderd uit: „Wal, bin
ie nou onze Willem? Wal, wal. dat dut
me plezeer. dat ik jou nog us veur
dat ik starve mag zeen. Ik wil onze
leeve Heer bidden, dat Hij jou nog lang
spoare, omdat jij ons zo good regiert
en zo veule weldaoden bewiest."
Deze aanhankelijkheid trof de stadhou
der. Toen hij de vrouw enkele goudstuk
ken ter hand wilde stellen, zei ze:
„Nee. Willem, zoo hek "t neet meent,
hol dit veur jou: jou hoesholden is groo-
ter dan 't miene, ik heb mien doagliks
brood."
Maar de prins persisteerde bij zijn
aanbod en schonk haar een levenslang
„pensioen", zodat ze, zonder er voor te
behoeven werken in haar onderhoud kon
hij diende zijn akte van afscheid bij
het Hervormd kerkbestuur in en voeg
de zich bij de Chr. Geref. Kerk.
De eenheid van alle Gereformeer
den trachtte hij steeds te bevorderen
en in de jaren die vooraf gingen aan
de vereniging der Chr. Geref. Kerk
en de Ned. Geref. Kerken, drong hij
daar sterk op aan.
Op 17 Juni 1892 mocht hij tot zijn
grote vreugde van de vereniging van
beide kerkengroepen getuige zijn en
hierin de vervulling zien van zijn
voortdurend gebed.
DE arbeid van Elout voor het
Christelijk onderwijs is minstens
even belangrijk geweest als die voor
de kerk. Hij doorzag, dat een Chr.
staat moet worden opgeliouwd door
mannen en vrouwen, die onderwijs
hebben genoten op scholen waar het
Evangeliezaad wordt uitgestrooid, om
hen te behouden van bij- en ongeloof.
In de Tweede Kamer
kwam hij herhaaldelijk
voor het goed recht
van het Chr. onderwijs
op en vooral in 1878
trad hij, anders zich
meer teruggetrokken
houdend, op de voor
grond. Men kent de ge
schiedenis van Kappey-
ne's befaamde school
wet en het daaruit
voortgekomen volks
petitionnement, dat
Koning Willem III op
3 Augustus 1878 op 't
Loo werd aangeboden.
Bij de aanbieding
van dit smeekschrift
om een „School met de
Bijbel" voerde de grijze
Elout als tweede spre
ker het woord. Dit was
wel een van de glanspunten van zijn
Niet alleen het lager onderwijs, ook
het hoger onderwijs op Geref. grond
slag vond in Elout een geharnaste
strijder. Hij behoorde mede tot de
stichters van de Vrije Universiteit en
bij haar opening op 20 October 1880
hield hij een toespraak, welke men
een vaderlijke zegen over de nieuwe
stichting noemen kon. Namens de
vele vrienden bood hij oen som van
100.000 aan.
Steeds bleef Elout met woord en
daad zijn liefde voor de V.U. tonen.
Zelfs op 86-jarige leeftijd, in 1891,
was hij nog aanwezig op de jaarver
gadering te Rotterdam en voerde er
het woord. Nu de Vrije Universèiteit
dit jaar haar 75-jarig bestaan mag
herdenken, zal zeker ook de arbeid
door Elout van Soeterwoude voor
haar oprichting verricht, dankbaar
worden herdacht.
aanraking met mannen
zien en talent, ook zijn maatschappe
lijke loopbaan leidde hem aanstonds
in de hoogste kringen.
In Februari 1828 werd hij doctor
in de beide rechten, bevorderd met
de hoogste lof, en het jaar daarop
werd hij tot oommies bij de Raad
van State benoemd.
Met smaak kon hij vertellen van
zijn krijgsmansperiode tijdens de Bel
gische opstand. Koning Willem I had
nem reexis opgegeven als raadsheer
in het Hof van Holland, maar door
zijn verzet tegen de vervolging der
Afgescheidenen werd hij door de
toenmalige minister van Justitie ge
passeerd. Naderhand heeft hij echter
nog enkele hoge posten bekleed
Ln het parlement deed Elout, geko-
Soeterwoude.
zen voor het district Gorinchem, in
1853 zijn intrede. Tot 1862 had hij
zitting. Met Groen, Mackay en enkele
anderen behoorde hij tot de christe
lijke staatslieden, die daar het eerst
de strijd tegen ongeloof en revolutie
hebben aangebonden. Moeilijke dagen
heeft Elout in de Kamer doorleefd.
Nooit is Elout vóór Groen uitge
drongen, ofschoon hij, vooral na
Groens heengaan het Christenvolk
ten voorbeeld en steun was. Reeds op
hoge leeftijd gekomen, in 1874, meen
de Elout zich uit het openbare leven
te moeten terugtrekken. Toch behoor
de hij in 1879 enkele maanden weder
tot de Tweede en van 18851887 tot
de Eerste Kamer.
Nooit heeft Elout getracht te heer
sen, wel te dienen, zelfs de eenvou
digste man. Voor ieder zedelijk volks
belang is hij in zijn rijk en langdu
rig leven opgekomen. We
afschaffing der slavernij, een bete
re armenzorg, de zedelijke belangen
van het leger enz.
