Belastingambtenaar werd directeur van kunst-atelier <2>e óproolzjeó van ^.cJ^nderóen Tekeningen BOERGE PRAMVIG 2. Het was al laat. Justitieraad Knap wil de naar huis gaan. Verstrooid als hij was trok hij in plaats van zijn eigen overschoe nen die van het Geluk aan. Daardoor was hij tegelijk teruggetreden in de tijd van koning Hans. Hij zette zijn voeten midden in slijk en ïhodder op de weg. „Het is toch verschrikkelijk zo modderig als het hier is!" zei de Justitieraad. „De hele stoep is weg en alle lantarens zijn uit!" Op de dichtstbijzijnde hoek hing een lan taren voor een Madonnabeeld; dat zag je vroeger vaak op straat. „Dat is zeker," dacht hij, „een kunsthandel, waar men ver geten heeft het uithangbord in te halen!" Plotseling klonken er trommels en flui ten; helle fakkels schenen; de Justitieraad bleef staan en zag een grote troep trom melslagers; ze werden gevolgd door de lijfwacht met arm- en voetbogen. De voor naamste man in de optocht was een gees telijke. Verbaasd vroeg de Justitieraad, wat dat moest betekenen en wie die man was. „Dat is de bisschop van Seeland!" antwoordde men. „Wat is er met de bisschop aan de hand?" zuchtte de Ju9titieraad die er he lemaal geen erg in had, dat hij in de tijd van koning Hans was overgeplaatst. 3. Hierover peinzend ging de Justitieraad verder. De brug naar het Slotplein was niet te vinden; hij zag vaag een brede oever en stootte eindelijk op twee mannen, die daar met een boot lagen. „Wil mijnheer overgezet worden naar het eiland?" vroe gen zij. „Het eiland?" zei de Justitieraad, die Im mers niet wist, in welke eeuw hij nu rond zwierf. Hoe langer hij met de bootslui sprak, des te onbegrijpelijker werden zij hem. „Ik begrijp jullie niet!" zei hij ten slotte vertoornd, en keerde hun de rug toe. „Ik geloof, dat ik maar een rijtuig neem!" dacht hij. maar waar stonden de rijtuigen? Er v buiten scheen. Dat was een soort van bier huis. Een groep mensen, bestaande uit schippers, burgers en een paar geleerden, zaten hier achter hun kroes „Neem mij niet kwalijk," zei de Justitieraad tot de waardin, die naar hem toekwam, „kunt u mij geen rijtuig verschaffen!" De vrouw keek hem aan en schudde haar hoofd; toen gaf zij hem een kroes water. 4. De Justitieraad zag de vrouw een groot stuk papier opnemen; het was een houtsnede, die een luchtverschijnsel voor stelde. „Dat is heel oud!" zei de Justitie raad. „Hoe bent u toch aan zo'n zeldzaam blad gekomen^ Men verklaart zulke ver schijnselen daardoor, dat men Noorderlicht heeft gezien; naar alle waarschijnlijkheid vorden zij door electriciteit te voorschijn geroepen!" Zij, die het dichtst bij zaten en zijn woor den hoorden, keken hem verwonderd aan en één van hen stond op, nam eerbiedig zijn hoed af en zei met het ernstigste gezicht „U bent zeker een zeer geleerd man, Mon sieur!" „O neen!" antwoordde de Justitieraad, „ik kan alleen maar over een en ander meepraten. Mag ik misschien vragen, met wie ik het genoegen heb te spreken?" „Ik ben Baccalaureus", antwoordde de man. Dat antwoord was de Justitieraad vol doende: dat is zeker, dacht hij, een oude plattelandsschoolmeester. Zij keken elkaar aan en nu en dan sprak Baccalaureus La tijn, in de mening, dat hij dan beter ver staan zou worden. „Hoe gaat het met U" vroeg de waardin en trok de Justitieraad aan de mouw; nu kreeg hij zijn bezinning terug, want terwijl bij sprak, was hij helemaal vergeten, dat hij nu leefde in de tijd van koning Hans. 5. „Wij willen wijn!" riep één van de gasten. „En gij moet meedrinken!" Twee meisjes kwamen binnen. Zij schonken in en de Justitieraad moest met hen drinken. Nog nooit was de Justitieraad in zo'n ruw en onbeschaafd gezelschap geweest; maar op dat ogenblik schoot de gedachte door zijn hoofd, om onder de tafel door naar de deur te kruipen en zo