Jonge dirigenten worden gevormd Cultureel venster LEZERS PELGRIMAGE LECTUUR Waarom geen convent der Gereformeerde gezindte Als tamme ganzen in de kerk nieuwe leidsche courant Nabeschouwing bij een cursus van de Ned. Radio Unie Een componist mag nog zo veel en nog zulke goede orkest werken schrijven, als er geen dirigent gevonden wordt die deze werken uitvoert, blijft de componist een onbekende en krijgt hoogstens de dag na zijn dood een posthume huldiging in de krant. En dan moet die dirigent de werken nog goed spelen ook, anders blijft het bij één uitvoering. De bekende Zwitsers- Franse componist Arthur Honcgger heeft hierop eens gewezen, toen hij het had over de Suite „Daphnis et Chloë" van Ravel. Dit werk werd in 1912 geschreven, doch is de eerste 30 jaar van zijn bestaan betrekkelijk weinig gespeeld. „Plotseling," zei Honegger, „kwam Charles Münch met een bijzonder brillante uitvoering. En toen nam het werk z'n grote vlucht." Zo ffhankelijk dus is de com ponist van zijn uitvoerders, c.q. de dirigent. We hebben hieraan de vorige week moeten denken, toen we in Hilversum 28 jonge orkestleiders aan het werk za- het Omroep Kamer- werden uitgevoerd, alsmede klei nere werken van Schumann. De bussy. Richard Strauss, Bartók en Pijper. Soms waren we ver rast, soms geboeid, soms heb ben we ook even gehuiverd. Waren al die 28 jongeren zich wel bewust van hun grote ver antwoordelijke taak? Beseffen zij wel voldoende waar het om gaat bij het dirigeren? De mees ten hadden de partituur wel goed in het hoofd. Dat hadden ze wel geleerd op de Interna tionale Dirigentencursus van de Ned. Radio Unie van de docen ten Paul van Kempen en Fer dinand Leitner. Maar er is meer nodig, dan partituurkennis, meer dan een bepaalde directie-virtuo siteit. meer ook dan kennis van de instrumenten. De Ned. Radio Unie, dat be langrijke coördinerende lichaam in onze radiowereld, heeft nu voor de derde maal zo'n dirigen- tencursus georganiseerd en daar mee de aandacht van de §ehele internationale moest toch worden vastgesteld dat meerdere cursisten nimmer tot grote prestaties zullen komen, óf omdat ze persoonlijkheid óf om dat ze muzikaliteit misten. Het verlangen tot dirigeren kwam bij hen hoofdzakelijk voort uit de menselijke drang naar lei derschap. Een heel orkest naar z'n wil te kunnen beschikken, is een aantrekkelijke gedachte. Maar de verwerkelijking van die ge dachte mislukt als men het to verwoord van die arbeid niet kent. Net als het de knecht mis lukte in Goethe's ..der Zauber- lehrling" om de bezem, die tel kens maar meer water aandroeg voor de badkuip, tot stilstand te brengen. Het toverwoord van het scheidsreceptie van de dirigeren is: genialiteit. Genie noemt Honegger een „décoration posthume". maar om posthuum deze onderscheiding te krijgen, moet men er toch tijdens zijn le ven blijk van hebben gegeven. Zal men nu in het vervolg alleen de uitzonderlijk begaafden op de dirigentencursus moeten toelaten, zij dus Dij wie het geniale in em bryonale toestand aanwezig is? Beslist niet. Er zijn genoeg klei nere orkesten die geen groot ge nie, maar een goed dirigent be hoeven. Die kleine orkesten mo gen niet worden vergeten. Een strenge selectie is natuurlijk wen. Twee dirigenten en een ra dio-directeur luisteren naar het gitaarspel van de Spaanse kunstenaar Andrès Segovia. De beide leiders van de dirigenten cursus der Ned. Radio Unie, Ferdinand Leitner (links) en Paul van Kempen (rechts) en de programmadirecteur van de N.R.U., E. Bomli, in Kasteel Zuylen te Maarssen op de af- Exclusieve opname uitvoering van grote koorwerken. We hebben eens in kleiner ver band een koorleiderscursus bijge woond, die geleid werd door Geor ge Stam, de directeur Amsterdams Conservatorium. Daar hebben we het nut van een dergelijke opleiding kunnen con stateren. Wellicht is Stam ook een goede docent voor de Ned. Radio Unie. Ten slotte