Jonge dirigenten worden
gevormd
Cultureel
venster
LEZERS
PELGRIMAGE
LECTUUR
Waarom geen convent der
Gereformeerde gezindte
Als tamme ganzen
in de kerk
nieuwe leidsche courant
Nabeschouwing bij een cursus van
de Ned. Radio Unie
Een componist mag nog zo veel en nog zulke goede orkest
werken schrijven, als er geen dirigent gevonden wordt die deze
werken uitvoert, blijft de componist een onbekende en krijgt
hoogstens de dag na zijn dood een posthume huldiging in de
krant. En dan moet die dirigent de werken nog goed spelen
ook, anders blijft het bij één uitvoering. De bekende Zwitsers-
Franse componist Arthur Honcgger heeft hierop eens gewezen,
toen hij het had over de Suite „Daphnis et Chloë" van Ravel.
Dit werk werd in 1912 geschreven, doch is de eerste 30 jaar
van zijn bestaan betrekkelijk weinig gespeeld. „Plotseling," zei
Honegger, „kwam Charles Münch met een bijzonder brillante
uitvoering. En toen nam het werk z'n grote vlucht."
Zo ffhankelijk dus is de com
ponist van zijn uitvoerders, c.q.
de dirigent. We hebben hieraan
de vorige week moeten denken,
toen we in Hilversum 28 jonge
orkestleiders aan het werk za-
het Omroep Kamer-
werden uitgevoerd, alsmede klei
nere werken van Schumann. De
bussy. Richard Strauss, Bartók
en Pijper. Soms waren we ver
rast, soms geboeid, soms heb
ben we ook even gehuiverd.
Waren al die 28 jongeren zich
wel bewust van hun grote ver
antwoordelijke taak? Beseffen zij
wel voldoende waar het om
gaat bij het dirigeren? De mees
ten hadden de partituur wel
goed in het hoofd. Dat hadden
ze wel geleerd op de Interna
tionale Dirigentencursus van de
Ned. Radio Unie van de docen
ten Paul van Kempen en Fer
dinand Leitner. Maar er is meer
nodig, dan partituurkennis, meer
dan een bepaalde directie-virtuo
siteit. meer ook dan kennis van
de instrumenten.
De Ned. Radio Unie, dat be
langrijke coördinerende lichaam
in onze radiowereld, heeft nu
voor de derde maal zo'n dirigen-
tencursus georganiseerd en daar
mee de aandacht van
de §ehele internationale
moest toch worden vastgesteld dat
meerdere cursisten nimmer tot
grote prestaties zullen komen, óf
omdat ze persoonlijkheid óf om
dat ze muzikaliteit misten.
Het verlangen tot dirigeren
kwam bij hen hoofdzakelijk voort
uit de menselijke drang naar lei
derschap. Een heel orkest naar
z'n wil te kunnen beschikken, is
een aantrekkelijke gedachte. Maar
de verwerkelijking van die ge
dachte mislukt als men het to
verwoord van die arbeid niet
kent. Net als het de knecht mis
lukte in Goethe's ..der Zauber-
lehrling" om de bezem, die tel
kens maar meer water aandroeg
voor de badkuip, tot stilstand te
brengen. Het toverwoord van het scheidsreceptie van de
dirigeren is: genialiteit. Genie
noemt Honegger een „décoration
posthume". maar om posthuum
deze onderscheiding te krijgen,
moet men er toch tijdens zijn le
ven blijk van hebben gegeven.
Zal men nu in het vervolg alleen
de uitzonderlijk begaafden op de
dirigentencursus moeten toelaten,
zij dus Dij wie het geniale in em
bryonale toestand aanwezig is?
Beslist niet. Er zijn genoeg klei
nere orkesten die geen groot ge
nie, maar een goed dirigent be
hoeven. Die kleine orkesten mo
gen niet worden vergeten. Een
strenge selectie is natuurlijk wen.
Twee dirigenten en een ra
dio-directeur luisteren naar het
gitaarspel van de Spaanse
kunstenaar Andrès Segovia. De
beide leiders van de dirigenten
cursus der Ned. Radio Unie,
Ferdinand Leitner (links) en
Paul van Kempen (rechts) en
de programmadirecteur van de
N.R.U., E. Bomli, in Kasteel
Zuylen te Maarssen op de af-
Exclusieve opname
uitvoering van grote koorwerken.
We hebben eens in kleiner ver
band een koorleiderscursus bijge
woond, die geleid werd door Geor
ge Stam, de directeur
Amsterdams Conservatorium.
Daar hebben we het nut van een
dergelijke opleiding kunnen con
stateren. Wellicht is Stam ook een
goede docent voor de Ned. Radio
Unie.
