NAALD en PLAAT
Van Hollands gemeente-ambtenaar
tot hotelhouder in Menton
CBB3B3B
Tot
zicnze
If ko
men
4
ZONDAGSBLAD 23 JULI 1955
LevensRom&n v&n ko ö&nka&Rt
&nwB-w€Qwijz€R op meeR ö&n öuizenö kiLometeR
v&n neöeRL&nö
IN GAR A VAN, de Oostelijke buitenwijk van Menton, staat een
echte A.N.W.B.-wegwijzer voor een groot gebouw aan de boulevard
langs de intens blauwe Middellanuse Zee. Hij maakt een wat vreemde
onwennige indruk op u, alsof ge dit niet meer had verwacht, waar
immers vér over de duizend kilometer u van het vaderland scheiden.
Eén arm wijst in de richting van Nice, een andere in de richting
van de Pont Saint Louis, de brug die de grens met Italië vormt
en die niet meer dan enkele honderden meters ver is. De derde arm
vertelt u, wat het grote gebouw is het Grand Hotel d'Amsterdam.
Het is een der grootste van Menton, een der weinige langs de Cote
onder Nederlandse directie, als men de bungalowparken, tenten
kampen of kampeertehuizen niet meetelt.
was en nog is in Frankrijk, waar
schijnlijk ook niet vreemd. Van Fran
se iijde hielp naen nem aan de nodi
ge vergunningen en faciliteiten; van
zijn kant maakte Dankaart in Neder
land een intensieve propaganda voor
dit deel van Frankrijk.
raffineerd handige plaats Niet alleen
de bewoners van hei hotel, maar ook
de Hollanders, die er langs komen
en dat zijn er op deze drukke weg
naar Italië heel wat laten zich vaak
eronder fotograferen
HU
de
Cannes is de plaats voor degenen, die het wat
luxueuzer willen doen. Als de witte weeldepaleizen
op de achtergrond u niet overtuigen, dan toch wel de
racebootjes, die ge voor een flink bedrag per uur
kunt huren.
De directeur van het hotel, de heer
J. J Dankaart, een jonge, energieke
Amsterdammer, glimlacht als ge het
hem vertelt. Hij weet het trouwens
wel. Hij is de gees.elijke vader van
het idee om de wegwijzer hier te
Rlaatsen. Op deze *nan:er wordt zijn
otel steeds beter Gekend; dat is een
reclame op zichzelf
DE geschiedenis /an de heer Dan
kaart is een uiterst ongewone en
merkwaardige. Hij was in dienst van
de afdeling bruggenbouw van de ge
meente Amsterdam In de oorlog
kwam hij in de illegaliteit en daar
na in Duitse krijgsgevangenschap te
recht. Voor herstel van zijn gezond
heid, die een stevige knauw had ge
kregen, werd hij kort na de bevrij
ding door de Stichting 1940—1945 uit
gezonden naar Menton, voor een ver
blijf van drie maanden. Deze drie
maanden zouden voor zijn toekomst
beslissend zijn.
De heer Dankaart kwam onder de
bekoring van het exotische, dat de na
tuur hier te bieden had, zeker voor
diegenen, die vijf of meer jaren als
het ware opgesloten waren geweest
Met ,,oui", ,,non" en „naturellemen'"
was het grootste gedeelte van zijn
Franse woordenschat vermeld, maar
voor hem die wil, ligt in de ransel
een maarschalkstaf gereed (vrij naar
Napoleon). En Ko Dankaart wilde.
Nog enkele malen kwam hij in Men-
tbn terug. Zijn Fra.xs werd beter, z:jn
kennis van de streek ook. In 1948 <on
hij de sprong wagen- aan de buiten-
kunt van Menton, niet al te dicht bij
dc zee opende hij een familiepens.on.
ingericht in een gemeubileerd gehuur
de villa. Er waren veertien kamers
en, hoewel de aanlooptijd niet gemak
kelijk was, zat de ioop er spoedig in.
