STUDENTEN en NA-APERS
HET SCHOPJE
in het dierenrijk
6
ZONDAGSBLAD 18 JUNI 1955
Vertelling van Floor de Ruiter
r (Slot.)
Uit het café bij de kerk kwam ru
moer. maar bij het feestterrein werd
het stiller en stiller Er gingen slechts
weinig mannen het terrein op en af,
om de kramen af te breken en op
te bergen. Aan hen dorsten de broer
tjes niets te vragen.
Er stonden nu al sterren aan de
hemel en Bertje kreeg slaap. Hij
vlijde zich tegen zijn oudere broer
aan en zou daar in slaap gevallen zijn
als Gert hem niet wakker gehouden
had.
..Hier niet Bert"
De oudste jongen stond op en over
zag de schemerige velden Misschien
was er wel een huisje, dat hen op
wilde nemen, zoals dat in sprookjes
voorkomt. Inderdaad kwam er uit en
kele ramen al licht Daar waren de
lampen al aan, maar Gert had de
moed niet bjj vreemde onbekende lie
den aan te kloppen om onderdak.
Bert trok een lip.
,,Nou moet je niet gaan huilen,
hoor", vermaande Gert en hij voeg
de er zacht aan toe: ,,Want als jij
begint, moet ik ook huilen."
Aan de overkant stond een veld met
koren. „Zullen we dan maar in het
koren gaan slapen?' vroeg Gert. De
kleinste vond alles goed als hij maar
slapen kon. Hij vertrouwde zich ge
heel aan zijn oudere broer toe. Die
was immers de ridder, de veldheer.
„Dat zijn toch ook een soort
boompjes hè?" zei de kleinste en hij
dacht hoe de aren zich over hen heer.
zouden buigen en zich boven hen toe
zouden sluiten als het tule gordijntje
boven het ledikantje van hun klei ie
zus in de wieg.
De armen om elkaar heen geslagen
stapten de kinderen het korenveld
het veld tussen de korenbloemen en
klaprozen.
„Als je nou wat doen moet, moet
je eerst een'putje maken hoor", waar
schuwde de oudste.
Maar de kleinste schudde zijn
hoofd. Gert hield de kolenzak op en
toen zijn kleine broer er in verdwe
nen was stapte hij er zelf in. Ze haal
den de zak zo hoog mogelijk op en
lieten zich toen vallen. De zijtas van
Bert werd in een noolldkussen omge
toverd en toen sloten zij de ogen.
Bert sliep zo, maar Gert luisterde
naar de geluiden, die var. ver en
dichtbij tot hem doordrongen: het ru
moer rondom de kerk, de muziek uit
het café en zo nu en dan het gestoot
van een kar op het pad, dat van het
feestterrein naar de dorpskom leidde
Gert voelde hoe hard de aardklui
ten waren en dorst zich niet te ver
roeren om zijn broertje niet te wek
ken. Hij zag hoe de sterretjes pinkel
den en dacht aan God, die het vast
niet goed zou vinden, dat hij geld uit
zijn spaarpot genomen had en wegge
gaan was zonder zijn moeder er iets
van te zeggen. Nu voor het eers
dacht hij er aan, noe ongerust zijn
ouders wezen zouden, omdat zij nie
teruggekeerd waren van de Put. Er
dat hij zijn nachtgebedje vergetrt
was, dat kon helemaal niet door di
beugel. Hij vouwde zijn handjes. Om
dat hij zich niet verroeren wilde on
Bertje sprak hij de woorden liggen
en fluisterend uit. Toen was het 01
zijn hartje wat rustiger werd. Zijn
rechterarm drukte hij voorzichtig wat
vaster om de hals van zijn slaapge
nootje; toen keek hij nog eenmaal
naar de fonkelende sterren en hij
dacht er over, dat je toch wel razend
knap moest zijn om zoveel gaatjes in
ide blauwe kan te kunnen slaan, zon
der die te breken Zijn oogjes vie
len toe en het gelispel van de halmer
mengde zich met de ademhaling var
zijn kleine broertje en de verre mu-
Een minnend paartje dwaalde te
gen het einde van het feest af naar
het weggetje, waar de stilte weldadig
dig vfas, na de drukte van de dag.