Ten slotte nog een andere op
merking.
muziekwereld
land gevestigd. Uit pro
pagandistisch oogpunt is
dat op zichzelf reeds
belangrijk. Maar dat al
leen stond de spiritus
rector van deze cursus,
programmadirecteur E.
Bomli, niet voor de
geest toen hij jaren ge
leden al met 6c ge
dachte aan een dirigen
tenopleiding speelde. Hij
zag, als man van de
praktijk, de tekortko
mingen in dit opzicht bij de con
servatoriumopleiding. waar meest
al een plaatselijk dirigent als cur
susleider wordt aangewezen, on
verschillig of hij al dan niet pae-
dagogische kwaliteiten heeft. En
waar dan ook altijd met een wei
nig homogeen orkest van conser
vatoriumleerlingen wordt gewerkt
Aan een werkelijk gedegen oplei
ding ontbrak het. Daarvoor moes
ten de a.s. dirigenten
ders naar ons land.
In Nederland hebben zich eigen
lijk maar een paar dirigenten door
aangeboren kwaliteiten als zoda
nig en zonder speciale opleiding
een internationale naam weten te
verwerven (we spreken alleen van
de nog levenden), nl. Eduard van
Beinum, Eduard Flipse en Willem
van Otterloo.
Zij zijn over het algemeen te
druk bezet om zich met directie
leerlingen bezig te houden. Zouden
zij het kunnen, dan ontbreekt
weer het geschikte orkest-appa
raat, want onze grote orkesten
kunnen zich financieel een derge
lijk tijdrovend werk niet veroor
loven.
De radio heeft meer mogelijkhe
den en we kunnen dankbaar zijn,
dat zij die mogelijkheden heeft
aangegrepen.
Op de vier openbare lessen heb-
het algemeen vrij behoorlijk
Naar men zegt
Naar men zegt" is de
titel van een dun bundeltje ge
dichten, geschreven door Ellen
Warmond en uitgegeven door
Bert Bakker—Daamen N.V.. Den
Haag. Ellen Warmond is, zo leert
ons de laatste bladzijde, het pseu
doniem van de Ro'terdamse dich
teres E. van Yperen (geb. 1930).
In het dagelijks leven is zij se
cretaresse. Zij debuteerde in
April 1953 in het eerste nummer
van Maatstaf. In een poëzieprijs
vraag. die de Vara uitschreef,
behaalde zij de tweede prijs.
Eveneens in 1953 verscheen haar
eerste bundel Proeftuin, die
in November van dat jaar be
kroond werd met de Reina-Pnn-
sen Geerligsprijs. Haar verzen
zijn gematigd-experimenteel; ach
ter de gebruikelijke typogfafie,
vrijwel zonder interpunctie (ze
begint elk vers althans met een
hoofdletter en beëindigt het met
een punt) verschuilen zich rede
lijk lopende volzinnen met een
■nodern, maar zeker niet onvat
baar beeldgebruik. Haar poëzie
is in het moderne in zover con
sequent. dal het in wezen spits
geformuleerd proza is. afgedrukt
op de manier van poëzie. En de
inhoud van dat proza zijn eerlij
ke bekentenissen aangaande het
eigen leven of dat van anderen,
waaruit elke schijn van illusie
met zorg en kunst is verwijderd.
Zo ben ik. zo is het. zo gaat het,
zijn de centrale themata, gevari
eerd met de moed der wanhoop
van het moderne levensgevoel,
dat immers de menselijke existen
tie centraal stelt. Deze dichteres
is geen fenomeen, maar niettemin
dit werk. dat zich nergens groter
voordoet dan het is. is aantrek
kelijk. Laat ik tot slot citeren
het vers.
ETMAAL
Savonds
het lichaam losmaken
uit een kluwen langdradige
draden
en slapen
smorgens de draad weer
opnemen
(gister is mist)
langzaam en eindeloos
geduldig beginnen te kruipen
door het oog van de
volgepde naald.
C. B.
selijk, want de tijd is te kostbaar
en de leden van de radio-orkesten
te goed om dat alles te verspillen
aan talentlozen. Er zal echter op
de cursus nog meer moeten wor
den gedaan. Men heeft in over
weging volgend jaar aan deze
irsus ook een opleiding tot ope-
en operette-dirigent te verbin
den. Is dat wel het meest nood
zakelijke? We betwijfelen het,
juist in verband met het vorenge
noemde inzake de kleinere orkes
ten. De dirigéritén van dergelijke
ensembles zijn meestal tevens di
rigenten van een of meerdere ko
ren. Het is een opvallend ver
schijnsel dat de meeste orkestdiri
genten bitter weinig van de zang
kunst afweten. Dat heeft de prak.
tijk bewezen, ook in het uitzoeken
van vocale solisten. Is het nu niet
veel meer wenselijk aan de diri
gentencursus ook een koorleiders
cursus te verbinden? De talentvol
le cursisten die nu enkele jaren
de dirigenlencursus gevolgd heb
ben, zouden nu in staat moeten
worden gesteld ook met een koor
te werken, waarbij de orkestdirec
tie niet mag worden verwaarloosd.