DK heer Dankaart ondertussen rust
te niet op iljn lauweren. Hij maak
te links en rechts relaties. Op het
gemeentehuis sat een Elzasser, die
veel voor hem deed. Daaraan Is
het feit, d*t ondergronds werk tegen
de besetters een enorme aanbeveling
zette
zaak uiterst sys
tematisch op. En
kele maanden
lang ging hij
naar Nederland
terug om bij ver
schillende reisbu-
reaux de grond
beginselen van
het reisbureau-
en vreemdelingen-
verkeerswerk te
leren (en onder
tussen zijn éta
blissement met
de nodige be
kendheid te om
geven), terwijl
hij zo en passant
ook het nodige
van de reclame
opstak, evenals
van de Horecaf.
Zijn eerste pen
sion maakte hchi
ingevoerd en be
zorgde hem ook
in Nederland de
nodige clientèle
om de volgende
stap te wagen.
Hij huurde het
Grand Hotel, in
de oorlog voor
Fransen, Italia
nen, Duitsers en
Amerikanen in
bedrijf geweest
en totaal uitgewoond en daarna, zo
goed en zo kwaad als het ging, weer
een beetje op poten gezet.
In 1952 startte het Grand Hotel (de
naam werd aangevuld met „d'Amster
dam") onder directie van de heer Dan
kaart Honderd gas'.en kan het hotel
bergen en dank zij de energie en het
zakenmanschap van de heer Dankaart
en zijn onvermoeibare vrouw is het
hotel het gehele jaar door voor het
grootste deel bezet Het Hotel Beau
Rivage, direct ernaast, onder Fronsc
directie, krijgt de gaster, die Hotel
d'Amsterdam bij grote drukte niet
meer kan hebben.
Dat de heer Dankaart en zijn staf
zich ook bjj de
Franse autoritei
ten in deze streek
de nodige good
will hebben ver
worven blijkt wel
uit het feit, dat
het congres van
Franse gemeente
secretarissen uit
dit gebied, zijn
jaarvergadering
in het hotel van
de heer Dankaart
heeft gehouden.
Dat wil heel wat
zeggen voor Fran
sen, die, vooral
in het Zuiden,
van chauvinisme
niet vrij te plei
ten zfjn.
Maar ook wat
is een uitvloeisel v
kaarts zakelijk in
Niet voor niets is Grasse het parfumstadie van
Zuid-Frankrijk: bloemenvelden in de wyjde omgeving
vormen de basis voor de parfumindustrie, een van
de pijlers waarop de welvaart van deze streek berust.
Op de foto ziet 1
op tafel komt,
's heren Dan-
:ht Hollands eten
in hoofdzaak allicht; want vooral die
Nederlander, die voor het eerst in
Frankrijk is, moet van de Franse lif-
lafjea niets hebben. Nog niet. De prac-
tijk leert, dat Camembert, Gorgonzo
la, Salade Nigoise, de veel /.warter
gebrande Franse koffie en zelfs de
knoflook niet zulke onneembare bar
rières zijn, als men aanvankelijk wel
had gedacht. Daarom in Grand Ho
tel d'Amsterdam: Hollands eten in
hoofdzaak, maar met onloochenbare
Franse invloeden. Dat heeft allerlei
voordelen: het is gemakkelijker voor
het (Franse) keukennersoneel, het is
voor de Nederlandse gasten een niet
al te grote overgang maar men eet
toch anders dan thuis en men wordt
tenslotte, als het ware rijp gemaakt
voor ook eens een xeer alleen pionie
ren in een Frans restaurant.
DE Brabena, de busmaatschappij,
die tussen Amsterdam, De Haag,
Rotterdam, Breda, Cap d'Antibes,
Cannes, Monte Carlo Nice en Men-
ton een busdienst onderhoudt, heeft
haar eindpunt voor Hotel d'Amster
dam. Het wordt eventuele toekomsti
ge gasten dus wel gemakkelijk ge
maakt!
Wie met de heer Dankaart praat,
zoals wij betrekkelijk kort geleden
deden, krijgt interessante meningen
te horen.
Mening over de situatie als Neder
landse hotelhouder tussen de Fransen:
Als je met ze weet op te schieten,
zijn ze niet kwaad. 'Vél chauvinistisch.
Wat voor een Franse collega een
overtreding is van iicht kaliber kan
een Nederlander zijn plaats kosten.
