NAALD en PLAAT Van Hollands gemeente-ambtenaar tot hotelhouder in Menton CBB3B3B Tot zicnze If ko men 4 ZONDAGSBLAD 23 JULI 1955 LevensRom&n v&n ko ö&nka&Rt &nwB-w€Qwijz€R op meeR ö&n öuizenö kiLometeR v&n neöeRL&nö IN GAR A VAN, de Oostelijke buitenwijk van Menton, staat een echte A.N.W.B.-wegwijzer voor een groot gebouw aan de boulevard langs de intens blauwe Middellanuse Zee. Hij maakt een wat vreemde onwennige indruk op u, alsof ge dit niet meer had verwacht, waar immers vér over de duizend kilometer u van het vaderland scheiden. Eén arm wijst in de richting van Nice, een andere in de richting van de Pont Saint Louis, de brug die de grens met Italië vormt en die niet meer dan enkele honderden meters ver is. De derde arm vertelt u, wat het grote gebouw is het Grand Hotel d'Amsterdam. Het is een der grootste van Menton, een der weinige langs de Cote onder Nederlandse directie, als men de bungalowparken, tenten kampen of kampeertehuizen niet meetelt. was en nog is in Frankrijk, waar schijnlijk ook niet vreemd. Van Fran se iijde hielp naen nem aan de nodi ge vergunningen en faciliteiten; van zijn kant maakte Dankaart in Neder land een intensieve propaganda voor dit deel van Frankrijk. raffineerd handige plaats Niet alleen de bewoners van hei hotel, maar ook de Hollanders, die er langs komen en dat zijn er op deze drukke weg naar Italië heel wat laten zich vaak eronder fotograferen HU de Cannes is de plaats voor degenen, die het wat luxueuzer willen doen. Als de witte weeldepaleizen op de achtergrond u niet overtuigen, dan toch wel de racebootjes, die ge voor een flink bedrag per uur kunt huren. De directeur van het hotel, de heer J. J Dankaart, een jonge, energieke Amsterdammer, glimlacht als ge het hem vertelt. Hij weet het trouwens wel. Hij is de gees.elijke vader van het idee om de wegwijzer hier te Rlaatsen. Op deze *nan:er wordt zijn otel steeds beter Gekend; dat is een reclame op zichzelf DE geschiedenis /an de heer Dan kaart is een uiterst ongewone en merkwaardige. Hij was in dienst van de afdeling bruggenbouw van de ge meente Amsterdam In de oorlog kwam hij in de illegaliteit en daar na in Duitse krijgsgevangenschap te recht. Voor herstel van zijn gezond heid, die een stevige knauw had ge kregen, werd hij kort na de bevrij ding door de Stichting 1940—1945 uit gezonden naar Menton, voor een ver blijf van drie maanden. Deze drie maanden zouden voor zijn toekomst beslissend zijn. De heer Dankaart kwam onder de bekoring van het exotische, dat de na tuur hier te bieden had, zeker voor diegenen, die vijf of meer jaren als het ware opgesloten waren geweest Met ,,oui", ,,non" en „naturellemen'" was het grootste gedeelte van zijn Franse woordenschat vermeld, maar voor hem die wil, ligt in de ransel een maarschalkstaf gereed (vrij naar Napoleon). En Ko Dankaart wilde. Nog enkele malen kwam hij in Men- tbn terug. Zijn Fra.xs werd beter, z:jn kennis van de streek ook. In 1948 <on hij de sprong wagen- aan de buiten- kunt van Menton, niet al te dicht bij dc zee opende hij een familiepens.on. ingericht in een gemeubileerd gehuur de villa. Er waren veertien kamers en, hoewel de aanlooptijd niet gemak kelijk was, zat de ioop er spoedig in. DK heer Dankaart ondertussen rust te niet op iljn lauweren. Hij maak te links en rechts relaties. Op het gemeentehuis sat een Elzasser, die veel voor hem