nog een andere op merking. muziekwereld land gevestigd. Uit pro pagandistisch oogpunt is dat op zichzelf reeds belangrijk. Maar dat al leen stond de spiritus rector van deze cursus, programmadirecteur E. Bomli, niet voor de geest toen hij jaren ge leden al met 6c ge dachte aan een dirigen tenopleiding speelde. Hij zag, als man van de praktijk, de tekortko mingen in dit opzicht bij de con servatoriumopleiding. waar meest al een plaatselijk dirigent als cur susleider wordt aangewezen, on verschillig of hij al dan niet pae- dagogische kwaliteiten heeft. En waar dan ook altijd met een wei nig homogeen orkest van conser vatoriumleerlingen wordt gewerkt Aan een werkelijk gedegen oplei ding ontbrak het. Daarvoor moes ten de a.s. dirigenten ders naar ons land. In Nederland hebben zich eigen lijk maar een paar dirigenten door aangeboren kwaliteiten als zoda nig en zonder speciale opleiding een internationale naam weten te verwerven (we spreken alleen van de nog levenden), nl. Eduard van Beinum, Eduard Flipse en Willem van Otterloo. Zij zijn over het algemeen te druk bezet om zich met directie leerlingen bezig te houden. Zouden zij het kunnen, dan ontbreekt weer het geschikte orkest-appa raat, want onze grote orkesten kunnen zich financieel een derge lijk tijdrovend werk niet veroor loven. De radio heeft meer mogelijkhe den en we kunnen dankbaar zijn, dat zij die mogelijkheden heeft aangegrepen. Op de vier openbare lessen heb- het algemeen vrij behoorlijk Naar men zegt Naar men zegt" is de titel van een dun bundeltje ge dichten, geschreven door Ellen Warmond en uitgegeven door Bert Bakker—Daamen N.V.. Den Haag. Ellen Warmond is, zo leert ons de laatste bladzijde, het pseu doniem van de Ro'terdamse dich teres E. van Yperen (geb. 1930). In het dagelijks leven is zij se cretaresse. Zij debuteerde in April 1953 in het eerste nummer van Maatstaf. In een poëzieprijs vraag. die de Vara uitschreef, behaalde zij de tweede prijs. Eveneens in 1953 verscheen haar eerste bundel Proeftuin, die in November van dat jaar be kroond werd met de Reina-Pnn- sen Geerligsprijs. Haar verzen zijn gematigd-experimenteel; ach ter de gebruikelijke typogfafie, vrijwel zonder interpunctie (ze begint elk vers althans met een hoofdletter en beëindigt het met een punt) verschuilen zich rede lijk lopende volzinnen met een ■nodern, maar zeker niet onvat baar beeldgebruik. Haar poëzie is in het moderne in zover con sequent. dal het in wezen spits geformuleerd proza is. afgedrukt op de manier van poëzie. En de inhoud van dat proza zijn eerlij ke bekentenissen aangaande het eigen leven of dat van anderen, waaruit elke schijn van illusie met zorg en kunst is verwijderd. Zo ben ik. zo is het. zo gaat het, zijn de centrale themata, gevari eerd met de moed der wanhoop van het moderne levensgevoel, dat immers de menselijke existen tie centraal stelt. Deze dichteres is geen fenomeen, maar niettemin dit werk. dat zich nergens groter voordoet dan het is. is aantrek kelijk. Laat ik tot slot citeren het vers. ETMAAL Savonds het lichaam losmaken uit een kluwen langdradige draden en slapen smorgens de draad weer opnemen (gister is mist) langzaam en eindeloos geduldig beginnen te kruipen door het oog van de volgepde naald. C. B. selijk, want de tijd is te kostbaar en de leden van de radio-orkesten te goed om dat alles te verspillen aan talentlozen. Er zal echter op de cursus nog meer moeten wor den gedaan. Men heeft in over weging volgend jaar aan deze irsus ook een opleiding tot ope- en operette-dirigent te verbin den. Is dat wel het meest nood zakelijke? We betwijfelen het, juist in verband met het vorenge noemde inzake de kleinere orkes ten. De dirigéritén van dergelijke ensembles zijn meestal tevens di rigenten van een of meerdere ko ren. Het is een opvallend ver schijnsel dat de meeste orkestdiri genten bitter weinig van de zang kunst