Vermijd dat dus"
Mening over de tijd, waarop Neder
landers komen: „Als ze wisten, hoe
heerlijk en hoe mooi het h.er is in het
prille voorjaar en in de late nazo
mer, zouden ze de grote zomerse druk
te meer vermijden Maar laten ze
ook niet met Pasen nomen, als het
even kan met de schoolgaande kinde
ren Want dan is het hier ook razend
druk'".
Mening over een van de kamer
meisjes, dat zingend de trap opgaat:
„Die heeft het voorjaar ir het hoofd.
Dat houd je tbch niet tegen".
HANS SCHMIDT
Lucas 15:17a.
„Toen kwam hij
W'J hebben allen wel eens gehoord
van die mooie en treffende ge
schiedenis van de verloren zoon. De
Here Jezus vertelt in deze gelijkenis
van een jongen, die de wijde wereld
was ingezworven om het mooie te ge
nieten en die toen eindelijk hongerig
en diep ongelukkig weer naar zijn
vader trok. Van die jongen staat in de
tekening, die de Here Jezus van hem
geeft, een trek van bijzondere teer
heid: „Toen kwam hij tot zichzelf en
zeide: Ik kom hier om van de hon
ger".
In het rumoer van de pret en het
feest was hij zichzelf hoe langer hoe
meer kwijtgeraakt, maar toen alles
weg was, kwam hij tot zichzelf. Toen
Cap d A>, (kaap Knoflook) van dichterbij gefotografeerd. Kege.ma.ig ziet
men, zoals hier in het midden van de foto. de bruggen voor de spoorlgn,
die dan weer in de tunnel verdwijnt.
zag h\j zijn ellende. Toen begreep hij,
dat alles hem ontbrak en toen ging
hij als een boetvaardig zondaar op reis
naar het vaderhuis.
Dat is een heel groot geluk geweest
voor die jongeman, dat hij tot zichzelf
kwam en leerde nadenken over zijn
leed en over zijn nood.
Tot zichzelf komen, dat ij tegen
woordig heel erg ouderwets. Daarvoor
hebben de meeste mensen geen tijd.
Het leven is zo overvol met drukte.
De hele dag door roept de arbeid, de
geweldige strijd om te blijven staan en
een stuk brood te verdienen. Er is geen
tijd om adem te scheppen en na te
denken over zichzelf.
Nu zyn daar heel ivat mensen ook
doodsbang voor. Want ze weten wel,
dat hun leven zo leeg is en zo hol.
Daarom maar liever wat geschreeuw
en rumoer, want dan horen ze zo niet
het schreeuwen van hun hart in de
diepte, dat er geen vrede is met God.
En als ze eindelijk tot zichzelf komen
bij het naderen van het einde, als al
het rumoer is verstomd en al het ver
maak voor eeuwig is vergaan en al
de vrienden weggelopen zijndan
alleen, helemaal alleen naar de le
vende en rechtvaardige God.' Hoe
rampzalig zal dan hun eeuwig lot zijn!
Vrienden, Jezus, de Heiland staat te
kloppen aan de deur van uw hart met
de grote en ernstige vraag of u al vrede
hebt met God, of u al verzoening hebt
voor uw zonden door het bloed van
Jezus Christus, en of u zo de grote
reis al kunt wagen, de grote reis naar
de eeuwigheid.
Als u nu. op dit ogenblik eens tot
uzelf komt en over uzelf nadenkt,
weet u dan al, of u door Jezus Chris
tus behouden bent van de toekomende
toorn?
Er is maar één manier, waarop u
rustig en veilig verder moogt en kunt
leven: eerst komen tot uzelf en dan in
de weg van berouwvolle overgave aan
Christus verlost worden van de zonde
door het heilig bloed van Jezus Chris
tus. Een andere weg is er niet. God
geve uit genade, door de werking van
Zijn Heilige Geest, dat wij allen da
gelijks die weg mogen gaan. Geloofd
zij Jezus Christus!
Dl. L. EMMEKZAAL.