deed. Daaraan Is het feit, d*t ondergronds werk tegen de besetters een enorme aanbeveling zette zaak uiterst sys tematisch op. En kele maanden lang ging hij naar Nederland terug om bij ver schillende reisbu- reaux de grond beginselen van het reisbureau- en vreemdelingen- verkeerswerk te leren (en onder tussen zijn éta blissement met de nodige be kendheid te om geven), terwijl hij zo en passant ook het nodige van de reclame opstak, evenals van de Horecaf. Zijn eerste pen sion maakte hchi ingevoerd en be zorgde hem ook in Nederland de nodige clientèle om de volgende stap te wagen. Hij huurde het Grand Hotel, in de oorlog voor Fransen, Italia nen, Duitsers en Amerikanen in bedrijf geweest en totaal uitgewoond en daarna, zo goed en zo kwaad als het ging, weer een beetje op poten gezet. In 1952 startte het Grand Hotel (de naam werd aangevuld met „d'Amster dam") onder directie van de heer Dan kaart Honderd gas'.en kan het hotel bergen en dank zij de energie en het zakenmanschap van de heer Dankaart en zijn onvermoeibare vrouw is het hotel het gehele jaar door voor het grootste deel bezet Het Hotel Beau Rivage, direct ernaast, onder Fronsc directie, krijgt de gaster, die Hotel d'Amsterdam bij grote drukte niet meer kan hebben. Dat de heer Dankaart en zijn staf zich ook bjj de Franse autoritei ten in deze streek de nodige good will hebben ver worven blijkt wel uit het feit, dat het congres van Franse gemeente secretarissen uit dit gebied, zijn jaarvergadering in het hotel van de heer Dankaart heeft gehouden. Dat wil heel wat zeggen voor Fran sen, die, vooral in het Zuiden, van chauvinisme niet vrij te plei ten zfjn. Maar ook wat is een uitvloeisel v kaarts zakelijk in Niet voor niets is Grasse het parfumstadie van Zuid-Frankrijk: bloemenvelden in de wyjde omgeving vormen de basis voor de parfumindustrie, een van de pijlers waarop de welvaart van deze streek berust. Op de foto ziet 1 op tafel komt, 's heren Dan- :ht Hollands eten in hoofdzaak allicht; want vooral die Nederlander, die voor het eerst in Frankrijk is, moet van de Franse lif- lafjea niets hebben. Nog niet. De prac- tijk leert, dat Camembert, Gorgonzo la, Salade Nigoise, de veel /.warter gebrande Franse koffie en zelfs de knoflook niet zulke onneembare bar rières zijn, als men aanvankelijk wel had gedacht. Daarom in Grand Ho tel d'Amsterdam: Hollands eten in hoofdzaak, maar met onloochenbare Franse invloeden. Dat heeft allerlei voordelen: het is gemakkelijker voor het (Franse) keukennersoneel, het is voor de Nederlandse gasten een niet al te grote overgang maar men eet toch anders dan thuis en men wordt tenslotte, als het ware rijp gemaakt voor ook eens een xeer alleen pionie ren in een Frans restaurant. DE Brabena, de busmaatschappij, die tussen Amsterdam, De Haag, Rotterdam, Breda, Cap d'Antibes, Cannes, Monte Carlo Nice en Men- ton een busdienst onderhoudt, heeft haar eindpunt voor Hotel d'Amster dam. Het wordt eventuele toekomsti ge gasten dus wel gemakkelijk ge maakt! Wie met de heer Dankaart praat, zoals wij betrekkelijk kort geleden deden, krijgt interessante meningen te horen. Mening over de situatie als Neder landse hotelhouder tussen de Fransen: Als je met ze weet op te schieten, zijn ze niet kwaad. 