Orkest- en kooropleiding moeten
dus worden gecombineerd in de
Wat gebeurt
de jonge diri
genten, die de cursus
hebben gevolgd en ta
lenten hebben getoond?
Van Ned. zijde was er
uit de kringen van
orkestbesturen vrijwel
geen belangstelling Als
we de levensbeschrijvin
gen der buitenlandse
deelnemers bezien, blijkt
dat ze dan hier en dan
daar praktijk kunnen
opdoen, routine dus. iets
wat elke musicus nodig
heeft. De Ned. deelne
mers kunnen weer een jaar lang
blijven toekijken tot ze volgend
jaar misschien nog eens aan de
dirigentencursus kunnen deelne
men. Het instituut van tweede
dirigent schijnt in ons land niet
>n
der plaatse'
lijke orkesten te staan nog min-
de»\ Zou dat niet een voor
waarde kunnen worden bij het toe
kennen der rijkssubsidies? De
Ned. Radio Unie doet in dit op
zicht al heel wat, maar ze kan
niet alles doen. We hebben op de
dirigentencursus vijf Nederlanders
gehoord: Willem Goedhart, Ber
nard Haitink, Hans v. d. Hom-
bergh, Elie Poslawsky en Rien
Rats. Zij allen zijn de aandacht
van de orkestbesturen waard.
Mogen we beëindigen met een
woord van hulde voor de radio-
orkesten. die het vele en moeilijke
werk tijdens de dirigentencursus
sus met zulk een grote toewijding
hebben vervuld, dat de jonge di
rigenten met enthousiasme ovei
onze radio-musici spraken.
Corn. Basoski.
VEN klok slaat half, in de
nacht. Een lichte voor
slag. en dan een heldere toon,
die zich niet herhaalt, geen op
lossing geeft over het uur,
waarin ik uit slaap en droom
met m\jn bewustzijn halverwe
ge ben opgedoken. Zoeven was
alles nog vloeibaar; figuren
gingen in elkaar over; er was
geen besef van tijd, want de
droomtijd is anders. Er is daar
ook een andere manier, waarop
voorstellingen en herinneringen
zich verbinden: de droom b e-
schikt wel over het geheu
gen. maar heeft van zichzelf
nauwelijks geheugen. De schep
pende fantasie is bijna in zui
vere staat present
veegt haar werk
telkens halver
wege uit. Ze
denkt trouwens
niet in momen
ten. maar in si
tuaties en ge
beurtenissen. Al
leen een scha
mele rest blijft
ons bij. Het is alleen de droom,
die de droom onthoudt.
teerd met die ene heldere slag,
die niets anders zegt, dan dat
er t ij d is, die doorgaat ook
als wij slapen. Ondertussen be
weegt de aarde zich weer naar
het licht toe. De vogeltjes
voelen het. Er is buiten een
héél zacht, veelstemmig fluit-
begin. In mij is als het ware
een tweede gehoor, dat mij in
staat stelt dat vogelgeluid
nauwkeurig en onderscheiden te
horen. Ik verneem de trillers,
de loopjes, het gefluit, de snik
jes; de klanken zijn wel bleek,
maar glaszuiver, alsof die gelui
den niet vele honderden me
ters van my verwijderd waren.
In hoever is dit gehoorscherpte,
in hoever fantasie? Zo hoort men
in rammelende vehikels wel
muziek en koorgezang, stro
men van veelstemmig geluid,
dat ophoudt zodra de wagen
stilstaat, en weer verder gaat
zodra hij rijdt. Hier is het de
stilte, die een soortgelijke wer
king doet.
nE morgen is gekomen, maar
het lijkt nog nacht. Het
licht tussen de overgordijnen is
dat van een groene fles. Het
droomgebied ligt nog open;
de deur van het bewustzijn is
maar even op een kier geweest.
Het was de klok, die deze kier
er in sloeg, maar nu zwijgt hij
want het tikken kan mij var
beneden hier gelukkig niet be
reiken en mijn innerlijk ge
hoor weigert mechanische ge
luiden te reproduceren. Je bèn
daar dus, tijd, maar ik ben er
niet meer: met mijn rug duw
ik de deur dicht en keer mij
om naar binnen.
Ik verzink in
het water van
het verleden, er
gens naar een
bodem, waarbo
ven men blijft
zweven als een
gezonken schip.