ZONDAGSBLAD 23 JULI 1955
5
Via
cYYluziek uit &cót-£uropa
i£iót, ^óchaikowóky en cPro/zoJteJJ
EEN componist bij
eens het woord ..n
Geniale vertolkingen gaf de
Duitse pianist Wilhelm Kempff
van de beide Pianoconcerten van
Franz Liszt.
DE eens zo befaamde Nederlandse
pianist Dirk Schilfer (1873—1931)
heeft talrijke aantekeningen nagelaten,
welke later door zijn weduwe zijn uit
gegeven onder de titel: „Het Klavier."
In één van die aantekeningen leest men:
„De kus van Beethoven aan de kleine
Liszt is de oprechtheid die de trouwe
loosheid zegent. Liszt, een verschijning
van het virtuozendom, is de grootste
meester van het uiterlijke, de oprecht-
onoprechte. Het valse pathos in het dik
wijls voos-slappe melos en het grof
uiterlijke theatrale effect, is als de hel
Het leven begint bij 50....
Door de bijzondere techniek wor
den nu zonder afscheidingslijnen of
uithollingen de kleuren niet aan
getast. De Maastrichtse emailproduc
ten vertonen dan ook een voor dit
werk waarlijk ongekende rijkdom aan
verfijnde kleuren, terwijl deze kunst
producten toch tegen een redelijke
prijs verkrijgbaar zijn.
DE belangstelling voor deze bijzon
dere vorm van kunstnijverheid
neemt van jaar tot jaar toe. Het ge
meentebestuur van Maastricht be
toonde zich zeer verheugd over dit
eigen ambacht en bestelde onder meer
miniaturen, voorstellende een fantasie
van de stad, die geschmken zijn aan
de Amerikaanse gcnerauls Bradley en
Marshall. De echtgenote van de Fran
se president ontving van het bekende
mannenkoor „De Mastreechter
Staar" ook een product van de eigen
stad: een prachtig email, dat Maria
weergeeft als de Sterre der Zee. Tal
rijke grote industrieën schonken bij
jubilea aan hun relaties emailkunst-
producten uit Maastricht, waar rij
werkelijk eer mee inlegden.
Tentoonstellingen in Parijs, Boston,
New York, Toronto en Michigan
brachten deze Nederlandse kunstpro
ducten onder de aandacht van het
buitenland en de export neemt dan
ook ieder jaar een grotere omvang
aan. Op de Internationale Kunst-ten
toonstelling 1953 te Florence (It.) wer
den de Maastrichtse ateliers onder
scheiden met het ere-diploina
Er blijkt toekomst te zitten in deze
bijzondere vorm van kunstnijverheid.
Zeker niet in het minst, omdat de
heer Wolterman dat bijzondere weet
te onderkennen en daar naar handelt,
ook waar het de zeer speciale zake
lijke aanpak betreft. Vanuit zijn so
ber kantoortje werkt hij voor zijn
zaak. Werkt hij met moer animo dan
ooit het geval is geweest in zijn amb-
tenarenloopbaan, hoewel hij toch een
uitstekend werker daar is geweest.
Hènd en hért gaan hier echter voor
hem op een gelukkige wijze samen.
Een dezer dagen zal deze stoere,
sympathieke Protestantse Groninger,
die een echt Limburgs ambacht nieuw
wist te bezielen, 60 jaar worden. Met
voldoening zal hij dan vast kunnen
stellen, dat tijn werken voor de kunst
gering sijn. Terecht kan hij Immers
seggen: „Mijn klanten sijn mijn vrien
den". De belangstelling voor hem per
soonlijk sal hij dan ook blijmoedig
ondergaan. Omdat hij weet, dat dit
tevens is de interesse voor sijn kunst.
De nieuwe en toch eeuwenoude email
kunst, waaraan hij hand en hart beeft
verpand
later, in het daglicht, vlak voor de thë-
atercoulissen, is het slechts kinderachti
ge hocus-pocus."