'Vél chauvinistisch. Wat voor een Franse collega een overtreding is van iicht kaliber kan een Nederlander zijn plaats kosten. Vermijd dat dus" Mening over de tijd, waarop Neder landers komen: „Als ze wisten, hoe heerlijk en hoe mooi het h.er is in het prille voorjaar en in de late nazo mer, zouden ze de grote zomerse druk te meer vermijden Maar laten ze ook niet met Pasen nomen, als het even kan met de schoolgaande kinde ren Want dan is het hier ook razend druk'". Mening over een van de kamer meisjes, dat zingend de trap opgaat: „Die heeft het voorjaar ir het hoofd. Dat houd je tbch niet tegen". HANS SCHMIDT Lucas 15:17a. „Toen kwam hij W'J hebben allen wel eens gehoord van die mooie en treffende ge schiedenis van de verloren zoon. De Here Jezus vertelt in deze gelijkenis van een jongen, die de wijde wereld was ingezworven om het mooie te ge nieten en die toen eindelijk hongerig en diep ongelukkig weer naar zijn vader trok. Van die jongen staat in de tekening, die de Here Jezus van hem geeft, een trek van bijzondere teer heid: „Toen kwam hij tot zichzelf en zeide: Ik kom hier om van de hon ger". In het rumoer van de pret en het feest was hij zichzelf hoe langer hoe meer kwijtgeraakt, maar toen alles weg was, kwam hij tot zichzelf. Toen Cap d A>, (kaap Knoflook) van dichterbij gefotografeerd. Kege.ma.ig ziet men, zoals hier in het midden van de foto. de bruggen voor de spoorlgn, die dan weer in de tunnel verdwijnt. zag h\j zijn ellende. Toen begreep hij, dat alles hem ontbrak en toen ging hij als een boetvaardig zondaar op reis naar het vaderhuis. Dat is een heel groot geluk geweest voor die jongeman, dat hij tot zichzelf kwam en leerde nadenken over zijn leed en over zijn nood. Tot zichzelf komen, dat ij tegen woordig heel erg ouderwets. Daarvoor hebben de meeste mensen geen tijd. Het leven is zo overvol met drukte. De hele dag door roept de arbeid, de geweldige strijd om te blijven staan en een stuk brood te verdienen. Er is geen tijd om adem te scheppen en na te denken over zichzelf. Nu zyn daar heel ivat mensen ook doodsbang voor. Want ze weten wel, dat hun leven zo leeg is en zo hol. Daarom maar liever wat geschreeuw en rumoer, want dan horen ze zo niet het schreeuwen van hun hart in de diepte, dat er geen vrede is met God. En als ze eindelijk tot zichzelf komen bij het naderen van het einde, als al het rumoer is verstomd en al het ver maak voor eeuwig is vergaan en al de vrienden weggelopen zijndan alleen, helemaal alleen naar de le vende en rechtvaardige God.' Hoe rampzalig zal dan hun eeuwig lot zijn! Vrienden, Jezus, de Heiland staat te kloppen aan de deur van uw hart met de grote en ernstige vraag of u al vrede hebt met God, of u al verzoening hebt voor uw zonden door het bloed van Jezus Christus, en of u zo de grote reis al kunt wagen, de grote reis naar de eeuwigheid. Als u nu. op dit ogenblik eens tot uzelf komt en over uzelf nadenkt, weet u dan al, of u door Jezus Chris tus behouden bent van de toekomende toorn? Er is maar één manier, waarop u rustig en veilig verder moogt en kunt leven: eerst komen tot uzelf en dan in de weg van berouwvolle overgave aan Christus verlost worden van de zonde door het heilig bloed van Jezus Chris tus. Een andere weg is er niet. God geve uit genade, door de werking van Zijn Heilige Geest, dat wij allen da gelijks die weg mogen gaan. Geloofd zij Jezus Christus! Dl. L. EMMEKZAAL. ZONDAGSBLAD 23 JULI 1955 5 Via cYYluziek uit &cót-£uropa i£iót, ^óchaikowóky en