afweten. Dat heeft de prak. tijk bewezen, ook in het uitzoeken van vocale solisten. Is het nu niet veel meer wenselijk aan de diri gentencursus ook een koorleiders cursus te verbinden? De talentvol le cursisten die nu enkele jaren de dirigenlencursus gevolgd heb ben, zouden nu in staat moeten worden gesteld ook met een koor te werken, waarbij de orkestdirec tie niet mag worden verwaarloosd. Orkest- en kooropleiding moeten dus worden gecombineerd in de Wat gebeurt de jonge diri genten, die de cursus hebben gevolgd en ta lenten hebben getoond? Van Ned. zijde was er uit de kringen van orkestbesturen vrijwel geen belangstelling Als we de levensbeschrijvin gen der buitenlandse deelnemers bezien, blijkt dat ze dan hier en dan daar praktijk kunnen opdoen, routine dus. iets wat elke musicus nodig heeft. De Ned. deelne mers kunnen weer een jaar lang blijven toekijken tot ze volgend jaar misschien nog eens aan de dirigentencursus kunnen deelne men. Het instituut van tweede dirigent schijnt in ons land niet >n der plaatse' lijke orkesten te staan nog min- de»\ Zou dat niet een voor waarde kunnen worden bij het toe kennen der rijkssubsidies? De Ned. Radio Unie doet in dit op zicht al heel wat, maar ze kan niet alles doen. We hebben op de dirigentencursus vijf Nederlanders gehoord: Willem Goedhart, Ber nard Haitink, Hans v. d. Hom- bergh, Elie Poslawsky en Rien Rats. Zij allen zijn de aandacht van de orkestbesturen waard. Mogen we beëindigen met een woord van hulde voor de radio- orkesten. die het vele en moeilijke werk tijdens de dirigentencursus sus met zulk een grote toewijding hebben vervuld, dat de jonge di rigenten met enthousiasme ovei onze radio-musici spraken. Corn. Basoski. VEN klok slaat half, in de nacht. Een lichte voor slag. en dan een heldere toon, die zich niet herhaalt, geen op lossing geeft over het uur, waarin ik uit slaap en droom met m\jn bewustzijn halverwe ge ben opgedoken. Zoeven was alles nog vloeibaar; figuren gingen in elkaar over; er was geen besef van tijd, want de droomtijd is anders. Er is daar ook een andere manier, waarop voorstellingen en herinneringen zich verbinden: de droom b e- schikt wel over het geheu gen. maar heeft van zichzelf nauwelijks geheugen. De schep pende fantasie is bijna in zui vere staat present veegt haar werk telkens halver wege uit. Ze denkt trouwens niet in momen ten. maar in si tuaties en ge beurtenissen. Al leen een scha mele rest blijft ons bij. Het is alleen de droom, die de droom onthoudt. teerd met die ene heldere slag, die niets anders zegt, dan dat er t ij d is, die doorgaat ook als wij slapen. Ondertussen be weegt de aarde zich weer naar het licht toe. De vogeltjes voelen het. Er is buiten een héél zacht, veelstemmig fluit- begin. In mij is als het ware een tweede gehoor, dat mij in staat stelt dat vogelgeluid nauwkeurig en onderscheiden te horen. Ik verneem de trillers, de loopjes, het gefluit, de snik jes; de klanken zijn wel bleek, maar glaszuiver, alsof die gelui den niet vele honderden me ters van my verwijderd waren. In hoever is dit gehoorscherpte, in hoever fantasie? Zo hoort men in rammelende vehikels wel muziek en koorgezang, stro men van veelstemmig geluid, dat ophoudt zodra de wagen stilstaat, en weer verder gaat zodra hij rijdt. Hier is het de stilte, die een soortgelijke wer king doet. nE morgen is gekomen, maar het lijkt nog nacht. Het licht tussen de overgordijnen is dat van een groene fles. Het droomgebied ligt nog open; de deur van het bewustzijn is maar even op een kier geweest. Het was de klok, die deze kier er in sloeg, maar nu zwijgt hij want het tikken kan mij var beneden hier gelukkig niet be reiken en mijn innerlijk ge hoor weigert mechanische ge luiden te reproduceren. Je bèn daar dus, tijd, maar ik ben er niet meer: met mijn rug duw ik de deur dicht en keer mij om naar binnen. Ik verzink in het water van het