De jongen keek naar de hemel,
het meisje naar de aarde en zij von
den het beiden goed hier stil hand aan
hand te gaan. Ineens hield het meis
je haar pas in. Zij .voelde, dat er
wat vreemds was in het koren; eerst
dacht ze aan een verdwaalld kalf;
toen aan een grote hond.
Toen de jongeman het vreemde ook
zag stapte hij er op af en schopte er
met zijn schoen tegen. Een verschrik
te jongensstem riep: „Nee, niet slaan,
pa"
De jongeman nam Bert op en
droeg hem; het meisje nam Gert aan
de hand mee. In een dichtbij gelegen
daggelderswoning, waar de groot
ouders van het meisje al sliepen,
moest Gert het verhaal van de reis
vertellen en een half uur later zaten
de twee kinderen in een vrachtauto,
die hen des nachts nog teruggaf aan
een ouderpaar, dat grote angsten had
uitgestaan.
Enkele dagen nadien kwam er een
briefje van de oude mensen, in wiej
woning de broertjes enige ogenblik
ken hadden vertoefd Het ging over
een kolenschop, die zij de volgende
morgen gevonden hadden niet ver
van de plaats, waar de kleintjes zi h
ter ruste hadden gelegd. Als er bij
gelegenheid eens iemand langs kwam.
dan moest hij hem maar aanhalen. De
ouders bedankten hen in een harte
lijk briefje voor de goede zorgen, die
zij hun kinderen hadden bewezen en
schreven, dat zij de schop wel kon
den houden.
Toen echter Gert en Bert zo groot
tje den Otter i
onze BRievenBus
H Beste allemaal,
Stel je voor, dat je
zo'n hele mand met
appels alleen zou mo
gen opeten, dat zou
een feest zijn! Maar
ik denk wel dat er
heel wat btxikpyn het
gevolg van zou zijn,
denken jullie ook
niet? Ik zal nu maar
eens gauw vertellen
wie de prijzen gewon
nen hebben. De
hoofdprijs is voor
Dicky de Kruijf, en
A de troostprijzen voor
Wimmie Koole, Neel-
Leny Openneer. Jij
adres even schrijven,
Leny, want dat had je niet in de
brief gezet.
Daar moeten jullie toch vooral wel
om denken, kindersnaam en adres
IN de brief te schrijven. Ik vraag het
iedere week, en iedere week verge
ten een paar het te doen. Zoals jullie
weten worden de enveloppen direct
weggegooid. We spreken dus af, dat
jullie het in het vervolg niet iceer
vergeten zullen.
Wie wil corresponderen met Johnny
Mastenbroek, p/a fam. Verschoor,
Utrcchtseweg 252. Liefst een jongen
of meisje t>an 8 a 10 jaar Ook Ina
Scheurwater, IJzerstraat 45a, Rotter
dam-West wil graag een correspon
dentievriendin hebben van 10 jaar.
din g°
maken, heeft hij me geschreven. "fcit
vond je toch zeker wel fijn. Truusje
MacLean. dat je vriendinnetje bij je
mocht komen spelen. Jouw oplossing
was goed. Sjaantje MHresonne. In wel
ke klas zit jij? Adrl l'ittcnboogaard
heeft flink in de tuin gewerkt, ik hoop
dat je een goede oogst zult hebben la-
Martien Smit. Ik hoop dat je gauw
weer beter bent, Nelleke Monshouwer,
blijf maar rustig in bed, dan zal het
Bepplc Roos. Nou, dat
mooi einde van de wandeltocht, Sjaak
Schuurman, limonade en een gebakje!
prettig geweest, Jaan de Ruiter, hebben
de familieleden goed naar je verlang
lijstje gekeken? Nee. als het zo regent
kun je beter geen witte schoenen aan
trekken, Marja van Schothorst, dan be
derven ze maar. Ik vond het een aar
dige tekening, Ineke van Herp, stelt het
jullie huis voor? Jullie moeien de
buurman maar eens een briefje schrij
ven, Nelly en Greetje Maan, dat vindt
hij vast wel prettig. Is de prhs je
meegevallen, Jannie Vonk? Anne
ke en Nannie Vermeulen zijn fijn in
de speeltuin geweest. Nannie vond het
een beetje griezelig om in de ringen
te komen. Welbedankt voor de leuke
je zusjes. Hansje
Ea.
r uit
waren. dat zij met toestemming van
hun ouders werkelijk mochten gaan
trekken maakten zij de terugtocht zo,
dat zij langs het dorpje kwamen, waar
zij in het graan hadden geslapen.