We zouden voor
tijdig sterven aan de tijd, als
we hem niet telkens
urenlang konden ontgaan. Maar
zo'n klokslag in de nacht her
innert ons er aan, dat wij aai
de tijd onderworpen blijven tot
ons laatste uur.
C. R.
Protestantse gramo-
foonplaat bekroond
In Parijs is voor de eerste maal
een protestantse" gramofoon
plaat bekroond in de serie „beste
gramofoonplaten van 1955". De
bekroonde plaat geeft liturgische
muziek. Het is een weergave
Taizé, waarin het zingen
psalmen en koralen afgewisseld
wordt met Schriftlezing en ge
bed.
s u tot lezen komt in de
vacantie, zal het in de meeste
gevallen wel uitdraaien op iets
luchtigs, tenzij u een zeer
waardevol boek hebt bewaard
waarvoor u de tijd wilt nemen
Dat boek leest u dan niet op
het strand of in de echt Hol
landse serre van een buiten-
hotelletje. Voor een boek dat
je geheel en al opeist moe' je
je eigen omgeving zijn. Maar
de vacantie, tussen de be
drijven door, wordt het vaak
een verhaal dat je geestelijk
niet te veel inspant maar het
klinkt wat paradoxaal door
:n zekere spanning ont-spant
Ja. het is wel grappig dat de
meeste ontspanningslectuur er op
uit is ons door een climax vast te
houden. Geniet u dan nog maar
eens van een boek van Alexandre
Dumas, de schrijver van De Drie
Musketiers. Er is zojuist weer
boeiend verhaal van hem ver
schenen bij Gottm'er te Haarlem
onder de veelbelovende titel „De
Ridder van het rode Huis", en
het gaat natuurlijk weer over de
Franse Revolutie. Ditmaal over
een aantal verijdelde pogingen
om Maria Antoinette te' ontvoeren
ait de Conciergerie. Als u haar
laatste verblijfplaats met eigen
ogen hebt aanschouwd en het wel
luidende Frans van de suppoost
nog niet bent vergeten, zal deze
dikke roman van Dumas u geheel
en al in beslag nemen.
U zult alle rhetorica op de koop
toe nemen. U zult bijna vergeten
dat u de indrukwekkende biogra
fie van Stefan Zweig over haar
hebt gelezen en al lezende laat
het maar over z'n kant gaan. U
•blijft geen geïnteresseerd toe
schouwer meer maar wordt, ais
bij elk goed volkstoneel, medespe
ler.
Intriges, ontsnappingen, gehei
me briefjes in bloemen verstopt,
vermommingen, verijdelde aansla
gen, onderaardse gangen, storm
achtige liefdesscènesDumas
geeft u in dit boek weer het volle
pond. En dan niet te vergeten die
dialogen! Wie zou niet genieten
aanspreekt met Madame! Mon
sieur! En is het niet alsof je
weer veertien jaar bent als je
leest: ..Maurice Lindey was een
man van 5 voet en 8 duim lang,
25 jaar oud. Het is goed even
wat meer te vertellen van deze
Op bladzijde 122 gekomen deert
het u nauwelijks te lezen: „Mau
rice verbleekte bij deze snode
woorden."
Ook de Nederlandse auteur
Theun de Vries, een ervaren ro
manschrijver, heeft zich (kan het
anders?) met gevolgen der Fran
se revolutie bezig gehouden en
ons in ..Het Eiland van de zwarte
Godin" (Ooievaar no. 14, Daamen
N.V., Den Haag) een boeiend
verhaal gegeven over de opstand
der negers op het eiland Guade-
Hoofdfiguur
Als hoofdfiguur koos hij een ne
ger-kunstschilder. Men vraagt zich
al lezende soms af. of het voor
een Westerling mogelijk is zich zo
volkomen in de psyche van een
neger te verplaatsen als nodig is
om een verantwoorde neger-ro
man te schrijven. Veel meer dan
een ..benadering" kan het eigen
lijk niet zijn. Niettemin: Theun de
Vries is een ras-romancier, er zit
veel kleur en sfeer in dit boek.
dat meer wil zijn dan een avon
turenverhaal. De roman ver
scheen vroeger onder de titel „De
Vrijheid gaat in 't Rood ge
kleed". Waarom de titel is gewij
zigd weten wij niet. In elk geval
is de nieuwe titel „Het Eiland
van de zwarte Godin" minder
„rood" gekleurd, minder opzette
lijk. en daardoor meer acceptabel.
Voor wie de romantiek wat dich
ter bij huis zoekt kan ik van har
te „Brocaat en Boerenbont" van
Edmond Nicolas aanbevelen. De
ze in de Prismareeks thans in
derde druk verschenen roman is
ronduit een verrukkelijk speels
geschreven verhaal, dat door zijn
„schering en inslag van een fabri
kantenleven" bovendien een stuk
je sociale geschiedenis biedt uit
de textielindust-ie in het Zuden
van ons land van omstreeks het
einde van de negentiende eeuw
tot na de eerste wereldoorlog.