verleden, er gens naar een bodem, waarbo ven men blijft zweven als een gezonken schip. We zouden voor tijdig sterven aan de tijd, als we hem niet telkens urenlang konden ontgaan. Maar zo'n klokslag in de nacht her innert ons er aan, dat wij aai de tijd onderworpen blijven tot ons laatste uur. C. R. Protestantse gramo- foonplaat bekroond In Parijs is voor de eerste maal een protestantse" gramofoon plaat bekroond in de serie „beste gramofoonplaten van 1955". De bekroonde plaat geeft liturgische muziek. Het is een weergave Taizé, waarin het zingen psalmen en koralen afgewisseld wordt met Schriftlezing en ge bed. s u tot lezen komt in de vacantie, zal het in de meeste gevallen wel uitdraaien op iets luchtigs, tenzij u een zeer waardevol boek hebt bewaard waarvoor u de tijd wilt nemen Dat boek leest u dan niet op het strand of in de echt Hol landse serre van een buiten- hotelletje. Voor een boek dat je geheel en al opeist moe' je je eigen omgeving zijn. Maar de vacantie, tussen de be drijven door, wordt het vaak een verhaal dat je geestelijk niet te veel inspant maar het klinkt wat paradoxaal door :n zekere spanning ont-spant Ja. het is wel grappig dat de meeste ontspanningslectuur er op uit is ons door een climax vast te houden. Geniet u dan nog maar eens van een boek van Alexandre Dumas, de schrijver van De Drie Musketiers. Er is zojuist weer boeiend verhaal van hem ver schenen bij Gottm'er te Haarlem onder de veelbelovende titel „De Ridder van het rode Huis", en het gaat natuurlijk weer over de Franse Revolutie. Ditmaal over een aantal verijdelde pogingen om Maria Antoinette te' ontvoeren ait de Conciergerie. Als u haar laatste verblijfplaats met eigen ogen hebt aanschouwd en het wel luidende Frans van de suppoost nog niet bent vergeten, zal deze dikke roman van Dumas u geheel en al in beslag nemen. U zult alle rhetorica op de koop toe nemen. U zult bijna vergeten dat u de indrukwekkende biogra fie van Stefan Zweig over haar hebt gelezen en al lezende laat het maar over z'n kant gaan. U •blijft geen geïnteresseerd toe schouwer meer maar wordt, ais bij elk goed volkstoneel, medespe ler. Intriges, ontsnappingen, gehei me briefjes in bloemen verstopt, vermommingen, verijdelde aansla gen, onderaardse gangen, storm achtige liefdesscènesDumas geeft u in dit boek weer het volle pond. En dan niet te vergeten die dialogen! Wie zou niet genieten aanspreekt met Madame! Mon sieur! En is het niet alsof je weer veertien jaar bent als je leest: ..Maurice Lindey was een man van 5 voet en 8 duim lang, 25 jaar oud. Het is goed even wat meer te vertellen van deze Op bladzijde 122 gekomen deert het u nauwelijks te lezen: „Mau rice verbleekte bij deze snode woorden." Ook de Nederlandse auteur Theun de Vries, een ervaren ro manschrijver, heeft zich (kan het anders?) met gevolgen der Fran se revolutie bezig gehouden en ons in ..Het Eiland van de zwarte Godin" (Ooievaar no. 14, Daamen N.V., Den Haag) een boeiend verhaal gegeven over de opstand der negers op het eiland Guade- Hoofdfiguur Als hoofdfiguur koos hij een ne ger-kunstschilder. Men vraagt zich al lezende soms af. of het voor een Westerling mogelijk is zich zo volkomen in de psyche van een neger te verplaatsen als nodig is om een verantwoorde neger-ro man te schrijven. Veel meer dan een ..benadering" kan het eigen lijk niet zijn. Niettemin: Theun de Vries is een ras-romancier, er zit veel kleur en sfeer in dit boek. dat meer wil zijn dan een avon turenverhaal. De roman ver scheen vroeger onder de titel „De Vrijheid gaat in 't Rood ge kleed". Waarom de titel is gewij zigd weten wij niet. In elk geval is de nieuwe titel „Het Eiland van de zwarte Godin" minder „rood" gekleurd, minder opzette lijk. en daardoor meer acceptabel. Voor wie de romantiek wat dich ter bij huis zoekt kan ik van har te „Brocaat en Boerenbont" van Edmond Nicolas aanbevelen. De ze