Zij zochten naar óe woning van de
oude mensen, doch toen zij daar kwa
men bleken de bejaarde echtelieden
te zijn overleden. In hun huisje woon
de nu het jonge paar, dat hen on-
dekt had tussen de aren.
Zij vonden het aardig de kinderen
nog eens te zien en vertelden, dat hun
grootvader steeds op nun komst had
gewacht in de hoop hun de kolen
schop te kunnen geven.
Ze haalden de schop uit een pa
pier, waarin hij verpakt zat en toen
zij zagen dat de grootvader in de
steel de datum had gesneden en in
de holte van de schop een gekleurd
plaatje had geplakt, dat ter herden-
Weten jullie hoe deze vogel heet
Ja? Dan zal het ook wel niet
moeilijk zijn om te ontdekken,
welk spreekwoord er op het lint
staat, dat hij in zijn snavel heeft.
Vind je het toch nog een beetje
lastig? Zoek dan de verschillende
typen letters bij elkaar, dan heb
je het zó! Veel succes! Sturen jullie
de oplossingen vóór Dinsdag in en
vergeten jullie niet, naam en adres
m de brief te zetten?
king van het feest aan de schoolkin
deren was uitgereikt en het ijzer er
om heen had verguld, kreeg Bert de
tranen in zijn ogen.
En ditmaal zei Gert niet: „Nu
moet je niet gaan huilen, want dan
begin ik ook", maar liet ook hij zijn
tranen de vrije loop.
Ik geloof dat jullie alle drie wel
van een grapje houdt, is het niet?
Ja. als het zo regent, heb je mooi de
tijd om de puzzle op te lossen. Kees
Spronk. Vind je Saskia en Jeroen
ook zo spannend. Ada van Gemeren?
Ik ben benieuwd naar je kaart, Le-
nie Visser, en ik wens je veel plezier
in Uchgelcn. Ik denk dat Henny
Clancy het erg prettig zal vinden, als
Je haar een briefje schrijft en vertelt
over de klas. Gerda Beukelman, denk
je ook niet? Sarie Steenbergen
schrijft me. dat haar broertje Chrisjc
zo ondeugend is en altijd de ballen van
andere kinderen wil weggooien. Maar
hij is zeker nog erg klein, Sarie.
Nou. dat is me ook wat. Rob van
Wetten, om met stoeien je bril te bre
ken. Dat is dan een duur stoeipartij
tje. Vonden jullig het fijn bU oom
Willem en tante Marie, jongens Van
de Water? Ik heb het gezien op jouw
tekening. Evelijntje Munting, je bent
i in». smullen. Heb je
een fijne verjaardag gehad. Car den
Dopper? Je gaat zeker wel vaak
naar die jonge zwaantjes kijken. Jan
Bakker. Je vorige brief was net
maar eens een even te laat, Ria van de Lelie. Ik
dat schoolreisje, hoop ook dat je mama mooi weer treft.
Bij Ansje van der Kooy zijn ook al
zoveel verjaardagen te vieren. De
appels smaken naar meer, schrijft Al-
bert Kooy. Geertje van 't Veer is
met vader uitgeweest, heb je een lange
tocht gemaakt? Ben je op de fiets
naar het bos gegaan, Marja Stuip?
Nou. dat zal me een feest worden, als
jullie een afscheidsavond gaan organi
seren, Lenie Bogaards. Nodigen jullie
veel klasgenoten uit? Wat fijn. Em
mie van 't Riet, dat vader in Augustus
misschien weer thuis komt. Is je
zusje al weer boter. Anneke van Har
ten? Je vindt het zeker maar wat fijn
om naar school te gaan, Mary v.d.