naar buiten te ontkomen, doch zij grepen hem bij de benen, en toen. tot zijn geluk, raakte hij de overschoenen kwijten daarmee keer de hij tegelijk in de tegenwoordige tijd te- De Justitieraad zag vlak voor zich heel duidelijk een heldere lantaren branden; hij lag met zijn benen vlak bij de deur, en recht tegenover hem zat een nachtwaker te slapen. „Heb ik hier op straat liggen dromen!" zei de Justitieraad. Twee minu ten later zat hij in een rijtuig, dat hem naar Christiaanshaven reed. Hij dacht aan de angst, die hij doorstaan had en voelde zich gelukkig, dat hij leefde in onze tijd, die met al zijn gebreken toch veel beter was daa de tijd van koning Hans...... AMBTENAAR en kunstenaar mo gen dan qua woord tenminste nog dezelfde uitgang hebben, qua persoon zullen zij veelal weinig met elkaar ge meen hebben. Vooral een belasting ambtenaar kan vertrouwen, dat .hij een vaste positie heeft: de belasting dienst zal immers wel altijd blijven bestaan Wat moet er dan een onderne mingslust en durf voor nodig zijn om DE jonge Wolterman, die in 1895 te Nieuweschans (Gr.) werd gebo ren, zal toen hij als 15-jarige op het belastingkantoor in zijn geboorte plaats ging werken wel niet ge dacht hebben ooit nog eens in Maas tricht te zullen belanden. Toch vond die trek van Noord naar Zuid al spoe dig plaats: op 18-jarige leeftijd werd hij nl. particuliere klerk op het kan toor van de ontvanger te Heerlen; zo'n betrekking te verwisselen voor het ongewisse bestaan, dat de kunst haar dienaren pleegt te verschaffen! Op onze zwerftocht door die heer lijke, oude vestingstad Maastricht hebben we zo'n eenzame durver ge vonden. In een smalle, onaanzienlijke straat, verborgen achter een donker gangetje en dito trappen troffen we namelijk emailkunst-ateliers aan. En daarachter weer in een klein kan toortje temidden van de prod/eten van zijn ateliers de man, dia nog op zijn vijftigste jaar een leidingge vende functie bij de belastingen op gaf om kunstkoperslager te worden! Voor een vreemdeling in Maas tricht i3 het uiterst moeilijk deze ate liers te vinden. Maar de heer Van Grinsven, de actieve directeur van het VVV, helpt iedere belangstellende graag op weg. Volkomen terecht be treurt hij het, dat de meeste touris- ten afschuwelijke asbakjes :.n tien valse kleuren en monsterlijke stukjes beschilderde boomschors prefereren als souvenirs. Als het aan hem lag, zou iedere tourist een herinnering mee moeten rvemen, die werkelijk het aanzien waard is. Hier, in de smalle Joden straat, vindt men zo'n eerlijk en echt souvenir, dat als een even zeldzame als belangwekkende uiting van heden daagse kunst Maastrichts roem draagt tot ver in het land en zelfs wyd over onze grenzen heen. Kunst uit het heden, mogelijk ge maakt doordat een rasechte Limbur ger een oud procédé uit de 16de eeuw terugvond. Samen met hem heeft de vroegere belastingambtenaar Wolter man de eeuwenoude emailkunst weer tot léven gebracht. En wel tot zo'n fonkelend bestaan, dat men er ner gens in het buitenland aan tippen kan! met zijn 26 jaar was hij destijds de jongste kassier van Nederland.... Elf jaar bleef hij daar om Jen slotte naar Maastricht te vertiuizen. waar hij chef werd van de afd. omzet-be- lasting. Achter de schermen van dit ambte- narenbestaan speelde echter iets, dat langzaam groeide naar de hoofdrol. De heer Wolterman immers wijdde practisch al zijn vrije tijd aan de kunst. Hij bezocht ook de Kunstge- werbeschule te Aken, waar hij stu deerde voor kunstkojferdrijver Tal rijke fraai gevormde koperwerken wij zen nog op zijn bekwaamheid in dit moeilijke vak. Een be kwaamheid, die tiken- ning vond in zijn be noeming tot werkend lid van de Limburgse Kunstkring Deze liefhebberij werd In de loop der jaren zó essentieel voor de heer Wolterman, dat hij 50 jaar oud! na