Op zijn tachtigste verjaardag werd
hij door de A.R. Partij gehuldigd, bij
monde van mr. L. W. C. Keuchenius,
waarbij deze in het bijzonder de lief
de van de tachtigjarige voor Indië en
de Zending naar voren bracht. Patri
monium, dat van zijn liefde voor de
arbeiders weet te verhalen, bekleed
de hem toen met het ere-lidmaat-
schap.
Er bestaat overvloedig reden ook
nu nog met dankbaarheid en eerbied
te herdenken het vele goede, dat ons
volk in jhr. mr. Pieter Jacob Elout
van Soeterwoude zo vele jaren ge
schonken is geweest.
Jacobuj 4 J.
yERKEERD BIDDEN Wil dit zeg
gen: te weinig bidden? Niet lang
genoeg? Met woorden die niet mooi
genoeg zijp? Of dat onze uiterlijke hou
ding niet deugt?
Neen. daarover gaat het niet. Dit
zijn betrekkelijk allemaal bijzaken.
Ten opzichte van deze dingen zou men
kunnen spreken van. de techniek van
het bidden, de buitenkant daarvan. En
in geestelijke zaken, en daartoe be
hoort het gebed in de eerste plaats, is
de buitenkant van weinig belang.
't Gaat om het innerlijke, om de
geest. Die moet er zijn, de geest des
gebeds. Beter is het te bidden met een
hart zonder woorden, dan met woor
den zonder hart. 't Is er mee als met
een electrische leiding thuis. Die kan
prachtig in orde zijn, in de puntjes.
Maar als de leiding det aangesloten is
aan de electrische centrale, dan geeft
ze op zichzelf niets.
Verkeerd bidden. Dit is mogelijk op
allerlei manier. Een paar dingen willen
we noemen. Wij bidden verkeerd,
wanneer wij God willen gebruiken voor
zelfzuchtige doeleinden. Dat niet wij
God dienen, maar dat Hij ons zal moe
ten dienen. Dat wij de plannen maken
en dan aan God vragen of Hij ze wil
helpen uitvoeren. Dan wordt het niet,
zoals een dichter gezongen heeft: „Gij
•s, Gij, en Gij alleen", maar: ,Jk
immers, Ik, en Ik alleen." En dan ,Jk"
vooral met een hoofdletter. En of wij
dan bidden om aardse, stoffelijke din
gen of geestelijke, 't is altijd verkeerd.
Wij leven in een tijd van welvaart.
We drukken dat wel eens zo uit: alles
kan tegenwoordig. Het gevaar is groot,
dat we menen aan het stoffelijke ge
noeg te hebben en dus God te kunnen
missen. Zo raakt het gebed op de ach
tergrond. 't Kan ook zijn, en dat gevaar
is niet denkbeeldig, dat we nog meer
willen hebben van de welvaart. Dat we
rondlopen met de begeerte naar aller
lei luxe dingen: een betere radio, te
levisie, bromfiets, auto, mooiere kle
ren- En dat we God vragen deze wen
sen te vervullen. Eigenlijk houdt dat
in: God inschakelen om onze wil door
te zetten en ons doel te bereiken. Echt
verkeerd bidden.
Maar ook al bidden wij op die wijze
om geestelijk gaven, dan is dat ver
keerd. Van God iets willen afdwingen
is altijd verkeerd. „God laat Zich niets
ontwringen, Hij wil gebeden zijn."
(Gez. 180).
Bidden is en blijft ootmoedig, nede
rig werken. Bidden is tot God naderen
als arme bedelaars tot de rijke Hemel
heer. Het mag nooit worden: God re
kenschap vragen van Zijn doen en la
ten. Bidden betekent steeds vragen:
Heer, Uw wil en niet de mijne ge
schiede.
En dan mogen wij komen zoals we
zijn- Met de erkenning van onze klein
heid, nietigheid, geestelijke armoe.
Met al onze lauwheid, koelheid, klein-
geloof en ongeloof. Met een verslagen
hart en een lege ziel. Voor alle din
gen mogen wij komen met schuldbe
lijdenis en vragen, of God ons onze
zonden vergeve. Dit gebed wordt ze
ker verhoord, indien het in oprecht
heid gebeden wordt. Want in Jezus
Christus heeft God verzoening teweeg
gebracht. En God vergeeft graag en
menigvuldig. Hy is genadig en verstoot
geen zondaar, die berouwvol tot Hem
het hart keert De hele Bijbel zegt:
„Komt gij allen, komt tot Hem, zon
daars. komt. wat zou u hind'ren?"
In Jezus Christus hebben en houden
wij een geopende toegang tot Gods
troon en Gocis Vaderhart, waar wij al
les mogen bergen wat ons hindert,
moeilijk valt, benauwt; in één woord:
waar we mee zitten.
God verzekert ons: Roept my aan
ten dage der benauwdheid, Ik zal er
u uitredden en gij zult Mij eren." (Ps.
50 15).
Wat een grote zegen God te mogen
aanroepen, te mogen bidden. Een plaats
te hebben, waar we terecht kunnen
met al onze noden, ook met onze blijd
schap en dankbaarheid- Dit laatste mo
gen we ook niet vergeten: God te dan
ken. Waar dat achterwege bljjft wordt
ook verkeerd gebeden.
Verkeerd bidden kan op velerlei ma
nier. Maar wanneer ge uw bidden
steeds stelt onder de leiding van Gods
Heilige Geest, dan zult ge bewaard
worden voor verkeerd bidden.
God geve en vermeerdere u de ze
gen van het rechte bidden.
Ds. R. TEN KATE.