Kaaden, als alles nog zo mooi nieuw
is. Zou jij wel in zo'n helicopter
willen zitten, Wlm Amellng? Nou,
of ik weet wat sjoelen is. Janny de
Boon. ik vind het een erg leuk spel.
Jullie poppen krijgen een pracht van
een garderobe op die manier. Joke Jur-
Jaans. De vader en moeder van Jan
ny en Rosa Konijnenburg zijn 20 jaar
J;etrouwd en het is een gezellig familie-
eestje geworden. Dat was zeker de
tractor op de paardenmarkt, die jij ge
tekend had. Aart Bravenboer. Het
was een mooie tekening, zeg. En wat
Corrle van der Spek zei je broertje wel
van de kiepwagen? Ik vind het
erg grappig postpapier wat jij hebt,
Marie v.d. Oest. Je broertje zit dus
nog maar pas op school. Maaike Bam-
bacht, en kan hij al zo mooi schrij
ven? Ik denk. Giem van de Wetering,
dat melk uit een rietje dubbel zo lek
ker smaakt! Knoei jij altijd op school,
Rinus Kievit, noe toch zeker? Was
Je al eens eerder in Hoek van Holland
geweest. Willie van Dijk? Wie weet
wordt jij nog eens een reuze snelle
zwemster. Zwartoogje. Achttien kilome
ter wandelen, Willy Kraaijeveld, waar
heb je de moed toe! Brrrr, een muis
in de keuken, nee, dat lijkt mij ook
niets plezierig. Cor Brouwer! Hei-
ma en Nienke Krijger sturen me een
brief, waarin ze vertellen, dat er nog
een Krijger gaat meedoen. Gaan jullie
krijgertje spelen? Ik vind dat je
keurig schrijft. Simon Oorlog. Wat
een grappig plastic hangertje heb je
voor me gemaakt, Thea Geleynse, dat
ik mooi opdoe als het Koninginnedag
is. Laurens dacht zeker, ik schrijf maar
vaak het woord „dag" op, dan is mijn
brief gauw voL Vonden jullie de dool
hof een beetje lastig, Lenie. Willy en
Kees Koomans van den Dries? Dat
lijkt me een prachtige pop, Anne-Loes
adres in de brief te schrijven,
Mellina Oosterhuis. Ja, wat kunnen die
kleine poesjes grappig vechten, hè Jan
nie Struik? —Ga je elke dag zwem
men, Kees van den Hoek, ook als het
zo koud is? Wat flink! En ga jij dan
ook mee, les? Wens broertje Leo
maar veel beterschap van mij. Aart,
Peter en Robby den Ouden. Nou,
jij kunt je al wel op een mooie vacantie
verheugen, Gerrie F ossen. Ja, zon
gymnastiekuitvoering is altijd erg mooi,
SIJtko Zonneveld. Was het fijn bij opa
zeg
Jij hebt zeker wel geno
ten in de dierentuin, Mleke? Nou,
het kan nog best meevallen met het
.weer, Aria van Belle. Willie, Greetje
en Hanneke Faber hebben een logeetje
van negen maanden, waar ze natuur
lijk alle drie erg dol op zijn. Apple
van Kampen is zeven jaar geworden,
was het een fijne dag, Appie? Heb
jij al eens gewonnen met kwartetten.
Jaco Robijn? Wat jamlher van die
kuikentjes. Dineke Drop. Gaat het witte
hondje nu ook spelen? Hoe was het
schoolreisje, Coos Paulusma, zul je me
dat eens vertellen? Nou, jij had wel
een wonderlijke naam voor dat haasje
gevonden, llans Blcichrodt. Ik denk
dat jullie wel veel gezongen zult heb
ben. Dlck Kroon. Was het prettig
bij tante, Han Katie Verduyn? Lu-
kas Jacobs schrijft trouw iedere week
dat hij niets te vertellen weet en dat
hij hoopt op de volgende keer. Jij
hebt een fijne verjaardag gehad, Teu-
nis den Otter. Ben jij de oudste of
de jongste, Agnes Hoedemaker? De
kinderen Grootendorst verheugen zich
erg op de verjaardag van Gerard, want
dan mogen ze later naar bed.