Er komen zotte situaties in dit
boek voor, maar de lezer neemt
die grif. want Nicolas is een van
die Rooms-Katholieke auteu-s die
met een grote zin voor humor de
hebbelijkheden van hun eigen
volkje op de korrel nemen.
Levenskunstenaar
Ja, deze Limburger, die niet al
leen romanschrijver doch ook bio
chemisch ingenieur is en zo nu en
dan voor de televisie zijn proeven
van kookkunst vertoont, is inder
daad een levenskunstenaar, Al
wie genoten heeft van zijn „De
Heer van Jericho" moet zich
„Brocaat en Boerenbont" niet la
ten ontgaan.
Tenslotte noemen wij een her
druk van een onzer protestants-
christelijke romancières.
Met „Een Lied in een vreemd
Land" heeft Rie van Rossum op
nieuw bewezen waar haar kracht
ligt. Dit ontroerende verhaal van
het lichamelijk en geestelijk mis
deelde kind Niesje werd nu voor
de derde maal herdrukt wat niet
alleen voor de schrijfster maar
ook voor de lezers pleit. Rie van
Rossum kan niet alleen goed
schrijven, doch verstaat ook de
kunst om het burgerlijk leven van
de protestantse christen tot in zijn
meest verborgen schuilhoeken te
doorschouwen, Zij doet dit met
fijne humor. Wie zou denken dat
alleen het daverende verhaal het
in deze dagen nog doet vergist
zich gelukkig. Wij menen niet dat
het onderwerp bijzaak is. maar
een boekje als dit bewijst toch
weer dat niet het gegeven de
waarde van een boek bepaalt. Het
komt altijd nog weer aan op ta
lent.
(La Rivière en Voorhoeve. Zwol
le). P. J. R.
Bevrijding
bore et Constantia" të Rotterdam
en dragen als bundel het jaartal
1955, ongetwijfeld met het oog op
de herdenking van de bevrijding,
die in Mei jl. is gevierd. De heer
J. La Roy de auteur van deze
gedichten, heeft nog enkele ande
re bundeltjes en brochures op
zijn naam staan en doet zich in
al dit werk kennen als een man,
die het eer en ander heeft gele
zen en in geest en gemoed heeft
verwerkt, maar die er toch niet
in kan slagen de grenzen van een
conventioneel dilettantisme te
verbreken of ook maar te over
schrijden. Wat hij in poëzie en
proza te berde brengt, is door an
deren veeimaals, op velerlei wijze
en veel beter gezegd, zodat deze
publicaties, behalve misschien in
een zeer beperkte kring. voor
een enigszins critisch publiek wei
nig aantrekkelijks hebben. Al
leen dient nadrukkelijk geprezen
te worden het feit, dat iemand
bewust nadenkt over christendom
en cultuur en vrijwillig meetilt
aan de verantwoordelijkheid te
dezer zake. Dit is cp e 1 k niveau
van belang en dit feit rechtvaar
digt dan ook bespreking van dit
in wezen inferieure werk op deze
DS. W. C. v. d. Brink, Geref. predikant te Den Haag-
Oost. voert in het blad „Bezinning" een pleidooi voor
een eendrachtige worsteling van alle Schriftgeiovigen,
om te komen tot eenheid in het kerkelijk leven. Op deze
manier, zo schrijft hij, wordt de weg der oecumene niet
gemakkelijker. Evanston is ver weg, maar de Chr. Geref.
en Vrijgemaakte broeders en ook de Geref. Bond in de
Herv. Kerk, zijn dichtbij, mitsgaders zeer concreet.