in de Prismareeks thans in derde druk verschenen roman is ronduit een verrukkelijk speels geschreven verhaal, dat door zijn „schering en inslag van een fabri kantenleven" bovendien een stuk je sociale geschiedenis biedt uit de textielindust-ie in het Zuden van ons land van omstreeks het einde van de negentiende eeuw tot na de eerste wereldoorlog. Er komen zotte situaties in dit boek voor, maar de lezer neemt die grif. want Nicolas is een van die Rooms-Katholieke auteu-s die met een grote zin voor humor de hebbelijkheden van hun eigen volkje op de korrel nemen. Levenskunstenaar Ja, deze Limburger, die niet al leen romanschrijver doch ook bio chemisch ingenieur is en zo nu en dan voor de televisie zijn proeven van kookkunst vertoont, is inder daad een levenskunstenaar, Al wie genoten heeft van zijn „De Heer van Jericho" moet zich „Brocaat en Boerenbont" niet la ten ontgaan. Tenslotte noemen wij een her druk van een onzer protestants- christelijke romancières. Met „Een Lied in een vreemd Land" heeft Rie van Rossum op nieuw bewezen waar haar kracht ligt. Dit ontroerende verhaal van het lichamelijk en geestelijk mis deelde kind Niesje werd nu voor de derde maal herdrukt wat niet alleen voor de schrijfster maar ook voor de lezers pleit. Rie van Rossum kan niet alleen goed schrijven, doch verstaat ook de kunst om het burgerlijk leven van de protestantse christen tot in zijn meest verborgen schuilhoeken te doorschouwen, Zij doet dit met fijne humor. Wie zou denken dat alleen het daverende verhaal het in deze dagen nog doet vergist zich gelukkig. Wij menen niet dat het onderwerp bijzaak is. maar een boekje als dit bewijst toch weer dat niet het gegeven de waarde van een boek bepaalt. Het komt altijd nog weer aan op ta lent. (La Rivière en Voorhoeve. Zwol le). P. J. R. Bevrijding bore et Constantia" të Rotterdam en dragen als bundel het jaartal 1955, ongetwijfeld met het oog op de herdenking van de bevrijding, die in Mei jl. is gevierd. De heer J. La Roy de auteur van deze gedichten, heeft nog enkele ande re bundeltjes en brochures op zijn naam staan en doet zich in al dit werk kennen als een man, die het eer en ander heeft gele zen en in geest en gemoed heeft verwerkt, maar die er toch niet in kan slagen de grenzen van een conventioneel dilettantisme te verbreken of ook maar te over schrijden. Wat hij in poëzie en proza te berde brengt, is door an deren veeimaals, op velerlei wijze en veel beter gezegd, zodat deze publicaties, behalve misschien in een zeer beperkte kring. voor een enigszins critisch publiek wei nig aantrekkelijks hebben. Al leen dient nadrukkelijk geprezen te worden het feit, dat iemand bewust nadenkt over christendom en cultuur en vrijwillig meetilt aan de verantwoordelijkheid te dezer zake. Dit is cp e 1 k niveau van belang en dit feit rechtvaar digt dan ook bespreking van dit in wezen inferieure werk op deze DS. W. C. v. d. Brink, Geref. predikant te Den Haag- Oost. voert in het blad „Bezinning" een pleidooi voor een eendrachtige worsteling van alle Schriftgeiovigen, om te komen tot eenheid in het kerkelijk leven. Op deze manier, zo schrijft hij, wordt de weg der oecumene niet gemakkelijker. Evanston is ver weg, maar de Chr. Geref. en Vrijgemaakte broeders en ook de Geref. Bond in de Herv. Kerk, zijn dichtbij, mitsgaders zeer concreet. Kerkgang in het buitenland Tl JET VACANTIE in het iVi buitenland. Vreemde mensen, nieuwe in drukken. ook andere ker ken. Schenk ook eens aan- Is er een weg tot eenheid? oand, waarin de Gereformeer- dacht aan het laatste als u Och, wat staan wij dicht bij ie Kerken gezamenlijk Zich 0p een rustige, mooie Zon- elkaar als „leden" der Gere- tonden richten tot overheid en £en kjejn p\aatsje formeerde gezindte. En: Wat zolk, als dat noodzakelijk staan wij ver van elkaar af. mocht blijken F" Een verband, t>ent. Al ZUlt U net aan Laten wij proberen