Tenslotte zijn hier de nieuwelingen.
Dat is weer een hele lijst, kijk maar:
Jurg van der Vlies, Thea Smallenburg,
Riet Moerkerken. Mieke van Dalen, An
neke vd. Bos, C. de Haan, Trudie Krom
mendijk, Pleunie Lodder, Anneke Krij
ger. Nel van der Kruk. Paul Joffuis,
Tonny Kristalijn, Jan de Bruijn, Lenie
Loddder, Gera en Nellie Spruitemburg,
Mieke Arentshorst, Heleentje Lang
broek. Hartelijk welkom!
Dag allemaal, tot de volgende week.
TANTE JOS
ZONDAGSBLAD 18 JUNI 1955
3
Het spel van jonge dieren is oefen ng voor verdediging
ER zijn heel geleerde mensen
geweest, die heel dikke en
geleerde boeken hebben geschre
ven over het kind en zijn spel
en zijn speelgoed. Het spelen
van het kind, zeggen zij, moet,
al is het nog zo jong, een voor
bereiding zijn voor het „grote
leven".
Ook in de natuur is het zo.
Wanneer U nu, zo in de maand
Juni en ook nog in Juli, om U
heen kijkt, zietm U hiervan tal
rijke voorbeelden.
ERGENS in een stille duinpan woont
de familie Mummelman. Als U op
een mooie Junidag langs hun huisdeur
loopt, zult U weinig of niets van de
bewoners bemerken U ziet zelfs de
deur niet, want de ingang van het ko
nijnenhol is heel onopvallend wegge
stopt in de duindoornwildernis.
Wanneer U de konijnenfamilie, die
in het onderaardse huis bivakkeert
wilt zien, dan moet U ook niet over
dag komen, maar 's avonds of nog
beter -'s morgens vroeg.
Als de laatste kille nevelflarden van
de verdwijnende nacht langzaam om
hoog kruipen langs de kale stammen
van de spichtige naaldbomen komen
ze naar buiten.
Nee, U'moet niet zo naar boven
rennen, maar heel behoedzaam tegen
het duin opkruipen. Zorg er voor, dat
U de wind tegen nebt, want als die
fijne bibbersnuitjes van de konijnen
de mensenlucht opsnuiven zijn ze in
minder dan geen tijd verdwenen.
Zo, nu voorzichtig door het helm
gras op de duintop gluren. Ziet U ze?
De jonge konijnen hebben als roerlo
ze donsballetjes de hele lange nacht
in 'nun nest gelegen, maar nu nemen
ze 't er van. Kijk ze eens ravotten:
rennen, ineens stilzitten, over de kop
duikelen. Daar zit er een op z'n ach
terpoten, de oren recht overeind.
Ginds slaat een andere een paar maal
zó hard met de achterpoten op het
zand, dat 't er van dreunt!
Wat een Zorgeloos leventje! Ja,
maar het spel van die jonge konijn
tjes is de oefening voor straks, als ze
„het grote leven" ingaan, waar aller
lei gevaren hen bedreigen Kijk maar
eens: daar zitten er twee elkaar na
Ai, de eerste springt haaks opzij.
Nu is dit nog spel, maar als over
een paar maanden een bond achter
het konijn aanjaagt, kan zo'n sprong
het dier 't leven redden. En dat slaan
met de achterpoten op het zand is het
waarschuwingsteken Het geluid plant
zich voort en overal waar 't wordt
gehoord, weten de konijnen, dat er ge
vaar dreigt en maken zij zich uit de
voeten.
De overeenkomst tussen spel en
werkelijkheid kunt U ook goed waar
nemen bij jonge poesen. Let er eens
op hoe het jonge dier op een klos af
springt. Eerst komt hij heel voorzich
tig aansluipen, de nagels ingetrokken.
Behoedzaam gaat hij in hinderlaag
liggen achter de poot van 't dressoir,
de ogen strak gericht op de „prooi".