Erg vleiend is dat oordeel niet, voor
al niet van iemand die altijd zo mopper
de op critici. Maar daarover dit keer
niet. Men zal zich welbijt afvragen,
wat die kus van Beethoven met Liszt
te maken heeft. Op ^Zondagmorgen 13
April 1823 speelde een 11-jarige knaap
in de Redoutensaal in Wenen: Franz
Liszt. Nadat hij het Pianoconcert in h-
moll van Hummel en een bijzonder knap-
gï improvisatie had gespeeld, kwam
eethoven op het podium en drukte de
knaap een kus op bet voorhoofd, Die kus
is het merkteken van Liszt's kunste
naarschap geworden. Dirk Schafer rilde
van de kus. omdat hij in het werk van
Liszt alleen maar de pathos ziet.
Wie zal het pathetische en het alleen
maar virtuoze bij Liszt ontkennen? De
ze leerling van de aartsvader der mo
derne virtuositeit, Carl Czerny, is nooit
helemaal vrij gekomen van een wat op
pervlakkige show. Maar wie zal tevens
de vaak geniale invallen van Liszt ont-
kenneh, zijn meesterlijke thematiek?
Zijn Pianoconcert in Es-dur, dat Liszt
zeU in 1855 te Weimar o.l.v. Berlioz
ten doop hield, is hiervan wel een over
tuigend bewijs. Meer nog dan zijn twee
jaar later geschreven Pianoconcert in
A-dur, dat in vorm en thematiek wat
verwarder is.
Deze beide werken heeft DECCA op
één plaat opgenomen, gespeeld door de
grote Duitse pianist Wilhelm Kempff en
het Londens Symphonie Orkest o.l.v.
Anatolc Fistoulare (langspeelplaat LXT
5025). De grote verdienste van deze ver
tolkingen is. dat noch de pianosolist,
noch de dirigent het pathetische te zeer
beklemtonen en de muziek daardoor een
diepere inhoud geven. Zo gespeeld zijn
Liszt's Pianoconcerten toch wel stukken
rasechte muziek, die niets met een
„bordpapieren hel van Dante" te maken
hebben.^ De 60-jarige Kempff is thans
- - de grootste pianisten en zijn
'an hoge allure.
ook nog wel
het woord „pathetiek" vait is
de Rus Peter Iljitsch Tschaikowsky. Ook
met helemaal ten onrechte, ondanks de
grote bewondering die ik voor Tschai-
kowsky's muziek heb. Te ontkennen is
echter niet, dat Tschaikowsky wel eens
wat aan de oppervlakte bleef.
Zo iets merkt men b.v. in zijn opera
„Pique Dame" (Pikovaya Dama, of
Schoppenvrouw). De figuren uit dit werk
krijgen geen eigen gezicht en eigen
lijk heeft Tschaikowsky de muziek he
lemaal gegooid op de melodische, har
monische en instrumentatie-effecten. Qua
tekening is zijn „Eugen Onegin" ster
ker, maar in „Schoppenvrouw" heeft
hij meer dramatiek gebracht. Of dat
zijn sterkete zijde was, valt te betwij
felen.
De tekst van deze opera Is door
Tschaikowsky's broer Modest gemaakt
naar een novelle van Poesjkin, de gro
te Russische schrijver. Het is een wat
melodramatisch verhaal over een
schurkerige zwakkeling Herman en een
zichzelf opofferende vrouw Lisa, die
verloofd ls met Prins Yeletsky. De lief
de of beter gezegd de verliefdheid, zorgt
er voor dat zowel Herman als Lisa niet
meer leeft aan het slot van de opera,
hun spel is uitgespeeld. Heel gewijd be
sluit het koor dan het werk na de dood
van Herman met: „Gospod! Prosti emu!
I upoloy evo myatejnuiu i izmuchennuiu
dumu!" (Vergeef deze zondaar, Heer.
En geef zijn lijdende ziel eeuwige rust.)
Werkelijk, voor het verhaal moet men
deze opera niet gaan beluisteren, alleen
maar voor de muziek. En dan nog wel
als die muziek uitgevoerd wordt door
de Russen zelf. zoals de MUZIKALE
MEESTERWERKEN SERIE (lang
speelplaat MMS-2012) heeft opgenomen.
Het plaatmateriaal mag dan een enkel
spatje hebben, de uitvoering is super
geniaal met zeldzaam mooie stemmen
als Georgl Nelepp, tenor (Herman), de
sopranen E. Smolenskaya (Lisa) cn V.