elkaar te waarin misschien ook plaats meestal niet ZO vinden zoals ontmoeten, waar wij kunnen zou zijn voor een gemeen- u )Xet gewend bent het en door allerlei teleurstellingen schappelijke Avondmaalsvie- hljmaat" zal wel anders heen. doorgaan en elkaar vast- ring en kanselruil; waarin ver- j houden. De officiële kerkelijke tegenwoordig.ng op eikaars "ten -cu netu goea deputaatschappen werken vaak kerkelijke vergaderingen zou doen eens te zien hoe men stroef. Dat kan ook moeilijk kunnen worden geregeld. En in een ander land zijn ge- anders. Maar ik zou een lans dat alles met dit machtige i00f beleeft en hoe de ere- willen breken voor een Con- perspectief: de ware oecumene dien^ is Dat het toch vont der Gereformeerde ge- van allen, die Jezus cnnsius zindteAls de resultaten van willen d.enen naar Zijn Woord. ereitetut. Mts- zulk een convent eens werden De basis voor dit al»es is schien neemt u uit net bui- doorgegeven aan de synodes aanwezig: de Heilige Schrift tenland uit de kerk die u der verschillende kerken van en de Belijdenisschriften. Het bezocht wel de mooiste oecu- Gereformeerde belijdenis in moet toch kunnen, wanneer indrukken mee ons land, dan zouden ook de het geloof levend is en het rneniscne inaruKken mee. kerkelijke vergaderingen daar vuur van de liefde brandt, de Op ons plaatje het prachtige hun winst mee kunnen doen. liefde tot God en Zijn Christus, kerkje bij Habhern in een Wanneer in zulk een convent de liefde ook tot de kerk. idyllische omgeving in de positief wordt doorgesproken, zou, als God het geeft, een beweging kunnen groeien, die tot eenheid leidt. En is er verder niet iets meer te bereiken in de vorm van een zeker federatief ver- Geen sponzen en geen treehters Ik kwam eens met dent in aanraking z prof. dr. H. J. Jager buurt van Interlaken. vertelt Reformatie" die niet al te vlug opschoot met zijn studie. Bij nader onderzoek bleek dat zo wonderlijk niet, want de jon geman volgde zoveel mogelijk de ganse vrijgemaakte pers en hij was op de hoogte met alles wat van synodale zijde over verschil lende kwesties geschreven werd. We moeten geen „sponzen" zijn. Maar natuurlijk ook geen „trechters". Dat worden we al licht, wanneer we alles willen lezen wat er geschreven wordt. Dat is zoveel, dat we er moge lijk niets van onthouden. We moeten in ons horen en le zen gelijk zijn aan de korenwan. Niet alles wat geschreven wordt is goed. We mogen veel laten waaien De Deense theoloog, Soren gen. waar ze eigenlijk haar thuis Niemand is ook verplicht alles Kierkegaard (1813 - 1855) gaf had, want hier was ze toch te lezen. eens een opwekkende beschou- Dat menen sommige lezers wing over de kerkgang van de wel, maar laat Ik ze vertellen, tamme gans. (ontleend aan dat ik wel hoofdredacteuren je- Niellw ktur werken ij die soms niet wisten c v al in hun eigen krant n O vreemde. Zo elke Zondag. En daarop ging de vergadering uiteen, en ieder waggglde naar huis. En zo weer dé volgende Zondag naar de godsdienstoefening en weer naar huis, daarbij bleef het, zij dat de ganzen gedijden, en werden dik en vet flflfi ---J- - smakelijk en dan op St. daarbij „Stel konden spreken dan zouden het zeker zo hebben ingericht, Maarten opgegeten dat ze ook hun godsdienstoefe- bleef het. De geestelijke verzorging van "ihg, hun eredienst hadden. onze Nederlandse strijdkrachten j is toevertrouwd aan 100 leger- predikanten en reserve-leger- predikanten, aldus over de verschillende kerken verdeeld: de gans had, tot welk 54 Ned. Hervormden, 35 Gere- £even ,do*'dc Schepper formeerden. 