Kerkgang in het
buitenland
Tl JET VACANTIE in het
iVi buitenland. Vreemde
mensen, nieuwe in
drukken. ook andere ker
ken. Schenk ook eens aan-
Is er een weg tot eenheid? oand, waarin de Gereformeer- dacht aan het laatste als u
Och, wat staan wij dicht bij ie Kerken gezamenlijk Zich 0p een rustige, mooie Zon-
elkaar als „leden" der Gere- tonden richten tot overheid en £en kjejn p\aatsje
formeerde gezindte. En: Wat zolk, als dat noodzakelijk
staan wij ver van elkaar af. mocht blijken F" Een verband, t>ent. Al ZUlt U net aan
Laten wij proberen elkaar te waarin misschien ook plaats meestal niet ZO vinden zoals
ontmoeten, waar wij kunnen zou zijn voor een gemeen- u )Xet gewend bent het
en door allerlei teleurstellingen schappelijke Avondmaalsvie- hljmaat" zal wel anders
heen. doorgaan en elkaar vast- ring en kanselruil; waarin ver- j
houden. De officiële kerkelijke tegenwoordig.ng op eikaars "ten -cu netu goea
deputaatschappen werken vaak kerkelijke vergaderingen zou doen eens te zien hoe men
stroef. Dat kan ook moeilijk kunnen worden geregeld. En in een ander land zijn ge-
anders. Maar ik zou een lans dat alles met dit machtige i00f beleeft en hoe de ere-
willen breken voor een Con- perspectief: de ware oecumene dien^ is Dat het toch
vont der Gereformeerde ge- van allen, die Jezus cnnsius
zindteAls de resultaten van willen d.enen naar Zijn Woord. ereitetut. Mts-
zulk een convent eens werden De basis voor dit al»es is schien neemt u uit net bui-
doorgegeven aan de synodes aanwezig: de Heilige Schrift tenland uit de kerk die u
der verschillende kerken van en de Belijdenisschriften. Het bezocht wel de mooiste oecu-
Gereformeerde belijdenis in moet toch kunnen, wanneer indrukken mee
ons land, dan zouden ook de het geloof levend is en het rneniscne inaruKken mee.
kerkelijke vergaderingen daar vuur van de liefde brandt, de Op ons plaatje het prachtige
hun winst mee kunnen doen. liefde tot God en Zijn Christus, kerkje bij Habhern in een
Wanneer in zulk een convent de liefde ook tot de kerk. idyllische omgeving in de
positief wordt doorgesproken,
zou, als God het geeft, een
beweging kunnen groeien, die
tot eenheid leidt.
En is er verder niet iets
meer te bereiken in de vorm
van een zeker federatief ver-
Geen sponzen en
geen treehters
Ik kwam eens met
dent in aanraking z
prof. dr. H. J. Jager
buurt van Interlaken.
vertelt
Reformatie" die niet al te
vlug opschoot met zijn studie.
Bij nader onderzoek bleek dat
zo wonderlijk niet, want de jon
geman volgde zoveel mogelijk de
ganse vrijgemaakte pers en hij
was op de hoogte met alles wat
van synodale zijde over verschil
lende kwesties geschreven werd.
We moeten geen „sponzen"
zijn. Maar natuurlijk ook geen
„trechters". Dat worden we al
licht, wanneer we alles willen
lezen wat er geschreven wordt.
Dat is zoveel, dat we er moge
lijk niets van onthouden.
We moeten in ons horen en le
zen gelijk zijn aan de korenwan.
Niet alles wat geschreven
wordt is goed. We mogen veel
laten waaien De Deense theoloog, Soren gen. waar ze eigenlijk haar thuis
Niemand is ook verplicht alles Kierkegaard (1813 - 1855) gaf had, want hier was ze toch
te lezen. eens een opwekkende beschou-
Dat menen sommige lezers wing over de kerkgang van de
wel, maar laat Ik ze vertellen, tamme gans. (ontleend aan
dat ik wel hoofdredacteuren je- Niellw ktur werken
ij die soms niet wisten c v
al in hun eigen krant n
O
vreemde.
Zo elke Zondag. En daarop
ging de vergadering uiteen, en
ieder waggglde naar huis. En zo
weer dé volgende Zondag naar
de godsdienstoefening en weer
naar huis, daarbij bleef het, zij
dat de ganzen gedijden, en werden dik en vet
flflfi ---J- - smakelijk en dan op St.
daarbij
„Stel
konden spreken dan zouden
het zeker zo hebben ingericht, Maarten opgegeten
dat ze ook hun godsdienstoefe- bleef het.
De geestelijke verzorging van "ihg, hun eredienst hadden.
onze Nederlandse strijdkrachten j
is toevertrouwd aan 100 leger-
predikanten en reserve-leger-
predikanten, aldus over de
verschillende kerken verdeeld: de gans had, tot welk
54 Ned. Hervormden, 35 Gere- £even ,do*'dc Schepper
formeerden. 3 Gereformeerden k™ 1,1"no£TLwe£
'are 31)1 Rem Broederschap, h° t Soold
2 Chr. Geref. Kerken, 1 Vrije bestemd had; door middel
Evang. Gemeente en 4 Ev. haar vleugels kon ze naar iiwo
Luthersen. streken, naar zalige streken vlie- fcaar
Elke Zondag kwamen
•en en een gans preekte.
De hoofdinhoud van de preek. uuc
welk een hoge bestemming die
gans
Een vermogen vermaakt
i de
Ff et was aan het eind
vorige eeuw. Een groot paar
denliefhebber uit Ierland was
voor zijn liefhebberij in Lon
den en miste terug de boot.