Dan... een sprong, boven op de klos.
Straks als 't kleine ding volwassen
is, zal hij zo een muis vangen of een
vogel in de tuin. Maar zo'n stilzit
tende, dooie „muis' als die klos is
helemaal niet echt Daarom geeft hij
't ding een mep met z'n voorpoot, dat
het naar het andere eind van de ka
mer tolt en holt er achteraan om het
weer te „vangen". Als hij genoeg van
het spelletje heeft, kruipt hij met de
klos onder een kast en gaat er aan
knagen. Precies zo peuzelt hij straks
een öokteRsBenoeminq
Delft stelde in 1594 een stadsdokter
aan op een jaarsalaris van 150, waar
voor hij gratis de armen moest bezoe
ken en geneeskundige hulp verlenen.
Voor elke visite mocht hij. als hij er
gens gehaald werd niet meer dan zes
stuivers rekenen.
Wilde hij de stad verlaten, dan was
daarvoor vergunning van de burgemees
ter nodig. Deze werd hem geweigerd,
als er veel zieken waren.
Als bijzondere voorrechten genoot hij
vrijstelling van inkwartiering en van
belastingen, terwijl hij elk jaar van de
stad een nieuw costuum kreeg.
Dokter Van der Meer werd voor de
tijd van negen jaar benoemd.
We kunnen ons moeilijk meer voor
stellen. dat verschillende collega's van
dokter Van der Meer hem met enige
jalouzie beschouwden, omdat hij zulke
gunstige voorwaarden van Delft had
weten te bedingen!
op een beschut plekje een gevangen
dier op en verorbert een roofdier
in de vrije natuur zijn slachtoffer
in zijn hol.
ALS U de kans hebt, probeer dan
ook eens de jonge kieviten af te
gluren, 't Valt niet mee, want het zijn
diertjes die men niet gemakkelijk te
zien krijgt. Zodra U het weilanid na
dert, gaan de oude vogels de lucht
in, luid hun waarschuwingsroep uit
schreeuwend. De jongen, die zoéven
nog door het gras scharrelden, zijn
ineens verdwenen: een is weggekro
pen in de diepe afdruk, die een koeie-
poot achterliet, een anidere zit tussen
twee stenen of op een ander beschut
plekje.
Als U echter kans ziet, zich te ver
bergen achter een dijkje en de vogels
zien U niet meer, dan komen zij weer
voor den dag. Maar wat is dat? Het
kievitenkuiken loopt een paar stappen
ert begint dan op het gras te dansen.
Doch ook hier is 't geen spelletje
zonder meer. Kieviten en andere
weidevogels passen dit vaak toe
Door hun poottrappelen wordt de
grond in een zachte trilling gebracht.
De wormen kruipen hierdoor naar de
oppervlakte waar ae vogelsnavel ze
opwacht.
Dit trappelen is een ingeschapen
eigenschap Men heeft eens de proef
genomen door kievitseieren te laten
uitbroeden in een broedmachine. De
kuikens konden dus niets van de oude
vogels hebben geleerd, maar zodra ze
op een natte turf werden gezet, begon-
men ze te trappelen alsof ze op een
weiland waren.
Ook meeuwen kennen dit kunstje.
Zo is het een vogeifotograaf, die in
een tentje van zeildoek bij een meeu
wenkolonie zat, eens overkomen, dat
een grote meeuw boven op het dak
van zijn tentje neerstreek. De vogel
bleef daar zitten en de fotograaf kie
telde heel voorzichtig met zijn vinger
door het tentzeil onder de poten van
de vogel. Maar deze vloog niet weg.
zoals hij verwacht had; het dier be
gon te trappelen, omdat hij .Jdacht",
dat hij een vette pier onder zijn po
ten in de „grond" voelde werken.
Iets dergelijks gebeurt bij jonge
eenden. Al$ U een stel van die sna
tervogels in het water ziet, moet U
eens opletten. De oude eenden trappe
len met de poten, waarvan ze de
zwemvliezen wijd uitspreiden. Zo
brengen ze het water tot op de bodem
van de sloot in beweging. Hierdoor
Cv.
komt allerlei lekkers (vanuit eenden
standpunt bezien) naar boven.