cPro/zoJteJJ EEN componist bij eens het woord ..n Geniale vertolkingen gaf de Duitse pianist Wilhelm Kempff van de beide Pianoconcerten van Franz Liszt. DE eens zo befaamde Nederlandse pianist Dirk Schilfer (1873—1931) heeft talrijke aantekeningen nagelaten, welke later door zijn weduwe zijn uit gegeven onder de titel: „Het Klavier." In één van die aantekeningen leest men: „De kus van Beethoven aan de kleine Liszt is de oprechtheid die de trouwe loosheid zegent. Liszt, een verschijning van het virtuozendom, is de grootste meester van het uiterlijke, de oprecht- onoprechte. Het valse pathos in het dik wijls voos-slappe melos en het grof uiterlijke theatrale effect, is als de hel Het leven begint bij 50.... Door de bijzondere techniek wor den nu zonder afscheidingslijnen of uithollingen de kleuren niet aan getast. De Maastrichtse emailproduc ten vertonen dan ook een voor dit werk waarlijk ongekende rijkdom aan verfijnde kleuren, terwijl deze kunst producten toch tegen een redelijke prijs verkrijgbaar zijn. DE belangstelling voor deze bijzon dere vorm van kunstnijverheid neemt van jaar tot jaar toe. Het ge meentebestuur van Maastricht be toonde zich zeer verheugd over dit eigen ambacht en bestelde onder meer miniaturen, voorstellende een fantasie van de stad, die geschmken zijn aan de Amerikaanse gcnerauls Bradley en Marshall. De echtgenote van de Fran se president ontving van het bekende mannenkoor „De Mastreechter Staar" ook een product van de eigen stad: een prachtig email, dat Maria weergeeft als de Sterre der Zee. Tal rijke grote industrieën schonken bij jubilea aan hun relaties emailkunst- producten uit Maastricht, waar rij werkelijk eer mee inlegden. Tentoonstellingen in Parijs, Boston, New York, Toronto en Michigan brachten deze Nederlandse kunstpro ducten onder de aandacht van het buitenland en de export neemt dan ook ieder jaar een grotere omvang aan. Op de Internationale Kunst-ten toonstelling 1953 te Florence (It.) wer den de Maastrichtse ateliers onder scheiden met het ere-diploina Er blijkt toekomst te zitten in deze bijzondere vorm van kunstnijverheid. Zeker niet in het minst, omdat de heer Wolterman dat bijzondere weet te onderkennen en daar naar handelt, ook waar het de zeer speciale zake lijke aanpak betreft. Vanuit zijn so ber kantoortje werkt hij voor zijn zaak. Werkt hij met moer animo dan ooit het geval is geweest in zijn amb- tenarenloopbaan, hoewel hij toch een uitstekend werker daar is geweest. Hènd en hért gaan hier echter voor hem op een gelukkige wijze samen. Een dezer dagen zal deze stoere, sympathieke Protestantse Groninger, die een echt Limburgs ambacht nieuw wist te bezielen, 60 jaar worden. Met voldoening zal hij dan vast kunnen stellen, dat tijn werken voor de kunst gering sijn. Terecht kan hij Immers seggen: „Mijn klanten sijn mijn vrien den". De belangstelling voor hem per soonlijk sal hij dan ook blijmoedig ondergaan. Omdat hij weet, dat dit tevens is de interesse voor sijn kunst. De nieuwe en toch eeuwenoude email kunst, waaraan hij hand en hart beeft verpand later, in het daglicht, vlak voor de thë- atercoulissen, is het slechts kinderachti ge hocus-pocus." Erg vleiend is dat oordeel niet, voor al niet van iemand die altijd zo mopper de op critici. Maar daarover dit keer niet. Men zal zich welbijt afvragen, wat die kus van Beethoven met Liszt te maken