3 Gereformeerden k™ 1,1"no£TLwe£ 'are 31)1 Rem Broederschap, h° t Soold 2 Chr. Geref. Kerken, 1 Vrije bestemd had; door middel Evang. Gemeente en 4 Ev. haar vleugels kon ze naar iiwo Luthersen. streken, naar zalige streken vlie- fcaar Elke Zondag kwamen •en en een gans preekte. De hoofdinhoud van de preek. uuc welk een hoge bestemming die gans Een vermogen vermaakt i de Ff et was aan het eind vorige eeuw. Een groot paar denliefhebber uit Ierland was voor zijn liefhebberij in Lon den en miste terug de boot. Hem bleef niets anders over dan de volgende dag af te wachten. Hij wilde z'n avond eens echt gezellig doorbren gen en liep een tent binnen, waar hij dacht dat een cabaretvoorstelling gegeven werd. Het viel een beetje anders uit. De Amerikaanse Evangelist Moody sprak daar. De volgende dag nam hij de boot nog niet. En de daar opvolgende dag ook niet. Drie avonden achtereen hoor de hij Moody het Evangelie brengen en Sankey zingen. Die drie avonden waren ge- Een noeg om deze paardenlief hebber een heel andere lief hebberij te geven. Daarbij bleef het Want terwijl bij- dos Zondags de preek zo hoog ernstig klonk, wisten de ganzen elkaar 's Maandars te vertellen, hoe het een gans was vergaan, die ernst had willen maken met gebruik van haar vleugels die de Scheppei met dat verhe ven doel waartoe zc bestemd wa ren, gegeven had: hoe het haar was vergaan, door wélke ver schrikkingen ze heen moest Dat alles wisten de ganzen onder el- zo goed. Maar natuurlijk het misplaatst zijn om daar des Zondags over te spreken; want, zeiden zij. dan zou het im mers openbaar worden dat onze godsdienstoefening er slechts toe dient om God en onszelf voor de gek te houden. Er waren ook onder de ganzen neemt enigen die er lijdend uitzagen, ger werden. Van haar zeiden Londen. De bekeerde gaat er weer heen zijn vriend Studd beroemd cricketspeler. Studd de ganzen: hier ziet is rijk. Hij was Vroeger planter geweest in Brits-In die. Ook hij komt komt als wil maken om te vliegen. Want j- doordat zij in hun binnenste met j de gedachte omgaan van te wil- prcdikmg van Moody tot icn vliegen worden zij mager, ge bekering. En de sneeuwbal dijen niet, staan ..iet in Gods rolt voort. Door hem komen gunst zoals wij, waardoor wij dik vet en smakelijk worden, ant door Gods gunst wordt men k en vet en smakelijk. En de volgende Zondag gingen xlj weder naar de godsdienstoefe ning. en de oude gans preekte over het verheven doel waartoe de Schepper (hier negen weder de zijn vier jaren van geloven ganzen en do g.-nzerikken bo- betekend heeft dan vele het hoofd) de gans bestemd zijn studerende kinderen weer tot bekering. Vader Studd zelf heeft niet lang meer geleefd Hij is maar vier jaar Christen geweest, maar bij zijn begrafenis zei de dominee, dat Studd ü-tctrb-biT-ü-ü-ti-irirü-tcü-trCcirtrtrtr-trictt-trtrirtrtrtr-Crtrtctctrirtrtrtrtrtrtrtt Lezen en Lezen is Vier Goed lezen is veel moei lijker dan men oppervlakkig denkt. Hoe vaak gebeurt het niet in een pennestrijd, dat de opponenten, vaak niet de eersten de besten, elkaar verwijten dat. ze niet kun nen lezen. Wanneer dat van ontwikkelde, soms hoog ont wikkelde mensen gezegd kan worden, waar moet dan de gemiddelde of de gewone man blijven? Dr. C. F. P. Stutterheim. een ervaren en gezien kenner van het Nederlands, heeft de moeite ge nomen aan dit vraagstuk een ge heel boek te wijden. Het heet Taalbeachonwtng en Taalbeheersing en het is uitgege ven door J. M Meulenhoff te Am sterdam. in de Paedagogische Reeks. De auteur heeft zich de vraag gesteld of de taalbeschou wing aan de taalbeheersing ten de kan komen en xo ja. hoe dit kan. HI1 heeft rh da; afgevraagd of het bestude ren van de Nederlandse spraak kunst voor een Nederlander enig taal-practisch nut heeft. Op de laatste vraag is door sommigen ja. door anderen nee geantwoord. Ook zijn er stemmen opgegaan, die zeiden: er is geen antwoord op deze vraag mogelijk. Nu heeft het de auteur getrof fen. dat niemand daarbij er aan gedacht heeft gemaakte lees- of ultlegfouten bij het ond— zoek te betrekken. In zijn practijk als le raar en lid van van menselijl ruime mate en vaak op verma kelijke wijze kennis gemaakt. De voorbeelden die de auteur mede deelt, zijn soms