Firsova (Chloë) en de alt V. Borisenko
(Pauline en Daphnis). Deze concert-ver-
sie wordt verder uitgevoerd door solis
ten, koor en orkest van het BoLshoi The
ater uit Moskou o.Lv. A. Melik—Pashey-
ev. In 44 dagen tijd (in 1800) schreef
Tschaikowski dit werk en hij heeft een
zeldzame rijkdom aan melodische vond
sten gegeven. Om een enkel voorbeeld
te noemen de heimwee-romance van
Pauline in de le acte Podnugi milie"
(Lieve vrienden). Ook het volkse ele
ment heeft Tschaikowsky hier knap ver
werkt. Het is niet mogelijk bij deze op
name voorkeur uit te spreken voor een
der 13 solisten, alles is subliem, ook de
zang van het koor en het spel van het
orkest. Voor de vele Tschaikowsky-lief-
hebbers i
Miebei bij de massajeugd
^Yliet goed ónik
Uit de
VOLKSWIJK
QNS bestaan wordt door kamp-
weken bepaald, en hoe won
derlijk het ook mag klinken in ons
regenlandje: ieder kamp wordt be
gunstigd door het meest stralende
zomerweer, dat zich denken laat.
De ene editie van de Enkhuizer Al
manak kan dan stortbuien en de
andere koudegolven voorspellen,
maar de werkelijkheid bestaat uit
zonneschijn en hitte. Of we nu vóór
in de lente, of in de hondsdagen, of
in het late najaar kamperen, het
komt altijd uit. Bijna zou ik zeg
en de staf betekend zouden hebben.
Dat zat 'in in ons kamphuis. Het is
ergens in midden Nederland
een gebouw dat we danken aan de
bezettingsjaren. Laten we daar ook
eens iets goeds aan te danken heb
ben! Het staat midden in de prach
tigste natuur, aan de rand van een
uitgestrekt gebied van bossen, vlak
ten, heidevennetjes. Maar het is
oorspronkelijk bedoeld geweest als
onderkomen voor Duitse militairen,
en niet voor kampkinderen. Het
doet meer dénken aan een gesoig
neerde bunker dan aan een gezellige
woning. Het wekt vermoedens op,
dat de oorspronkelijke bewoners
gen: regel uw vacanties voortaan
naar ons kampwerk. Ik kan alleen
niet garanderen dat de zon dan er
gens elders schijnt, als boven ons
verblijf. We hebben het immers al
eens mee gemaakt dat toy een onbe
wolkte hemel hadden, terwijl ver
der heel Nederland in nevelen ge
huld was! Heus waar! Ik kan het
werkelijk niet helpen, wanneer U
na deze uitspraken mijnerzijds al
verband gaat leggen tussen de titel
van dit stukje en mijn persoontje.