heeft. Op ^Zondagmorgen 13 April 1823 speelde een 11-jarige knaap in de Redoutensaal in Wenen: Franz Liszt. Nadat hij het Pianoconcert in h- moll van Hummel en een bijzonder knap- gï improvisatie had gespeeld, kwam eethoven op het podium en drukte de knaap een kus op bet voorhoofd, Die kus is het merkteken van Liszt's kunste naarschap geworden. Dirk Schafer rilde van de kus. omdat hij in het werk van Liszt alleen maar de pathos ziet. Wie zal het pathetische en het alleen maar virtuoze bij Liszt ontkennen? De ze leerling van de aartsvader der mo derne virtuositeit, Carl Czerny, is nooit helemaal vrij gekomen van een wat op pervlakkige show. Maar wie zal tevens de vaak geniale invallen van Liszt ont- kenneh, zijn meesterlijke thematiek? Zijn Pianoconcert in Es-dur, dat Liszt zeU in 1855 te Weimar o.l.v. Berlioz ten doop hield, is hiervan wel een over tuigend bewijs. Meer nog dan zijn twee jaar later geschreven Pianoconcert in A-dur, dat in vorm en thematiek wat verwarder is. Deze beide werken heeft DECCA op één plaat opgenomen, gespeeld door de grote Duitse pianist Wilhelm Kempff en het Londens Symphonie Orkest o.l.v. Anatolc Fistoulare (langspeelplaat LXT 5025). De grote verdienste van deze ver tolkingen is. dat noch de pianosolist, noch de dirigent het pathetische te zeer beklemtonen en de muziek daardoor een diepere inhoud geven. Zo gespeeld zijn Liszt's Pianoconcerten toch wel stukken rasechte muziek, die niets met een „bordpapieren hel van Dante" te maken hebben.^ De 60-jarige Kempff is thans - - de grootste pianisten en zijn 'an hoge allure. ook nog wel het woord „pathetiek" vait is de Rus Peter Iljitsch Tschaikowsky. Ook met helemaal ten onrechte, ondanks de grote bewondering die ik voor Tschai- kowsky's muziek heb. Te ontkennen is echter niet, dat Tschaikowsky wel eens wat aan de oppervlakte bleef. Zo iets merkt men b.v. in zijn opera „Pique Dame" (Pikovaya Dama, of Schoppenvrouw). De figuren uit dit werk krijgen geen eigen gezicht en eigen lijk heeft Tschaikowsky de muziek he lemaal gegooid op de melodische, har monische en instrumentatie-effecten. Qua tekening is zijn „Eugen Onegin" ster ker, maar in „Schoppenvrouw" heeft hij meer dramatiek gebracht. Of dat zijn sterkete zijde was, valt te betwij felen. De tekst van deze opera Is door Tschaikowsky's broer Modest gemaakt naar een novelle van Poesjkin, de gro te Russische schrijver. Het is een wat melodramatisch verhaal over een schurkerige zwakkeling Herman en een zichzelf opofferende vrouw Lisa, die verloofd ls met Prins Yeletsky. De lief de of beter gezegd de verliefdheid, zorgt er voor dat zowel Herman als Lisa niet meer leeft aan het slot van de opera, hun spel is uitgespeeld. Heel gewijd be sluit het koor dan het werk na de dood van Herman met: „Gospod! Prosti emu! I upoloy evo myatejnuiu i izmuchennuiu dumu!" (Vergeef deze zondaar, Heer. En geef zijn lijdende ziel eeuwige rust.) Werkelijk, voor het verhaal moet men deze opera niet gaan beluisteren, alleen maar voor de muziek. En dan nog wel als die muziek uitgevoerd wordt door de Russen zelf. zoals de MUZIKALE MEESTERWERKEN SERIE (lang speelplaat MMS-2012) heeft opgenomen. Het plaatmateriaal mag dan een enkel spatje hebben, de uitvoering is super geniaal met zeldzaam mooie stemmen als Georgl Nelepp, tenor (Herman), de sopranen E. Smolenskaya (Lisa) cn V. Firsova (Chloë) en de alt V. Borisenko (Pauline en Daphnis). Deze concert-ver- sie wordt verder uitgevoerd door solis ten, koor en orkest van het BoLshoi The ater uit Moskou o.Lv. A. Melik—Pashey- ev. In 44 dagen tijd (in 1800) schreef Tschaikowski dit werk en hij heeft een zeldzame rijkdom aan melodische vond sten gegeven. Om een enkel voorbeeld te noemen de heimwee-romance van Pauline in de le acte Podnugi milie" (Lieve vrienden). Ook het volkse ele ment heeft Tschaikowsky hier knap ver werkt. Het is niet mogelijk bij deze op name voorkeur uit te spreken voor een der 13 solisten, alles is subliem, ook de zang van het koor en het spel van het orkest. Voor de vele Tschaikowsky-lief- hebbers i Miebei bij de massajeugd ^Yliet goed ónik Uit de VOLKSWIJK QNS bestaan wordt door kamp- weken bepaald, en hoe won derlijk het ook mag klinken in ons regenlandje: ieder kamp wordt be gunstigd door het meest stralende zomerweer, dat zich denken laat. De ene editie van de Enkhuizer Al manak kan dan stortbuien en de andere koudegolven voorspellen, maar de werkelijkheid bestaat uit zonneschijn en hitte. Of we nu vóór in de lente, of in de hondsdagen, of in het late najaar kamperen, het komt altijd uit. Bijna zou ik zeg en de staf betekend zouden hebben. Dat zat 'in in ons kamphuis. Het is ergens in midden Nederland een gebouw dat we danken aan de bezettingsjaren. Laten we daar ook eens iets goeds aan te danken heb ben! Het staat midden in de prach tigste natuur, aan de rand van een uitgestrekt gebied van bossen, vlak ten, heidevennetjes. Maar het is oorspronkelijk bedoeld geweest als onderkomen voor Duitse militairen, en niet voor kampkinderen. Het doet meer dénken aan een gesoig neerde bunker dan aan een gezellige woning. Het wekt vermoedens op, dat de oorspronkelijke bewoners gen: regel uw vacanties voortaan naar ons kampwerk. Ik kan alleen niet garanderen dat de zon dan er gens elders schijnt, als boven ons verblijf. We hebben het immers al eens mee gemaakt dat toy een onbe wolkte hemel hadden, terwijl ver der heel Nederland in nevelen ge huld was! Heus waar! Ik kan het werkelijk niet helpen, wanneer U na deze uitspraken mijnerzijds al verband gaat leggen tussen de titel van dit stukje en mijn persoontje. Hoe dan ook, de kampclub waar mee we vandaag terug keerden, heeft mateloos genoten van zeven onaf gebroken hittegolf-dagen. Ik moet er aan toe voegen, dat die bijzonder te pas kwamen, want men moet er niet aan denken wat zeven regen dagen voor de negentien hummels zich een weinig bedreigd voelden, en zich derhalve een nest schiepen dat ze eventueel konden verdedigen Een gebouw in T-vorm, stevig, ce- mentachtig, wat hol. In de gemeen te waar het staat hebben de diverse levensbeschouwelijke stromingen de handen ineen geslagen en ze hebben het geval eerlyk verdeeld: een pro testantse, een humanistische en een rooms katholieke moot. Wij huurden de reformatorische vleugel, en we konden er met wat goede wil ruim in. Althans om te slapen. En althans indien de slaapstertjes al dan niet schoon overdag zo gehold en geravot hadden, dat ze inderdaad onderzeil gingen en bleven i#n avondrood tot hanengekraai. Maar geen mens kan becijferen welke ellende we doorgemaakt zouden hebben indien deze barak het gan- OS1 even in Rusland te blijven: van Serge Prokofieff, die in 1953 over leed, nam de MUZIKALE MEESTER WERKEN SERIE