Hem bleef niets anders over
dan de volgende dag af te
wachten. Hij wilde z'n avond
eens echt gezellig doorbren
gen en liep een tent binnen,
waar hij dacht dat een
cabaretvoorstelling gegeven
werd. Het viel een beetje
anders uit. De Amerikaanse
Evangelist Moody sprak daar.
De volgende dag nam hij de
boot nog niet. En de daar
opvolgende dag ook niet.
Drie avonden achtereen hoor
de hij Moody het Evangelie
brengen en Sankey zingen.
Die drie avonden waren ge- Een
noeg om deze paardenlief
hebber een heel andere lief
hebberij te geven.
Daarbij bleef het Want terwijl
bij- dos Zondags de preek zo hoog
ernstig klonk, wisten de ganzen
elkaar 's Maandars te vertellen,
hoe het een gans was vergaan,
die ernst had willen maken met
gebruik van haar vleugels
die de Scheppei met dat verhe
ven doel waartoe zc bestemd wa
ren, gegeven had: hoe het haar
was vergaan, door wélke ver
schrikkingen ze heen moest Dat
alles wisten de ganzen onder el-
zo goed. Maar natuurlijk
het misplaatst zijn om daar
des Zondags over te spreken;
want, zeiden zij. dan zou het im
mers openbaar worden dat onze
godsdienstoefening er slechts toe
dient om God en onszelf voor de
gek te houden.
Er waren ook onder de ganzen
neemt enigen die er lijdend uitzagen,
ger werden. Van haar zeiden
Londen. De bekeerde
gaat er weer heen
zijn vriend Studd
beroemd cricketspeler. Studd de ganzen: hier ziet
is rijk. Hij was Vroeger
planter geweest in Brits-In
die. Ook hij komt
komt als
wil maken om te vliegen. Want
j- doordat zij in hun binnenste met
j de gedachte omgaan van te wil-
prcdikmg van Moody tot icn vliegen worden zij mager, ge
bekering. En de sneeuwbal dijen niet, staan ..iet in Gods
rolt voort. Door hem komen gunst zoals wij, waardoor wij dik
vet en smakelijk worden,
ant door Gods gunst wordt men
k en vet en smakelijk.
En de volgende Zondag gingen
xlj weder naar de godsdienstoefe
ning. en de oude gans preekte
over het verheven doel waartoe
de Schepper (hier negen weder de
zijn vier jaren van geloven ganzen en do g.-nzerikken bo-
betekend heeft dan vele het hoofd) de gans bestemd
zijn studerende kinderen
weer tot bekering. Vader
Studd zelf heeft niet lang
meer geleefd Hij is maar
vier jaar Christen geweest,
maar bij zijn begrafenis zei
de dominee, dat Studd
ü-tctrb-biT-ü-ü-ti-irirü-tcü-trCcirtrtrtr-trictt-trtrirtrtrtr-Crtrtctctrirtrtrtrtrtrtrtt
Lezen en Lezen is Vier
Goed lezen is veel moei
lijker dan men oppervlakkig
denkt. Hoe vaak gebeurt het
niet in een pennestrijd, dat
de opponenten, vaak niet de
eersten de besten, elkaar
verwijten dat. ze niet kun
nen lezen. Wanneer dat van
ontwikkelde, soms hoog ont
wikkelde mensen gezegd kan
worden, waar moet dan de
gemiddelde of de gewone
man blijven?
Dr. C. F. P. Stutterheim. een
ervaren en gezien kenner van het
Nederlands, heeft de moeite ge
nomen aan dit vraagstuk een ge
heel boek te wijden.
Het heet Taalbeachonwtng en
Taalbeheersing en het is uitgege
ven door J. M Meulenhoff te Am
sterdam. in de Paedagogische
Reeks. De auteur heeft zich de
vraag gesteld of de taalbeschou
wing aan de taalbeheersing ten
de kan komen en xo ja. hoe dit
kan. HI1 heeft
rh da;
afgevraagd of het bestude
ren van de Nederlandse spraak
kunst voor een Nederlander enig
taal-practisch nut heeft. Op de
laatste vraag is door sommigen
ja. door anderen nee geantwoord.
Ook zijn er stemmen opgegaan,
die zeiden: er is geen antwoord
op deze vraag mogelijk.