de bevrijding re soluut de-grote sprong waagde: hij verliet de belastingdienst en be gon met drie knechts een kunstkoperslagerij! In 1948 breidde hij de zaken zelfs nog uit door de overname van een emailkunst-atelier en het was hier, dat hij beide vakken op schone wijze zo kon combineren, dat daar door een oude indus trie tot nieuw leven werd gewekt. INDIEN U ooit een geëmailleerd sieraad dat niet uit Woiter- man's Ateliers komtscherp hebt bekeken, zal het opgevallen zijn, dat de verschillende kleuren daor een smalle metalen afscheiding van el kaar gehouden worden. Dit is nodig om te voorkomen, dat de kleuren zich bij het emailleren met elkaar zouden vermengen en daardoor uitvloeien. Op het te versieren metaal soldeert men daarom dunne streepjes goud op koper, die de lijnen der figu-en aan geven. De ruimte tussen deze lijnen wordt dan met de gewenste kieur be handeld, waarna het emailleren kan plaatsvinden. Er is ook nog een tweede methode, waarbij het metalen oooervlak wordt uitgehold, zodat uitdiepingen van ge varieerde vorm ontstaan, waarin dan de kleurstof wordt aangebracht. Het ligt voor de hand, dat bij deze methodes slechts beperkte kleur schakeringen mogelijk zijn, terwijl de uitvoering veel tijd en dus: veel geld kost. Op de Maastrichtse ateliers wordt echter een techniek toegepast, die het mogelijk maakt allerlei kleu ren onbeperkt aan te wenden. De kleurschakering krijgt daardoor even veel variaties als bij een schilder stuk! Nog enige prachtige werkstukjes, vervaardigd in Wotterman's ateliers. Deze techniek heeft een oude cn merkwaardige historie. Tegen het einde van de 16de eeuw werd ze in de Maasvallei algemeen beoefend, maar in de loop der eeuwen ging de kennis ervan verloren. Slechts de email-miniaturen uit die tijd, opgenomen in particuliere Lim burgse collecties, bewaarden het ge heim van dit eeuwenoude handwerk. Een geheim, dat de heer F. Sonne- ville uit een Limburgs geslacht, dat reeds vele (en goede!) graveurs leverde niet met rust liet In zijn vrije tijd (ook al!) experi menteerde hij jarenlang met d.ver se email-technieken. Met name trachtte hij daarbij de oude methode, die in lang vervlogen jaren in zijn geboorte streek werd toegepast, te hervinden. Na eindeloos zoeken en proberen bereikte hij op een schone dog zijn doel! Samen met de heer Wolterman („We hadden elkaar veel eerder moe ten vinden", zeiden beide vrienden) is hij er daardoor in geslaagd de emailkunst tot haar oude, tot haar hóógste bloei te brengen. TJET geheim van deze speciale werkwijze schuilt in de emulsie, waarmee het metaal-opp?rvlak wordt bestreken en waarvan de juiste sa menstelling alleen aan de heren Son- neville en Wolterman bekend is. Het koper, dat bij de vervaardiging van de sieraden wordt gebruikt, ver krijgt op de kunstkoperslagerij van de heer Wolterman de juiste vorm en omvang. De sneeuwwitte emulsie wordt dan op het metaal uitgestreken, waarna dit door een kunstenaar uit de hand beschilderd wordt. Wanneer de tekening is aange bracht, komt het brandings-procedé, waarvan alle andere emailleurs ter wereld beweren, dat het een onmoge lijke methode is. Het ga.it nl. dwars tegen alle andere technieken in! Nor maal worden de email-producten in een oven gebrand, maar hier in Maas tricht komt het koper direct boven de vlam in een temperatuur van 800 graden, nadat het beeld met een transparant email-poeder is bestrooid. Het is prachtig om te zien, hoe on der de invloed van de enorme hitte de emulsie zich eerst diep oranje kleurt en dan langzaam onder het afkoelen een doorzichtig email-laagje vormt, waaronder zich het motief in alle pracht vertoont. (Vervolg op pag. 5). HET LEVEN BEGINT BIJ 50 Procédé uit 16de eeuw brengt emailkunst tot nieuwe bloei

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 13