Jonge eenden, die in een broedma
chine ter wereld kwamen, deden dit
poottrappelen ook, toen ze in een teil
met water werden gezet.
Als U geluk hebt, kunt U ook zien
hoe de jonge eenden „te water wor
den gelaten". Op een vroege morgen
komt Ma Eend met haaf kroost bij
de slootkant aan. De moeder geeft
het voorbeeld. Met zachte geluidjes
lokt ze de andere. De brutaalsten wa
gen de sprong al gauw maar eens
heb ik gezien, dat er één achterbleef.
Eerst probeerde de oude eend hem
met „lieve woordjes" naar zich toe
te lokken, maar zonder succes, hij
durfde niet. Toen deed ze alsof hij
niet meer bestond. Als een stoomboot
met een sleep roeibootjes achter zich
zwom ze weg. 't Kleine ding holde,
angstig piepend, op de kant mee,
maar waagde 't niet het water in te
gaan. Tenslotte werd de moedereend
bepaald nijdig. Ze klauterde gakke-
rend de kant op en gaf het kuiken een
duw met haar snavel, zodat hjj kopje
onder in de sloot viel. GezamenlijK
zwom toen de hele club weg.
Nu is het lang nog niet zeker, dat
zo'n eendenfamilie die meestal uit
meer dan tien kuikens bestaat het
er levend afbrengt Jonge eendjes
hebben vele vijanden. Hieronder ne
men de ratten wel een voorname
plaats in. Ook snoeken schijnen een
jong eenidekuiken niet te versmaden.
(Van onze medische medewerker)
ZE was een korte, gezette vrouw,
die met haar lichaamsgewicht ze
ker 20 pot boven het gemiddelde uit
kwam. Ze was eigenlijk nooit ziek
van betekenis geweest, alleen had ze,
toen de jongste van haar drie kin
deren geboren werd, thrombose in
het rechterbeen gehad. Zij had zes
weken bedrust moeten houden en na
deze periode was haar been vooral
's avonds flink dik, zodat je er de
putten in kon drukken.
De huisarts adviseerde het dragen
van een elastieken kous. Zij vond
dat deze te strak zat en daarom
werd hij nog al eens uitgelaten. Zij
had het druk en gunde zich voor
haarzelf eigenlijk geen tijd.
Haar man was overdag naar zijn
werk en zij moest behalve haar ge
zin ook de winkel doen, omdat zij
door verkoop van levensmiddelen wat
probeerde bij te verdienen. Zij praat
te graag met sommige vrouwen, die
al evenmin haast hadden als zij, zo
dat zij meestal heel de dag stond en
liep. Men kon het de huishouding aan
zien dat er onvoldoende tijd voor ter
beschikking was.
En tenslotte de mens, want meer dan
eens hoor je verhalen hoe jongens
met stenen en stukken hout naar zo'n
stel jonge eenden gooien. Hoe zij hier
toe komen zal wel een raadsel blijven,
maar het is een van de ergste en on
menselijkste vormen van baldadig
heid.
Al deze gevaren zijn er de oorzaak
van, dat een eendenDroedsel soms tot
enkele wordt gereduceerd en soms
zelfs geheel de dood vindt. Dit jaar
was ik in de gelegenheid een eenden
familie te controleren. Nu eens zwom
men ze in de ene sloot, dan weer in
de andere, maar van de tien kuikens
verdwenen er elke dag één of meer.
Toen ik ze de laatste keer zag, waren
er nog drie over. Deze zijn intussen
tot flinke, jonge vogels opgegroeid, zo
dat ze kans hebben het leven er af te
brengen.
Zo kunt u deze maand in bos
en duin, op heide en weide, overal
jonge dieren zien. Maar ondanks die
jeugd zijn er in de natuur al tekenen,
die wijzen op de komende herfst. Op
het platteland ziet U grote troepen
jonge, vaalgekleurde spreeuwen. Ge
zellig kwetterend zoeken ze hun voer,
maar de volgende dag zijn ze ineens
verdwenen. Langzamerhand sukkelen
ze zuidwaarts, naar landen waar het
ook 's winters warm is. Zo zijn ze de
voorlopers van de vogeltrek, al gaat
het ongemerkt en is de zomer op de
kalender nog maar juist begonnen.