onwee-staanbaar humoristisch, zoals van die Jonge man (hulp-amanuensis in spe), die op een morgen de rectorska mer binnenstapte met de opmer king: „Meneer, ik kom om het baantje van hulp-adenoïde". Of van die schrijver van een ingezon den stuk. die. tegen de verwaar lozing van een landelijk kerkhof je willende protesteren, daarbij de volgende zinnen ten beste gaf: ..Daar sluimerde een toekomstig famd'elid van me. voorzien van een houten bordje. Daar lag hij te genieten van de rust. die wij op aarde nimmer zullen derven.' Het verkeerde woordgebruik (ade noïde. derven) is gevolg van voorafgegaan verkeerd horen of Dr. Stutterheim onderscheidt in hoofdstuk IX vier groepen van le- ze.-s. De vierde groep is de minst voorkomende: zij die (altijd) te gelijk met de structuur van de zin ook de betekenis daarvan be grijpen. De andere drie groepen lezen op hun tijd fout. doordat zij of de g-ammatische relaties ver keerd leggen en zich daarbij niets afvragen, of aan de foutief gele zen zin een verkeerde uitlegging verbinden zonder dit te merken, of blijven steken in een mislukte poging tot begrijpen van het ver keerd gelezene. Vandaar: lezen en lezen ls vier. Aan het eind van zijn interessant boek komt dr. Stutterheim tot de conclusie, „dat het onderwijs in een bepaald gedeelte der Neder landse grammatica, mits op een bepaalde wijze gegeven, de taalbe- beheersing van Nederlanders kan bevorderen." Over dat „bepaal de" licht het boek de lezer uitvoe rig en deskundig in. C. R. Christenen levenslang in een lang leven. tn zijn zoons is later zendeling naar China gegaan. Daar neemt de jonge fantasie. Studd een merkwaardige be slissing. Hij vermaakt zijn En als vermogen aan allerlei arbeid hij:^ het is in Gods Koninkrijk. Het een vermogen van om nabij 40.000 pond. Booth had. ^waartoe de vleugels be- Zo ook met de Godsverering ran de Christenheid. Ook de heeft vleugels, hij heeft iemand dit leest, zegt 5 mooi en daarbij bbjft het; dan waggelt hij naar huis. wordt of tracht cht te worden dik, smakelijk vti maar des Zondags preekt krvef wat voor rijn Jfetlr- d, ,n hi) i„TstJrt vet maar des Zondags pr« jminee, en hij luistert e: precies als de ganzen." TIP voor varantie- leger. Moody voor zijn Bij belinstituut, Hudson Taylor voor zijn zending in China. Aanvankelijk had Studd nog een deel van zijn vermogen voor zich zelf behouden. Hij trouwde evenwel met een vrouw, die hem ertoe bracht om helemaal uit Gods hand vóór het begin van de vacan- to teven. En Inrn i, ook het Tiin hP7it uien- aanw*zl8e buitenlandse munten zyn bezit weg- (voorrovfr daarvoor in aan merking kwamen) in Nederlands een geld omgezet Evenals de vorige gangers gegaan. Het verhaal begint bij gemiste boot en eindigt bij een vermogen voor Gods Koninkrijk. Schijnbaar heb- te beVatten. ben een boot en een ven gen weinig met elkaar maken. Het missen van boot kan een vermogen wor- ^pbrengst 13. den voor Gods Koninkrijk M""' Wie de dingen zo ziet, heeft oeen zorgen voor welke ar beid dan ook in het Ko- M ninkrijk der hemelen. De ie maken in deze weken, het God uit de dagen van Studd Wende vreemde geld is vandaag aan de dag nog moedigheid dezelfde. Hij kan nog iemand wcr)- A!s de een bont „f „n vUeetui, doen missen, waardoor er m(,n Kn ee.n vermogen vrij komt de nrheirl in Grtrjv Koninkrijk Sestëden dan keren bleek de doos waarin het vreemde geld verzameld wordt "lallegaartje aan munstukken evatten. Er waren wat Bel gische en Franse francs maar ook Canadese en Amerikaanse dollars bij. Alles tezamen was üe Dit komt dus en goede. Mag ik in dit verband nog een lip geven, zo schrijft dr. H. Mul der in de Delftse kerkbode. La ten zij. dit- een buiten'ands vrij- toevertrou- de muntstukken niet te geringe waarde hebben, zal de gaarne over ontfer- arvoor kunt U dit ivergebleven vacantlegeld beter |de zending?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 13