Hoe dan ook, de kampclub waar
mee we vandaag terug keerden, heeft
mateloos genoten van zeven onaf
gebroken hittegolf-dagen. Ik moet
er aan toe voegen, dat die bijzonder
te pas kwamen, want men moet er
niet aan denken wat zeven regen
dagen voor de negentien hummels
zich een weinig bedreigd voelden,
en zich derhalve een nest schiepen
dat ze eventueel konden verdedigen
Een gebouw in T-vorm, stevig, ce-
mentachtig, wat hol. In de gemeen
te waar het staat hebben de diverse
levensbeschouwelijke stromingen de
handen ineen geslagen en ze hebben
het geval eerlyk verdeeld: een pro
testantse, een humanistische en een
rooms katholieke moot. Wij huurden
de reformatorische vleugel, en we
konden er met wat goede wil ruim
in. Althans om te slapen. En althans
indien de slaapstertjes al dan
niet schoon overdag zo gehold
en geravot hadden, dat ze inderdaad
onderzeil gingen en bleven i#n
avondrood tot hanengekraai. Maar
geen mens kan becijferen welke
ellende we doorgemaakt zouden
hebben indien deze barak het gan-
OS1 even in Rusland te blijven: van
Serge Prokofieff, die in 1953 over
leed, nam de MUZIKALE MEESTER
WERKEN SERIE het Vioolconcert in
D-dur, no 1 op met niemand minder dan
Ricardo Odnoposoff als solist. Dit Viool
concert stamt uit 1914 en werd dus even
als zijn Eerste Pianoconcert in Des-dur
(1911) gecomponeerd, toen Prokofieff
(geb. 1891) nog leerling was op het Con
servatorium van Petersburg. Dat hij d ar
werkte onder leiding van Rimsky—Kor-
sakoff is merkbaar in beide werken en
het is een goede gedachte geweest, het
le Pianoconcert aan dc andere plaat
zijde op te nemen. (langspeelplaat
MMS-61). Hoe geniaal heeft Prokofieff
de solo-instrumenten behandeld en
hoe ryfk wist ook hij te instrumervtc-
ren. De opnamen zijn buitengewoon
goed geslaagd, met Odnoposoff als vi
oolsolist begeleid door het Orkest van
Radio Zürich o.l.v. Heinrich HollreLser
en Sviatoslav Richter als pianosolist be
geleid door het Moskou Jeugd-Sympho-
1 I" Kyrill Kondrashin.
•-Orkest o.l.v
kest.
ÖSKI
De Russische componist Serge
Prokofieff. die tijdens zijn conser-
vatoriumtijd o.m. een Viool- en
een Pianoconcert schreef.
se etmaal ons tehuis had moeten g
wezen. We zouden platgedrukt en 5
gesmolten teruggekeerd zyn. We 4
hadden vol blauwe, groene en paar- 4
se plekken gezeten. Dat doen we 3
nu ook wel, maar we hebben ze
thans buiten, in de wei, opgelopen. o
En dat verandert veel, zo niet alles, j*
Men kan zeggen: niet goed snik.'
Waarom namen jullie dan geen ro- g
yaler kamphuis met meer accom-
modatie? Daarop antwoord ik: Weet
U er soms eentje voor ons? Want
hier ligt één van de meest tragische U
zijden van alle jeugdwerk. Er zyn J
duizenden kampeer-lustigen, maar
er zijn geen geschikte gebouwen of 4
terreinen verkrijgbaar. Wel als men
in tenten wil verblijven. Ook wel 3
als men tot herberg verbouwde
kastelen kan betrekken i raison 3
van twintig gulden per persoon per 5
dag, exclusief fooien en vacantie* il
toeslagen. Maar niet als men voor j
een koopje de hort op moet! Waar-
by ik zelfs nog mag opmerken dat g
na ons een club met meer dan het
dubbele van ons aantal kinderen
in precies dezelfde ruimte zal bi-
vakkeren en dat wij het dus echt s-
royaal hebben ingericht. En voorts
antwoord ik óók: Wie geeft zo'n
groot wijkwerk nu eens een perma
nent kamphuis cadeau? Er behoeft
maar één man op staan, die daar
naar schatting een kwart ton voor
over heeft en wy zyn voorgoed on
der de pannen. Dan behoeven we
nergens meer te zoeken of te hu
ren. Dan kunnen we het hele jaar
door een paar dozijn kinderen uit
de herrie en de ellende der straten
weghalen. Dan kunnen we pas echt
vechten tegen ziektontucht, ver
waarlozing. geestelijke en lichame
lijke infecties.
Ik ben ervan overtuigd, dat U
nu toch beslist bedenkelijk gaat
kyken. Wat mankeert Miebei?
vraagt U zich bezorgd af. Is ze mis
schien nietgoedsnik? Wie
zal zo dwaas zyn om voor wild
vreemde kinderen vijfentwintig
duizend gulden te geven? Dat be
slaat immers niet?
Wel, ik ben zo fris als een hoentje
cn reuze bij de pinken. Luister! Het
kamp kostte ons een vijfhonderd
gulden. Toen we weggingen, waren
die er niet. En toen we terugkwa
men, had wijkpredikant ontvangen
een doodgewone brief met vijfhon
derd gulden erin. Met dit bijschrift:
..Bijdrage voor Uw mooie werk".
En met deze verrassende onder
tekening ,Jf. G SNIK". Zoiets geeft
ons moed om met nadere totaal on
mogelijke dingen te rekenen. Zoiets
versterkt myn geloof!
MI EB EL.