FREEK VAN DER MEER
's Middags stond het vaatwerk
van 's morgens er nog en kwam men
er al eens in de namiddag om een
ziek kind te bezoeken, dan maakte
zij haai- excuus over de bedden die
nog niet opgemaakt waren.
Thrombosebenen hebben een huid,
die veel minder verdraagt dan de
normale. Bij thrombose immers zijn
een of meer aderen, die het bloed
naar het hart moeten terugvoeren,
verstopt geraakt; het bloed stagneert
min of meer; de huid is door de wa
terzucht in vtei minder goede condi
tie dan normaal. Verwondt men de
ze benen, speciaal in hel gebied om
en boven de enkels, dan weet men
bij ervaring, dat defecten slecht te
len, ja zelfs gemakkelijk nog in groot
te toenemen. Door de slechte voeding
van 4e huid ter plaatse en de vocht-
rijkdom, waardoor je soms flinke put
ten in de benen-kunt drukken, is er
een goede voedingsbodem aanwezig
voor bacteriën.
We zien ook heel vaak ontstekings
processen van deze zogenaamde
„open benen" ontstaan.
Aanvankelijk is het gestoten plek
je min of meer grijs-blauw; dit stuk
je van de huid sterft af en wordt af
gestoten. Wij zien dan de onderliggen
de laag als een vochtige, glanzende
bodem van een beenzweer te voor
schijn komen. Wanneer ziekte-ver
wekkende bacteriën zich ter plaatse
gaan ontwikkelen, ontstaat er een
vlammend rode hof om zo'n defect,
vaak met rode streDen in de rich
ting van de lies waar men soms op
gezette klieren aantreft.
Het een en ander kan met hoge
koorts gepaard gaan. Vaak is deze
omstandigheid dan ook de enige re
den waarom deze patiënten naar bed
gaan en rust nemen.
U heeft al begrepen, dat onze pa
tiënte in haar gewone leven daar niet
aan toe kwam. Zij liep altijd maar
door met meer of minder pijn, een
zalfje van dit en een aftreksel van
dat, want voor deze afwijkingen heeft
het volk allerlei middelen.
Er zijn ook mensen die wat beter
gefortuneerd zijn. Zij lopen van de
ene dokter naaar de andere, of ook
wel van de ene specialist naar de
andere, in de hoop, dat er een me
dicament gegeven wordt waardoor zij
snel van hun, in het algemeen niet
gevaarlijke, maar lastige en pijnlijke
kwaal, kunnen afkomen. Laat ik U
direct zeggen, dat open benen, zoals
zij in de omgangstaal heten, zeer goed
verzorgd willen zijn en slechts door
een complex van maatregelen gene
zen worden.
Onze patiënte was sociaal <-igen-
lijk niet in de gelegenheid om zich
zelf rust te geven. Zij behoorde tot
de kleine particulieren, die aanvan
kelijk zelfs niet eens bij een fonds
verzekerd waren.
Deze figuren worden nog allerwe
gen aangetroffen. Zij zijn slordig op
zich zelf en tobben vaak jaren, ter
wijl ze door rust te nemen in vaak
korter tijd van hun klachten bevrijd
zouden kunnen worden. Anderen die
wel hulp genoeg hebben, gunnen zich
door de drukte en de maalstroom van
deze tijd geen gelegenheid om deze
afwijkingen te laten genezen.
Het is voor vele patiënten drin-
g.-nd nodig, dat zij tijd krijgen o!
tijd nemen, teneinde profijt te trek
ken van een rustperiode die volledig
herstel brengt.
Als jonge poes kun je een klos of een bal met een beetje fantasie wel als
'n muis beschouwen, maar zo'n geheimzinnig geval als een zeepbel, die
geruisloos op je aan komt zweven dat is toch wel iets om even mee uit
te kijken!
De verzorging van „OPEN BENEN"