het Vioolconcert in D-dur, no 1 op met niemand minder dan Ricardo Odnoposoff als solist. Dit Viool concert stamt uit 1914 en werd dus even als zijn Eerste Pianoconcert in Des-dur (1911) gecomponeerd, toen Prokofieff (geb. 1891) nog leerling was op het Con servatorium van Petersburg. Dat hij d ar werkte onder leiding van Rimsky—Kor- sakoff is merkbaar in beide werken en het is een goede gedachte geweest, het le Pianoconcert aan dc andere plaat zijde op te nemen. (langspeelplaat MMS-61). Hoe geniaal heeft Prokofieff de solo-instrumenten behandeld en hoe ryfk wist ook hij te instrumervtc- ren. De opnamen zijn buitengewoon goed geslaagd, met Odnoposoff als vi oolsolist begeleid door het Orkest van Radio Zürich o.l.v. Heinrich HollreLser en Sviatoslav Richter als pianosolist be geleid door het Moskou Jeugd-Sympho- 1 I" Kyrill Kondrashin. •-Orkest o.l.v kest. ÖSKI De Russische componist Serge Prokofieff. die tijdens zijn conser- vatoriumtijd o.m. een Viool- en een Pianoconcert schreef. se etmaal ons tehuis had moeten g wezen. We zouden platgedrukt en 5 gesmolten teruggekeerd zyn. We 4 hadden vol blauwe, groene en paar- 4 se plekken gezeten. Dat doen we 3 nu ook wel, maar we hebben ze thans buiten, in de wei, opgelopen. o En dat verandert veel, zo niet alles, j* Men kan zeggen: niet goed snik.' Waarom namen jullie dan geen ro- g yaler kamphuis met meer accom- modatie? Daarop antwoord ik: Weet U er soms eentje voor ons? Want hier ligt één van de meest tragische U zijden van alle jeugdwerk. Er zyn J duizenden kampeer-lustigen, maar er zijn geen geschikte gebouwen of 4 terreinen verkrijgbaar. Wel als men in tenten wil verblijven. Ook wel 3 als men tot herberg verbouwde kastelen kan betrekken i raison 3 van twintig gulden per persoon per 5 dag, exclusief fooien en vacantie* il toeslagen. Maar niet als men voor j een koopje de hort op moet! Waar- by ik zelfs nog mag opmerken dat g na ons een club met meer dan het dubbele van ons aantal kinderen in precies dezelfde ruimte zal bi- vakkeren en dat wij het dus echt s- royaal hebben ingericht. En voorts antwoord ik óók: Wie geeft zo'n groot wijkwerk nu eens een perma nent kamphuis cadeau? Er behoeft maar één man op staan, die daar naar schatting een kwart ton voor over heeft en wy zyn voorgoed on der de pannen. Dan behoeven we nergens meer te zoeken of te hu ren. Dan kunnen we het hele jaar door een paar dozijn kinderen uit de herrie en de ellende der straten weghalen. Dan kunnen we pas echt vechten tegen ziektontucht, ver waarlozing. geestelijke en lichame lijke infecties. Ik ben ervan overtuigd, dat U nu toch beslist bedenkelijk gaat kyken. Wat mankeert Miebei? vraagt U zich bezorgd af. Is ze mis schien nietgoedsnik? Wie zal zo dwaas zyn om voor wild vreemde kinderen vijfentwintig duizend gulden te geven? Dat be slaat immers niet? Wel, ik ben zo fris als een hoentje cn reuze bij de pinken. Luister! Het kamp kostte ons een vijfhonderd gulden. Toen we weggingen, waren die er niet. En toen we terugkwa men, had wijkpredikant ontvangen een doodgewone brief met vijfhon derd gulden erin. Met dit bijschrift: ..Bijdrage voor Uw mooie werk". En met deze verrassende onder tekening ,Jf. G SNIK". Zoiets geeft ons moed om met nadere totaal on mogelijke dingen te rekenen. Zoiets versterkt myn geloof! MI EB EL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 16