Nu heeft het de auteur getrof
fen. dat niemand daarbij er aan
gedacht heeft gemaakte lees- of
ultlegfouten bij het ond— zoek te
betrekken. In zijn practijk als le
raar en lid van
van menselijl
ruime mate en vaak op verma
kelijke wijze kennis gemaakt. De
voorbeelden die de auteur mede
deelt, zijn soms onwee-staanbaar
humoristisch, zoals van die Jonge
man (hulp-amanuensis in spe),
die op een morgen de rectorska
mer binnenstapte met de opmer
king: „Meneer, ik kom om het
baantje van hulp-adenoïde". Of
van die schrijver van een ingezon
den stuk. die. tegen de verwaar
lozing van een landelijk kerkhof
je willende protesteren, daarbij
de volgende zinnen ten beste gaf:
..Daar sluimerde een toekomstig
famd'elid van me. voorzien van
een houten bordje. Daar lag hij
te genieten van de rust. die wij
op aarde nimmer zullen derven.'
Het verkeerde woordgebruik (ade
noïde. derven) is gevolg van
voorafgegaan verkeerd horen of
Dr. Stutterheim onderscheidt in
hoofdstuk IX vier groepen van le-
ze.-s. De vierde groep is de minst
voorkomende: zij die (altijd) te
gelijk met de structuur van de
zin ook de betekenis daarvan be
grijpen. De andere drie groepen
lezen op hun tijd fout. doordat zij
of de g-ammatische relaties ver
keerd leggen en zich daarbij niets
afvragen, of aan de foutief gele
zen zin een verkeerde uitlegging
verbinden zonder dit te merken, of
blijven steken in een mislukte
poging tot begrijpen van het ver
keerd gelezene.
Vandaar: lezen en lezen ls vier.
Aan het eind van zijn interessant
boek komt dr. Stutterheim tot de
conclusie, „dat het onderwijs in
een bepaald gedeelte der Neder
landse grammatica, mits op een
bepaalde wijze gegeven, de taalbe-
beheersing van Nederlanders kan
bevorderen." Over dat „bepaal
de" licht het boek de lezer uitvoe
rig en deskundig in.
C. R.
Christenen levenslang in een
lang leven.
tn zijn zoons is later
zendeling naar China
gegaan. Daar neemt de jonge fantasie.
Studd een merkwaardige be
slissing. Hij vermaakt zijn En als
vermogen aan allerlei arbeid hij:^ het is
in Gods Koninkrijk. Het
een vermogen van om
nabij 40.000 pond. Booth
had. ^waartoe de vleugels be-
Zo ook met de Godsverering
ran de Christenheid. Ook de
heeft vleugels, hij heeft
iemand dit leest, zegt
5 mooi en daarbij
bbjft het; dan waggelt hij naar
huis. wordt of tracht
cht te worden dik, smakelijk
vti maar des Zondags preekt
krvef wat voor rijn Jfetlr- d, ,n hi) i„TstJrt
vet maar des Zondags pr«
jminee, en hij luistert e:
precies als de ganzen."
TIP voor varantie-
leger. Moody voor zijn Bij
belinstituut, Hudson Taylor
voor zijn zending in China.
Aanvankelijk had Studd nog
een deel van zijn vermogen
voor zich zelf behouden. Hij
trouwde evenwel met een
vrouw, die hem ertoe bracht
om helemaal uit Gods hand vóór het begin van de vacan-
to teven. En Inrn i, ook het
Tiin hP7it uien- aanw*zl8e buitenlandse munten
zyn bezit weg- (voorrovfr daarvoor in aan
merking kwamen) in Nederlands
een geld omgezet Evenals de vorige
gangers
gegaan.
Het verhaal begint bij
gemiste boot en eindigt bij
een vermogen voor Gods
Koninkrijk. Schijnbaar heb- te beVatten.
ben een boot en een ven
gen weinig met elkaar
maken. Het missen van
boot kan een vermogen wor- ^pbrengst 13.
den voor Gods Koninkrijk M""'
Wie de dingen zo ziet, heeft
oeen zorgen voor welke ar
beid dan ook in het Ko- M
ninkrijk der hemelen. De ie maken in deze weken, het
God uit de dagen van Studd Wende vreemde geld
is vandaag aan de dag nog moedigheid
dezelfde. Hij kan nog iemand wcr)- A!s de
een bont „f „n vUeetui,
doen missen, waardoor er m(,n Kn
ee.n vermogen vrij komt
de nrheirl in Grtrjv Koninkrijk Sestëden dan
keren bleek de doos waarin het
vreemde geld verzameld wordt
"lallegaartje aan munstukken
evatten. Er waren wat Bel
gische en Franse francs maar
ook Canadese en Amerikaanse
dollars bij. Alles tezamen was üe
Dit komt dus
en goede.
Mag ik in dit verband nog een
lip geven, zo schrijft dr. H. Mul
der in de Delftse kerkbode. La
ten zij. dit- een buiten'ands
vrij-
toevertrou-
de muntstukken niet te
geringe waarde hebben, zal de
gaarne over ontfer-
arvoor kunt U dit
ivergebleven vacantlegeld beter
|de zending?